gelezen de voordracht van het Presidium van Provinciale Staten van 13 juni 2007, nummer 5836;

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "gelezen de voordracht van het Presidium van Provinciale Staten van 13 juni 2007, nummer 5836;"

Transcriptie

1 Voordracht aan Provinciate Staten van Presidium Vergadering Juni 2007 Nummer 5836 onderwerp Evaluatie en verlenging Verordening Burgerinitiatief Zuid-Holland 1 Ontwerpbesluit Provinciale Staten van Zuid-Holland, gelezen de voordracht van het Presidium van Provinciale Staten van 13 juni 2007, nummer 5836; Besluiten: I. Artikel 8, eerste lid van de Verordening recht van initiatief Zuid-Holland met ingang van 1 juli 2007 te wijzigen, zodat dit komt te luiden als volgt: "1. Deze verordening geldt tot 1 juli 2011." II. Het in de bijiage bij de Verordening recht van initiatief Zuid-Holland opgenomen format voor indiening van de ondersteunings-verklaringen overeenkomstig het bij dit besluit gevoegde model te wijzigen. Den Haag, 27 juni 2007 Provinciale Staten van Zuid-Holland, griffier, voorzitter,

2

3 2 Toelichting In februari 2003 hebben Provinciale Staten de Verordening recht van initiatief Zuid-Holland vastgesteld. Dit naar aanleiding van een initiatiefvoorstel van het toenmalige Statenlid de heer Ambting c.s. De verordening voorziet in een mogelijkheid voor inwoners van Zuid-Holland om onderwerpen rechtsreeks op de agenda van de Staten te plaatsen, mits aan een aantal voorwaarden is voldaan. Aanvankelijk zou de verordening per 1 juli 2006 vervallen. Verlenging van de verordening was daarbij afhankelijk gesteld van een evaluatie van de werking ervan. Begin 2006 bleek echter dat tot op dat moment nog in een zo geringe mate gebruik gemaakt was van het recht van burgerinitiatief, dat een evaluatie van de verordening niet zinvol was. Omdat het belang van het recht van burgerinitiatief echter algemeen onderkend werd, hebben Provinciale Staten besloten de verordening te verlengen tot 1 juli Op deze wijze zouden de nieuwe Staten in de gelegenheid zijn voor zichzelf te bepalen of men het recht van burgerinitiatief wenst te behouden, of niet. Eind 2006 heeft zich vervolgens een burgerinitiatief aangediend dat wel de eindstreep in de Staten heeft gehaald. Dit burgerinitiatief heeft een aantal vragen en leermomenten aan het licht gebracht, aan de hand waarvan de werking van de verordening geevalueerd kan worden. In het navolgende zal daarop verder worden ingegaan. Tevens zullen twee burgerinitiatieven worden aangestipt, die voorafgaand aan de verlenging van 2006 zijn ontvangen. Aan de hand van een en ander zullen vervolgens aanbevelingen worden gedaan voor aanpassing en verlenging van de verordening. DE VERORDENING IN DE PRAKTIJK Vereisten Om een burgerinitiatief te kunnen indienen dient het verzoek door tenminste duizend initiatiefgerechtigden ondersteund dient te worden. Initiatiefgerechtigd zijn degenen die kiesgerechtigd zijn voor de verkiezing van de leden van Provinciale Staten van Zuid-Holland krachtens de Kieswet, alsmede ingezetenen van de provincie Zuid-Holland van vijftien jaar en ouder die met uitzondering van hun leeftijd voldoen aan de vereisten voor het kiesrecht voor de leden van Provinciale Staten. Vooraleer een burgerinitiatief op de statenagenda geplaatst kan worden, dient het verzoek inhoudelijk de volgende gegevens te omvatten: een toelichting op het burgerinitiatiefvoorstel; een globale raming van de kosten indien uit de realisering van het burgerinitiatief kosten voortvloeien; de achternaam, de voornamen, het adres, de geboortedatum (alle duidelijk leesbaar) en de handtekening van de indiener en zijn plaatsvervanger, en een lijst met de voornamen, achternamen, adressen, geboortedata (alle duidelijk leesbaar) en handtekeningen van de initiatiefgerechtigden die het voorstel ondersteunen.

4 Communicatie De mogelijkheid tot het indienen van burgerinitiatieven en de daaraan verbonden vereisten zijn na het inwerking treden van de verordening actief gecommuniceerd via de daartoe geeigende kanalen. Daarnaast is in de periode december mei 2004 een gericht voorlichtingstraject gestart om de mogelijkheden van het initiatief recht onder de aandacht van de burgers van Zuid-Holland te brengen. In dat kader zijn onder andere speciaal ontwikkelde folders verspreid en zijn advertenties geplaatst in huis-aan-huisbladen. Voorts wordt in de zogenaamd "corporate advertenties" van de provincie regelmatig aandacht besteed aan het recht van initiatief en is op de website van Provinciale Staten permanent een onderdeel over het recht van initiatief geplaatst. Ontvangen initiatieven Sinds de inwerkingtreding van de verordening zijn in totaal drie burgerinitiatieven aan de orde geweest. Het eerste geval betrof een conceptplan voor de realisatie van een openluchttheater in het Westland (februari 2004). Dit initiatief was echter primair op het gebied van de (planologische) bevoegdheden van de gemeente gelegen en leende zich daarmee niet voor een burgerinitiatief bij de Staten. Daarnaast betrof het nog een weinig concreet plan, dat bovendien nog niet door anderen dan de indiener was ondertekend, c.q. ondersteund. Dit initiatief kon door het presidium daarom niet in behandeling worden genomen. Het tweede geval betrof een initiatief tot afschaffing van de wachtgeldregeling, alsmede de invoering van een sollicitatieplicht voor gewezen Statenleden (augustus 2004). Het betreffende initiatief was echter uitsluitend per ingediend en was niet door derden ondersteund. Voorts was het initiatief niet op het bevoegdheidsgebied van de Staten gelegen. Om genoemde redenen kon ook dit initiatief niet door het presidium in behandeling worden genomen. Het derde initiatief is eind 2006 ingediend door het bestuur van de Stichting Synagoge Sliedrecht Hardinxveld-Giessendam. Het ging hierbij om een concreet, uitgebreid gemotiveerd en breed ondersteund verzoek om toekenning van een subsidiebedrag te behoeve van de instandhouding van de Dijksynagoge te Hardinxveld-Giessendam. Dit initiatief heeft behandeling gevonden in Provinciale Staten, hetgeen tot toekenning van de gevraagde subsidie geleid. EVALUATIE Bij instelling van de verordening op het burgerinitiatief is aangegeven dat de evaluatie van de verordening zou dienen plaats te vinden op basis van de volgende criteria: het aantal burgerinitiatiefvoorstellen de kwaliteit van de burgerinitiatiefvoorstellen; «de mate waarin de verordening bijdraagt aan de betrokkenheid van burgers bij de provinciale politiek; de mening over de (uitvoering van de) verordening van burgers die een initiatief als bedoeld in artikel 5 lid 1 van de verordening hebben

5 Aantal burgerinitiatiefvoorstellen Zoals gesteld, zijn er gedurende de werkingsperiode van de verordening drie burgerinitiatieven ingediend, waarvan er twee niet de kwaliteit bezaten waarvan in de verordening wordt uitgegaan. Dit resultaat is ongetwijfeld minder dan hetgeen de initiatiefnemers eertijds bij de instetling van het recht van burgerinitiatief hadden verwacht. De vraag is echter of het aantal ontvangen burgerinitiatieven wel een geschikt evaluatiecriterium vormt voor de werking van dit instrument. In het initiatiefvoorstel tot vaststelling van de verordening werd opgemerkt: "Omdat het recht van initiatief een inbreuk is op de agenderende bevoegdheid van Provinciale Staten, is aantoonbare steun voor het burgerinitiatiefvoorstel onder de bevolking een voor de hand liggende voorwaarde." Mede om deze reden werd een ondersteuning door 1000 initiatiefgerechtigde inwoners van Zuid-Holland gevergd. Maar dit brengt tevens tot uitdrukking dat het instrument van het burgerinitiatief met name geschikt is voor initiatieven van bijzonder maatschappelijk belang die bij een grotere groep van belanghebbenden leven. Van belang is dan om te weten of er veel van dergelijke onderwerpen in de Zuid-Hollandse samenleving spelen. Of anders gezegd: om breed gedragen initiatieven te kunnen indienen, moeten die er wel zijn. Daarop is echter moeilijk zicht te krijgen Verder behoeft men geen toevlucht te nemen tot een burgerinitiatief, wanneer initiatiefnemers of belangenbehartigers reeds langs andere politieke kanalen de weg naar de Staten(fracties) weten te vinden. In dat opzicht zou het recht van burgerinitiatief fungeren als een ultimum remedium voor die groepen belanghebbenden, die niet zelf een ingang hebben bij Provinciale Staten. Dit is ook een factor geweest bij het burgerinitiatief met betrekking tot de Dijksynagoge. In dat geval hadden eerdere contacten met de provincie niet tot het beoogde resultaat geleid en zag men uitsluitend nog een mogelijkheid om via de weg van het burgerinitiatief de aandacht van Provinciale Staten te vragen voor de financiele problematiek waar het stichtingsbestuur voor stond. Gezien het feit dat de Staten dit initiatief hebben gehonoreerd en deze materie daarmee van voldoende maatschappelijk belang hebben geacht, kan gesteld worden dat het recht van burgerinitiatief in dit geval in ieder geval als ultimum remedium zijn waarde heeft bewezen. Daarnaast bestaat de mogelijkheid dat het geringe aantal burgerinitiatieven mogelijk te maken heeft met een relatieve onbekendheid van het instrument. Zoals hierboven is aangegeven, is van de zijde van de provincie wel de nodige inspanning geweest om het burgerinitiatief algemene bekendheid te geven. En verder bestaat het burgerinitiatief ook bij gemeenten en op Rijksniveau, waar het burgerinitiatief van tijd tot tijd eveneens in de publiciteit komt. Naar het schijnt, lijken deze publicitaire uitingen op zich geen burgerinitiatieven te genereren. Indien dit zo is, dan lijkt het burgerinitiatief inderdaad vanuit de vraag gestuurd te worden, en niet vanuit het aanbod. Al met al blijft constante passieve, en periodieke actieve publiciteit van belang. Kwaliteit van de burgerinitiatiefvoorstellen De kwaliteit van de drie ontvangen burgerinitiatieven liep bijzonder uiteen. Van de twee niet ontvankelijke verzoeken verkeerde er een nog in de fase van een voorzichtig particulier idee, terwijl het andere verzoek inhoudelijk nauwelijks was onderbouwd. Daartegenover was het initiatief betreffende de Dijksynagoge echter zorgvuldig voorbereid en met uitgebreide achtergrondinformatie onderbouwd. Verder was dit initiatief ook nagenoeg geheel door het stichtingsbestuur opgesteld en uitgewerkt, zonder dat daarbij de hulp van de Statengriffie benodigd was. Uit dit initiatief mag daarom worden afgeleid dat het voor gerede

