HET RECHT OP MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING: VRAGEN VOOR EEN EVALUATIE

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "HET RECHT OP MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING: VRAGEN VOOR EEN EVALUATIE"

Transcriptie

1 HET RECHT OP MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING: VRAGEN VOOR EEN EVALUATIE Inleiding Kader voor de evaluatie van het OCMW Enkele aspecten van de wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie die om een evaluatie vragen Het bedrag van het leefloon De uitbreiding van het recht tot sommige categorieën van vreemdelingen Tewerkstelling als bevoorrechte vorm van maatschappelijke integratie Geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie De financiering van de opdrachten van het OCMW Reflectie over de maatschappelijke basisdienstverlening door het OCMW Hinderpalen bij de toegang tot het OCMW - Geen beroep doen op het OCMW Informatie Het onthaal De aanvraag Begeleiding...75 Bibliografie:...82 Bijlage: Samenstelling van de verruimde overleggroep...84 Deze tekst is uit het het Frans vertaald

2 - 46 -

3 Inleiding Een belangrijke gebeurtenis van het jaar 2002 is de invoegetreding van de wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie die de wet tot instelling van het recht op een bestaansminimum vervangt. Aan de stemming over deze wet gingen talrijke debatten vooraf waar een grondige en verruimde evaluatie werd gevraagd van de wetgevingen betreffende de OCMW's en de toepassing ervan. Met dit hoofdstuk willen we eerste krijtlijnen uittekenen voor een systematische en open evaluatie 1. In het eerste deel van dit hoofdstuk herneemt het Steunpunt een definitie van evaluatie (één van de vele) die het met betrekking tot zijn taken geschikt acht. Het reikt drie aanbevelingen op lange termijn aan die volgens hem een relevante evaluatie in de hand werken, van zowel de wetgevingen betreffende de OCMW's als van hun toepassing. Er worden ook twee voorstellen op korte termijn geformuleerd. Het Steunpunt heeft op vraag van de Minister van Maatschappelijke Integratie een overleg over het wetsontwerp betreffende het recht op maatschappelijke integratie georganiseerd om de standpunten van de verenigingen die armoede bestrijden, in te zamelen. Op dit overleg stoelt het tweede deel van dit hoofdstuk waarin later ook de standpunten van andere deelnemers werden opgenomen, zoals de Verenigingen van Steden en Gemeenten - afdeling maatschappelijk welzijn, de vakbonden, de federaties van maatschappelijke werkers,. Op basis van de gevoerde debatten brengt het Steunpunt een reeks vragen voor de evaluatie naar voren. Er was kritiek op de modaliteiten voor het overleg over het wetsontwerp omdat een diepgaand debat niet mogelijk was: het overleg was te kort 1 Ook de wetgeving betreffende maatschappelijke dienstverlening zal aan bod komen: in de praktijk worden het recht op maatschappelijke integratie en op maatschappelijke dienstverlening naast elkaar toegepast. Essentiële thema's van het recht op maatschappelijke integratie en van de maatschappelijke dienstverlening komen echter niet aan bod omdat hierover niet de nodige gedachtewisseling heeft plaatsgevonden: het gaat om de categorieën en equivalentieschalen, de invloed van de wetgeving op de gezinsbanden en de buurtsolidariteit,

4 en niet alle betrokken partijen namen eraan deel. Het Steunpunt heeft dan uit eigen initiatief een verruimde overleggroep opgericht die op lange termijn werkt en waaraan een ruimere waaier van actoren deelneemt 2. Dit initiatief kadert in zijn opdrachten die in het samenwerkingsakkoord beschreven zijn. Het derde deel van de tekst brengt verslag uit over de besprekingen binnen de overleggroep. De groep koos als thema de basisdienstverlening van het OCMW. Dit overleg houdt een eerste evaluatie in. 1 Kader voor de evaluatie van het OCMW Het samenwerkingsakkoord betreffende de bestendiging van het armoedebeleid, waarmee het Steunpunt werd opgericht, legt zowel de nadruk op de noodzaak om het armoedebeleid te evalueren als op het belang om alle betrokken actoren in deze evaluatie te laten participeren. Aan de evaluatie moeten alle betrokken actoren deelnemen, ook de rechthebbenden, die zoals sinds het Algemeen Verslag over de Armoede wordt erkend, een uiterst belangrijke rol spelen bij de uitwerking, de toepassing en de evaluatie van het beleid. De definitie van evaluatie die de "Société wallonne de l'évaluatie et de la prospective" 3 voorstelt, beantwoordt aan deze eis en benadrukt tevens andere belangrijke aspecten. De evaluatie opgevat zoals door de SWEP, streeft niet enkel de participatie van alle betrokken actoren na, maar vloeit ook voort uit een ruimere definitie van het onderwerp door alle actoren die zich dit thema eigen maken en erover van gedachten wisselen. "Evaluatie is de analyse - in termen van relevantie, efficiëntie, doelmatigheid, coherentie, duurzaamheid en uitvoerbaarheid - van beleidsmaatregelen, programma's, projecten of functies, met de bedoeling de kwaliteit van de beslissingen te verbeteren, de middelen beter te besteden en verslag uit te brengen aan de burger. Voor elke evaluatie is de samenwerking en de dialoog van de voornaamste 2 De samenstelling van de verruimde werkgroep staat in bijlage. 3 Société wallonne de l'évaluation et de la prospective (2000) Charte fondatrice

5 deelnemers nodig, namelijk afgevaardigden, evaluatoren, begunstigden van de beleidsmaatregelen, programma's, projecten of functies, alsook geïnteresseerde partijen, met andere woorden particulieren of organisaties die belangstelling hebben voor het beleid of het programma dat wordt geëvalueerd alsook voor de resultaten van de evaluatie. De zo opgevatte evaluatie houdt slechts in dat de actoren die aan de gedachtewisseling over praktijken en resultaten van de geëvalueerde materie deelnemen, zich deze materie eigen maken. De indicatoren en de analyses moeten in elke fase worden bekrachtigd, en tijdens de evaluatie moeten de actoren zich permanent kunnen uiten. De evaluator treedt met betrekking tot de geëvalueerde acties en functies bescheiden op, hij mag geen conflictsituatie met zijn gesprekspartners aangaan. Dit zou namelijk altijd tot een mislukking van de evaluatie leiden". (eigen vertaling) a) Drie aanbevelingen voor een evaluatie van de wetgevingen betreffende het OCMW en van de toepassing ervan Systematische inzameling van data Ondanks de reeds geleverde inspanningen blijft het inzamelen van coherente data een probleem waarmee iedereen te kampen krijgt die belangstelling heeft voor de werkzaamheden van de OCMW's. Er is geen uniformiteit in de data die de OCMW's inzamelen, de concepten worden door de OCMW's verschillend geïnterpreteerd en een longitudinale opvolging is aan de hand van de beschikbare gegevens niet mogelijk. De uitwerking op federaal en gewestelijk niveau van gemeenschappelijke matrices (per bevoegdheid) voor de inzameling van gegevens zou de uniformiteit en beschikbaarheid van data moeten verbeteren. Een dergelijk initiatief werd in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest genomen waar het Verenigd College aan het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn de opdracht heeft gegeven om een jaarverslag over de staat van de armoede in het Brusselse Gewest uit te werken. In

6 dit rapport is een deel aan de analyse van de signalementskaarten gewijd die elk Brussels OCMW invult. 4 Op meerdere niveaus evalueren De effecten van het OCMW-beleid zijn moeilijk te evalueren, en dit om hoofdzakelijk twee redenen. Enerzijds is de wetgeving betreffende de OCMW's over het federale en gewestelijke niveau verdeeld, terwijl de toepassing op lokaal vlak gebeurt. Anderzijds hebben de OCMW's de uitdagingen die ze moeten aangaan, niet volledig in de hand (effecten van conjuncturele tendensen op regionaal, nationaal, vlak) noch de middelen die hen daartoe ter beschikking staan. Hoe kan worden bepaald of de vastgestelde effecten het gevolg zijn van de actie van het OCMW? Om deze hinderpalen bij de evaluatie te vermijden, is het aangewezen op meerdere niveaus te werken. Bij de evaluatie van het OCMW moet ook een beeld worden geschetst van de voorwaarden (qua middelen en socio-economische omgeving) waarin het zijn taken uitvoert. Het evaluatieproces verruimen tot alle betrokken actoren Zoals de gekozen definitie stelt moeten bij de evaluatie de standpunten van alle betrokken actoren aan bod moeten komen; deze van de begunstigen, van de maatschappelijke werkers van het OCMW, van de beheerders en mandatarissen, van de partners van het OCMW, in het bijzonder de gewestelijke diensten voor arbeidsbemiddeling, mutualiteiten Elke betrokken actor moet zijn prioriteiten kunnen verdedigen (effecten op het welzijn en de toegang tot de rechten, implementatie van de wetgeving, efficiëntie en doelmatigheid.) en de toegepaste evaluatiemethode. Een goede praktijk: het OCMW van Elsene heeft onlangs een "raadgevende commissie voor maatschappelijke actie" binnen zijn eigen structuur opgericht. Deze commissie is samengesteld uit drie vertegenwoordigers van gebruikers van het OCMW, drie afgevaardigde 4 Zie: Observatorium voor Gezondheid en Welzijn, 8 ste Rapport over de staat van de armoede in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie

7 vertegenwoordigers van de Sociale Coördinatie Elsene, drie afgevaardigde vertegenwoordigers van verenigingen die zich voor armoedebestrijding inzetten en drie leden van de Raad voor maatschappelijk welzijn. Dit orgaan is bevoegd voor de evaluatie, maar is ook een plaats voor informatie, uitwisseling en debat over de verschillende aspecten van het armoedebeleid dat in de gemeente wordt toegepast. De leden moeten de mogelijkheid hebben adviezen te formuleren en maatregelen voor te stellen die de kwaliteit van de diensten van het OCMW kunnen verbeteren. b) Twee voorstellen op korte termijn De federale adviescommissie voor maatschappelijk welzijn operationeel maken In de wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie staat geen enkele referentie aan een evaluatiesysteem voor de wetgeving en de toepassing ervan door de OCMW's. Bij koninklijk besluit (B.S ) werd echter een federale adviescommissie voor maatschappelijk welzijn opgericht. Deze commissie zou een interessant permanent denk- en debatforum kunnen zijn. Ze is namelijk samengesteld uit een vertegenwoordiging van verschillende actoren: vertegenwoordigers van OCMW-voorzitters en - secretarissen, de drie Verenigingen van steden en gemeenten, afdeling maatschappelijk welzijn, "armenverenigingen", zittende magistraten van de arbeidsrechtbanken, leden uit de academische wereld, professionele organisaties van maatschappelijke werkers en van secretarissen alsook van de administratie van maatschappelijke integratie. De aangekondigde evaluatie uitvoeren, één jaar na de invoegetreding van de nieuwe wet; deze evaluatie zou uiteraard zo dicht mogelijk bij de hoger vermelde eisen moeten aansluiten, met name bij de erkenning van het standpunt van de rechthebbenden

