OVERBLIJFJOURNAAL NUMMER 37, APRIL

Transcriptie

1 Beste Timpers, Het is weer voorjaar en daar worden we blij van. Mooier weer, alles groeit en bloeit en onze zijdeur naar de zitkuil kan bijna weer open. Het is ook fijn te melden dat Mannie bijna weer hersteld is van haar knieoperatie. Ze is alweer aanwezig op de maandag, dinsdag, en donderdag. In dit nieuwe overblijfjournaal hebben we weer een aantal feitjes, weetjes en leuke dingen op een rijtje gezet. De inhoud bestaat traditiegetrouw uit de algemene ouderinformatie, overblijvertjes, tekeningen en een verhaal van Grote Eetsmurf, het patroon van de uitgedeelde paasbakjes, op verzoek het wigwampatroon van Roelien s verjaardag, ingezonden post, een Henriëtte-verhaal met tekeningen van Anita, het prachtige zelfgeschreven turn-verhaal van Mila en een kleurplaat. Foei, wat een lange zin! Aan activiteiten ontbreekt het ons ook niet, we hebben Lidl-paasbakjes in elkaar geknutseld en we waren aanwezig op de Open Dag. De week voor Pasen was het stormachtig en slecht weer. Dat was jammer, want we wilden zo graag eieren zoeken. Dat houden de kinderen dan nog te goed, misschien gaan we dan wel zonnetjes zoeken. Wij zijn natuurlijk niet voor één gat te vangen en dus hebben wij op de donderdag voor Pasen een spelletjescircuit gebouwd in de zaal en dat was ook een groot succes! Hieronder een paar foto s. OVERBLIJFJOURNAAL NUMMER 37, APRIL

2 Belangrijke ouderinformatie Voor opgave en afmelding van kinderen die voor het eerst of incidenteel overblijven, niet vergeten te bellen met Anita (voic inspreken) Graag voor s ochtends. Het nummer is Het overblijftarief is 2,-- per keer per kind. Bij vooruitbetaling van 20,-- is er één beurt gratis, dus elf overblijfbeurten voor 20,-- (Dit voordeeltarief geldt niet voor achterstallige betalingen). Graag in gesloten envelop met naam, bedrag en Overblijf erop en dan in de broodtrommel. Ter herinnering van betaling wordt er bijtijds een rood papier meegegeven aan uw (oudste) kind, in de broodtrommel. Als er betaald is, krijgt men een kwitantie (ook rood papier). Graag de naam van uw kind op de tas, broodtrommel en beker. Op dinsdag brengen wij op tijd de gymmers/zwemmers naar school. Alle overblijfkinderen die moeten zwemmen, worden door één van ons (meestal Mannie) en Juf Ziska naar de bus gebracht. De gymmers van groep 3 worden om verzameld (meestal door Henriëtte) en gaan op hun eigen plaats in hun klas zitten. Zij gaan o.l.v. Juf Nel naar de sporthal. De hogere groepen die moeten gymen, gaan na afmelding bij Anita zelf naar de sporthal. Vanaf dit schooljaar zijn de groepen 1 t/m 4 vrij op de vrijdagmiddag. Mochten er ouders zijn die problemen hebben met de opvang voor hun kinderen, dan zijn ze van harte welkom op de overblijf. We zijn er tot Het formulier Overblijven op de Timp ligt in de hal van school en staat op de site: (handig voor ouders, aan de rechterkant in het kobaltblauwe kader). Het is mogelijk iets leuks te schrijven of te tekenen in ons overblijfjournaal. Geef het af of mail naar: roeliennijland@hotmail.com Mocht u nieuwsgierig zijn: u kunt altijd een kijkje nemen bij ons op de overblijf. Op overblijfdagen zijn we vanaf tot uur in het scoutinggebouw aanwezig. Kritische noot: Helaas zijn er op de overblijf ook wel eens dingen die iets minder goed gaan. Het zou fijn zijn als iedereen zich bijtijds aan- en afmeldt (voor s ochtends). Het nummer van Anita is: Wat betreft de betalingen constateren wij dat niet iedereen voldoet aan de betalingsverplichtingen, zodat wij met een tekort zitten. Als er betaald dient te worden, geeft Anita een rood papiertje mee in de broodtrommel van uw kind (of één van uw kinderen). Het is handig om dan te betalen, want bij 20,-- streept Anita een gratis elfde beurt aan. OVERBLIJFJOURNAAL NUMMER 37, APRIL

