Zitting van 15 oktober 2015

Transcriptie

1 Zitting van 15 oktober 2015 Aanwezig : Afwezig : Erik Vandormael, voorzitter Roland Uyttendaele, burgemeester Robert De Mulder, Dirk Rasschaert, Elke Meganck, Stijn Wille, Geertrui Van De Velde, schepenen Norbert De Jonge, Franky Van Gyseghem, Peter Venneman, Marc Boterberg, Freddy Beirens, Jan Lievens, Christine Van De Steen, Conny Vander Straeten, Paul De Jaeger, Marike Godefroit, Isabelle Derder, Elsy De Geyter, An Van Wesemael, Daniël Van Kerckhove, Greet Van Lierde, Bart Heestermans, Filip Bauters, raadsleden Paul Vijverman, secretaris Annelies De Meersman, OCMW-voorzitter, voor alle punten. Franky Van Gyseghem, raadslid, voor punt 1. Stephanie Camu, raadslid, voor alle punten. De voorzitter opent de vergadering om uur. Bij de aanvang van de zitting deelt schepen Stijn Wille mee dat hij vanaf heden fungeert als fractieleider van de Open VLD. OPENBARE ZITTING 1. Belastingreglement op leegstaande woningen. Genomen met 21 ja-stemmen en 2 neen-stemmen (De Jonge, Bauters), bij geen onthoudingen. In openbare zitting vergaderd; Gelet op de bepalingen van het Gemeentedecreet; Gelet op het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen; Gelet op het Decreet van 17 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid; Overwegende dat het billijk en verantwoord is een belasting te heffen op tweede verblijven en leegstaande gebouwen; Gelet op de financiële toestand van de gemeente; Gehoord de toelichtingen van Dirk Rasschaert, schepen;

2 BESLUIT: Enig artikel. Voor de periode van 1 januari 2016 tot en met 31 december 2019 wordt het belastingreglement op leegstaande woningen vastgesteld als volgt: Titel I - Algemene bepalingen Artikel 1. Begrippen Voor de toepassing van onderhavig reglement worden volgende begrippen gedefinieerd: Aanslagjaar: het jaar waarvoor de belasting verschuldigd is. Het aanslagjaar begint op 1 januari en eindigt op de daaropvolgende 31 december. Administratie: de dienst stedenbouw wordt door het college van burgemeester en schepenen belast met het beheer van de inventarissen. Administratieve akte: akte opgemaakt door de administratie waarin staat dat een woning voldoet om opgenomen te worden in het leegstandsregister. Belastingplichtige: de natuurlijke of rechtspersoon op wie de belasting wordt gevestigd, degene op wie de belasting toepasselijk is. De belastingplichtige is degene die op het kohier wordt gebracht. Belastingschuldige: de natuurlijke of de rechtspersoon die uiteindelijk de belasting dient te betalen. Besluit Vlaamse regering: Besluit van de Vlaamse Regering van 10 juli 2009 houdende nadere regelen betreffende het leegstandsregister en houdende wijziging van het Besluit van de Vlaamse Regering van 2 april 1996 betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen en/of woningen, zoals gewijzigd door het Besluit van de Vlaamse Regering van 24 mei Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen: een aangetekend schrijven; een afgifte tegen ontvangstbewijs. Bevoegde ambtenaren leegstand: de ambtenaren die door het college van burgemeester en schepenen met de opsporing van leegstaande woningen belast zijn bezitten de onderzoeks-, controle- en vaststellingsbevoegdheden, vermeld in artikel 6 van het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen. (artikel 2.2.6, 7, Decreet betreffende het grond- en pandenbeleid) Hoofdverblijfplaats: de woning waar een gezin of een alleenstaande effectief en gewoonlijk verblijft (artikel 1.2,9, Decreet betreffende het grond- en pandenbeleid). Leegstaande woning: een woning die gedurende een termijn van ten minste twaalf opeenvolgende maanden niet gebruikt wordt in overeenstemming met hetzij de woonfunctie;

3 hetzij elke andere door de Vlaamse Regering omschreven functie die een effectief en niet-occasioneel gebruik van de woning met zich mee brengt. (artikel 2.2.6, 3, Decreet betreffende het grond- en pandenbeleid) Een nieuwe woning wordt als leegstaand beschouwd indien deze binnen zeven jaar na de afgifte van een stedenbouwkundige vergunning in laatste administratieve aanleg niet gebruikt wordt in overeenstemming met hetzij de woonfunctie; hetzij elke andere door de Vlaamse Regering omschreven functie die een effectief en niet-occasioneel gebruik van de woning met zich mee brengt. (artikel 2.2.6, 4, Decreet betreffende het grond- en pandenbeleid) Leegstandsregister: de gemeentelijke inventaris die door de gemeente Lede sinds 2010 wordt opgemaakt zoals voorzien in artikel van het Decreet betreffende het grond- en pandenbeleid Onverdeeldheid: een onroerend goed is in onverdeeldheid indien er meerdere personen gelijktijdig eigenaar zijn van een zelfde onroerend goed. In voorkomend geval hebben meerdere personen dezelfde rechten op een welbepaald onroerend goed. Er is dan ook geen onverdeeldheid tussen de blote eigenaar en de vruchtgebruiker. Vlaamse Wooncode: het Decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode. Woning: elk onroerend goed of het deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande (artikel 1.2, 23, Decreet betreffende grond- en pandenbeleid). Woonhuis: elk bebouwd onroerend goed waarin zich één of meerdere woningen bevinden (artikel 1.2, 25, Decreet betreffende het grond- en pandenbeleid). Zakelijk gerechtigde: de houder van één van volgende zakelijke rechten: de volle eigendom; het recht van opstal of van erfpacht; het vruchtgebruik. (artikel 1.2, 28, Decreet betreffende het grond- en pandenbeleid). HOOFDSTUK 1 - Inventaris Titel II - Bijzondere bepalingen Artikel 2. Inventaris leegstaande woningen Het college van burgemeester en schepenen maakt het leegstandsregister op (artikel 2.2.6, 1, van het Decreet betreffende het grond- en pandenbeleid) bestaande uit de inventaris leegstaande woningen (artikel 2,2, besluit Vlaamse Regering).