6 belanghebbenden mogelijk is een initiatief te ontwikkelen, dat inhoudelijk aan de daaraan gestelde eisen voldoet. Wel zijn in het initiatief betreffende de Dijksynagoge nog onregelmatigheden in de handtekeningenlijsten aangetroffen, die zeer waarschijnlijk verband hielden met de voorschriften van de Verordening op het burgerinitiatief. De verordening schrijft namelijk voor dat een initiatiefnemer voor het indienen van de ondersteuningsverkaringen gebruik dient te maken van een bij de verordening gevoegd model. In dit model wordt onder andere gevraagd naar de naam, het adres en de geboortedatum van de ondersteuners. Wanneer de ingediende lijsten werden bezien, bleek dat het invullen van de naam en het adres op verschillende wijzen had plaatsgevonden. Bij de naam werden ofwel initialen, ofwel volledige voornamen ingevuld, terwijl soms ook alleen de achternaam werd opgegeven. lets soortgelijks gold voor de wijze waarop het adres werd ingevuld. Veelal werden de postcode en/of de woonplaats niet ingevuld. Het volledig invullen van deze gegevens is echter van essentieel belang om te kunnen controleren of de ondersteuners ook initiatiefgerechtigd zijn. Om de kans op het ontstaan van deze onregelmatigheden voor de toekomst te verminderen, is het aan te bevelen het bij de verordening behorende format zodanig te wijzigen, dat in elke kolom van het formulier slechts een eenduidig gegeven ingevuld kan (en moet) worden. Daarbij is in het seniorenconvent reeds de gedachte geopperd om in plaats van het adres uit te gaan van de postcode en huisnummer. (Een gewijzigd format maakt onderdeel uit van dit voorstel.) Betrokkenheid van burgers bij provinciale politiek Vooraleer de vraag kan worden beantwoord in welke mate de verordening heeft bijgedragen aan de betrokkenheid van burgers bij de provinciale politiek, is het van belang dit criterium nader te definieren. Het criterium kan zo gelezen worden, dat het bestaan van het instrument sec de politieke betrokkenheid van de burger zou kunnen vergoten. Een "top-down" benadering, waarbij het aanbod de vraag creeert. Wanneer nu wederom naar de ontvangen burgerinitiatieven wordt gekeken, dan lijkt eerst het te dienen belang te zijn ontstaan, en is vervolgens gezocht naar een geschikt instrument om dat belang te dienen. Een "bottom-up" benadering dus. Wanneer van de eerstgenoemde uitleg van het criterium wordt uitgegaan (top-down), dan lijkt de verordening nauwelijks effect te hebben gehad. Er zijn geen tekenen waargenomen die er op zouden wijzen dat het enkele bestaan van het instrument burgerinitiatief politieke belangstelling heeft gegenereerd, waar het aanvankelijk niet aanwezig was. In de bottom-up benadering van het criterium is het aannemelijk dat het burgerinitiatief wel effect kan sorteren. Het bestaan van het burgerinitiatief kan er immers toe leiden dat belanghebbenden de bij hen opkomende vraagstukken eerder een politieke dimensie gaan geven, omdat zij daar nu zelf een ingang voor kunnen creeren. Dit is ook de volgtijdelijkheid geweest in het geval van de ontvangen burgerinitiatieven. Met betrekking tot het initiatief betreffende de Dijksynagoge kan overigens nog worden opgemerkt dat de uitkomst van het burgerinitiatief naar de ondersteuners en verdere achterban is gecommuniceerd en dat deze berichtgeving uitermate goed is ontvangen. Naar mag worden aangenomen heeft dit burgerinitiatief een gunstge invloed gehad op het beeld dat deze kring van personen van de Zuid-Hollandse provinciepolitiek heeft. En mogelijk kan van deze groep ook een gunstige "mond op mond" reclame uitgaan omtrent de wijze waarop Provinciale Staten met het burgerinitiatief zijn omgegaan.

7 Mening over uitvoering van de verordening Over twee van de drie burgerinitiatieven is direct contact met de indieners onderhouden. Het ging hierbij om het initiatief betreffende het openluchttheater en de Dijksynagoge. Deze beide contacten waren verschillend van aard. In het geval van het openluchttheater is de indiener geadviseerd omtrent de wijze waarop het verzoek mogelijk tot een ontvankelijk burgerinitiatief gemaakt zou kunnen worden. Doordat het initiatief in de eerste plaats een gemeentelijke bevoegdheid betrof, heeft dit niet tot een voor de indiener gunstig resultaat geleid. Niettemin was de initiatiefnemer wel te spreken over de assistentie die getracht is hem daarbij te verlenen. Met het bestuur van de Synagoge hebben rond het burgerinitiatief uitgebreide contacten plaatsgevonden. Dit zowel in de voorbereidingsfase, waarbij het stichtingbestuur is gemformeerd over de mogelijkheden van het burgerinitiatief en de vereisten waaraan voldaan diende te worden, als in de fase na ontvangst van het initiatief, waarin de indieners door het verdere proces zijn begeleid. De indieners hebben na afronding van het burgerinitiatief verklaard tevreden te zijn met de wijze waarop men ambtelijk is bijgestaan. Daarnaast heeft men zich positief uitgelaten over de aandacht die het burgerinitiatief vanuit de Staten heeft gekregen, de ruimte die men heeft gekregen om het initiatief voor het voetlicht te brengen en de wijze waarop de Staten daar in besluitvormende zin is omgegaan. Overige aspecten In het voorgaande is ingegaan op de evaluatiecriteria die bij de instelling van de verordening op het burgerinitiatief zijn vastgelegd. De behandeling van het burgerinitiatief betreffende de Dijksynagoge heeft echter nog een andere vraag opgeworpen, waar in het kader van deze evaluatie bij stilgestaan dient te worden. Het burgerinitiatief betrof een verzoek om toekenning van een substantieel subsidiebedrag en hoewel dit geheel in overeenstemming is met de Verordening op het burgerinitiatief, werd in het kader van de Statenbehandeling wel de vraag opgeworpen of het burgerinitiatief wel voor dergelijke subsidieverzoeken bedoeld was. Wanneer wordt teruggekeken naar de voordracht die eertijds tot invoering van het burgerinitiatief heeft geleid, dan kan daaruit niet worden afgeleid dat men eertijds de bedoeling zou hebben gehad om subsidieverzoeken buiten de werkingssfeer van het burgerinitiatief te houden. Dit laat echter onverlet dat de Staten zich in het kader van deze evaluatie kunnen herbezinnen op de zaken die onderwerp gemaakt kunnen worden van een burgerinitiatief, of die daar juist van uitgesloten zouden moeten worden. Bij de beantwoording van deze vraag is het wel van belang om in het oog te houden dat de taken en bevoegdheden van de provincie veelal (financieel) voorwaardenscheppend zijn. Wanneer nu het leveren van een financiele bijdrage aan een concreet project van het burgerinitiatief uitgesloten zou worden, moet men tevens de afweging maken wat er nog aan ruimte voor burgerinitiatief overblijft. Zeker wanneer men bedenkt dat de Verordening op het burgerinitiatief uitgaat van concrete en eenduidige verzoeken, die onmiddellijk uitvoerbaar zijn wanneer zij gehonoreerd mochten worden. Het Presidium kan zich ook voor stellen dat de fracties over de reikwijdte van de verordening mogelijk nog wat langer wensen na te denken. Daarbij komt dat het aanzienlijke aantal agendapunten dat tijdens de Statencommissie Bestuur en Middelen van 20 juni behandeld dient te worden mogelijk onvoldoende ruimte laat om de evaluatie van de verordening goed tot zijn recht te laten komen. Het Presidium stelt daarom voor om deze gedachtewisseling in de tweede helft van 2007 op de agenda van de Statencommissie B&M te laten terugkomen.

8 Omdat de bovenstaande evaluatie echter wel aanleiding vormt om de verordening te verlengen en het Presidium het voorshands van belang acht het recht van burgerinitiatief ononderbroken te behouden, wordt u wel voorgesteld om nu tot verlenging van de verordening over te gaan. CONCLUSIES Het instrument van het burgerinitiatief heeft in ieder geval als ultimum remedium zijn waarde bewezen. Daarnaast mag het recht van burgerinitiatief in zijn algemeenheid worden gezien als waardevol instrument voor burgers om toegang te krijgen tot de politiek. Het is de vraag of publiciteit het gebruik van het burgerinitiatief zal kunnen verhogen. Een en ander lijkt ook afhankelijk van de vraag of er voldoende breed-maatschappelijk relevante onderwerpen bestaan die zich voor een burgerinitiatief lenen en de bereidheid om daar de weg van het burgerinitiatief mee te bewandelen. Niettemin moet constante passieve, en periodieke actieve publiciteit aan de dag gelegd worden. De praktijk heeft uitgewezen dat het voor gerede belanghebbenden mogelijk is een initiatief te ontwikkelen, dat inhoudelijk aan de daaraan gestelde eisen voldoet. Een aanpassing van de formele vereisten die krachtens de Verordening op het burgerinitiatief worden gesteld niet nodig is. Wel zou het format voor de ondersteuningsverklaringen gebruiksvriendelijker gemaakt kunnen worden, door in plaats van het volledige adres uitsluitend nog de postcode en het huisnummer te vragen. Het enkele bestaan van het instrument van het burgerinitiatief lijkt op zich geen grotere politieke belangstelling te genereren. Wel mag worden aangenomen dat belanghebbenden de bij hen opkomende vraagstukken eerder een politieke dimensie zullen geven, omdat men daarvoor zelf een ingang bij de politiek kunnen creeren. De vraag kan worden opgeworpen of zuiver financiele (subsidie)verzoeken onderwerp moeten kunnen blijven van het recht van burgerinitiatief. Daarbij is tevens de vraag of dit, naast een reeds bestaande uitsluiting van "vragen over provinciaal beleid", de werkingssfeer van de verordening niet te beperkt maakt. AANBEVELINGEN Gelet op de overwegingen en gedachten die in deze evaluatie de revue gepasseerd hebben, worden de volgende aanbevelingen gedaan: 1. De verordening op het burgerinitiatief voor de Statenperiode te verlengen. 2. Het bij de verordening behorende format voor indiening van de ondersteuningsverklaringen overeenkomstig het bij dit voorstel behorende model te wijzigen. 3. In de tweede helft van 2007 uw gedachten te bepalen ten aanzien van de vraag of, en zo ja op welke wijze de werkingssfeer van de verordening met voorstellen van financiele aard beperkt zou dienen te worden.

