Welke Rol speelt Rumineren bij het Oplossen van Sociale Problemen bij. Depressie en wat zijn de Behandelmogelijkheden?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Welke Rol speelt Rumineren bij het Oplossen van Sociale Problemen bij. Depressie en wat zijn de Behandelmogelijkheden?"

Transcriptie

1 Welke Rol speelt Rumineren bij het Oplossen van Sociale Problemen bij Depressie en wat zijn de Behandelmogelijkheden? Naam: Dewi de Wit Studentnummer: Begeleiding: Corine Dijk 1

2 Inhoudsopgave Abstract 3 Inleiding 4 Welke invloed heeft rumineren op de duur van een depressie? 6 Wat is het effect van rumineren bij het oplossen van sociale problemen? 9 Hoe kan rumineren worden verminderd? 15 Conclusie en Discussie 18 Literatuur 21 Onderzoeksvoorstel 24 Korte samenvatting 25 Afleiden van de onderzoeksvraag 25 Onderzoeksmethode 26 Data analyses 29 Interpretatie van mogelijke resultaten 29 Literatuur onderzoeksvoorstel 30 Verslag verwerking feedback 31 2

3 Abstract Aangezien de kans op terugval na herstel van een depressie groot is, is het van belang dat er verder onderzoek wordt verricht naar factoren die een rol spelen bij het ontstaan of in stand houden van een depressie. In dit literatuuroverzicht is onderzocht welke rol rumineren speelt bij het oplossen van sociale problemen bij depressie en wat de behandelmogelijkheden zijn. Hierbij is gebleken dat rumineren een negatieve invloed heeft op de duur van een depressie en op het oplossen van sociale problemen tijdens een depressie. Onderzoek naar de effectiviteit verschillende behandelingen voor rumineren wees uit dat mindfulness, op rumineren gefocuste cognitieve gedragstherapie en het zoeken van afleiding effectieve behandelingen zijn om rumineren te verminderen. Met deze kennis kunnen behandelingen voor depressie worden aangescherpt, waardoor depressies effectief worden behandeld en de kans op terugval wordt verkleind. 3

4 Welke Rol speelt Rumineren bij het Oplossen van Sociale Problemen bij Depressie en wat zijn de Behandelmogelijkheden? Depressie is een stemmingsstoornis met een grote kans op terugval na herstel. Wanneer iemand van een eerste episode herstelt, is de kans op terugval namelijk 50% en deze kans wordt na elke episode groter (Judd, 1997; Solomon et al., 2000). Deze grote kans op terugval duidt erop dat nog niet alle aspecten van de depressie voldoende zijn verminderd, waardoor mensen die van een depressie zijn hersteld, weer terugvallen. Het is daarom van belang dat er verder onderzoek wordt verricht naar factoren die een depressie veroorzaken of in stand houden. Op deze manier kunnen behandelingen worden aangescherpt, zodat een depressie effectiever kan worden behandeld en de kans op terugval kan worden verkleind. Een depressie wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van een depressieve stemming gedurende het grootste deel van de dag (American Psychiatric Association, 2002). Een factor die mogelijk bijdraagt aan het ontwikkelen of in stand houden van een depressieve stemming is rumineren. Rumineren houdt in dat de gedachtes worden gefocust op de oorzaken en implicaties van gevoelens of problemen (Nolen-Hoeksema, 1987). Eerder onderzoek wees al uit dat personen die veel rumineerden voordat er aardbeving plaatsvond, een sterkere depressieve stemming hadden na deze gebeurtenis dan personen die minder rumineerden (Nolen-Hoeksema & Morrow, 1991). Wanneer iemand als respons op een gebeurtenis gaat rumineren, is er dus een groter risico dat er een depressieve stemming wordt ontwikkeld. Naast de invloed die rumineren kan hebben op het ontwikkelen van een depressieve stemming, zou rumineren ook invloed kunnen hebben op de duur van een depressieve stemming. Het is namelijk gebleken dat rumineren tijdens een depressieve stemming ervoor zorgt dat er meer negatieve verklaringen voor de stemming worden bedacht dan positieve verklaringen (Kuhl, 1981). Een voorbeeld hiervan is dat de persoon bedenkt dat hij/zij een heel stomme fout heeft gemaakt en dat die fout de oorzaak is van de depressieve stemming. Deze negatieve gedachtes over het probleem kunnen ervoor zorgen dat de depressieve stemming in stand 4

5 wordt gehouden (Nolen-Hoeksema, 1987). Aangezien een depressie wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van depressieve stemmingen, zou een instandhouding van depressieve stemmingen ook een negatieve invloed kunnen hebben op de duur van een depressie (American Psychiatric Association, 2002). Naast rumineren worden tekorten in het oplossen van sociale problemen (SPS) ook geassocieerd met depressie (Nezu, 1987). Sociale problemen zijn problemen die in het dagelijkse leven worden meegemaakt, zoals onenigheden met andere personen of het verliezen van een baan. Wanneer iemand tekortschiet in het vermogen om sociale problemen op te lossen, heeft dat tot gevolg dat deze problemen in stand worden gehouden (Nezu, 1987). Het is mogelijk dat naast de aparte rol die rumineren en SPS spelen bij een depressie, er ook een onderlinge relatie is tussen rumineren en SPS tijdens een depressie. Zoals gezegd zorgt rumineren tijdens een depressieve stemming ervoor dat er voornamelijk negatieve verklaringen voor de stemming worden bedacht (Kuhl, 1981). Wanneer zich een sociaal probleem voordoet tijdens een depressieve stemming, zou rumineren ervoor kunnen zorgen dat er ook negatieve gedachtes over de oorzaken en gevolgen van het probleem in de persoon opkomen. Deze negatieve gedachtes over het probleem zouden er mogelijk voor kunnen zorgen dat iemand niet meer in staat is om het probleem effectief op te lossen (Lyubomirsky & Nolen-Hoeksema, 1995). Rumineren zou dus, doordat het tijdens een depressieve stemming zorgt voor negatieve gedachtes, invloed kunnen hebben op het oplossen van sociale problemen. Om te onderzoeken welke rol rumineren speelt bij SPS en depressie, wordt in dit literatuuroverzicht eerst onderzocht welke invloed rumineren heeft op de duur van een depressie. Vervolgens wordt in de tweede deelparagraaf onderzocht wat de invloed is van rumineren op het oplossen van sociale problemen en waarom rumineren deze invloed heeft en ten slotte wordt in de derde deelparagraaf gekeken hoe rumineren kan worden verminderd. 5

6 Welke Invloed heeft Rumineren op de Duur van een Depressie? Wanneer iemand in een depressieve stemming verkeert, zijn er verschillende manieren waarop iemand hiermee om kan gaan. Eén manier waarop iemand kan reageren is rumineren, waarbij er wordt nagedacht over de oorzaken en gevolgen van de depressieve stemming. Een andere manier is afleiding zoeken door bewust ergens anders aan te denken of een activiteit te zoeken, waardoor er niet over de depressieve stemming wordt nagedacht. Deze twee reacties, ofwel responses, op een depressieve stemming worden beschouwd als elkaars tegenovergestelden (Nolen- Hoeksema & Morrow, 1993). Aangezien rumineren tijdens een depressieve stemming ervoor zorgt dat er voornamelijk negatieve gedachtes over de stemming worden gevormd, kan dit een negatief effect hebben op de duur van de stemming. Afleiding zoeken zou daarentegen een positief effect kunnen hebben op een depressieve stemming doordat de gedachtes dan niet op de depressieve stemming zijn gericht. Onderzoek naar de invloed van verschillende responses op een depressieve stemming biedt ondersteuning voor deze hypothese (Nolen-Hoeksema & Morrow, 1993). In dit onderzoek werden proefpersonen met een depressieve stemming, aangezet tot ofwel rumineren ofwel afleiding zoeken door hen gedurende 8 minuten over items te laten nadenken die betrekking hadden op de stemming of andere onderwerpen dan de stemming. Bij de personen die werden aangezet tot rumineren verergerde de depressieve stemming en bij de personen die aan afleidende onderwerpen moesten denken verbeterde de depressieve stemming. Hieruit kan worden geconcludeerd dat rumineren over een depressieve stemming ervoor zorgt dat de stemming in stand wordt gehouden. In de voorgaande studie werden de proefpersonen afgeleid door hen te laten nadenken over onderwerpen die geen betrekking hadden op hun stemming. Omdat de onderwerpen door de proefleiders werden bedacht en de proefpersonen zichzelf niet op een actieve manier afleidden, kan deze vorm van afleiden worden gezien als passieve afleiding. Een alternatief voor passieve afleiding is om gebruik te maken van actieve afleiding, waarbij de persoon bijvoorbeeld deelneemt aan een 6

7 activiteit of een spel. Deze vorm van afleiding heeft ook een positieve invloed op de stemming (Morrow & Nolen-Hoeksema, 1990). In deze studie werd gekeken naar de invloed van de mate van activiteit en de responsstijl op de stemming. Bij alle proefpersonen werd een depressieve stemming geïnduceerd en vervolgens werd er gekeken wat de invloed van actieve en passieve afleiding, en actieve en passieve ruminatie was op de stemming. Bij actieve afleiding en actieve ruminatie moesten de proefpersonen kaarten sorteren. In de afleidingsconditie waren dit kaarten met landen, in de ruminatieconditie waren dit kaarten die betrekking hadden op de stemming van de proefpersoon. Bij de passieve afleiding en passieve ruminatie moesten de proefpersonen zinnen lezen die bij de afleidingsconditie betrekking hadden op willekeurige onderwerpen en bij de ruminatieconditie op de stemming van de persoon. Hieruit bleek dat actieve afleiding voor de grootste verbetering van de stemming zorgde, gevolgd door passieve afleiding, actieve ruminatie en passieve ruminatie. De soort respons die wordt gebruikt heeft dus de grootste invloed op de stemming. De mate van activiteit heeft echter ook invloed op de stemming. De resultaten wijzen uit dat actieve afleiding effectiever is om van een depressieve stemming af te komen dan passieve afleiding. Aangezien een depressie wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van een depressieve stemming gedurende het grootste deel van de dag, is het mogelijk dat een instandhouding van een depressieve stemming er ook voor zorgt dat een depressie in stand wordt gehouden (American Psychiatric Association, 2000). De bevindingen uit longitudinaal onderzoek naar de invloed van rumineren op de duur van een depressie, waren echter niet eenduidig (Nolen-Hoeksema, 2000). Bij mensen met een depressie werd gekeken hoeveel zij rumineerden en een jaar later werd gekeken naar de ernst van hun depressieve symptomen. Hieruit kwam naar voren dat hoe erger depressieve personen rumineerden op tijdstip 1, hoe erger hun depressieve symptomen waren op tijdstip 2. Daarnaast werd er ook gekeken of de mate van rumineren van depressieve personen op tijdstip 1 kon voorspellen of iemand op tijdstip 2 nog steeds de diagnose depressie had. Hieruit bleek dat rumineren niet kon voorspellen of iemand die op tijdstip 1 depressief was, ook op tijdstip 2 nog 7