4 Artikel 3. Inventarisatiedatum De datum waarop het college van burgemeester en schepenen, na opmaak van de administratieve akte door de administratie, vaststelt dat de woning wordt opgenomen in het leegstandsregister; dit gebeurt telkenjare per 1 januari. Artikel 4. Procedure inventarisatie De procedure om opgenomen te worden op de inventaris verloopt als volgt: A) Het administratief onderzoek De administratie en de bevoegde ambtenaren voeren een administratief onderzoek. De objectieve indicaties van leegstand worden als volgt bepaald: - het ontbreken van een inschrijving in het bevolkingsregister sinds meer dan 1 jaar; - het ontbreken van een aangifte als tweede verblijf of als leegstaand gebouw in het kader van de belasting op tweede verblijven of de belasting op leegstaande gebouwen; - een nieuwbouw waarvan de stedenbouwkundige vergunning meer dan 7 jaar geleden verleend is. B) De administratieve akte Indien een woning voldoet aan één van de criteria vermeld onder artikel 4A, stelt de administratie een administratieve akte op. Na opmaak van de administratieve akte door de administratie, neemt het college van burgemeester en schepenen de woning op in het leegstandsregister. C) Betekening administratieve akte en beschrijvend verslag De administratie betekent de administratieve akte aan de zakelijk gerechtigden via beveiligde zending. Hiermee brengt ze de zakelijk gerechtigden in feite op de hoogte van de beslissing tot opname van het betreffende pand in het leegstandsregister. D) Beroep tegen de opname De zakelijk gerechtigde kan binnen 30 dagen vanaf de dag na de betekening beschreven in C) beroep aantekenen tegen de beslissing tot opname in het leegstandsregister. Het beroep wordt per beveiligde zending betekend. (artikel 2.2.7, Decreet betreffende het grond- en pandenbeleid) E) Beroepsprocedure 1. Het beroepschrift moet ingediend worden bij de gemeente Lede, dienst stedenbouw, Markt 1, 9340 Lede en moet minstens het volgende bevatten: 1. identiteit en adres van de indiener; 2. handtekening van de zakelijk gerechtigde; 3. verwijzing naar administratieve akte en gebouw of woning waarover het gaat; 4. bewijsstukken waaruit blijkt dat het pand niet leegstaat. (artikel 6, 51, besluit Vlaamse Regering) 2. De administratie registreert het beroepschrift en meldt de ontvangst aan de indiener. De beroepsinstantie, namelijk het college van burgemeester en schepenen, beoordeelt het beroep binnen 90 dagen (vanaf de dag na de betekening van het beroepschrift).

5 Eerst wordt de ontvankelijkheid nagekeken. Het beroep is onontvankelijk als het te laat werd ingediend of niet uitgaat van een zakelijk gerechtigde (of zijn gemachtigde). Als het beroep onontvankelijk is, wordt dat aan de indiener meegedeeld en wordt de procedure als afgehandeld beschouwd. Als het beroep wel ontvankelijk is, wordt de gegrondheid onderzocht. Dit kan gebeuren op basis van de bijgevoegde bewijsstukken, maar ook door een feitenonderzoek ter plaatse. Het beroep is ongegrond als de toegang tot het pand geweigerd of verhinderd wordt. 3. De beroepsinstantie geeft kennis van zijn beslissing per beveiligde zending. Als het beroep gegrond geacht wordt of als de beroepsinstantie geen beslissing neemt binnen de vooropgestelde termijn, kunnen de gedane vaststellingen geen aanleiding meer geven tot een beslissing tot opname in het leegstandsregister. 4. Als het beroep niet werd ingewilligd of er geen tijdig beroep werd ingediend, neemt de administratie het pand op in het leegstandsregister. De datum van opname is de datum van de vaststelling van de leegstand. Dit is de datum van de administratieve akte (conform het uitvoeringsbesluit van 10 juli 2009). Artikel 5. Schrapping uit de inventaris A) Procedure 1. Schrapping uit de inventaris kan enkel op gemotiveerd verzoek van een zakelijk gerechtigde door middel van een beveiligde zending gericht aan de administratie. De schrapping dient door de houder van het zakelijk recht te worden aangevraagd uiterlijk 14 kalenderdagen voor het verstrijken van elke nieuwe termijn van 12 maanden. Indien een aanvraag tot schrapping te laat wordt ingediend, zal de eerstvolgende heffing verschuldigd zijn. 2. De houder(s) van het zakelijk recht van de woning, het woonhuis of het gebouw word(t)(en) door de administratie schriftelijk in kennis gesteld van de schrapping uit de inventaris. 3. Indien het verzoek tot schrapping niet wordt ingewilligd, wordt aan de houder(s) van het zakelijk recht door de administratie de weigering tot schrapping betekend. B) Voorwaarden Een woning wordt uit het leegstandsregister geschrapt als: 1. voor de woning een inschrijving is in het bevolkingsregister; 2. de woning opgenomen is in de lijst van tweede verblijven of leegstaande gebouwen; 3. de woning werd gesloopt. De woning wordt geschrapt op datum van de aanvraag tot schrapping en na vaststelling van de sloping door de bevoegde ambtenaar, op voorwaarde dat het puin op het terrein volledig werd geruimd; 4. de woning werd gesupprimeerd en dit wordt gestaafd door een stedenbouwkundige vergunning (bijvoorbeeld door samenvoegen bij een andere woonentiteit tot één woning). De woning wordt geschrapt op datum van aanvraag schrapping én na gunstige vaststelling door de bevoegde ambtenaar.