9 Bijiaqen: - Initiatiefvoorstel Verordening recht van initiatief Zuid-Holland dd. 6 februari 2003, nr Voorstel tot verlenging van de verordening dd. 14 juni 2006, nr

10

11 Gewijzigd model t.b.v. ondersteuning van een burgerinitiatief, behorend bij het besluit van Provinciale Staten dd. 27 juni 2007, nr Naam Voorletters Postcode Huisnummer Geboortedatum Handtekening

12

13 VOORDRACHT VAN INITIATIEFNEMERS AAN PROVINCIALE STATEN VERGADERING NUMMER FEBRUARI ONDERWERP Initiatiefvoorstel van het lid Ambting c.s. met betrekking tot de Verordening recht van initiatief Zuid-Holland i SAMENVATTING Inleiding De provincie Zuid-Holland wil, net als andere provincies en gemeenten, een goede invulling geven aan de nieuwe structuur die met het wetsvoorstel dualisering provinciebestuur wordt ingevoerd. De mogelijkheid voor burgers om onderwerpen rechtstreeks op de agenda van Provinciale Staten te plaatsen, is een van de instrumenten om de bestuurlijke vernieuwing van de provincie in te vullen. In het rapport 'Vernieuwing provinciale democratic' spreekt de IPO-commissie Bleker de verwachting uit dat het burgerinitiatief een goed instrument kan zijn om de betrokkenheid van de burger bij de provinciale politiek te vergroten. Voor de verordening is gebruik gemaakt van de modelregeling van de VNG. Doel De doelen van de Verordening recht van initiatief Zuid-Holland zijn: 1. De betrokkenheid van burgers te vergroten door hen invloed te geven op de agenda van Provinciale Staten. 2. Provinciale Staten voeling laten houden met wat er in de provincie leeft. 3. Statenleden ondersteunen in hun volksvertegenwoordigende rol en bij hun agenderende taak. Burgerinitiatiefvoorstellen zijn voorstellen die op de agenda van Provinciale Staten worden geplaatst, mits aan de procedurele en inhoudelijke eisen is voldaan. Er vindt vervolgens reguliere besluitvorming in de Staten plaats. Het burgerinitiatiefvoorstel versterkt de besluitvormende bevoegdheid van de Staten. Deze aanvulling op het representatieve democratisch stelsel betekent dat (groepen) burgers een mogelijkheid hebben om zelf direct en gericht op concrete onderwerpen deel te nemen aan het provinciaal bestuur. Uit onderzoek van het Sociaal-Cultureel Planbureau blijkt een onverminderde en zelfs een toenemende betrokkenheid van burgers bij maatschappelijke vraagstukken. Die betrokkenheid uit zich niet in een toename van de klassieke politieke participatie. Burgers willen juist andere wegen bewandelen om deel te nemen aan het bestuur van de samenleving. Het burgerinitiatiefvoorstel is dan ook een geschikt middel om tegemoet te komen aan de betrokkenheid van de burger.

14 Elementen van de verordening Dat de procedure eenvoudig en duidelijk moet zijn spreekt voor zich. Toch is een beperkt aantal procedurele en inhoudelijke eisen nodig om de duidelijkheid en zorgvuldigheid te waarborgen. Het gaat dan bijvoorbeeld om eisen met betrekking tot de initiatiefgerechtigdheid en de ondersteuning van het voorstel door initiatiefgerechtigde burgers. Ook moet duidelijk zijn wat de gevolgen zijn als niet aan deze voorwaarden wordt voldaan. Van groot belang is de manier waarop aan de burgers duidelijk wordt gemaakt dat zij gebruik kunnen maken van deze mogelijkheid. Het initiatiefrecht bepaalt mede de onderwerpen van discussie in Provinciale Staten en tast daardoor in zekere zin de bevoegdheid van de Staten aan om de eigen agenda vast te stellen. Daarom is het gerechtvaardigd om aan het recht van initiatief voorwaarden te stellen. 1. De keuze om het recht van initiatief in een zelfstandige verordening vast te leggen geeft aan dat Provinciale Staten waarde hechten aan de meningen en initiatieven van de Zuid-Hollandse burgers. 2. Met de verordening krijgen burgers de mogelijkheid een voorstel te agenderen. Provinciale Staten zullen over dit voorstel een besluit moeten nemen. 3. Omdat het recht van initiatief een inbreuk is op de agenderende bevoegdheid van Provinciale Staten, is aantoonbare steun voor het burgerinitiatiefvoorstel onder de bevolking een voor de hand liggende voorwaarde. Hiervoor is een lijst nodig met een minimum aantal van 1000 handtekeningen van ondersteuners. Het aantal van 1000 is voldoende om te voorkomen dat individuen uit eigenbelang direct zaken kunnen agenderen. 4. Initiatiefgerechtigd zijn alle inwoners van Zuid-Holland die kiesgerechtigd zijn bij Provinciale Statenverkiezingen. Om de betrokkenheid van jongeren bij de provinciale politiek te vergroten, zijn ook jongeren van vijftien tot en met zeventien jaar initiatiefgerechtigd. Conununicatie Het succes van de Verordening recht van initiatief Zuid-Holland is voor een groot deel afhankelijk van de bekendheid bij burgers en van de snelheid en zorgvuldigheid waarmee Provinciale Staten reageren op initiatieven. Bij de inwerkingtreding van de verordening is het daarom van belang dat een brede campagne wordt opgezet om bekendheid te geven aan de mogelijkheden die de verordening biedt. Daarnaast krijgt de verordening aandacht in reguliere communicatieactiviteiten van de provincie. Coordinatie van de procedure door een functionaris is een belangrijke voorwaarde om adequaat op verzoeken te reageren en om de resultaten van besluitvorming terug te koppelen naar de verzoeker. PAGINA 2/3

15 Evaluatie Om de effectiviteit, efficientie en legitimiteit van de verordening te kunnen beoordelen moet deze worden geevalueerd. Als evaluatiedatum is uiterlijk 31 december 2005 gekozen, een half jaar voordat de geldigheid van de verordening afloopt. Een periode van drie jaar is voldoende om de resultaten van de verordening te beoordelen. Hiervoor stellen Provinciale Staten globale evaluatiecriteiria vast, die voortkomen uit de doelstelling. Voor de daadwerkelijke evaluatie zullen deze globale criteria uitgewerkt worden in (waar mogelijk) meetbare criteria. De mate waarin de verordening bijdraagt aan de betrokkenheid van burgers bij de provinciale politiek is de belangrijkste doelstelling. Hoewel moeilijk meetbaar zal dit ook een belangrijk evaluatiecriterium moeten zijn. Hoe vaak gebruik gemaakt wordt van het recht van initiatief en de kwaliteit van de burgerinitiatiefvoorstellen geeft mogelijk aanwijzingen voor de inrichting van de procedure en mogelijke behoeften aan procedurele begeleiding. Tenslotte is de mening van burgers over de mogelijkheden die de verordening biedt en de manier waarop de provincie met hun initiatief om gaat, van belang bij een oordeel over de verordening. Advies Statencommissie De Statencommissie Personeel, Financien en Bestuurlijke Zaken adviseerde op 6 november 2002 op hoofdlijnen positief. Vragen en suggesties hebben geleid tot de volgende wijzigingen: - Als extra uitzonderingsgrond is onder artikel 4, lid i, sub g opgenomen een onderwerp dat in strijd is met de universele verklaring van de rechten van de mens. - De controle op de geldigheid van het verzoek is in artikel 6 neergelegd bij het Presidium. - De looptijd van de verordening is in artikel 8 gewijzigd in i juli Den Haag, 6 februari 2003 De initiatiefnemers van GROENLINKS, J A. Adriaansen R.J.J. Ambting E.G.M. de Boer BJ. Dekkers W.M. Kranenburg A.P. Ouwehand A.M. Smit-Ligeon PAGINA 3/3

16 2 BESLUIT Provinciale Staten van Zuid-Holland, gelezen het initiatiefvoorstel van het lid Ambting c.s., van 6 februari 2003, nummer 5287; gelet op artikel 145 van de Provinciewet; Besluiten: I. Vast te stellen de navolgende Verordening recht van initiatief Zuid-Holland: Artikel 1 i. In deze verordening wordt verstaan onder: Burgerinitiatiefvoorstel: een voorstel van een initiatiefgerechtigde ter plaatsing op de agenda van de vergadering van Provinciale Staten; Provinciale Staten: Provinciale Staten van Zuid-Holland. Artikel 2 1. Provinciale Staten plaatsen een burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van hun vergadering indien daartoe door een initiatiefgerechtigde een geldig verzoek is ingediend, alsmede de overige ingezetenen van de provincie Zuid-Holland die kiesgerechtigd zijn voor de verkiezing van de leden van gemeenteraden krachtens de Kieswet. 2. Ongeldig is het verzoek dat: - niet door ten minste 1000 initiatiefgerechtigden wordt ondersteund; - een onderwerp als bedoeld in artikel 4 bevat, of - niet voldoet aan de voorwaarden, gesteld in artikel 5. Artikel 3 1. Initiatiefgerechtigd zijn degenen die kiesgerechtigd zijn voor de verkiezing van de leden van Provinciale Staten van Zuid-Holland krachtens de Kieswet, alsmede ingezetenen van de provincie Zuid-Holland van vijftien jaar en ouder die met uitzondering van hun leeftijd voldoen aan de vereisten voor het kiesrecht voor de leden van Provinciale Staten. 2. Voor de beoordeling of aan de vereisten voor initiatiefgerechtigdheid is voldaan, is de toestand op de dag van indiening van het verzoek bepalend. Artikel 4 i. Een burgerinitiatiefvoorstel houdt niet in: a. een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van Provinciale Staten; b. een vraag over het provinciaal beleid; c. een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht over een gedraging van het provinciaal bestuur; d. een bezwaar in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van het provinciaal bestuur; e. een onderwerp waarover korter dan een jaar voor indiening van het burgerinitiatiefvoorstel door Provinciale Staten een besluit is genomen; f. een onderwerp dat de persoonlijke levenssfeer betreft, of g. een onderwerp dat in strijd is met de universele verklaring van de rechten van de mens.