8 depressief zou zijn. De ernst van de depressieve symptomen op tijdstip 1 bleek namelijk een betere voorspeller te zijn van de diagnose depressie op tijdstip 2. Rumineren kon dus wel de ernst van depressieve symptomen voorspellen, maar niet of iemand op een later tijdstip de diagnose depressie zou hebben. Dit is een opmerkelijke bevinding, aangezien de aanwezigheid van depressieve symptomen worden gebruikt om te bepalen of iemand aan de diagnose depressie voldoet (American Psychiatric Association, 2002). In dit onderzoek zijn er dus gemengde resultaten gevonden over de invloed van rumineren op de duur van een depressie. Ander onderzoek waarin een longitudinaal design werd gebruikt wees wel uit dat rumineren kan voorspellen of iemand op een later tijdstip nog aan de diagnose depressie voldoet (Kuehner & Weber, 1999). Bij unipolair depressieve patiënten werd op drie tijdstippen de mate van rumineren gemeten en werd er gekeken of de proefpersonen voldeden aan de diagnose depressie. Het eerste meetmoment was tijdens behandeling van de depressie, het tweede meetmoment was 4 weken na het beëindigen van de behandeling en het derde meetmoment volgde 4 maanden na beëindiging van de behandeling. Hieruit bleek dat de mate van rumineren bij depressieve personen op een eerder tijdstip, geassocieerd was met de aanwezigheid van de diagnose depressie op een later tijdstip. Deze associatie bleef bestaan wanneer er gecontroleerd werd voor de ernst van depressieve symptomen op het eerdere tijdstip. Dit houdt in dat wanneer depressieve personen rumineren, er een groter risico is dat zij op een later tijdstip nog steeds de diagnose depressie hebben dan wanneer zij minder rumineren. De duur van een depressie wordt dus negatief beïnvloed door rumineren. Op basis van deze onderzoeken kan worden geconcludeerd dat rumineren tijdens een depressieve stemming, deze stemming in stand houdt en dat afleiding de depressieve stemming verbetert (Nolen-Hoeksema & Morrow, 1993). Daarbij is gebleken dat actieve afleiding de meest positieve invloed heeft op de stemming en passieve ruminatie de meest negatieve invloed (Morrow & Nolen-Hoeksema, 1990). Over de invloed van rumineren op de duur van een depressieve episode zijn gemengde resultaten gevonden (Nolen-Hoeksema, 2000; Kuehner & Weber, 1999). Naast rumineren over de oorzaken en gevolgen van de depressie, zijn er ook andere onderwerpen 8

9 waarover iemand met een depressie kan gaan rumineren. Een voorbeeld van een onderwerp is het oplossen van sociale problemen. Zoals eerder genoemd wordt een gebrekkig vermogen voor SPS ook geassocieerd met depressie (Nezu, 1987). Wanneer iemand met een depressie blijft nadenken over de negatieve gevoelens die hij/zij ervaart, is het mogelijk dat deze persoon risico loopt om een gevoel van hopeloosheid te ervaren en niet meer in staat is om sociale problemen op te lossen (Lyubormirsky et al., 1999). Op deze manier zou rumineren kunnen bijdragen aan een verminderd vermogen voor het oplossen van sociale problemen. Wat is het Effect van Rumineren bij het Oplossen van Sociale Problemen? Onder sociale problemen worden problemen verstaan die iemand meemaakt in het dagelijkse leven. Voorbeeld hiervan zijn ruzie met een andere persoon, problemen met het vinden van een baan, het onderhouden van de financiën of het overlijden van een dierbare. Een goed vermogen voor het oplossen van sociale problemen houdt in dat er effectieve strategieën worden bedacht om met dergelijke problemen in het dagelijkse leven om te gaan (Nezu, 1987). Eerder onderzoek wees uit dat mensen met een depressie zichzelf als minder vaardig beschouwen in het oplossen van problemen (Heppner et al., 1985). Ook bleek dat depressieve mensen minder effectieve oplossingen bedachten voor sociale problemen die hen werden voorgelegd dan mensen zonder depressie (Goddard et al., 1996). Deze resultaten geven aan dat er een relatie is tussen een depressie en het oplossen van sociale problemen. Aangezien rumineren ervoor zorgt dat de ruminerende persoon blijft nadenken over de oorzaken en gevolgen van een probleem of de stemming, kan rumineren tijdens een depressie ertoe leiden dat de negatieve kanten van het probleem worden belicht (Nolen-Hoeksema, 1987). Een manier waarop iemand kan rumineren over een probleem is denken aan de oorzaken van het probleem en het eigen vermogen om het probleem op te lossen. De behaalde mislukkingen en successen bij het oplossen van eerdere problemen worden dan in overweging genomen (Kuhl, 1981). 9

10 Deze manier van rumineren, waarbij er wordt nagedacht over de oorzaak van het probleem en het eigen vermogen om het probleem op te lossen, blijkt een negatieve invloed te hebben op het oplossen van sociale problemen (Watkins & Baracaia, 2002). De steekproef in dit onderzoek bestond uit depressieve personen, personen die waren hersteld van een depressie en personen die nog nooit depressief waren geweest. Aan de proefpersonen werden verschillende sociale problemen voorgelegd en vervolgens waren er drie manieren waarop de proefpersonen in elke conditie deze problemen moesten oplossen. Bij de ruminerende manier werden de proefpersonen aangezet tot rumineren door hen over vragen te laten nadenken als hoe is het probleem ontstaan? en wat doe ik verkeerd?. Bij de tweede manier moesten de proefpersonen nadenken over vragen als hoe beslis ik wat mijn volgende stap is om het probleem op te lossen?. Door deze vragen te stellen zijn de proefpersoon bezig met het proces om het probleem op te lossen. De derde manier was om de proefpersoon de problemen op te laten lossen zonder over vragen na te denken. Hieruit bleek dat zowel de depressieve personen als de personen die waren hersteld van een depressie, door rumineren minder effectieve oplossingen konden bedenken voor de sociale problemen dan depressieve personen of ooit depressieve personen die moesten nadenken over het proces om het probleem op te lossen. De personen die nog nooit depressief waren geweest, waren bij alle drie de manieren even goed in het oplossen van problemen. Rumineren tijdens een depressie, waarbij de depressieve persoon zich bezighoudt met de oorzaak van het probleem en het eigen vermogen om het probleem op te lossen, blijkt er dus voor te zorgen dat een depressieve persoon niet meer in staat is effectieve oplossingen voor sociale problemen te bedenken. Rumineren blijkt ook nog steeds een effect te hebben op SPS bij personen die zijn hersteld van een depressie. Naast de inhoud van gedachtes tijdens rumineren, zou de manier waarop er wordt gerumineerd ook invloed kunnen hebben op SPS. Twee manieren waarop kan worden gerumineerd zijn abstract rumineren en concreet rumineren. Bij abstract rumineren denkt de persoon op een manier die geen betrekking heeft op een specifieke situatie en die weinig details bevat. Een voorbeeld van deze manier van rumineren is ik heb altijd fouten gemaakt. Bij concreet rumineren 10

11 denkt de ruminerende persoon over een specifieke situatie en met details. Een voorbeeld hiervan is ik heb gisteravond iets stoms tegen mijn buurman gezegd (Watkins & Moulds, 2005). Wanneer de details van een probleem niet in beschouwing worden genomen, kan het moeilijk zijn om vast te stellen wat er precies veranderd moet worden om het probleem op te lossen. Aangezien bij abstract rumineren deze details ontbreken, is het mogelijk dat deze vorm van rumineren een negatief effect heeft op SPS. Concreet rumineren zou daarentegen een positief effect kunnen hebben op SPS, doordat de details van het probleem wel in beschouwing worden genomen en er zo een effectievere oplossing kan worden bedacht (Watkins & Moulds, 2005). Onderzoek naar het effect van abstract en concreet rumineren op SPS wees inderdaad uit dat abstract rumineren een negatief effect heeft op SPS en concreet rumineren een positief effect (Watkins & Moulds, 2005). Dit bleek toen zowel depressieve patiënten en personen die nog nooit depressief waren geweest, werden aangezet tot ofwel abstract rumineren, ofwel concreet rumineren. Een voorbeeld van een manier waarop proefpersonen werden aangezet tot concreet rumineren was dat er gezegd werd dat de proefpersonen zich op het gevoel in hun lichaam moesten focussen. Bij abstract rumineren werd bijvoorbeeld gezegd dat de proefpersonen zich moesten focussen op wat ze van binnen voelden. Aangezien van binnen meerdere betekenissen kan hebben, is deze manier van rumineren abstract. Depressieve personen die waren aangezet tot concreet rumineren gaven meer gedetailleerde beschrijvingen van het probleem en bedachten effectievere oplossingen dan de depressieve personen die waren aangezet tot abstract rumineren. Bij de niet depressieve personen hadden beide vormen van rumineren geen invloed op SPS. Naast de inhoud van de gedachtes tijdens rumineren, heeft de manier waarop een depressieve persoon rumineert ook invloed heeft op het vermogen om sociale problemen op te lossen. Een andere interessante bevinding in het onderzoek is dat depressieve patiënten al van zichzelf een abstractere denkstijl hebben dan niet depressieve personen (Watkins & Moulds, 2005). Aangezien een abstracte denkstijl een negatief effect heeft op SPS, kan dit eraan bijdragen dat depressieve personen slechter zijn in SPS dan niet depressieve personen (Goddard et al., 1996). 11