6 HOOFDSTUK 2 - Belastingreglement Artikel 6. Belastbaar feit De gemeente heft voor de aanslagjaren 2017 tot en met 2019 een jaarlijkse belasting op woningen en woonhuizen die gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden zijn opgenomen in de inventaris zoals beschreven onder Titel 2, Hoofdstuk 1 - Inventaris. De bepalingen onder Hoofdstuk 3, Afdeling 1, Onderafdeling 2, het artikel van het Decreet betreffende het grond- en pandenbeleid is niet van toepassing. Artikel 7. Berekeningsgrondslag De belasting is verschuldigd op de eerste verjaardag van inventarisatie en daarna telkens bij het verstrijken van één of meer periodes van twaalf maanden aanwezigheid op de inventaris leegstand zoals beschreven onder Titel 2, Hoofdstuk 1 - Inventaris. Artikel 8. Belastingplichtige 1. De belasting is verschuldigd door degene die houder is van het zakelijk recht van de woning of van het woonhuis op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt. 2. Zolang de woning of het woonhuis niet is geschrapt uit alle inventarissen wordt de houder van het zakelijk recht, op het ogenblik dat een nieuwe termijn van 12 maanden verstrijkt, als belastingplichtige beschouwd. 3. Als één van de zakelijke rechten in onverdeeldheid toebehoort aan meer dan één persoon, geldt de onverdeeldheid als belastingplichtige. De leden van de onverdeeldheid moeten het verschuldigde bedrag betalen naar rato van hun deel in de onverdeeldheid. De leden van de onverdeeldheid zijn hoofdelijk gehouden tot betaling van de verschuldigde belasting. 4. Ingeval er een recht van opstal, erfpacht of vruchtgebruik bestaat, is de belasting verschuldigd door degene die houder is van dat zakelijk recht van opstal, van erfpacht of van vruchtgebruik op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt. 5. Als het zakelijk recht wordt overgedragen (bijvoorbeeld bij een verkoop), moet de overdrager van het zakelijk recht (bijvoorbeeld de verkoper) de verkrijger (bijvoorbeeld de koper) in kennis stellen dat het pand is opgenomen op de inventaris. Tevens moet hij de administratie op de hoogte brengen binnen twee maanden na het verlijden van de notariële akte (inclusief een kopie van de notariële akte). Deze kopie bevat minstens de volgende gegevens: naam en adres van de verkrijger van het zakelijk recht en zijn eigendomsaandeel; datum van de akte, naam en standplaats van de notaris; nauwkeurige aanduiding van de overgedragen woning, woonhuis of gebouw. Als deze kennisgeving niet tijdig gebeurt, wordt de overdrager van een zakelijk recht, in afwijking van 1, als belastingschuldige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht verschuldigd is.

7 6. Indien het verzoek tot schrapping of de aanvraag tot vrijstelling laattijdig werd ingediend, is de eerstvolgende belasting eveneens nog verschuldigd. Artikel 9. Tarieven Het tarief wordt vastgesteld op euro per jaar. Artikel 10. Vrijstellingen A) Procedure vrijstellingen De belastingplichtige kan vrijgesteld worden van betaling van de verschuldigde belasting. De aanvraag tot vrijstelling moet door de houder van het zakelijk recht minstens 14 kalenderdagen vóór de verjaardag van de inventarisatiedatum schriftelijk ingediend zijn bij de administratie, samen met de nodige bewijsstukken. De poststempel geldt als bewijs. Indien een aanvraag tot vrijstelling te laat wordt ingediend, zal de vrijstelling pas later beginnen te lopen en zal voor de eerstvolgende heffing geen vrijstelling kunnen genoten worden. B) Vrijstellingen Van de leegstandsheffing zijn vrijgesteld: 1. de belastingplichtige (natuurlijke persoon) die volle eigenaar is van één enkele woning, bij uitsluiting van enige andere woning; 2. de belastingplichtige (natuurlijke persoon) die in een erkende ouderenvoorziening verblijft, of voor een langdurig verblijf werd opgenomen in een psychiatrische instelling; 3. de belastingplichtige (natuurlijke persoon) waarvan de handelingsbekwaamheid beperkt werd ingevolge een gerechtelijke beslissing; 4. de belastingplichtige (natuurlijke persoon) die sinds minder dan één jaar zakelijk gerechtigde is van het gebouw of de woning, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt voor het aanslagjaar volgend op het verkrijgen van het zakelijk recht. Enkel de hierboven opgesomde vrijstellingen worden toegepast. Artikel 11. Wijze van invorderen De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. Artikel 12. Fiscale bezwaren 1. De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen, Markt 1, 9340 Lede. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden, moet dit uitdrukkelijk vragen in het bezwaarschrift. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of vanaf de kennisgeving van de aanslag. 2. De belastingplichtige die in de mogelijkheid werd gesteld het beroep, zoals voorzien in artikel 2.2.7, 2 van het Decreet betreffende het grond- en pandenbeleid, aan te tekenen, kan in het kader van die bezwarenprocedure geen excepties inroepen tegen de in het leegstandsregister opgenomen vermeldingen,

8 tenzij de ingeroepen gronden tot bezwaar na de opname van de woning of het gebouw in het leegstandsregister zijn ontstaan. Artikel 13. Verwijzing Wetboek van de inkomstenbelastingen Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het Decreet, zijn de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 6, 7 tot en met 9 bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dat Wetboek van toepassing op de provincie- en gemeentebelastingen, voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Titel III - Slotbepalingen Artikel 14. Tegemoetkoming Aan de eigenaars van woningen, waarvoor minstens één maal een heffing betaald is, wordt een tegemoetkoming ten bedrage van euro toegekend van zodra de woning niet meer opgenomen is op de inventaris van de leegstand omwille van een inschrijving in het bevolkingsregister. Artikel 15. Overgangsbepalingen Voor alle panden die reeds op de inventaris waren opgenomen vóór 1 januari 2015 blijft de inventarisatiedatum die vermeld was op de administratieve akte van kracht. Artikel 16. Aanvang aanslagjaren Voor het aanslagjaar 2016 worden geen belastingaanslagen gevestigd. Artikel 17. Algemeen bestuurlijk toezicht In het kader van artikel 253 van het Gemeentedecreet wordt een kopie van onderhavig besluit aan de provinciegouverneur aangetekend opgestuurd. Artikel 18. Bekendmaking Dit reglement zal worden bekendgemaakt overeenkomstig de bepalingen van artikel 186 van het Gemeentedecreet. 2. Belastingreglement op tweede verblijven en leegstaande gebouwen. Genomen met 22 ja-stemmen en geen neen-stemmen, bij 2 onthoudingen (De Jonge, Bauters). In openbare zitting vergaderd; Gelet op de bepalingen van het Gemeentedecreet; Gelet op het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen; Gelet op het Decreet van 17 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid;