17 Artikel 5 1. Het verzoek om een burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van de vergadering van Provinciale Staten te plaatsen wordt schriftelijk ingediend bij de voorzitter van Provinciale Staten. 2. Het verzoek bevat ten minste: a. een nauwkeurige omschrijving van het burgerinitiatiefvoorstel; b. een toelichting op het burgerinitiatiefvoorstel; c. een globale raming van de kosten indien uit de realisering van het burgerinitiatief kosten voortvloeien; d. de achternaam, de voornamen, het adres, de geboortedatum (alle duidelijk leesbaar) en de handtekening van de indiener en zijn plaatsvervanger, en e. een lijst met 4e voornamen, achternamen, adressen, geboortedata (alle duidelijk leesbaar) en handtekeningen van de initiatiefgerechtigden die het voorstel ondersteunen. 2. Voor de indiening van het verzoek wordt gebruik gemaakt van het in bijiage i van deze verordening opgenomen model. Artikel 6 1. Het Presidium van Provinciale Staten stelt in zijn eerstvolgende vergadering na de datum van indiening van het verzoek vast of het een geldig verzoek betreft zoals bedoeld in artikel 2, met dien verstande dat ten minste twee weken is gelegen tussen de dag van indiening van het verzoek en de dag van de vergadering waarin op het voorstel wordt beslist. 2. Indien het Presidium het verzoek afwijst doet de voorzitter van Provinciale Staten van deze afwijzing gemotiveerd mededeling in de eerstvolgende vergadering van Provinciale Staten. 3. Indien het Presidium het verzoek afwijst wegens strijd met artikel 4, onder a, en het onderwerp behoort wel tot de bevoegdheid van het college van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, dan kan het Presidium het voorstel doorzenden aan het college van Gedeputeerde Staten. 4. Indien het Presidium het verzoek toewijst, dan agenderen Provinciale Staten het burgerinitiatiefvoorstel voor de eerstvolgende vergadering van Provinciale Staten. 5. Het Presidium kan Gedeputeerde Staten verzoeken het burgerinitiatiefvoorstel te voorzien van een advies. 6. De voorzitter van Provinciale Staten nodigt de indiener schriftelijk uit voor de vergadering waarvoor het burgerinitiatiefvoorstel is geagendeerd. De indiener of zijn plaatsvervanger heeft tijdens deze vergadering de gelegenheid om zijn burgerinitiatiefvoorstel mondeling nader toe te lichten. 7. Direct nadat Provinciale Staten over het burgerinitiatiefvoorstel een besluit hebben genomen wordt van dit besluit schriftelijk en gemotiveerd mededeling gedaan aan indiener. 8. Nadat de indiener is ingelicht wordt het besluit zo spoedig mogelijk algemeen bekend gemaakt door publicatie van het besluit of van de zakelijke inhoud ervan in een van overheidswege uitgegeven blad, op de provinciale website en in een of meer dag-, nieuws- of huis-aan-huisbladen, dan wel op een andere geschikte wijze. Artikel 7 i. De voorzitter van Provinciale Staten brengt over elk jaar een verslag uit over de werking van het recht van initiatief in de praktijk. Artikel 8 1. Deze verordening treedt in werking zes weken na bekendmaking in het Provinciaal blad van Zuid-Holland en geldt tot i juli Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening recht van initiatief Zuid-Holland. PAGINA 2/3

18 II. Deze verordening voor 31 december 2005 te evalueren op basis van de volgende criteria: - de mate waarin de verordening bijdraagt aan de betrokkenheid van burgers bij de provinciale politiek; - het aantal en de kwaliteit van de burgerinitiatiefvoorstellen; - de mening over de (uitvoering van de) verordening van burgers die een schriftelijk verzoek zoals bedoeld in artikel 5 lid i hebben ingediend. in. Voor de bekendmaking van het recht van initiatief een brede campagne op te zetten. Den Haag, 19 februasi 2003 Provinciale Staten van Zuid-Holland, griffier, voorzitter, PAGINA 3/3

19 3 TOELICHTING PER ARTIKEL Artikel 1 De definitie van burgerinitiatiefvoorstel is ruim gekozen. Dit biedt burgers de mogelijkheid om behalve een concreet voorstel, ook een onderwerp op de agenda van Provinciale Staten te zetten. Artikel 2 Uit dit artikel volgt dat Provinciale Staten een burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van een statenvergadering moeten plaatsen indien er sprake is van een geldig verzoek, ingediend door een initiatiefgerechtigde. Van een geldig verzoek is sprake als (a) het voorstel door ten minste 1000 initiatiefgerechtigden Wordt ondersteund en (b) het onderwerp van het burgerinitiatiefvoorstel niet (in artikel 4) is uitgezonderd en (c) aan de gestelde procedurele voorwaarden (in artikel 5) wordt voldaan. Artikel 3 Wie kiesgerechtigd is, is vastgelegd in artikel B 3 van de Kieswet. Door jongeren vanaf 15 jaar ook initiatiefgerechtigd te verklaren, kunnen zij betrokken worden bij de provinciale politiek. Voor de toetsing of aan de vereisten voor initiatiefgerechtigdheid is voldaan, geldt het moment van indie ning van het voorstel. Het verzoek vindt formeel op dat moment plaats. Artikel 4 De beperkingen die dit artikel stelt aan de inhoud van een burgerinitiatiefvoorstel vloeien vooral voort uit doelmatigheidsoverwegingen. Een ander argument voor deze beperkingen is, dat de afstand tussen burger en bestuur alleen maar zou worden vergroot als de burger na het doorlopen van de procedure te horen krijgt dat Provinciale Staten niets met het voorstel kunnen doen omdat zij er niet over gaan. Vragen over provinciaal beleid kunnen geen onderwerp van een burgerinitiatiefvoorstel zijn. Hiervoor heeft de burger andere mogelijkheden zoals het spreekrecht in een commissie- of statenvergadering of een brief aan Provinciale Staten of Gedeputeerde Staten. Ook moet voorkomen worden dat het burgerinitiatiefvoorstel andere procedures zoals de bezwaarof de klachtprocedure doorkruist. Met het oog hierop is bepaald dat het burgerinitiatiefvoorstel geen bezwaar tegen een genomen besluit of een klacht over een gedraging van de provincie kan inhouden. Het is evenmin de bedoeling dat zaken waarover recent (korter dan i jaar) nog door de Staten is besloten opnieuw onderwerp van bespreking worden als gevolg van een burgerinitiatiefvoorstel. Dit zou de besluitvorming in de Staten te zeer kunnen frustreren. Ten slotte zijn onderwerpen uitgezonderd die duidelijk in strijd zijn met de universele verklaring van de rechten van de mens. Artikel 5 Burgerinitiatiefvoorstellen worden ingediend bij de voorzitter van Provinciale Staten omdat daarmee de gehele Staten worden geadresseerd. Aan het verzoek is vooral uit praktische overwegingen (zoals uniformiteit, overzichtelijkheid en duidelijkheid) een aantal minimumvereisten gesteld. In de eerste plaats is dat het gebruik van een standaardformulier. Op dit formulier zal de verzoeker naast het voorstel plus toelichting, in ieder geval zijn personalia en die van zijn plaatsvervanger moeten aangeven. Ook de initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen zullen vermeld moeten worden. Om fraude met namen te voorkomen wordt gevraagd naar duidelijk leesbare adressen en geboortedata. Met name dat laatste gegeven kan niet aan openbare bronnen als telefoonboeken worden ontleend. Op grond van deze gegevens onderzoekt de provincie (steekproefsgewijs) of het verzoek de steun van voldoende daartoe gerechtigde personen heeft.

20 Artikel 6 De burger moet erop kunnen vertrouwen dat Provinciale Staten zijn voorstel spoedig toetst aan de vereisten en een besluit neemt over de behandeling. Er zijn minimaal twee weken beschikbaar om het voorstel te kunnen controleren. Bij een maandelijkse vergadering van het Presidium en van Provinciale Staten zal een geldig burgerinitiatiefvoorstel binnen maximaal twee maanden door Provinciale Staten besproken worden. Verzoeken waarvoor Provinciale Staten niet bevoegd zijn, kan het presidium doorzenden naar Gedeputeerde Staten. Dat zal met name gebeuren als het college van Gedeputeerde Staten wel bevoegd is. Bij een geldig verzoek kan het Presidium aan Gedeputeerde Staten vragen om het burgerinitiatiefvoorstel van een advies te voorzien vanuit hun verantwoordelijkheid. Met het zesde tot en met achtste lid zijn vooral waarborgen gecreeerd voor transparantie bij de afhandeling van een burgerinitiatiefvoorstel. Wat er inhoudelijk met het burgerinitiatiefvoorstel wordt gedaan is aan de Staten. Het ligt wel voor de hand dat Provinciale Staten plenair beslissen over het te volgen traject, maar een besluit over een burgerinitiatiefvoorstel kan uiteraard ook in een commissie inhoudelijk worden voorbereid. Artikel? De voorzitter van Provinciale Staten is verantwoordelijk voor een jaarlijks verslag van de werking van de verordening. Hierbij valt te denken aan getalsmatige gegevens (aantal ingediende, aantal toegewezen en aantal afgewezen burgerinitiatiefvoorstellen), alsmede aan een beknopt overzicht van de inhoud van de burgerinitiatiefvoorstellen, de besluiten van de Staten op de burgerinitiatiefvoorstellen en de motivatie op grond waarvan Provinciale Staten tot deze besluiten zijn gekomen. De uiteindelijke vorm en inhoud van het verslag worden bepaald door de voorzitter. Artikel 8 In dit artikel is aangegeven hoe naar de verordening kan worden verwezen, wanneer deze in wer : king treedt en wat de geldigheidstermijn is. PAGINA 2/2

21 4 BlJLAGEN Bijiage 1: Verzoek burgerinitiatiefvoorstel Ondergetekende verzoekt hierbij het volgende burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van Provinciale Staten te plaatsen: Toelichting op burgerinitiatiefvoorstel: Naam: Eerste voornaam en verdere voorletters: Geboortedatum: Adres: Postcode: Woonplaats: Handtekening: Plaatsvervanger: Naam: Eerste voornaam en verdere voorletters: Geboortedatum: Adres: Postcode: Woonplaats: Handtekening: Het verzoek burgerinitiatiefvoorstel gaat vergezeld van een lijst met de (duidelijk leesbare) namen, adressen, geboortedata en handtekeningen van initiatiefgerechtigden die het voorstel ondersteunen.

22 Ondergetekenden verklaren hierbij het verzoek tot het plaatsen van het volgende burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van Provinciale Staten te ondersteunen: Naam, eerste voornaam Adres Geboorte- Handtekening en voorletters datum enz. Toelichting ledereen die kiesgerechtigd is voor de verkiezing van Provinciale Staten en inwoners van de provincie van vijftien tot en met zeventien jaar die vanaf hun achttiende jaar aan Provinciale Statenverkiezingen zullen mogen deelnemen als ze dan nog in de provincie wonen, kan [kunnen] een verzoek doen om een burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van Provinciale Statenvergadering te plaatsen. Zij zijn initiatiefgerechtigd. Dit burgerinitiatiefvoorstel moet worden ondersteund door ten minste 1000 initiatiefgerechtigden. Hiervoor is een formulier vastgesteld. Het op het formulier voor het verzoek opgenomen burgerinitiatiefvoorstel wordt in dezelfde bewoordingen opgenomen boven aan elk formulier met ondersteuningsverklaringen. PAGINA 2/3

23 Het burgerinitiatiefvoorstel mag niet inhouden: a. een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van Provinciale Staten; b. een vraag over het provinciaal beleid; c. een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht over een gedraging van het provinciebestuur; d. een bezwaar in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van het provinciebestuur; e. een onderwerp waarover minder dan een jaar voor indiening van het burgerinitiatiefvoorstel door Provinciale Staten een besluit is genomen; f. een onderwerp dat de persoonlijke levenssfeer betreft, of g. een onderwerp dat in strijd is met de universele verklaring van de rechten van de mens. PAGINA 3/3

