VLAAMSE RAAD VOORSTEL VAN DECREET. - van de heer 0. Van den Broeck C.S. -

Transcriptie

1 Stuk 253 ( ) - Nr. 1 Af?Ctfi~~ VLAAMSE RAAD TERUGBEZORGEN VLAAMSE RAAD ZITTING APRIL 1984 VOORSTEL VAN DECREET - van de heer 0. Van den Broeck C.S. - houdende reglementering van wielerproeven en -wedstrijden voor minderjarigen DAMES EN HEREN, De problematiek van de minimumleeftijden voor wielerwedstrijden heeft reeds voor heel wat polemieken gezorgd. De verschillende standpunten ter zake zijn ongeveer tussen volgende extreme visies te situeren. Enerzijds is er de opvatting dat wielerwedstrijden vanaf zeer jeugdige leeftijd zouden moeten worden toegelaten. Dit niet alleen omwille van het feit dat vele sportieve jongeren vóór hun vijftiende de keuze van hun sport bepalen, maar ook omdat deze leeftijd erg geschikt is als leerfase. Beheersing van stuurvaardigheid, evenwichtsgevoel, reactiesnelheid enzovoort zijn technische vaardigheden die best op niet al te gevorderde leeftijd worden aangeleerd. Bovendien bewijzen talrijke studies dat het belang en de invloed van jeugdsport enorm heilzaam werkt, zowel op psychisch als op fysisch vlak, voor zover de activiteiten maar volgens verantwoorde modaliteiten verlopen. Anderzijds is er de opvatting dat deelname aan wielerwedstrijden op zeer jeugdige leefijd, de jonge wielrenner niet ten goede komt. Naast de medische aspecten wordt hier dikwijls verwezen naar pedagogische, ethische en sociale gevaren waaraan zeer jonge renners bloot zouden staan. De bedoeling van dit voorstel van decreet is een poging om beide extreme standpunten te verzoenen. Enerzijds laat dit voorstel toe aan wielerproeven deel te ne- 431

2 253 ( ) - Nr. 1 [21 men vanaf de leeftijd van 12 jaar, maar anderzijds worden meerdere voorwaarden gecreëerd die deze jonge sportbeoefenaars dienen te beschermen tegen al de excessen waarmee sommigen het wielrennen zo graag identificeren. Voor wielrenners jonger dan 15 jaar, wordt evenwel het woord,,wielerwedstrijd vervangen door het woord,,wielerproeven. Dit betekent dat men geen eigenlijke wedstrijden kan organiseren, maar de jongeren wil toetsen op hun kunnen en hun voorbereiding in deze sporttak. De sportbeoefening voor deze jongeren van minder dan 15 jaar moet kunnen gebeuren op een speelse en ontspannen manier. Deze wielerproeven zijn beperkt tot maximaal 20 deelnemers, dit om het gevaar voor eventuele valpartijen te verminderen. Op die manier wordt de drempel naar competitiesport vlotter overwonnen omdat zij resulteert uit een voorbereidende fase waar het speelse element overheerst en de organisatie binnen serene en bescheiden perken wordt gehouden. Jonge wielrenners van 15,16,17,18 en 19 jaar mogen door dit voorstel van decreet aan niet meer dan twee wielerwedstrijden per week deelnemen. Teneinde echter de schoolprestaties en de studies van deze jongeren niet in het gedrang te brengen, mogen ze evenwel deelnemen aan twee wedstrijden op twee opeenvolgende dagen, bijvoorbeeld zaterdag en zondag. Tevens wordt in dit voorstel van decreet eveneens de ge aandacht besteed aan het wielrennen door dames. nodi- Door het grote succes alsook de interesse van de dames voor wielerwedstrijden en de toename van het aantal vrouwelijke wielrenners tijdens de laatste jaren, is het nodig ook bij de dames de positieve aspecten van het jeugdwielrennen te vrijwaren. Teneinde de ongeordende evolutie in het jeugdwielrennen voor dames en de daaruit voortvloeiende psychische en ethische gevaren tegen te gaan, is een reglementering ter zake, zoals in het voorstel van decreet is uitgewerkt, een absolute vereiste. Alhoewel door dit voorstel de recrutering beter en vlotter moet kunnen verlopen, heeft dit voorstel van decreet hoofdzakelijk de bezorgdheid de sportdrang van de jongeren te kanaliseren via aanvaardbare organisaties. 0. VAN DEN BROECK