9 Overwegende dat het billijk en verantwoord is een belasting te heffen op tweede verblijven en leegstaande gebouwen; Gelet op de financiële toestand van de gemeente; Gehoord de toelichtingen van Dirk Rasschaert, schepen; BESLUIT: Enig artikel. Voor de periode van 1 januari 2016 tot en 31 december 2019 wordt het belastingreglement op tweede verblijven en leegstaande gebouwen vastgesteld als volgt: Titel I - Algemene bepalingen Artikel 1. Begrippen Voor de toepassing van onderhavig reglement worden volgende begrippen gedefinieerd: Aanslagjaar: het jaar waarvoor de belasting verschuldigd is. Het aanslagjaar begint op 1 januari en eindigt op de daaropvolgende 31 december. Administratie: de dienst stedenbouw wordt door het college van burgemeester en schepenen belast met het beheer van de inventaris. Administratieve akte: akte opgemaakt door de administratie waarin staat dat een woning voldoet om opgenomen te worden in het register van tweede verblijven of het register van leegstaande gebouwen. Belastingplichtige: de natuurlijke of rechtspersoon op wie de belasting wordt gevestigd, degene op wie de belasting toepasselijk is. De belastingplichtige is degene die op het kohier wordt gebracht. Belastingschuldige: de natuurlijke of de rechtspersoon die de belasting dient te betalen. Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen: een aangetekend schrijven; een afgifte tegen ontvangstbewijs. Bevoegde ambtenaren: de ambtenaren die door het college van burgemeester en schepenen met de opsporing van tweede verblijven en leegstaande gebouwen belast zijn bezitten de onderzoeks-, controle- en vaststellingsbevoegdheden, vermeld in artikel 6 van het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen (artikel 2.2.6, 7, Decreet betreffende het grond- en pandenbeleid). Gebouw: oorspronkelijke woning, waarvan de functie nadien door middel van een stedenbouwkundige vergunning gewijzigd werd tot een niet-woonfunctie.

10 Onverdeeldheid: een onroerend goed is in onverdeeldheid indien er meerdere personen gelijktijdig eigenaar zijn van een zelfde onroerend goed. In voorkomend geval hebben meerdere personen dezelfde rechten op een welbepaald onroerend goed. Er is dan ook geen onverdeeldheid tussen de blote eigenaar en de vruchtgebruiker. Register leegstaande gebouwen: lijst van leegstaande gebouwen, zoals vastgesteld door het college van burgemeester en schepenen. Register tweede verblijven: lijst van de tweede verblijven, zoals vastgesteld door het college van burgemeester en schepenen. Zakelijk gerechtigde: de houder van één van volgende zakelijke rechten: de volle eigendom; het recht van opstal of van erfpacht; het vruchtgebruik. (artikel 1.2, 28, Decreet betreffende het grond- en pandenbeleid). HOOFDSTUK 1 - lnventaris Titel II - Bijzondere bepalingen Artikel 2. Procedure A) Aanvang procedure De procedure vangt aan door de vraag van de zakelijk gerechtigde bij de gemeentelijke administratie, dienst stedenbouw, tot opname in het register van tweede verblijven; na het verstrijken van de beroepstermijn van een stedenbouwkundige vergunning voor de omvorming van een woning naar een gebouw. B) Administratief onderzoek De administratie en de bevoegde ambtenaren voeren een administratief onderzoek en een onderzoek ter plaatse uit. Dit onderzoek wordt jaarlijks hernomen zolang de woning of het gebouw opgenomen is in één van de registers. De administratie maakt een technisch verslag op van het onderzoek naar het gebruik als tweede verblijf of als gebouw en maakt er tevens foto's van. De objectieve indicatie van het gebruik als tweede verblijf of als leegstaand gebouw worden als volgt bepaald: het ontbreken van een inschrijving in het bevolkingsregister. De gemeente kan een opname in één van de registers weigeren indien één of meerdere van de volgende criteria van toepassing zijn: het ontbreken van aansluitingen op nutsvoorzieningen (afgesloten); het ontbreken van een actief verbruik van de nutsvoorzieningen zodat een gebruik overeenkomstig de functie van het gebouw kan worden uitgesloten; de onmogelijkheid om het gebouw te betreden; andere feitelijke indicaties en uiterlijke kenmerken waaruit kan worden afgeleid dat een gebruik overeenkomstig de functie van het gebouw kan worden uitgesloten, zoals bijvoorbeeld: raamopeningen werden dichtgemaakt (dichtgetimmerd of gemetseld) of gesupprimeerd, waterdichtheid van de woning is niet gegarandeerd: zeer zware infiltraties via dak/gevel(s),