8 2 Enkele aspecten van de wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie die om een evaluatie vragen Dit deel stoelt voornamelijk op de resultaten van het overleg over het wetsontwerp betreffende het recht op maatschappelijke integratie dat het Steunpunt op vraag van de Minister van Maatschappelijke Integratie (Steunpunt, oktober 2001b 5 ) met de armenverenigingen heeft gevoerd. Waar mogelijk wordt het standpunt van andere deelnemers aan het debat weergegeven (vakbonden, Vereniging van steden en gemeenten, ). Het aantal discussiepunten is echter beperkt: essentiële vragen met betrekking tot het recht op matschappelijke integratie werden niet behandeld omdat het niet mogelijk was hierover diepgaand van gedachten te wisselen (categorie van begunstigden, equivalentieschalen, ). Welke balans kan worden opgemaakt na één jaar toepassing van de nieuwe wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie? Was de vrees van toen gerechtvaardigd? Op de vooravond van de aangekondigde evaluatie en vertrekkende van de debatten over het wetsontwerp tekenen wij vragen en criteria op die ter voorbereiding hiervan relevant zijn. De antwoorden op deze vragen zou het mogelijk moeten maken de wet en de toepassing ervan in te schatten en waar nodig te verbeteren. 2.1 Het bedrag van het leefloon Een evaluatie van het bedrag van het leefloon lijkt - in tegenstelling tot de volgende thema's - overbodig zolang er duidelijke signalen van het terrein zijn om wijzigingen door te voeren. 5 Deze nota kan worden geraadpleegd op de website van het Steunpunt

9 Het bedrag van het bestaansminimum was oorspronkelijk een kopie van het gewaarborgd inkomen voor bejaarden dat zelf - bij zijn invoering vijf jaar eerder - op een louter budgettaire basis 6 werd bepaald. Het Algemeen Verslag over de Armoede en talrijke studies hebben aangetoond dat de bedragen van het bestaansminimum verre van voldoende zijn om van te leven 7. Op basis van deze vaststelling hebben vakbonden en verenigingen zich gemobiliseerd omtrent een eis: de verhoging van de minimumuitkeringen met 10% en de koppeling van alle sociale uitkeringen aan de evolutie van de welvaart. In april 2001 hebben volksvertegenwoordigers 8 trouwens een wetsvoorstel in die zin ingediend. De koppeling van het leefloon aan de welvaart vergt een nieuwe evenwichtige aanpassing van alle andere sociale uitkeringen en van het minimumloon. Deze kwestie zou op de rondetafels over de sociale zekerheid moeten worden onderzocht. In januari 2002 werd het bestaansminimum met 4% verhoogd. Maar de bijkomende verhoging met 6% die als een van de topprioriteiten van de regering 9 naar voren werd geschoven en voor 2003 werd beloofd, werd niet gerealiseerd. De eis zelf blijft behouden. Talrijke organisaties vinden dat deze eis een van de prioriteiten van de nieuwe regering moet zijn 10. Het regeerakkoord van juli 2003 voorziet een "graduele verhoging van het leefloon en de laagste sociale uitkeringen" 6 "Het is duidelijk dat met gewaarborgd inkomen geen levensminimum wordt bedoeld. ( ) Het zou ten slotte een hele studie vragen om te weten wat onder "levensminimum" moet worden verstaan. ( ) Er wordt opgemerkt dat het toekennen van een levensminimum enorme uitgaven zou veroorzaken, waarvoor in geen financiering is voorzien. Een belastingverhoging zou vereist zijn". Doc. Parl., Kamer, zitting , 134, pag Recht Op, Jaarboek Armoede en Sociale Uitsluiting 2000, CSB, ACW, Marches européennes enz. 8 Wetsvoorstel tot verhoging van het bedrag van het bestaansminimum, Parl. doc., Kamer van volksvertegenwoordigers, zitting , nr. 1198/001, 18 april 2001, p Wetsontwerp betreffende het recht op maatschappelijke integratie, Memorie van toelichting, Parl. Doc., Kamer van volksvertegenwoordigers, zitting , nr. 1603/001, 23 januari 2002, p Zie bijvoorbeeld Dossier élections van het Collectif Solidarité contre l exclusion, n 37, mars/avril 2003, memorandum van het Collectief van Verenigingen Partners van het Algemeen Verslag over de Armoede

10 Verhoging met 6% van het leefloon, wat tijdens de voorstelling van het wetsontwerp betreffende het recht op matschappelijke integratie voor 2003 werd beloofd. Koppeling van de bedragen van het leefloon aan de evolutie van de welvaart. Dit moet gepaard gaan met een gedachtewisseling over alle sociale uitkeringen en het minimumloon. 2.2 De uitbreiding van het recht tot sommige categorieën van vreemdelingen De wet betreffende het recht op sociale integratie heeft de toekenning van het minimuminkomen uitgebreid tot vreemdelingen die in het bevolkingsregister ingeschreven zijn. Deze onmiskenbare vooruitgang mag echter niet verhelen dat er nog categorieën zijn die geen recht hebben en die zelfs hun recht ten opzichte van de vroegere wetgeving verliezen. Vreemdelingen ingeschreven in het vreemdelingenregister hebben nog steeds geen toegang tot het leefloon. Personen met onbepaalde nationaliteit worden niet meer met staatlozen gelijkgesteld zoals bij de oude wet. Ze verliezen hun recht. In het Jaarverslag 2001 van het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding pleit men voor een resoluut integratiebeleid: beleid dat ervan uitgaat dat een vreemdeling die voor onbepaalde duur gemachtigd of toegelaten is op het grondgebied van het Rijk te verblijven, onder dezelfde voorwaarden als de Belgen kan genieten van de rechten en de voordelen, die door de sociale wetgeving worden toegekend. (Centrum, 2002: 77). De waargenomen vooruitgang lijkt onvoldoende: het Centrum suggereert om de toepassing van het recht betreffende sociale integratie uit te breiden tot vreemdelingen die toegelaten of gemachtigd worden tot een verblijf van onbepaalde duur, of gemachtigd worden zich op Belgisch grondgebied te vestigen en die, vanzelfsprekend ook nog voldoen aan de gemeenschappelijke voorwaarden voor de toekenning en het behoud van deze tegemoetkoming. (Centrum, 2002: 83)

11 De verenigingen hebben tijdens het overleg over het wetsontwerp gevraagd dat het recht betreffende sociale integratie zou worden uitgebreid tot de personen die ingeschreven zijn in het vreemdelingenregister (Steunpunt, 2001b: 11). Dit voorstel werd in het begin gesteund door de Verenigingen van steden en gemeenten, die erkenden dat de gemeenten de personen met een vestigingsrecht soms laat in het bevolkingsregister inschreven. De Verenigingen van steden en gemeenten hebben evenwel afstand genomen van het voorstel, vanwege de mogelijke kosten die deze maatregel voor de OCMWfinanciën zou kunnen inhouden, gezien de terugbetaling van het leefloon door het federale niveau minder voordelig is dan de terugbetaling van financiële hulp 11. Sommige verenigingen hebben trouwens de negatieve effecten gehekeld die de individualisering van het recht op maatschappelijke integratie 12 voor bepaalde gezinnen heeft. Door de individualisering van het recht trekken echtgenoten die vroeger een uitkering van de categorie "gezin" ontvingen, vandaag één uitkering van samenwonende. Elke echtgenoot moet namelijk aan alle toekenningsvoorwaarden voldoen. Een koppel, waarvan een partner bijvoorbeeld asielzoeker is, krijgt enkel nog één uitkering als samenwonende. De asielzoeker kan enkel nog aanspraak maken op sociale hulp. 11 Deze vraag moet in combinatie gezien worden met de vraag betreffende de financiering van de OCMW s. Zie punt De aanklacht van dit negatief effect stelt echter de gegrondheid van het principe van individualisering niet in vraag

12 Het recht op maatschappelijk integratie openen voor vreemdelingen die voor onbepaalde duur in het vreemdelingenregister ingeschreven zijn, en voor alle personen die van een recht op vestiging in België genieten. Personen met onbepaalde nationaliteit gelijkstellen met staatlozen, zoals dit het geval was bij de wet tot instelling van het recht op een bestaansminimum. Opnieuw de mogelijkheid voorzien dat de Koning, bij een in Ministerraad overlegd besluit, het toepassingsveld van de wet verruimt tot andere categorieën vreemdelingen, zoals dit het geval was bij de wet tot instelling van het recht op een bestaansminimum. 2.3 Tewerkstelling als bevoorrechte vorm van maatschappelijke integratie De wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie voert tewerkstelling in als bevoorrechte vorm van maatschappelijke integratie voor jongeren beneden de 25 jaar. Indien tewerkstelling op korte termijn niet mogelijk is, is de uitwerking van een geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie verplicht. Dit project moet binnen een bepaalde termijn tot tewerkstelling leiden en wordt vastgelegd in een contract tussen het OCMW en de gerechtigde. De deelname aan het maatschappelijk leven kan op verschillende manieren, maar loonarbeid blijft één van de veiligste manieren om zelfstandig te kunnen leven. Een actief maatschappelijk beleid moet ervoor zorgen dat de almaar wijdere kloof tussen de beroepsactieve bevolking en de van een uitkering levende bevolkingsgroepen weer verkleint" staat er in de memorie van toelichting. De vakbondsorganisaties hebben laten weten dat ze zich over het algemeen in deze filosofie kunnen vinden. Ze hebben verschillende verduidelijkingen in verband met de toepassing van de arbeidswetgeving alsook verbeteringen van procedures geëist en verkregen

13 Tegen de voorrang voor tewerkstelling is er echter voorbehoud van talrijke organen, niet alleen uit het verenigingsleven, maar ook van de Verenigingen van steden en gemeenten. "Indien men over 'het recht op maatschappelijke integratie' wil spreken, dan moet deze integratie een waaier aan mogelijkheden omvatten en niet enkel een tewerkstelling" (UVCB, sd). Maatschappelijke integratie uit zich bijvoorbeeld ook via het recht op een geschikte woning, op cultuur, op mobiliteit,. Op meerdere niveaus werden vragen geformuleerd. Is tewerkstelling een hefboom om uit armoede te geraken en om een menswaardig leven te leiden? Tijdens het overleg over het wetsontwerp werden in dit verband de opmerkingen herhaald die reeds in het eerste Tweejaarlijkse Verslag van het Steunpunt (2001)over de verhouding van mensen in armoede tot werk werden geformuleerd. "Het Algemeen Verslag over de Armoede (1994) heeft de multidimensionale aard van armoede aan het licht gebracht. Bestaansonzekere personen worden met een cumulatie van verschillende moeilijkheden geconfronteerd: slechte gezondheid, onzekere woonsituatie, moeilijke familiale situatie, lage scholing Deze gecumuleerde moeilijkheden zijn voor mensen in bestaansonzekerheid één voor één hinderpalen om op een positieve manier, op korte tijd en onder goede voorwaarden in de arbeidsmarkt ingeschakeld te worden (Steunpunt, 2001b: 8) Mensen in armoede zijn vaak laaggeschoold en hebben dus een lage inzetbaarheidsgraad, waardoor ze op de arbeidsmarkt bijzonder kwetsbaar zijn. "Hier stelt zich de vraag naar de kwaliteit van de tewerkstelling: arme personen geven talrijke voorbeelden waarin tewerkstelling geen vooruitgang in hun situatie betekent, maar een achteruitgang: vanwege het te lage loon; omdat de werkomstandigheden slecht zijn (afmattende arbeid bijvoorbeeld); omdat de werkuren te beperkt zijn (halftime) of te lastig (nachtwerk) ;

