welstandsnota BRIELLE HERZIENING 2011

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "welstandsnota BRIELLE HERZIENING 2011"

Transcriptie

1 welstandsnota BRIELLE HERZIENING 2011

2

3 WELSTAND Brielle Herziening 2011 Aangepast aan gevolgen Wabo in eerste kwartaal 2011

4 Welstandsnota Brielle 2011, pagina 2

5 INHOUD Hoofdstuk 1 Inleiding Redelijke eisen van welstand 5 Hoofdstuk 2 Ruimtelijk kwaliteitsbeleid Ruimtelijk beleid 7 Monumenten 7 Ontwikkelingen 7 Hoofdstuk 3 Welstandscriteria algemeen Algemene welstandscriteria 9 Hoofdstuk 4 Welstandscriteria gebieden Gebiedsindeling en welstandsniveaus 11 Brielle - Meeuwenoord (B1) 18 - Woongebied jachthavens (B2) 20 - Voorzieningencluster (B3) 22 - Plantage (B4) 24 - Rugge (B5) 26 - Woonwagenterrein (B6) 28 - Zuurland (B7) 30 - Ommeloop en Kleine Goote (B8) 32 - Nieuwland (B9) 34 - Nieuwland Oost (B10) 36 - Bedrijventerrein 't Woud (B11) 38 - Bedrijventerrein Seggelant (B12) 40 Vierpolders - Dorpslint (V1) 42 - Woongebied (V2) 44 Zwartewaal - Dorpslint (Z1) 46 - Woongebied (Z2) 48 - Omgeving Zalmlaan (Z3) 50 - Bedrijventerrein Zwartewaal (Z4) 52 Buitengebied - Glastuinbouw (Bu1) 54 - Overig buitengebied (Bu2) 56 Recreatie - Sport- en recreatieterreinen (R1) 58 - Recreatie oevers Brielse Meer (R2) 60 Hoofdstuk 5 Welstandscriteria objecten Objecten 63 Boerderijen (1) 64 Agrarische hallen (2) 66 Dakopbouwen (3) 68 Hoofdstuk 6 Welstandscriteria kleine plannen Kleine plannen 71 Aanbouwen (1) 72 Bijgebouwen (2) 74 Welstandsnota Brielle 2011, pagina 3

6 Kozijn- en gevelwijzigingen (3) 76 Dakkapellen (4) 78 Erfafscheidingen (5) 80 Dakramen, panelen en collectoren (6) 82 Spriet-, staaf- en schotelantennes (7) 84 Rolhekken, luiken en rolluiken (8) 86 Hoofdstuk 7 Welstandscriteria monumenten Welstandscriteria monumenten 89 Hoofdstuk 8 Welstandscriteria grote projecten Welstandcriteria grote (her)ontwikkelingen 91 Hoofdstuk 9 Welstandscriteria excessen Welstandcriteria excessen 93 Bijlagen Begrippenlijst (1) 95 Algemene criteria (2) 101 Straatnamen (3) 105 Colofon 109 Welstandsnota Brielle 2011, pagina 4

7 INLEIDING Hoofdstuk 1 De gemeente Brielle heeft de mogelijkheid welstandsbeleid te voeren zoals aangegeven in de Woningwet gebruikt om op basis van de samenhang in gebieden en objecten beoordelingscriteria te formuleren. Met de herziening van 2011 wil de gemeente het welstandsbeleid vereenvoudigen. Hiermee moet het welstandstoezicht effectiever worden en tegelijkertijd de burger meer inzicht geven in de eigenschappen die van belang zijn bij het opstellen en indienen van een bouwplan. De omschreven regels zijn niet alleen bedoeld om het oordeel te motiveren, maar eveneens om de burger met bouwplannen vooraf informatie over en inzicht te geven in de wijze waarop de commissie over bouwplannen adviseert. Naast het vastleggen van criteria in het kader van de wet, is de welstandsnota vooral bedoeld om het enthousiasme voor de ruimtelijke kwaliteit te vergroten. Redelijke eisen van welstand Welstandstoezicht heeft allereerst ten doel te voorkomen, dat bouwwerken de openbare ruimte ontsieren. Het welstandsbeleid van de gemeente is echter opgesteld vanuit de overtuiging, dat het belang van een goede leefomgeving eveneens een rol speelt. Bij iedere aanvraag voor een vergunning wordt bekeken of de plannen voldoen aan redelijke eisen van welstand, wat inhoudt dat de plaatsing en het uiterlijk van het beoogde gebouw wordt beoordeeld. Deze beoordeling is gebaseerd op artikel 12 van de Woningwet. Prioriteiten bij het welstandsbeleid zijn: Openbaarheid en inzichtelijkheid, zodat helder voor de belanghebbenden is wat de toetsingscriteria zijn waarop het bouwplan wordt beoordeeld Goede balans tussen zekerheid en flexibiliteit met zekerheid over de aspecten die een rol spelen bij de welstandsbeoordeling, maar tegelijkertijd met ruimte voor vernieuwing en flexibiliteit Helderheid en duidelijkheid in de criteria voor kleine bouwplannen zodat deze eenvoudig te toetsen zijn aan redelijke eisen van welstand Doel van de welstandstoets is het behartigen van het publieke belang door de lokale overheid, waarbij de individuele vrijheid van de burger of ondernemer wordt afgewogen tegen de aantrekkelijkheid van de leefomgeving als algemene waarde. Veel mensen zijn bereid mee te werken aan het instandhouden of zelfs bevorderen van de ruimtelijke kwaliteit van hun leefomgeving, maar zij willen wel graag van tevoren op de hoogte zijn van de aspecten die een rol spelen bij de welstandsbeoordeling. De kaders waarbinnen deze beoordeling plaatsvindt worden vastgesteld door de gemeenteraad en is daarom een politieke keuze. Uitgangspunten voor het welstandsbeleid Met de verschijningsvorm van een bouwwerk wordt iedere voorbijganger geconfronteerd. Het beleid is opgesteld vanuit de gedachte, dat welstand een bijdrage levert aan de totstandkoming en het beheer van een aantrekkelijke bebouwde omgeving. Het welstandsbeleid geeft de gemeente de mogelijkheid om cultuurhistorische, stedenbouwkundige en architectonische waarden te benoemen en een rol te geven bij de ontwikkeling en beoordeling van bouwplannen. Met de gebiedsgerichte benadering wil de gemeente Brielle in principe de waardevolle eigenschappen van de kernen behouden. Doel van het welstandsbeleid is het welstandstoezicht helder onder woorden te brengen en op een effectieve en controleerbare wijze in te richten. Welstandsnota Brielle 2011, pagina 5

8 Opdrachtgevers en architecten kunnen in een vroeg stadium informeren welke criteria van toepassing zijn. Voor kleine veranderingen en aanpassingen aan bestaande gebouwen zijn objectieve criteria vastgesteld, die een ambtelijke toets mogelijk maken. Voor grotere bouwplannen in een bestaande omgeving geven de criteria een handreiking bij het maken van een ontwerp, dat binnen zijn context past. De welstandsnota In de praktijk zal de welstandsnota niet als leesboek worden gebruikt. Wie wil weten welke criteria op een aanvraag van toepassing zijn, zal eerst kijken of het beoogde bouwwerk valt onder de veel voorkomende plannen als dakkapellen en aanbouwen waarvoor zo concreet mogelijke criteria zijn opgesteld. Is dit niet het geval, dan gelden de gebiedsgerichte criteria en/of de criteria voor specifieke bouwwerken. Deze zijn minder vast omlijnd dan die voor veel voorkomende kleine bouwplannen, omdat het meer relatieve criteria zijn. Ze laten meer ruimte over voor interpretatie. Indien gewenst kan met de welstandsgemandateerde gesproken worden over de interpretatie in het licht van het beoogde plan. De welstandsnota moet inhoudelijke kennis koppelen aan juridisch houdbare criteria en efficiënte procedures. Bovendien moet de nota leesbaar, begrijpelijk en opwekkend zijn voor verschillende gebruikers. Dit programma van eisen levert een gelaagde nota op waarin welstandscriteria in allerlei soorten en maten worden uitgewerkt. Daarbij is in ruime mate gebruik gemaakt van foto s en voorbeelden. Leeswijzer Hoofdstuk 2 beschrijft het ruimtelijk beleid. Het omvat een beschrijving van het ruimtelijk kwaliteitsbeleid als basis voor het gewenste welstandstoezicht. Hoofdstuk 3 beschrijft de algemene welstandscriteria, die gelden als uitgangspunt voor iedere welstandsbeoordeling. Ze beschrijven het goede vakmanschap, dat de basis moet zijn van elk ontwerp. In hoofdstuk 4 en 5 wordt voor de gebieden en objecten in de gemeente aangegeven op welke wijze dit vakmanschap zou moeten worden ingevuld. De beschrijvingen en criteria geven aan welke eigenschappen wenselijk zijn en dienen als agenda voor de beoordeling door de welstandscommissie. Hoofdstuk 6 bevat criteria voor veel voorkomende kleine bouwwerken als dakkapellen en bijgebouwen. Hoofdstuk 7 geeft richtlijnen voor het bouwen aan of nabij monumenten, waar het cultuurhistorisch belang moet worden meegewogen in de beoordeling. Hoofdstuk 8 omvat een omschrijving van de procedure voor grotere projecten. Voor dergelijke projecten worden welstandscriteria opgesteld, die door de gemeenteraad dienen te worden vastgesteld. Hoofdstuk 9 bestaat uit welstandscriteria voor vergunningvrije bouwwerken. Deze zijn niet per definitie welstandsvrij, zodat er sprake kan zijn van excessen. Met behulp van deze criteria kan de gemeente achteraf optreden. De nota wordt afgesloten met bijlagen: een begrippenlijst en een register van straatnamen met een verwijzing naar de betreffende gebiedsbeschrijving(en). Welstandsnota Brielle 2011, pagina 6

9 RUIMTELIJK KWALITEITSBELEID Hoofdstuk 2 Het huidige ruimtelijk kwaliteitsbeleid van de gemeente biedt handvatten voor het nieuwe welstandsbeleid. Ruimtelijk beleid Welstandsnota Brielle (2004) De huidige welstandsnota leidt in de praktijk tot enkele knelpunten. De nota is mede door alle herhalingen en het taalgebruik niet goed bruikbaar In de huidige welstandsnota is de gemeente in diverse gebiedstypen opgedeeld. Deze indeling en typering is grotendeels over te nemen, maar moet in de voorliggende nota meer overzichtelijk en toegankelijk voor de burger weergegeven worden. Diverse overbodige regels en beschrijvingen kunnen weggelaten worden. Kwaliteitsnota Brielle In de welstandsnota zijn geen criteria opgenomen voor de binnenstad. De welstandsbeoordeling van bouwplannen voor dit gebied vindt plaats aan de hand van de criteria die in de Kwaliteitsnota Brielle zijn opgenomen. Monumenten Monumenten in Brielle zijn aangewezen door het Rijk en de gemeenteraad. De gemeente zet voor het behoud van het aanzien van historisch waardevolle panden in op het welstandsbeleid. De welstandsnota is zo opgesteld dat voorkomen wordt dat aanpassingen aan monumenten afbreuk doen aan de redengevende beschrijving van het monument. Bouwplannen aan of nabij monumenten worden daarom strenger getoetst door de welstandscommissie. Ontwikkelingen De gemeente Brielle is in ontwikkeling. Voor diverse locaties zijn bouwplannen opgesteld. In deze nota wordt per gebied kort genoemd wat de plannen zijn en een aanzet gegeven voor het welstandsbeleid. De welstandscriteria kunnen in een aantal gevallen echter pas in een later stadium worden opgesteld. Een toelichting op de te volgen procedure staat in hoofdstuk 8. De te (her)ontwikkelen gebieden zijn: Herontwikkeling jachthavens Meeuwenoord Brielle - woningbouw Nieuwbouw Zwartewaal - woningbouw Nieuwbouw Vierpolders - woningbouw Conclusies Het nieuwe welstandsbeleid is kort en krachtig, met begrijpelijke taal en veel foto s, gericht op de beleving van de burger. Gebiedsspecifieke opmerkingen zijn in de betreffende gebieden verwerkt. In hoofdstuk 8 wordt aangegeven hoe met de hierboven genoemde nieuwe ontwikkelingen omgegaan moet worden. Deze gebieden kunnen niet worden beoordeeld aan de hand van de criteria die in deze beheersnota zijn opgenomen. Welstandsnota Brielle 2011, pagina 7

10 Welstandsnota Brielle 2011, pagina 8

11 WELSTANDSCRITERIA ALGEMEEN Hoofdstuk 3 De algemene welstandscriteria richten zich op de zeggingskracht en het vakmanschap van het architectonisch ontwerp en zijn terug te voeren op vrij universele kwaliteitsprincipes. Deze criteria liggen (haast onzichtbaar) ten grondslag aan elke planbeoordeling, omdat ze het uitgangspunt vormen voor de uitwerking van de gebiedsgerichte en objectgerichte welstandscriteria. In praktijk zullen die uitwerkingen meestal voldoende houvast bieden voor de planbeoordeling. Toepassing In bijzondere situaties wanneer de gebiedsgerichte en de objectgerichte welstandscriteria ontoereikend zijn, kan het nodig zijn expliciet terug te grijpen op de algemene welstandscriteria. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer een bouwplan (slaafs) is aangepast aan de gebiedsgerichte welstandscriteria, maar het bouwwerk zelf zo onder de maat blijft dat het zijn omgeving negatief zal beïnvloeden. Ook wanneer een bouwplan afwijkt van de bestaande of toekomstige omgeving maar door bijzondere schoonheid wél aan redelijke eisen van welstand voldoet, kan worden teruggegrepen op de algemene welstandscriteria. De welstandscommissie kan burgemeester en wethouders in zo n geval gemotiveerd en schriftelijk adviseren af te wijken van de gebiedsgerichte en objectgerichte welstandscriteria. In de praktijk betekent dit dat het betreffende plan alleen op grond van de algemene welstandscriteria wordt beoordeeld en dat de bijzondere schoonheid van het plan met deze criteria overtuigend kan worden aangetoond. Het niveau van redelijke eisen van welstand ligt dan uiteraard hoog, het is immers redelijk dat er hogere eisen worden gesteld aan de zeggingskracht en het architectonisch vakmanschap naarmate een bouwwerk zich sterker van zijn omgeving onderscheidt. Criteria De algemene welstandscriteria staan in bijlage 2 en doen een uitspraak over de volgende onderwerpen: relatie tussen vorm, gebruik en constructie relatie tussen bouwwerk en omgeving betekenissen van vormen en sociaal-culturele context evenwicht tussen helderheid en complexiteit schaal en maatverhoudingen materiaal, textuur, kleur en licht Welstandsnota Brielle 2011, pagina 9

12 Welstandsnota Brielle 2011, pagina 10

13 WELSTANDSCRITERIA GEBIEDEN Hoofdstuk 4 Een belangrijke peiler van de welstandsnota is het gebiedsgerichte welstandsbeleid. De gebiedsgerichte welstandscriteria worden gebruikt voor de kleine en middelgrote bouwplannen. Gebieden De gebiedsgerichte criteria zijn gebaseerd op het architectonisch vakmanschap en de ruimtelijke kwaliteit zoals die in de bestaande situatie worden aangetroffen. Deze criteria geven aan hoe een bouwwerk zich moet gedragen om in zijn omgeving niet teveel uit de toon te vallen, en welke gewaardeerde karakteristieken uit de omgeving in het ontwerp moeten worden gebruikt. De gebiedsgerichte welstandscriteria moeten worden gezien als de gewenste eigenschappen van het bouwplan. Per gebied is een samenhangend beoordelingskader opgesteld met daarin een korte beschrijving van het gebied, waarbij aandacht wordt besteed aan de ontstaansgeschiedenis, de stedenbouwkundige of landschappelijke omgeving, een typering van de bouwwerken, het materiaal- en kleurgebruik en de detaillering. Ook wordt er een samenvatting gegeven te verwachten of gewenste ontwikkelingen en een waardering voor het gebied op grond van de belevingswaarde en eventuele bijzondere cultuurhistorische, stedenbouwkundige of architectonische werken. Dit is de grondslag voor het welstandsniveau, waarbij tevens de hoofdpunten voor de beoordeling worden genoemd. Daarna volgen de welstandscriteria, steeds onderverdeeld in criteria betreffende de relatie met de omgeving van het bouwwerk, de bouwmassa, de architectonische uitwerking, materiaal en kleur. Met de welstandscriteria kan de commissie zich binnen de grenzen van het bestemmingsplan een gewogen oordeel vormen. In aanvuling op de tekst zijn foto s opgenomen, die een impressie van het deelgebied geven en zowel goede als slechte voorbeelden tonen. Niveaus Voor elk welstandsgebied is het gewenste welstandsniveau aangegeven. Het welstandsniveau sluit zoveel mogelijk aan bij het gehanteerde ruimtelijk kwaliteitsbeleid en de gewenste ontwikkelingen. In theorie zijn vier welstandsniveau s mogelijk: het door het Rijk aangewezen beschermde stads- of dorpsgezicht, het bijzondere welstandsgebied waar extra inspanning ten behoeve van de ruimtelijke kwaliteit gewenst is, het reguliere welstandsgebied waar de basiskwaliteit moet worden gehandhaafd en het welstandsvrije gebied. In de gemeente Brielle worden geen welstandsvrije gebieden aangewezen. De gemeente wenst in alle gebieden minstens een basiskwaliteit te handhaven. Binnenstad In dit hoofdstuk zijn geen criteria opgenomen voor de binnenstad (B0). De welstandsbeoordeling van bouwplannen voor dit gebied vindt plaats aan de hand van de criteria die in de Kwaliteitsnota Brielle zijn opgenomen. Welstandsnota Brielle 2011, pagina 11

14 Niveaukaart gemeente Brielle Welstandsnota Brielle 2011, pagina 12

15 Gebiedskaart gemeente Brielle Welstandsnota Brielle 2011, pagina 13

16 Niveaukaart kern Brielle legenda niveaus beschermd bijzonder gewoon aanduidingen wegen water Welstandsnota Brielle 2011, pagina 14

17 Gebiedskaart kern Brielle legenda gebieden B0 binnenstad B1 Meeuwenoord B2 Woongebied jachthavens B3 Voorzieningencluster B4 Plantage B5 Rugge B6 Woonwagenterrein B7 Zuurland B8 Ommeloop en Kleine Goote B9 Nieuwland B10 Nieuwland Oost B11 bedrijventerrein t Woud R1 sport- en recreatieterrein R2 recreatieterrein Brielse Meer Bu1 glastuinbouw Bu2 buitengebied aanduidingen wegen water grens beschermd gezicht Welstandsnota Brielle 2011, pagina 15

18 Niveau- en gebiedskaart kern Vierpolders legenda niveaus bijzonder gewoon aanduidingen wegen water legenda gebieden V1 dorpslint Vierpolders V2 woongebied Vierpolders R1 sport- en recreatieterrein Bu1 glastuinbouw Bu2 buitengebied Welstandsnota Brielle 2011, pagina 16

19 Niveau- en gebiedskaart kern Zwartewaal legenda niveaus bijzonder gewoon aanduidingen wegen water legenda gebieden Z1 dorpslint Zwartewaal Z2 woongebied Zwartewaal Z3 omgeving Zalmlaan Zwartewaal Z4 bedrijventerrein Zwartewaal R1 R2 sport- en recreatieterrein recreatieterrein Brielse Meer Bu2 buitengebied Welstandsnota Brielle 2011, pagina 17

20 Meeuwenoord Brielle Beschrijving Meeuwenoord is een uitbreiding ten noorden van de binnenstad met korte rijen twee onder één kap woningen van twee lagen met zadeldak in een veelal sobere baksteenarchitectuur langs groene straten. De buurt wordt onder andere begrensd door de Van Almondeweg, de Van Bloys Van Treslongweg en de Veerweg. De woningbouw heeft een samenhangende compositie door herhaling van zowel woningtype als rijen. De voornamelijk rechte rooi- en noklijnen zorgen per rij voor een samenhangend beeld en lopen meestal evenwijdig aan de straat. De voorgevels van de woningen zijn georiënteerd op de straat. De vooren achtertuinen versterken het groene karakter. De woningen hebben een eenvoudige opbouw van twee lagen met een zadeldak of plat dak. Bij rijen zijn de hoekwoningen vrijwel gelijk aan de tussenwoningen. De herhaling van gevelelementen en schoorstenen geven ritme aan het straatbeeld. De dakvlakken zijn regelmatig voorzien van dakkapellen en dakramen. Ook balkons komen voor. De materialisering en detaillering zijn meestal eenvoudig en seriematig. De meeste gevels zijn van baksteen met eenvoudig siermetselwerk en soms voorzien van grote houten of kunststof puien. De daken zijn meestal voorzien van rode of donkere keramische pannen en worden veelal benadrukt door een uitkragende goot. Samenhangend kleurgebruik is standaard. Uitzondering is het oude lint aan de Veerhavenweg, waar de bebouwing individueel, afwisselend en representatief is en de detaillering varieert van eenvoudig tot rijk. Gebied B1 Rijwoningen in de omgeving Ruychaverweg in sobere baksteenarchitectuur Gevels bestaan uit (bak)steen of worden ingevuld met puien Waardebepaling en ontwikkeling Meewenoord kenmerkt zich door een heldere opzet met voornamelijk twee onder één kap woningen. De waarde is vooral gelegen in het rustige beeld van de smalle straten met het groen van de bomen en in voortuinen. De architectuur is in het algemeen eenvoudig. De dynamiek van de buurt is gemiddeld en bestaat vooral uit op- en aanbouwen. Wijzigingen als dakkapellen bij voorkeur per woningtype gelijk uitvoeren Gewoon welstandsgebied Meeuwenoord is een gewoon welstandsgebied. Het beleid is terughoudend en gericht op het beheer van de rust in het groene straatbeeld. De welstandscommissie zal bij de advisering onder meer aandacht schenken aan het behoud van herhaling in rooilijnen en gevelindeling en samenhang in zowel de architectonische uitwerking als het gebruik van materiaal en kleur. Welstandsnota Brielle 2011, pagina 18