11 onafgewerkte ruwbouw (stedenbouwkundige vergunning ouder dan 7 jaar), ernstige inpandige vernielingen: woning gedeeltelijk vernield of gesloopt, langdurig neergelaten rolluiken, ernstig vervuild glas- en/of buitenschrijnwerk, uitpuilende brievenbus; storende omgevingsaanleg: langdurige niet of slecht onderhouden omgeving/tuin; voor tweede verblijven: woning is helemaal/gedeeltelijk niet bemeubeld, ontbreken van keuken, sanitair en/of verwarming; voor gebouwen: minder dan 50% van het gebouw staat leeg. C) Inventarisatiedatum De datum waarop het college van burgemeester en schepenen, na opmaak van de administratieve akte door de administratie, vaststelt dat de woning of het gebouw wordt opgenomen in het register tweede verblijven of het register van leegstaande gebouwen. D) Betekening administratieve akte en beschrijvend verslag De administratie betekent de administratieve akte en het beschrijvend verslag aan de zakelijk gerechtigden, via beveiligde zending. Hiermee brengt ze de zakelijk gerechtigden in feite op de hoogte van de beslissing tot opname of nietopname van het betreffende pand in het register van tweede verblijven of in het register van leegstaande gebouwen. Door de niet-opname in het register van de tweede verblijven wordt de leegstaande woning automatisch en onmiddellijk opgenomen in het leegstandsregister. E) Beroep tegen de opname of niet-opname De zakelijk gerechtigde kan binnen 30 dagen vanaf de dag na de betekening beschreven in D) beroep aantekenen tegen de beslissing tot opname of nietopname in het register van tweede verblijven of in het register van de leegstaande gebouwen. Het beroep wordt per beveiligde zending betekend. F) Beroepsprocedure 1. Het beroepschrift moet via beveiligde zending ingediend worden bij gemeente Lede, dienst stedenbouw, Markt 1, 9340 Lede en moet minstens het volgende bevatten: 1. identiteit en adres van de indiener; 2. handtekening van de zakelijk gerechtigde; 3. verwijzing naar administratieve akte en gebouw of woning waarover het gaat; 4. bewijsstukken waaruit blijkt dat het pand wel/niet als tweede verblijf of als gebouw gebruikt wordt. 2. De administratie registreert het beroepschrift en meldt de ontvangst aan de indiener. De beroepsinstantie, namelijk het college van burgemeester en schepenen, beoordeelt het beroep binnen 90 dagen (vanaf de dag na de betekening van het beroepschrift). Eerst wordt de ontvankelijkheid nagekeken. Het beroep is onontvankelijk als het te laat werd ingediend of niet uitgaat van een zakelijk gerechtigde (of zijn gemachtigde) of niet alle documenten vermeld in 1 bevat. Als het beroep onontvankelijk is, wordt dat aan de indiener meegedeeld en wordt de procedure als afgehandeld beschouwd. Als het beroep wel ontvankelijk is, wordt de gegrondheid onderzocht. Dit kan gebeuren op basis van de bijgevoegde

12 bewijsstukken, maar ook door een feitenonderzoek ter plaatse. Het beroep is ongegrond als de toegang tot het pand geweigerd of verhinderd wordt. 3. De beroepsinstantie geeft kennis van zijn beslissing per beveiligde zending. Als de beroepsinstantie geen beslissing neemt binnen de vooropgestelde termijn, wordt het beroep gegrond geacht. 4. Als het beroep niet werd ingewilligd of er geen tijdig beroep werd ingediend, blijft de beslissing in eerste aanleg geldig. De datum van opname in het register is de datum van de administratieve akte. Artikel 3. Schrapping uit de inventaris Schrapping uit het register kan enkel op verzoek van een zakelijk gerechtigde door middel van een beveiligde zending gericht aan de administratie. Indien blijkt dat op 1 januari volgend op dit verzoek een inschrijving in het bevolkingsregister voor deze woning ontbreekt, wordt de woning beschouwd als leegstaand sinds de datum van de administratieve akte tot opname in één van beide registers door het college van burgemeester en schepenen. HOOFDSTUK 2 - Belastingreglement Artikel 4. Belastbaar feit De gemeente heft voor de aanslagjaren 2017 tot en met 2019 een jaarlijkse belasting op woningen, woonhuizen en gebouwen die in het register van tweede verblijven of in het register van leegstaande gebouwen zijn opgenomen, zoals bepaald in artikel 2 van dit reglement. Artikel 5. Berekeningsgrondslag De belasting is verschuldigd telkenjare op 1 januari voor elk pand dat, na de opmaak van de administratieve akte, opgenomen is in het register van de tweede verblijven of in het register van leegstaande gebouwen. Artikel 6. Belastingplichtige 1. De belasting is verschuldigd door degene die houder is van het zakelijk recht van de woning of van het woonhuis op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt. 2. Zolang de woning, het woonhuis of het gebouw niet geschrapt is uit het register wordt de houder van het zakelijk recht, op het ogenblik dat een nieuwe termijn van 12 maanden verstrijkt, als belastingplichtige beschouwd. 3. Als één van de zakelijke rechten in onverdeeldheid toebehoort aan meer dat één persoon, geldt de onverdeeldheid als belastingplichtige. De leden van de onverdeeldheid moeten het verschuldigde bedrag betalen naar rato van hun deel in de onverdeeldheid. De leden van de onverdeeldheid zijn hoofdelijk gehouden tot betaling van de verschuldigde belasting. 4. Ingeval er een recht van opstal, erfpacht of vruchtgebruik bestaat, is de belasting verschuldigd door degene die houder is van dat zakelijk recht van opstal, van erfpacht of van vruchtgebruik op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt.

13 5. Als het zakelijk recht wordt overgedragen (bijvoorbeeld bij een verkoop), moet de overdrager van het zakelijk recht (bijvoorbeeld de verkoper) de verkrijger (bijvoorbeeld de koper) in kennis stellen dat het pand is opgenomen op de inventaris. Tevens moet hij de administratie op de hoogte brengen, binnen twee maanden na het verlijden van de notariële akte (incl. een kopie van de notariële akte). Deze kopie bevat minstens de volgende gegevens: - naam en adres van de verkrijger van het zakelijk recht en zijn eigendomsaandeel; - datum van de akte, naam en standplaats van de notaris; - nauwkeurige aanduiding van de overgedragen woning, woonhuis of gebouw. Als deze kennisgeving niet tijdig gebeurt, wordt de overdrager van een zakelijk recht, in afwijking van 1 als belastingschuldige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht verschuldigd is. Artikel 7. Tarief Het tarief wordt vastgesteld op 500 euro per jaar. Artikel 8. Vrijstellingen Er zijn geen vrijstellingen mogelijk. Artikel 9. Wijze van invorderen De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. Artikel 10. Fiscale bezwaren 1. De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen, Markt 1, 9340 Lede. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden, moet dit uitdrukkelijk vragen in het bezwaarschrift. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Artikel 11. Verwijzing Wetboek van de inkomstenbelastingen Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het Decreet, zijn de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 6, 7 tot en met 9 bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dat Wetboek van toepassing op de provincie- en gemeentebelastingen, voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Titel III - Slotbepalingen Artikel 12. Aanvang aanslagjaren Voor het aanslagjaar 2016 worden geen belastingaanslagen gevestigd. Artikel 13. Algemeen bestuurlijk toezicht In het kader van artikel 253 van het Gemeentedecreet wordt een kopie van onderhavig besluit aan de provinciegouverneur aangetekend opgestuurd.