14 vanwege de moeilijke verzoening van gezinsleven en werk (eenoudergezinnen)." (Steunpunt, 2001b: 9) 13. Is het OCMW als lokale openbare dienst in staat aan de verwachtingen en eisen van het "recht op arbeid" te beantwoorden? In de memorie van toelichting van de wet wordt de invoering van een daadwerkelijk recht op werk naar voren geschoven dat in artikel 6 1 vertaald is. Inschakeling op de arbeidsmarkt wordt een wettelijke taak van het OCMW waarvoor nieuwe middelen werden vrijgemaakt 14. Kunnen de OCMW's ondanks deze nieuwe middelen deze nieuwe taak volledig vervullen? Ze ontwikkelen hun activiteit binnen een economische context die van de ene regio tot de andere varieert en die afhankelijk is van economische beleidsmaatregelen waarop de OCMW's heel weinig vat hebben. Welke mogelijkheden zullen OCMW s in kleine plattelandsgemeenten hebben, waar de economische activiteit laag is en de gebruikers vaak mobiliteitsproblemen hebben, vergeleken bij een groot stedelijk OCMW dat op een ruim netwerk van partners kan steunen? Bovendien wordt algemeen aanvaard dat de verplichting van de OCMW s om werk aan te bieden (binnen de drie maanden voor de jongeren beneden de 25 jaar) een middelenverbintenis is en geen resultaatsverbintenis 15, wat enkel de indruk versterkt dat het recht op arbeid geen daadwerkelijk recht is en verschillend geïnterpreteerd zal worden naargelang de middelen waarover elk OCMW beschikt. Is er een goed evenwicht tussen de individuele verantwoordelijkheid en de collectieve verantwoordelijkheid? Het volstaat niet om in te werken op de persoonlijke eigenschappen (inzetbaarheid, vorming, enz.) van de begunstigden van het leefloon. Het tewerkstellingsbeleid in zijn geheel moet een hefboom zijn, niet enkel via het scheppen van banen, maar ook via maatregelen voor een 13 De kwaliteit van arbeid wordt in het hoofdstuk over tewerkstelling behandeld. 14 Bijvoorbeeld: -nieuwe forfaitaire subsidiëring voor personeelskosten, 250 per dossier en per jaar inzake het leefloon (art. 20) Bovendien hebben OCMW s die als werkgevers optreden, om een recht op tewerkstelling van een jongere in de praktijk om te zetten, recht op een met 25% verhoogde subsidie. 15 Zie parlementaire werken

15 betere arbeidskwaliteit. Daarnaast zijn kwaliteitsvol onderwijs en permanente vorming van fundamenteel belang 16. Evaluatie van de tewerkstellingsmaatregelen van de OCMW s. De evaluatie moet niet enkel een kwantitatieve inschatting behelzen, maar ook rekening houden met kwalitatieve criteria waarbij tewerkstelling wordt uitgedrukt in termen van concrete verbetering van de levenskwaliteit van de personen, die hierbij betrokken zijn: efffecten op de gezondheid, toegang en voorwaarden tot een woning, participatie in de maatschappij, enz. (zie in dit verband het hoofdstuk over de kwaliteit van arbeid). Evaluatie van de middelen van de OCMW's in het licht van de taak die ze op het vlak van professionele inschakeling moeten vervullen. Deze middelen moeten worden geëvalueerd in financiële termen, maar ook qua mogelijkheden om een partnerschap aan te gaan, qua lokale socio-economische gezondheid, 2.4 Geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie Voor jongeren onder de 25 jaar die niet snel tewerkgesteld worden, voorziet de wet een geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie dat in een verplichte overeenkomst bekrachtigd wordt. Voor gebruikers van boven de 25 jaar is dit project facultatief. Wanneer een van de partijen dit echter vraagt, wordt het verplicht. De nieuwe wet wil duidelijk het gebruik van het geïndividualiseerd project, al dan niet gekoppeld aan een contract tussen de gebruiker en het OCMW, ruimer toepassen. Het geïndividualiseerde project wordt als pedagogisch instrument beschouwd waarmee het recht op een beter bestaan gevaloriseerd kan worden. Hierin worden de verschillende stappen en fasen in de voorbereiding op een beroepsactiviteit 16 Zie hoofdstuk arbeid en tewerkstelling in het eerste Tweejaarlijkse Verslag van het Steunpunt

16 beschreven. Het project wordt regelmatig geëvalueerd en kan in onderlinge overeenstemming aangepast worden. 17 a) Individualisering van de behandeling Het aanpassen van de begeleiding en het traject aan de situatie, de noden en de verlangens van de rechthebbende, wordt door de verenigingen positief ervaren. In dit opzicht gaat het geïndividualiseerde project in de goede richting. Deze individualisering heeft echter tegelijk tot gevolg dat er een verschuiving plaatsvindt van een automatische toegang tot de rechten (gebaseerd op de gelijkheid van de rechten met een anonieme en onpersoonlijke behandeling) naar een gedifferentieerde en selectieve behandeling (in functie van het proces dat geacht wordt de oplossing te bieden), wat niet zonder negatieve effecten blijft. De individualisering leidt tot een responsabilisering van de rechthebbenden met betrekking tot hun situatie. Krijgen ze hierdoor echter ook meer vat op hun situatie? (zie besluiten van het eerste tweejaarlijkse hoofdstuk). Door op de voordelen van begeleiding "op maat" te wijzen, kan de collectieve verantwoordelijkheid worden verdoezeld omdat de maatregelen prioritair op het individu gericht zijn. b) Gebruik van het contract De bezwaren tegen het gebruik van het contract staan reeds in het Algemeen Verslag over de Armoede (1994) en talrijke actoren sluiten zich hierbij aan. Het contract in verband met het geïndividualiseerde integratieproject wil met name de rechten en plichten van elke partij bepalen, zoals in een arbeidsovereenkomst of een huurovereenkomst. Zoals in talrijke andere contractuele relaties staan de ondertekende partijen in het kader van het recht op maatschappelijke integratie niet 17 Artikel 10 tot 21 van het KB van houdende het algemene reglement inzake het recht op maatschappelijke integratie, B.S. van

17 op voet van gelijkheid 18. De wet moet dus de contractuele vrijheid beperken om de zwakste partij te beschermen. Biedt de wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie voldoende juridische waarborgen voor de bescherming van de zwakste partij? De wetgever heeft twee maatregelen ingevoerd die de juridische bescherming van de aanvrager zouden moeten versterken: bij de onderhandeling over het contract kan deze zich laten begeleiden door een persoon naar eigen keuze; hij heeft ook een bedenktijd van 5 dagen voor de ondertekening van het contract. Deze maatregelen zijn weliswaar positief, maar ze volstaan niet, vinden de meeste verenigingen. De mogelijkheid om zich te laten begeleiden zou voor het hele traject van de gebruiker moeten worden aanvaard. De 5 dagen bedenktijd bieden geen oplossing indien de gebruiker en het OCMW het onderling oneens zijn. Om de juridische zekerheid en de onderhandelingspositie van de aanvrager te versterken, bevelen sommigen (ACV) aan duidelijke procedures te bepalen in verband met het voorstel van een individueel project (of een job). Ze stellen tezelfdertijd voor dat de bewijslast inzake de (niet)beschikbaarheid tot werken aan het OCMW toekomt, terwijl de Verenigingen van steden en gemeenten ervoor pleiten dat de bewijslast bij de aanvrager blijft. In tegenstelling tot de contractuele relatie tussen werkgevers en werknemers, of tussen huurders en verhuurders, geniet één van de contracterende partijen bij het contract voor maatschappelijke integratie een monopolie, namelijk het OCMW. Vooreerst staat het de aanvrager niet vrij om de ondertekening van het contract te weigeren, maar bovendien kan hij ook niet elders hulp zoeken. Kan men eigenlijk in termen van een contract redeneren dat op een context wijst waar wederzijdse belangen van toepassing zijn - wanneer het erom gaat een laatste vangnet te bieden voor personen die er beroep op doen? Het gebruik van het contract heeft ook negatieve effecten vanwege de controle: aantasting van het privé-leven en betutteling van de aanvragers. 18 Een duidelijk teken voor deze ongelijkheid is het feit dat er voor het OCMW geen enkele duidelijke sanctie wordt bepaald, terwijl de wet duidelijk de sancties voor gebruikers beschrijft die het contract niet naleven

18 De aspecten die in het geïndividualiseerde project aan bod kunnen komen, zijn niet beperkt. De verenigingen zijn ongerust dat het privéleven van personen door maatschappelijke werkers wordt onderzocht en aan normen en waarden wordt onderworpen die niet gekozen werden. onzekerheid, inherent aan de toepassing van het project: De flexibiliteit waarmee over het geïndividualiseerd project, dat met een contract wordt bekrachtigd, kan worden onderhandeld, roept vragen op over de juridische zekerheid en de gelijkheid tussen de rechthebbenden. Het geïndividualiseerd project, dat verondersteld wordt een betere toegang tot de rechten te bieden, kan in een uitsluitingsprocedure wegens de juridische onzekerheid die het biedt. Dat vrezen vele verenigingen. Bijvoorbeeld: "Wat verstaat men onder aangepaste tewerkstelling? Hoe en door wie wordt dit gedefinieerd? Wat gebeurt er in geval van onenigheid? Deze notie biedt geen enkele juridische waarborg en het gevaar dat niet alleen OCMW s, maar ook maatschappelijke werkers een verschillende behandeling volgen, is reëel" (Steunpunt, 2001b: 8). De Verenigingen van steden en gemeenten zijn echter gewonnen voor een veralgemening van een contract voor alle jongeren. De Vlaamse sectie vraagt een integratiecontract voor alle gebruikers waarin de rechten en plichten van elke partij vastgelegd worden. Het contract wordt als constructieve verplichting beschouwd waarmee de relaties tussen de OCMW's en de begunstigden contractueel kunnen worden vastgelegd: naleving van het tijdschema, objectieve bepaling van de plichten van iedereen, constructieve werkdynamiek, betere planning, transparante redeneringen, enz. Dit instrument heeft - bij goed gebruik - een pedagogische waarde. c) Onderscheid tussen aanvragers beneden de 25 jaar en boven de 25 jaar De wet voert een onderscheid in tussen aanvragers jonger dan 25 jaar en aanvragers boven de 25 jaar. Het recht op integratie van jongeren beneden de 25 jaar wordt prioritair via het verwerven van werk uitgeoefend, het leefloon wordt enkel om gezondheids- of billijkheidsredenen toegekend

