Zederik. Prinses Marijkeweg 59 c/d, Ameide. Ruimtelijke onderbouwing definitief. mw. drs. J.P. Zevenbergen-Herweijer

Transcriptie

1

2

3 Zederik Prinses Marijkeweg 59 c/d, Ameide Ruimtelijke onderbouwing identificatie planstatus projectnummer: datum: status: definitief opdrachtleider: mw. drs. J.P. Zevenbergen-Herweijer

4

5 Inhoud 1. Inleiding Aanleiding Ligging projectgebied Vigerend bestemmingsplan Leeswijzer 5 2. Ruimtelijk kader Provinciale Structuurvisie en Verordening Ruimte Regionale structuurvisie Visie gemeente Zederik 8 3. Project 9 4. Sectorale aspecten Cultuurhistorie en archeologie Ecologie Milieu Verkeerskundige aspecten Water en waterhuishouding Uitvoerbaarheid Economische uitvoerbaarheid Maatschappelijke uitvoerbaarheid 19 Bijlage 1. Verkennend bodemonderzoek 21 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

6 2 Inhoud Figuur 1.1 Ligging projectgebied in Ameide Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

7 1. Inleiding Aanleiding Legalisering recreatiewoning Prinses Marijkeweg 59 c/d Ameide Op 7 december 2011 is geconstateerd dat er op het perceel Prinses Marijkeweg 59 c/d een recreatiewoning in aanbouw was zonder dat daarvoor een omgevingsvergunning is verleend. Op dezelfde locatie was voorheen ook een illegaal bouwwerk aanwezig. De eigenaren hebben op 9 maart 2012 een verzoek gedaan om planologische medewerking om af te wijken van het vigerende bestemmingsplan voor het perceel en het inmiddels gerealiseerde bouwwerk. De gemeente heeft het voornemen om de recreatiewoning te legaliseren onder de voorwaarde dat er sprake is van kwaliteitsverbetering. Een voormalige kippenschuur en andere voormalige agrarische bebouwing op het perceel moeten worden gesloopt. Daarnaast wordt het gebied opengesteld voor bewoners van het verzorgingstehuis Open Vensters. Omdat het vigerende bestemmingsplan geen rekening houdt met de ontwikkeling is deze ruimtelijke onderbouwing opgesteld om af te wijken van dit bestemmingsplan Ligging projectgebied Het projectgebied ligt in een bosgebiedje tussen de Prinses Marijkeweg en de Lekdijk. Het vroegere agrarische perceel met enkele voormalige agrarische gebouwen wordt al lange tijd recreatief gebruikt. Ter plaatse van de nieuwe recreatiewoning heeft een oude recreatiewoning gestaan. Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

8 4 Inleiding Figuur 1.2 Situatie (rood omlijnd bouwwerk is de nieuwe recreatiewoning, de overige bebouwing wordt gesloopt) Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

9 Inleiding Vigerend bestemmingsplan Het vigerende bestemmingsplan voor het plangebied is het plan Kernen, zoals dat luidt na 1 e herziening. De raad van de gemeente Zederik stelde deze herziening vast op 28 september De gronden hebben de bestemming Agrarische Doeleinden. Het grootste deel heeft de subbestemming zonder gebouwen, overkappingen en mestsilo s. De voormalige kippenschuur is aangeduid met een bouwvlak. Het bestemmingsplan houdt geen rekening met de recreatiewoning en recreatief gebruik van het perceel. Figuur 1.3 Uitsnede vigerend bestemmingsplan 1.4. Leeswijzer De ruimtelijke onderbouwing is als volgt opgezet. In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op het ruimtelijk kader. Hoofdstuk 3 bevat een beschrijving van de ruimtelijke situatie. In hoofdstuk 4 komen de sectorale aspecten, zoals verkeer, milieu, waterhuishouding, ecologie en archeologie aan de orde. Tot slot bevat hoofdstuk 5 informatie over de uitvoerbaarheid. Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