14 Artikel 13. Bekendmaking Dit reglement zal worden bekendgemaakt overeenkomstig de bepalingen van artikel 186 van het Gemeentedecreet. 3. Principebeslissing tot openbare verkoop van het oud-gemeentehuis te Impe. Genomen met eenparigheid van stemmen. In openbare zitting vergaderd; Gelet op de bepalingen van het gemeentedecreet; Overwegende dat het gemeentebestuur voor het oud-gemeentehuis van Impe, Essestraat 4 te 9340 Lede-Impe, geen specifieke bestemming heeft en dat het derhalve aangewezen is tot de openbare verkoop ervan over te gaan; Overwegende dat de financiële middelen die aldus ter beschikking komen kunnen aangewend worden ter financiering van buitengewone uitgaven; Gelet op het voorliggende schattingsverslag d.d. 14 mei 2015, opgemaakt door Luc Goethals, landmeter expert te Lede; Gehoord de toelichtingen van Roland Uyttendaele, burgemeester; BESLUIT: Artikel 1. Het gemeentebestuur beslist principieel het oud-gemeentehuis van Impe, Essestraat 4 te 9340 Lede-Impe, kadastraal gekend 3 e afdeling sie A nr. 202 b/03 met een oppervlakte van 80 m², openbaar te verkopen. Artikel 2. De opbrengst van de verkoop zal aangewend worden voor de financiering van buitengewone uitgaven. 4. Verkaveling Keibergkerkweg: goedkeuring akte grondafstand. Genomen met eenparigheid van stemmen. In openbare zitting vergaderd; Gelet op de bepalingen van de nieuwe gemeentedecreet; Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijk Ordening d.d. 15 mei 2009 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening; Gelet op de verkavelingsvergunning voor het perceel, gelegen Lede, Keibergkerkweg 55, kadastraal gekend 1 e afdeling sectie C nr. 183A02, afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen d.d. 5 mei 2015;

15 Gelet op het besluit van de gemeenteraad d.d. 16 april 2015 waarbij een grondstrook moest afgestaan worden aan de Gemeente te kostelozen titel ter realisatie van de rooilijn in de verkaveling; Gelet op de akte grondafstand d.d. 10 september 2015 waarbij een strook kosteloos werd afgestaan aan de gemeente; Gelet op het metingsplan grondafstand d.d. 28 juli 2015, opgemaakt door Willy De Rouck, beëdigd landmeter-expert te 9450 Haaltert; Gehoord de toelichtingen van Roland Uyttendaele, burgemeester; BESLUIT: Enig artikel. Ter gedeeltelijke realisatie van de rooilijn in de verkaveling langs de Keibergkerkweg 55 aanvaardt de gemeente Lede te kostelozen titel een strook grond te Lede, kadastraal gekend afdeling, sectie C nr. 183A02, hebbende een oppervlakte van 74,03 m², voor de realisatie van de rooilijn blijkens het metingsplan grondafstand. 5. Verkaveling Kerkwegel: goedkeuring akte grondafstand. Genomen met eenparigheid van stemmen. In openbare zitting vergaderd; Gelet op de bepalingen van de nieuwe gemeentedecreet; Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijk Ordening d.d. 15 mei 2009 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening; Gelet op de verkavelingsvergunning voor het perceel, gelegen Lede, Kerkwegel, kadastraal gekend 2 e afdeling sectie A nr. 684D, afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen d.d. 24 februari 2015; Gelet op het besluit van de gemeenteraad d.d. 19 februari 2015 waarbij een grondstrook moest afgestaan worden aan de Gemeente te kostelozen titel ter realisatie van de rooilijn in de verkaveling; Gelet op de akte grondafstand d.d. 30 september 2015 waarbij een strook kosteloos werd afgestaan aan de gemeente; Gelet op het metingsplan grondafstand d.d. 8 september 2015, opgemaakt door Landmeetbureau De Troyer bvba, De Troyer Annelies, landmeter-expert te 9111 Belsele; Gehoord de toelichtingen van Roland Uyttendaele, burgemeester; BESLUIT:

16 Enig artikel. Ter gedeeltelijke realisatie van de rooilijn in de verkaveling langs de Kerkwegel aanvaardt de gemeente Lede te kostelozen titel een strook grond te Lede, kadastraal gekend 2 e afdeling, sectie A nr. 684D, hebbende een oppervlakte van 50,96 m² voor de realisatie van de rooilijn blijkens het metingsplan grondafstand. 6. Gemeentehuis: aanpassingswerken aan de lift: vaststelling bestek en wijze van gunning. Genomen met 15 ja-stemmen en 2 neen-stemmen (De Jonge, Bauters), bij 7 onthoudingen (Boterberg, Lievens, Godefroit, Van Wesemael, Van Kerckhove, Van Lierde, Heestermans). In openbare zitting vergaderd; Gelet op de bepalingen van het gemeentedecreet van 15 juli 2005, zoals tot op heden gewijzigd; Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, zoals tot op heden gewijzigd; Gelet op de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, zoals tot op heden gewijzigd, inzonderheid op het artikel 26, 1, 1 f (de opdracht kan slechts door één bepaalde inschrijver worden uitgevoerd om redenen van: technische aard); Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; Gelet op het Koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, zoals tot op heden gewijzigd; Gelet op het Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, zoals tot op heden gewijzigd, inzonderheid op het artikel 5, 3; Overwegende dat er aanpassingswerken dienen uitgevoerd te worden aan de lift in het gemeentehuis; Overwegende dat er in het kader van de opdracht Lift gemeentehuis - aanpassingswerken een technische beschrijving met nr. 2015/25 werd opgesteld; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op ,00 EUR (exclusief btw) of ,00 EUR (inclusief 21% btw);