19 Behalve het voorbehoud dat reeds inzake de tewerkstelling en het geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie geformuleerd werd, zijn er nog andere kritieken. Jongeren van 18 tot 25 jaar hebben vaak te kampen met mislukkingen op school en zijn weigerachtig om een opleiding te hernemen. De ervaring van veel organisaties leert dat de geïndividualiseerde projecten op het vlak van socio-professionele inschakeling het vaakst gevraagd worden door personen tussen 25 en 35 jaar (Relais social van Charleroi). Jongeren hebben bovendien veel tijd nodig en behoefte aan ondersteuning en begeleiding om een adequaat project te bepalen dat aan hun situatie is aangepast. In dit opzicht is de voorziene termijn van drie maanden onvoldoende (Federatie van OCMW-maatschappelijk werkers, Unions des villes et communes). Analyse van de inhouden van de geïndividualiseerde projecten voor maatschappelijke integratie. Analyse van de redenen waarom contracten niet worden nageleefd. In welke gevallen wordt dit gesanctioneerd? Evaluatie van de categorieën, die het meeste sancties oplopen, en van de inhoud van de sancties. Evaluatie van de toepassing van sancties en van hun invloed op de evolutie van de situatie van de betrokkenen en van hun levensomstandigheden. Evaluatie van het nut om de functies van begeleiding en controle te scheiden zoals bij het stelsel van de werkloosheidsverzekering. Evaluerenofhetgegrondiseenonderscheidintevoerentussende categorie van aanvragers jonger dan 25 jaar en die van aanvragers ouderdan25jaar

20 2.5 De financiering van de opdrachten van het OCMW Voor het merendeel van de OCMW's bedraagt de terugbetaling door de federale overheid momenteel 50%. Dit kan oplopen tot 60% voor OCMW s die tenminste 500 rechthebbenden tellen en tot 65% indien er tenminste rechthebbenden zijn 19. Zowel de Verenigingen van Steden en Gemeenten als het verenigingsleven hebben een verhoging van de staatstussenkomst in het leefloon geëist 20. Deze verhoogde bijdrage van de federale staat zou het ontradende beleid kunnen afzwakken dat sommige OCMW's - enkele maar! - voeren om een stijgend aantal aanvragers te vermijden. De nieuwe wet voorziet de tenlasteneming van 250 euro per dossier voor de personeelskosten van de centra 21. Zowel de Verenigingen van steden en gemeenten als de Federaties van maatschappelijk assistenten hebben zich verheugd over dit initiatief. Sommige verenigingen hebben echter vragen bij de toekenning van specifieke aanvullende subsidies. Sommige verhogingen van de OCMWtoelagen moedigen de tewerkstelling van rechthebbenden aan, misschien ten nadele van andere acties 22. Bovendien worden er geen kwaliteitsverbintenissen (welk werk wordt aangeboden, onder welke voorwaarden en omstandigheden en met welke perspectieven?) gekoppeld aan deze subsidiëring. (Platform) 19 Zie art en 3 van de wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie. 20 Federaal memorandum van de OCMW s (Verenigingen van Belgische steden en gemeenten-afdeling OCMW s, 2003); Platform Neen aan het : analyse du projet de loi concernant le droit à l intégration sociale article par article. 21 Wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie, art Zie artikels 36 t.e.m

21 Evaluatie van het nut om over te gaan tot een verhoging van de staatstussenkomst in het leefloon. Evaluatie van de gegrondheid om bepaalde kwaliteitscriteria te verbinden aan de subsidies in het kader van tewerkstelling. Evaluatie van de noodzaak om de financiering van sociale inschakelingsprojecten te voorzien. 3 Reflectie over de maatschappelijke basisdienstverlening door het OCMW Sinds meer dan een jaar verenigt het Steunpunt om de anderhalve maand een overleggroep 23 die de wetgeving en de praktijken inzake maatschappelijke dienstverlening bespreekt 24. De volgende vraag dient als leidraad bij de gedachtewisseling: "zijn de wetgeving en de praktijken van het OCMW hefbomen voor de eerbiediging van het principe van volwaardig burgerschap en de effectieve toegang tot de grondrechten?" Als eerste discussiethema koos de groep de maatschappelijke basisdienstverlening die als de hoofdtaak van het OCMW wordt beschouwd en die aan alle verdere stappen voorafgaat, bijvoorbeeld de inschakeling op de arbeidsmarkt. De maatschappelijke basisdienstverlening wordt besproken in de chronologische volgorde van de hulpvrager. De volgende tekst brengt verslag uit over de debatten binnen de overleggroep en reikt eerste elementen aan voor een evaluatie van de maatschappelijke basisdienstverlening. 23 De samenstelling van de groep is in bijlage weergegeven. 24 Voor een bespiegeling over het overlegproces, zie hoofdstuk over participatie

22 3.1 Hinderpalen bij de toegang tot het OCMW - Geen beroep doen op het OCMW De organieke wet bepaalt niets over de problematiek van de toegang tot het OCMW. Deze vraag is nochtans cruciaal: de verenigingen vestigen de aandacht op het feit dat een aantal rechthebbenden op het minimuminkomen er geen gebruik 25 van maakt. Welke hinderpalen zijn er bij de toegang tot het OCMW en wat zijn de redenen waarom er geen beroep op wordt gedaan? Tijdens de debatten in het Steunpunt werden de verschillende hinderpalen bij de toegang tot het OCMW naar voren gebracht: Geografische hinderpalen: de diensten zijn soms moeilijk/weinig toegankelijk, met name met het openbaar vervoer, wat voor de gebruikers een bijkomende investering van geld en tijd vergt; Hinderpalen door het gebrek aan informatie, met name over de hulp die een OCMW aanbiedt en de toekenningsvoorwaarden. De redenen waarom er geen beroep gedaan wordt op het OCMW zijn complexer en van verschillende aard. Ze houden verband met: communicatieproblemen (referentie aan een andere logica en ander taalgebruik) die tot misverstanden tussen de maatschappelijke werker en de aanvrager leiden; stigmatiserende effecten van bepaalde maatregelen en/of de toepassing ervan. De verenigingen beklemtonen dat gebruikers gevoelens van schuld en schaamte hebben en van schrik om geen vat meer op het eigen leven te hebben. Door de blik van anderen klappen ze dicht bij de stappen die ze bij het OCMW moeten zetten; het gevoel van willekeur en met negatieve ervaringen in het verleden (sancties ); de onzekere levensomstandigheden van arme mensen: de gecumuleerde moeilijkheden waarmee rechthebbenden elke dag 25 Zie in dit verband: Groenez S, Nicaise I (2002) Traps and springboards in European minimum income systems - the Belgian case, HIVA, Leuven

23 in hun leven moeten afrekenen (zwakke gezondheid, ongezonde woning, onzekere gezinssituatie, ) versterken de hinderpalen bij de toegang tot het OCMW; de organisatie van de OCMW-diensten: rijen wachtenden, talrijke administratieve stappen; interne opdeling in verschillende diensten waardoor de gebruikers hun vragen en persoonlijke geschiedenis moeten herhalen. 3.2 Informatie Beschikken over een btrouwbare informatie is een essentieel element voor de hulpvrager om toegang tot zijn rechten te hebben en ze te kunnen opeisen. De toegang tot informatie is in feite een transversaal thema en heeft in feite een invloed op het hele traject van de aanvrager. Dit thema is tijdens de debatten steeds weer naar boven gekomen. a) Het gebrek aan informatie en de gevolgen hiervan De wetgeving betreffende de OCMW's is complex en vaak hebben laaggeschoolde aanvragers moeite om de toekenningsvoorwaarden, procedures, 26 te begrijpen. De aanvragers hebben vaak een zeer negatief zelfbeeld, waardoor ze moeilijker stappen in de maatschappij zetten. Het gebrek aan informatie bemoeilijkt de toegang tot het OCMW: om een recht te kunnen opeisen, moet je er weet van hebben. 26 De organieke wet betreffende de OCMW's blijft zeer discreet over de informatie die het OCMW aan de aanvrager moet verlenen. Enkel artikel 60 2 bepaalt het volgende: "Het centrum verstrekt alle nuttige raadgevingen en inlichtingen en doet de stappen om aan de betrokkenen alle rechten en voordelen te verlenen waarop zij krachtens de Belgische of de buitenlandse wetten aanspraak kunnen maken." De wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie versterkt het recht op informatie door de integratie van het Handvest van de sociaal verzekerde: Art. 17 bepaalt dat het centrum verplicht is aan elke persoon die daar om verzoekt, alle dienstige inlichtingen te verstrekken betreffende zijn rechten en plichten inzake maatschappelijke integratie in de vorm van een leefloon, van tewerkstelling of een geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie. Het centrum is verplicht uit eigen beweging de belanghebbende persoon alle bijkomende informatie te verschaffen die nodig is voor de behandeling van zijn aanvraag of het behoud van zijn rechten

24 De gevolgen van het gebrek aan informatie zijn echter nog veel complexer. De gesprekken binnen de overleggroep hebben aangetoond dat informatie in hoge mate afhangt van de relatie tussen de maatschappelijke werker en de hulpaanvrager. In het begin hadden de partners verschillende standpunten. Voor de verenigingen is de toegang tot informatie een noodzakelijke voorwaarde opdat de gebruikers hun hulpproces beter in de hand zouden kunnen hebben. Alleen zo kunnen zij een partnerschaprelatie met de maatschappelijke werker aangaan. Deze benadering heeft echter grenzen, antwoorden de maatschappelijke werkers van het OCMW: het is zeer moeilijk om een complexe informatie over te brengen, zeker wanneer de reglementering complex is, en soms gaat dit zo ver dat zelfs de maatschappelijke werkers de materie maar moeilijk onder de knie krijgen. Het uitbouwen van een partnerschaprelatie tussen de maatschappelijke werker en de gebruiker is al even doorslaggevend. Op het einde van de discussie lagen de standpunten dichter bij elkaar: iedereen erkent dat er een verband is tussen informatie en de partnerschaprelatie, tussen maatschappelijke werker en aanvrager. Men erkent ook dat het moeilijk is om op een zinvolle manier "volledige" informatie door te geven. Om een goede partnerschaprelatie met de maatschappelijke werker van het OCMW te kunnen uitbouwen, moet de gebruiker correcte informatie krijgen waarvan de inhoud telkens op de fase in zijn traject is afgestemd zodat hij het proces waaraan hij deelneemt onder controle heeft. b) De inhoud van de informatie De inhoud moet afgestemd zijn op het gebruik van de informatie en er moet een evenwicht worden nagestreefd tussen volledigheid, toegankelijkheid en bondigheid. De eerste informatie moet over de algemene werking van de OCMW's gaan en over alles wat verband houdt met het uitoefenen van de rechten: de hulp waarop de aanvragers aanspraak kunnen maken en de geldende voorwaarden (voorwaarden voor de hulp, rechten en