3 Overblijvertjes Mauro tegen Roelien: Wanneer is het Pasen? Roelien (die toevallig net gekeken had op de kalender omdat ze moest weten wanneer het overblijfjournaal uit moet komen) Op 5 en 6 april Mauro: Dat is dan een mooie Pasen, want altijd als het 6 april is, dan schijnt de zon, dan is Thomas jarig! Iemand s moeder kan goed haar invlechten: ik heb een oefenhoofd. Net op school zijn als je vier bent, kan heel vermoeiend zijn, Florian: Ik ben helemaal afgeput. Mandy wast haar handen met zeep en dat moet heel precies: Nu ga ik even uitzepen. Geert was jarig. Roelien: Ik kom een taartje bij je eten. Geert: Echt? Roelien: Nee Geert: Anders wil ik het wel even zeggen thuis hoor. (Lieve en sociale kinderen op de Timp). Iemand uit groep 4 die op de open dag koekiemonster was: De koekjes zijn onweerstaanbaar. Tekening van Tim uit groep 2 De stickers van Senne Tekening van Annabel OVERBLIJFJOURNAAL NUMMER 37, APRIL

4 Grote Eetsmurf Hallo Allemaal, Hier ben ik dan weer. Ik ben alweer een paar keer uit logeren geweest. Eind januari was ik van maandag tot donderdag bij Cas uit groep 2. Ik mocht mee naar zijn gastouder. Broertje Tygo, Cas en ik werden weer opgehaald door de papa van Cas. We hebben lekker gegeten. Ik lust alles, want ik ben Grote Eetsmurf. We kregen gebakken aardappeltjes, slaboontjes en een kipburger. Als toeje kregen we bitterkoekjespudding met slagroom, Wat heerlijk was dat! We mochten na het eten nog even spelen en toen gingen we naar bed. De volgende dag was de papa van Cas thuis, samen met zijn kleine broertje Mart. Cas heeft lekker op de computer gespeeld. Ik heb gekeken hoe hij dat deed. De mama van Cas kwam thuis met Tygo en toen waren we weer met z n zessen en konden we eten. Weer die heerlijke bitterkoekjespudding met slagroom. Ik ga nog wel eens vragen aan de moeder van Cas hoe zij dat maakt, het was zo heerlijk..op de woendag kwam Cas al om uur thuis. De mama van Cas en de broertjes waren ook thuis. We hebben een heerlijk tosti met curry gehad. Dat krijg ik ook vaak op de overblijf, uit het Spongebobtostiapparaat, heel erg lekker! Cas kan al zelf douchen en toen hij dat gedaan had, en z n pyjama aanhad, hebben we samen de film Frozen gekeken. Het was echt supergezellig bij Cas en z n broertjes. Bedankt Cas en tot de volgende keer. Een dag later ben ik met Senne meegeweest, maar Senne was ziek en dat was wel wat jammer. We hebben nog wel gespeeld natuurlijk en we hebben TV gekeken, we lagen languit op de bank. Samen hebben we stickers in mijn blauwe boekje geplakt en Senne heeft nog even de rest van de verhalen gelezen. Het was heel gezellig bij Senne, ik wil nog wel een keer bij Senne komen. Dag allemaal, Vrolijk Pasen! OVERBLIJFJOURNAAL NUMMER 37, APRIL

5 Paasbakje Patroon voorkant paasbakje: Het bakje bestaat uit twee onderdelen. Het bakje bestaat uit een strook stevig papier (karton) van 8 x 22,5 cm. Neem het papier horizontaal voor je en ril/vouw het op 5, 10, 15 en 20 cm van de kant. (Er blijft een plakstrook van 2,5 cm over). In de lengte ook een strook van 2,5 cm rillen/vouwen en de drie onderste lijntjes inknippen. Daarna is het bakje heel gemakkelijk in elkaar te vouwen en te plakken. Het patroon aan de voorkant plakken. i.p.v. het bovenste paasbakje is deze paashaas (van de Lidl) ook leuk om op een bakje te plakken. OVERBLIJFJOURNAAL NUMMER 37, APRIL

6 Wigwam Stippellijnen rillen, vouwen, Uitknippen en plakken, Versieren, pepsils er in En trakteren! Moeilijkheidsgraad: OVERBLIJFJOURNAAL NUMMER 37, APRIL