17 Overwegende dat wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking; Overwegende dat de kredieten voor deze opdracht zijn voorzien in het gemeentebudget onder de budgetsleutel / maar dat deze bij de eerstvolgende wijziging van het gemeentebudget wel zullen verhoogd worden; Gehoord de toelichtingen van Robert De Mulder, schepen; BESLUIT: Artikel 1. Er dienen aanpassingswerken uitgevoerd te worden aan de lift in het gemeentehuis. Artikel 2. De lastvoorwaarden voor de opdracht Lift gemeentehuis - aanpassingswerken worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek met nr. 2015/25 (als bijlage gehecht aan dit besluit) en zoals opgenomen in de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten van werken, leveringen en diensten. Artikel 3. Bovengenoemde opdracht zal gegund worden bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking. Artikel 4. De raming voor bedoelde aanpassingswerken bedraagt ,00 EUR (exclusief btw) of ,00 EUR (inclusief 21% btw). Artikel 5. Aan het college van burgemeester en schepenen wordt de opdracht gegeven dit besluit verder uit te voeren en meer bepaald over te gaan tot gunning voor zover het gunningsbedrag met niet meer dan 20% de raming overtreft. Artikel 6. De uitgaven verbonden aan deze opdracht zullen verrekend worden op de budgetsleutel / Gemeentelijke administratieve sancties: verzoek om een bijkomende sanctionerend ambtenaar. Genomen met eenparigheid van stemmen. In geheime zitting vergaderd; Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet, inzonderheid op het artikel 119bis; Gelet op de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, zoals tot op heden gewijzigd; Gelet op de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties;

18 Gelet op het Koninklijk besluit van 7 januari 2001 tot vaststelling van de procedure tot aanwijzing van de ambtenaar en tot inning van de boetes in uitvoering van de wet van 13 mei 1999 betreffende de invoering van gemeentelijke administratieve sancties; Gelet op het Koninklijk besluit van 21 december 2013 tot vaststelling van de kwalificatie- en onafhankelijkheidsvoorwaarden van de ambtenaar belast met de oplegging van de administratieve geldboete en tot inning van de boetes in uitvoering van de wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties; Gelet op het provincieraadsbesluit van 18 januari 2006, zoals tot op heden gewijzigd; Overwegende dat de gemeente provinciale ambtenaren belast heeft met het opleggen van administratieve geldboetes in het kader van de gemeentelijke administratieve sancties; Gehoord de toelichtingen van Roland Uyttendaele, burgemeester; BESLUIT: Artikel 1. De gemeenteraad verzoekt om een bijkomend sanctionerend ambtenaar belast met de oplegging van de administratieve geldboete aan te stellen. Artikel 2. Een afschrift van dit besluit wordt gezonden aan de provinciegouverneur van Oost-Vlaanderen en aan het provinciebestuur Oost- Vlaanderen - Dienst Juridische Aangelegenheden & Bestuurszaken - Cel Administratieve Sancties. 8. Aankoop van zelfrijdende werktuigdrager ten behoeve van de technische dienst: vaststelling bestek en wijze van gunning. Genomen met eenparigheid van stemmen. In openbare zitting vergaderd; Gelet op de bepalingen van het gemeentedecreet van 15 juli 2005, zoals tot op heden gewijzigd; Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, zoals tot op heden gewijzigd; Gelet op de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, zoals tot op heden gewijzigd, inzonderheid op het artikel 26, 1, 1 a (limiet van ,00 EUR exlusief btw niet overschreden);

19 Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; Gelet op het Koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, zoals tot op heden gewijzigd, inzonderheid op het artikel 105; Gelet op het Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, zoals tot op heden gewijzigd, inzonderheid op het artikel 5, 3; Overwegende dat de gemeenten vanaf 2015 verplicht zijn over te stappen op niet-chemische onkruidbestrijding; Overwegende dat in het kader van de opdracht zelfrijdende werktuigdrager met onkruidschoffel een bestek met nr. 2015/38 werd opgesteld door de technische dienst; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op ,00 EUR (exclusief btw) of ,00 EUR (inclusief 21% btw); Overwegende dat wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking; Overwegende dat de benodigde kredieten voor deze opdracht zijn voorzien in het gemeentebudget onder de budgetsleutel /020000; Gehoord de toelichtingen van Robert De Mulder, schepen; BESLUIT: Artikel 1. Er zal een zelfrijdende werktuigdrager met onkruidschoffel aangekocht worden. Artikel 2. De lastvoorwaarden voor deze opdracht worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek met nr. 2015/38 (als bijlage gehecht aan dit besluit) en zoals opgenomen in de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten van werken, leveringen en diensten. Artikel 3. De kostprijs van deze opdracht wordt geraamd op ,00 EUR (exclusief btw) of ,00 EUR (inclusief 21% btw). Artikel 4. Bovengenoemde opdracht zal gegund worden bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking. Artikel 5. Aan het college van burgemeester en schepenen wordt de opdracht gegeven dit besluit verder uit te voeren en meer bepaald over te gaan tot gunning voor zover het gunningsbedrag met niet meer dan 20% de raming overtreft.