25 plichten van beide partijen, mogelijke gevolgen van de aanvraag ); de termijnen die voor de beslissing werden bepaald en de procedure om in beroep te gaan; de concrete fasen van het traject. Deze elementen werden in het koninklijke besluit houdende het algemeen reglement betreffende het recht op maatschappelijke integratie 27 opgenomen. Dit bepaalt welke nuttige informatie aan de aanvrager moet worden overgemaakt. Deze inlichtingen moeten schriftelijk worden meegedeeld, behalve de inlichtingen over het contract die verband houden met de individuele situatie. Dit besluit betekent een stap vooruit. De informatie moet ook op de persoon worden afgestemd: gebruikers moeten informatie krijgen in functie van hun eigen situatie en op elk moment onbeperkt toegang tot hun dossier hebben, m.a.w. tot de elementen die een rol spelen bij de bepaling van de verstrekte hulp. Tenslotte moet informatie gebruikers in staat stellen de "logica's" van de maatschappelijke werkers en van het OCMW als instelling beter te decoderen (zie verder "de aanvraag"). c) De vorm van de informatie en de manier van informatieoverdracht Net zoals de inhoud, zijn ook de vorm en de verspreiding van de informatie belangrijk. De maatschappelijke werker moet de tijd nemen om mondeling alles zo duidelijk mogelijk uit te leggen en zich ervan te verzekeren dat hij goed begrepen wordt. De mondelinge uitleg bij het eerste contact moet niet noodzakelijkerwijs volledig zijn. De gebruiker is als vragende partij psychologisch niet altijd klaar om complexe informatie op te nemen tijdens het eerste onderhoud. Schriftelijke informatie moet in eenvoudige en korte zinnen opgemaakt zijn (in brochures, met affiches, in kranten ). Een informatiebrochure is zeer nuttig, maar dit mag niet beletten dat er bij de opvang ook 27 Koninklijk besluit van 11 juli 2002 houdende het algemeen reglement betreffende het recht op maatschappelijke integratie

26 mondelinge informatie wordt gegeven (bijvoorbeeld bij het overlopen van de brochure). Informatie kan ook worden doorgegeven via andere hulpverleners (huisartsen, wijkgezondheidscentra, ziekenhuizen, ), via openbare diensten (post, gemeentehuis, loketten van de administratie ) en via geschreven en audiovisuele communicatiemiddelen. Voorbeeld van een goede praktijk: Aan de overleggroep werd een informatiebrochure voorgelegd, uitgewerkt door het OCMW van Antwerpen in partnerschap met Recht- Op, een vereniging uit Antwerpen, waar arme mensen samenkomen. Er waren enkele opmerkingen over de inhoud, maar dit partnerschap voor de uitwerking van de brochure werd als zeer positief beschouwd. 3.3 Het onthaal Cruciaal zijn ook het onthaal en het ogenblik waarop de persoon zijn aanvraag formuleert. Op dat ogenblik wordt voor een stuk de toekomstige relatie tussen de gebruiker en het OCMW bepaald. Voor elke fase en voor elk aspect geven we hier de hinderpalen en de mogelijkheden om deze te overwinnen, zoals ze tijdens de debatten naar voren werden gebracht. "Ik ben niet naar het OCMW gegaan, want ik was dakloos; daarna ben ik toch geweest. Ze hebben me niet laten spreken. Dan ben ik teruggegaan met straathoekwerkers en toen hebben ze naar mij geluisterd en heb ik het 'straatminimum' gekregen." (Getuigenis van ATD Vierde Wereld) "De maatschappelijke werker moet de vraag van de persoon in moeilijkheden beluisteren en ontcijferen, hij moet de graad van behoeftigheid bepalen. De cliënt heeft recht op een begeleiding op maat naar zijn keuze, en niet volgens een gestandaardiseerd model. Het is nodig een sfeer te creëren waarin de persoon zijn behoeften kan uiten en waarin zijn ritme wordt gerespecteerd. (Werkgroep van maatschappelijk werkers van de 19 Brusselse OCMW's: 3)

27 Organisatie van de opvang De wachttijden worden als hinderpaal bij de toegang aangehaald. In sommige OCMW's moeten de mensen vanaf 7 uur 's ochtends in de rij staan, op het voetpad in het zicht van voorbijgangers, zonder zeker te zijn dat ze zullen worden ontvangen. Er moet een evenwicht worden gevonden tussen werkuren met "gesloten burelen", werkuren op afspraak en de permanenties die voor iedereen open staan. Aan een ontvangst (informatie)loket zouden eerste inlichtingen kunnen worden gegeven en zouden aanvragers naar de goede diensten kunnen worden geleid. Kader van de opvang Tijdens het eerste onderhoud wordt de basis gelegd voor het partnerschap waaraan gebruikers en maatschappelijke werkers veel belang hechten. Voor een constructief gesprek in alle respect is er tijd nodig en een ruimte waar vertrouwelijke gesprekken kunnen worden gevoerd. Talrijke OCMW's beschikken niet over de nodige infrastructuur, met name een ontmoetingsruimte, om een kwaliteitsvolle opvang te kunnen aanbieden. Relationele aspecten van de opvang Om een goed partnerschap tussen de maatschappelijke werker en de gerechtigde te begunstigen, moet alles in het werk worden gesteld voor een respectvolle opvang van de persoon. Goede luisterbereidheid van de maatschappelijke werker is essentieel. De aanvrager moet zijn aanvraag kunnen verwoorden, zonder al te grote inmenging. De maatschappelijke werker moet zo duidelijk mogelijke informatie over essentiële aspecten van de wet geven (zie beneden) en nagaan of hij goed werd begrepen. In de mate van het mogelijke moet vermeden worden dat aanvragers overstelpt worden met administratieve rompslomp die aan de toekenning van de hulp voorafgaat en die helaas eigen is aan de residuaire stelsels. Ze moeten alle inlichtingen en richtlijnen krijgen die voor elke stap nodig zijn

28 3.4 De aanvraag De manier waarop de aanvraag wordt ontvangen en geanalyseerd en de onderhandelingen over de aanvraag zijn beslissend voor het traject van de rechthebbende en voor zijn relatie met de maatschappelijke werker. Elke aanvraag moet worden onderzocht. Voor elke aanvraag moet een ontvangstbewijs worden afgeleverd, zelfs al gaat het niet om een financiële kwestie of zijn er geen instructies nodig. De onontvankelijkheid van de aanvraag moet duidelijk schriftelijk worden gemotiveerd zodat de aanvrager beroep kan inleggen. Ondanks wetsbepalingen in die richting 28 stellen de verenigingen vast, dat sommige aanvragen worden afgevoerd nog vooraleer ze worden ingeschreven. Om deze lacunes aan te vullen, voeren sommige OCMW's formele procedures in. Zo heeft het OCMW van Antwerpen een procedure voor de ontvangst van de aanvraag op punt gezet waarbij een reeks formulieren moet worden ingevuld (een ontvangstbewijs, een formulier betreffende het eerste contact, ). Dit initiatief is positief gebleken, vooral omdat het meer waarborgen biedt voor de opvolging van de aanvraag. Hiermee is het probleem echter niet helemaal van de baan. Vaak stelt men grote verschillen vast tussen de verwachtingen van de persoon die zich tot het OCMW wendt en het antwoord dat de maatschappelijke werker geeft. Bij de aanvraag worden de logica's van de verschillende actoren (de persoonlijke, professionele, institutionele) met elkaar geconfronteerd. Naargelang de situatie en de belangen die op het spel staan, worden deze logica's aan elkaar gekoppeld, versterken ze elkaar, komen ze tegenover elkaar te staan, botsen ze met elkaar of worden ze genegeerd. Deze verschillende logica's staan echter niet op voet van gelijkheid 29. Het is dan ook belangrijk dat maatschappelijke werker zijn opdracht duidelijk kan uitleggen en hierbij 28 De wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie bepaalt dat de datum waarop de aanvraag ontvangen werd, in chronologische volgorde in het hiervoor voorziene register ingeschreven wordt. De schriftelijke aanvraag wordt ondertekend, bij een mondelinge aanvraag wordt het register getekend. Bij maatschappelijke dienstverlening is echter niets voorzien. 29 Onderzoeksgroep actie-vorming Vierde Wereldpartners pag

INLEIDING. Wat is het Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting?

INLEIDING. Wat is het Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting? INLEIDING Wat is het Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting? Het Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting werd in 1999

Nadere informatie

Indien u vragen hebt over deze controle, kunt u contact opnemen met uw inspecteur via

Indien u vragen hebt over deze controle, kunt u contact opnemen met uw inspecteur via Aan de Voorzitter van het OCMW van LINKEBEEK Beukenstraat 23 1630 LINKEBEEK Geïntegreerd inspectieverslag POD MI Inspectiedienst POD MI 2 OCMW/RMID-SCP-/2014 Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag Geachte

Nadere informatie

RECHT OP MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING

RECHT OP MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING DISCUSSIENOTA RECHT OP MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING 10 JAAR NA HET ALGEMEEN VERSLAG OVER DE ARMOEDE Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting APRIL 2005 Steunpunt

Nadere informatie

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter,

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter, Aan de Voorzitter van het OCMW van Kalmthout Heuvel 39 2920 Kalmthout Geïntegreerd inspectieverslag POD MI Inspectiedienst POD MI KALMTHOUT/RMIB-STOF/2015 2 Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag Geachte

Nadere informatie

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter,

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter, Aan de Voorzitter van het OCMW van Oudenburg Ettelgemsestraat 18 8460 Oudenburg Geïntegreerd inspectieverslag POD MI Inspectiedienst POD MI OCMW/RMID- SCP /2015 2 Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag

Nadere informatie

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter,

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter, Aan de Voorzitter van het OCMW van MESEN Markt 1 8957 Mesen Geïntegreerd inspectieverslag POD MI Inspectiedienst POD MI MESEN/RMID-SCP/2017 Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag Geachte Voorzitter, Hierbij

Nadere informatie

Niet-gebruik van en niet-toegang tot rechten

Niet-gebruik van en niet-toegang tot rechten Niet-gebruik van en niet-toegang tot rechten 26 april 2016 Henk Van Hootegem henk.vanhootegem@cntr.be 02/2012.31.71 Plan 1. Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting

Nadere informatie

Datum: 24/05/1994 B.S.: 21/07/1994

Datum: 24/05/1994 B.S.: 21/07/1994 Datum: 24/05/1994 B.S.: 21/07/1994 24 MEI 1994. - Wet tot oprichting van een wachtregister voor vreemdelingen die zich vluchteling verklaren of die vragen om als vluchteling te worden erkend. ALBERT ll,

Nadere informatie

Federaal Plan Armoedebestrijding. Reactie van BAPN vzw. Belgisch Platform tegen Armoede en Sociale Uitsluiting EU2020 30/11/2012

Federaal Plan Armoedebestrijding. Reactie van BAPN vzw. Belgisch Platform tegen Armoede en Sociale Uitsluiting EU2020 30/11/2012 Belgisch Platform tegen Armoede en Sociale Uitsluiting EU2020 30/11/2012 Federaal Plan Armoedebestrijding Reactie van BAPN vzw BAPN vzw Belgisch Netwerk Armoedebestrijding Vooruitgangstraat 333/6 1030

Nadere informatie

Niet-gebruik van en niet-toegang tot rechten

Niet-gebruik van en niet-toegang tot rechten Niet-gebruik van en niet-toegang tot rechten Elektronische gegevensuitwisselingen 28 april 2015 Henk Van Hootegem henk.vanhootegem@cntr.be 02/2012.31.71 Plan 1.Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid

Nadere informatie

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter,

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter, Aan de Voorzitter van het OCMW van Opglabbeek Rozenstraat 5 3660 OPGLABBEEK Geïntegreerd inspectieverslag POD MI Inspectiedienst POD MI Opglabbeek/W65B-RMID/2016 2 Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag

Nadere informatie

Mevrouw de Voorzitster, Mijnheer de Voorzitter,

Mevrouw de Voorzitster, Mijnheer de Voorzitter, i uwbrief van uw kenmerk Bestuur van de Maatschappelijke Integratie Bestuursdirectie van het Maatschappelijk Welzijn DIENST FINANCIEN EN ONDERSTANDSKOSTEN TERUGBETALINGEN ) Vragen naar: Kurt Gesquiere

Nadere informatie

Hierbij vindt u het verslag van de inspecties die plaatsvonden in uw centrum op 23 mei 2017.