24 VOORDRACHT VAN PRESIDIUM AAN PROVINCIALE STATEN VERGADERING NUMMER JUNI ONDERWERP Verlenging Verordening recht van initiatief Zuid-Holland. 1 TOELICHTING In februari 2003 hebben Provinciale Staten de Verordening recht van initiatief Zuid-Holland vastgesteld. Dit naar aanleiding van een initiatiefvoorstel van het toenmalige statenlid de heer Ambting c.s. De verordening voorziet in een mogelijkheid voor inwoners van Zuid-Holland om onderwerpen rechtsreeks op de agenda van de Staten te plaatsen, mits aan een aantal voorwaarden is voldaan. Blijkens artikel 8, lid i van de verordening geldt deze tot i juli Tevens zou de werking van de verordening geevalueerd dienen te worden. Naar mag worden aangenomen zou de eventuele verlenging van de verordening mede op basis van deze evaluatie dienen plaats te vinden. Sedert de inwerkingtreding van de verordening is op een tweetal momenten sprake geweest van een mogelijk burgerinitiatief. Het eerste geval betrof een conceptplan voor de realisatie van een openluchttheater in het Westland (februari 2004). Dit initiatief was echter primair op het gebied van de (planologische) bevoegdheden van de gemeente gelegen en leende zich daarmee niet voor een burgerinitiatief bij de Staten. Daarnaast betrof het een nog weinig concreet plan, dat bovendien nog niet door anderen dan de indiener was ondertekend, c.q. ondersteunt. Het tweede geval betrof een initiatief tot afschaffing van de wachtgeldregeling, alsmede de invoering van een sollicitatieplicht voor gewezen statenleden (augustus 2004). Het betreffende initiatief was echter uitsluitend per ingediend en was niet door derden ondersteund. Verder was het voorstel voor een deel niet op het bevoegdheidsgebied van de Staten gelegen (de indiener beoogde een geheel op zichzelf staande sollicitatieplicht voor statenleden in te stellen, zonder dat daar enige provinciale financiele regeling in de zin van wachtgeld of anderszins tegenover stond). Gelet op het geringe aantal burgerinitiatieven dat is ontvangen, gekoppeld aan het feit dat het hier om ongeldige verzoeken ging, is het nauwelijks doenlijk geweest de werking van de verordening te evalueren. Mogelijk had nog onderzocht kunnen worden wat de oorzaak van het geringe gebruik van het burgerinitiatief zou kunnen zijn, doch daarvoor is eveneens weinig feitelijke basis aanwezig. Eventuele gevolgtrekkingen zouden zodoende al snel neerkomen op giswerk, hetgeen uiteraard niet de bedoeling kan zijn.

25 Desalniettemin kan het instrument van het burgerinitiatief op zichzelf bezien waardevol worden geacht. In het gedualiseerde bestuursmodel wordt groot belang gehecht aan de toegankelijkheid van de volksvertegenwoordiging voor de burger. Het instrument van het burgerinitiatief vormt in dat kader een mogelijkheid voor de burger om een bepaald onderwerp of vraagstuk rechtstreeks aan het oordeel van de volksvertegenwoordiging te onderwerpen. Met het oog hierop wordt u voorgesteld het recht van burgerinitiatief te behouden en de verordening te verlengen. De verlenging van de verordening kan plaatsvinden door middel van bijgevoegd ontwerp-statenbesluit. Dit besluit gaat er van uit dat de verordening nu voor een jaar zal plaatsvinden. Dit wordt bewerkstelligd door de in artikel 8 van de verordening genoemde expiratiedatum te wijzigen in i juli Eventuele verdere verlengingen kunnen dan door de in maart 2007 nieuw aantredende Staten in overweging worden genomen. FlNANCIELE/PERSONELECONSEQUENTIES N.v.t. VOORSTEL: Wij stellen u voor te besluiten overeenkomstig het ontwerpbesluit. Den Haag, 14 juni 2006, De voorzitter van het Presidium, J. Fransen. PAGINA 2/2

26 2 BESLUIT Provinciale Staten van Zuid-Holland, gelezen de voordracht van het Presidium van 14 juni 2006, nummer 5716; gelet op artikel 8 van de Verordening recht van initiatief Zuid-Holland; Overwegende dat het wenselijk is het recht van burgerinitiatief te behouden en derhalve de werkingsduur van de Verordening recht van initiatief Zuid-Holland te verlengen; BESLUITEN: I. Artikel 8 van de Verordening recht van initiatief Zuid-Holland te wijzigen, zodat het komt te luiden als volgt: "Artikel 8 1. Deze verordening geldt tot i juli Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening recht van initiatief Zuid- Holland."; II. Het onderhavige besluit in werking te doen treden op 30 juni Den Haag, 28 juni 2006 Provinciale Staten van Zuid-Holland, griffier, voorzitter,

Verordening recht van initiatief Zuid-Holland

Verordening recht van initiatief Zuid-Holland Verordening recht van initiatief Zuid-Holland Besluit van Provinciale Staten van Zuid-Holland van 19 februari 2003, nr. 8, tot vaststelling van de Verordening recht van initiatief Zuid-Holland, zoals gewijzigd

Nadere informatie

VERORDENING BURGERINITIATIEFVOORSTELLEN DRENTHE. Artikel 1, Definitie

VERORDENING BURGERINITIATIEFVOORSTELLEN DRENTHE. Artikel 1, Definitie 1 VERORDENING BURGERINITIATIEFVOORSTELLEN DRENTHE Artikel 1, Definitie In deze verordening wordt verstaan onder een burgerinitiatiefvoorstel: een voorstel van een initiatiefgerechtigde om een onderwerp

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders gedateerd 25 april 2007;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders gedateerd 25 april 2007; Onderwerp: Verordening burgerinitiatief gemeente Stede Broec De raad der gemeente Stede Broec; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders gedateerd 25 april 2007; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

Nadere informatie

Datum: 2 mei 2014 Zaaknr.: HG Documentnr.: Van afdeling : BOO Opgesteld door: B.R. van Leeuwen. Onderwerp Raadsvoorstel en -besluit:

Datum: 2 mei 2014 Zaaknr.: HG Documentnr.: Van afdeling : BOO Opgesteld door: B.R. van Leeuwen. Onderwerp Raadsvoorstel en -besluit: gemeente Hardinxveld-Giessendam RAADSVOORSTEL EN BESLUIT Datum: 2 mei 2014 Zaaknr.: HG 20262 Documentnr.: 15426 Van afdeling : BOO Opgesteld door: B.R. van Leeuwen Portefeuillehouder Datum raadsbehandeling

Nadere informatie

gezien het advies uit de raadscarrousels d.d. 14 januari 2016 en 18 februari 2016;

gezien het advies uit de raadscarrousels d.d. 14 januari 2016 en 18 februari 2016; De raad van de gemeente Castricum; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet; gezien het advies uit de raadscarrousels d.d. 14 januari 2016 en 18 februari 2016; besluit vast te stellen de volgende: VERORDENING

Nadere informatie

gelet op artikel 36 van het Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad ;

gelet op artikel 36 van het Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad ; De raad van de gemeente Waalwijk; gezien het bij brief d.d 16 oktober 2003 door het CDA en de overige coalitiepartijen ingediende initiatiefvoorstel inzake de vaststelling van een "Verordening burgerinitiatief

Nadere informatie

Verordening burgerinitiatief gemeente Hilversum:

Verordening burgerinitiatief gemeente Hilversum: CVDR Officiële uitgave van Hilversum. Nr. CVDR53274_1 20 februari 2018 Verordening burgerinitiatief gemeente Hilversum De raad der gemeente Hilversum; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

De raad van de gemeente Gouda. Besluit

De raad van de gemeente Gouda. Besluit De raad van de gemeente Gouda Gelezen het voorstel van de commissie dualisering van de gemeenteraad van 15 september 2003 Gelet op het advies van de commissie 1 van de gemeenteraad van 11 november 2003

Nadere informatie

gelet op het bepaalde in artikel 108, lid 1 juncto artikel 147 van de Gemeentewet;

gelet op het bepaalde in artikel 108, lid 1 juncto artikel 147 van de Gemeentewet; De raad van de gemeente Langedijk; gelezen het initiatiefvoorstel van de fracties van GroenLinks, Hart voor Langedijk/D66, VVD, PvdA, Groep Brandsma en Burgerbelang tot het vaststellen van een Verordening

Nadere informatie

Provinciale Staten van Noord-Holland

Provinciale Staten van Noord-Holland Provinciale Staten van Noord-Holland Voordracht 10 Haarlem, 15 januari 2002 Onderwerp: Verordening burgerinitiatief Noord-Holland Bijlagen: 3 1. Inleiding Het burgerinitiatief geeft burgers het recht om

Nadere informatie

B E S L U I T : VERORDENING BURGERINITIATIEF MENTERWOLDE 2012

B E S L U I T : VERORDENING BURGERINITIATIEF MENTERWOLDE 2012 No.: 5/4. De raad van de gemeente Menterwolde; gelezen het Intiatiefvoorstel van de fractie van de PvdA d.d. 12 februari 2012 en het aanvullend voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d

Nadere informatie

Voorstel aan de Gemeenteraad

Voorstel aan de Gemeenteraad Voorstel aan de Gemeenteraad Onderwerp Verordening op het burgerinitiatiefvoorstel en de burgeractiviteit Portefeuillehouder n.v.t. Presidium Vragen bij Raadsgriffie; J,A. Eshuis Carrousel: 11 februari

Nadere informatie

Verordening op het burgerinitiatief 2004

Verordening op het burgerinitiatief 2004 Verordening op het burgerinitiatief 2004 Status Bespreking of Beslissing door Datum voorontwerp B&W 10-02-2004 ontwerp Commissie AZ 01-03-2004 ontwerp Gemeenteraad 18-03-2004 Verordening op het burgerinitiatief

Nadere informatie

Verordening burgerinitiatief van de gemeente Emmen

Verordening burgerinitiatief van de gemeente Emmen raadsfractie Emmen Initiatiefvoorstel jaar stuknr. Raad categorie/agendanr. 2004 RA04.0098 B 7 Verordening burgerinitiatief van de gemeente Emmen Plaats Emmen Datum 1 juli 2004 Steller(s) Onderwerp J.C.F.M.