20 Artikel 6. De uitgaven verbonden aan deze opdracht zullen verrekend worden op de budgetsleutel / Sportcomplex 'De Ommegang': aanleg van een kunstgrasveld: vaststelling bestek en wijze van gunning. Genomen met eenparigheid van stemmen. In openbare zitting vergaderd; Gelet op de bepalingen van het gemeentedecreet van 15 juli 2005, zoals tot op heden gewijzigd; Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, zoals tot op heden gewijzigd; Gelet op de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, zoals tot op heden gewijzigd, inzonderheid op het artikel 25; Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; Gelet op het Koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, zoals tot op heden gewijzigd; Gelet op het Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, zoals tot op heden gewijzigd, inzonderheid op het artikel 5, 2; Overwegende dat de aanleg van een kunstgrasveld wenselijk en noodzakelijk is om een betere dienstverlening ten behoeve van de sportclubs te garanderen en om de voortdurende bespeelbaarheid van het terrein te waarborgen; Overwegende dat in het kader van de opdracht Aanleg kunstgrasveld sportcomplex De Ommegang een bestek met nr. 2015/42 werd opgesteld door de sportdienst; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op ,64 EUR (exclusief btw) of ,50 EUR (inclusief 21% btw); Overwegende dat wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de open offerteaanvraag; Overwegende dat de benodigde kredieten voor deze opdracht zijn voorzien in het gemeentebudget onder de budgetsleutel /074000; Gehoord de toelichtingen van Geertrui Van de Velde, schepen;

21 BESLUIT: Artikel 1. Er zal een kunstgrasveld aangelegd worden op het B-terrein van het sportcomplex De Ommegang. Artikel 2. De lastvoorwaarden voor deze opdracht worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek met nr. 2015/42 (als bijlage gehecht aan dit besluit) en zoals opgenomen in de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten van werken, leveringen en diensten. Artikel 3. De kostprijs van deze opdracht wordt geraamd op ,64 EUR (exclusief btw) of ,50 EUR (inclusief 21% btw). Artikel 4. Bovengenoemde opdracht zal gegund worden bij wijze van de open offerteaanvraag. Artikel 5. Aan het college van burgemeester en schepenen wordt de opdracht gegeven dit besluit verder uit te voeren en meer bepaald over te gaan tot gunning voor zover het gunningsbedrag met niet meer dan 20% de raming overtreft. Artikel 6. De uitgaven verbonden aan deze opdracht zullen verrekend worden op de budgetsleutel / Bibliotheek: aankoop wandrekken: vaststelling bestek en wijze van gunning. Genomen met eenparigheid van stemmen. In openbare zitting vergaderd; Gelet op de bepalingen van het gemeentedecreet van 15 juli 2005, zoals tot op heden gewijzigd; Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, zoals tot op heden gewijzigd; Gelet op de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, zoals tot op heden gewijzigd, inzonderheid op het artikel 26, 1, 3 b (aanvullende leveringen voor gedeeltelijke vernieuwing/uitbreiding); Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; Gelet op het Koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, zoals tot op heden gewijzigd;

22 Gelet op het Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, zoals tot op heden gewijzigd, inzonderheid op het artikel 5, 3; Overwegende dat de uitbreiding van het rekkensysteem in de bibliotheek van Lede wenselijk en noodzakelijk is; Overwegende dat in het kader van de opdracht wandrekken bibliotheek een bestek met nr. 2015/41 werd opgesteld door de technische dienst; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op ,00 EUR (exclusief btw) of ,00 EUR (inclusief 21% btw); Overwegende dat wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking; Overwegende dat de benodigde kredieten voor deze opdracht zijn voorzien in het gemeentebudget onder budgetsleutel AP28/A089/ /070300; Gehoord de toelichtingen van Elke Meganck, schepen; BESLUIT: Artikel 1. Het rekkensysteem in de bibliotheek van Lede zal worden uitgebreid. Artikel 2. De lastvoorwaarden voor deze opdracht worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek met nr. 2015/41 (als bijlage gehecht aan dit besluit) en zoals opgenomen in de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten van werken, leveringen en diensten. Artikel 3. De kostprijs van deze opdracht wordt geraamd op ,00 EUR (exclusief btw) of ,00 EUR (inclusief 21% btw). Artikel 4. Bovengenoemde opdracht zal gegund worden bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking. Artikel 5. Aan het college van burgemeester en schepenen wordt de opdracht gegeven dit besluit verder uit te voeren en meer bepaald over te gaan tot gunning voor zover het gunningsbedrag met niet meer dan 20% de raming overtreft. Artikel 6. De uitgaven verbonden aan deze opdracht zullen verrekend worden op de budgetsleutel AP28/A089/ / Raamcontract voor aankoop games met de stad Aalst: toetreding. Genomen met 22 ja-stemmen en 2 neen-stemmen (De Jonge, Bauters), bij geen onthoudingen.

23 In openbare zitting vergaderd; Gelet op de bepalingen van het gemeentedecreet, inzonderheid op het artikel 43, 11 ; Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen. Gelet op de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, meer bepaald op het artikel 38 waarbij de opdracht wordt samengevoegd waarbij één overheid wordt aangeduid als aanbestedende overheid tot en met de gunning van de opdracht; Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen; Gelet op het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen; Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen; Overwegende dat de interlokale vereniging BibArt voorstelt om voor de opdracht raamovereenkomst voor gezamenlijke aankoop van games voor de bibliotheekcollectie voor een periode van maximum 2 jaar een gezamenlijk dossier op te starten waarbij de stad Aalst aangeduid wordt als aanbestedende overheid en de procedure zal voeren; Overwegende dat het samenvoegen in één enkele een overheidsopdracht, in toepassing van artikel 38 van de wet op overheidsopdrachten van 15 juni 2006, tot het drukken van de prijzen, een administratieve vereenvoudiging en het optimaliseren van de kwaliteit van de dossiers leidt; Overwegende dat de aanbestedende overheid instaat voor het goedkeuren van de lastvoorwaarden en de gunningswijze, de gunning en de sluiting van de opdracht en dat elke partij dient in te staan voor het tijdig bekomen van een gunstig visum voor zijn aandeel waarvan de officiële beslissing wordt overgemaakt aan de aanbestedende overheid in functie van de gunning van de opdracht; Overwegende dat elk deelnemend bestuur verplicht is tot deelname aan de gezamenlijke opdracht; Overwegende dat de interlokale vereniging BibArt projecten doet voor zes bibliotheken in de Aalsterse regio (Aalst, Denderleeuw, Lede, Erpe-Mere, Haaltert en Ninove) en dat BibArt zal instaan voor de coördinatie en communicatie tussen de verschillende deelnemende besturen;