Hierbij vindt u het verslag van de inspecties die plaatsvonden in uw centrum op 23 mei 2017. Aan de Voorzitter van het OCMW van Knokke-Heist Kraaiennestplein 1 bus 2 8300 Knokke-Heist Geïntegreerd inspectieverslag POD MI Inspectiedienst POD MI Aantal 2 OCMW / STOF-SCP / 2017 Betreft: Geïntegreerd

Nadere informatie

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter,

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter, Aan de Voorzitter van het OCMW van Zwijndrecht Dorp Oost 45 2070 Zwijndrecht Geïntegreerd inspectieverslag POD MI Inspectiedienst POD MI OCMW/ RMID- /2015 1 Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag Geachte

Nadere informatie

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter,

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter, Aan de Voorzitter van het OCMW van Ravels Dreef 19 2381 Ravels Geïntegreerd inspectieverslag POD MI Inspectiedienst POD MI RAVELS/STOF-PSA-SFGE/2018 3 Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag Geachte Voorzitter,

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, KONINKRIJK BELGIE 1000 Brussel, Postadres : Ministerie van Justitie Waterloolaan 115 Kantoren : Regentschapsstraat 61 Tel. : 02 / 542.72.00 Fax : 02 / 542.72.12 COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE

Nadere informatie

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter,

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter, Aan de Voorzitter van het OCMW van Brasschaat Van Hemelrijcklei 90 2930 Brasschaat Geïntegreerd inspectieverslag POD MI Inspectiedienst POD MI Brasschaat/RMIB-STOF/2015 2 Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag

Nadere informatie

VOORSTELLING VAN DE RESULTATEN

VOORSTELLING VAN DE RESULTATEN VOORSTELLING VAN DE RESULTATEN door dhr. Régis De Muylder en dhr. Jo Bellens, pedagogische begeleiders van het project Bekijken van armoede-indicatoren Het gaat hier om een belangrijk zaak, want het is

Nadere informatie

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter,

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter, Aan de Voorzitter van het OCMW van Poperinge Veurnestraat 22 8970 Poperinge Geïntegreerd inspectieverslag POD MI Inspectiedienst POD MI Aantal 2 OCMW/STOF-SCP/2018 Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van het OCMW van Kuurne Kortijksestraat Kuurne. Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter,

Aan de Voorzitter van het OCMW van Kuurne Kortijksestraat Kuurne. Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter, Aan de Voorzitter van het OCMW van Kuurne Kortijksestraat 2 8520 Kuurne Geïntegreerd inspectieverslag POD MI Inspectiedienst POD MI Aantal 2 OCMW/RMIB-STOF/2016 Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag Geachte

Nadere informatie

Ontwerp van decreet. houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen

Ontwerp van decreet. houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen stuk ingediend op 1716 (2011-2012) Nr. 6 28 november 2012 (2012-2013) Ontwerp van decreet houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen Tekst aangenomen

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van het OCMW van Sint-Martens-Latem Vennelaan Sint-Martens-Latem. Geïntegreerd inspectieverslag POD MI

Aan de Voorzitter van het OCMW van Sint-Martens-Latem Vennelaan Sint-Martens-Latem. Geïntegreerd inspectieverslag POD MI Aan de Voorzitter van het OCMW van Sint-Martens-Latem Vennelaan 23 9830 Sint-Martens-Latem Geïntegreerd inspectieverslag POD MI Inspectiedienst POD MI Sint-Martens-Latem/W65B-RMID/2016 Geef aantal. Betreft:

Nadere informatie

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter,

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter, Aan de Voorzitter van het OCMW van Kinrooi Breeërsesteenweg 146 Postcode en plaats Geïntegreerd inspectieverslag POD MI Inspectiedienst POD MI Kinrooi/W65B-SFGE/2016 2 Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag

Nadere informatie

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter,

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter, Aan de Voorzitter van het OCMW van Kluisbergen Parklaan 16 9690 Kluisbergen Geïntegreerd inspectieverslag POD MI Inspectiedienst POD MI Kluisbergen/RMID/2017 Aantal 1 Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag

Nadere informatie

Dienst Uw brief van Uw kenmerk Ons kenmerk Datum Bijlage(n) Dienst Juridisch en Beleidsondersteunend Advies

Dienst Uw brief van Uw kenmerk Ons kenmerk Datum Bijlage(n) Dienst Juridisch en Beleidsondersteunend Advies aan Mevrouwen de Voorzitsters en de Heren Voorzitters van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn Dienst Uw brief van Uw kenmerk Ons kenmerk Datum Bijlage(n) Dienst Juridisch en Beleidsondersteunend

Nadere informatie

Hierbij vindt u het verslag van de inspectie die plaatsvond in uw centrum op 27/08/2018.

Hierbij vindt u het verslag van de inspectie die plaatsvond in uw centrum op 27/08/2018. Aan de Voorzitter van het OCMW van Merksplas Markt 11 2330 Merksplas Geïntegreerd inspectieverslag POD MI Inspectiedienst POD MI MERKSPLAS/GPMI/2018 1 Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag Geachte Voorzitter,

Nadere informatie

het leefloon Versie december 2013 LEEFLOON

het leefloon Versie december 2013 LEEFLOON het leefloon Versie december 2013 LEEFLOON HET RECHT OP EEN LEEFLOON in twaalf stappen... Een leefloon, wat is dat? Wanneer krijg ik het leefloon? Waar moet ik het leefloon aanvragen? Wat zal er na de

Nadere informatie

NATURALISATIES. Huishoudelijk reglement van de commissie (Aangenomen door de plenaire vergadering op 28 februari 2002) Artikel 1

NATURALISATIES. Huishoudelijk reglement van de commissie (Aangenomen door de plenaire vergadering op 28 februari 2002) Artikel 1 NATURALISATIES Huishoudelijk reglement van de commissie (Aangenomen door de plenaire vergadering op 28 februari 2002) Artikel 1 De commissie voor de Naturalisaties, hierna genoemd de commissie, wordt bijeengeroepen

Nadere informatie

Indien u vragen hebt over deze controle, kunt u contact opnemen met uw inspecteur via het e- mailadres

Indien u vragen hebt over deze controle, kunt u contact opnemen met uw inspecteur via het e- mailadres Ter attentie van de Voorzitter OCMW Mesen Geïntegreerd inspectieverslag POD MI Inspectiedienst POD MI 3 CV/Mesen/RMID-STOF-SCP/2014 Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag Geachte Voorzitter, Hierbij vindt

Nadere informatie

Vragen naar: Bernard Note Email: bernard.note@mi-is.be Tel. 02 509 81 62 POD Maatschappelijke Integratie SPP Intégration Sociale Aan de dames en heren Voorzitters van de openbare centra voor maatschappelijk

Nadere informatie

Financieringsreglement Projectsubsidie Opvoedingsondersteuning

Financieringsreglement Projectsubsidie Opvoedingsondersteuning Financieringsreglement Projectsubsidie Opvoedingsondersteuning Artikel 1 Wat is de doelstelling van een projectsubsidie? De stad Antwerpen kan, onder de voorwaarden bepaald in dit reglement en binnen de

Nadere informatie

Observatorium voor Gezondheid en Welzijn OPERATIONEEL PLAN 2011-2014

Observatorium voor Gezondheid en Welzijn OPERATIONEEL PLAN 2011-2014 Observatorium voor Gezondheid en Welzijn OPERATIONEEL PLAN 2011-2014 1. OPDRACHTEN VAN HET OBSERVATORIUM VOOR GEZONDHEID EN WELZIJN 1.1 Wettelijke basis De opdrachten van het Observatorium staan opgesomd

Nadere informatie

Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012)

Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012) Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012) De Hoge Raad voor Vrijwilligers (HRV) kijkt relatief tevreden terug op 2011, het Europees Jaar voor het Vrijwilligerswerk.

Nadere informatie

ons kenmerk RPlfOS/O31 datum

ons kenmerk RPlfOS/O31 datum tel: (02) 5098488 fax: (02) 5098558 vragen naar: De Sutter Isabelle e-mail: isabelledesutter@ minsocfedbe Mevrouw de Voorzitster Mijnheer de Voorzitter OCMW van het uw brief van uw kenmerk ons kenmerk

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 19 maart 2003

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 19 maart 2003 A D V I E S Nr. 1.440 Zitting van woensdag 19 maart 2003 Voorontwerp van wet tot wijziging van artikel 30 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten - verlenging van het rouwverlof

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING

MEMORIE VAN TOELICHTING VOORONTWERP VAN DECREET HOUDENDE INSTEMMING MET HET SAMENWERKINGSAKKOORD VAN (DATUM) TUSSEN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP, DE FRANSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE EN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMSSIE MET BETREKKING

Nadere informatie

Geïntegreerd inspectieverslag POD MI. OCMWHerk-De-Stad/ RMID/2018

Geïntegreerd inspectieverslag POD MI. OCMWHerk-De-Stad/ RMID/2018 Aan de Voorzitter van het OCMW van Herk-De-Stad Dokter Vanweddingenlaan 21 3540 Herk-De-Stad Geïntegreerd inspectieverslag POD MI Inspectiedienst POD MI OCMWHerk-De-Stad/ RMID/2018 1 Betreft: Geïntegreerd

Nadere informatie

Indien u vragen hebt over deze controle, kunt u contact opnemen met uw inspecteur via

Indien u vragen hebt over deze controle, kunt u contact opnemen met uw inspecteur via Aan de Voorzitter van het OCMW van Kruishoutem Markt 1 9770 Kruishoutem Geïntegreerd inspectieverslag POD MI Inspectiedienst POD MI Aantal 2 OCMW/ W65B-RMID /2014 Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van donderdag 31 mei