12 Depressieve personen die van zichzelf al veel rumineren blijken dan ook minder goed te zijn in SPS dan depressieve personen die van zichzelf niet veel rumineren (Donaldson & Lam, 2004). In dit onderzoek werd gekeken in welke mate depressieve personen van zichzelf rumineerden. Vervolgens werden de proefpersonen aangezet tot ofwel rumineren, ofwel tot het zoeken van afleiding en moesten ze oplossingen bedenken voor sociale problemen. Depressieve personen die van zichzelf al veel rumineerden vóór de manipulatie, bedachten minder effectieve oplossingen voor sociale problemen dan personen die van zichzelf minder rumineerden. Ook had geïnduceerde ruminatie wederom een negatief effect op SPS bij depressieve personen. Het zoeken van afleiding verbeterde alleen bij depressieve personen die niet veel uit zichzelf rumineerden het vermogen om sociale problemen op te lossen. Bij depressieve personen die veel uit zichzelf rumineerden zorgde het zoeken van afleiding niet voor een verbetering in het vermogen om sociale problemen op te lossen. Dit lijkt erop te wijzen dat depressieve personen die van zichzelf veel rumineren, dit blijven doen wanneer zij afleiding zoeken. Uit de hiervoor besproken onderzoeken is gebleken dat rumineren tijdens een depressie tot gevolg heeft dat de persoon minder goed in staat is effectieve oplossingen te bedenken voor sociale problemen (Watkins & Moulds, 2005; Donaldson & Lam, 2004). Een belangrijke vraag is nu waarom rumineren ervoor zorgt dat iemand hiertoe minder goed in staat is. Aangezien er bij een probleem verschillende stappen zijn om tot een effectieve oplossing te komen, zijn er verschillende manieren waarop rumineren het oplossen van het probleem kan belemmeren. Voorbeelden van dergelijke stappen zijn de interpretatie van het probleem, het bedenken van een oplossing en het uitvoeren van de oplossing. Bij de interpretatie van een probleem kan worden gedacht aan de oorzaak van het probleem, de eigen rol die iemand heeft gespeeld bij het ontstaan ervan en ook hoe goed het probleem op te lossen is. Rumineren tijdens een depressieve stemming blijkt ervoor te zorgen dat de persoon kritisch wordt over zichzelf en zichzelf ook de schuld geeft van het sociale probleem (Lyubomirsky, Tucker, Caldwell & Berg, 1999). In dit onderzoek werden dysforische en niet dysforische proefpersonen 12

13 aangezet tot ofwel rumineren ofwel afleiding, waardoor er vier condities werden gecreëerd. De manipulatie werd uitgevoerd door de proefpersonen hardop hun gedachtes te laten uitspreken over items die betrekking hadden op de stemming of op willekeurige, afleidende onderwerpen. Vervolgens werd de inhoud van deze gedachtes beoordeeld door een jury. Hieruit bleek dat de dysforische personen, die waren aangezet tot rumineren, kritischer waren over zichzelf en zichzelf meer de schuld gaven van problemen dan de personen in de andere drie condities. Ook bleken ze minder zelfvertrouwen te hebben dan de personen in de andere drie condities. Ten slotte hadden dysforische personen die werden aangezet tot rumineren ook minder het gevoel dat ze controle hadden over de problemen dan personen uit de andere drie condities. Dit wijst erop dat rumineren tijdens een depressieve stemming, negatieve gedachtes teweegbrengt over het probleem en de rol die de persoon zelf heeft gespeeld bij het ontstaan ervan. Het is mogelijk dat een gebrek aan zelfvertrouwen en een kritisch oordeel over zichzelf, het oplossen van het probleem in de weg staat. Ook zou een gevoel van gebrek aan controle over het probleem ertoe kunnen leiden dat de persoon het gevoel krijgt het probleem toch niet zelf te kunnen oplossen. Naast een negatief beeld van de oorzaak van een probleem, kan een vertekend beeld van de oorzaak ook leiden tot een verminderd vermogen om het probleem op te lossen. Een vertekend beeld van de oorzaak van het probleem, kan namelijk invloed hebben op de manier waarop wordt geprobeerd het probleem op te lossen. Een voorbeeld van een vertekende interpretatie over de oorzaak van het probleem is dat de persoon denkt dat hij/zij zelf het probleem heeft veroorzaakt, terwijl de werkelijke oorzaak ergens anders ligt. De persoon gaat dan de oplossing bij zichzelf zoeken, wat in dat geval dan niet effectief is. Uit onderzoek blijkt inderdaad dat dysforische personen die zijn aangezet tot rumineren, naast negatieve interpretaties, ook vertekende interpretaties hebben over de oorzaak van problemen (Lyubomirsky & Nolen-Hoeksema, 1995). Zowel dysforische als niet dysforische personen werden aangezet tot rumineren of afleiding door hen items te laten lezen die betrekking hadden op hun stemming of op andere, afleidende onderwerpen. Vervolgens werden hun probleemsituaties voorgelegd en hierbij moesten ze aangeven wat zij dachten dat de oorzaak was 13

14 van de problemen en wat hun gevoel zou zijn wanneer ze in deze situaties zouden zitten. Hieruit bleek dat dysforische personen die waren aangezet tot rumineren, de oorzaak bij zichzelf zouden zoeken en ze trokken conclusies over de oorzaak die ze op basis van de informatie die ze over het probleem hadden niet konden trekken. Een voorbeeld hiervan is dat ze aangaven dat de personen in de beschreven situaties niet goed genoeg hun best hadden gedaan om het probleem te voorkomen, terwijl hier geen informatie over was gegeven. Deze bevindingen wijzen uit dat rumineren bij dysforische personen ervoor zorgt dat er negatieve en vertekende interpretaties worden gevormd over de oorzaak van sociale problemen. Aangezien de oplossing vervolgens wordt gebaseerd op een vertekende interpretatie van de oorzaak, kan rumineren er op deze manier ook aan bijdragen dat het vermogen om sociale problemen op te lossen wordt verminderd. Wanneer er is nagedacht over de oorzaak van het probleem, is de volgende stap het bedenken van een oplossing. Zoals eerder genoemd, bleek dat rumineren bij dysforische personen tot gevolg heeft dat er een verminderd gevoel van controle over het probleem wordt ervaren (Lyubomirsky, Tucker, Caldwell & Berg, 1999). Een verminderd gevoel van controle kan ertoe leiden dat iemand het gevoel heeft dat zijn of haar poging om het probleem op te lossen niets zal veranderen aan de situatie, waardoor de oplossing uiteindelijk niet wordt uitgevoerd. Uit onderzoek is ook gebleken dat iemand die rumineert minder vertrouwen heeft in een oplossing die hij/zij zelf heeft bedacht (Ward, Lyubomirsky, Sousa & Nolen-Hoeksema, 2003). In dit onderzoek werden studenten aangezet tot rumineren of afleiding. Er werd geen onderscheid gemaakt in de stemming van de proefpersonen. Vervolgens werd hun een sociaal probleem voorgelegd waar een oplossing voor moest worden bedacht. Nadat zij een oplossing hadden bedacht, moesten ze aangeven wat ze van hun eigen oplossing vonden. Hieruit bleek dat proefpersonen die waren aangezet tot rumineren, aangaven dat ze meer tijd nodig hadden om de oplossing verder uit te werken, minder tevreden waren met de oplossing en minder vertrouwen hadden in hun oplossing dan de proefpersonen die waren afgeleid. Deze gedachtes over de oplossing zouden depressieve mensen er in het dagelijkse leven mogelijk van kunnen weerhouden de oplossing ook daadwerkelijk uit te voeren wanneer zij de 14

15 keus hadden. Dit zou tot gevolg hebben dat sociale problemen in het dagelijkse leven blijven bestaan. Uit voorgaande onderzoeken is gebleken dat depressieve personen die rumineren, minder goed in staat zijn effectieve oplossingen te bedenken voor sociale problemen (Donaldson & Lam, 2004). Ook de manier waarop iemand rumineert bleek invloed te hebben op SPS (Watkins & Moulds, 2005). Een abstracte denkstijl zorgt ervoor dat iemand niet goed in staat is een effectieve oplossing te bedenken voor sociale problemen. Redenen dat rumineren invloed heeft op SPS zijn dat rumineren voor een negatieve en vertekende interpretatie van de oorzaak van problemen zorgt. Daarnaast zorgt rumineren ervoor dat de persoon minder zelfvertrouwen heeft, onzeker wordt over de bedachte oplossing en het geeft iemand het gevoel geen controle te hebben over het probleem te (Lyubomirsky & Nolen-Hoeksema, 1995; Lyubomirsky, Tucker, Caldwell & Berg, 1999; Ward, Lyubomirsky, Sousa & Nolen-Hoeksema, 2003). Deze factoren samen zorgen ervoor dat rumineren SPS belemmert, waardoor sociale problemen een rol blijven spelen bij depressie. Aangezien rumineren invloed heeft op de duur van een depressie en SPS tijdens depressie, kan een verbetering van rumineren tot gevolg hebben dat zowel SPS als de depressie verbeteren. Het is daarom van belang een goed inzicht te krijgen in de behandelmogelijkheden voor rumineren. Hoe kan Rumineren worden Verminderd? Uit onderzoek naar de invloed van rumineren tijdens een depressie is gebleken dat een depressieve persoon die rumineert een grotere kans heeft dat de depressie in stand wordt gehouden dan een depressieve persoon die minder rumineert (Kuehner & Weber, 1999). Een vermindering van rumineren zou daarom een positief effect kunnen hebben op de duur van een depressie. Ook is gebleken dat depressieve personen die zijn aangezet tot rumineren, slechter zijn in SPS dan depressieve personen die niet rumineren (Watkins & Baracaia, 2002). Dit houdt in dat een vermindering van rumineren kan bijdragen aan een beter vermogen om sociale problemen op te lossen. 15

16 Voordat wordt vastgesteld hoe rumineren kan worden verminderd, is het interessant om een inzicht te krijgen in de stabiliteit van een ruminerende respons is. Als een ruminerende respons niet stabiel is, is de kans groter dat rumineren vanzelf vermindert dan wanneer een ruminerende respons een stabiele eigenschap blijkt te zijn. Uit onderzoek is gebleken dat een ruminerende respons tijdens een depressie stabiel is, maar dat er wel een relatie is tussen een vermindering van rumineren en een verbetering van een depressie (Bagby, Rector, Bacchiochi & McBride, 2004). De steekproef in deze studie bestond uit depressieve patiënten die in behandeling waren voor hun depressie. Depressiviteit en mate van rumineren werden aan het begin van de behandeling en het eind van de behandeling gemeten. Op basis van de scores op de depressiviteitsmetingen werden de proefpersonen in twee condities ingedeeld. In de remissie conditie kwamen personen die aan het eind van de behandeling niet meer voldeden aan de diagnose depressie. In de depressieve conditie kwamen personen die aan het eind van de behandeling nog steeds voldeden aan de diagnose depressie. De resultaten wezen uit dat de mate van rumineren bij personen in de depressieve conditie hetzelfde was op de twee meetmomenten. De mate van rumineren bij de personen in remissie conditie was op het tweede meetmoment verminderd ten opzichte van het eerste meetmoment. Tijdens een depressie is een ruminerende respons dus stabiel, maar wanneer iemand van een depressie is hersteld, is de ruminerende respons minder dan tijdens een depressie. Aangezien een ruminerende respons bij depressieve personen wel stabiel is, is het van belang dat depressieve personen worden geholpen om van rumineren af te komen. Een therapievorm die hier op focust is op rumineren gefocuste cognitieve gedragstherapie (RFCBT). Bij deze therapievorm wordt rumineren als een vorm van vermijding gezien (Watkins, Scott, Wingrove et al., 2007). De eerste stap in deze therapie is de persoon zich laten realiseren dat de manier van rumineren over een negatieve stemming nuttig of onnutig kan zijn (Watkins & Baracaia, 2002). Vervolgens wordt aan de persoon uitgelegd dat er een alternatieve denkstijl is die een positiever effect heeft op de stemming en doormiddel van coaching en oefenen wordt de persoon geholpen om deze alternatieve denkstijl te gebruiken (Watkins, Scott, Wingrove et al., 2007). Deze therapievorm 16