3 PI 253 ( ) - Nr. 1 VOORSTEL VAN DECREET Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Dit decreet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 59bis van de Grondwet. Dit decreet verstaat onder : Artikel 2 1 wielerproeven : proeven op privé-terreinen of op een volledig voor het verkeer afgesloten openbare weg, over een bepaalde afstand, waaraan maximaal twintig renners mogen deelnemen ; 2 wielerwedstrijden : wedstrijden op privé-terreinen of de openbare weg, over een bepaalde afstand ; 3 erkende wielersportverenigingen : verenigingen die op basis van hun representativiteit in de wielersport erkend zijn door de Vlaamse Executieve, hierna te noemen de Executieve ; 4 BLOSO : het Bestuur voor Lichamelijke Opvoeding, Sport en Openluchtleven, dit is de bestuursentiteit voor de lichamelijke opvoeding, de sport en het openluchtleven van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap ; 5 dienst medisch sociaal beleid : de dienst medisch sociaal beleid van de administratie voor gezondheidszorg van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Hoofdstuk II Voorwaarden betreffende de organisatie van wielerproeven en -wedstrijden Artikel 3 De organisatoren van wielerproeven en -wedstrijden waken erover dat de deelnemers en diegenen die hen vergezellen, de hun opgelegde voorwaarden vervullen. Ze wijzen daartoe een wedstrijdverantwoordelij ke aan die de nodige controles verricht, zowel bij het vertrek als gedurende het verloop van de proef of de wedstrijd. De afgevaardigden van de erkende wielersportverenigingen zijn gemachtigd de regelmatigheid van het bijhouden van de wielerboekjes van de renners beneden de 19 jaar na te gaan. De lijsten van deze afgevaardigden worden door genoemde verenigingen aan de dienst medisch sociaal beleid medegedeeld. Artikel 4 De organisatoren van wielerproeven en -wedstrijden moeten, ten minste acht dagen vóór de proef of de wedstrijd aan de dienst medisch sociaal beleid, dag en uur van vertrek, de

4 253 ( ) - Nr. 1 Vl vermoedelijke duur en het vastgestelde parcours van de proef of de wedstrijd kenbaar maken. Hoofdstuk III Voorwaarden betreffende de deelnemers en deelneemsters Ni.emand mag aan een geen volle 21 jaar oud is. Artikel 5 wielerwedstrijd deelnemen als hij Minderjarigen die ten minste 12 jaar oud zijn mogen echter aan wielerproeven deelnemen en minderjarigen die ten minste 15 jaar oud zijn mogen aan wielerwedstrijden deelnemen mits zij daartoe schriftelijk gemachtigd zijn door hun wettelijke vertegenwoordigers en zich gedragen naar de door de Executieve te bepalen stelregels ter voorkoming van ongevallen veroorzaakt door de eventueel manke gezondheidstoestand van de renners of door andere oorzaken. Artikel In geen geval mogen minderjarigen beneden de 19 jaar gedurende drie opeenvolgende dagen aan wielerproeven of -wedstrijden deelnemen De jonge mannelijke sportbeoefenaars van 12,13 of 14 jaar mogen zich niet laten inschrijven voor wielerproeven waarvan het parcours respectievelijk meer dan 15,20 of 30 kilometer bedraagt ; zij mogen ook niet aan meer dan één wielerproef per week met een maximum van twee wielerproeven per maand deelnemen. Per wielerproef worden maximaal twintig deelnemers toegelaten. De omloop dient afgesloten te zijn voor alle verkeer. De periode waarin deze wielerproeven mogen worden georganiseerd, vangt aan op 1 mei en eindigt op 1 oktober van hetzelfde kalenderjaar. $3. De jonge mannelijke sportbeoefenaars van 15 of 16 jaar mogen zich niet laten inschrijven voor wielerwedstrijden waarvan het parcours meer dan 70 kilometer bedraagt, behalve in een nationaal kampioenschap waarbij het parcours 80 kilometer mag bereiken ; zij mogen ook niet aan meer dan twee wielerwedstrijden per week deelnemen. Zij mogen echter aan drie wielerwedstrijden per week deelnemen, op voorwaarde dat zij fysisch geschikt worden bevonden door een erkend gespecialiseerd medisch sportkeuringscentrum of door een erkend toezichthoudend geneesheer en volgens de normen vastgesteld door de Executieve. Bij besluit van de Vlaamse Executieve worden de minimumvoorwaarden bepaald waaraan het in deze paragraaf bedoeld medisch onderzoek moet voldoen De jonge mannelijke sportbeoefenaars die 17 tot 19 jaar oud zijn, mogen zich niet laten inschrijven voor wielerwedstrijden waarvan het parcours meer dan 120 kilometer bedraagt, behalve in een nationaal kampioenschap waarvan het parcours 130 kilometer mag bereiken ; zij mogen ook aan niet meer dan twee wielerwedstrijden per week deelnemen. Zij mogen echter aan drie wielerwedstrijden per week deelnemen, op voorwaarde dat zij fysisch geschikt worden be-