A D V I E S Nr Zitting van donderdag 31 mei A D V I E S Nr. 1.613 ----------------------------- Zitting van donderdag 31 mei 2007 ----------------------------------------------- Ontwerp van koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 5 tot

Nadere informatie

Indien u vragen hebt over deze controle, kunt u contact opnemen met uw inspecteur via

Indien u vragen hebt over deze controle, kunt u contact opnemen met uw inspecteur via Aan de Voorzitter van het OCMW van Diksmuide Ijzerheemplein 4 8600 Diksmuide Inspectieverslag POD MI Inspectiedienst POD MI Aantal 1 OCMW/ RMID/2014 Betreft: Inspectieverslag Geachte Voorzitter, Hierbij

Nadere informatie

2. Samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten betreffende de bestendiging van het armoedebeleid

2. Samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten betreffende de bestendiging van het armoedebeleid 137 2. Samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten betreffende de bestendiging van het armoedebeleid Het Samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat, de Gemeenschappen

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 16 juli

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 16 juli A D V I E S Nr. 1.860 ------------------------------ Zitting van dinsdag 16 juli 2013 ------------------------------------------ Schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst of regeling van gedeeltelijke

Nadere informatie

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter,

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter, Aan de Voorzitter van het OCMW van Meeuwen-Gruitrode Dorpstraat 44 3670 MEEUWEN-GRUITRODE Geïntegreerd inspectieverslag POD MI Inspectiedienst POD MI Meeuwen-Gruitrode/RMID-STOF-SCP/2015 3 Betreft: Geïntegreerd

Nadere informatie

Bijlage Samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten betreffende de bestendiging van het armoedebeleid

Bijlage Samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten betreffende de bestendiging van het armoedebeleid Bijlage 2 253 Bijlage 2 Samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten betreffende de bestendiging van het armoedebeleid Het Samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat,

Nadere informatie

LOGO OCMW Dit betekent dat u concreet:

LOGO OCMW Dit betekent dat u concreet: GEINDIVIDUALISEERD PROJECT VOOR MAATSCHAPPELIJKE INTEGRATIE (art. 11 van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie en art. 10 tot 21 KB 11 juli 2002 houdende het algemeen

Nadere informatie

ADVIES. Voorontwerp van ordonnantie betreffende de stages voor werkzoekenden. 16 juni 2015

ADVIES. Voorontwerp van ordonnantie betreffende de stages voor werkzoekenden. 16 juni 2015 ADVIES Voorontwerp van ordonnantie betreffende de stages voor werkzoekenden 16 juni 2015 Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Bischoffsheimlaan 26 1000 Brussel Tel : 02 205

Nadere informatie

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter,

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter, Aan de Voorzitter van het OCMW van Hamme Damputstraat 36 9220 Hamme Geïntegreerd inspectieverslag POD MI Inspectiedienst POD MI Hamme/RMID-SFGE/2017 Aantal 2 Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag Geachte

Nadere informatie

A D V I E S Nr

A D V I E S Nr A D V I E S Nr. 1.371 ------------------------------ Onderwerp : Ontwerp van koninklijk besluit betreffende het stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot

Nadere informatie

Bevoegdheid bij het verlaten van de opvangstructuur

Bevoegdheid bij het verlaten van de opvangstructuur Bevoegdheid bij het verlaten van de opvangstructuur 1) De bijzondere bevoegdheidsregel voor het toekennen van een huurwaarborg bij het verlaten van een opvangstructuur Voor we de verschillende situaties

Nadere informatie

Hierbij vindt u het verslag van de inspecties die plaatsvonden in uw centrum op 11 en 18/2/2016.

Hierbij vindt u het verslag van de inspecties die plaatsvonden in uw centrum op 11 en 18/2/2016. Aan de Voorzitter van het OCMW van Beveren Oude Zandstraat 92 9120 Beveren Geïntegreerd inspectieverslag POD MI Inspectiedienst POD MI OCMW/ RMID- SCP /2016 2 Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag Geachte

Nadere informatie

Indien u vragen hebt over deze controle, kunt u contact opnemen met uw inspecteur via

Indien u vragen hebt over deze controle, kunt u contact opnemen met uw inspecteur via Aan de Voorzitter van het OCMW van Schoten Verbertstraat 27 2900 Schoten Geïntegreerd inspectieverslag POD MI Inspectiedienst POD MI 2 SCHOTEN/RMID-STOF/2014 Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag Geachte

Nadere informatie

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter,

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter, Aan de Voorzitter van het OCMW van DENTERGEM Kasteeldreef 1 8720 Dentergem Geïntegreerd inspectieverslag POD MI Inspectiedienst POD MI DENTERGEM/W65B-RMIB-STOF/2016 3 Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag

Nadere informatie

ADVIES. Voorontwerp van besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de premies om het duaal leren te stimuleren.

ADVIES. Voorontwerp van besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de premies om het duaal leren te stimuleren. ADVIES Voorontwerp van besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de premies om het duaal leren te stimuleren 18 januari 2018 Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk

Nadere informatie

Hierbij vindt u het verslag van de inspectie die plaatsvond in uw centrum op 12/1/2018.

Hierbij vindt u het verslag van de inspectie die plaatsvond in uw centrum op 12/1/2018. Aan de Voorzitter van het OCMW van Ganshoren Hervormingslaan 63 1083 Ganshoren Geïntegreerd inspectieverslag POD MI Inspectiedienst POD MI Ganshoren/KNI-/2018 1 Betreft: Inspectieverslag knipperlichten

Nadere informatie

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid van 25 juni 2007;

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid van 25 juni 2007; SCSZ/07/122 1 BERAADSLAGING NR. 07/036 VAN 2 OKTOBER 2007 MET BETREKKING TOT MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS DOOR DE PROGRAMMATORISCHE FEDERALE OVERHEIDSDIENST MAATSCHAPPELIJKE INTEGRATIE, ARMOEDEBESTRIJDING

Nadere informatie

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk ------ Advies nr. 16 van 16 oktober 1998 met betrekking tot een ontwerp van koninklijk besluit betreffende

Nadere informatie

Indien u vragen hebt over deze controle, kunt u contact opnemen met uw inspecteur via

Indien u vragen hebt over deze controle, kunt u contact opnemen met uw inspecteur via Aan de Voorzitter van het OCMW van Zwevegem Blokkestraat 29a 8550 Zwevegem Geïntegreerd inspectieverslag POD MI Inspectiedienst POD MI Aantal 2 OCMW/ RMID-SCP/2014 Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag

Nadere informatie

Ontwerp van decreet ( ) Nr juni 2012 ( ) stuk ingediend op

Ontwerp van decreet ( ) Nr juni 2012 ( ) stuk ingediend op stuk ingediend op 1589 (2011-2012) Nr. 7 27 juni 2012 (2011-2012) Ontwerp van decreet houdende de ondersteuning en stimulering van het lokaal jeugdbeleid en de bepaling van het provinciaal jeugdbeleid

Nadere informatie

R A P P O R T Nr. 87 --------------------------------

R A P P O R T Nr. 87 -------------------------------- R A P P O R T Nr. 87 -------------------------------- Europese kaderovereenkomst betreffende inclusieve arbeidsmarkten Eindevaluatie van de Belgische sociale partners ------------------------ 15.07.2014

Nadere informatie

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter,

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter, Aan de Voorzitter van het OCMW van ZONNEBEKE Langemarkstraat 10 8980 ZONNEBEKE Geïntegreerd inspectieverslag POD MI Inspectiedienst POD MI ZONNEBEKE/ STOF-SFGE/2015 2 Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag

Nadere informatie

Indien u vragen hebt over deze controle, kunt u contact opnemen met uw inspecteur via

Indien u vragen hebt over deze controle, kunt u contact opnemen met uw inspecteur via Aan de Voorzitter van het OCMW van Menen Noorderlaan 1 8930 Menen Geïntegreerd inspectieverslag POD MI Inspectiedienst POD MI Aantal Menen/W65B-RMID-SCP/2015 Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag Geachte

Nadere informatie

HOOFDSTUK I.- Definities. Artikel 1.- Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

HOOFDSTUK I.- Definities. Artikel 1.- Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: Koninklijk besluit van 30 januari 2003 tot vaststelling van de criteria, de voorwaarden en de nadere regels voor de toekenning van de toelage tot ondersteuning van acties die betrekking hebben op de bevordering

Nadere informatie

DECREET. inzake sociale werkplaatsen

DECREET. inzake sociale werkplaatsen VLAAMS PARLEMENT DECREET inzake sociale werkplaatsen HOOFDSTUK I Algemene bepalingen Artikel 1 Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid. Artikel 2 Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder

Nadere informatie

Indien u vragen hebt over deze controle, kunt u contact opnemen met uw inspecteur via mi.inspect_office@mi-is.be.

Indien u vragen hebt over deze controle, kunt u contact opnemen met uw inspecteur via mi.inspect_office@mi-is.be. Aan de Voorzitter van het OCMW van Knokke-Heist Kraaiennestplein 1 bus 2 8300 Knokke-Heist Geïntegreerd inspectieverslag POD MI Inspectiedienst POD MI Aantal 2 OCMW / RMIB-SFGE / 2015 Betreft: Geïntegreerd

Nadere informatie

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk. ------ Advies nr. 43 van 14 december 2001 met betrekking tot de veiligheid en de gezondheid bij uitzendarbeid.

Nadere informatie

Kinderarmoede in het Brussels Gewest

Kinderarmoede in het Brussels Gewest OBSERVATOIRE DE LA SANTÉ ET DU SOCIAL BRUXELLES OBSERVATORIUM VOOR GEZONDHEID EN WELZIJN BRUSSEL Senaat hoorzitting 11 mei 2015 Kinderarmoede in het Brussels Gewest www.observatbru.be DIMENSIES VAN ARMOEDE

Nadere informatie

RAADGEVEND COMITÉ VOOR DE PENSIOENSECTOR

RAADGEVEND COMITÉ VOOR DE PENSIOENSECTOR RAADGEVEND COMITÉ VOOR DE PENSIOENSECTOR Het Raadgevend comité voor de pensioensector, dat werd opgericht krachtens het koninklijk besluit van 5 oktober 1994 houdende oprichting van een Raadgevend comité

Nadere informatie

Betreft : Gevolgen voor het recht op maatschappelijke dienstverlening van de opheffing van code 207 «opvangstructuur» op vrijwillige basis

Betreft : Gevolgen voor het recht op maatschappelijke dienstverlening van de opheffing van code 207 «opvangstructuur» op vrijwillige basis Heeft u vragen? Nood aan bijkomende info? Mail naar onze frontdesk via vraag@mi-is.be Of bel naar 02 508 85 85 Aan mevrouwen de Voorzitsters Aan de heren Voorzitters van de openbare centra voor maatschappelijk

Nadere informatie

A-2015-033-ESR. Minister Gosuin. Aanvrager. Aanvraag ontvangen op 18 mei 2015. Aanvraag behandeld door

A-2015-033-ESR. Minister Gosuin. Aanvrager. Aanvraag ontvangen op 18 mei 2015. Aanvraag behandeld door ADVIES Voorontwerp van besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 juni 2007 betreffende het opleidingsfonds dienstencheques 16 juni 2015 Economische

Nadere informatie

Inspectiedienst POD MI GR/OCMW/W65B-RMID-STOF/2014

Inspectiedienst POD MI GR/OCMW/W65B-RMID-STOF/2014 Ter attentie van de Voorzitter van het O.C.M.W. van Harelbeke Paretteplein 19 8530 Harelbeke Geïntegreerd inspectieverslag POD MI Inspectiedienst POD MI 7 GR/OCMW/W65B-RMID-STOF/2014 Betreft: Geïntegreerd

Nadere informatie

Indien u vragen hebt over deze controle, kunt u contact opnemen met uw inspecteur via mi.inspect_office@mi-is.be.