21 Meeuwenoord Brielle Gebied B1 Welstandscriteria Bij de beoordeling van bouwplannen wordt in samenhang met de beschrijving getoetst aan de hand van de volgende criteria: Ligging gebouwen maken deel uit van een stedenbouwkundig patroon rooilijnen aan de voorzijde van rijen behouden gebouwen met de voorgevel richten op de belangrijkste openbare ruimte Massa bouwmassa afstemmen op de samenhang in de rij of het cluster woningen hebben bij voorkeur een onderbouw van twee lagen met zadeldak uitbreidingen waaronder op- en aanbouwen zoals dakkapellen vormgeven als toegevoegd ondergeschikt element of opnemen in de hoofdmassa en bij voorkeur per woningtype gelijk uitvoeren vrijstaande woningen wijken af van de gebruikelijke massa, opbouw en vorm Architectonische uitwerking de architectonische uitwerking en detaillering zijn eenvoudig maar degelijk bij rijenwoningen de herhaling in bijvoorbeeld gevelverdelingen of penanten benadrukken alleen vrijstaande woningen hebben een individuele uitstraling wijzigingen en toevoegingen in stijl en afwerking afstemmen op het hoofdvolume en de rij of het cluster Materiaal en kleur materialen en kleuren zijn degelijk en terughoudend materialen en kleuren tasten de samenhang van de rij of het cluster niet aan gevels in hoofdzaak in baksteen of vergelijkbare steenachtige materialen uitvoeren danwel invullen met puien plaatmateriaal alleen gebruiken als invulling van een kozijn of hekwerk hellende daken van woningen voorzien van keramische pannen Korte rijen twee onder één kap woningen in een groene omgeving Gebouwen met de voorgevel richten op de belangrijkste openbare ruimte Bebouwing aan de Veerweg is individueel afwisselend en representatief De detaillering aan de Veerweg varieert van eenvoudig tot rijk Welstandsnota Brielle 2011, pagina 19

22 Woongebied jachthavens Brielle Gebied B2 Beschrijving Rond de jachthavens ten noorden van de binnenstad ligt een waterrijk gebied met gevarieerde woningbouw in een heldere stedenbouwkundige structuur. Het is een intiem woongebied met een moderne uitstraling, dat onder andere wordt begrensd door de Rochus Meeuwiszoonweg en de Veerweg. De wijk heeft een open karakter door brede straatprofielen en grote waterelementen. Het gebied is planmatig opgezet met regelmatig verspringende rooilijnen en aaneengesloten voorgevels. De seriematig gebouwde woningen hebben een gevarieerde en gedifferentieerde opbouw tot drie lagen met veelal een plat of een flauw hellend dak. Hoeken van rijen zijn vaak verbijzonderd met een gedraaide oriëntatie of bijzondere architectonische elementen. Appartementengebouwen hebben diverse vormen en bestaan uit hoogstens vier bouwlagen met een plat dak. De rijen en blokken zijn per stedenbouwkundige eenheid vormgegeven. De architectuur van de woningen is verzorgd met heldere lijnen en grote glasvlakken. De detaillering is zorgvuldig. Het gevelbeeld is gevarieerd met veelal een horizontale geleding. Accenten als luifels en structuur in het materiaal komen veel voor. Materialen en kleuren zijn eigentijds en per eenheid in samenhang. Waardebepaling en ontwikkeling Het woongebied rond de jachthavens vormt de overgang tussen de binnenstad en het Brielse Meer. De waarde is vooral gelegen in het gevarieerd wonen aan het water. De herhaling per stedenbouwkundige eenheid is van belang voor het gezicht vanuit de openbare ruimte en vanaf het water. De dynamiek van dit gebied is na oplevering gemiddeld tot laag en bestaat veelal uit kleine wijzigingen als op- en aanbouwen. Bijzonder welstandsgebied Het woongebied rond van de jachthavens is een bijzonder welstandsgebied met een beschermde zuidwesthoek. Het beleid is gericht op het beheer van de samenhang, representativiteit, gedifferentieerde opbouw en rijke detaillering. De welstandscommissie zal bij de advisering onder meer aandacht schenken aan het behoud van samenhang en afwisseling straatbeeld op het niveau van de massaopbouw, architectonische uitwerking en in het materiaal- en kleurgebruik. Welstandsnota Brielle 2011, pagina 20

23 Woongebied jachthavens Brielle Gebied B2 Welstandscriteria Bij de beoordeling van bouwplannen wordt in samenhang met de beschrijving getoetst aan de hand van de volgende criteria: Ligging gebouwen maken deel uit van een stedenbouwkundig patroon de individuele woning binnen een cluster, rij of blok is een deel van het geheel en voegt zich hier naar gebouwen richten op de belangrijkste openbare ruimten, dus zowel op de weg als op het water de overgang tussen privé en openbaar zorgvuldig vormgeven rooilijnen behouden bijgebouwen voorkomen Diverse vrijstaande gebouwen met publieke functies in een groene omgeving Massa bouwmassa s zijn gedifferentieerd met een sterke onderlinge samenhang per stedenbouwkundige eenheid woningen hebben in het algemeen een onderbouw tot drie lagen met een plat of flauw hellend dak verbijzonderingen en hoogteaccenten hebben een stedenbouwkundige aanleiding uitbreidingen waaronder op- en aanbouwen per stedenbouwkundige eenheid gelijk uitvoeren aan- en eventuele bijgebouwen zijn ondergeschikt aan de hoofdmassa Woningen hebben hoogstens drie lagen met een plat of flauw hellend dak Architectonische uitwerking de architectonische uitwerking en detaillering zijn zorgvuldig en gevarieerd binnen de samenhang van het totaalbeeld appartementengebouwen kunnen een individuele uitstraling hebben elementen in de gevel zoals deuren en ramen in een logische verhouding tot elkaar en de gevel als geheel plaatsen met aandacht voor met name de horizontale belijning zorgvuldig detailleren met aandacht voor kozijnen, dakgoten en dergelijke wijzigingen en toevoegingen in stijl en afwerking afstemmen op de architectuur van het hoofdvolume Appartementengebouwen hebben hoogstens vier lagen met een plat dak Materiaal en kleur materialen en kleuren zijn per stedenbouwkundige eenheid in samenhang en overwegend modern materialen hebben een structuur, die de horizontale belijningen in de architectuur tot zijn recht laat komen kleuren zijn in het algemeen licht maar terughoudend met een nadruk op aardtinten en houtkleuren op- en aanbouwen in kleur en materiaal aanpassen aan het hoofdgebouw Verbijzonderingen hebben een stedenbouwkundige aanleiding Aanvullend criterium beschermd gezicht in de schootsvelden (het beschermd gezicht buiten de wallen) geen schuttingen of muren plaatsen Welstandsnota Brielle 2011, pagina 21

24 Voorzieningenzone Brielle Beschrijving In de voorzieningenzone ten zuiden van de binnenstad staan diverse vrijstaande gebouwen met voornamelijk publieke functies in een groene omgeving. Het gebied bestaat onder andere uit de vrijstaande bebouwing aan De Rik, Groene Kruisweg, Plantageweg, de Krammer en de Amer. De inrichting van de openbare ruimte is zorgvuldig en doelmatig. De gebouwen zijn vrijstaand en individueel. Ze zijn georiënteerd op de belangrijkste openbare ruimte en hebben een verspringende rooilijn. Representatieve ruimten en kantoren liggen in het algemeen aan de voorzijde. De bebouwing is eenvoudig van opzet en heeft een grote variatie in maat en schaal. De opbouw is tot drie lagen hoog met een plat dak of een flauw hellende kap. Gevels hebben een zorgvuldige detaillering die meestal eenvoudig is. Bij gesloten gevels vormen entrees, representatieve ruimten en kantoren accenten. Het materiaalgebruik is overwegend modern en duurzaam. Kleuren zijn terughoudend en in onderlinge samenhang. Bijzonder element is de monumentale bedevaartskerk aan De Rik. Gebied B3 Per kavel is er één hoofdmassa Waardebepaling en ontwikkeling De voorzieningenzone ligt gedeeltelijk aan de doorgaande route langs Brielle. De waarde is vooral gelegen in de ruime groene stedenbouwkundige opzet. De dynamiek van het terrein is laag. Het beleid is terughoudend en gericht op het goed functioneren en beheer. Eventuele aanpassingen dienen zorgvuldig ingepast te worden in de bestaande architectuur. Bijzonder welstandsgebied De voorzieningenzone in Brielle is een bijzonder welstandsgebied, vanwege de ligging ten opzichte van de vesting en de entreefunctie die het gebied heeft. Het deel binnen de schootsvelden is beschermd welstandsgebied. Het beleid is gericht op het behoud van het ruime groene straatbeeld en het versterken van de samenhang. De welstandscommissie zal bij de advisering onder meer aandacht schenken aan de samenhang in zowel de architectonische uitwerking als het gebruik van materiaal en kleur. Gebouwen zijn zorgvuldig en eenvoudig gedetailleerd Bedrijven zijn herkenbaar als zelfstandige eenheden Welstandsnota Brielle 2011, pagina 22

25 Voorzieningenzone Brielle Gebied B3 Welstandscriteria Bij de beoordeling van bouwplannen wordt in samenhang met de beschrijving getoetst aan de hand van de volgende criteria: Ligging gebouwen staan vrij op de kavel per kavel is er één hoofdmassa gebouwen met de voorgevel richten op de belangrijkste weg rooilijnen liggen van de hoofdmassa s terug en volgen de weg expeditieruimte zoveel mogelijk aan de achterzijde van het gebouw situeren Massa gebouwen zijn overwegend vrijstaand en individueel gebouwen hebben een eenvoudige vorm gebouwen hebben een onderbouw van maximaal drie lagen met plat dak of flauw hellende kap entreepartijen en kantoorgedeelten zijn vormgegeven als accenten of zelfstandige volumes bedrijven zijn herkenbaar als zelfstandige eenheden er zijn zo min mogelijk dichte gevels aan de straat Architectonische uitwerking de architectonische uitwerking en detaillering zijn zorgvuldig en eenvoudig accenten en geledingen ten behoeve van het onderscheiden van functies zijn wenselijk wijzigingen en toevoegingen in stijl en afwerking afstemmen op het hoofdvolume Diverse vrijstaande gebouwen met publieke functies in een groene omgeving Gebouwen hebben een eenvoudige vorm Materiaal en kleur grote vlakken bestaan uit materialen met een structuur zoals baksteen, houten betimmering, gevouwen staalplaat of met kozijnen onderverdeelde glazen puien materialen en kleuren van aanbouwen afstemmen op het hoofdvolume kleuren zijn terughoudend en in onderlinge samenhang Entreepartijen zijn vormgegeven als accenten of zelfstandige volumes Aanvullend criterium beschermd gezicht in de schootsvelden (het beschermd gezicht buiten de wallen) geen schuttingen of muren maar groene erfafscheidingen zoals heggen plaatsen Monumentale bedevaartskerk aan De Rik Welstandsnota Brielle 2011, pagina 23

26 Plantage Brielle Beschrijving De Plantage ligt aan de zuidkant van de binnenstad en bestaat uit vrijstaande woningen en twee onder één kap woningen in korte rijen in een groene omgeving met veel water. Het gebied wordt onder andere begrensd door de G.J. van den Boogerdweg en de Johan H. Beenlaan. De buurt is planmatig opgezet met een vrije structuur. De openbare ruimte is rond de individuele woningen beperkt tot een weg met trottoir, waaraan de ruime tuinen van de privékavels grenzen, ontsloten door inritten. De kleinschalige dorpsachtige bebouwing varieert van eenvoudige vrijstaande huizen tot villa s en is georiënteerd op de weg waarbij de rooilijn vaak enigszins verspringt. De panden zijn individueel, gedifferentieerd en representatief, maar ook beperkte herhalingen van eenzelfde woning komen voor. De opbouw is meestal vrij traditioneel. De huizen bestaan uit een onderbouw van één tot twee lagen met een kap. Er komen verschillende kapvormen voor als een zadel, schild- en lessenaarsdak. Vaak zijn de dakvlakken voorzien van dakkapellen of ramen. Balkons komen voor en zijn meestal aan de achterzijde geplaatst. De woningen hebben veel meeontworpen op- en aanbouwen waaronder erkers en carports. De detaillering is meestal van gemiddeld niveau, maar er zijn uitschieters naar boven met een zeer zorgvuldig ontworpen en rijke uitvoering. De materialisering is vaak traditioneel met eigentijdse accenten en enkele versieringen. Daken zijn voorzien van rode of donkere pannen. De gemetselde gevels hebben soms een (houten) pui of betimmering. Naast baksteen komen ook houten rabatdelen en plaatmateriaal als gevelmateriaal voor. Het kleurgebruik is veelal traditioneel en terughoudend, hoewel vooral bij villabebouwing ook minder terughoudende tinten worden gebruikt. Gebied B4 Gebouwen zijn individueel en afwisselend Diverse kapvormen komen voor Waardebepaling en ontwikkeling De Plantage is een rustige groene buurt ten zuiden van de voorzieningenzone. De waarde is vooral gelegen in de ruime groene opzet met individuele dorpsachtige woningen. De dynamiek van de buurt is gemiddeld en bestaat vooral uit op- en aanbouwen. Aan-, op- en uitbouwen zijn vaak meeontworpen Gewoon welstandsgebied De Plantage is een gewoon welstandsgebied. Het beleid is terughoudend en gericht op het beheer met behoud van het afwisselende beeld zonder grote dissonanten tussen de individuele woningen. De welstandscommissie zal bij de advisering onder meer aandacht schenken aan het behoud van samenhang in het afwisselende straatbeeld op het niveau van de zorgvuldige architectonische uitwerking en in het traditionele materiaalen kleurgebruik. Later toegevoegde aan- op en uitbouwen per woningtype gelijk uitvoeren Welstandsnota Brielle 2011, pagina 24

27 Plantage Brielle Gebied B4 Welstandscriteria Bij de beoordeling van bouwplannen wordt in samenhang met de beschrijving getoetst aan de hand van de volgende criteria: Ligging per erf of kavel is er één hoofdmassa (hoofd)gebouwen richten op de belangrijkste openbare ruimte de rooilijnen van de hoofdmassa s verspringen ten opzichte van elkaar bijgebouwen staan achter de rooilijn van de hoofdmassa Massa gebouwen zijn in het algemeen individueel en afwisselend en hebben een eenvoudige hoofdvorm gebouwen bestaan uit een onderbouw van één soms twee lagen met of zonder kap gebouwen hebben kappen met wisselende nokrichting zijgevels hebben vensters uitbreidingen waaronder op- en aanbouwen zoals dakkapellen vormgeven als toegevoegd ondergeschikt element of opnemen in de hoofdmassa en bij voorkeur per woningtype gelijk uitvoeren bijgebouwen hebben een eenvoudige vorm Vrijstaande woningen in een groene omgeving Gevels in hoofdzaak in baksteen uitvoeren danwel invullen met puien Architectonische uitwerking de architectonische uitwerking en detaillering zijn zorgvuldig en gevarieerd traditioneel Hollandse houten kozijnen en profileringen vormen het uitgangspunt wijzigingen en toevoegingen in stijl en afwerking afstemmen op het hoofdvolume en de rij of het cluster Materialen en kleuren materialen en kleuren zijn overwegend traditioneel gevels in hoofdzaak in baksteen of vergelijkbare steenachtige materialen uitvoeren danwel invullen met puien hellende daken dekken met rode of donkere pannen kleuren zijn terughoudend De architectonische uitwerking en detaillering zijn zorgvuldig en gevarieerd Ook beperkte herhaling van woningen komt voor Welstandsnota Brielle 2011, pagina 25

28 Rugge Brielle Beschrijving Rugge is een uitbreiding net ten zuiden van de singel gebouwd in meerdere fasen met korte rijen woningen van twee lagen met zadeldak in een veelal sobere baksteenarchitectuur langs groene straten. De buurt wordt onder andere begrensd door de Anna Hoeveweg, Kloosterweg, De Rik en de Schrijversdijk. De woningbouw heeft een samenhangende compositie door herhaling van zowel woningtype als rijen en blokken. De rechte rooi- en noklijnen zorgen per rij voor een samenhangend beeld en lopen evenwijdig aan de straat. De voorgevels van de woningen zijn georiënteerd op de straat. De voor- en achtertuinen versterken het groene karakter. De rijwoningen hebben een eenvoudige opbouw van twee lagen met een zadeldak waarbij de hoekwoningen vrijwel gelijk zijn aan de tussenwoningen. De herhaling van gevelelementen en schoorstenen geven ritme aan het straatbeeld. De dakvlakken zijn soms voorzien van dakkapellen en dakramen. De materialisering en detaillering zijn meestal eenvoudig en seriematig. De meeste gevels zijn van baksteen met eenvoudig siermetselwerk en soms voorzien van grote houten of kunststof puien. De daken zijn meestal voorzien van rode of donkere keramische pannen en worden veelal benadrukt door een uitkragende goot. Samenhangend kleurgebruik is standaard. Uitzonderingen zijn de in maat en schaal afwijkende flats die een accent vormen aan de Anna van Hoevestraat en Frank van Borselenstraat. Andere uitzondering wordt gevormd door de individuele woningen aan de noordelijke rand van de buurt, die binnen de grenzen van het beschermde stadsgezicht vallen. Bijzondere elementen zijn de verspreid in de wijk gelegen grootschalige gebouwen. Deze gebouwen worden voornamelijk gebruikt voor voorzieningen als winkels en scholen en wijken af in massa, opbouw en vorm. Gebied B5 Gebouwen maken deel uit van een stedenbouwkundig patroon Uitbreidingen vormgeven als ondergeschikt element Waardebepaling en ontwikkeling Rugge is een woonwijk tussen de singel en het buitengebied, waar geen hoofdroutes door lopen. De waarde is vooral gelegen in het rustige beeld van de straten met het groen van de bomen en in voortuinen. De architectuur is in het algemeen eenvoudig. De dynamiek van de buurt is gemiddeld en betreft in het algemeen kleine wijzigingen, die de samenhang van de gevelwanden als begrenzing van het straatbeeld niet al te sterk aantasten. Gewoon welstandsgebied Rugge is een gewoon welstandsgebied, met een beschermde noordoostrand. Het beleid is terughoudend en gericht op het beheer van de rust in het groene straatbeeld. De welstandscommissie zal bij de advisering onder meer aandacht schenken aan het behoud van herhaling in rooilijnen en gevelindeling en samenhang in zowel de architectonische uitwerking als het gebruik van materiaal en kleur. Gevels invullen met baksteen of deels met puien Materialen en kleuren zijn degelijk en terughoudend en per rij in samenhang Aan de rand van de wijk staan enkele flats Welstandsnota Brielle 2011, pagina 26

29 Rugge Brielle Gebied B5 Welstandscriteria Bij de beoordeling van bouwplannen wordt in samenhang met de beschrijving getoetst aan de hand van de volgende criteria: Ligging gebouwen maken deel uit van een stedenbouwkundig patroon rooilijnen aan de voorzijde van rijen behouden gebouwen met de voorgevel richten op de belangrijkste openbare ruimte Massa bouwmassa afstemmen op de samenhang in de rij of het cluster woningen hebben bij voorkeur een onderbouw van twee lagen met zadeldak gestapelde woningen kunnen een onderbouw tot tien lagen hebben met een licht hellend zadeldak of plat dak uitbreidingen waaronder op- en aanbouwen zoals dakkapellen vormgeven als toegevoegd ondergeschikt element of opnemen in de hoofdmassa en per stedenbouwkundige eenheid gelijk uitvoeren waarbij de eerste dakopbouw of dakkapel per bouwblok of in architectuur verwante woning als trendsetter wordt vastgesteld vrijstaande woningen en gebouwen met bijzondere functies mogen afhankelijk van hun positie in de wijk afwijken van gebruikelijke massa, opbouw en vorm Korte rijen woningen in sobere baksteenarchitectuur Woningen hebben bij voorkeur een onderbouw van twee lagen met een kap Architectonische uitwerking de architectonische uitwerking en detaillering zijn eenvoudig maar degelijk bij rijenwoningen de herhaling in bijvoorbeeld gevelverdelingen of penanten benadrukken alleen vrijstaande woningen hebben een individuele uitstraling wijzigingen en toevoegingen in stijl en afwerking afstemmen op het hoofdvolume en de rij of het cluster Materiaal en kleur materialen en kleuren zijn degelijk en terughoudend materialen en kleuren tasten de samenhang van de rij of het cluster niet aan gevels in hoofdzaak in baksteen of vergelijkbare steenachtige materialen uitvoeren danwel invullen met puien plaatmateriaal alleen gebruiken als invulling van een kozijn of hekwerk hellende daken van woningen voorzien van keramische pannen De architectonische uitwerking en detaillering zijn eenvoudig maar degelijk Aanvullend criterium beschermd gezicht in de schootsvelden (het beschermd gezicht buiten de wallen) geen schuttingen of muren maar groene erfafscheidingen zoals heggen plaatsen Gebouwen met bijzondere functies wijken af in massa opbouw en vorm Hoogbouw bij de centraal gelegen winkels Welstandsnota Brielle 2011, pagina 27