10 6 Inleiding Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

11 2. Ruimtelijk kader 7 In dit hoofdstuk is de ontwikkeling getoetst aan de relevante beleidskaders van overheden. De ontwikkeling past binnen het vastgestelde beleid van gemeente en andere overheden Provinciale Structuurvisie en Verordening Ruimte De locatie staat op de structuurvisiekaart aangegeven als bestaand dorpsgebied. De locatie ligt binnen de grens van de bebouwingscontour, zoals opgenomen in de Verordening Ruimte. Het hergebruik van vrijkomende locaties in kernen past binnen het beleid van de provincie. Figuur 2.1. Uitsnede kaart actuele bebouwingscontour 2.2. Regionale structuurvisie De regionale structuurvisie van de gemeenten in de Alblasserwaard Vijfheerenlanden geeft een visie op de toekomstige ontwikkeling van de regio. De centrale visie uit de nota is de vorming van een vitale regio, gericht op het duurzaam vernieuwen van zowel het landelijk als het stedelijk gebied, samen met het versterken van het overwegend open, rustige en authentieke karakter van de regio, waardoor bewoners, bedrijven en bezoekers zich thuis blijven voelen en zich verder kunnen ontplooien. De kern Ameide is aangeduid als verzorgingskern met perspectief op uitbreiding voor de lange termijn. Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

12 8 Ruimtelijk kader 2.3. Visie gemeente Zederik Belangrijke doelstellingen hebben te maken met handhaving en versterking van de kwaliteit van de woon- en leefomgeving en leefbare kernen. Daarbij is een belangrijke omslag gemaakt van een beheergerichte naar een meer ontwikkelingsgerichte gemeente. Naast de zorg voor het landelijk gebied heeft de gemeente nadrukkelijk ook een verantwoordelijkheid voor de sociaaleconomische vitaliteit van de kernen. Dat betekent onder andere benutten van inbreidingsmogelijkheden. Er worden drie hoofdkernen onderscheiden: Ameide, Lexmond en Meerkerk. Uitgangspunt is concentratie van woningbouw en voorzieningen in de hoofdkernen, de zogenoemde verzorgingskernen. Hergebruik van vrijkomende locaties past binnen het beleid. De gemeente wil recreatie stimuleren. In de (ontwerp)structuurvisie wordt aangegeven dat recreatie en toerisme een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan het vergroten van de belevingswaarde van Zederik. Hoewel de voorkeur wordt gegeven aan een concentratie van recreatie, zoals bijvoorbeeld kampeerterreinen, heeft de gemeente de afgelopen jaren vaker losse recreatiewoningen toegestaan. De herbouw van een recreatiewoning op een voormalig agrarisch perceel binnen de kern is niet in strijd met het gemeentelijk beleid Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

13 3. Project 9 Legalisering recreatiewoning De locatie is gelegen in een gebied, dat aan weerszijden wordt begrensd door agrarisch landschap en aan de achterzijde door de Lekdijk. De oorspronkelijke eigenaars hebben de locatie aanvankelijk voor agrarische doeleinden benut. Op het perceel is nog voormalige agrarische bebouwing aanwezig. Na beëindiging van het agrarisch gebruik is het perceel ingeplant met bomen en in gebruik genomen als privé bos met passieve recreatie. Op het perceel is een oude recreatiewoning vervangen door een nieuwe (zie figuur 3.1 en 3.2.) Het oude verblijf voldeed niet meer aan de eisen van deze tijd. Figuur 3.1 Foto s Nieuwe recreatiewoning Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

14 10 Project Figuur 3.2 Plattegrond en doorsneden Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

15 Project 11 Het recreatief gebruik is echter nooit juridisch geregeld, waardoor het gebruik in strijd is met het vigerende bestemmingsplan. Omdat sprake is van kwaliteitsverbetering heeft het college op 5 april 2012 besloten in principe medewerking te verlenen aan het legaliseren van de recreatiewoning. Om gemotiveerd af te kunnen wijken van het bestemmingsplan is deze ruimtelijke onderbouwing opgesteld. Kwaliteitsverbetering In het kader van kwaliteitsverbetering worden de voormalige kippenschuur (50 x 10 m) en andere voormalige agrarische bouwwerken op het perceel verwijderd. Daarnaast wordt het perceel opengesteld voor de bewoners van het verzorgingshuis Open Vensters, zodat zij kunnen genieten van de omgeving. Door de sloop van de voormalige agrarische bebouwing wordt de kwaliteit van het landschap verhoogd en het karakteristieke beeld vanaf de Lekdijk verbeterd. Het beeld vanaf de Prinses Marijkeweg blijft onveranderd. Hier ligt een toegangsweg in een strook bos. Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