Indien u vragen hebt over deze controle, kunt u contact opnemen met uw inspecteur via mi.inspect_office@mi-is.be. Aan de Voorzitter van het OCMW van Wervik Steenakker 30 8940 WERVIK Geïntegreerd inspectieverslag POD MI Inspectiedienst POD MI Aantal 2 OCMW/ STOF-SCP/2015 Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag Geachte

Nadere informatie

Advies. betreffende het voorontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 4 juni 2003 betreffende het inwerkingsbeleid

Advies. betreffende het voorontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 4 juni 2003 betreffende het inwerkingsbeleid Brussel, 13 maart 2006 130306 Advies inwerkingsbeleid Advies betreffende het voorontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 4 juni 2003 betreffende het inwerkingsbeleid Inhoud Inhoud... 2 1.

Nadere informatie

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter,

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter, Aan de Voorzitter van het OCMW van Sint-Genesius-Rode Dorpstraat 74 1640 Sint-Genesius-Rode Geïntegreerd inspectieverslag POD MI Inspectiedienst POD MI SGR/W65B-RMIB/2016 2 Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van het OCMW van Sint-Pieters-Woluwe Shetlanderdreef Sint-Pieters-Woluwe. Geïntegreerd inspectieverslag POD MI

Aan de Voorzitter van het OCMW van Sint-Pieters-Woluwe Shetlanderdreef Sint-Pieters-Woluwe. Geïntegreerd inspectieverslag POD MI Aan de Voorzitter van het OCMW van Sint-Pieters-Woluwe Shetlanderdreef 15 1150 Sint-Pieters-Woluwe Geïntegreerd inspectieverslag POD MI Inspectiedienst POD MI 2 SINT-PIETERS-WOLUWE/W65B-RMIB2016 Betreft:

Nadere informatie

Informatieveiligheidscomité Kamer sociale zekerheid en gezondheid

Informatieveiligheidscomité Kamer sociale zekerheid en gezondheid 1 Informatieveiligheidscomité Kamer sociale zekerheid en gezondheid IVC/KSZG/18/222 BERAADSLAGING NR. 18/122 VAN 2 OKTOBER 2018 INZAKE DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS OVER HET VERLOOP VAN DE VASTSTELLING

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 26 september 2017

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 26 september 2017 A D V I E S Nr. 2.051 ------------------------------ Zitting van dinsdag 26 september 2017 ---------------------------------------------------- Ontwerp van koninklijk besluit tot uitvoering van een aantal

Nadere informatie

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter,

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter, Aan de Voorzitter van het OCMW van Deerlijk Vercruysse de Solartstraat 22 8540 Deerlijk Geïntegreerd inspectieverslag POD MI Inspectiedienst POD MI Deerlijk/RMIB-PSA/2016 Aantal 2 Betreft: Geïntegreerd

Nadere informatie

Instituut der Bedrijfsrevisoren Institut des Reviseurs d'entreprises

Instituut der Bedrijfsrevisoren Institut des Reviseurs d'entreprises OMZENDBRIEF D.015/06 De Voorzitter Cornespondent d.szafran@ibr-ire.be Onze referte SVBIDS/vb Uw referte Datum 13 juli 2006 Geachte Confrater, Betreft: Verzekering burgerrechtelijke beroepsaansprakelijkheid

Nadere informatie

Handilab. 6 december Henk Van Hootegem,

Handilab. 6 december Henk Van Hootegem, Handilab 6 december 2012 Henk Van Hootegem, henk.vanhootegem@cntr.be Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting Service de lutte contre la pauvreté, la précarité

Nadere informatie

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag Ter attentie van de Voorzitter van het OCMW van Puurs Palingstraat 48 2870 Puurs Geïntegreerd inspectieverslag POD MI Inspectiedienst POD MI OCMW / W65B /2014 1 Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag Geachte

Nadere informatie

PROVINCIE WEST-VLAANDEREN ARRONDISSEMENT VEURNE OCMW DE PANNE UITTREKSEL UIT HET NOTULENBOEK VAN HET OCMW.

PROVINCIE WEST-VLAANDEREN ARRONDISSEMENT VEURNE OCMW DE PANNE UITTREKSEL UIT HET NOTULENBOEK VAN HET OCMW. PROVINCIE WEST-VLAANDEREN ARRONDISSEMENT VEURNE OCMW DE PANNE UITTREKSEL UIT HET NOTULENBOEK VAN HET OCMW. De Raad voor Maatschappelijk Welzijn in zitting van 21 juni 2017 Aanwezig: Simonne Blanckaert,

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 30 september 2013 ADVIES 2013-46 met betrekking tot de toegang tot notulen van de SIOD (CTB/2013/80)

Nadere informatie

Ontwerp van decreet betreffende de organisatie van hulp- en dienstverlening aan gedetineerden DE VLAAMSE REGERING,

Ontwerp van decreet betreffende de organisatie van hulp- en dienstverlening aan gedetineerden DE VLAAMSE REGERING, Ontwerp van decreet betreffende de organisatie van hulp- en dienstverlening aan gedetineerden DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; Na beraadslaging,

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, KONINKRIJK BELGIE 1000 Brussel, Zetel : Ministerie van Justitie Poelaertplein 3 Tel. : 02/504.66.21 tot 23 Fax : 02/504.70.00 COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER O. ref. : 10

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZ/13/125 BERAADSLAGING NR. 13/056 VAN 4 JUNI 2013 INZAKE DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS AAN DE AFDELING

Nadere informatie

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter,

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter, Aan de Voorzitter van het OCMW van Beerse Gasthuisstraat 49 2340 Beerse Geïntegreerd inspectieverslag POD MI Inspectiedienst POD MI BEERSE/RMIB-STOF-SCP/2017 3 Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag Geachte

Nadere informatie

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter,

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter, Aan de Voorzitter van het OCMW van Hechtel-Eksel Don Boscostraat 8 3940 HECHTEL-EKSEL Geïntegreerd inspectieverslag POD MI Inspectiedienst POD MI Hechtel-Eksel/W65B-RMIB/2017 2 Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag

Nadere informatie

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter,

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter, Aan de Voorzitter van het OCMW van BOOM J. Van Cleemputplein 1 2850 Boom Geïntegreerd inspectieverslag POD MI Inspectiedienst POD MI Boom/W65B-STOF-SFGE/2015 Aantal Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag

Nadere informatie

Dienst uw brief van uw kenmerk Ons kenmerk datum Bijlage(n)

Dienst uw brief van uw kenmerk Ons kenmerk datum Bijlage(n) tél.: 02 509 81 48 fax: 02 509 85 58 personne de contact: Brigitte De Ruyck e-mail: brigitte.deruyck@ mi-is.be Aan Mevrouwen de Voorzitsters en de Heren Voorzitters van de openbare centra voor maatschappelijk

Nadere informatie

Artikel 1. Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

Artikel 1. Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet. Ordonnantie van 18 maart 2004 betreffende de erkenning en de financiering van de plaatselijke initiatieven voor de ontwikkeling van de werkgelegenheid en de inschakelingsondernemingen HOOFDSTUK I. Algemene

Nadere informatie

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter,

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter, Aan de Voorzitter van het OCMW van Kaprijke Lembeke-Dorp 43 9970 Lembeke Geïntegreerd inspectieverslag POD MI Inspectiedienst POD MI Kaprijke/ RMIB-SFGE/2017 Aantal 2 Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag

Nadere informatie

www.weerwerkpremie.be

www.weerwerkpremie.be www.weerwerkpremie.be Handleiding bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juni 2005 Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 6/2005 Inhoud Woord vooraf 2 1. Op wie is de maatregel van toepassing? 3

Nadere informatie

TC/95/86. Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid;

TC/95/86. Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid; TC/95/86 BERAADSLAGING Nr. 95/58 VAN 24 OKTOBER 1995, GEWIJZIGD OP 12 MEI 1998, BETREFFENDE DE MEDEDELING BUITEN HET NETWERK VAN SOCIALE GEGEVENS VAN PERSOONLIJKE AARD DOOR DE INSTELLINGEN VAN SOCIALE

Nadere informatie

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST ADVIES (BRUGEL-ADVIES-20140620-191) betreffende de Klantendienst in de nabijheid van de afnemers - Implementatie Opgesteld op basis

Nadere informatie

Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting

Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting Informatieve nota over de complementariteit van de armoedeplannen en -verslagen die regelmatig gepubliceerd worden door de Gewesten, de Gemeenschappen en op interfederaal niveau maart 2009 De verschillende

Nadere informatie

sector personen met een handicap

sector personen met een handicap sector personen met een handicap Absoluut, alin, Fovig, Gezin & Handicap, KVG, Marjan, MS-Liga Vlaanderen, MyAssist, Onafhankelijk Leven, SOM, Stan, Vebes, VFG & Vlaams Welzijnsverbond najaar 2018 1 De

Nadere informatie

ADVIES. 15 september 2016

ADVIES. 15 september 2016 ADVIES Voorontwerp van besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering dat het gebruik van pesticiden, die fipronil of neonicotinoïden bevatten, verbiedt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 15 september

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZ/13/158 BERAADSLAGING NR. 13/074 VAN 2 JULI 2013 MET BETREKKING TOT DE UITWISSELING VAN PERSOONSGEGEVENS TUSSEN

Nadere informatie

FUNCTIEBESCHRIJVING. Maatschappelijk werker. Niveau BH 1-2-3

FUNCTIEBESCHRIJVING. Maatschappelijk werker. Niveau BH 1-2-3 1. IDENTIFICATIE VAN DE FUNCTIE FUNCTIEBESCHRIJVING Beschrijving van de functie Graad Maatschappelijk assistent (M/V) Maatschappelijk werker Niveau BH 1-2-3 Plaats in het organigram Dienst : Algemene Sociale

Nadere informatie

ADVIES 2 A Integratie van de genderdimensie

ADVIES 2 A Integratie van de genderdimensie BRUSSELSE RAAD VOOR GELIJKHEID TUSSEN VROUWEN EN MANNEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST ADVIES 2 A 2014 002 Integratie van de genderdimensie 13 februari 2014 Ontwerp van besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke

Nadere informatie