30 Woonwagenterrein Brielle Gebied B6 Beschrijving Het woonwagenterrein van Brielle heeft een groen karakter met overwegend eenvoudige bebouwing en ligt tussen het volkstuinencomplex en de voorzieningenzone aan De Rik. Het terrein heeft een kleine omvang en is nauwelijks zichtbaar vanaf de openbare weg. De bebouwing is individueel en afwisselend en bestaat uit een aantal woonwagens. De inrichting van het terrein is enigszins naar binnen gekeerd. De gebouwen hebben een eenvoudige opbouw en bestaan in hoofdzaak uit een onderbouw van één laag met een plat dak of een flauw hellende kap. De architectuur en detaillering is eenvoudig en verzorgd. Het kleurgebruik is terughoudend. Waardebepaling en ontwikkeling Het woonwagenterrein is eenvoudig qua opzet en bebouwing en is enigszins naar binnen gekeerd. De architectuur is terughoudend. De dynamiek van dit terrein is laag. Het beleid is terughoudend en gericht op beheer. Mogelijke uitbreidingen zullen goed in het landschap ingepast moeten worden. Gewoon welstandsgebied Het woonwagenterrein is een gewoon welstandsgebied. De welstandscommissie zal bij de advisering onder meer aandacht schenken aan het behoud van de terughoudende architectuur en landschappelijke inpassing. Welstandsnota Brielle 2011, pagina 28

31 Woonwagenterrein Brielle Gebied B6 Welstandscriteria Bij de beoordeling van bouwplannen wordt in samenhang met de beschrijving getoetst aan de hand van de volgende criteria: Ligging gebouwen zijn vrijstaand het individuele gebouw binnen een cluster is deel van het geheel en voegt zich hier naar bestaande rooilijnen behouden bijgebouwenstaan bij voorkeur achter het hoofdgebouw Massa gebouwen hebben een eenvoudige hoofdvorm die bestaat uit een onderbouw van één laag met plat dak of flauw hellende kap gebouwen hebben per cluster samenhang er zijn zo min mogelijk dichte gevels aan de straat aanbouwen zijn ondergeschikt en maken deel uit van de totale compositie van het gebouw Het terrein is klein en nauwelijks zichtbaar vanaf de openbare weg Architectonische uitwerking er is ontwerpaandacht voor alle details de detaillering is per cluster in samenhang bijgebouwen eenvoudiger maar net zo zorgvuldig detailleren als de hoofdmassa wijzigingen en toevoegingen in stijl en afwerking afstemmen op het hoofdvolume Materiaal en kleur gevels zijn bij voorkeur van baksteen of houten betimmering hellende daken dekken met pannen of ander materiaal met een structuur kleuren zijn terughoudend en in onderlinge samenhang Welstandsnota Brielle 2011, pagina 29

32 Zuurland Brielle Beschrijving Zuurland is een uitbreiding ten zuiden van de binnenstad gebouwd in meerdere fasen met korte rijen woningen van twee lagen met zadeldak in een veelal sobere baksteenarchitectuur langs groene straten. De buurt wordt onder andere begrensd door de G.J. van den Boogerdweg en de Zuurlandsedijk. De seriematige woningbouw heeft een samenhangende compositie door herhaling van zowel woningtype als rijen en blokken. De rechte rooi- en noklijnen zorgen per rij voor een samenhangend beeld en lopen evenwijdig aan de straat. De voorgevels van de woningen zijn georiënteerd op de straat. De voor- en achtertuinen versterken het groene karakter. De rijwoningen hebben een eenvoudige opbouw van twee tot drie lagen met een kap waarbij de hoekwoningen vrijwel gelijk zijn aan de tussenwoningen. De herhaling van gevelelementen en schoorstenen geven ritme aan het straatbeeld. De dakvlakken zijn soms voorzien van dakkapellen en dakramen. De materialisering en detaillering zijn meestal eenvoudig en seriematig. De meeste gevels zijn van baksteen met eenvoudig siermetselwerk en soms voorzien van grote houten of kunststof puien. De daken zijn meestal voorzien van rode of donkere keramische pannen en worden veelal benadrukt door een uitkragende goot. Samenhangend kleurgebruik is standaard. Uitzonderingen zijn de recente uitbreidingen in het zuiden en oosten van de wijk aan de Kogge en de Zuurlandsedijk waar gevarieerde woningen per stedenbouwkundige eenheid worden herhaald. Per cluster is de rooilijn in samenhang en verspringt enigszins. De woningen hebben een gevarieerde en gedifferentieerde opbouw die meestal uit één tot twee lagen met variërende kappen bestaat. Hoeken van rijen zijn vaak verbijzonderd. Het gevelbeeld is gevarieerd met accenten en een duidelijke geleding. De architectuur en detaillering van de woningen zijn verzorgd en gebaseerd op herhaling en een afwisselend beeld. Gevels zijn van baksteen of vergelijkbare steenachtige materialen, soms met houten delen of plaatmateriaal. Samenhangend materiaal- en kleurgebruik is standaard. Aan de Zuurlandsedijk wordt een deel van de woningen uitgevoerd met een rieten kap. Bijzonder element is het winkelcentrum aan de Reede, waar de gebouwen afwijken in schaal en maat en de massa's zijn georiënteerd op het centrale plein. Gebied B7 Rijwoningen langs groene straten Wijzigingen in stijl en afwerking afstemmen op het hoofdgebouw Uitbreidingen vormgeven als ondergeschikt element Waardebepaling en ontwikkeling Zuurland is een woonwijk waar geen hoofdroutes door lopen. De waarde is vooral gelegen in het rustige beeld van de straten met het groen van de bomen en in voortuinen. De architectuur is in het algemeen eenvoudig. De dynamiek van de buurt is gemiddeld en betreft in het algemeen kleine wijzigingen, die de samenhang van de gevelwanden als begrenzing van het straatbeeld niet al te sterk aantasten. Gewoon welstandsgebied Zuurland is een gewoon welstandsgebied. Het beleid is terughoudend en gericht op het beheer van de rust in het groene straatbeeld. De welstandscommissie zal bij de advisering onder meer aandacht schenken aan het behoud van herhaling in rooilijnen en gevelindeling en samenhang in zowel de architectonische uitwerking als het gebruik van materiaal en kleur. Welstandsnota Brielle 2011, pagina 30

33 Zuurland Brielle Gebied B7 Welstandscriteria Bij de beoordeling van bouwplannen wordt in samenhang met de beschrijving getoetst aan de hand van de volgende criteria: Ligging gebouwen maken deel uit van een stedenbouwkundig patroon rooilijnen aan de voorzijde van rijen behouden gebouwen met de voorgevel richten op de belangrijkste openbare ruimte Massa bouwmassa afstemmen op de samenhang in de rij of het cluster woningen hebben bij voorkeur een onderbouw tot drie lagen met een kap uitbreidingen waaronder op- en aanbouwen zoals dakkapellen vormgeven als toegevoegd ondergeschikt element of opnemen in de hoofdmassa en bij voorkeur per woningtype gelijk uitvoeren gestapelde woningen en gebouwen met bijzondere functies mogen afhankelijk van hun positie in de wijk afwijken van gebruikelijke massa, opbouw en vorm Architectonische uitwerking de architectonische uitwerking en detaillering zijn eenvoudig maar degelijk bij rijenwoningen de herhaling in bijvoorbeeld gevelverdelingen of penanten benadrukken alleen vrijstaande woningen en gebouwen met bijzondere functies hebben een individuele uitstraling wijzigingen en toevoegingen in stijl en afwerking afstemmen op het hoofdvolume en de rij of het cluster Materiaal en kleur materialen en kleuren zijn degelijk en terughoudend materialen en kleuren tasten de samenhang van de rij of het cluster niet aan gevels in hoofdzaak in baksteen of vergelijkbare steenachtige materialen uitvoeren danwel invullen met puien plaatmateriaal alleen gebruiken als invulling van een kozijn of hekwerk hellende daken van woningen bij voorkeur voorzien van keramische pannen Korte rijen woningen in sobere baksteenarchitectuur Gebouwen maken deel uit van een stedenbouwkundig patroon Woningen hebben een onderbouw van twee tot drie lagen met een kap Aan de Kogge staan afwisselende woningen die per cluster worden herhaald De bebouwing om het winkelcentrum wijkt af in massa opbouw en schaal Welstandsnota Brielle 2011, pagina 31

34 Ommeloop en Kleine Goote Brielle Beschrijving Ommeloop en Kleine Goote zijn uitbreidingswijken in een verzorgde en terughoudende baksteenarchitectuur aan de zuidoostkant van de stad waarin woningen van een gelijk type zijn gegroepeerd in clusters of rijen langs groene straten. De wijk wordt begrensd door de Johan H. Beenlaan, de G.J. van den Boogerdweg en de Lange Kade. De wijk vormt een besloten eenheid die bestaat uit een verzameling van woonerven ontsloten door een gedeeltelijk meanderend stratenpatroon. Het voorkomen van veel kleine groenelementen geeft de wijk een groen uiterlijk. Binnen een erf komt in het algemeen één woningtype voor met verspringende nok- en rooilijnen. Het beeld is gedifferentieerd door een wisselende oriëntatie van geschakelde woningen ten opzichte van elkaar en de openbare ruimte. De opbouw van de woningen varieert, maar in het algemeen bestaat ze uit twee lagen met een kap, waarbij verlengde daken en aanbouwen vaak voorkomen. De afwisselende dakvlakken zijn vaak voorzien van dakkapellen en dakramen. De materialisering en detaillering zijn meestal eenvoudig en seriematig met weinig accenten. De meeste gevels zijn opgebouwd uit baksteen en vaak voorzien van houten of kunststof puien. Het kleurgebruik is oorspronkelijk terughoudend. Uitzonderingen zijn de appartementengebouwen aan de Ommeloop en de Oever. Deze grootschalige gebouwen worden bewoond door ouderen en wijken af in massa, opbouw en vorm. Gebied B8 Gebouwen maken deel uit van een stedenbouwkundig patroon Op- en aanbouwen komen in diverse vormen voor Waardebepaling en ontwikkeling Ommeloop en Kleine Goote zijn woonwijken waar geen hoofdroutes door lopen. De waarde is vooral gelegen in de samenhang tussen de stedenbouwkundige eenheden als gevolg van de afwisseling binnen deze eenheden. De architectuur is in het algemeen eenvoudig en gevarieerd. De dynamiek van de wijk is gemiddeld en betreft veelal kleine wijzigingen als dakkappellen en uitbouwen. Ook secundaire aanbouwen aan doorschietende daken komen voor Gewoon welstandsgebied Ommeloop en Kleine Goote zijn gewone welstandsgebieden. Het beleid is terughoudend en gericht op het beheer van de samenhang binnen de stedenbouwkundige eenheden. De welstandscommissie zal bij de advisering onder meer aandacht schenken aan het behoud van samenhang in het afwisselende straatbeeld op het niveau van de architectonische uitwerking en in het materiaal- en kleurgebruik. Een rustig beeld door gelijk uitgevoerde dakkapellen per rij Een klein deel van de woningen wordt via een galerij ontsloten Welstandsnota Brielle 2011, pagina 32

35 Ommeloop en Kleine Goote Brielle Gebied B8 Welstandscriteria Bij de beoordeling van bouwplannen wordt in samenhang met de beschrijving getoetst aan de hand van de volgende criteria: Ligging gebouwen maken deel uit van een stedenbouwkundig patroon rooilijnen zijn per blok of cluster in samenhang gebouwen met de voorgevel richten op de belangrijkste openbare ruimte bijzondere gebouwen zoals scholen kunnen vrij op de kavel staan Massa bouwmassa afstemmen op de samenhang in de rij of het cluster, waarbij met name de kapvorm sturend is gebouwen hebben kappen met de nok evenwijdig aan of anders dwars op de voorgevel uitbreidingen waaronder op- en aanbouwen zoals erkers en dakkapellen bij voorkeur per woningtype gelijk uitvoeren nokverhogingen van de belangrijkste openbare ruimte afkeren aanbouwen kunnen uitgevoerd worden met doorschietende dakvlakken vrijstaande woningen en gebouwen met bijzondere functies mogen afhankelijk van hun positie in de wijk afwijken van gebruikelijke massa, opbouw en vorm Clusters woningen van een gelijk type langs groene straten De bouwmassa's zijn gedifferentieerd en per cluster in samenhang Architectonische uitwerking de architectonische uitwerking en detaillering zijn eenvoudig maar degelijk, waarbij evenwicht tussen individualiteit en samenhang moet worden gezocht per rij of cluster de samenhang in de gevelindeling en architectonische elementen zoals schoorstenen een rol laten spelen alleen vrijstaande woningen hebben een individuele uitstraling wijzigingen en toevoegingen in stijl en afwerking afstemmen op het hoofdvolume en de rij of het cluster Materiaal en kleur materialen en kleuren zijn verzorgd en terughoudend in samenhang met de stedenbouwkundige eenheid gevels in hoofdzaak in baksteen of vergelijkbare steenachtige materialen uitvoeren danwel invullen met puien, houten beschot of panelen plaatmateriaal alleen gebruiken als invulling van een kozijn of hekwerk hellende daken bij voorkeur dekken met dakpannen Gevels zijn van baksteen en soms ingevuld met houten beschot of puien Materialen en kleuren zijn verzorgd en terughoudend Gebouw met bijzondere functie wijkt af in massa opbouw en vorm Welstandsnota Brielle 2011, pagina 33

36 Nieuwland Brielle Beschrijving Nieuwland is een groene wijk met een heldere structuur aan de zuidoostkant van de stad en is gebouwd in meerdere fasen met gevarieerde woningen die per stedenbouwkundige eenheid worden herhaald. De wijk wordt onder andere begrensd door de Krammer, Hossenbosdijk en de Amer. De wijk heeft een open en groen karakter door brede straatprofielen, ruime tuinen en grote groenelementen als waterlopen en parken. De architectuur van de woningen is gebaseerd op herhaling in stedenbouwkundige eenheden als clusters en rijen met behoud van de individualiteit. Door de variatie tussen rijen en clusters is het beeld afwisselend. De woningen zijn gericht op de belangrijkste openbare ruimte. Per cluster is de rooilijn in samenhang en verspringt niet. Appartementengebouwen staan in het algemeen vrij op de kavel. De seriematig gebouwde woningen hebben een gevarieerde en gedifferentieerde opbouw die meestal uit twee lagen met een zadeldak of lessenaarskap bestaat. Hoeken van rijen zijn vaak verbijzonderd met uitbouwen of hebben een extra laag. Aangekapte dakkapellen komen regelmatig voor. Het gevelbeeld is gevarieerd. Gevels hebben veelal accenten en een duidelijke horizontale of verticale geleding. Appartementengebouwen hebben diverse vormen en variëren in hoogte. De architectuur van de woningen is verzorgd en gebaseerd op herhaling en een afwisselend beeld. De detaillering is zorgvuldig en eenvoudig. Accenten als luifels en structuur in het materiaal komen veel voor. Gevels zijn van baksteen of vergelijkbare steenachtige materialen, soms met houten delen of plaatmateriaal. Hellende daken zijn gedekt met pannen. Kozijnen zijn van hout of kunststof. Samenhangend materiaal- en kleurgebruik is standaard. De overgang tussen openbaar en privé is vaak zorgvuldig vormgegeven met luifels, heggen of lage tuinmuurtjes. Uitzondering is een aantal clusters individuele woningen in de hoeken en aan de zuidrand van de wijk. Deze woningen hebben (onderling) verspringende rooilijnen en variëren in architectonische uitwerking, materiaal- en/of kleurgebruik. Gebied B9 Gebouwen maken deel uit van een stedenbouwkundig patroon Uitbreidingen in kleur en materiaal aanpassen aan het hoofdvolume Uitbreidingen per stedenbouwkundige eenheid gelijk uitvoeren Waardebepaling en ontwikkeling Nieuwland is een woonwijk met herhaalde woningen in clusters in een heldere stedenbouwkundige structuur. De waarde is vooral gelegen in de eenheid op schaal van de clusters en rijen in combinatie met de variatie op schaal van de wijk. De architectuur is verzorgd en gevarieerd. De dynamiek van de wijk is gemiddeld en betreft veelal kleine wijzigingen als dakkapellen en uitbouwen. Gewoon welstandsgebied Nieuwland is een gewoon welstandsgebied. Het beleid is terughoudend en gericht op het beheer van de samenhang binnen de stedenbouwkundige eenheden. De welstandscommissie zal bij de advisering onder meer aandacht schenken aan het behoud van samenhang in het afwisselende straatbeeld op het niveau van de architectonische uitwerking en in het materiaal- en kleurgebruik. Aangekapte dakkapellen komen zowel bij individuele als bij rijwoningen voor Appartementengbouwen hebben diverse vormen en variëren in hoogte Welstandsnota Brielle 2011, pagina 34

37 Nieuwland Brielle Gebied B9 Welstandscriteria Bij de beoordeling van bouwplannen wordt in samenhang met de beschrijving getoetst aan de hand van de volgende criteria: Ligging gebouwen maken deel uit van een stedenbouwkundig patroon de individuele woning binnen een cluster, rij of blok is een deel van het geheel en voegt zich hier naar de woningen zijn gericht op de belangrijkste openbare ruimte bestaande rooilijnen aan de voorzijde van rijen behouden bijgebouwen staan bij voorkeur achter het hoofdgebouw bijzondere gebouwen zoals scholen kunnen vrij op de kavel staan Een groene wijk met een heldere structuur Massa bouwmassa s zijn gedifferentieerd stedenbouwkundige eenheden als clusters en rijen kennen een sterke onderlinge samenhang woningen hebben in het algemeen een onderbouw van twee lagen met hellende kap met de nok evenwijdig aan of dwars op de voorgevel accenten in hoogte en vormgeving hebben een stedenbouwkundige aanleiding op- en aanbouwen per stedenbouwkundige eenheid gelijk uitvoeren aan- en bijgebouwen zijn ondergeschikt aan de hoofdmassa vrijstaande woningen en gebouwen met bijzondere functies mogen afhankelijk van hun positie in de wijk afwijken van gebruikelijke massa, opbouw en vorm Variërende woningen worden per stedenbouwkundige eenheid herhaald Architectonische uitwerking de architectonische uitwerking en detaillering zijn zorgvuldig herhaling in de rij of het cluster is de leidraad voor het woningontwerp alleen vrijstaande woningen en andere gebouwen hebben een individuele uitstraling wijzigingen en toevoegingen in stijl en afwerking afstemmen op de architectuur van het hoofdvolume de overgang tussen privé en openbaar zorgvuldig vormgeven Woningen hebben in het algemeen een onderbouw van twee lagen met kap Materiaal en kleur materialen en kleuren zijn per stedenbouwkundige eenheid in samenhang gevels bestaan bij voorkeur uit baksteen of vergelijkbaar steenachtig materiaal, eventueel in combinatie met puien, houten beschot of panelen kleuren zijn bij voorkeur samenhangend en terughoudend op- en aanbouwen in kleur en materiaal aanpassen aan het hoofdgebouw Verzorgde architectuur met eenvoudige zorgvuldige detaillering Vrijstaande woningen wijken af in massa opbouw en/of vorm Welstandsnota Brielle 2011, pagina 35