7 De zonnebloem en de mus Tussen een oude houten kast en de roestige trommel van een wasmachine groeide een kleine zonnebloem. Ze was omringd door rommel en verval. In de wijde omtrek was ze de enige bloem. Waarom de zonnebloem uitgerekend daar groeide, wist niemand. De bloem was vaak bedroefd en s nachts droomde ze van weelderige weiden, van velden met kleurrijke bloemen waar de vlinders om haar heen vlogen. Op een dag streek een verfomfaaide kleine mus voor haar neer en staarde haar met open bek aan. Wat ben je mooi, tsjilpte hij. Echt prachtig. Nee, dat ben ik niet, antwoordde de zonnebloem verdrietig. Je zou mijn zusters eens moeten zien. Die zijn tien keer groter dan ik. Ik ben klein en lelijk. Voor mij ben je de mooiste van allemaal, piepte de mus en vloog weg. De vogel kwam vanaf die dag iedere dag op bezoek bij de zonnebloem. En iedere dag werd de zonnebloem een beetje groter en iedere dag werd haar bloem een beetje fleuriger. Ze werden vrienden. Maar op een dag kwam de mus niet. En ook de volgende dag, en de dag daarna niet. De zonnebloem maakte zich grote zorgen. Op een ochtend zag ze toen ze wakker werd de mus met gestrekte vleugels voor haar liggen. Dat was een grote schok voor haar. Ben je dood, mijn kleine vriend? Wat is er gebeurd? Langzaam deed de vogel zijn ogen open. De laatste paar dagen heb ik niets te eten gevonden op de vuilnisbelt. Nu heb ik helemaal geen kracht meer. Ik ben naar jou toe gevlogen zodat ik dicht bij jou kan sterven. Nee. Nee! riep de zonnebloem. Wacht. Wacht even! Ze boog haar zware bloemenhoofd naar hem over en er vielen een paar zonnebloempitten op de grond. Raap die op, mijn kleine vriend. Ze zullen je nieuwe kracht geven. De mus brak met zijn laatste restje energie een paar van de pitten open en bleef uitgeput, bewegingloos liggen. Maar een dag later voelde hij zich al sterker. Hij wilde naar de zonnebloem gaan en haar bedanken, maar hij schrok hevig toen hij haar zag. Haar gele bloemblaadjes waren allemaal slap en haar bladen hingen levenloos omlaag. Wat is er met jou aan de hand, zonnebloem? tsjilpte hij in zijn ontsteltenis. Maak je over mij geen zorgen, zei de zonnebloem zwakjes. Mijn tijd zit erop. Weet je, ik heb altijd gedacht dat mijn bestaan hier op de vuilnisbelt zinloos was. Maar nu weet ik dat alles een doel heeft, ook al begrijpen we het niet altijd. Zonder jou zou ik mijn wil om te leven hebben verloren en zonder mij zou jij jouw leven verloren hebben. En kijk, er liggen nog steeds een heleboel zonnebloempitten op de grond. Laat er een paar liggen en misschien zullen hier op een dag een heleboel zonnebloemen groeien en zullen er een heleboel verfomfaaide mussen als vlinders omheen vliegen. OVERBLIJFJOURNAAL NUMMER 37, APRIL

8 Henriëtte-verhaal Het paasbloemetje Narkusje In een groot weiland zomaar ergens, stond een groepje narcissen en een groepje krokussen. De bloemetjes stonden daar heel erg mooi te zijn en iedereen die er langs liep of fietste vonden ze geweldig, De mensen werden vrolijk, omdat nu toch echt de lente was begonnen. De narcissen bloeiden in het zonnetje aan de ene kant van het weiland en je raadt het al, de krokussen aan de andere kant. Ze keken stiekem naar elkaar en de narcissen vonden de hyacinten gek en zichzelf veel mooier en andersom vonden de krokussen dat ook. Op een mooie lentedag begon het zachtjes te waaien en er vlogen kleine stuifmeelkorreltjes uit de bloemen om weer te landen op de grond. Daaruit groeien meestal weer nieuwe narcissen of krokussen. Zo gaat het eigenlijk altijd, maar die ene lentedag ging het anders. Een stuifmeelkorreltje van de narcis plakte vast aan een stuifmeelkorreltje van een krokus en een tijdje later werd een hele bijzondere bloem geboren. Het was een wonder en daarom heel bijzonder. De bloem leek op een narcis en een krokus. Grote mensen en kinderen kwamen kijken en het kwam zelfs in de krant. De nieuwe bloem kreeg een naam..het Narkusje! De bloemen in het weiland waren verbaasd en in de war, maar toch ook heel blij. Ze hadden toch maar mooi samen een mooie nieuwe bloem gemaakt. Vanaf die dag bloeiden de narcissen en de krokussen gezellig bij elkaar in het weiland zonder elkaar gek te vinden. Ze vonden zichzelf nog steeds mooi, maar ook de nieuwe narkusjes waren ook welkom en leuk en ze hoorden er gewoon helemaal bij. Dit gebeurde allemaal toen het bijna Pasen werd, het feest van de lente waarin van alles opnieuw alles gaat bloeien en de tijd dat je weer zonder jas buiten eitjes mag zoeken. Vrolijk Pasen allemaal! OVERBLIJFJOURNAAL NUMMER 37, APRIL

9 In ons hobbyhoekje staat dit keer Mila centraal. Mila heeft een mooi verhaal geschreven over haar sportieve hobby: turnen. Wij vinden het een prachtige hobby en we zijn trots op haar! Hartelijk dank voor je verhaal, Mila. OVERBLIJFJOURNAAL NUMMER 37, APRIL

10 Vrolijk pasen OVERBLIJFJOURNAAL NUMMER 37, APRIL