17 behaalt goede resultaten voor het verminderen van rumineren en depressieve symptomen (Watkins, Scott, Wingrove et al., 2007). In dit onderzoek werd deze therapie toegepast bij personen die waren hersteld van een depressie, maar nog wel last hadden van residuele symptomen. De resultaten wezen uit dat RFCBT voor zowel een vermindering in rumineren als een vermindering van residuele symptomen zorgde. Iemand zich ervan bewust maken dat zijn of haar responses disfunctioneel zijn en alternatieven bieden is dus een goede manier om rumineren en daarbij ook residuele symptomen van depressie te verminderen. Een andere mogelijkheid is ruminerende personen te helpen accepteren dat zij negatieve gedachtes hebben en hen te laten beseffen dat deze gedachtes tijdelijk zijn (Segal et al., 2002). Mindfulness biedt dit alternatief. Mindfulness houdt in dat iemand aandacht heeft voor het huidige moment met een gevoel van acceptatie van de gedachtes. Het helpt iemand om in plaats van te rumineren over negatieve gedachtes, deze gedachtes te accepteren en zich bezig te houden met het huidige moment en niet met gebeurtenissen uit het verleden (Segal et al., 2002). Mindfulness is ook effectief gebleken voor het verminderen van rumineren (Hilt & Pollak, 2012). Dit is aangetoond door de effectiviteit van mindfulness, afleiding en een probleemoplossende interventie te onderzoeken. Een probleemoplossende interventie houdt in dat iemand wordt geholpen om effectieve strategieën te bedenken om de stemming te verbeteren en deze vervolgens ook uit te voeren (Hilt & Pollak, 2012). Er werd gebruik gemaakt van een klinische steekproef. De proefpersonen werden in een negatieve stemming gebracht en vervolgens werden zij aangezet tot rumineren of afleiding. Hierop volgend werden gedurende 8 minuten de drie interventies toegepast. Mindfulness en afleiding zorgden voor een afname van rumineren, maar de probleemoplossende interventie niet. Deze bevinding is in strijd met ander onderzoek, waarin probleemoplossende therapie wel voor een vermindering in rumineren zorgde (Schmaling, Dimidjian, Katon & Sullivan, 2002). Bij depressieve personen werd het effect van probleemoplossende therapie, paroxetine en een placebo op rumineren onderzocht. Voordat de interventies werden toegepast werd gekeken in welke mate 17

18 de proefpersonen rumineerden. Vervolgens werden de drie interventies wekelijks gedurende 11 weken toegepast. De resultaten wezen uit dat rumineren bij alle drie de interventies verminderde. In alle drie de condities verminderde ook depressie, maar de grootste vermindering in depressie werd gevonden bij de probleemoplossende therapie. Ondanks de negatieve invloed die rumineren heeft op het verloop van een depressie en op SPS tijdens een depressie, is gebleken dat er behandelmogelijkheden zijn waarmee rumineren effectief kan worden verminderd. Aangezien rumineren een stabiele respons is gedurende een depressie, is het van belang dat depressieve personen met behulp van dergelijke behandelingen worden geholpen om van rumineren af te komen (Bagby, Rector, Bacchiochi & McBride, 2004). Conclusie en Discussie In dit literatuuroverzicht is aangetoond dat rumineren een negatieve invloed heeft op de duur van een depressieve stemming (Nolen-Hoeksema & Morrow, 1991). De bevindingen over de invloed van rumineren op de duur van een depressie waren echter gemengd, aangezien in één onderzoek geen associatie werd gevonden tussen rumineren en depressie op een later tijdstip, maar in een ander onderzoek wel (Nolen-Hoeksema, 2000; Kuehner & Weber, 1999). Vervolgens is gebleken dat rumineren het oplossen van sociale problemen belemmert (Watkins & Baracaia, 2002). Door de negatieve invloed van rumineren tijdens een depressie, is het van belang dat depressieve personen worden geholpen om van het rumineren af te komen. Mindfulness, RFCBT en afleiding zijn goede manieren om dit te bewerkstelligen (Watkins, Scott, Wingrove et al., 2007; Hilt & Pollak, 2012). Onderzoek naar de effectiviteit van interventies van probleemoplossende interventies, waarbij wordt gefocust op het effectief aanpakken van problemen, lieten gemengde resultaten zien (Hilt & Pollak, 2012; Schmaling, Dimidjian, Katon & Sullivan, 2002). Deze gemengde resultaten over de effectiviteit van probleemoplossende interventies zijn opvallend, aangezien probleemoplossende interventies in één onderzoek niet alleen zorgde voor een vermindering van rumineren, maar ook voor een vermindering van de depressie (Schmaling, 18

19 Dimidjian, Katon & Sullivan, 2002). Wanneer alleen deze resultaten in beschouwing worden genomen, wordt de indruk gewekt dat probleemoplossende therapie een zeer goede methode is om zowel van rumineren als een depressie af te komen. Het is daarom opmerkelijk dat er in ander onderzoek geen effect wordt gevonden van een probleemoplossende interventie op rumineren (Hilt & Pollak, 2012). Een mogelijke verklaring voor de verschillende bevindingen is het verschil in de duur dat de interventies werden toegepast. In het onderzoek waar geen effect werd gevonden, werd de probleemoplossende interventie gedurende 8 minuten toegepast en in het onderzoek waar wel effect werd gevonden, werd de interventie wekelijks gedurende elf weken toegepast. Het is daarom mogelijk dat probleemoplossende therapie alleen effectief is wanneer het gedurende langere tijd wordt toegepast. De conclusie dat probleemoplossende therapie niet effectief is voor het verminderen van rumineren zou daarom voorbarig kunnen zijn (Hilt & Pollak, 2012). Een suggestie voor vervolgonderzoek is daarom om de effectiviteit van probleemoplossende therapie verder te onderzoeken, waarbij de duur van de interventies kan worden gevarieerd. Op deze manier wordt een inzicht verkregen in de duur die nodig is om een effect te zien van probleemoplossende interventies voor de vermindering van rumineren. Een interventie die zowel de stemming verbetert als rumineren vermindert, is afleiding (Hilt & Pollak, 2010; Nolen-Hoeksema & Morrow, 1993; Morrow & Nolen-Hoeksema, 1990). Er is gebleken dat er onderscheid kan worden gemaakt tussen actieve en passieve afleiding en dat actieve afleiding een sterker positief effect heeft op de stemming dan passieve afleiding (Morrow & Nolen-Hoeksema, 1990). Naast dit sterkere positieve effect, is actieve afleiding wellicht ook makkelijker toe te passen in het dagelijks leven. Bij passieve afleiding lazen de proefpersonen items met onderwerpen waarover zij vervolgens moesten nadenken (Morrow & Nolen-Hoeksema, 1990). Wanneer dit in het dagelijkse leven moet worden toegepast, zou de depressieve persoon zelf onderwerpen moeten bedenken waar over hij of zij over kan denken om zich af te leiden van de gedachtes over de stemming. Daarnaast blijft de depressieve persoon zich nog erg focussen op de inhoud van zijn gedachtes. Een betere manier is daarom wellicht om een vorm van afleiding te zoeken waarbij niet wordt gefocust 19

20 op de inhoud van gedachtes, maar waarbij de gedachtes worden afgeleid van de stemming door aan een activiteit deel te nemen. Hierbij kan worden gedacht aan sporten of een spel spelen. Naast het feit dat actieve afleiding een sterker effect heeft laten zien voor de vermindering van rumineren, zou deze vorm van afleiding wellicht ook makkelijker toepasbaar in het dagelijkse leven dan passieve afleiding (Morrow & Nolen-Hoeksema, 1990). Een suggestie voor vervolgonderzoek is daarom om naast de effectiviteit van actieve en passieve afleiding voor het verbeteren van de stemming, ook te kijken naar het gemak waarmee beide vormen kunnen worden toegepast in het dagelijkse leven. In de besproken onderzoeken is niet direct de invloed onderzocht van een vermindering van rumineren op SPS tijdens een depressie. Er is echter wel aangetoond dat depressieve personen die rumineerden, slechter waren in SPS dan depressieve die niet rumineerden (Donaldson & Lam, 2004). Hierdoor is het wel aannemelijk dat een afname in rumineren ook een positieve invloed heeft op SPS. Ook is wel gebleken dat een afname in rumineren geassocieerd is met een verbetering van de depressie. Aangezien depressie geassocieerd is met een verminderd SPS, zou de afname in depressie ook kunnen leiden tot een verbetering in SPS (Kuhl, 1987). Om deze veronderstellingen te verifiëren is echter onderzoek nodig waarbij direct wordt gekeken naar de invloed van een afname van rumineren op SPS. Naast deze suggesties voor vervolgonderzoek is in dit literatuuroverzicht duidelijk geworden dat rumineren een belangrijke invloed heeft op de duur van een depressieve stemming en het vermogen om sociale problemen op te lossen tijdens een depressie. Het is daarom van belang dat er aandacht blijft voor verder onderzoek naar rumineren en manieren waarop rumineren effectief kan worden verminderd. Mindfulness, RFCBT en afleiding zijn effectieve manieren gebleken om rumineren te verminderen. Dit inzicht draagt eraan bij dat er effectieve behandelplannen kunnen worden opgesteld waarmee depressies kunnen worden behandeld en de kans op terugval na herstel van een depressie kan worden verkleind. 20