5 [ ( ) - Nr. 1 vonden door een erkend gespecialiseerd medisch sportkeuringscentrum of door een erkend toezichthoudend geneesheer en volgens de normen vastgesteld door de Executieve. Bij besluit van de Vlaamse Executieve worden de minimumvoorwaarden bepaald waaraan het in deze paragraaf bedoeld medisch onderzoek moet voldoen De jonge vrouwelijke sportbeoefenaars van 15 tot 16 jaar mogen zich niet laten inschrijven voor wielerwedstrijden waarvan het parcours meer dan 45 kilometer bedraagt, noch aan meer dan één wielerwedstrijd per week deelnemen De jonge vrouwelijke sportbeoefenaars van 17 tot 18 jaar mogen zich niet laten inschrijven voor wielerwedstrijden waarvan het parcours meer dan 65 kilometer bedraagt, noch deelnemen aan meer dan één wielerwedstrijd per week Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder week de tijdspanne van zeven dagen, beginnend op zondag en eindigend op zaterdag. Ingeval de jonge mannelijke sportbeoefenaar zijn indeling in een hogere klasse heeft aangevraagd, zoals bepaald in 0 3, tweede lid en 0 4, tweede lid van dit artikel, vallen de honoraria in verband met de medische verstrekkingen van de geneesheren die deel uitmaken van de erkende gespecialiseerde medische sportkeuringscentra, of van de erkende toezichthoudende geneesheer, te zijnen laste of van zijn wettelijke vertegenwoordiger. De beslissing van het erkend gespecialiseerd medisch sportkeuringscentrum of van de erkende toezichthoudende geneesheer de indeling in een hogere klasse toe te kennen, geldt : - in het geval aangehaald in 0 3 van dit artikel tot wanneer de minderjarige de leeftijd van 17 jaar heeft bereikt ; - in het geval aangehaald in 6 4 van dit artikel tot wanneer de minderjarige de leeftijd van 19 jaar heeft bereikt. Wanneer het wielerboekje van de wielrenner vernieuwd wordt, schrijft de inspecteur-geneesheer van de dienst medisch sociaal beleid de melding van de toegekende indeling in een hogere klasse in het nieuw boekje over. Artikel 7 Kunnen als toezichthoudend geneesheer erkend worden de doctors in de genees-, heel- en verloskunde die eveneens houder zijn van het diploma van licentiaat in de lichamelijke opvoeding of van het bijzonder licentiaat in de lichamelijke opvoeding en de sportgeneeskunde, of van licentiaat in de sportgeneeskunde of van het speciale getuigschrift in de lichamelijke opvoeding en de sportgeneeskunde, of van het getuigschrift van aanvullend onderwijs in de sportgeneeskunde. Artikel 8 De minderjarigen mogen slechts aan wielerproeven en -wedstrijden deelnemen indien ze in het bezit zijn van een regelmatig uitgereikt en bijgehouden boekje. Het model van dit boekje wordt vastgesteld tieve die de uitreiking ervan verzekert. door de Execu- De organisatoren of de ambtenaren van de dienst medisch sociaal beleid of van de erkende sportverenigingen schrijven in het wielerboekje vóór het vertrek de datum, de plaats en de afstand van de wielerproef of -wedstrijd waaraan de jonge