38 Nieuwland Oost Brielle Gebied B10 Beschrijving Nieuwland Oost is een groene wijk met een heldere structuur in het zuidoosten van Brielle met gevarieerde woningen die per stedenbouwkundige eenheid in samenhang zijn. Nieuwland Oost wordt onder andere begrensd door de Groene Kruisweg en De Nolle. De wijk heeft een open en groen karakter door brede straatprofielen, ruime tuinen en grote groenelementen als waterlopen en parken. De buurt is planmatig opgezet en heeft in het algemeen aaneengesloten voorgevels met enigszins verspringende rooilijnen met daarvoor een stoep of tuin. De woningen zijn seriematig met een gevarieerde en gedifferentieerde opbouw van twee tot drie lagen met veelal een zadeldak. Hoeken maar soms ook juist de tussenwoningen zijn verbijzonderd met bijvoorbeeld een samengestelde kap. Ook komen er enkele appartementengebouwen voor met een plat dak. De architectonische uitwerking en detaillering varieren op het oud-hollands karakter. De rijen zijn als eenheid vormgegeven. De verspringende rooilijnen, variatie in gevelindelingen, wisselingen in materiaal en kleur verfijnen het beeld. Materialen en kleuren refereren aan de oud-hollandse sfeer van de binnenstad. Gevels zijn in het algemeen van baksteen en een enkele keer gestuct. Kozijnen zijn bij voorkeur van hout. Bijzonder element is het scholencomplex aan de zuidrand van de wijk, die zich in zijn plaatsing en massa maar ook in architectuur onderscheidt van de rest wijk. Waardebepaling en ontwikkeling Nieuwland Oost is een aangename woonomgeving in de sfeer van een Hollands stadje. Het gebied ligt achter een groene wal langs de entree van de stad en vormt de nieuwe overgang tussen het woongebied van Brielle en het buitengebied. De waarde is vooral gelegen in de variatie in stedenbouwkundige eenheden met behoud van samenhang en het verwijzen naar oud- Hollandse architectuur. De dynamiek van dit gebied is na oplevering gemiddeld tot laag en bestaat veelal uit kleine wijzigingen als op- en aanbouwen. Bijzonder welstandsgebied Nieuwland Oost is een bijzonder welstandsgebied. Het beleid is gericht op het beheer van de samenhang, representativiteit, gedifferentieerde opbouw, afwisselende architectuur en detaillering. De welstandscommissie zal bij de advisering onder meer aandacht schenken aan het behoud van samenhang en afwisseling in het straatbeeld op het niveau van de architectonische uitwerking en in het materiaal- en kleurgebruik. Voor het hele gebied zijn in het stedenbouwkundig plan opties als dakkapellen en aanbouwen meegenomen, die bij gelijke uitvoering niet meer aan welstand hoeven te worden voorgelegd en waarvan de inzet leidend is bij het beoordelen van overige vergunningaanvragen. Welstandsnota Brielle 2011, pagina 36

39 Nieuwland Oost Brielle Gebied B10 Welstandscriteria Bij de beoordeling van bouwplannen wordt in samenhang met de beschrijving getoetst aan de hand van de volgende criteria: Ligging gebouwen maken deel uit van een stedenbouwkundig patroon de individuele woning binnen een cluster, rij of blok is een deel van het geheel en voegt zich hier naar de woningen richten op de belangrijkste openbare ruimte rooilijnen aan de voorzijde van rijen behouden de overgang tussen privé en openbaar zorgvuldig vormgeven met onder meer stoepen en muren bijgebouwen staan bij voorkeur achter het hoofdgebouw bijzondere gebouwen zoals scholen en appartementencomplexen staan vrij op de kavel Impressie van een open en groene wijk met een heldere structuur Massa bouwmassa s zijn gedifferentieerd en traditioneel met een sterke onderlinge samenhang per stedenbouwkundig eenheid woningen hebben in het algemeen een onderbouw tot drie lagen met een sterk hellend zadeldak danwel een samengestelde kap accenten in hoogte en vormgeving hebben een stedenbouwkundige aanleiding uitbreidingen waaronder op- en aanbouwen als dakkapellen per stedenbouwkundige eenheid gelijk uitvoeren aan- en bijgebouwen zijn ondergeschikt aan de hoofdmassa gebouwen met bijzondere functies mogen afhankelijk van hun positie in de wijk afwijken van gebruikelijke massa, opbouw en vorm Impressie van samenhang in de woningen per rij of cluster Architectonische uitwerking de architectonische uitwerking en detaillering zijn zorgvuldig en gevarieerd binnen de samenhang van het straatbeeld elementen in de gevel zoals deuren en ramen in een logische verhouding tot elkaar en de gevel als geheel plaatsen met aandacht voor (deel)symmetrie ramen zijn staand of hebben een staande onderverdeling zorgvuldig detailleren met aandacht voor kozijnen, gootlijsten, trasramen, penanten en dergelijke wijzigingen en toevoegingen in stijl en afwerking afstemmen op de architectuur van het hoofdvolume Impressie van de voorkeursopbouw van de woningen tot drie lagen met kap Materiaal en kleur materialen en kleuren zijn per stedenbouwkundige eenheid in samenhang en overwegend traditioneel natuurlijke materialen toepassen die goed verouderen zoals baksteen, natuursteen en keramische pannen gevels zijn in hoofdzaak van baksteen of vergelijkbare steenachtige materiaal en bij uitzondering gestuct hellende daken bij voorkeur dekken met rode of donkere keramische pannen kleuren zijn terughoudend met schakeringen in de toegepaste materialen op- en aanbouwen in kleur en materiaal aanpassen aan het hoofdgebouw Welstandsnota Brielle 2011, pagina 37

40 Bedrijventerrein 't Woud Brielle Beschrijving Bedrijventerrein 't Woud ligt tussen de Zuurlandsedijk en de G.J. van den Boogerdweg en heeft een dichte bebouwingsstructuur met kleinschalige bedrijfshallen en een enkel kantoorgebouw. Het terrein wordt begrensd door de Zuurlandsedijk en de G.J. van den Boogerdweg. Dit bedrijventerrein heeft een eenvoudige hoofdstructuur met vrijwel aaneengesloten individuele bebouwing, waarvan de rooilijnen verspringen. De gebouwen zijn in het algemeen georiënteerd op de weg. Opslag in het zicht is geen uitzondering. De loodsen en hallen bestaan uit maximaal twee lagen met een plat dak of flauw hellend zadeldak en zijn hoofdzakelijk functioneel en meestal eenvoudig van opzet en in architectonische uitwerking. Kantoren en entreepartijen vormen hier en daar een accent in gesloten gevels. Materialen en kleuren zijn overwegend traditioneel. De gevels zijn uitgevoerd in plaatmateriaal of bak- of betonsteen. Het kleurgebruik is rustig en sober, waarbij lichte grijzen en baksteentinten het meest aanwezig zijn. Bijzonder element op het terrein is de bedrijfswoning bij de oostelijke ingang van het terrein. Gebied B11 De rooilijnen kunnen verspringen ten opzichte van elkaar Waardebepaling en ontwikkeling Bedrijventerrein 't Woud is een traditioneel bedrijventerrein. De waarde is vooral gelegen in de heldere opzet en eenvoudige bebouwing die de functie weergeeft. De dynamiek van het terrein is gemiddeld en betreft in het algemeen de plaatsing van bijgebouwen en de vervanging van oudere hallen door gebouwen die aan de huidige eisen voldoen. Gewoon welstandsgebied Bedrijventerrein 't Woud is een gewoon welstandsgebied. Het beleid is gericht op het behoud van de samenhang in de massa's en het straatbeeld. De welstandscommissie zal bij de advisering onder meer aandacht schenken aan de samenhang in zowel de architectonische uitwerking als het gebruik van materiaal en kleur. Rustig en sober kleurgebruik in een traditionele gevel Het kleurgebruik is terughoudend en in onderlinge samenhang Welstandsnota Brielle 2011, pagina 38

41 Bedrijventerrein 't Woud Brielle Gebied B11 Welstandscriteria Bij de beoordeling van bouwplannen wordt in samenhang met de beschrijving getoetst aan de hand van de volgende criteria: Ligging gebouwen oriënteren op de weg representatieve, openbare en woonfuncties naar de straat richten de rooilijnen kunnen verspringen ten opzichte van elkaar opslag vindt bij voorkeur uit het zicht plaats Massa gebouwen zijn bij voorkeur individueel en afwisselend gebouwen zijn eenvoudig van opbouw en bestaan bij voorkeur uit een ongedeelde hoofdmassa gebouwen hebben een onderbouw van maximaal twee lagen met een plat of flauw hellend dak woningen hebben bij voorkeur een onderbouw van een of twee bouwlagen met een kap Architectonische uitwerking de architectonische uitwerking en detaillering zijn in het algemeen zorgvuldig en sober accenten en geledingen ten behoeve van het onderscheiden van functies zijn wenselijk wijzigingen in stijl, maat en afwerking afstemmen op het hoofdvolume woningen hebben een individuele uitstraling en een bescheiden architectuur Materiaal en kleur gevels zijn van baksteen of van plaatmateriaal en een enkele keer gepleisterd kleuren zijn bij voorkeur terughoudend en in onderlinge samenhang gevels van woningen zijn van baksteen, daken voorzien van pannen Kleinschalige bedrijfshallen in een dichte bebouwingsstructuur Gebouwen zijn georiënteerd op de weg Gebouwen hebben een eenvoudige opbouw en zijn individueel en afwisselend Bedrijfswoning met individuele uitstraling en een bescheiden architectuur Welstandsnota Brielle 2011, pagina 39

42 Bedrijventerrein Seggelant Brielle Beschrijving Het bedrijventerrein Seggelant ligt ten westen van Brielle en heeft een samenhangend beeld met representatieve bedrijfsbebouwing aan brede groene lanen. Het gebied wordt begrensd door de Seggeweg, Groene Kruisweg, Kerkweg en Seggelant-Noord. Het terrein heeft een heldere stedenbouwkundige opzet. De wegen splitsen het gebied op in vier kwadranten. De inrichting van de openbare ruimte is zorgvuldig, doelmatig en representatief. De gebouwen zijn vrijstaand. Ze zijn georiënteerd op de weg en hebben een verspringende rooilijn. Representatieve ruimten en kantoren liggen in het algemeen aan de voorzijde. De bebouwing is in principe individueel en eenvoudig van opzet. De opbouw is tot twee lagen hoog met een plat dak. Aan de randen staan ook hogere gebouwen. Ze bestaat uit loodsachtige volumes waarbij entreepartijen en kantoorgedeelten zijn veelal vormgegeven zijn als accenten of zelfstandige volumes. Ze heeft een grote variatie in maat en schaal. De opbouw is eenvoudig. Gevels zijn representatief en hebben een eenvoudige detaillering. Bij gesloten gevels vormen entrees, representatieve ruimten en kantoren accenten. Het materiaalgebruik is modern en duurzaam. Het kleurgebruik is terughoudend en in onderlinge samenhang. Bijzondere elementen zijn er niet. Gebied B12 Gebouwen zijn overwegend vrijstaand individueel en representatief Het kleurgebruik is terughoudend en in onderlinge samenhang Waardebepaling en ontwikkeling Het bedrijventerrein Seggelant is een modern bedrijventerrein. De waarde is vooral gelegen in de ruime stedenbouwkundige opzet en de verschijningsvorm van de bebouwing. De gemeente wil met dit terrein een hoogwaardig vestigingsmilieu voor bedrijven bieden. De dynamiek van het terrein is laag. Het beleid is terughoudend en gericht op het goed functioneren en beheer. Eventuele aanpassingen dienen zorgvuldig ingepast te worden in de bestaande architectuur. Gewoon welstandsgebied Bedrijventerrein Seggelant is een gewoon welstandsgebied met bijzondere randen. Het beleid is gericht op het behoud van de samenhang in de massa's en het straatbeeld. Aan de randen gelden hogere eisen in verband met de ligging naast de toegangsweg tot Brielle en de aansluiting op het naastgelegen buitengebied. De welstandscommissie zal bij de advisering onder meer aandacht schenken aan de samenhang in zowel de architectonische uitwerking als het gebruik van materiaal en kleur en zal meer aandacht schenken aan bouwplannen voor de randen van het gebied. Welstandsnota Brielle 2011, pagina 40

43 Bedrijventerrein Seggelant Brielle Gebied B12 Welstandscriteria Bij de beoordeling van bouwplannen wordt in samenhang met de beschrijving getoetst aan de hand van de volgende criteria: Ligging gebouwen staan vrij op de kavel per kavel is er één hoofdmassa gebouwen zijn met de voorgevel gericht op de belangrijkste weg rooilijnen van de hoofdmassa s zijn teruggelegen en volgen de weg expeditieruimte zoveel mogelijk aan de achterzijde van het gebouw situeren opslag vindt bij voorkeur uit het zicht plaats Representatieve bedrijfsbebouwing aan brede groene wegen Massa gebouwen zijn overwegend vrijstaand, individueel en representatief gebouwen hebben een eenvoudige vorm gebouwen hebben een onderbouw van maximaal drie lagen met plat dak of flauw hellende kap entreepartijen en kantoorgedeelten zijn vormgegeven als accenten of als zelfstandige volumes bedrijven zijn herkenbaar als zelfstandige eenheden er zijn zo min mogelijk dichte gevels aan de straat Per kavel is er één hoofdmassa waarvan de voorgevel op de weg gericht is Architectonische uitwerking de architectonische uitwerking en detaillering zijn zorgvuldig accenten en geledingen ten behoeve van het onderscheiden van functies zijn wenselijk wijzigingen en toevoegingen in stijl en afwerking afstemmen op het hoofdvolume Materiaal en kleur grote vlakken bestaan uit materialen met een structuur zoals baksteen, houten betimmering, gevouwen staalplaat of met kozijnen onderverdeelde glazen puien materialen en kleuren van aanbouwen zijn afgestemd op het hoofdvolume kleuren zijn terughoudend en in onderlinge samenhang Gebouwen staan vrij op de kavel en hebben een eenvoudige hoofdvorm Bedrijven zijn herkenbaar als zelfstandige eenheden Welstandsnota Brielle 2011, pagina 41

44 Dorpslint Vierpolders Beschrijving Het dorpslint van Vierpolders heeft gevarieerde kleinschalige bebouwing langs stenige straten. Het gebied bestaat uit een deel van de Veckdijk en de Dorpsdijk. Korte rijtjes arbeiderswoningen worden afgewisseld met grotere vrijstaande dorpsachtige woningen en een enkele boerderij. Voortuinen komen voor. In het gebied is sprake van enige functiemenging. Een deel van de bebouwing is vervangen door nieuwbouw. De rooilijn van de bebouwing volgt de weg en heeft kleine verspringingen. Bij rijen is de rooilijn in samenhang. Bebouwing is bij voorkeur georiënteerd op de weg. Op achterterreinen komen bedrijven voor. De bebouwing is gevarieerd en heeft een individueel karakter, hoewel bij rijen herhaling voorkomt. Door individuele verbouwingen is bij rijen de eenheid soms verloren gegaan. De opbouw is eenvoudig tot gedifferentieerd en bestaat veelal uit één tot twee lagen en een kap of plat dak. Nieuwbouw is soms hoger. Verschillende kapvormen komen voor. De nokrichting loopt evenwijdig aan of staat haaks op de weg. De daken van de arbeiderswoningen zijn veelal voorzien van opbouwen of dakkapellen. Gevels hebben in het algemeen een traditionele opbouw. Er komen veel verschillende op- en aanbouwen voor. Winkels en bedrijven hebben meestal een afwijkende begane grond met luifels, zonwering en een etalageruimte. Het dorpslint heeft een grote diversiteit aan architectuurstijlen. De detaillering is zorgvuldig, sober tot rijk. Siermetselwerk, fijn gedetailleerde gootklossen, daklijsten en kozijnen komen voor. Oorspronkelijke gevels hebben veel accenten terwijl bij nieuwere panden de detaillering veelal sober is. Het materiaal- en kleurgebruik is divers en terughoudend. Gevels zijn van baksteen, soms geverfd of gepleisterd in een lichte tint. De kap is afgedekt met keramische pannen. Kozijnen zijn gewoonlijk uitgevoerd in geschilderd houtwerk. De begane grondlaag van winkels en bedrijven is vaak voorzien van panelen of heeft een afwijkende kleur en reclameborden. Bijzonder element is het de historisch waardevolle witte kerkgebouw aan de Dijckpotingen, dat van oudsher een accent door de vrije ligging en afwijkende hoogte en vorm. Gebied V1 Rooilijnen volgen de weg en verspringen enigszins ten opzichte van elkaar Uitbreidingen in kleur en materiaal afstemmen op het hoofdgebouw Bovenstaand bijgebouw is niet ondergeschikt aan het hoofdvolume Waardebepaling en ontwikkeling Het dorpslint van Vierpolders heeft een compacte bebouwingsstructuur met afwisselende bebouwing. De waarde is vooral gelegen in het afwisselende beeld van de gegroeide structuur met kleinschalige bebouwing. Diverse panden zijn door hun vorm en positie cultuurhistorisch waardevol. De dynamiek van het dorpslint is hoog. Naast kleine wijzigingen als dakkapellen en uitbouwen worden soms panden vervangen. In het gebied komen verschillende kapvormen voor Bijzonder welstandsgebied Het dorpslint van Vierpolders is een bijzonder welstandsgebied. Het beleid is terughoudend en gericht op behoud van variatie zonder verrommeling. De welstandscommissie zal bij de advisering onder meer aandacht schenken aan het behoud van het gegroeide kleinschalige karakter, zonder wijzigingen en nieuwbouw onmogelijk te maken. Ook boerderijen komen in het lint voor Welstandsnota Brielle 2011, pagina 42

45 Dorpslint Vierpolders Gebied V1 Welstandscriteria Bij de beoordeling van bouwplannen wordt in samenhang met de beschrijving getoetst aan de hand van de volgende criteria: Ligging het dorpse karakter van het gebied behouden de rooilijnen van de hoofdmassa s verspringen ten opzichte van elkaar de hoofdgebouwen oriënteren op de belangrijkste openbare ruimte grootschalige bebouwing staat bij voorkeur op achterterreinen bijgebouwen staan bij voorkeur uit het zicht en achter de voorgevelrooilijn Massa de bouwmassa en gevelopbouw harmoniëren met het dorpse karakter van het gebied gebouwen zijn in het algemeen individueel en afwisselend de individuele woning binnen een rij is deel van het geheel de opbouw is eenvoudig tot gedifferentieerd gebouwen hebben bij voorkeur een onderbouw van één tot twee lagen met een kap de begane grondlaag van het gebouw afstemmen op de geleding, ritmiek en stijl van de hele gevel uitbreidingen waaronder op- en aanbouwen zoals dakkapellen vormgeven als toegevoegd ondergeschikt element of opnemen in de hoofdmassa bijgebouwen zijn ondergeschikt aan het hoofdvolume Gevarieerde kleinschalige bebouwing langs stenige straten Gebouwen zijn in het algemeen individueel en afwisselend Architectonische uitwerking de architectonische uitwerking en detaillering zijn zorgvuldig de architectuur volgt het beeld van de dorpse bebouwing wijzigingen en toevoegingen in stijl en afwerking afstemmen op het hoofdvolume Materiaal en kleur materialen en kleuren zijn terughoudend en bij voorkeur traditioneel gevels in hoofdzaak uitvoeren in baksteen of een vergelijkbaar steenachtig materiaal of in een lichte tint gepleisterd hellende daken afdekken met keramische pannen houtwerk schilderen in traditionele kleuren kleuren harmoniëren met de omliggende bebouwing De architectuur volgt het beeld van de dorpse bebouwing Door individuele verbouwingen is bij rijen soms de eenheid verloren gegaan Klein aantal seriematige nieuwbouwwoningen aan de Kerkweg Welstandsnota Brielle 2011, pagina 43

46 Woongebied Vierpolders Beschrijving Het woongebied van Vierpolders is gebouwd in meerdere fasen met korte rijen woningen van een tot twee lagen met zadeldak in een veelal sobere baksteenarchitectuur langs groene straten. Het gebied ligt ten zuiden van het dorpslint. Het woongebied heeft een samenhangende compositie door herhaling van zowel woningtype als rijen en blokken. De rechte rooi- en noklijnen zorgen per rij voor een samenhangend beeld en lopen evenwijdig aan de straat. De voorgevels van de woningen zijn georiënteerd op de straat. De voor- en achtertuinen versterken het groene karakter. De rijwoningen hebben een eenvoudige opbouw van twee lagen met een zadeldak waarbij de hoekwoningen vrijwel gelijk zijn aan de tussenwoningen. Nieuwbouw is soms hoger. Een deel van de bebouwing bestaat uit tweelaagse appartementen, ontsloten door een galerij. De herhaling van gevelelementen en schoorstenen geeft ritme aan het straatbeeld. De dakvlakken zijn regelmatig voorzien van dakkapellen en dakramen. Ook eenzijdige nokverhogingen komen voor. De materialisering en detaillering zijn in het algemeen eenvoudig en seriematig. De meeste gevels zijn van baksteen en soms voorzien van grote houten of kunststof puien. De daken zijn meestal voorzien van rode of donkere keramische pannen en worden veelal benadrukt door een uitkragende goot. Samenhangend kleurgebruik is standaard. Uitzonderingen zijn de woningen aan de Burgemeester A.P. van den Blinklaan en de H.W. Croeslaan. Deze geschakelde rijwoningen hebben (onderling) verspringende rooilijnen en variëren in architectonische uitwerking, materiaal- en/ of kleurgebruik. Bijzondere elementen zijn de gebouwen met bijzondere functies aan de Dijckpotingen en de Provenierstraat. Deze gebouwen zijn relatief groot en wijken af in massa opbouw en vorm. Waardebepaling en ontwikkeling Het woongebied van Vierpolders ligt ten zuiden van het dorpslint en bestaat voornamelijk uit diverse typen laagbouw woningen. De waarde is vooral gelegen in het rustige beeld van de straten met het groen van de bomen en in voortuinen. De architectuur is in het algemeen eenvoudig. De dynamiek van het woongebied is gemiddeld en betreft veelal kleine wijzigingen als dakkapellen en uitbouwen. Gewoon welstandsgebied Het woongebied van Vierpolders is een gewoon welstandsgebied. Het beleid is terughoudend en gericht op het beheer van de rust in het groene straatbeeld. De welstandscommissie zal bij de advisering onder meer aandacht schenken aan het behoud van herhaling in rooilijnen en gevelindeling en samenhang in zowel de architectonische uitwerking als het gebruik van materiaal en kleur. Gebied V2 Schoorstenen geven ritme aan het straatbeeld Architectonische uitwerking en detaillering is eenvoudig maar degelijk Uitbreidingen in kleur en materiaal afstemmen op het hoofdgebouw Gestapelde nieuwbouwwoningen aan de Dijckpotingen in drie lagen met kap Welstandsnota Brielle 2011, pagina 44