21 Literatuur American Psychiatric Association. (2000). Diagnostic and statistical manual of mental disorders (4th ed., text rev.). Washington, DC: Author. Bagby, R. M., Rector, N. A., Bacchiochi, J. R. & McBride, C. (2004). The Stability of the Response Styles Questionnaire Rumination Scale in a Sample of Patients With Major Depression. Cognitive Therapy and Research, 28, 4, Donaldson, C. & Lam, D. (2004). Rumination, mood and social problem-solving in major depression. Psychological Medicine, 34, Goddard, L., Dritschel, B., & Burton, A. (1996). Role of autobiographical memory in social problem solving and depression. Journal of Abnormal Psychology, 105, Heppner, P. P., Baumgardner, A., & Jackson, J. (1985). Problem-solving self-appraisal, depression, and attributional style: Are they related? Cognitive Therapy and Research, 9, Hilt, L. M. & Pollak, S. D. (2012). Getting Out of Rumination: Comparison of Three Brief Interventions in a Sample of Youth. Journal of Abnormal Child Psychology, 40, Judd, L.L., The clinical course of unipolar depressive disorders. Archives of General Psychiatry 54, Kuehner, C. & Weber, I. (1999). Responses to depression in unipolar depressed patients: an investigation of Nolen-Hoeksema's response styles theory. Psychological Medicine, 29, Lyubomirsky, S. & Nolen-Hoeksema, S. (1995). Effects of Self-Focused Rumination on Negative Thinking and Interpersonal Problem Solving. Journal of Personality and Social Psychology, 1, Lyubomirsky, S., Tucker, K. L., Caldwell, N. D. & Berg, K. (1999). Why Ruminators Are Poor Problem Solvers: Clues From the Phenomenology of Dysphoric Rumination. Journal of Personality and Social Psychology, 77, 5,

22 Morrow, J. & Nolen-Hoeksema, S. (1990). Effects of Responses to Depression on the Remediation of Depressive Affect. Journal of Personality and Social Psychology, 3, Nezu, A. M. (1987). A problem-solving formulation of depression: A literature review and proposal of a pluralistic model. Clinical Psychology Review, 7, Nolen-Hoeksema, S. (1987). Sex differences in unipolar depression: evidence and theory. Psychological Bulletin, 101, Nolen-Hoeksema, S. (2000). The Role of Rumination in Depressive Disorders and Mixed Anxiety/Depressive Symptoms. Journal of Abnormal Psychology, 109, 3, Nolen-Hoekscma, S., & Morrow, J. (1991). A prospective study of depression and distress following a natural disaster: The 1989 Loma Prieta earthquake. Journal of Personality and Social Psychology, 61, Nolen-Hoeksema, S. & Morrow, J. (1993). Effects of Rumination and Distraction on Naturally Occurring Depressed Mood. Cognition and Emotion, 7, 6, Segal, Z. V., Williams, J. G., & Teasdale, J. D. (2002). Review of Mindfulness-based Cognitive Therapy for Depression. Journal of Psychiatry & Law, 30, Schmaling, K. B., Dimidjian, S., Katon, W. & Sullivan, M. (2002). Response Styles Among Patiens With Minor Depression and Dysthymia in Primary Care. Journal of Abnormal Psychology, 111, 2, Solomon, D.A., Keller, M.B., Leon, A.C., Mueller et al., (2000). Multiple recurrences of major depressive disorder. American Journal of Psychiatry, 157, Ward, A., Lyubomirsky, S. & Sousa, L., Nolen-Hoeksema, S. (2003). Can t Quite Commit: Rumination and Uncertainty. Personality and Social Psychology Bulletin, 29, Watkins, E. & Baracaia, S. (2002). Rumination and social problem-solving in depression. Behaviour Research and Therapy, 40, Watkins, E., Moulds, M. (2005). Distinct Modes of Ruminative Self-Focus: Impact of Abstract Versus Concrete Rumination on Problem Solving in Depression. Emotion, 5, 3,

23 Watkins, E., Scott, J., Wingrove, J. et al. (2007). Rumination focused cognitive behaviour therapy for residual depression: A case series. Behaviour Research Therapy, 45,

24 Onderzoeksvoorstel Welke Manier van Afleiding is het Beste Alternatief voor Rumineren tijdens een Depressieve Stemming? 24

25 Korte samenvatting Uit eerder onderzoek is gebleken dat afleiding, in tegenstelling tot rumineren, een positief effect heeft op een depressieve stemming. Afleiding kan zowel passief als actief zijn. Als iemand zelf bezig is om zich af te leiden, is er sprake van actieve afleiding. Als de persoon door iets of iemand anders wordt afgeleid, is er sprake van passieve afleiding. In eerder onderzoek zijn beide vormen van afleiding effectief gebleken voor het verbeteren van een depressieve stemming. Een suggestie voor vervolgonderzoek is om naast het effect van rumineren, passieve en actieve afleiding op de stemming te onderzoeken, ook te kijken naar het gemak waarmee deze drie responsen kunnen worden toegepast in het dagelijks leven. Dergelijk onderzoek kan uitwijzen welke vorm van afleiding het beste alternatief is voor rumineren en deze kennis kan worden verwerkt in behandelingen waarbij rumineren wordt verminderd. Afleiden van de onderzoeksvraagstelling De manier waarop iemand reageert op een negatieve stemming heeft invloed op het verloop van deze stemming (Nolen-Hoeksema, 1987). Rumineren is één manier waarop kan worden gereageerd op een negatieve stemming. Wanneer iemand rumineert, houdt dit in dat de gedachtes worden gefocust op de oorzaken en implicaties van gevoelens of problemen (Nolen-Hoeksema, 1987). Uit eerder onderzoek is gebleken dat rumineren bijdraagt aan het ontstaan en in stand houden van een depressieve stemming (Nolen-Hoeksema & Morrow, 1991; Nolen-Hoeksema & Morrow, 1993). Afleiding wordt gezien als het tegenovergestelde van rumineren en dit draagt bij aan een verbetering van de stemming (Nolen-Hoeksema & Morrow, 1993). In eerder onderzoek naar het effect van afleiding op stemming, is gebruik gemaakt van passieve afleiding (Nolen-Hoeksema & Morrow, 1993; Lyubomirsky & Nolen-Hoeksema, 1995; Lyubomirsky, Tucker, Caldwell & Berg, 1999; Hilt & Pollak, 2012). De proefpersonen kregen de opdracht zich gedurende 8 minuten te focussen op onderwerpen die geen betrekking hebben op de huidige stemming. Deze onderwerpen bedenken zij niet zelf, maar worden gegeven door de proefleiders. Een voorbeeld hiervan is denk aan het glimmende oppervlak van een trompet (Nolen- 25

26 Hoeksema en Lyubomirsky, 1993). Deze manier van afleiden bleek een positief effect te hebben op de stemming (Nolen-Hoeksema & Morrow, 1993; Lyubomirsky & Nolen-Hoeksema, 1995; Lyubomirsky, Tucker, Caldwell & Berg, 1999; Hilt & Pollak, 2012). Naast passieve afleiding, is ook gebleken dat actieve afleiding, zoals hardlopen of het spelen van een spel, voor een verbetering van de stemming zorgt (Bahrke & Morgan, 1987; Donaldson & Lam, 2004). Verschillende vormen van afleiding kunnen dus worden gebruikt om een depressieve stemming te verbeteren en zijn daarom dus ook een goed alternatief voor rumineren. Uit eerder onderzoek is echter gebleken dat een ruminerende respons op een negatieve stemming een stabiele eigenschap is tijdens een depressie, waardoor het rumineren niet vanzelf zal verminderen (Bagby, Rector, Bacchiochi & McBride, 2004). Het is daarom van belang dat personen die van zichzelf een ruminerende respons hebben op een depressieve stemming, worden geholpen om een respons aan te leren die een positiever effect heeft op de stemming. Hoewel zowel passieve als actieve afleiding een positief effect hebben op de stemming, is passieve afleiding wellicht moeilijker toe te passen in het dagelijkse leven. In de onderzoeken waarbij passieve afleiding is toegepast, krijgt de persoon namelijk van de proefleider onderwerpen waar over kan worden nagedacht. In het dagelijkse leven gebeurt dit niet en zou de persoon zelf onderwerpen moeten bedenken om zich af te leiden. Actieve afleiding daarentegen, zou wellicht makkelijker toe te passen zijn, doordat iemand zelf iets kan gaan doen om zich af te leiden, zoals sporten of een spel spelen. Een suggestie voor vervolgonderzoek is daarom om naast het effect van rumineren, passieve afleiding en actieve afleiding op een depressieve stemming, ook te kijken naar het gemak waarmee deze drie responses kunnen worden toegepast in het dagelijkse leven. Omdat het effect van rumineren tijdens een depressieve stemming verschilt van het effect bij een neutrale stemming, is het van belang dat de proefpersonen eerst somber worden gemaakt (Watkins & Baracaia, 2002). Vervolgens kan het effect van rumineren, passieve en actieve afleiding op de depressieve stemming worden onderzocht. Om niet alleen het effect van verschillende responses op een depressieve 26

27 stemming te onderzoeken, maar ook de toepasbaarheid van de responses in het dagelijkse leven, draagt bij aan het vinden van een zo goed mogelijk alternatief voor rumineren. Deze kennis kan worden verwerkt in behandelingen waarbij rumineren wordt verminderd. Onderzoeksmethode Proefpersonen De steekproef bestaat uit 60 eerstejaars psychologiestudenten. Design Manipulatie: Bij alle proefpersonen wordt eerst een stemmingsinductie toegepast om de proefpersonen somber te maken. Dit wordt gedaan door bij de proefpersonen een test af te nemen waarbij wordt gezegd dat deze test een goed beeld geeft van de intelligentie van de persoon en dat het belangrijk is voor het onderzoek dat de persoon zijn best doet op de test. Het is een korte test die bestaat uit rekensommen, taaloefeningen en oefeningen die betrekking hebben op ruimtelijk inzicht. In werkelijkheid zal deze test niet worden nagekeken, maar wordt tegen iedere persoon gezegd dat hij/zij slecht heeft gepresteerd en dat dit invloed zou kunnen hebben op de rest van het onderzoek. Onafhankelijke variabele: De respons op een depressieve stemming. Er zijn drie condities: Een ruminatieconditie. In deze conditie worden de proefpersonen direct volgend op de stemmingsinductie gedurende 8 minuten aangezet tot rumineren over de stemming door hen zinnen te laten lezen als denk aan de mogelijke consequenties van je stemming op dit moment. Een passieve afleidingsconditie. In deze conditie worden de proefpersonen gedurende 8 minuten afgeleid door hen zinnen te laten lezen als denk aan het glanzende oppervlak van een trompet. Een actieve afleidingsconditie. In deze conditie wordt de proefpersonen gevraagd gedurende 8 minuten woordzoekers te doen. Hierbij moeten de proefpersonen woorden vinden die verborgen zijn in een vierkant met letters. Deze woorden hebben betrekking op dezelfde onderwerpen als in de passieve afleidingsconditie. Een voorbeeld is trompet. 27

Het effect van de verschillende vormen van zelffocus op depressieve stemming en het vermogen om sociale problemen op te lossen

Het effect van de verschillende vormen van zelffocus op depressieve stemming en het vermogen om sociale problemen op te lossen Het effect van de verschillende vormen van zelffocus op depressieve stemming en het vermogen om sociale problemen op te lossen Naam: Aukje den Blanken Studentnummer: 5870259 Vak: Bachelorthese Product:

Nadere informatie

Mindfulness - de 8-weekse training in vogelvlucht

Mindfulness - de 8-weekse training in vogelvlucht Mindfulness - de 8-weekse training in vogelvlucht Flip Kolthoff, psychiater Radboud Universitair Centrum voor Mindfulness, GGZ Noord-Holland-Noord Flip Kolthoff, VUmc, 20-01-2012 1 Inleiding Flip Kolthoff,

Nadere informatie

Bijlagen J. Wiersma et al., Neem de regie over je depressie, DOI / , 2015 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media

Bijlagen J. Wiersma et al., Neem de regie over je depressie, DOI / , 2015 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media Bijlagen J. Wiersma et al., Neem de regie over je depressie, DOI 10.1007/978-90-368-1003-6, 2015 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media 50 neem de regie over je depressie Bijlage 1 Beloopstabel

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve

Nadere informatie

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher. Bedankt voor het downloaden van dit artikel. De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding)

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Heeft positieve affectregulatie invloed op emotionele problemen na ingrijpende gebeurtenissen?