16 12 Project Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

17 4. Sectorale aspecten 13 De beoogde ontwikkeling is getoetst aan relevante omgevingsaspecten. Omdat er geen gevoelige functies mogelijk gemaakt worden, heeft geen toetsing aan de aspecten luchtkwaliteit en wegverkeerslawaai plaats gehad Cultuurhistorie en archeologie Cultuurhistorie De Alblasserwaard en Vijfheerenlanden zijn op de provinciale beleidskaart op het gebied van cultuurhistorie aangemerkt als Topgebied. Deze aanwijzing vloeit voort uit de Cultuurhistorische Hoofdstructuur Zuid-Holland. De bebouwing op het perceel heeft geen cultuurhistorische waarde. Geconcludeerd kan worden dat door de ontwikkeling geen cultuurhistorische waarden worden aangetast. De nieuwe recreatiewoning en het opruimen van ouder agrarische bebouwing betekenen een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit van het nu wat rommelige terrein. Archeologie Wet archeologische monumentenzorg Op 1 september 2007 is de wet op de archeologische monumentenzorg in werking getreden. Hiermee worden de uitgangspunten van het Verdrag van Malta binnen de Nederlandse wetgeving geïmplementeerd. De wet regelt de bescherming van archeologisch erfgoed in de bodem, de inpassing ervan in de ruimtelijke ontwikkeling en de financiering van opgravingen: 'de veroorzaker betaalt'. Voor gebieden waar archeologische waarden voorkomen of waar reële verwachtingen bestaan dat ter plaatse archeologische waarden aanwezig zijn, dient door de initiatiefnemer voorafgaand aan bodemingrepen archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd. De uitkomsten van het archeologisch onderzoek dienen vervolgens volwaardig in de belangenafweging te worden betrokken. Het belangrijkste doel is de bescherming van het archeologische in de bodem (in situ) omdat de bodem doorgaans de beste garantie biedt voor een goede conservering. Er wordt uitgegaan van het basisprincipe de 'verstoorder' betaalt voor het opgraven en het documenteren van de aangetroffen waarden als behoud in de bodem niet tot de mogelijkheden behoort. Onderzoek en conclusie Zederik heeft een eigen Archeologische Verwachtings- en beleidsadvieskaart. Hierop is aangegeven dat het gebied een hoge verwachting heeft voor prehistorie tot middeleeuwen. Archeologisch vervolgonderzoek is noodzakelijk bij ingrepen groter dan of gelijk aan 250m2 en dieper dan 30 cm. De recreatiewoning valt binnen deze grenswaarden en is daarom vrijgesteld van onderzoek. Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

18 14 Sectorale aspecten Figuur 4.1 Uitsnede archeologische beleidskaart gemeente Zederik Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