47 Woongebied Vierpolders Gebied V2 Welstandscriteria Bij de beoordeling van bouwplannen wordt in samenhang met de beschrijving getoetst aan de hand van de volgende criteria: Ligging gebouwen maken deel uit van een stedenbouwkundig patroon rooilijnen aan de voorzijde van rijen behouden gebouwen met de voorgevel richten op de belangrijkste openbare ruimte Massa bouwmassa afstemmen op de samenhang in de rij of het cluster woningen hebben bij voorkeur een onderbouw van één tot twee lagen met zadeldak uitbreidingen waaronder op- en aanbouwen zoals dakkapellen vormgeven als toegevoegd ondergeschikt element of opnemen in de hoofdmassa en bij voorkeur per woningtype gelijk uitvoeren gebouwen met bijzondere functies mogen afhankelijk van hun positie in de wijk afwijken van gebruikelijke massa, opbouw en vorm Architectonische uitwerking de architectonische uitwerking en detaillering zijn eenvoudig maar degelijk bij rijwoningen de herhaling in bijvoorbeeld gevelverdelingen of penanten benadrukken alleen vrijstaande woningen hebben een individuele uitstraling wijzigingen en toevoegingen in stijl en afwerking afstemmen op het hoofdvolume en de rij of het cluster Materiaal en kleur materialen en kleuren zijn degelijk en terughoudend en tasten de samenhang van de rij of het cluster niet aan gevels in hoofdzaak in baksteen of vergelijkbare steenachtige materialen uitvoeren danwel invullen met puien plaatmateriaal alleen gebruiken als invulling van een kozijn of hekwerk hellende daken van woningen afdekken met keramische pannen Korte rijen woningen in een sobere baksteenarchitectuur langs groene straten Woningen bestaan uit een onderbouw van een of twee lagen met kap Met galerij ontsloten tweelaagse appartementen aan de Coosenhoekstraat Verspringende rooilijnen in de Burgemeester A.P. van den Blinklaan Gebouwen met bijzondere functies kunnen afwijken in massa opbouw en vorm Welstandsnota Brielle 2011, pagina 45

48 Dorpslint Zwartewaal Beschrijving Het dorpslint van Zwartewaal heeft gevarieerde kleinschalige bebouwing langs stenige straten. Het gebied bestaat onder andere uit de Henri Fordstraat, de Dorpsstraat, de Havenkade en het Noordeinde. Korte rijtjes arbeiderswoningen worden afgewisseld met grotere vrijstaande dorpsachtige woningen en een enkele boerderij. Voortuinen komen vrijwel niet voor. In het gebied is sprake van enige functiemenging. Een deel van de bebouwing is vervangen door nieuwbouw. De rooilijn van de bebouwing volgt de weg en heeft kleine verspringingen. Bij rijen is de rooilijn in samenhang. Bebouwing is bij voorkeur georiënteerd op de weg. Op achterterreinen komen bedrijven voor. De bebouwing is gevarieerd en heeft een individueel karakter, hoewel bij rijen herhaling voorkomt. De opbouw is eenvoudig tot gedifferentieerd en bestaat veelal uit één tot twee lagen en een kap of plat dak. Nieuwbouw heeft veelal dezelfde opbouw met een iets grotere massa. Verschillende kapvormen komen voor. De nokrichting loopt evenwijdig aan of staat haaks op de weg. De daken van de arbeiderswoningen zijn regelmatig voorzien van opbouwen of dakkapellen. Gevels hebben in het algemeen een traditionele opbouw. Er komen veel verschillende op- en aanbouwen voor. Winkels en bedrijven hebben meestal een afwijkende begane grond met luifels, zonwering en een etalageruimte. Het dorpslint heeft een grote diversiteit aan architectuurstijlen. De detaillering is zorgvuldig, sober tot rijk. Siermetselwerk, fijn gedetailleerde gootklossen, daklijsten en kozijnen komen voor. Oorspronkelijke gevels hebben veel accenten terwijl bij nieuwere panden de detaillering veelal sober is. Het materiaal- en kleurgebruik is divers en terughoudend. Gevels zijn van baksteen, regelmatig geverfd of gepleisterd in een lichte tint. De kap is afgedekt met keramische pannen. Kozijnen zijn gewoonlijk uitgevoerd in geschilderd houtwerk. De begane grondlaag van winkels en bedrijven is vaak voorzien van panelen of heeft een afwijkende kleur en reclameborden. Uitzondering is de bebouwing aan het begin van de Henri Fordstraat. Deze bebouwing wijkt sterk af van de kleinschalige bebouwing in de rest van het gebied en doet daarmee afbreuk aan de entree van het dorp. Nieuwe ontwikkelingen in dit deel zullen moeten leiden tot een verbetering van de inpassing in het dorpslint. Bijzonder element is het historisch waardevolle kerkgebouw dat van oudsher een accent door de vrije ligging en afwijkende hoogte en vorm. Gebied Z1 Historisch kerkgebouw is een accent in hoogte en vorm Uitbreidingen in kleur en materiaal afstemmen op het hoofdgebouw Waardebepaling en ontwikkeling Het dorpslint van Zwartewaal heeft een compacte bebouwingsstructuur met afwisselende bebouwing. De waarde is vooral gelegen in het afwisselende beeld van de gegroeide structuur met kleinschalige bebouwing. Diverse panden zijn door hun vorm en positie cultuurhistorisch waardevol. De dynamiek van het dorpslint is gemiddeld. Naast kleine wijzigingen als dakkapellen en uitbouwen worden soms panden vervangen. Bebouwing aan Henri Fordstraat beter aansluiten op de rest van het gebied Bijzonder welstandsgebied Het dorpslint van Zwartewaal is een bijzonder welstandsgebied. Het beleid is terughoudend en gericht op behoud van variatie zonder verrommeling. De welstandscommissie zal bij de advisering onder meer aandacht schenken aan het behoud van de het gegroeide kleinschalige karakter, zonder wijzigingen en nieuwbouw onmogelijk te maken. Welstandsnota Brielle 2011, pagina 46

49 Dorpslint Zwartewaal Gebied Z1 Welstandscriteria Bij de beoordeling van bouwplannen wordt in samenhang met de beschrijving getoetst aan de hand van de volgende criteria: Ligging het dorpse karakter van het gebied behouden de rooilijnen van de hoofdmassa s verspringen ten opzichte van elkaar de hoofdgebouwen oriënteren op de belangrijkste openbare ruimte grootschalige bebouwing staat bij voorkeur op achterterreinen bijgebouwen staan bij voorkeur uit het zicht en achter de voorgevelrooilijn Massa de bouwmassa en gevelopbouw harmoniëren met het dorpse karakter van het gebied gebouwen zijn in het algemeen individueel en afwisselend de individuele woning binnen een rij is deel van het geheel de opbouw is eenvoudig tot gedifferentieerd gebouwen hebben bij voorkeur een onderbouw van één tot twee lagen met een kap de begane grondlaag van het gebouw afstemmen op de geleding, ritmiek en stijl van de hele gevel uitbreidingen waaronder op- en aanbouwen zoals dakkapellen vormgeven als toegevoegd ondergeschikt element of opnemen in de hoofdmassa bijgebouwen zijn ondergeschikt aan het hoofdvolume Gevarieerde kleinschalige bebouwing langs stenige straten Gebouwen zijn in het algemeen individueel en afwisselend Architectonische uitwerking de architectonische uitwerking en detaillering zijn zorgvuldig de architectuur volgt het beeld van de dorpse bebouwing wijzigingen en toevoegingen in stijl en afwerking afstemmen op het hoofdvolume Materiaal en kleur materialen en kleuren zijn terughoudend en bij voorkeur traditioneel gevels in hoofdzaak uitvoeren in baksteen of een vergelijkbaar steenachtig materiaal of in een lichte tint gepleisterd hellende daken afdekken met keramische pannen houtwerk schilderen in traditionele kleuren kleuren harmoniëren met de omliggende bebouwing De architectuur volgt het beeld van de dorpse bebouwing Nieuwbouwwoning heeft een grotere massa in dezelfde opbouw Kleine serie nieuwbouwwoningen in historische bouwstijl aan de Dorpsstraat Welstandsnota Brielle 2011, pagina 47

50 Woongebied Zwartewaal Beschrijving Het woongebied van Zwartewaal is gebouwd in meerdere fasen met korte rijen woningen van een tot twee lagen met zadeldak in een veelal sobere baksteenarchitectuur langs groene straten. Het gebied ligt ten westen van het dorpslint. De woningbouw heeft relatief weinig herhaling van woningtypen en rijen. De zowel rechte als (systematisch) verspringende rooi- en noklijnen lopen evenwijdig aan de straat en zorgen voor een samenhangend beeld per rij. De voorgevels van de woningen zijn georiënteerd op de straat. De voor- en achtertuinen versterken het groene karakter. De rijwoningen hebben een eenvoudige opbouw van twee lagen met een zadeldak waarbij de hoekwoningen vrijwel gelijk zijn aan de tussenwoningen. Een deel van de bebouwing bestaat uit herhaalde twee onder één kap woningen. De herhaling van gevelelementen en schoorstenen geeft ritme aan het straatbeeld. De dakvlakken zijn regelmatig voorzien van dakkapellen en dakramen. De materialisering en detaillering zijn in het algemeen eenvoudig en seriematig. De meeste gevels zijn van baksteen en soms voorzien van grote houten of kunststof puien. De daken zijn meestal voorzien van rode of donkere keramische pannen en worden veelal benadrukt door een uitkragende goot. Samenhangend kleurgebruik is standaard. Uitzonderingen zijn de vrijstaande woningen aan de Sluisweg. Deze woningen hebben (onderling) verspringende rooilijnen en variëren in architectonische uitwerking, materiaal- en/of kleurgebruik. Bijzondere elementen zijn de relatief grote vrijstaande gebouwen aan de Christinalaan en het Hofkespad. Deze gebouwen zijn onder andere in gebruik als dorpshuis en wijken af in massa opbouw en vorm. Gebied Z2 Schoorstenen geven ritme aan het straatbeeld Systematisch verspringende rooilijnen per rij komen regelmatig voor Waardebepaling en ontwikkeling Het woongebied van Zwartewaal ligt ten westen van het dorpslint en is vrij van doorgaande routes. De waarde is vooral gelegen in het rustige beeld van de straten met het groen van de bomen en in voortuinen. De architectuur is in het algemeen eenvoudig. De dynamiek van het woongebied is gemiddeld tot hoog en betreft veelal kleine wijzigingen als dakkapellen en uitbouwen. Gewoon welstandsgebied Het woongebied van Zwartewaal is een gewoon welstandsgebied. Het beleid is terughoudend en gericht op het beheer van de rust in het groene straatbeeld. De welstandscommissie zal bij de advisering onder meer aandacht schenken aan het behoud van herhaling in rooilijnen en gevelindeling en samenhang in zowel de architectonische uitwerking als het gebruik van materiaal en kleur. Architectonische uitwerking en detaillering is eenvoudig maar degelijk Uitbreidingen in kleur en materiaal afstemmen op het hoofdgebouw Een onrustig beeld door verspringende dakopbouwen in een rij Welstandsnota Brielle 2011, pagina 48

51 Woongebied Zwartewaal Gebied Z2 Welstandscriteria Bij de beoordeling van bouwplannen wordt in samenhang met de beschrijving getoetst aan de hand van de volgende criteria: Ligging gebouwen maken deel uit van een stedenbouwkundig patroon rooilijnen aan de voorzijde van rijen behouden gebouwen met de voorgevel richten op de belangrijkste openbare ruimte Massa bouwmassa afstemmen op de samenhang in de rij of het cluster woningen hebben bij voorkeur een onderbouw van één tot twee lagen met zadeldak uitbreidingen waaronder op- en aanbouwen zoals dakkapellen vormgeven als toegevoegd ondergeschikt element of opnemen in de hoofdmassa en bij voorkeur per woningtype gelijk uitvoeren individuele woningen en gebouwen met bijzondere functies mogen afhankelijk van hun positie in de wijk afwijken van gebruikelijke massa, opbouw en vorm Architectonische uitwerking de architectonische uitwerking en detaillering zijn eenvoudig maar degelijk bij rijwoningen de herhaling in bijvoorbeeld gevelverdelingen of penanten benadrukken alleen vrijstaande woningen hebben een individuele uitstraling wijzigingen en toevoegingen in stijl en afwerking afstemmen op het hoofdvolume en de rij of het cluster Materiaal en kleur materialen en kleuren zijn degelijk en terughoudend en tasten de samenhang van de rij of het cluster niet aan gevels in hoofdzaak in baksteen of vergelijkbare steenachtige materialen uitvoeren danwel invullen met puien plaatmateriaal alleen gebruiken als invulling van een kozijn of hekwerk hellende daken van woningen afdekken met keramische pannen Korte rijen woningen in een sobere baksteenarchitectuur langs groene straten Woningen bestaan uit een onderbouw van één of twee lagen met kap Met galerij ontsloten tweelaagse appartementen aan de Christinalaan Alleen vrijstaande woningen hebben een individuele uitstraling Gebouwen met bijzondere functies kunnen afwijken in massa opbouw en vorm Welstandsnota Brielle 2011, pagina 49

52 Omgeving Zalmlaan Zwartewaal Beschrijving De Zalmlaan en omgeving is een autonoom gebied tussen de Maasdijk en de Blankenburgse Rak en bestaat hoofdzakelijk uit (semi)vrijstaande woningen in een groene omgeving. Het gebied bestaat hoofdzakelijk uit de bebouwing aan de Zalmlaan. De opbouw van de buurt planmatig met een vrije structuur, vergelijkbaar met de stedenbouwkundige opzet van een park met recreatiewoningen. De openbare ruimte is rond de woningen beperkt tot een weg, waaraan de ruime tuinen van de privékavels grenzen. De kleinschalige individuele bebouwing varieert van eenvoudige (semi)vrijstaande huizen tot twee onder één kap woningen en is georiënteerd op de weg waarbij de rooilijn vaak enigszins verspringt. De panden zijn individueel, gedifferentieerd en vaak representatief, maar ook beperkte herhalingen van eenzelfde woning komen voor. De opbouw is meestal vrij traditioneel. De huizen bestaan uit een onderbouw van één tot anderhalve laag met plat dak of een kap. De woningen hebben veel meeontworpen op- en aanbouwen waaronder erkers en carports. De detaillering is gevarieerd en rijk. De materialisering is vaak traditioneel met eigentijdse accenten en diverse versieringen. Houtaccenten, raamluiken, verstekende boeiboorden en ook balkons komen regelmatig voor. Hellende daken zijn voorzien van rode of donkere pannen. De gemetselde gevels hebben soms een (houten) pui of betimmering. Naast baksteen komen ook houten rabatdelen als gevelmateriaal voor. Het kleurgebruik is veelal traditioneel en terughoudend. Bijzondere elementen zijn de twee gebouwen aan de Maasdijk die gebruikt worden voor de recreatie en relatief langgerekte volumes hebben omringd door relatief veel bestrating. Gebied Z3 Bijgebouwen in diverse soorten en maten Waardebepaling en ontwikkeling De omgeving van de Zalmlaan is een rustige groene buurt aan de rand van de Blankenburgse Rak. De waarde is vooral gelegen in de ruime groene opzet met individuele woningen. De dynamiek van de buurt is gemiddeld en bestaat vooral uit op- en aanbouwen. Gewoon welstandsgebied De omgeving van de Zalmlaan is een gewoon welstandsgebied. Het beleid is terughoudend en gericht op het beheer met behoud van het afwisselende beeld zonder grote dissonanten tussen de individuele woningen. De welstandscommissie zal bij de advisering onder meer aandacht schenken aan het behoud van samenhang in het afwisselende straatbeeld op het niveau van de gevarieerde architectonische uitwerking en in het traditionele materiaal- en kleurgebruik. Welstandsnota Brielle 2011, pagina 50

53 Omgeving Zalmlaan Zwartewaal Gebied Z3 Welstandscriteria Bij de beoordeling van bouwplannen wordt in samenhang met de beschrijving getoetst aan de hand van de volgende criteria: Ligging per erf of kavel is er één hoofdmassa (hoofd)gebouwen richten op de belangrijkste openbare ruimte de rooilijnen van de hoofdmassa s verspringen ten opzichte van elkaar bijgebouwen staan achter de rooilijn van de hoofdmassa Massa gebouwen zijn in het algemeen individueel en afwisselend en hebben een eenvoudige hoofdvorm gebouwen bestaan uit een onderbouw van één tot anderhalve bouwlaag met of zonder kap gebouwen hebben kappen met wisselende nokrichting zijgevels hebben vensters uitbreidingen waaronder op- en aanbouwen zoals dakkapellen vormgeven als toegevoegd ondergeschikt element of opnemen in de hoofdmassa en bij voorkeur per woningtype gelijk uitvoeren bijgebouwen hebben een eenvoudige vorm Architectonische uitwerking de architectonische uitwerking en detaillering zijn zorgvuldig en gevarieerd traditioneel Hollandse houten kozijnen en profileringen vormen het uitgangspunt elementen in de gevel zoals deuren en ramen in een logische verhouding tot elkaar en de gevel als geheel plaatsen kozijnen, dakgoten en dergelijke zorgvuldig detailleren wijzigingen en toevoegingen in stijl en afwerking afstemmen op het hoofdvolume Vrijstaande woningen in een groene omgeving gericht op de weg Gebouwen zijn in het algemeen individueel en afwisselend Gebouwen bestaan uit een onderbouw tot twee lagen met of zonder kap Materialen en kleuren materialen en kleuren zijn overwegend traditioneel gevels in hoofdzaak in baksteen of vergelijkbare steenachtige materialen uitvoeren danwel invullen met houten rabatdelen hellende daken dekken met rode of donkere pannen kleuren zijn terughoudend Welstandsnota Brielle 2011, pagina 51

54 Bedrijventerrein Zwartewaal Gebied Z4 Beschrijving Het bedrijventerrein van Zwartewaal ligt ten noordwesten van de kern en is een gebied met bedrijfshallen en een enkel kantoorgebouw. Het terrein wordt onder andere begrensd door het Werfplein en de Karreman. Het gebied kent weinig samenhang in de bebouwing en met de omgeving. Tussen de opslagterreinen en bedrijfshallen staat hier en daar een kantoor. Dit bedrijventerrein heeft een eenvoudige hoofdstructuur. De gebouwen weerspiegelen de functies en kennen weinig opsmuk. De inrichting van de openbare ruimte is doelmatig en eenvoudig op het sobere af. Groenelementen komen in het gebied weinig voor, maar wel in de directe omgeving. Opslag in het zicht is geen uitzondering. De bedrijfshallen en kantoren zijn in het algemeen individueel, omdat ze vooral gebouwd zijn voor hun specifieke functie. De rooilijn verspringt. Gebouwen zijn meestal functioneel en eenvoudig van opzet en in uitwerking met veel afwisseling in vorm en bestaan uit maximaal twee lagen met een plat dak of flauw hellend zadeldak. Kantoren en entreepartijen vormen hier en daar een accent in gesloten gevels. De detaillering is in het algemeen sober. Materialen en kleuren zijn overwegend functioneel en traditioneel. De gevels zijn uitgevoerd in baksteen, beton of gevouwen staal. Het kleurgebruik is rustig en sober, waarbij lichte grijzen en baksteentinten het meest aanwezig zijn. Echt bijzondere elementen zijn er niet. Waardebepaling en ontwikkeling Het bedrijventerrein van Zwartewaal is een traditioneel bedrijventerrein. De waarde is vooral gelegen in de heldere opzet en eenvoudige bebouwing die de functie weergeeft. De dynamiek van het terrein is gemiddeld en betreft in het algemeen kleine aanpassingen. Gewoon welstandsgebied Het bedrijventerrein van Zwartewaal is een gewoon welstandsgebied. Het beleid is terughoudend en gericht op het beheer van de verschijningsvorm van het terrein en de gebouwen gezien vanuit de omringende gebieden. Een wildgroei aan aanbouwen en bijgebouwen is daarom niet wenselijk. De welstandscommissie zal bij de advisering onder meer aandacht schenken aan de hoofdvorm en rooilijnen van de gebouwen en de samenhang in zowel de architectonische uitwerking als het gebruik van materiaal en kleur. Welstandsnota Brielle 2011, pagina 52