Heeft positieve affectregulatie invloed op emotionele problemen na ingrijpende gebeurtenissen? Heeft positieve affectregulatie invloed op emotionele problemen na ingrijpende gebeurtenissen? Lonneke I.M. Lenferink Rijksuniversiteit Groningen, Universiteit Utrecht Paul A. Boelen Universiteit Utrecht,

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1: INLEIDING

HOOFDSTUK 1: INLEIDING 168 Samenvatting 169 HOOFDSTUK 1: INLEIDING Bij circa 13.5% van de ouderen komen depressieve klachten voor. Met de term depressieve klachten worden klachten bedoeld die klinisch relevant zijn, maar niet

Nadere informatie

Train uw Brein: Cognitieve Training als een behandeling voor depressie. Marie-Anne Vanderhasselt

Train uw Brein: Cognitieve Training als een behandeling voor depressie. Marie-Anne Vanderhasselt Train uw Brein: Cognitieve Training als een behandeling voor depressie Marie-Anne Vanderhasselt Vanderhasselt, M.A., De Raedt, R., Namur, V., Lotufo, P.A., Bensenor, Vanderhasselt, M.A., De Raedt, R.,

Nadere informatie

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104 Samenvatting 103 De bipolaire stoornis, ook wel manisch depressieve stoornis genoemd, is gekenmerkt door extreme stemmingswisselingen, waarbij recidiverende episoden van depressie, manie en hypomanie,

Nadere informatie

Gedragsmatige activatie en antidepressiva voor (ernstige) depressie: een behandelstudie uit Iran

Gedragsmatige activatie en antidepressiva voor (ernstige) depressie: een behandelstudie uit Iran Gedragsmatige activatie en antidepressiva voor (ernstige) depressie: een behandelstudie uit Iran Marcus Huibers, Latif Moradveisi, Fritz Renner, Modabber Arasteh & Arnoud Arntz Department of Clinical Psychological

Nadere informatie

Rumineren na de dood van een dierbare: vermijding of confrontatie?

Rumineren na de dood van een dierbare: vermijding of confrontatie? Rumineren na de dood van een dierbare: vermijding of confrontatie? Maarten Eisma, Henk Schut, Margaret Stroebe, Wolfgang Stroebe, Jan van den Bout en Paul Boelen Hoofdlijnen Achtergrond project Centrale

Nadere informatie

Mindfulness binnen de (psycho) oncologie. Else Bisseling, 16 mei 2014

Mindfulness binnen de (psycho) oncologie. Else Bisseling, 16 mei 2014 Mindfulness binnen de (psycho) oncologie Else Bisseling, 16 mei 2014 (Online) Mindfulness-Based Cognitieve Therapie voor kankerpatiënten. (Cost)effectiveness of Mindfulness-Based Cognitive Therapy (MBCT)

Nadere informatie

Samenvatting (summary in Dutch)

Samenvatting (summary in Dutch) Samenvatting (summary in Dutch) 149 Samenvatting (summary in Dutch) Één van de meest voorkomende en slopende ziektes is depressie. De impact op het dagelijks functioneren en op de samenleving is enorm,

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Titel: Cognitieve Kwetsbaarheid voor Depressie: Genetische en Omgevingsinvloeden Het onderwerp van dit proefschrift is cognitieve kwetsbaarheid voor depressie en de wisselwerking

Nadere informatie

Korte bijdrage Het belang van subklinische depressies

Korte bijdrage Het belang van subklinische depressies Korte bijdrage Het belang van subklinische depressies door P. Cuijpers Samenvatting Subklinische depressies zijn depressieve beelden waarbij sprake is van depressieve klachten zonder dat voldaan is aan

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 179 In dit proefschrift werden de resultaten beschreven van studies die zijn verricht bij volwassen vrouwen met symptomen van bekkenbodem dysfunctie. Deze symptomen komen frequent voor en kunnen de kwaliteit

Nadere informatie

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten? De Modererende rol van Persoonlijkheid op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten 1 Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve

Nadere informatie

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic

Nadere informatie

19/02/2013. Marije aan het Rot. Rijksuniversiteit Groningen Afd. Klinische Psychologie

19/02/2013. Marije aan het Rot. Rijksuniversiteit Groningen Afd. Klinische Psychologie Rijksuniversiteit Groningen Afd. Klinische Psychologie Marije aan het Rot www.bluesclues.nl Angstig Blij Gefrustreerd Tevreden Boos Verdrietig Angstig Blij Gefrustreerd Tevreden Boos Verdrietig Hoe voelde

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131 chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 132 Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 133 Zaadbalkanker wordt voornamelijk bij jonge mannen vastgesteld

Nadere informatie

Denkstijl, Responsstijl en Comorbiditeit bij. Jongeren met Externaliserende Problematiek in. Residentiële Behandelcentra

Denkstijl, Responsstijl en Comorbiditeit bij. Jongeren met Externaliserende Problematiek in. Residentiële Behandelcentra DENKSTIJL, RESPONSSTIJL EN COMORBIDITEIT BIJ JONGEREN 1 Denkstijl, Responsstijl en Comorbiditeit bij Jongeren met Externaliserende Problematiek in Residentiële Behandelcentra Thinking Style, Response Style

Nadere informatie

Engelse Verpleegster Gebruikt HeartMath met Multiple Sclerose patiënten

Engelse Verpleegster Gebruikt HeartMath met Multiple Sclerose patiënten Engelse Verpleegster Gebruikt HeartMath met Multiple Sclerose patiënten Een verpleegkundige in Engeland die is gespecialiseerd in patiënten met multiple sclerose / MS voerde een informele studie uit waarbij

Nadere informatie

(SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1

(SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 (SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 Psychologische Inflexibiliteit bij Kinderen: Invloed op de Relatie tussen en de Samenhang met Gepest worden en (Sociale) Angst Psychological

Nadere informatie

Schema therapie voor chronische depressie

Schema therapie voor chronische depressie Schema therapie voor chronische depressie Fritz Renner, Arnoud Arntz, Jill Lobbestael, Frenk Peeters, Marcus Huibers VGCt najaarscongres 2012 Chronische depressie Vergeleken met episodische depressie Sterkere

Nadere informatie

Depressie bij ouderen Herstel als voorwaarde voor rehabilitatie?

Depressie bij ouderen Herstel als voorwaarde voor rehabilitatie? Depressie bij ouderen Herstel als voorwaarde voor rehabilitatie? Rob Kok, psychiater, epidemioloog Parnassia Bavo Groep Den Haag Waarom rehabilitatie? Eerherstel van wie? Over welke ouderen hebben we het

Nadere informatie

Psychologische behandeling van bipolaire patiënten. Dinsdag 17 januari 2017 Dr. Manja Koenders PsyQ Rotterdam/Universiteit Leiden

Psychologische behandeling van bipolaire patiënten. Dinsdag 17 januari 2017 Dr. Manja Koenders PsyQ Rotterdam/Universiteit Leiden Psychologische behandeling van bipolaire patiënten Dinsdag 17 januari 2017 Dr. Manja Koenders PsyQ Rotterdam/Universiteit Leiden Omgaan met stessoren (1) Stressgevoeligheid Stress Generation theory The

Nadere informatie

Citation for published version (APA): Verbakel, N. J. (2007). Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma.

Citation for published version (APA): Verbakel, N. J. (2007). Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma. University of Groningen Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma. Verbakel, N. J. IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING 143. Nederlandse samenvatting

NEDERLANDSE SAMENVATTING 143. Nederlandse samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING 143 Nederlandse samenvatting 144 NEDERLANDSE SAMENVATTING De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) stelt dat psychische gezondheid een staat van welzijn is waarin een individu zich

Nadere informatie

Iedereen is anders: de invloed van persoonlijke factoren na hersenletsel Caroline van Heugten

Iedereen is anders: de invloed van persoonlijke factoren na hersenletsel Caroline van Heugten Iedereen is anders: de invloed van persoonlijke factoren na hersenletsel Caroline van Heugten Geprikkeld brein 19 okt. 2016, Swalmen Dept P&N, MHeNS, FHML Dept NP&PP, FPN Kent u haar? Kent u haar? Marlou

Nadere informatie

Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij

Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij Een vergelijking van een depressieve en een niet-depressieve groep met Experience-Sampling-Method

Nadere informatie

Stress, depressie en cognitie gedurende de levensloop

Stress, depressie en cognitie gedurende de levensloop SAMENVATTING Stress, depressie en cognitie gedurende de levensloop Inleiding Cognitief functioneren omvat verschillende processen zoals informatieverwerkingssnelheid, geheugen en executief functioneren,

Nadere informatie

Cognitieve Gedragstherapie en Mindfulness Based Stress Reduction Therapie voor Angst en Depressie klachten bij volwassenen met

Cognitieve Gedragstherapie en Mindfulness Based Stress Reduction Therapie voor Angst en Depressie klachten bij volwassenen met Cognitieve Gedragstherapie en Mindfulness Based Stress Reduction Therapie voor Angst en Depressie klachten bij volwassenen met Autismespectrumstoornissen: ADASS Achtergrond ADASS Veelvuldig voorkomen van

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/43602 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Fenema, E.M. van Title: Treatment quality in times of ROM Issue Date: 2016-09-15

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een Vaste Relatie The Association between Daily Stress, Emotional Intimacy and Affect with Partners in a Commited

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

Therapeutische waarde van specifieke persoonlijke herinneringen. Prof. dr. Filip Raes KU Leuven

Therapeutische waarde van specifieke persoonlijke herinneringen. Prof. dr. Filip Raes KU Leuven Therapeutische waarde van specifieke persoonlijke herinneringen Prof. dr. Filip Raes KU Leuven Antwerpen Het verhaal, met en zonder woorden 17.03.2017 waarover zal ik het hebben? belang van specifieke

Nadere informatie

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid Kees van den Bos De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid In deze bijdrage wordt sociaal-psychologisch onderzoek naar sociale rechtvaardigheid besproken. Sociaal-psychologen

Nadere informatie

Rumineren bij depressie, of: hoe stilstaan bij depressie eigenlijk achteruitgaan is

Rumineren bij depressie, of: hoe stilstaan bij depressie eigenlijk achteruitgaan is Rumineren bij depressie, of: hoe stilstaan bij depressie eigenlijk achteruitgaan is Filip Raes 1, Dirk Hermans 2 en Paul Eelen 2 samenvatting Rumineren heeft een negatieve invloed op een depressieve gemoedstoestand.