19 Sectorale aspecten Ecologie Het projectgebied bestaat uit bos met een nieuwe recreatiewoning en voormalige agrarische bebouwing. De nieuwe recreatiewoning wordt gelegaliseerd en de voormalige agrarische bebouwing op het terrein wordt gesloopt. Resultaten onderzoek en conclusie De agrarische bebouwing is niet geschikt (te open, tochtig, geen spouwmuren, dakpannen e.d.) voor vaste verblijfplaatsen van vleermuizen en broedvogels. De bebouwing vormt mogelijk alleen een onderdeel van het leefgebied van licht beschermde, tabel 1-soorten (spits)muizen. Er is geen ontheffing nodig voor de tabel 1-soorten van de Ffw omdat hiervoor een vrijstelling geldt van de verbodsbepalingen van de Ffw. Uiteraard geldt wel de algemene zorgplicht. Dat betekent dat iedereen voldoende zorg in acht moet nemen voor alle in het wild voorkomende planten en dieren en hun leefomgeving. Tijdens de werkzaamheden dient rekening te worden gehouden met het broedseizoen. Verstoring van broedende vogels is verboden. Overtreding van verbodsbepalingen ten aanzien van vogels wordt voorkomen door de werkzaamheden buiten het broedseizoen uit te voeren. In het kader van de Ffw wordt geen standaardperiode gehanteerd voor het broedseizoen. Van belang is of een broedgeval aanwezig is, ongeacht de periode. Indien de werkzaamheden uitgevoerd worden op het moment dat er geen broedgevallen (meer) aanwezig zijn, is overtreding van de wet niet aan de orde. De meeste vogels broeden overigens tussen 15 maart en 15 juli (bron: Milieu De voormalige agrarische gronden worden al lange tijd recreatief gebruikt. Er worden geen negatieve milieueffecten verwacht. Geluidhinder De recreatiewoning is geen geluidsgevoelige functie volgens de Wet geluidhinder. Tevens zullen geen nieuwe wegen en aansluitingen gerealiseerd worden. Akoestisch onderzoek naar wegverkeerslawaai kan daarom achterwege blijven. Externe veiligheid Er liggen geen risicovolle inrichtingen in de directe omgeving van de recreatiewoning. Ook zijn er geen weg- of spoorverbindingen in de directe nabijheid. De rivier de Lek ligt op aanzienlijke afstand en leidt ter plaatse van de recreatiewoning niet tot ruimtelijke beperkingen Hinder bedrijven In de directe omgeving van de locatie zijn geen (agrarische) bedrijven gelegen, die hinder ondervinden van de legalisatie van de recreatiewoning. Er liggen geen bedrijven in de omgeving die het leefklimaat op de locatie negatief beïnvloeden. Planologisch relevante kabels en leidingen Er liggen geen planologisch relevante kabels en leidingen in de buurt van de recreatiewoning. Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

20 16 Sectorale aspecten Bodem Bij functiewijzigingen moet worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de beoogde functie en moet worden vastgesteld of er sprake is van een saneringsnoodzaak. In het Verkennend Bodemonderzoek (BSAdviezen, rapportnr , 18 oktober 2012) is geconcludeerd dat de bodem op de locatie in chemische en fysische zin voldoet aan de criteria van wonen met tuin. Op grond van de resultaten vormt de kwaliteit van de bodem geen bezwaar tegen de beoogde functie Verkeerskundige aspecten Er worden geen nieuwe wegen en aansluitingen gerealiseerd. De recreatiewoning heeft een eigen ontsluiting op de Prinses Marijkeweg. Parkeren vindt plaats op eigen terrein. Er zijn twee parkeerplaatsen. In de toekomstige situatie zal sprake zijn van medegebruik van het gebied door voetgangers en rolstoelgebruikers. De bereikbaarheid van de nieuwe recreatiewoning is goed. De verkeersintensiteiten op de Prinses Marijkeweg zijn laag. De verkeersbewegingen van en naar de parkeerplaatsen op eigen terrein zullen niet leiden tot problemen in de verkeersafwikkeling op de ontsluitende weg. Het aspect verkeer staat de ontwikkeling dan ook niet in de weg Water en waterhuishouding Watertoets en waterbeheer Het is wettelijk verplicht een watertoets uit te voeren. Dit is een procedure waarbij de initiatiefnemer in een vroeg stadium overleg voert met de waterbeheerder over de ruimtelijke ontwikkeling. De watertoets heeft als doel het voorkomen van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen die in strijd zijn met duurzaam waterbeheer. In het projectgebied wordt het waterbeheer gevoerd door het Waterschap Rivierenland. In het kader van de watertoets is over deze ruimtelijke ontwikkeling overleg gevoerd met de waterbeheerder. Beleid waterschap Het Waterbeheerplan (2009) heeft een integraal en strategisch karakter. De koers voor de komende jaren wordt hierin vastgelegd. In deze periode staan de volgende aspecten centraal: het bieden van veiligheid tegen overstromingen; het realiseren van de kwantitatieve wateropgave (NBW1); het realiseren van de waterkwaliteits- en ecologische doelstellingen (KRW2); het samen met de gemeenten realiseren van de kwantitatieve wateropgave in het stedelijk gebied en het verbeteren van de waterkwaliteit in stedelijke wateren; het invulling geven aan de samenwerking in de afvalwaterketen. Het Waterbeheerplan borduurt voort op de verschillende beleidsplannen die in de afgelopen jaren zijn vastgesteld. Er is dus geen sprake van een breuk in het waterbeleid maar wel van een verdere intensivering. Het is het eerste volledig integrale waterbeheerplan van het waterschap. Alle beleidsaspecten van waterkeringen, watersysteem en afvalwaterketen zijn in dit plan verwoord. Ook zijn voor het eerst de nationale, de provinciale en waterschapsplannen tegelijkertijd opgesteld. Omdat deze verschillende plannen elkaar beïnvloeden is er veel geïnvesteerd in een goede afstemming tussen de verschillende overheden Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