55 Bedrijventerrein Zwartewaal Gebied Z4 Welstandscriteria Bij de beoordeling van bouwplannen wordt in samenhang met de beschrijving getoetst aan de hand van de volgende criteria: Ligging gebouwen indien mogelijk oriënteren op de weg de rooilijnen kunnen verspringen ten opzichte van elkaar opslag vindt bij voorkeur uit het zicht plaats Massa gebouwen zijn bij voorkeur individueel en afwisselend gebouwen zijn eenvoudig van opbouw en bestaan bij voorkeur uit een ongedeelde hoofdmassa gebouwen hebben een onderbouw tot twee lagen met een plat of flauw hellend zadeldak aanbouwen zijn bescheiden en ondergeschikt entreepartijen en kantoorgedeelten zijn vormgegeven als bescheiden accenten van een bedrijfshal of als zelfstandige volumes Gebouwen zijn individueel en afwisselend met verspringende rooilijnen Architectonische uitwerking de architectonische uitwerking en detaillering zijn in het algemeen zorgvuldig en sober accenten en geledingen ten behoeve van het onderscheiden van functies zijn wenselijk wijzigingen in stijl, maat en afwerking afstemmen op het hoofdvolume Gebouwen hebben maximaal twee lagen met een plat dak of hellende kap Materiaal en kleur gevels zijn van baksteen of van plaatmateriaal en een enkele keer gepleisterd kleuren zijn bij voorkeur terughoudend en in onderlinge samenhang Opslag in het zicht is geen uitzondering Welstandsnota Brielle 2011, pagina 53

56 Glastuinbouw Buitengebied Beschrijving De glastuinbouw in Brielle is geconcentreerd in drie agrarische gebieden ten zuiden en oosten van Brielle en wordt gekenmerkt door een seriematig opgezette, grootschalige en rationele structuur met als bebouwing voornamelijk kassen afgewisseld met bedrijfshallen, bedrijfswoningen en andere tuinbouwgerelateerde objecten. Er komen ook enkele solitaire kassen voor. De (bedrijfs)woningen zijn individueel, afwisselend en vrijstaand met verspringende rooilijnen. Ze staan enigszins terug en zijn met de voorgevel op de weg georiënteerd. De bedrijfsgebouwen staan aan de weg naast de woning of liggen achter de voorgevelrooilijn van de woning. De kavel voor de bedrijfsgebouwen bestaat uit grote geasfalteerde vlakken ten behoeve van het laden en lossen van vrachtauto s. Daarnaast komen er vaak parkeerplaatsen, fietsenstallingen en groenstroken voor op het voorerf van de bedrijfsbebouwing. Achter en naast de bedrijfsgebouwen liggen de kassencomplexen. De bedrijfsgebouwen en kassencomplexen lopen veelal naadloos in elkaar over. Overhoeken en restgebieden zijn vaak groen ingericht of liggen braak. Gebouwen bestaan uit een eenvoudige opbouw van één tot twee lagen met een flauw hellend zadeldak of plat dak. Bedrijfsgebouwen en kassen sluiten in opbouw en architectonische uitwerking veelal op elkaar aan, waarbij de gevelgeleding wordt voorgezet. De waterbassins en opslagtanks en dergelijke zijn hierin vaak opgenomen. Bedrijfsgebouwen zijn eenvoudiger gedetailleerd dan de woningen en hebben grote garagedeuren voor het laden en lossen. Woningen hebben veelal een gedifferentieerde opbouw bestaande uit één tot twee lagen met kap. Op- en aanbouwen komen veel voor en zijn meeontworpen. Gevels van de woningen zijn veelal representatief. De detaillering is zorgvuldig. Het materiaal- en kleurgebruik van de woningen is overwegend terughoudend en in onderlinge samenhang. De gevels van de woningen zijn van baksteen of vergelijkbaar steenachtig materiaal. De daken van de woningen zijn gedekt met pannen. Het materiaalgebruik van de bedrijfsgebouwen is modern. Gevels zijn veelal opgebouwd uit panelen van kunststof, glas of gevouwen plaatmateriaal. Bijzondere elementen zijn de kasgerelateerde bedrijven in het gebied. Deze relatief grote gebouwen zijn in uitwerking vergelijkbaar met de bedrijfshallen bij kassen. Gebied Bu1 Rooilijnen van de hoofdmassa's verspringen ten opzichte van elkaar Woningen bestaan uit een onderbouw van één of twee lagen met een kap Woningen liggen enigszins terug van de weg Waardebepaling en ontwikkeling De nieuwe glastuinbouwgebieden in Brielle zijn ontstaan na herverkaveling en hebben een rationele structuur waarbij de oorspronkelijk kenmerken van het landschap regelmatig verloren zijn gegaan. De waarde is vooral gelegen in de moderne verschijningsvorm van de bebouwing. De dynamiek van het terrein is gemiddeld tot hoog. Aanpassingen moeten zorgvuldig worden ingepast in de bestaande architectuur. Gewoon welstandsgebied De nieuwe glastuinbouwgebieden zijn gewone welstandsgebieden. Het beleid is terughoudend en gericht op goed functioneren en behoud van afwisseling en individualiteit met een agrarische uitstraling. De welstandscommissie zal bij de advisering onder meer aandacht schenken aan de samenhang in zowel de architectonische uitwerking als het gebruik van materiaal en kleur. Kassen zijn welstandsvrij als ze uitgevoerd worden in doorzichtig en/of gematteerd glas. Objecten van gekleurd glas als bedrijfsruimten worden wel getoetst. Welstandsnota Brielle 2011, pagina 54

57 Glastuinbouw Buitengebied Gebied Bu1 Welstandscriteria Bij de beoordeling van bouwplannen wordt in samenhang met de beschrijving getoetst aan de hand van de volgende criteria: Ligging hoofdbebouwing staan aan de straatzijde, bijgebouwen hebben een ondergeschikte positie woningen liggen enigszins terug van de weg de rooilijnen van de hoofdmassa s verspringen ten opzichte van elkaar de bebouwing met de voorgevel oriënteren op de weg publieke of representatieve functies op de straat richten watersilo s en warmteopslagtanks staan bij voorkeur uit het zicht grootschalige verharding van voorerven voor bijvoorbeeld inritten en hellingsbanen beperken Seriematig opgezette grootschalige en rationele structuur Massa woningen zijn individueel en afwisselend en bestaan uit een onderbouw van één tot twee lagen met een kap bedrijfsgebouwen bestaan uit een onderbouw van één tot twee lagen met een flauw hellend zadeldak of plat dak de nokrichting is evenwijdig aan of haaks op de weg zijgevels van de woningen hebben vensters op- en aanbouwen zijn ondergeschikt en vormgegeven als toegevoegd element of opgenomen in de hoofdmassa bijgebouwen zijn ondergeschikt aan de hoofdmassa hebben een eenvoudige vorm Gebouwen hebben een onderbouw van één tot twee lagen met of zonder kap Architectonische uitwerking de architectonische uitwerking en detaillering zijn zorgvuldig en afwisselend bedrijfsgebouwen eenvoudig detailleren zeer grote lengtes door middel van geleding van de wand (in materiaal of vorm) doorbreken wijzigingen en toevoegingen in stijl en afwerking afstemmen op het hoofdvolume Bijgebouwen in materiaal en kleur afstemmen op de hoofdmassa's Materiaal en kleur de kleuren zijn overwegend terughoudend grote vlakken bestaan uit kleine elementen of hebben een duidelijke textuur gevels van de woningen zijn bij voorkeur van baksteen of vergelijkbare steenachtige materialen hellende daken van woningen afdekken met pannen en/of leien aanbouwen en bijgebouwen in materiaal en kleur afstemmen op de hoofdmassa Tuinbouwgerelateerd bedrijf in vergelijkbare vormgeving Welstandsnota Brielle 2011, pagina 55

58 Overig Buitengebied Beschrijving Het overige buitengebied van Brielle bestaat voornamelijk uit kleipolderlandschap met gevarieerde bebouwing, geclusterd in linten. Het landschap wordt gebruikt als akker- en grasland. De bebouwing staat in het algemeen langs de hoofdontsluitingswegen en ligt meestal iets terug op ruime kavels. De bebouwing bestaat voor het overgrote deel uit boerderijen, woningen en bedrijfsgebouwen. De bebouwing staat meestal vrij. Hoofdgebouwen zijn met de voorzijde gericht op de weg. Rooilijnen volgen de weg en verspringen. Bedrijfsgebouwen als hallen en schuren liggen meestal achter en soms naast de woongebouwen. Het erfdeel voor het bedrijfsgedeelte is vaak verhard. Incidenteel zijn er kleine gebouwen als gemalen en elektriciteitshuisjes in het buitengebied te vinden die los van de linten staan. Deze gebouwen hebben een alzijdige oriëntatie. De woningen zijn individueel en afwisselend. Woningen hebben een eenvoudige tot gedifferentieerde opbouw bestaande uit een onderbouw van één tot twee lagen met kap. Op- en aanbouwen komen veel voor en deze zijn in het algemeen ondergeschikt en opgenomen in de hoofdmassa. Gevels van woningen zijn veelal representatief. Met name de oudere woningen zijn verticaal geleed met staande ramen. De detaillering is zorgvuldig en gevarieerd, van eenvoudig tot rijk. Gevels van oudere woningen zijn voorzien van elementen als siermetselwerk, gevellijsten, windveren en dergelijke. De gevels van de woningen zijn van baksteen of vergelijkbaar steenachtig materiaal. De daken van de woningen zijn gedekt met pannen of riet. Bedrijfsgebouwen hebben een eenvoudige opbouw van één tot twee lagen met een flauw hellend zadeldak op plat dak en zijn eenvoudiger gedetailleerd dan de woningen met veelal gevels van plaatmateriaal en een enkele keer van baksteen. Bijzonder element is het deel van het buitengebied dat binnen de grenzen van het beschermde stadsgezicht valt. Ander bijzonder element is de molenstomp aan de Hollemaarsedijk. Waardebepaling en ontwikkeling Het buitengebied van Brielle is doorkruist met bebouwingslinten. De waarde is vooral gelegen in de combinatie tussen de oorspronkelijke structuurelementen zoals dijken en polderwegen en de afwisselende lintbebouwing. In het gebied komen diverse cultuurhistorisch waardevolle gebouwen als boerderijen voor. Een deel hiervan is monument. De dynamiek van het buitengebied is gemiddeld en betreft in het algemeen de plaatsing van op-, aan- en bijgebouwen en de vervanging van oudere gebouwen door gebouwen die aan de huidige eisen voldoen. Gewoon welstandsgebied Het buitengebied van Brielle is een gewoon welstandsgebied, met een beschermd deel rond de binnenstad. Het beleid is gericht op het behoud van de oorspronkelijke structuurelementen, de cultuurhistorische bebouwing en het karakteristieke profiel van de lintwegen en het inperken van grote oppervlakken verharding. De welstandscommissie zal bij de advisering over woongebouwen en bedrijfsgebouwen onder meer aandacht schenken aan de mate van afwisseling en individualiteit in de massa in combinatie met een terughoudende vormgeving en traditioneel gebruik van materialen en kleuren. Gebied Bu2 Gebouwen zijn individueel en afwisselend Woonbebouwing is terughoudender uitgevoerd dan traditionele boerderijen Bebouwing is met de voorgevel op de weg gericht Grote lengte door middel van geleding van de wand in materiaal doorbroken Nieuwbouwwoning met een gedifferentieerde opbouw Welstandsnota Brielle 2011, pagina 56

59 Overig Buitengebied Gebied Bu2 Welstandscriteria Bij de beoordeling van bouwplannen wordt in samenhang met de beschrijving getoetst aan de hand van de volgende criteria: Ligging de hoofdbebouwing staat aan de straatzijde, bijgebouwen hebben een ondergeschikte positie de rooilijnen van de hoofdmassa s verspringen ten opzichte van elkaar de bebouwing met de voorgevel op de weg richten en concentreren in de ontginningslinten, met behoud van doorzichten naar het landschap bedrijfsgebouwen liggen achter de voorgevelrooilijn rooilijnen zijn per cluster of rij in samenhang opslag vindt bij voorkeur uit het zicht plaats grootschalige verharding van voorerven voor bijvoorbeeld inritten voorkomen kleine, utilitaire gebouwtjes in het veld hebben een alzijdige oriëntatie Gevarieerde bebouwing geclusterd in linten Massa gebouwen zijn individueel en afwisselend woongebouwen bestaan uit een onderbouw van één laag tot twee lagen met een kap bedrijfsgebouwen bestaan uit een onderbouw van één laag met een flauw hellend zadeldak of plat dak de nokrichting is evenwijdig aan of staat haaks op de weg zijgevels van vrijstaande woningen hebben vensters uitbreidingen waaronder op- en aanbouwen zoals dakkapellen vormgeven als toegevoegd ondergeschikt element of opnemen in de hoofdmassa bijgebouwen zijn ondergeschikt aan de hoofdmassa hebben een eenvoudige vorm Hoofdbebouwing aan de straatzijde met bijgebouwen in ondergeschikte positie Architectonische uitwerking de architectonische uitwerking en detaillering zijn zorgvuldig en afwisselend bedrijfsgebouwen eenvoudig en zorgvuldig detailleren zeer grote lengtes door middel van geleding van de wand in materiaal of vorm doorbreken wijzigingen en toevoegingen in stijl en afwerking afstemmen op het hoofdvolume ramen zijn bij voorkeur staand Woongebouwen bestaan uit één tot twee lagen met een kap Materiaal en kleur gevels van woongebouwen zijn in principe van baksteen of een vergelijkbaar steenachtig materiaal hellende daken van woningen bij voorkeur afdekken met pannen of riet grote vlakken bestaan uit kleine elementen of hebben een duidelijke textuur kleuren zijn traditioneel en terughoudend en harmoniëren met de omliggende bebouwing aanbouwen en bijgebouwen in materiaal en kleur afstemmen op de hoofdmassa De nokrichting is evenwijdig aan of staat haaks op de weg Aanvullend criterium beschermd gezicht in de schootsvelden (het beschermd gezicht buiten de wallen) geen schuttingen of muren maar groene erfafscheidingen zoals heggen plaatsen De molenstomp aan de Hollemaarsedijk Welstandsnota Brielle 2011, pagina 57

60 Sport- en recreatieterreinen Beschrijving De sport- en recreatieterreinen met overwegend eenvoudige bebouwing en een groen karakter zijn verspreid over de gemeente Brielle te vinden. Naast recreatieterreinen en sportterreinen en -complexen vallen ook volkstuinen in deze categorie. De terreinen zijn verschillend van grootte. Ook de bijbehorende bebouwing is verschillend in grootte en vormgeving. De sport- en recreatieterreinen zijn vrijwel altijd voorzien van een parkeerterrein. In het algemeen bestaat de veelal geclusterde bebouwing van sportterreinen uit een hoofdgebouw met meerdere bijgebouwen, die meestal vrij op het maaiveld staan en waarbij het hoofdgebouw gericht is op de belangrijkste openbare ruimte of het hoofd sportveld. De entree is gericht op de weg en veelal vormgegeven als accent. De gebouwen hebben een eenvoudige opbouw en bestaan in hoofdzaak uit een onderbouw van één tot twee lagen met een flauw hellende kap of plat dak. Hoewel de gebouwen verschillen van uiterlijk is de hoofdvorm helder en de architectuur en detaillering eenvoudig en verzorgd. Grote vlakken bestaan uit materiaal met een structuur zoals baksteen, houten betimmering of gevouwen staalplaat. Het kleurgebruik is terughoudend. De gevels van de sporthallen zijn op het entreegedeelte na veelal gesloten. Bijzonder element is het volkstuinencomplex aan de Langesingel dat binnen de grenzen van het beschermde stadsgezicht valt. Gebied R1 Het hoofdgebouw is vrijstaand en individueel Gevels zijn bijvoorbeeld van hout in een terughoudende kleur Waardebepaling en ontwikkeling De sport- en recreatieterreinen zijn helder en eenvoudig qua opzet en bebouwing en hebben een groen karakter waarbij de gebouwen een ondergeschikte rol spelen. De architectuur is terughoudend. Er is geen bebouwing met een bijzondere cultuurhistorische waarde. De dynamiek van deze terreinen is laag en betreft voornamelijk kleine uitbreidingen zoals extra kleedruimten. Het beleid is terughoudend en gericht op beheer. Mogelijke uitbreidingen zullen met name buiten de kern goed in het landschap ingepast moeten worden. Gewoon en beschermd welstandsgebied Sport- en recreatieterreinen zijn gewone welstandsgebieden, met uitzondering van het volkstuinencomplex aan de Langesingel dat beschermd welstandsgebied is. De welstandscommissie zal bij de advisering onder meer aandacht schenken aan het behoud van de terughoudende architectuur en landschappelijke inpassing. Welstandsnota Brielle 2011, pagina 58

61 Sport- en recreatieterreinen Gebied R1 Welstandscriteria Bij de beoordeling van bouwplannen wordt in samenhang met de beschrijving getoetst aan de hand van de volgende criteria: Ligging per terrein is er één hoofdmassa, die met de voorgevel is gericht op de belangrijkste openbare ruimte het hoofdgebouw is vrijstaand en individueel het individuele gebouw binnen een cluster is deel van het geheel en voegt zich hier naar bestaande rooilijnen behouden bijgebouwen zijn ondergeschikt grootschalige verharding van voorerven voor bijvoorbeeld parkeerplaatsen zoveel mogelijk beperken Sportterreinen hebben veelal eenvoudige bebouwing en een groen karakter Massa gebouwen hebben een eenvoudige hoofdvorm die bestaat uit een onderbouw van één tot twee lagen met flauw hellende kap of plat dak gebouwen hebben per cluster samenhang er zijn zo min mogelijk dichte gevels aan de straat aanbouwen zijn ondergeschikt en maken deel uit van de totale compositie van het gebouw geledingen in massa zijn wenselijk Eenvoudige hoofdvorm bestaat uit een bouwlaag met een kap Architectonische uitwerking er is ontwerpaandacht voor alle details accenten en geledingen ten behoeve van het onderscheiden van functies zijn wenselijk de detaillering is per cluster in samenhang entreepartijen vormgeven als accent of als zelfstandig volume bijgebouwen eenvoudiger maar net zo zorgvuldig detailleren als de hoofdmassa wijzigingen en toevoegingen in stijl en afwerking afstemmen op het hoofdvolume Gebouwen spelen een ondergeschikte rol Materiaal en kleur gevels zijn bij voorkeur van baksteen of houten of kunststof delen hellende daken dekken met pannen of plaatmateriaal met een structuur grote vlakken bestaan uit materialen met een structuur zoals baksteen, houten betimmering of gevouwen staalplaat kleuren zijn terughoudend en in onderlinge samenhang Aanvullend criterium beschermd gezicht in de schootsvelden (het beschermd gezicht buiten de wallen) geen schuttingen of muren maar groene erfafscheidingen zoals heggen plaatsen Ook volkstuinen behoren tot deze categorie Welstandsnota Brielle 2011, pagina 59

62 Recreatie oevers Brielse Meer Gebied R2 Beschrijving De oevers van de Brielse Meer, Brielse Rak, Oostvoornse Rak, Brielse Rak en Blankenburgse Rak vormen een aaneengesloten gebied met meerdere op zichzelf gelegen en naar binnen gekeerde planmatig opgezette recreatieterreinen en campings met caravans. De recreatieterreinen hebben veelal eigen voorzieningen en een rondlopende ontsluitingsroute. De bebouwing wordt gekenmerkt door kleinschaligheid en herhaling van vrijstaande caravans langs een heldere structuur. De uitstraling is veelal eenvoudig en monotoon. De caravans zijn in een soms verspringende, soms rechte rooilijn gericht op de weg. De caravans hebben een eenvoudige hoofdvorm en bestaan in het algemeen uit één bouwlaag met een plat dak of een flauw hellend zadeldak. De gevelverdeling is veelal helder en de ramen staand. De detaillering is eenvoudig en verzorgd. Gevels zijn houten of kunststof delen. Daken zijn bekleed met pannen of beplating met een structuur. De gevels zijn wit of licht van kleur. De houten geveldelen zijn geschilderd. De daken zijn in de kleuren grijs, roodbruin of oranje. De kozijnen zijn van hout of kunststof. Uitzonderingen zijn de woningen aan de noordoever van de Brielse Meer. Deze gedeeltelijk seriematig woningen hebben een opbouw van één laag met een kap en zijn hoofdzakelijk uitgevoerd in baksteen met een pannendak. Andere uitzondering zijn de diverse solitaire gebouwen in het gebied. Deze gebouwen hebben een individuele uitstraling en een recreatieve functie of een functie ten behoeve van de recreatie. De terreinen liggen aan de oevers van onder andere de Brielse Meer Gevels hebben een lichte kleur, daken zijn grijs, groen, roodbruin of oranje Waardebepaling en ontwikkeling De recreatieterreinen aan de oevers van de Brielse Meer zijn aantrekkelijke groene terreinen, waarbij de gebouwen een ondergeschikte rol spelen. De architectuur is terughoudend. Er is geen bebouwing met een bijzondere cultuurhistorische waarde. De dynamiek van deze terreinen is laag en betreft voornamelijk kleine uitbreidingen. Het beleid is terughoudend en gericht op beheer. Mogelijke uitbreidingen zullen goed in het landschap ingepast moeten worden. Gebouw in felle niet natuurlijke kleuren contrasteert met de omgeving Gewoon welstandsgebied De recreatieterreinen aan de oevers van de Brielse Meer zijn gewone welstandsgebieden met uitzondering van het beschermde deel ten noorden van de binnenstad. De welstandscommissie zal bij de advisering onder meer aandacht schenken aan het behoud van de eenvoudige opbouw en terughoudende architectuur en landschappelijke inpassing. Eenvoudige en verzorgde detaillering Welstandsnota Brielle 2011, pagina 60