Nadere informatie

Verordening op het burgerinitiatief 2004

Verordening op het burgerinitiatief 2004 Zoek regelingen op overheid.nl Gemeente Weert Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl! Verordening op het burgerinitiatief 2004 Wetstechnische informatie Gegevens van

Nadere informatie

gezien het voorstel van de fractie BurgerBelang van 5 oktober 2005;

gezien het voorstel van de fractie BurgerBelang van 5 oktober 2005; CVDR Officiële uitgave van Hellendoorn. Nr. CVDR18490_1 29 maart 2016 Verordening Burgerinitiatief 2005 De raad van de gemeente Hellendoorn; gezien het voorstel van de fractie BurgerBelang van 5 oktober

Nadere informatie

Verordening van Provinciale Staten van Utrecht van 9 september 2002, tot instelling van een procedure voor burgerinitiatieven (Verordening

Verordening van Provinciale Staten van Utrecht van 9 september 2002, tot instelling van een procedure voor burgerinitiatieven (Verordening CVDR Officiële uitgave van Utrecht. Nr. CVDR73967_1 9 december 2016 Verordening van Provinciale Staten van Utrecht van 9 september 2002, tot instelling van een procedure voor burgerinitiatieven (Verordening

Nadere informatie

Verzoek burgerinitiatiefvoorstel

Verzoek burgerinitiatiefvoorstel Blad 1 Verzoek burgerinitiatiefvoorstel Ondergetekende verzoekt hierbij het volgende voorstel of onderwerp op de agenda van de gemeenteraad te plaatsen: Toelichting op voorstel of onderwerp: (U kunt, als

Nadere informatie

Veerhoek. Neder-Betuwe. 2016' vaststellen. Neder-Betuwe. een. regelen de verordenende

Veerhoek. Neder-Betuwe. 2016' vaststellen. Neder-Betuwe. een. regelen de verordenende Neder- Betuwe RaadSV00 rstel RAAD/15/01917 Raadsvergadering 11 februari Agendapunt 12 Portefeuillehouder ir. Onderwerp: Verordening burgerinitiatief inlichtingen Griffie bij 14 0488 Telefoonnr. E-mailadres

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Nr Verordening inwonersvoorstel Coevorden

GEMEENTEBLAD. Nr Verordening inwonersvoorstel Coevorden GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Coevorden. Nr. 92548 8 juli 2016 Verordening inwonersvoorstel Coevorden De raad van de gemeente Coevorden; gelezen het voorstel van het college van burgemeester

Nadere informatie

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 1 van 11

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 1 van 11 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 1 van 11 De raad van de gemeente Oudewater; Gelezen het voorstel van de werkgroep Bestuurlijke Vemieuwing; Gelet op het bepaalde in artikel 149 van dc Gemeentewet; besluit:

Nadere informatie

Indienen Burgerinitiatiefvoorstel

Indienen Burgerinitiatiefvoorstel Indienen Burgerinitiatiefvoorstel 1. Wat is een Burgerinitiatiefvoorstel Een Burgerinitiatiefvoorstel is een verzoek van een groep inwoners aan de gemeenteraad om een idee dat deze groep heeft te bespreken

Nadere informatie

Pagina 1 van 5. Aan het presidium

Pagina 1 van 5. Aan het presidium Aan het presidium Achterweg 2, 4001 MV Tiel Postbus 6325, 4000 HH Tiel Telefoon: (0344) 637 111 Telefax: (0344) 637 299 E-mail: gemeente@tiel.nl Internet: www.tiel.nl Doorkiesnummer: (0344) Tiel : Kenmerk

Nadere informatie

Burgerinitiatief - Model raadsvoorstel

Burgerinitiatief - Model raadsvoorstel Burgerinitiatief - Model raadsvoorstel Bijlage 1, behorende bij de Verordening burgerinitiatief Alkmaar 2015 agendapunt bijlage nr. : [door griffie in te vullen] : [door griffie in te vullen] Raadsvergadering:

Nadere informatie

Verordening op het Burgerinitiatief Zandvoort 2014

Verordening op het Burgerinitiatief Zandvoort 2014 Verordening op het Burgerinitiatief Zandvoort 2014 De raad van de gemeente Zandvoort: gelezen het voorstel met bijbehorende conceptverordening Verordening op het Burgerinitiatief Zandvoort 2014 met de

Nadere informatie

Besluit van de raad van de gemeente Ommen van 7 januari 2016, kenmerk / Artikel 1. Begripsomschrijving

Besluit van de raad van de gemeente Ommen van 7 januari 2016, kenmerk / Artikel 1. Begripsomschrijving VERORDENING BURGERINITIATIEF GEMEENTE OMMEN Besluit van de raad van de gemeente Ommen van 7 januari 2016, kenmerk 1643117/1643118 Artikel 1 Begripsomschrijving In deze verordening wordt verstaan onder:

Nadere informatie

Verzoek Burgerinitiatiefvoorstel

Verzoek Burgerinitiatiefvoorstel Verzoek Burgerinitiatiefvoorstel Persoonlijke gegevens Vul hier uw persoonlijke gegevens in. Voorletters Tussenvoegsels Naam Geboortedatum (dd-mm-jjjj) Straatnaam en huisnummer Postcode Woonplaats Telefoonnummer

Nadere informatie

GEMEENTERAAD VAN HELMOND

GEMEENTERAAD VAN HELMOND GEMEENTERAAD VAN HELMOND Vergadering 12 maart 2003, agendapunt 18 Onderwerp : Burgerinitiatief Bijlage : 47 B&W vergadering : 28 januari 2003 Dienst / afdeling : ST.BJZ Secretariaat: Postbus 909 5700 AX

Nadere informatie

Ondergetekende verzoekt hierbij het volgende voorstel op de agenda van de gemeenteraad te plaatsen:

Ondergetekende verzoekt hierbij het volgende voorstel op de agenda van de gemeenteraad te plaatsen: Verzoek burgerinitiatief Vul dit formulier duidelijk in. Loop hierbij alle vragen zorgvuldig langs, kruis aan wat van toepassing is en controleer de gegevens en handtekeningen. Ondergetekende verzoekt

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD JAARGANG: 2012 NR.: 19

PROVINCIAAL BLAD JAARGANG: 2012 NR.: 19 PROVINCIAAL BLAD JAARGANG: 2012 NR.: 19 Officiële naam regeling: Referendumverordening Provincie Limburg 2012 Citeertitel: Referendumverordening Provincie Limburg 2012 Naam ingetrokken regeling: Verordening

Nadere informatie

Provinciale Staten van Noord-Holland

Provinciale Staten van Noord-Holland Provinciale Staten van Noord-Holland Voordracht 81 Haarlem, 13 november 2001 Onderwerp: Reglement ambtelijke bijstand aan statenleden Bijlagen: ontwerpbesluit met toelichting Inleiding Artikel 33 van de

Nadere informatie

Referendumverordening provincie Limburg 2018

Referendumverordening provincie Limburg 2018 Referendumverordening provincie Limburg 2018 Hoofdstuk 1 Onderwerp van een referendum Artikel 1 Begripsbepaling In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: a. referendum:

Nadere informatie

e. ingezetenen: personen ingeschr even in het bevolkingsregister van de gem eent e W estland.

e. ingezetenen: personen ingeschr even in het bevolkingsregister van de gem eent e W estland. Verordeningenverzameling gemeente Westland; Vastgesteld in de raadsvergadering van 27 april 2004; Gewijzigd in de raadsvergadering van 28 juni 2016 (artikel 4); In werking getreden op: VERORDENING OP BURGERINITIATIEF

Nadere informatie

FORMULIER BURGERINITIATIEF

FORMULIER BURGERINITIATIEF FORMULIER BURGERINITIATIEF Vul dit formulier duidelijk in. Loop hierbij alle vragen zorgvuldig langs en controleer de gegevens en handtekeningen. i.v.m. privacy zijn persoonsgegevens zwartgemaakt Persoonsgegevens

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 September 2007, nr. 34/11;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 September 2007, nr. 34/11; Nr. 135 De raad van de gemeente Oldenzaal; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 September 2007, nr. 34/11; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet; be siu 11: vast

Nadere informatie

Verordening ambtelijke bijstand provinciale staten van Drenthe

Verordening ambtelijke bijstand provinciale staten van Drenthe 2003-55 Verordening ambtelijke bijstand provinciale staten van Drenthe Voorgestelde behandeling: - provinciale staten op 23 april 2003 - fatale beslisdatum: n.v.t. Voorgestelde status: B-stuk Behandeld

Nadere informatie

Door contact met ons op te nemen voorkomt u dat u zelf hard aan de slag gaat en later van ons hoort dat het eigenlijk anders had gemoeten.

Door contact met ons op te nemen voorkomt u dat u zelf hard aan de slag gaat en later van ons hoort dat het eigenlijk anders had gemoeten. Burgerinitiatief Leiderdorp U wilt een plek in uw buurt waar jongeren elkaar kunnen ontmoeten, een skatebaan of een plantsoen voor meer groen? U heeft een idee hoe de gemeente zijn dienstverlening kan

Nadere informatie

Burgerinitiatief. Hoe krijgt u uw burgerinitiatief op de raadsagenda?

Burgerinitiatief. Hoe krijgt u uw burgerinitiatief op de raadsagenda? Burgerinitiatief Heeft u een concreet idee of plan? En wilt u hier serieus werk van maken? Denk dan eens aan het indienen van een burgerinitiatief bij uw gemeenteraad. Burgerinitiatief Heeft u wel eens

Nadere informatie

Gedeputeerde staten, Besluiten vast te stellen de Beleidsregel actieve openbaarheid Zuid-Holland 2017.

Gedeputeerde staten, Besluiten vast te stellen de Beleidsregel actieve openbaarheid Zuid-Holland 2017. Besluit van gedeputeerde staten van Zuid-Holland van 13 december 2016, PZH-2016-573388038 (DOS-2016-0012132) tot vaststelling van de Beleidsregel actieve openbaarheid Zuid-Holland 2017 (Beleidsregel actieve

Nadere informatie

Decentrale regelgeving

Decentrale regelgeving Decentrale regelgeving Overheidsorganisatie Gemeente Lansingerland Organisatie die de regeling Gemeente Lansingerland vaststelt Vastgesteld door Gemeenteraad Titel regelgeving Verordening Interactieve

Nadere informatie

SUBSIDIEREGELING BEVORDEREN INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING ZUID-HOLLAND 2017

SUBSIDIEREGELING BEVORDEREN INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING ZUID-HOLLAND 2017 Provinciaal Blad van Zuid-Holland SUBSIDIEREGELING BEVORDEREN INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING ZUID-HOLLAND 2017 Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, Gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening

Nadere informatie

Burgerinitiatiefvoorstel Tegenwind Veenkoloniën

Burgerinitiatiefvoorstel Tegenwind Veenkoloniën 2013-584 Burgerinitiatiefvoorstel Tegenwind Veenkoloniën Voorgestelde behandeling: - provinciale staten op 25 september 2013 - fatale beslisdatum: 25 september 2013 Voorstel van het Presidium van Provinciale

Nadere informatie

Gelet op: Artikel 145 van de Provinciewet en artikel 2:14, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

Gelet op: Artikel 145 van de Provinciewet en artikel 2:14, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht; Voordracht aan Provinciale Staten van Gedeputeerde Staten Vergadering November 2014 Nummer 6750 Onderwerp Verordening elektronische kennisgeving Zuid-Holland 1 Ontwerpbesluit Provinciale Staten van Zuid-Holland,

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Vaststelling Verordening Werkgeverscommissie Statengriffie Provinciale Staten Drenthe

PROVINCIAAL BLAD. Vaststelling Verordening Werkgeverscommissie Statengriffie Provinciale Staten Drenthe PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van provincie Drenthe. Nr. 199 14 januari 2016 Vaststelling Verordening Werkgeverscommissie Statengriffie Provinciale Staten Drenthe Besluit van Gedeputeerde Staten van

Nadere informatie

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING Officiële uitgave van gemeenschappelijke regeling Werkplein Hart van West-Brabant. Nr. 111 19 juni 2015 Klachtenregeling Gemeenschappelijke Regeling Intergemeentelijke

Nadere informatie

GEWIJZIGD. A. In artikel 13, tweede lid wordt gewijzigd zodat het komt te luiden als volgt:

GEWIJZIGD. A. In artikel 13, tweede lid wordt gewijzigd zodat het komt te luiden als volgt: Voordracht aan Provinciale Staten GEWIJZIGD van Presidium Vergadering December 2014 Nummer 6740 Onderwerp Wijziging Reglement van orde voor de vergaderingen van Provinciale Staten, e.a. 1 Ontwerpbesluit

Nadere informatie

D66 INITIATIEFVOORSTEL HAAGSE REFERENDUMVERORDENING

D66 INITIATIEFVOORSTEL HAAGSE REFERENDUMVERORDENING rv 307 RIS 91131_011108 D66 INITIATIEFVOORSTEL HAAGSE REFERENDUMVERORDENING 8 november 2001 Robert van Lente Albert van der Zalm Arthur van Buitenen 1 Inleiding Op vrijdag 28 september 2001 heeft de commissie

Nadere informatie

Gelezen de voordracht van het presidium van 17 november 2014; Gelezen de voordracht van de commissie Z,C&M van 16 februari 2015;

Gelezen de voordracht van het presidium van 17 november 2014; Gelezen de voordracht van de commissie Z,C&M van 16 februari 2015; Provinciale Staten van Noord-Holland Gelezen de voordracht van het presidium van 17 november 2014; Gelezen de voordracht van de commissie Z,C&M van 16 februari 2015; Gelet op artikel 33 van de Provinciewet;

Nadere informatie

Verordening schade-advisering ruimtelijke ordening Flevoland

Verordening schade-advisering ruimtelijke ordening Flevoland Verordening schade-advisering ruimtelijke ordening Flevoland Artikel 1: Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder : aanvraag : adviseur: commissie: Besluit: deskundige belanghebbende:

Nadere informatie

Subsidieregeling bevorderen intergemeentelijke samenwerking Zuid-Holland 2015

Subsidieregeling bevorderen intergemeentelijke samenwerking Zuid-Holland 2015 Subsidieregeling bevorderen intergemeentelijke samenwerking Zuid-Holland 2015 Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, Gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013; Overwegende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 885 Voorstel van wet van de leden Karimi, Dubbelboer en Van der Ham betreffende het houden van een raadplegend referendum over het grondwettelijk

Nadere informatie

Inspraakverordening Wetterskip Fryslân

Inspraakverordening Wetterskip Fryslân Inspraakverordening Wetterskip Fryslân Begripsbepalingen Artikel 1 In deze verordening wordt verstaan onder: a. Inspraak: een door of namens het dagelijks bestuur geboden gelegenheid voor ingezetenen en

Nadere informatie

S T A T E N V O O R S T E L

S T A T E N V O O R S T E L S T A T E N V O O R S T E L Datum : 18 april 2005 Nummer PS : PS2005BEM10 Dienst/sector : Statengriffie Commissie : BEM Registratienummer : 2005psu000022i Portefeuillehouder : subcommissie voor de jaarrekening

Nadere informatie

Rapport. Datum: 4 maart 2004 Rapportnummer: 2004/073

Rapport. Datum: 4 maart 2004 Rapportnummer: 2004/073 Rapport Datum: 4 maart 2004 Rapportnummer: 2004/073 2 Klacht DE ONDERZOCHTE GEDRAGING Het in strijd met het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht niet informeren van betrokkene over de mogelijkheid

Nadere informatie

DORDRECHT. Aan. de gemeenteraad

DORDRECHT. Aan. de gemeenteraad DORDRECHT Aan de gemeenteraad Gemeentebestuur Spuibouievard 300 3311 GR DORDRECHT Datum 22 februari 2011 Ons kenmerk SBC/529089 Begrotingsprogramma Bestuur en samenwerking Betreft vaststellen Verordening

Nadere informatie

Pb Gedeputeerde Staten van Noord-Holland:

Pb Gedeputeerde Staten van Noord-Holland: Pb 29-2002 Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 21 mei 2002, nummer 2002-18839, ter bekendmaking van het besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van 13 mei 2002, nummer 37, tot

Nadere informatie

De uitvoering van de onderzoeken is gebaseerd op het zogenaamde Groninger Model. Over dit model hebben wij u reeds eerder geïnformeerd.

De uitvoering van de onderzoeken is gebaseerd op het zogenaamde Groninger Model. Over dit model hebben wij u reeds eerder geïnformeerd. 26-7-200725 september 2007 Corr.nr. 2007-34133, FC Nummer 23/ 2007 Zaaknr. 47817 Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Groningen tot vaststelling van de Verordening onderzoek doelmatigheid

Nadere informatie

Verordening klachtenregeling Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland 2012

Verordening klachtenregeling Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland 2012 Verordening klachtenregeling Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland 2012 Verordening klachtenregeling Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland 2012 Het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Noord-

Nadere informatie

Referendumverordening gemeente Winterswijk 2008

Referendumverordening gemeente Winterswijk 2008 CVDR Officiële uitgave van Winterswijk. Nr. CVDR29319_2 19 oktober 2017 Referendumverordening gemeente Winterswijk 2008 2008, nr. I-5. De raad van de gemeente Winterswijk; overwegende dat: de burgers de

Nadere informatie

gelezen het advies van de ondernemingsraad d.d.; 15 juni 2016, vast te stellen de navolgende Interne Klachtenregeling 2015;

gelezen het advies van de ondernemingsraad d.d.; 15 juni 2016, vast te stellen de navolgende Interne Klachtenregeling 2015; 111111111111111111111111111111111111111111111111111111111II1 2016.28159 23/06/2016 Interne Klachtenregeling 2015 Het college van de gemeente Woensdrecht gelezen het advies van de ondernemingsraad d.d.;

Nadere informatie

b e s l u i t : Pagina 1 van 7 Nr: De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr.

b e s l u i t : Pagina 1 van 7 Nr: De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr. Nr: 13-13 De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr. 13-13; gelet op artikel 3.30 Wet ruimtelijke ordening (Wro); b e s l u i t : vast te stellen de volgende:

Nadere informatie

Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning provincie Overijssel 2009

Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning provincie Overijssel 2009 Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning provincie Overijssel 2009 (geconsolideerde versie, geldend vanaf 12-6-2014 tot 1-9-2014) Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie provincie

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR375601_1. Referendumverordening Rotterdam 2007

CVDR. Nr. CVDR375601_1. Referendumverordening Rotterdam 2007 CVDR Officiële uitgave van Rotterdam. Nr. CVDR375601_1 3 juli 2018 Gemeenteblad 2007 De Raad van de gemeente Rotterdam, Gelezen het voorstel van het presidium van 7 december 2006; 06GR3115; raadsstukken

Nadere informatie

Statenvoorstel nr. PS/2011/543

Statenvoorstel nr. PS/2011/543 Statenvoorstel nr. PS/2011/543 Verordening Werkgeverscommissie griffier Datum Inlichtingen bij 21 september 2011 mw. mr.drs. E.H.P. Stolk-Jorink, telefoon 038 499 87 92 e-mail EHP.Stolk-Jorink@overijssel.nl

Nadere informatie

Provinciale Staten van Noord-Holland

Provinciale Staten van Noord-Holland Provinciale Staten van Noord-Holland Voordracht 37 Haarlem, 23 april 2002 Onderwerp: Deelverordening kwaliteitsverbetering en kadertraining vrijwilligerswerk 2002 Bijlage: ontwerpbesluit Inleiding Vrijwilligers

Nadere informatie

Sector : III Nr. : 98

Sector : III Nr. : 98 Sector : III Nr. : 98 De raad van de gemeente Ferwerderadiel; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 4 oktober 2000, nummer 6/98.00; gelet op het bepaalde in artikel 149 van de Gemeentewet;

Nadere informatie

Regeling behandeling bezwaarschriften Stichting Onderwijsgroep Zuid-Hollandse Waarden voor PO en VO

Regeling behandeling bezwaarschriften Stichting Onderwijsgroep Zuid-Hollandse Waarden voor PO en VO Regeling behandeling bezwaarschriften Stichting Onderwijsgroep Zuid-Hollandse Waarden voor PO en VO Artikel 1: Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan: a. Besluit: een schriftelijke beslissing

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 24 maart 2015 ; Subsidieverordening Maatschappelijk Innovatiefonds gemeente Ommen

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 24 maart 2015 ; Subsidieverordening Maatschappelijk Innovatiefonds gemeente Ommen GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Ommen. Nr. 52126 16 juni 2015 Subsidieverordening Maatschappelijk Innovatiefonds gemeente Ommen De raad van de gemeente Ommen; gelezen het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Rapport. Datum: 18 augustus 2004 Rapportnummer: 2004/324

Rapport. Datum: 18 augustus 2004 Rapportnummer: 2004/324 Rapport Datum: 18 augustus 2004 Rapportnummer: 2004/324 2 Klacht Op 20 april 2004 heeft de Nationale ombudsman besloten een onderzoek uit eigen beweging in te stellen naar een gedraging van het Uitvoeringsinstituut

Nadere informatie

2010 BESLUITEN Afdeling: Griffie Leiderdorp,

2010 BESLUITEN Afdeling: Griffie Leiderdorp, Pagina 1 van 6 Versie Nr. 3 Afdeling: Griffie Leiderdorp, 28-01-2011 Onderwerp: Verordening op de ambtelijke bijstand van de raad en fractieondersteuning 2011 gemeente Leiderdorp De raad van de gemeente

Nadere informatie

Het college van burgemeester en wethouders van Moerdijk, in haar vergadering van 26 juli 2005;

Het college van burgemeester en wethouders van Moerdijk, in haar vergadering van 26 juli 2005; Het college van burgemeester en wethouders van Moerdijk, in haar vergadering van 26 juli 2005; gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, de artikelen 1, tweede lid, en 29a, tweede lid, van

Nadere informatie

Gelet op artikel 14 van de gemeenschappelijke regeling Randstedelijke Rekenkamer,

Gelet op artikel 14 van de gemeenschappelijke regeling Randstedelijke Rekenkamer, Voorstel aan Provinciale Staten Van Fractievoorzittersoverleg Vergadering Oktober 2016 Nummer 6943 Onderwerp Wijziging Verordening Programmaraad Randstedelijke Rekenkamer 1 Ontwerpbesluit Provinciale Staten

Nadere informatie

Verordening op het recht van enquête van Provinciale Staten van Limburg 2018

Verordening op het recht van enquête van Provinciale Staten van Limburg 2018 Verordening op het recht van enquête van Provinciale Staten van Limburg 2018 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. enquête: een onderzoek

Nadere informatie

Gemeente Albrandswaard

Gemeente Albrandswaard RAADSBESLUIT Onderwerp Klachtenregeling gemeenteraad en griffie Gemeente Albrandswaard 2014 (100299) Commissie BBVnummer: 100299 Datum vergadering/ agendanummer Gemeente Albrandswaard Kenmerk 100440 Openbaar:

Nadere informatie

Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 14 november 2001, nummer 29482;

Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 14 november 2001, nummer 29482; pb 76-2001 Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 14 november 2001, nummer 29482; - ter bekendmaking van het besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van 10 december 2001, nummer