21 Sectorale aspecten 17 In de Keur heeft het waterschap een vuistregel opgenomen voor de compensatie van toename aan verhard oppervlak. Deze vuistregel houdt in dat voor elke hectare nieuw verhard oppervlak er 436 m 3 waterberging gerealiseerd moet worden (gebaseerd op de T=10+10% bui). Daarbij mag het waterpeil niet meer dan 20 cm stijgen in de Alblasserwaard. In het stedelijk gebied is de toename voor de eerste 500 m 2 verhard oppervlak vrijgesteld van watercompensatie en voor het landelijk gebied is dit m 2. Huidige en nieuwe situatie waterhuishouding Het projectgebied bestaat uit bebouwing en terreinverharding. Waterkering Het plaatsen van gebouwen in de kernzone van de waterkering is niet toegestaan. De recreatiewoning ligt in de (buiten)beschermingszone van de primaire waterkering de Lekdijk. Op de bijgevoegde kaart staat de zonering van de waterkering aangegeven. Het bouwen in de beschermingszone van de waterkering is eventueel mogelijk. In dit geval is sprake van herbouw, zodat bovenstaande niet van toepassing is. Figuur 4.2 Uitsnede Watergangen en waterkeringen Waterkwantiteit In het plangebied komen een aantal Bmin-watergangen voor. Bebouwing dient buiten de beschermingszone van deze watergangen aangebracht te worden. Voor B-watergangen bedraagt de beschermingszone 1 m uit de insteek van een watergang. De recreatiewoning ligt op meer dan 1 meter afstand. Er is in dit gebied een nieuw waterpeil vastgesteld. De werkzaamheden voor het handhaven van dit peil zijn momenteel nog in uitvoering. Dit peil bedraagt zowel in de zomer als ook in de winter m NAP. Het bouwpeil van nieuwe woningen in dit peilgebied dient minimaal 1.30 m boven het genoemde waterpeil te zijn, zodat voldoende drooglegging gegarandeerd is. In dit geval is echter sprake van de herbouw van een bestaande recreatiewoning. Er is geen compensatie aan water vereist, als de toename aan verharding niet groter is dan 500 m² (stedelijk gebied) of zelfs afneemt. De hoeveelheid verharding is ter plaatse van de recreatiewoning (vrijwel) niet toegenomen. De ontwikkeling blijft onder de compensatiedrempel van 500 m 2. Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

22 18 Sectorale aspecten Bovendien wordt agrarische bebouwing op het perceel gesloopt, waardoor de hoeveelheid verharding per saldo zal afnemen. Waterkwaliteit De recreatiewoning is (net als de oude recreatiewoning) aangesloten op een sceptic-tank. Deze situatie is gehandhaafd in verband met de geringe bezetting van de recreatiewoning. Conclusie De ontwikkelingen in het projectgebied hebben geen negatieve gevolgen voor de waterhuishoudkundige situatie Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

23 5. Uitvoerbaarheid Economische uitvoerbaarheid De recreatiewoning is inmiddels vervangen. Voor de sloop van voormalige agrarische bebouwing wordt een overeenkomst gesloten met de gemeente Maatschappelijke uitvoerbaarheid Er is vooroverleg gevoerd met het Waterschap Rivierenland. Het ontwerp van de omgevingsvergunning (en de ruimtelijke onderbouwing daarbij) wordt conform de wettelijke vereisten gedurende 6 weken voor zienswijzen van eenieder ter inzage gelegd. Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

24 20 Uitvoerbaarheid Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

25 Bijlage 1. Verkennend bodemonderzoek 21 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

26

27

28

29

30

31

32

33

34

35

36

37

38

39

40

41

42

43

44

45

46

47

48

49

50

51

52

53

54

55

56

57

58

59

60