63 Recreatie oevers Brielse Meer Gebied R2 Welstandscriteria Bij de beoordeling van bouwplannen wordt in samenhang met de beschrijving getoetst aan de hand van de volgende criteria: Ligging gebouwen maken deel uit van een stedenbouwkundig patroon de voorzijde van de hoofdmassa is gericht op de weg bestaande rooilijnen behouden Massa caravans en woningen maken onderdeel uit van een cluster gebouwen hebben een eenvoudige tot gedifferentieerde hoofdvorm gebouwen bestaan uit een onderbouw van één laag met plat dak of een hellende kap caravans bestaan uit één ongedeelde hoofdmassa zonder aanbouwen, uitgezonderd beperkte erkers en serres die deel uitmaken van het ontwerp van de hoofdmassa alleen solitaire gebouwen hebben een individuele uitstraling uitbreidingen aan woningen waaronder op- en aanbouwen zoals dakkapellen vormgeven als toegevoegd ondergeschikt element of opnemen in de hoofdmassa bijgebouwen zijn ondergeschikt aan de hoofdmassa hebben een eenvoudige vorm Op zichzelf gelegen naar binnen gekeerde recreatieterreinen en campings Gebouwen bestaan uit een onderbouw van één bouwlaag met een kap Architectonische uitwerking ontwerpaandacht voor alle details de detaillering is per cluster in samenhang wijzigingen en toevoegingen in stijl, maat en schaal goed afstemmen op het hoofdvolume Materiaal en kleur gevels zijn in hoofdzaak van baksteen, houten of kunststof delen in een lichte kleur daken afdekken met pannen of plaatmateriaal met een structuur in de kleur grijs, groen, roodbruin of oranje aanbouwen en bijgebouwen van woningen in materiaal en kleur afstemmen op de hoofdmassa Ook de (seriematige) woningen hebben een opbouw van één bouwlaag met kap Aanvullend criterium beschermd gezicht in de schootsvelden (het beschermd gezicht buiten de wallen) geen schuttingen of muren maar groene erfafscheidingen zoals heggen plaatsen Solitair jachthavengebouw heeft een individuele uitstraling Bedrijvigheid ten behoeve van de recreatie ten noorden van Zwartewaal Welstandsnota Brielle 2011, pagina 61

64 Welstandsnota Brielle 2011, pagina 62

65 WELSTANDSCRITERIA OBJECTEN Hoofdstuk 5 Net als te onderscheiden gebieden zijn er voor elke gemeente ook specifieke gebouwen of gebouwtypen. Zo zijn er gebouwtypen of bouwwerken te benoemen die zo gebiedseigen zijn, een specifieke functie hebben of beeldbepalend zijn dat daarvoor afzonderlijke criteria voor kunnen worden opgesteld. Het gaat daarbij onder meer om boerderijen, die voor het grootste deel in het buitengebied liggen maar vaak ook langs de dorpslinten of zelfs in het centrum te vinden zijn. De objectgerichte welstandscriteria moeten worden gezien als de gewenste eigenschappen van het bouwplan. Specifieke bouwwerken en welstandsniveau s Objectgerichte welstandscriteria zijn van toepassing op: boerderijen (bijzonder) agrarische bedrijfsgebouwen (gewoon) dakopbouwen (gewoon) reclame, waarbij de welstandscriteria zijn opgenomen in de reclamenota van de gemeente Brielle (gewoon) Welstandsvrije objecten In de kassengebieden (Bu1) zullen kassen van doorzichtig en gematteerd glas niet preventief worden getoetst. Glazen bedrijfsruimten worden wel preventief getoetst. Welstandsnota Brielle 2011, pagina 63

66 Boerderijen Object 1 Beschrijving De boerderijen maken deel uit van linten en zijn vooral in het buitengebied te vinden. De boerderijen met de bijbehorende bijgebouwen vormen daar duidelijke door veel groen omgeven clusters in het open landschap. In het stedelijk deel van de gemeente zijn ze vaak ingesloten door uitbreidingswijken. De boerderijen liggen meestal wat dieper op de vrijwel vierkante kavel met ruimte voor een siertuin aan de voorzijde. Het erf wordt aan een of meer kanten omringd door sloten. De rooilijnen van de hoofdgebouwen verspringen en lopen evenwijdig aan de weg of aan het slotenpatroon. De erfindeling en de erfbeplanting maken van oorsprong deel uit van de compositie van het geheel. De beplanting dient als zonwering en windkering. De bebouwing bestaat vaak uit een hoofdgebouw en iets teruggelegen bijgebouwen als stallen, schuren en hooibergen. Het hoofdgebouw staat in principe met de kop- of langsgevel gericht naar de hoofdweg en is soms onderverdeeld in een woon- en een bedrijfsdeel zoals bij het hallehuistype. Dit gebouw is veelal voorzien van een plint, een begane grond en een laag met een kap, die meestal de vorm van een zadeldak heeft eventueel met wolfseind. In de dakvlakken zitten tegenwoordig vaak dakramen. De veelal representatieve kop - of langsgevel van het woondeel is vaak symmetrisch met hoge ramen, die soms zijn geflankeerd door luiken. De overige ramen van de zijgevels zijn meestal kleiner. Ramen van de bijgebouwen zijn vaak hooggeplaatst en soms van boven halfrond. De boerderijen hebben meestal een zorgvuldige detaillering. Bij traditionele boerderijen komen veel rijke details als versierde omlijstingen om de grote ramen en een windveer langs de dakrand voor. De gevels zijn veelal opgebouwd uit een bruine baksteen en een enkele keer wit gepleisterd. De plint is meestal van een ander materiaal of andere kleur. Daken zijn merendeels afgedekt met keramische pannen en soms met riet. De overwegend houten kozijnen zijn meestal geschilderd in een lichte kleur, evenals de meeste andere houten elementen als de windveer. Luiken en roeden zijn vaak juist in een donkere, meestal donkergroen geschilderd. De bijgebouwen zoals de stallen hebben een met het hoofdgebouw vergelijkbaar hoofdvolume, maar zijn in architectuur en detaillering soberder. De rooilijn van de hoofdmassa's loopt hier evenwijdig aan de weg Ramen in het woongedeelte zijn veelal verticaal en subtiel met reliëf in gevel Het verschil tussen voor- en achterhuis benadrukt door verspringende kap Waardebepaling en ontwikkeling De boerderijen met erfbeplanting en bijgebouwen, zijn kenmerkend voor het buitengebied. De boerderijen bepalen mede het cultuurhistorisch waardevolle beeld. Een aantal boerderijen verliest de agrarische functie en wordt aangepast op de woonfunctie. Hiermee verandert het beeld. Het behoud van de structuur van het gebouw en de erfinrichting zijn van belang. Het beleid is gericht op handhaving van de vaak waardevolle bebouwing en inpassing van nieuwe ontwikkelingen in de bestaande omgeving. Bij vervangende nieuwbouw zijn de originele bouwrichting, de hoofd- en de kapvorm het uitgangspunt. Bijzondere welstandsobjecten De boerderijen zijn vanwege hun grote waarde voor het buitengebied aangemerkt als bijzondere welstandsobjecten. Bij bouwplannen zal de commissie onder meer beoordelen op de plaatsing van bebouwing op en inrichting van het erf alsmede op de inpassing in het landschap. Welstandsnota Brielle 2011, pagina 64

67 Boerderijen Object 1 Welstandscriteria Bij de beoordeling van bouwplannen wordt in samenhang met de beschrijving getoetst aan de hand van de volgende criteria: Ligging een heldere ordening van gebouwen en traditionele erfbeplanting op het erf is belangrijk per erf of kavel is er één hoofdmassa, dwars geplaatst op en met de voorgevel gericht naar de belangrijkste weg rooilijnen van de hoofdmassa s variëren tussen evenwijdig aan de weg en parallel aan de sloten rooilijnen van de boerderijen verspringen bijgebouwen liggen achter het hoofdgebouw of maken deel uit van de straatwand nieuwe bijgebouwen liggen bij voorkeur uit het zicht doorzichten behouden en waar mogelijk versterken Boerderij van het type Vlaamse schuur Massa gebouwen zijn vrijstaand, individueel en afwisselend gebouwen hebben een eenvoudige hoofdvorm gebouwen bestaan uit een onderbouw van één tot anderhalve laag met een zadeldak, zo nu en dan voorzien van een wolfseind de nokrichting is afwisselend aanbouwen zijn ondergeschikt aan het hoofdvolume zijgevels hebben vensters Gebouwen zijn vrijstaand, individueel en afwisselend Architectonische uitwerking de architectonische uitwerking en detaillering zijn zorgvuldig en gevarieerd kozijnen, dakgoten, daklijsten, windveren en dergelijke zorgvuldig detailleren wijzigingen en toevoegingen in stijl, maat en schaal zorgvuldig afstemmen op het hoofdvolume het verschil tussen voorhuis en achterhuis van het hoofdgebouw benadrukken bijgebouwen als hallen en schuren eenvoudiger maar net zo zorgvuldig detailleren als de hoofdmassa ramen in het woongedeelte van het hoofdgebouw zijn hoofdzakelijk verticaal een subtiel, maar duidelijk waarneembaar reliëf in de gevel door middel van neggen, kozijnhout, onderdorpels, gootlijst en dergelijke is wenselijk gevels zijn van metselwerk in een kruis- of staand verband met een grijs geschilderde of gepleisterde plint vensters uitvoeren met stijlen en regels Materiaal en kleur gevels zijn in hoofdzaak van gele of rode baksteen en soms gestuct hellende daken dekken met keramische pannen of riet bijgebouwen in materiaal- en kleurgebruik afstemmen op hoofdgebouw houtwerk is geschilderd: grote vlakken veelal in donkere groentinten, kleinere elementen in traditionele contrasterende lichte tinten als gebroken wit het kleurgebruik is terughoudend en afgestemd op de van oorsprong toegepaste kleuren Gebouwen hebben een eenvoudige hoofdvorm Daken zijn soms voorzien van een wolfseind Hoofdgebouw is onderverdeeld in een woon- en een bedrijfsdeel Welstandsnota Brielle 2011, pagina 65

68 Agrarische bedrijfsgebouwen Object 2 Beschrijving Agrarische bedrijfsgebouwen staan verspreid over de gemeente langs de linten en in het buitengebied. Het gaat hierbij niet om klassieke boerderijen, maar de bij het moderne boerenbedrijf benodigde stallen en loodsen voor opslag van materieel en producten. Deze kunnen achter een klassieke boerderij staan, maar ook op het erf van een plattelandswoning. De agrarische bedrijfsgebouwen staan niet direct langs de weg, maar liggen achter de eerste rij bebouwing waarin de woonhuizen te vinden zijn. Ze hebben eenvoudige, rechthoekige plattegronden en staan vaak met de korte zijde naar de weg gericht. Aan deze kant is meestal ook een grote deur te vinden. De hoogte is beperkt tot één laag. Tot voor kort was een flauw hellende kap standaard, maar sinds een paar jaar zijn er ontwikkelingen die leiden tot nieuwe vormen waaronder serrestallen en boogstallen. De uitvoering van deze gebouwen is eenvoudig. In het algemeen hebben ze een onderbouw met een plint van baksteen en daarboven gevels van gevouwen staalplaat, doorzichtige kunststof of schaduwdoek. De daken zijn afgedekt met een staalplaat (vaak gecombineerd met stroken doorzichtige kunststof beplating) of bij de nieuwe vormen ook wel kunststof folie. De kleuren van deze gebouwen zijn gedekt. Dichte beplating van de onderbouw varieert in het algemeen van lichtgrijs tot donkergroen. Hier en daar is de lengte van de gebouwen gebroken door lichte kleurverschillen in de gevels. Eventuele kozijnen zijn vaak uitgevoerd in de kleur van de beplating of wit. De daken zijn meestal lichtgrijs en tegenwoordig ook wel doorzichtig. Door de lichtgrijze en groene kleuren vallen de gebouwen minder op in het landschap en trekken ze minder aandacht dan de woonbebouwing grenzend aan de weg. De detaillering van de agrarische bedrijfsgebouwen is direct en weinig nadrukkelijk, wat geheel in lijn is met de wens de gebouwen op een terughoudende manier te plaatsen in hun omgeving. Bedrijfsgebouwen staan bij voorkeur haaks op de weg Kleuren zijn gedekt en traditioneel Waardebepaling en ontwikkeling De waarde van de agrarische bedrijfsgebouwen is vooral gelegen in hun functioneren. Ze vertegenwoordigen geen cultuurhistorische waarden, maar vervullen een rol in de uitoefening van het boerenbedrijf en de daarbij horende functies. Gezien de steeds verder voortschrijdende schaalvergroting van het agrarisch bedrijf zullen er zowel aanvragen komen voor de uitbreiding van bestaande gebouwen als voor de plaatsing van nieuwe. De gemeente richt zich op het inpassen van deze objecten in het landschap. Terughoudende vormgeving en kleurstelling zijn gewenst gezien de openheid van het landschap en de daaruit volgende grote zichtbaarheid van de gebouwen vanaf de linten en wegen. Gewone welstandsobjecten Agrarische bedrijfsgebouwen zijn gewone welstandsobjecten. De criteria van het betreffende gebied zijn aanvullend van toepassing. Welstandsnota Brielle 2011, pagina 66

69 Agrarische bedrijfsgebouwen Object 2 Welstandscriteria Bij de beoordeling van bouwplannen wordt in samenhang met de beschrijving getoetst aan de hand van de volgende criteria: Ligging achter de eerste rij bebouwing plaatsen met aandacht voor verkavelingsrichting en andere landschapskenmerken waaronder doorzichten een heldere ordening van verschillende gebouwen op het erf is belangrijk, dus ontwerpen dienen altijd rekening te houden met het ensemble van alle bebouwing op het erf, waarbij wordt gestreefd naar ingetogenheid situering van de bedrijfsgebouwen achter het woongedeelte en de bijgebouwen, zodat er sprake is van een woon- en een bedrijfszone de lengte van de bedrijfsgebouwen staat bij voorkeur haaks op de weg de terreininrichting maakt onderdeel uit van het architectonische ontwerp het omgeven van het erf met inheemse en bij het landschap passende beplanting is zeer gewenst niet bouwen tegen in vorm afwijkende gebouwen Gebouwen hebben bij voorkeur een schuurvorm Massa bedrijfsgebouwen met een schuurvorm bestaand uit een onderbouw van één laag voorzien van een zadeldak/schilddak hebben de voorkeur andere stalvormen zijn in reguliere welstandsgebieden denkbaar, waarbij in verband met het minder massieve silhouet enkelvoudige vormen zoals boogstallen de voorkeur verdienen boven serrestallen de lengte van de bedrijfsgebouwen staat haaks op de richting van de weg, waarbij de topgevel/dakvorm zichtbaar is vanaf de weg De architectonische uitwerking is eenvoudig met aandacht voor details Architectonische uitwerking de architectonische uitwerking is eenvoudig met aandacht voor de details in de detaillering en uitwerking aansluiting zoeken bij de bestaande bebouwing en de regionale ambachtelijke context nieuwe invullingen kunnen een moderne uitwerking krijgen op voorwaarde, dat deze respect voor de bestaande bebouwing en de omgevingskwaliteiten tonen hoofdgebouwen hebben een naar de straat gerichte representatieve zijde bedrijfsgebouwen hebben bij voorkeur een horizontale geleding in de langsgevel en een verticale in de kopgevel, waarbij de gevelindeling is afgestemd op de bestaande bebouwing Gebouwen hebben bij voorkeur een horizontale geleding in de langsgevel Materiaal en kleur materiaal van de voor- en zijgevels is bij voorkeur traditioneel, waarbij moet worden gedacht aan baksteen en hout materiaal is duurzaam kleuren zijn gedekt en traditioneel, passend in het landschap en op het erf, dus geen signaalkleuren Gebouwen hebben bij voorkeur een verticale geleding in de kopgevel Welstandsnota Brielle 2011, pagina 67

70 Dakopbouwen Object 3 Beschrijving Een dakopbouw is een verdieping op een gebouw waarbij een nieuwe ruimte ontstaat of een bestaande ruimte wordt vergroot. Het doel van een dakopbouw is de lichttoetreding te verbeteren en het bruikbaar woonoppervlak te vergroten. Dakopbouwen zijn vrijwel altijd zichtbaar vanuit de openbare ruimte en voor het straatbeeld zeer bepalend. Het plaatsen van een dakopbouw gaat ten koste van de karakteristiek van het profiel van de woning: de nok- of gootlijn wordt (plaatselijk) verschoven. Om dit effect te beperken, is het van belang de dakopbouw zoveel mogelijk op te nemen in de hoofdmassa. Dit kan bij eenvoudige dakvormen zoals een plat dak (gootverhoging) of een zadelkap (nokverhoging). Bij woningen met een kap is een enkelzijdige nokverhoging over de gehele breedte van de woning en geplaatst aan de achterzijde van de woning het uitgangspunt. Op platte daken ligt de dakopbouw bij voorkeur terug ten opzichte van de voorgevellijn. Op deze wijze blijft de invloed op het straatbeeld en de kapvorm beperkt. Bij meerdere dakopbouwen op één doorgaand dakvlak streeft de gemeente naar een herhaling van uniforme exemplaren en een regelmatige rangschikking op een horizontale lijn. Herhaling binnen een blok (van dezelfde architectuur/bouwstijl) brengt rust en samenhang. Door nokverhogingen over de gehele woningbreedte te plaatsen, kunnen deze aan elkaar gekoppeld worden. Waardebepaling en ontwikkeling De waarde van dakopbouwen is vooral gelegen in een verhoging van het woongenot. Dakopbouwen zijn echter zelden een verrijking van het straatbeeld. Wanneer het mogelijk is, zal de welstandscommissie dan ook adviseren de nokverhoging aan de achterzijde van de woning aan te brengen. Indien gewenst kan dit gecombineerd worden met een dakkapel aan de voorzijde van de woning. Tweezijdige dakopbouwen op kappen zijn niet toegestaan. Daarnaast zal de commissie adviseren om dakopbouwen op platte daken terug te leggen ten opzichte van de voorgevel. Gewone welstandsobjecten Dakopbouwen zijn gewone welstandsobjecten. De criteria van het betreffende gebied zijn aanvullend van toepassing. Welstandsnota Brielle 2011, pagina 68

71 Dakopbouwen Object 3 Welstandscriteria Bij de beoordeling van bouwplannen wordt in samenhang met de beschrijving getoetst aan de hand van de volgende criteria: Algemeen het hoofdgebouw heeft minstens twee bouwlagen en een plat dak of zadelkap met een hellingshoek van hoogstens 30 graden andere uitbreidingsmogelijkheden als dakkapellen en aanbouwen kunnen niet (voldoende) voorzien in de gewenste ruimtebehoefte de dakopbouw is gelijkvormig aan eerder geplaatste dakopbouwen op het betreffende dakvlak van het bouwblok, mits deze een positieve welstandsbeoordeling hebben gehad De nokverhoging aan de achterzijde van de woning plaatsen Aantal en plaatsing hoogstens één dakopbouw per woning en de dakopbouw niet combineren met een dakkapel op samenhangende rijwoningen met een zadeldak aan de achterzijde van de woning op samenhangende rijwoningen en individuele woningen (niet op twee onder een kapwoningen) met een plat dak bij voorkeur terugliggend ten opzichte van de voorgevel Massa op een zadeldak: - alleen enkelzijde dakopbouwen toepassen - over de gehele breedte van de woning aanbrengen en bij hoekwoningen minstens 1.00 m vanaf de zijgevel beëindigen - beëindiging op minstens 2.00 m van de achtergevel en op minstens 1.00 m van de nieuwe nok (horizontaal gemeten) - de stahoogte in de bestaande ruimte is tenminste 2.00 m - verhoging van de nok met hoogstens 0.80 m - zijwangen zijn 0.90 tot 1.20 m hoog - hellingshoek is gelijk aan het bestaande dak op een plat dak: - noklijn is bij voorkeur evenwijdig aan de voorgevel - totale hoogte is maximaal 3.00 m - balustrade van een eventueel dakterras 0.20 m terugleggen ten opzichte van de gevel Nokverhogingen over de gehele woningbreedte plaatsen Een onrustig beeld door verspringende dakopbouwen in een rij Architectonische uitwerking dakopbouwen in stijl en afwerking afstemmen op het hoofdgebouw Materiaal en kleur dakopbouwen in materiaal en kleur afstemmen op het hoofdgebouw Welstandsnota Brielle 2011, pagina 69