6 253 ( ) - Nr. 1 Wl sportbeoefenaar deelneemt ; zij brengen er hun stempel op aan en/of hun handtekening. Buitenlandse minderjarige wielrenners mogen deelnemen aan wielerproeven of -wedstrijden op voorwaarde dat ze in het bezit zijn van documenten die aantonen dat ze voldoen aan de voorwaarden gesteld in hun land van herkomst wat betreft de medische geschiktheid en eventueel de licentie. De gen. Artikel 9 deelnemers en deelneemsters moeten een valhelm dra- De helm mag zijn samengesteld uit ribben, op voorwaarde dat deze opgevuld zijn, ten minste 25 millimeter doormeter hebben en onderling niet meer dan 45 millimeter van elkaar verwijderd zijn, Iedere helm moet voorzien zijn van een lederen stormband, die aan weerszijden uitloopt op een dubbele riem die hem aan de helm verbindt en die onder het oor begint en dit volledig omringt. Deze stormband moet gedurende de ganse wielerproef of -wedstrijd stevig vastgegespt blijven. Hoofdstuk IV Voorwaarden betreffende de aansprakelijkheidsverzekering Artikel 10 De organisatoren van wielerproeven en -wedstrijden moeten, voor iedere proef of -wedstrijd, het bewijs leveren dat een verzekering afgesloten is volgens de door de Executieve te bepalen voorwaarden om, bij ongeval naar aanleiding van of gedurende de proef of -wedstrijd, de geldelijke gevolgen van de burgerrechtelij ke aansprakelijkheid te waarborgen én van de organisatoren zelf én van de renners. De organisatoren moeten ten voordele van de renners een ongevallenverzekering afsluiten volgens de door de Executieve te bepalen voorwaarden. Artikel 11 Het nazicht van de verzekering in hoofde van de organisatoren wordt verricht door ambtenaren van het BLOSO. Te dien einde dient een attest van de verzekeraar bij de vergunningsaanvraag gevoegd. Hoofdstuk V Vergunningen Artikel 12 $ 1. De vergunningsaanvragen worden in drievoud bij een ter post aangetekende brief aan de erkende wielersportvereniging waarbij de organisatoren zijn aangesloten, ingediend ten minste drie maanden vóór de datum die bepaald is voor het organiseren van de wielerproef of -wedstrijd Elke toelating tot het organiseren van een wielerproef of

7 [ ( ) - Nr. 1 -wedstrijd wordt overgemaakt aan het BLOSO teneinde het bestuur toe te laten een eventuele controle uit te voeren De vergunning wordt geweigerd indien alle hindernissen die op de omloop voorkomen, van die aard zijn dat zij aanleiding kunnen geven tot ongevallen en dat zij de normale risico s inherent aan de wielerproeven of -wedstrijden te buiten gaan Het toekennen of het weigeren van de vergunning moet ten minste één maand vóór de wielerproef of -wedstrijd bij een ter post aangetekende brief ter kennis van de organisatoren worden gebracht. Hebben de organisatoren bij het verstrijken van die termijn geen kennisgeving gekregen, dan wordt de wielerproef of - wedstrijd geacht toegelaten te zijn. Hoofdstuk VI Strafbepalingen Artikel 13 Wordt gestraft met een gevangenisstraf van 8 dagen tot 6 maanden en een geldboete van 1.OOO tot frank of met één van deze straffen alleen : 1. hij die zonder vergunning een wielerproef of -wedstrijd organiseert ; 2. hij die in strijd met de bepalingen van de hoofdstukken II, III en IV van dit decreet renners laat deelnemen aan wielerproeven of -wedstrijden. Hoofdstuk VII Slotbepalingen Artikel 14 Het koninklijk besluit van 21 augustus 1967 tot reglementering van de wielerwedstrijden en van de veldritten, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 6 februari 1970, 14 februari 1974 en 17 juni 1981, het decreet van 16 juni 1982, het koninklijk besluit van 12 december 1983 en het besluit van de Vlaamse Executieve van 15 februari 1984, wordt opgeheven met uitzondering van de artikelen 1,3,4,5,6,7,8,9,19,20,21,22 en 23. Artikel 15 Dit decreet treedt in werking op 1 januari VAN DEN BROECK E. BEYSEN M. DECOSTER A. DENYS 1. VAN BELLE F. VERMEIREN