Nadere informatie

Mindfulness bij somatoforme stoornissen. Hiske van Ravesteijn psychiater i.o.

Mindfulness bij somatoforme stoornissen. Hiske van Ravesteijn psychiater i.o. Mindfulness bij somatoforme stoornissen Hiske van Ravesteijn psychiater i.o. Mindfulness-based cognitieve therapie (MBCT) bij somatoforme stoornissen Onverklaarde lichamelijke klachten 20% Persisterende

Nadere informatie

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Hoewel kinderen die leren praten geen moeite lijken te doen om de regels van hun moedertaal

Nadere informatie

The Systematic Activation Method: a Nursing Intervention study for patients with Late Life Depression.

The Systematic Activation Method: a Nursing Intervention study for patients with Late Life Depression. The Systematic Activation Method: a Nursing Intervention study for patients with Late Life Depression. Samenvatting De prevalentie van een ernstige depressie op latere leeftijd varieert tussen de 1 en

Nadere informatie

Verborgen littekens in recidiverende depressie?

Verborgen littekens in recidiverende depressie? 1 Verborgen littekens in recidiverende depressie? Hermien Elgersma, Onderzoeker, klinisch psycholoog BIG/ supervisor VGCT Contact: h.j.elgersma@rug.nl Gebaseerd op: Elgersma, H.J., Glashouwer, K.A., Bockting,

Nadere informatie

Opnameinbloemlezingenenreadersmoedigenwijaan, maarwelgraageerstevenoverleggen. Alerechtenvandeartikelenliggenbij destichtingcognitieenpsychose.

Opnameinbloemlezingenenreadersmoedigenwijaan, maarwelgraageerstevenoverleggen. Alerechtenvandeartikelenliggenbij destichtingcognitieenpsychose. Ukunternatuurlijkuitciteren,graagzelfs,maardanwel metbronvermelding.u magditartikelookruimhartig verspreidenmitshetnietvoorcommerciëledoeleindenis. Indiegevalen pasnaonzeschriftelijketoestemming. Opnameinbloemlezingenenreadersmoedigenwijaan,

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nicotine en alcohol kunnen de placenta passeren en zo het risico op nadelige uitkomsten voor het ongeboren kind verhogen. Stoppen met roken en alcoholgebruik tijdens de zwangerschap lijkt vanzelfsprekend,

Nadere informatie

Nederlandse verkorte weergave: Verborgen littekens in recidiverende depressies?

Nederlandse verkorte weergave: Verborgen littekens in recidiverende depressies? Oorspronkelijk artikel: Elgersma, H. J., Glashouwer, K.A., Bockting, C.L.H., Penninx, B.W.J.H.Penninx, de Jong, P.J. (2013). Hidden scars in depression? Implicit and explicit self-associations following

Nadere informatie

Belangrijkste bevindingen

Belangrijkste bevindingen Samenvatting Het heeft lang geduurd voordat we Freud s erfenis, namelijk dat ouderen de mentale plasticiteit ontbeerden om te kunnen veranderen of te kunnen profiteren van psychotherapie van ons hebben

Nadere informatie

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting Perseverative cognition: The impact of worry on health Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Perseveratieve cognitie: de invloed van piekeren op gezondheid Iedereen maakt zich wel eens zorgen.

Nadere informatie

Mindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs

Mindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs Mindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs Door: Joshi Verschuren, Universiteit Utrecht Vele basisscholen besteden tegenwoordig aandacht aan de mindset van

Nadere informatie

Screening en behandeling van psychische problemen via internet. Viola Spek Universiteit van Tilburg

Screening en behandeling van psychische problemen via internet. Viola Spek Universiteit van Tilburg Screening en behandeling van psychische problemen via internet Viola Spek Universiteit van Tilburg Screening en behandeling van psychische problemen via internet Online screening Online behandeling - Effectiviteit

Nadere informatie

Is het depressie? Dr. M. Zuidersma, UMCG of is het een onderliggend neurodegeneratief beeld? Maar is dit wel zo? Disclosure belangen spreker

Is het depressie? Dr. M. Zuidersma, UMCG of is het een onderliggend neurodegeneratief beeld? Maar is dit wel zo? Disclosure belangen spreker Disclosure belangen spreker Is het depressie? of is het een onderliggend neurodegeneratief beeld? Marij Zuidersma Interdisciplinary Center Psychopathology and Emotion regulation (ICPE) 7 mei 2019 (potentiële)

Nadere informatie

PSYCHIATRIE & PSYCHOLOGIE. Zelfbeeldmodule BEHANDELING

PSYCHIATRIE & PSYCHOLOGIE. Zelfbeeldmodule BEHANDELING PSYCHIATRIE & PSYCHOLOGIE Zelfbeeldmodule BEHANDELING Zelfbeeldmodule introductie We werken in deze zelfbeeldmodule van 20 weken onder andere met dit boek, dat u eventueel zelf kunt aanschaffen, om het

Nadere informatie

rapporteerden. Er werden geen verschillen gevonden in schoolprestaties, spijbelgedrag en middelengebruik tussen de verschillende groepen.

rapporteerden. Er werden geen verschillen gevonden in schoolprestaties, spijbelgedrag en middelengebruik tussen de verschillende groepen. Samenvatting Samenvatting Depressie en angst zijn de meest voorkomende psychische stoornissen in de adolescentie met een enorme impact op het individu. Veel adolescenten rapporteren depressieve en angst

Nadere informatie

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Een onderzoek naar de invloed van cognitieve stijl, ziekte-inzicht, motivatie, IQ, opleiding,

Nadere informatie

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher. Bedankt voor het downloaden van dit artikel. De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding)

Nadere informatie

Samenvatting Dutch summary

Samenvatting Dutch summary Samenvatting Dutch summary SAMENVATTING INTRODUCTIE De afgelopen jaren zijn er in Nederland verschillende moordzaken geweest die vanaf de aanvang van het opsporingsonderzoek verkeerd werden geïnterpreteerd

Nadere informatie

Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners

Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners van Somatische en Psychogeriatrische Afdelingen Validation of the Depression List (DL) and the Geriatric

Nadere informatie

Gelukkig ondanks pijn

Gelukkig ondanks pijn Gelukkig ondanks pijn Een online positieve psychologie interventie voor patiënten met chronische musculoskeletale pijn Elke Smeets, Madelon Peters, Marion Feijge, Steven Linton, & Gerhard Andersson Positieve

Nadere informatie

Gedragsactivatie GGZ Noord-Holland-Noord

Gedragsactivatie GGZ Noord-Holland-Noord Gedragsactivatie GGZ Noord-Holland-Noord Wij zijn daar waar onze klant wil slagen 11 april 2019 Leadexpert netwerk depressie Remco Hartman Agenda Doelstellingen vanuit expert netwerk depressie Zorgstandaard-herkenning

Nadere informatie

CHAPTER 7. Samenvatting

CHAPTER 7. Samenvatting CHAPTER 7 Samenvatting Samenvatting (Summary in Dutch) De interacties die depressieve patiënten hebben met anderen, in het algemeen, en de interacties van depressieve patiënten met hun partner, in het

Nadere informatie

Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht

Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht Dit proefschrift beschrijft onderzoek naar metacognitieve vaardigheden van leerlingen

Nadere informatie

Emotioneel Redeneren bij Depressie In hoeverre speelt emotioneel redeneren een rol bij het instandhouden van depressieve klachten?

Emotioneel Redeneren bij Depressie In hoeverre speelt emotioneel redeneren een rol bij het instandhouden van depressieve klachten? Emotioneel Redeneren bij Depressie In hoeverre speelt emotioneel redeneren een rol bij het instandhouden van depressieve klachten? Floor Schoenmakers Bachelorthese 2016 Studentnummer: 10587829 Universiteit

Nadere informatie

Reflection en brooding als subtypes van rumineren: een herziening van de Ruminative Response Scale

Reflection en brooding als subtypes van rumineren: een herziening van de Ruminative Response Scale Gedragstherapie 2009, 42 205-214 205 Reflection en brooding als subtypes van rumineren: een herziening van de Ruminative Response Scale Filip Raes 1, Hanne Schoofs 1, Dorien Hoes 1, Dirk Hermans 1 Filip

Nadere informatie

Samenvatting SAMENVATTING Hoofdstuk 1 is de algemene introductie over de inhoud van dit proefschrift. Depressie en angststoornissen zijn de meest voorkomende psychische stoornissen en brengen een grote

Nadere informatie

SAMENVATTING SAMENVATTING. Werk en Psychische Gezondheid: Studies naar de invloed van werk kenmerken, sociale rollen en gender

SAMENVATTING SAMENVATTING. Werk en Psychische Gezondheid: Studies naar de invloed van werk kenmerken, sociale rollen en gender SAMENVATTING Werk en Psychische Gezondheid: Studies naar de invloed van werk kenmerken, sociale rollen en gender In de jaren negentig werd duidelijk dat steeds meer werknemers in Nederland, waaronder in

Nadere informatie

Het effect van een Positivity Training op gedragstendenties bij depressieve patiënten

Het effect van een Positivity Training op gedragstendenties bij depressieve patiënten Het effect van een Positivity Training op gedragstendenties bij depressieve patiënten VGCT najaarscongres 2016 Amras van Opdorp MSc. Pro Persona Mental Health Care, Depression Expertise Center, Nijmegen,

Nadere informatie

Running head: MINDFULNESS, CONTINGENTE ZELFWAARDERING EN DEPRESSIE 1. De Invloed van een Gecombineerde Mindfulnessbehandeling op