Nadere informatie

h. Adviesraad: de in artikel 3 lid 5 genoemde en door het college in te stellen adviesraad

h. Adviesraad: de in artikel 3 lid 5 genoemde en door het college in te stellen adviesraad Gemeente Epe Raadsbesluit 2016 registratienummer: 2016-10950 DE RAAD DER G E M E E N T E E P E gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr. 2016-10950 d.d. gelet op artikel 149 Gemeentewet

Nadere informatie

a. Persoonsgegevens van politieke ambtsdragers, zoals raadsleden, raadsvolgers en collegeleden.

a. Persoonsgegevens van politieke ambtsdragers, zoals raadsleden, raadsvolgers en collegeleden. Werkbeschrijving griffie Rheden i.v.m. het verwerken van persoonsgegevens in het kader van de Algemene Verordening gegevensbescherming (AVG) bij werkzaamheden van griffie en raad 1 Definitie publicatie

Nadere informatie

College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel

College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel PS2008WMC16-1 - College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel Datum : 15 april 2008 Nummer PS : PS2008WMC16 Afdeling : MOW Commissie : WMC Registratienummer : 2008INT216622 Portefeuillehouder : De Wilde

Nadere informatie

Gezien de statenbrief van Gedeputeerde Staten d.d.., nr.., betreffende de vaststelling van de Verordening rechtsbescherming Gelderland 2016;

Gezien de statenbrief van Gedeputeerde Staten d.d.., nr.., betreffende de vaststelling van de Verordening rechtsbescherming Gelderland 2016; Provinciale Staten Vergadering d.d. Besluit nr. PROVINCIALE STATEN VAN GELDERLAND Gezien de statenbrief van Gedeputeerde Staten d.d.., nr.., betreffende de vaststelling van de Verordening rechtsbescherming

Nadere informatie

Verzoek burgerinitiatiefvoorstel Ondergetekende verzoekt hierbij het volgende voorstel of onderwerp op de agenda van de gemeenteraad te plaatsen:

Verzoek burgerinitiatiefvoorstel Ondergetekende verzoekt hierbij het volgende voorstel of onderwerp op de agenda van de gemeenteraad te plaatsen: Verzoek burgerinitiatiefvoorstel Ondergetekende verzoekt hierbij het volgende voorstel of onderwerp op de agenda van de gemeenteraad te plaatsen: a. de natuur, het landschap, de biodiversiteit en de vogelstand

Nadere informatie

Referentie: 2014022651. Klachtenregeling Zorginstituut Nederland. De Raad van Bestuur van Zorginstituut Nederland,

Referentie: 2014022651. Klachtenregeling Zorginstituut Nederland. De Raad van Bestuur van Zorginstituut Nederland, Referentie: 2014022651 Klachtenregeling Zorginstituut Nederland De Raad van Bestuur van Zorginstituut Nederland, gelet op artikel 9:2 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 15 van het Bestuursreglement

Nadere informatie

Interne Klachtenregeling gemeente Valkenswaard 2011

Interne Klachtenregeling gemeente Valkenswaard 2011 Interne Klachtenregeling gemeente Valkenswaard 2011 De raad van de gemeente Valkenswaard, het college van burgemeester en wethouders van Valkenswaard respectievelijk de burgemeester van Valkenswaard; gelet

Nadere informatie

: beslissing op bezwaarschrift afwijzing verzoek inpassingsplan Lage Weide, gemeente Utrecht. Besluit pag. 4. Toelichting pag. 5

: beslissing op bezwaarschrift afwijzing verzoek inpassingsplan Lage Weide, gemeente Utrecht. Besluit pag. 4. Toelichting pag. 5 College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel DATUM 12 mei 2015 NUMMER PS PS2015RGW06 AFDELING FLO/ MEC COMMISSIE RGW STELLER Dorien van Cooten & Henk de Vries DOORKIESNUMMER DOCUMENTUMNUMMER 8150FBF3

Nadere informatie

Klachtenregeling Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing

Klachtenregeling Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing Klachtenregeling Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing Het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling FUMO, overwegende dat: - de FUMO wil zorgdragen voor een behoorlijke behandeling van

Nadere informatie

Gelet op artikel 33, eerste lid en artikel artikel 167, derde lid van de Provinciewet;

Gelet op artikel 33, eerste lid en artikel artikel 167, derde lid van de Provinciewet; Voordracht aan Provinciale Staten van Seniorenconvent Vergadering September 2014 Nummer 6732 Onderwerp Wijziging Verordening ambtelijke bijstand aan leden van Provinciale Staten van Zuid-Holland 1 Ontwerpbesluit

Nadere informatie

Datum : 24 oktober 2005 Nummer PS : PS2005BEM39 Dienst/sector : SGU Commissie : BEM Registratienummer : - Portefeuillehouder : Staal

Datum : 24 oktober 2005 Nummer PS : PS2005BEM39 Dienst/sector : SGU Commissie : BEM Registratienummer : - Portefeuillehouder : Staal S T A T E N V O O R S T E L Datum : 24 oktober 2005 Nummer PS : PS2005BEM39 Dienst/sector : SGU Commissie : BEM Registratienummer : - Portefeuillehouder : Staal Titel : Wijziging gedragscode Provinciale

Nadere informatie

GEMEENTE SLUIS KLACHTENREGELING GEMEENTE SLUIS. gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en Hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht;

GEMEENTE SLUIS KLACHTENREGELING GEMEENTE SLUIS. gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en Hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht; GEMEENTE SLUIS DE RAAD VAN DE GEMEENTE SLUIS; KLACHTENREGELING GEMEENTE SLUIS gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en Hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht; BESLUIT vast te stellen de volgende

Nadere informatie

Onderwerp Taken en bevoegdheden werkgeverscommissie en vaststellen delegatie- en mandaatbesluit

Onderwerp Taken en bevoegdheden werkgeverscommissie en vaststellen delegatie- en mandaatbesluit Voorstel aan de raad Nummer: A13-03615 Portefeuille: Programma: Programma onderdeel: n.v.t. n.v.t. n.v.t. Steller: N. IJnema Afdeling: Griffie Telefoon: 0320-278417 E-mail: na.ijnema@lelystad.nl Punt 8f

Nadere informatie

Beschrijving klachtenafhandeling

Beschrijving klachtenafhandeling Beschrijving klachtenafhandeling Van der Horst & Starke bv Versie januari 2014 1 De organisatie van der Horst & Starke bv heeft een klachtenreglement. Dit reglement wordt gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel.

Nadere informatie

Stimuleringsregeling collectief particulier opdrachtgeverschap

Stimuleringsregeling collectief particulier opdrachtgeverschap CVDR Officiële uitgave van Noord-Brabant. Nr. CVDR94842_4 6 december 2016 Stimuleringsregeling collectief particulier opdrachtgeverschap GEDEPUTEERDE STATEN van Noord-Brabant: Gelet op artikel 152 van

Nadere informatie

Ondernemingsraad gemeente Nissewaard - REGLEMENT VAN DE ONDERNEMINGSRAAD GEMEENTE NISSEWAARD

Ondernemingsraad gemeente Nissewaard - REGLEMENT VAN DE ONDERNEMINGSRAAD GEMEENTE NISSEWAARD GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Nissewaard Nr. 43180 1 maart 2018 Ondernemingsraad gemeente Nissewaard - REGLEMENT VAN DE ONDERNEMINGSRAAD GEMEENTE NISSEWAARD De ondernemingsraad van de

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders d.d.

gelezen het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders d.d. 1 van 5 Zaaknummer : 1259275 Steller Afdeling : Gine Nicolai : Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord De Raad van de gemeente Hoorn; gelezen het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders

Nadere informatie

Artikel 3. Taken voorzitter

Artikel 3. Taken voorzitter Ontwerp-besluit De raad van de gemeente Krimpen aan den IJssel; gelezen het voorstel van het presidium van de gemeenteraad van 14 maart 2013; overwegende dat het gewenst is de integrale bevoegdheid van

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 4 september 2012;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 4 september 2012; Download subsidieverordening De Raad van de gemeente Hoorn; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 4 september 2012; besluit: De volgende verordening Verordening subsidiëring

Nadere informatie

Voorstel tot invoering van een nieuw instrument van de raad tijdens raadsvergaderingen.

Voorstel tot invoering van een nieuw instrument van de raad tijdens raadsvergaderingen. ONTWERP-RAADSVOORSTEL VAN BenW AAN DE RAAD VOOR 18 juni 2009 1 OPSTELLER VOORSTEL: Griffier AFDELING: Griffie PORTEFEUILLEHOUDER: N.v.t. Agendapunt: No. /'05 Dokkum, 19 mei 2009. Onderwerp: Spoeddebat.

Nadere informatie

Nadere regels Fonds Leefbaarheid Landelijk Gebied Flevoland

Nadere regels Fonds Leefbaarheid Landelijk Gebied Flevoland Gedeputeerde Staten van Flevoland, overwegende dat: Provinciale Staten op de begroting onder vermelding van Fonds Leefbaarheid Landelijk Gebied 2017-2019 financiële middelen beschikbaar hebben gesteld

Nadere informatie

Gezien het voorstel van Gedeputeerde Staten, d.d. 21 juli 2009, nr. 2009-013327,

Gezien het voorstel van Gedeputeerde Staten, d.d. 21 juli 2009, nr. 2009-013327, Provinciale Staten Vergadering d.d. 23 september 2009 Besluit nr. PS2009-658 PROVINCIALE STATEN VAN GELDERLAND Gezien het voorstel van Gedeputeerde Staten, d.d. 21 juli 2009, nr. 2009-013327, Gelet op

Nadere informatie

DATUM BEHANDELING IN D&H 23 apfil 2013. commissie 0 MBH (8 mei 2013)

DATUM BEHANDELING IN D&H 23 apfil 2013. commissie 0 MBH (8 mei 2013) 3ATUM VERGADERING 23 IT)eİ 2013 BULAGE(N) 2 DATUM BEHANDELING IN D&H 23 apfil 2013 \GENDAPUNTNUMMER I I commissie 0 MBH (8 mei 2013) AAN DE VERENIGDE VERGADERING B1300195 waterschap Hollandse Delta VERORDENING

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Onderwerp: coördinatieverordening DE GEMEENTERAAD WORDT VOORGESTELD TE BESLUITEN OM: een coördinatieverordening vast te stellen

Raadsvoorstel. Onderwerp: coördinatieverordening DE GEMEENTERAAD WORDT VOORGESTELD TE BESLUITEN OM: een coördinatieverordening vast te stellen Raadsvoorstel Zaakkenmerk: 1024264 Raad 5 juni 2014 Documentkenmerk: 1024272 B. en W. 6 mei 2014 Behandeld door: dhr. D. Doornweerd E-mail: Dries.Doornweerd@ommen-hardenberg.nl Onderwerp: coördinatieverordening

Nadere informatie

Datum uitwerkingtreding Betreft nieuwe regeling

Datum uitwerkingtreding Betreft nieuwe regeling Gemeente Tiel Verordening op de ambtelijke bijstand 2003 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Vastgesteld door Onderwerp Eigen onderwerp

Nadere informatie