Running head: MINDFULNESS, CONTINGENTE ZELFWAARDERING EN DEPRESSIE 1. De Invloed van een Gecombineerde Mindfulnessbehandeling op Running head: MINDFULNESS, CONTINGENTE ZELFWAARDERING EN DEPRESSIE 1 De Invloed van een Gecombineerde Mindfulnessbehandeling op Contingente Zelfwaardering en Depressieve Klachten. Tammasine Netteb Open

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Pouw, Lucinda Title: Emotion regulation in children with Autism Spectrum Disorder

Nadere informatie

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility. RELATIE ANGST EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility Jos Kooy Eerste begeleider Tweede

Nadere informatie

Invloed van Coping en Ziektepercepties op Depressie- en Angstsymptomen. bij Voormalige Borstkankerpatiënten

Invloed van Coping en Ziektepercepties op Depressie- en Angstsymptomen. bij Voormalige Borstkankerpatiënten Invloed van Coping en Ziektepercepties op Depressie- en Angstsymptomen bij Voormalige Borstkankerpatiënten Influence of Coping and Illness Perceptions on Depression and Anxiety Symptoms among Former Breast

Nadere informatie

Neurocognitief functioneren bij electroconvulsietherapie

Neurocognitief functioneren bij electroconvulsietherapie Neurocognitief functioneren bij electroconvulsietherapie Het belangrijkste doel van dit proefschrift was het bestuderen van de aard en de mate van veranderingen op meerdere domeinen van het neurocognitief

Nadere informatie

Zimmerman, Sheeran, & Young. Beoordelen van de aanwezigheid van depressie

Zimmerman, Sheeran, & Young. Beoordelen van de aanwezigheid van depressie DIAGNOSTIC INVENTORY FOR DEPRESSION (DID) Zimmerman, M., Sheeran, T., & Young, D. (2004). The Diagnostic Inventory for Depression: A self-report scale to diagnose DSM-IV Major Depressive Disorder. Journal

Nadere informatie

SaMenvatting (SUMMARy IN DUTCH)

SaMenvatting (SUMMARy IN DUTCH) Samenvatting (summary in Dutch) Samenvatting In hoofdstuk 1 wordt de algemene introductie van dit proefschrift beschreven. De nadruk in dit proefschrift lag op patiënten met hoofd-halskanker (HHK) en

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 200 NEDERLANDSE SAMENVATTING Duizeligheid is een veel voorkomend probleem bij ouderen. Tot 30% van de thuiswonende ouderen van 65 jaar en ouder ervaart enige vorm van duizeligheid.

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Burnout, een toestand van mentale uitputting door chronische stress in de werksituatie, vormt een ernstig maatschappelijk probleem dat momenteel veel aandacht krijgt. In

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

Mindfulness. Aandachtsgerichte Cognitieve Therapie

Mindfulness. Aandachtsgerichte Cognitieve Therapie Mindfulness Aandachtsgerichte Cognitieve Therapie Aandachtsgerichte cognitieve therapie is een training die bestaat uit acht bijeenkomsten. Het doel van de training is stress te verminderen en depressies

Nadere informatie

Groepsinterventie voor mensen met een bipolaire stoornis en hun partners

Groepsinterventie voor mensen met een bipolaire stoornis en hun partners Groepsinterventie voor mensen met een bipolaire stoornis en hun partners 22 september 2017 Eline Regeer, psychiater Susanne Demacker, GZ-psycholoog Bipolair Achtergrond Uit onderzoek blijkt invloed op

Nadere informatie

Een Kind met het Syndroom van Down: Gezondheid en Stress bij de Moeder Sophie Ummels Universiteit van Amsterdam

Een Kind met het Syndroom van Down: Gezondheid en Stress bij de Moeder Sophie Ummels Universiteit van Amsterdam Eindversie Bachelorthese, Sophie Ummels Een Kind met het Syndroom van Down: Gezondheid en Stress bij de Moeder Sophie Ummels Universiteit van Amsterdam Bachelorthese Eindversie Naam: Sophie Ummels Studentnummer:

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/40073 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Schat, A. Title: Clinical epidemiology of commonly occurring anxiety disorders

Nadere informatie

BELEVING. Is beleving van nierziekte en behandeling te beïnvloeden? Disclosure. Beleving en beinvloeding. Ziekte- en behandelpercepties

BELEVING. Is beleving van nierziekte en behandeling te beïnvloeden? Disclosure. Beleving en beinvloeding. Ziekte- en behandelpercepties Disclosure Is beleving van nierziekte en behandeling te beïnvloeden? Subsidies voor onderzoek van de Nierstichting en Novartis. Emma K. Massey, PhD e.massey@erasmusmc.nl Erasmus MC Department of Internal

Nadere informatie

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening.

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening. amenvatting Elk jaar krijgen in Nederland zo n 45.000 mensen een beroerte, ook wel CVA (Cerebro Vasculair Accident) genoemd. Ongeveer 60% van hen keert na opname in het ziekenhuis of revalidatiecentrum

Nadere informatie

- 172 - Prevention of cognitive decline

- 172 - Prevention of cognitive decline Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing

Nadere informatie

INTERNE COGNITIEVE CONTROLE BIJ ADOLESCENTEN MET DEPRESSIEVE SYMPTOMEN

INTERNE COGNITIEVE CONTROLE BIJ ADOLESCENTEN MET DEPRESSIEVE SYMPTOMEN INTERNE COGNITIEVE CONTROLE BIJ ADOLESCENTEN MET DEPRESSIEVE SYMPTOMEN LAURA WANTE, CAROLINE BRAET INEKE DEMEYER, RUDI DE RAEDT, SVEN MUELLER Department of Developmental, Personality and Social Psychology,

Nadere informatie

SAMENVATTING. Achtergrond en doelstellingen van dit proefschrift

SAMENVATTING. Achtergrond en doelstellingen van dit proefschrift 153 SAMENVATTING Achtergrond en doelstellingen van dit proefschrift Angst en depressie zijn de meest voorkomende psychische stoornissen, de ziektelast is hoog en deze aandoeningen brengen hoge kosten met

Nadere informatie

Believing is Seeing: Training van positieve sociale interpretaties in adolescenten

Believing is Seeing: Training van positieve sociale interpretaties in adolescenten VGCT najaarscongres 2011 Believing is Seeing: Training van positieve sociale interpretaties in adolescenten Elske Salemink, Universiteit van Amsterdam In samenwerking met Reinout Wiers (Universiteit van

Nadere informatie

Discussion Summary Samenvatting Dankwoord Curriculum Vitae

Discussion Summary Samenvatting Dankwoord Curriculum Vitae chapter 7 Discussion Summary Samenvatting Dankwoord Curriculum Vitae 140 chapter 7 SAMENVATTING De bipolaire stoornis (of manisch-depressieve stoornis) is een stemmingsstoornis waarin episodes van (hypo)manie

Nadere informatie

De psychopathologische gevolgen van pijnklachten. Eric de Heer

De psychopathologische gevolgen van pijnklachten. Eric de Heer De psychopathologische gevolgen van pijnklachten Eric de Heer Psycholoog i.o. tot GZ-psycholoog Senior onderzoeker VIP (Vroege Interventie Psychose) Tilburg GGz Breburg Pijn! pijn is een stressvolle ervaring

Nadere informatie

General information of the questionnaire

General information of the questionnaire General information of the questionnaire Name questionnaire: Social Problem Solving Inventory Original author: D Zurilla & Nezu Translated by: Authorized Dutch translation Date version: / Language: Dutch

Nadere informatie

Depressie na een hartinfarct en risico op nieuwe hartklachten

Depressie na een hartinfarct en risico op nieuwe hartklachten Depressie na een hartinfarct en risico op nieuwe hartklachten Marij Zuidersma Promotoren: Peter de Jonge, Johan Ormel, Henk Jan Conradi Interdisciplinary center for psychiatric epidemiology University

Nadere informatie

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope Een onderzoek naar de relatie tussen sociale steun en depressieve-

Nadere informatie

7/11/2016. HersenletselCongres B7 - Iedereen is anders: aandacht voor de persoonlijke factoren na hersenletsel. Succes Marlou van Rhijn?

7/11/2016. HersenletselCongres B7 - Iedereen is anders: aandacht voor de persoonlijke factoren na hersenletsel. Succes Marlou van Rhijn? Disclosure belangen sprekers B7 - Iedereen is anders: aandacht voor de persoonlijke factoren na hersenletsel Caroline van Heugten & Ieke Winkens (Potentiële) belangenverstrengeling De betrokken relaties

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting 11 Nederlandse Samenvatting Bij beslissingen over het al dan niet vergoeden van behandelingen wordt vaak gebruikt gemaakt van kosteneffectiviteitsanalyses, waarin de kosten worden afgezet tegen de baten.

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/38787 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Koenders, Manja Title: Tangled up in mood : predicting the disease course of bipolar

Nadere informatie

Optimisme kun je leren. Madelon Peters Elke Smeets Yvo Meevissen Marjolein Hanssen Jantine Boselie Faculty of Psychology and Neuroscience

Optimisme kun je leren. Madelon Peters Elke Smeets Yvo Meevissen Marjolein Hanssen Jantine Boselie Faculty of Psychology and Neuroscience Optimisme kun je leren Madelon Peters Elke Smeets Yvo Meevissen Marjolein Hanssen Jantine Boselie De overtuiging dat men in het algemeen goede uitkomsten zal ervaren in het leven Scheier & Carver, 1985

Nadere informatie

Persoonlijkheidsstoornissen bij ouderen: Meten en weten. Prof. Dr. Bas van Alphen

Persoonlijkheidsstoornissen bij ouderen: Meten en weten. Prof. Dr. Bas van Alphen Persoonlijkheidsstoornissen bij ouderen: Meten en weten Prof. Dr. Bas van Alphen Inhoud Temporele stabiliteit Leeftijdsneutraliteit DSM-5 Behandelperspectief Klinische implicaties Casuïstiek Uitgangspunten!

Nadere informatie

POH-GGZ, Jim van Os

POH-GGZ, Jim van Os Het nut van specialisatie? POH-GGZ, 02-02-2017 Jim van Os Nee het is depressie..ander zorgpad Nee het is psychose..ander zorgpad Nee het is verslaving.ander zorgpad Nee het is persoonlijkheid.ander zorgpad

Nadere informatie

WERKT DE WEBCARE INTERVENTIE?

WERKT DE WEBCARE INTERVENTIE? WERKT DE WEBCARE INTERVENTIE? Onderwerp: Hoe lees ik een wetenschappelijk artikel? Marjolein Snaterse, docent/onderzoeker Faculteit Gezondheid, Hogeschool van Amsterdam TOCH MAAR WEER: EVIDENCE BASED PRACTICE

Nadere informatie