72 Welstandsnota Brielle 2011, pagina 70

73 WELSTANDSCRITERIA KLEIN PLAN Hoofdstuk 6 De gemeente streeft ernaar enkele veel voorkomende kleine plannen snel te laten beoordelen om zo de burger tegemoet te komen. In dit hoofdstuk worden de welstandscriteria die in tegenstelling tot de eerder beschreven relatieve welstandscriteria gaat het in deze paragraaf om vrijwel objectieve criteria, die de planindiener vooraf maximale duidelijkheid geven. De criteria zijn opgesteld voor de volgende kleine plannen: Aanbouwen Erfafscheidingen Bijgebouwen Dakramen, panelen en collectoren Kozijn- en gevelwijzigingen Spriet-, staaf en schotelantennes Dakkapellen Rolhekken, rolluiken en luiken Vergunning De bovengenoemde bouwwerken zijn deels vergunningvrij binnen bepaalde randvoorwaarden. Dat betekent dat een deel van deze plannen (met name aan achterkanten) niet vooraf wordt getoetst aan redelijke eisen van welstand. Indien een bouwwerk niet vergunningvrij is, moet een vergunning worden aangevraagd en is een welstandstoets nodig. In dit geval treedt het bestemmingsplan in eerste instantie regelend op voor wat betreft rooilijnen en maximale afmetingen. Als het bestemmingsplan geen bezwaar oplevert, wordt het bouwplan getoetst aan de criteria voor kleine plannen. Voldoet het bouwplan niet aan deze criteria of is er sprake van een bijzondere situatie waarbij twijfel bestaat aan de toepasbaarheid van de criteria, dan wordt bij de beoordeling van het bouwplan tevens gebruik maakt van de gebiedsgerichte, de objectgerichte en de algemene welstandscriteria. Voor- en achterkant Bij kleine plannen is er onderscheid in voor- en achterkanten van bouwwerken. Voorkant Onder voorkant wordt ten eerste verstaan het voorerf, de voorgevel en het dakvlak aan de voorzijde van een gebouw en ten tweede het zijerf, een zijgevel en het dakvlak aan de zijkant van een gebouw op minder dan 1 m afstand van de voorgevel of voor zover die zijde (zijdelings) gekeerd is naar openbaar toegankelijk gebied. Achterkant Onder achterkant wordt ten eerste verstaan het achtererf, de achtergevel en het dakvlak aan de achterzijde van een gebouw en ten tweede het zijerf, een zijgevel en het dakvlak aan de zijkant van een gebouw op meer dan 1 m van de voorgevel van het hoofdgebouw en voor zover die zijde (zijdelings) niet gekeerd is naar openbaar toegankelijk gebied. Erf bebouwing achterkant voorkant Openbaar toegankelijk gebied weg groen water Welstandsnota Brielle 2011, pagina 71

74 Aanbouwen Klein plan 1 Beschrijving en uitgangspunten Een aanbouw is een grondgebonden toevoeging van één bouwlaag aan een gevel van een gebouw. Het bestemmingsplan treedt bij de vergunningplichtige aanbouwen in eerste instantie regelend op voor wat betreft de rooilijnen en maximale afmetingen. Aanbouwen worden in grote getale gerealiseerd. Als ze zichtbaar zijn vanuit de openbare ruimte, zijn ze voor het straatbeeld zeer bepalend. De voorkeur gaat daarom uit naar een aanbouw aan een achterkant (achtererf of zijerf als dit niet gekeerd is naar het openbaar toegankelijk gebied). Om het straatbeeld te respecteren en intact te houden dient er bij de mogelijke toepassing van aanbouwen aan een voorkant een bufferzone aanwezig te zijn tussen gevel en straat. De gemeente streeft in samenhangende gebieden naar een herhaling van gelijkvormige exemplaren, die passen bij het karakter van de straat en de gebouwen. Belangrijk is, dat de contour en het silhouet van het oorspronkelijke gebouw of bouwblok zichtbaar blijven en dat de aanbouw qua uitstraling en volume ondergeschikt is aan het oorspronkelijke gebouw. Ten behoeve van de aanbouw dient de overgang naar/scheiding tussen de naastliggende hoofdbebouwing met aanbouw gelijkvormig en duidelijk aangegeven te worden (bijvoorbeeld door een gemetselde muurdam). Bij hoekaanbouwen dienen de gevels van de achter- en zijaanbouw gelijk te lopen, waardoor een aaneensluitende hoekoplossing ontstaat. Beoordeling Een aanbouw voldoet in ieder geval aan redelijke eisen van welstand als aan de criteria op de volgende pagina wordt voldaan, waarbij kleine afwijkingen denkbaar zijn om herhalingsplannen mogelijk te maken. Voldoet het plan hier niet aan of is er twijfel aan de toepasbaarheid daarvan, dan wordt bij de beoordeling ook gebruik gemaakt van gebieds-, object- en eventuele andere criteria. Welstandsnota Brielle 2011, pagina 72

75 Aanbouwen Klein plan 1 Criteria Aanbouwen worden beoordeeld aan de hand van onderstaande criteria: algemeen de aanbouw is een ondergeschikte toevoeging aan het hoofdgebouw aanbouwen direct tegen de hoofdmassa plaatsen (het vergroten van bestaande aanbouwen in identieke vormgeving is wel mogelijk) de aanbouw voldoet aan eventuele aanvullende criteria genoemd bij het betreffende gebied of object plaatsing en aantal ten minste 1.00 m achter de voorgevelrooilijn plaatsen met uitzondering van erkers aan de voorgevel afstand tot de erfgrenzen minimaal 1.00 m slechts één aanbouw aan de betreffende gevel hoekaanbouwen mogelijk aan een achterkant Gebouwd aan oorspronkelijke zijgevel op meer dan 1.00 m van het voorerf maatvoering hoogte niet hoger dan 0.30 m boven de eerste bouwlaag en 0.50 m onder de dakvoet van het hoofdgebouw met een maximum van 3.50 m diepte aan de zijgevel hoogstens 3.00 m, diepte van een erker aan de voorgevel hoogstens 1.00 m breedte aan de voorgevel tot 50% van de breedte van de oorspronkelijke voorgevel met een maximum van 4.00 m oppervlak hoogstens 50% van het oorspronkelijke zij- of achtererf Hoogte niet meer dan 0.30 m boven de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw vormgeving vormgeven in één bouwlaag met een rechthoekige plattegrond gevelgeleding van gevels die zichtbaar zijn vanaf de openbare weg afstemmen op bestaande woning, gevels erkers uitvoeren met kozijnindeling afgeleid van hoofdgebouw aan een voorkant plat afdekken, aan een achterkant is ook een kap met vergelijkbare uitvoering als het dak van het hoofdgebouw of een flauw hellend glazen serredak mogelijk materiaal en kleur materialen en kleuren zoveel mogelijk afstemmen op het hoofdgebouw met uitzondering van serres bij tussenwoningen een eenvormige overgang toepassen door bijvoorbeeld een gemetselde muur op de erfgrens (muurdam) of een scheidende penant Welstandsnota Brielle 2011, pagina 73

76 Bijgebouwen Klein plan 2 Beschrijving en uitgangspunten Een bijgebouw is een grondgebonden gebouw van één bouwlaag. Een bijgebouw staat los op het erf van het hoofdgebouw en is meestal bedoeld als schuur, tuinhuis of garage. Het bestemmingsplan treedt in eerste instantie regelend op voor wat betreft rooilijnen en maximale afmetingen. Als ze zichtbaar zijn vanuit de openbare ruimte, zijn ze voor het straatbeeld zeer bepalend. Bijgebouwen moeten qua uitstraling en volume ondergeschikt zijn aan het oorspronkelijke hoofdgebouw en afgestemd worden op het karakter van het hoofdgebouw of de erfinrichting. Beoordeling Een bijgebouw voldoet in ieder geval aan redelijke eisen van welstand als aan de criteria op de volgende pagina wordt voldaan, waarbij kleine afwijkingen denkbaar zijn om herhalingsplannen mogelijk te maken. Voldoet het plan hier niet aan of is er twijfel aan de toepasbaarheid daarvan, dan wordt bij de beoordeling ook gebruik gemaakt van gebieds-, object- en eventuele andere criteria. Welstandsnota Brielle 2011, pagina 74

77 Bijgebouwen Klein plan 2 Criteria Een bijgebouw wordt beoordeeld aan de hand van onderstaande criteria: algemeen het bijgebouw voldoet aan eventuele aanvullende criteria genoemd bij het betreffende gebied of object plaatsing en aantal ten minste 1.00 m achter de voorgevellijn plaatsen afstand tot de perceelsgrens is ten minste 1.00 m met uitzondering van bijgebouwen geïntegreerd in de erfafscheiding bijgebouwen op ten minste 3.00 m plaatsen van gevels hoofdgebouw en eventuele aanbouwen (met inbegrip van aangebouwde bijgebouwen) goothoogte niet meer dan 3.00 m en totale hoogte niet meer dan 5.00 m hoogstens twee bijgebouwen en/of overkappingen op het gehele erf Afstand tot perceelsgrens ten minste 1.00 m en vormgeven in één bouwlaag vormgeving vormgeven in één bouwlaag met een rechthoekige plattegrond overkapping vrijstaand of met maximaal twee zijden tegen gevels hoofdgebouw en minimaal aan twee zijden open plat afdekken of met een van het hoofdgebouw afgeleide kapvorm, -helling en nokrichting materiaal en kleur materialen en kleuren afstemmen op hoofdgebouw of tuinkarakter (bij voorkeur metselwerk en hout of voor kassen glas) bij integratie in erfafscheiding materialen en kleuren gelijk aan deze erfafscheiding Welstandsnota Brielle 2011, pagina 75

78 Kozijn- en gevelwijzingen Klein plan 3 Beschrijving en uitgangspunten Van een kozijn- of gevelwijziging is sprake bij het veranderen of verplaatsen van een kozijn, kozijninvulling, luik of gevelpaneel. Omdat de opbouw en indeling van de gevel een belangrijk onderdeel is van de architectonische vormgeving van het gebouw en/of de straatwand, moeten ook de kozijn- of gevelwijzigingen zorgvuldig worden ingepast. De samenhang en de ritmiek in straatwanden mag niet worden verstoort door incidentele kozijn- of gevelwijzigingen. Met name een kozijn- of gevelwijziging in de voorgevel of zijgevel als deze gekeerd is naar de weg of het openbaar groen vraagt om een zorgvuldige vormgeving. Een kozijn- of gevelwijziging moet passen bij het karakter van het hoofdgebouw en de karakteristiek van de omgeving. Een naoorlogse woning vraagt bijvoorbeeld om andere vormgeving dan een historisch pand uit de 19de eeuw. Het uitgangspunt van de criteria is dat de oorspronkelijke of originele vormgeving in elk geval niet strijdig is met redelijke eisen van welstand. Belangrijke te handhaven kenmerken daarbij zijn de maatvoering van de negge en profilering van het kozijn en het raamhout. De materialisering en (mate van) detaillering is voornamelijk afhankelijk van de gebiedsgerichte criteria. Wijzigingen in de gevel die contrasteren met het hoofdgebouw of de directe omgeving kunnen aan de welstandscommissie worden voorgelegd. Dit betekent dat indien alsnog medewerking kan worden verwacht de aanvraag voor advies aan de welstandcommissie wordt voorgelegd. Beoordeling Een kozijn- of gevelwijziging voldoet in ieder geval aan redelijke eisen van welstand als aan de criteria op de volgende pagina wordt voldaan, waarbij kleine afwijkingen denkbaar zijn om herhalingsplannen mogelijk te maken. Voldoet het plan hier niet aan of is er twijfel aan de toepasbaarheid daarvan, dan wordt bij de beoordeling ook gebruik gemaakt van gebieds-, object- en eventuele andere criteria. Welstandsnota Brielle 2011, pagina 76

79 Kozijn- en gevelwijzingen Klein plan 3 Criteria Een kozijn- of gevelwijziging wordt beoordeeld aan de hand van onderstaande criteria: algemeen indien binnen één bouwblok aan een voorkant en/of bij een identieke woning in een vergelijkbare situatie aan een voorkant al een welstandhalve goedgekeurde kozijn- of gevelwijzing is vergund dan is de vormgeving/maatvoering hiervan bepalend voor de te realiseren kozijn- of gevelwijzing aan een voorkant van de overige woningen in het bouwblok of van dit woningtype de kozijn- of gevelwijziging voldoet aan eventuele aanvullende criteria genoemd bij het betreffende gebied of object Oorspronkelijke kozijnen uit de bouwperiode van voor 1900 maatvoering bij kozijnen en ramen oorspronkelijke hoofdindeling behouden vormgeving samenhang en ritmiek van straatwanden behouden g evelwijziging in overeenstemming met de architectuur en het tijdsbeeld van de oorspronkelijke gevel, indeling en detaillering gevelopeningen zijn grotendeels ingevuld met glas (niet blinderen met panelen, schilderwerk en dergelijke) Acceptabele vervanging van kozijnen uit de bouwperiode van voor 1900 materiaal en kleur materialen en kleuren overeenkomstig met of gelijkend op die van het hoofdgebouw Oorspronkelijke kozijnen uit de bouwperiode vanaf 1920 Acceptabele vervanging van kozijnen uit de bouwperiode van voor 1920 Welstandsnota Brielle 2011, pagina 77

80 Dakkapellen Klein plan 4 Beschrijving en uitgangspunten Een dakkapel is een bescheiden uitbouw in de kap, bedoeld om de lichttoetreding te verbeteren en het bruikbaar woonoppervlak te vergroten. Dakkapellen zijn, als ze zichtbaar zijn vanuit de openbare ruimte, voor het straatbeeld zeer bepalend. Later toegevoegde dakkapellen zijn zelden een verrijking van het straatbeeld. Wanneer het mogelijk is zal de welstandscommissie dan ook adviseren de dakkapel aan een achterkant van de woning aan te brengen (op het achter- of zijdakvlak als het zijerf of -gevel niet gekeerd is naar het openbaar toegankelijk gebied). Dakkapellen moeten een ondergeschikte toevoeging zijn aan een dakvlak. Het plaatsen van een dakkapel mag dus niet ten koste gaan van de karakteristiek van de kapvorm. Daarom mag een dakkapel nooit domineren in het silhouet van het dak en moet de noklijn van het dak, afhankelijk van het straatprofiel, vanaf de weg zichtbaar blijven. Bovendien moet de ruimte tussen dakkapel en goot voldoende zijn. Bij meerdere dakkapellen op één doorgaand dakvlak streeft de gemeente naar een herhaling van uniforme exemplaren en een regelmatige rangschikking op een horizontale lijn. Herhaling binnen een blok (van dezelfde architectuur/bouwstijl) kan rust en samenhang brengen. In plaats van een dakkapel kunnen ook dakramen worden aangebracht. Deze zijn minder dominant in het straatbeeld. Ook voor dakramen geldt het streven naar herhaling van uniforme exemplaren en een regelmatige rangschikking op een horizontale lijn. (zie hiervoor kleine plannen 6) Aan een achterkant minstens 0.50 m dakvlak rondom de dakkapel Aan een voorkant minstens 1.00 m dakvlak naast en boven de dakkapel en 0.50 tot 1.00 m onder de dakkapel Beoordeling Een dakkapel voldoet in ieder geval aan redelijke eisen van welstand als aan de criteria op de volgende pagina wordt voldaan, waarbij kleine afwijkingen denkbaar zijn om herhalingsplannen mogelijk te maken. Voldoet het plan hier niet aan of is er twijfel aan de toepasbaarheid daarvan, dan wordt bij de beoordeling ook gebruik gemaakt van gebieds-, object- en eventuele andere criteria. Welstandsnota Brielle 2011, pagina 78

81 Dakkapellen Klein plan 4 Criteria Een dakkapel wordt beoordeeld aan de hand van de volgende criteria: algemeen de dakkapel is gelijkvormig aan eerder geplaatste dakkapellen op het betreffende dakvlak van het bouwblok, mits deze een positieve welstandsbeoordeling hebben gehad de dakkapel is een ondergeschikte toevoeging aan het hoofdgebouw, dus bijvoorbeeld niet toepassen op een wolfseind, aanbouw of bijgebouw de dakkapel voldoet aan eventuele aanvullende criteria genoemd bij het betreffende gebied of object Dakkapel plaatsen op daken met een helling van minstens 30 graden aantal en plaatsing meerdere dakkapellen in hetzelfde bouwblok regelmatig rangschikken op horizontale lijn, dus niet boven elkaar per woning niet meer dan één dakkapel op het voordakvlak en niet meer dan twee dakkapellen op het achterdakvlak alleen op daken met een helling van minstens 30 graden aan een voorkant: - minstens 1.00 m dakvlak naast en boven de dakkapel - minstens 0.50 en hoogstens 1.00 m dakvlak onder de dakkapel aan een achterkant: - minstens 0.50 m dakvlak naast en boven de dakkapel - minstens 0.50 en hoogstens 1.50 m dakvlak onder de dakkapel Dakkapel niet op het wolfseind plaatsen maatvoering aan een voorkant breedte in totaal hoogstens 50% van het dakvlak met een maximum van 3.50 m aan een achterkant breedte van een aangekapte dakkapel in totaal hoogstens 70% van het dakvlak met een maximum van 5.00 m hoogte van de dakkapel niet meer dan 1.75 m gemeten vanaf voet dakkapel tot bovenzijde boeiboord of trim Bij schilddaken de kleinste afstand hanteren voor de plaatsing in het dakvlak vormgeving plat afdekken of aan een achterkant aankappen met een minimale dakhelling van 25 graden gevelgeleding zoveel mogelijk gelijk aan de gevelgeleding van hoofdgebouw bescheiden detaillering zonder nadrukkelijke ornamenten boeiboord hoogstens 0.30 m en eventueel een klein overstek een dakkapel in een mansardekap in het onderste dakvlak plaatsen en aansluiten op de knik materiaal en kleur materialen en kleuren zoveel mogelijk afstemmen op het hoofdgebouw dichte panelen in het voorvlak slechts beperkt toepassen, eventueel alleen in ondergeschikte mate tussen de glasvlakken zijwangen donker, wit of in de kleur van het dakvlak danwel uitvoeren in zink de kap van de aangekapte dakkapel gelijk uitvoeren als de kap van het hoofdgebouw Dakkapel in mansardekap in onderste dakvlak plaatsen en aansluiten op knik Bij een asymmetrisch dak de dakkapel laag of op het kortste dakvlak plaatsen Welstandsnota Brielle 2011, pagina 79

82 Erfafscheidingen Klein plan 5 Beschrijving en uitgangspunten Een erfafscheiding is een bouwwerk, bedoeld om het erf af te bakenen van een buurerf of van de openbare weg. Een erfafscheiding tussen buren moet in de eerste plaats door beide kanten worden gewaardeerd. Indien aan deze voorwaarde wordt voldaan, zal de gemeente zich terughoudend opstellen. Erfafscheidingen aan het openbaar toegankelijk gebied zijn van grote invloed op de ruimtelijke kwaliteit. De gemeente streeft ernaar een rommelige indruk door een te grote verscheidenheid aan erfafscheidingen te voorkomen. Vooral in nieuwbouwwijken is dit een belangrijk punt, omdat het groen hier de eerste jaren nog niet volgroeid is. Erfafscheidingen moeten passen bij het karakter van de omgeving. Het buitengebied vraagt bijvoorbeeld om andere erfafscheidingen dan de woongebieden. Erfafscheidingen moeten op een zorgvuldige en professionele manier worden geplaatst en moeten worden gemaakt van duurzame materialen. Een lange, gesloten, slecht onderhouden schutting wekt bij velen het gevoel op van verloedering en sociale onveiligheid. Begroeide hekwerken en beplantingen hebben een open en vriendelijke uitstraling. Beoordeling Een erfafscheiding voldoet in ieder geval aan redelijke eisen van welstand als aan de criteria op de volgende pagina wordt voldaan, waarbij kleine afwijkingen denkbaar zijn om herhalingsplannen mogelijk te maken. Voldoet het plan hier niet aan of is er twijfel aan de toepasbaarheid daarvan, dan wordt bij de beoordeling ook gebruik gemaakt van gebieds-, object- en eventuele andere criteria. Welstandsnota Brielle 2011, pagina 80

83 Erfafscheidingen Klein plan 5 Criteria Erfafscheidingen worden beoordeeld aan de hand van onderstaande criteria: algemeen de erfafscheiding voldoet aan eventuele aanvullende criteria genoemd bij het betreffende gebied of object maatvoering voor de voorgevel maximaal 1.00 m hoog achter de voorgevel maximaal 2.00 m hoog Erfafscheidingen bijvoorbeeld van hout, gecombineerd met metselwerk vormgeving vormgeving inclusief bovenbeëindiging recht, dus geen toogvorm of pergola één vormgevingsprincipe per afscheiding toepassen materiaal en kleur materialen als metselwerk, hout of draadstaal gebruiken geen gesloten plaatmateriaal toepassen zoals profielplaten of betonpanelen terughoudende kleuren gebruiken Welstandsnota Brielle 2011, pagina 81

84 Dakramen, panelen en collectoren Klein plan 6 Beschrijving en uitgangspunten Dakramen, zonnepanelen en zonnecollectoren zijn toevoegingen aan een dakvlak, die in het straatbeeld niet snel zullen storen en die mede daarom in veel gevallen vergunningsvrij zijn. De situering van zonnepanelen of -collectoren wordt in hoofdzaak bepaald door de optimale stand ten opzichte van de zon. Voorkeur van de gemeente voor situering aan de achterzijde kan daarom niet van doorslaggevende aard zijn bij de beoordeling van dergelijke aanvragen. Alleen in beschermde stads- en dorpsgezichten, op monumenten of beeldbepalende panden lijkt een alternatieve situering aan minder belangrijke zijden een voor de hand liggend alternatief. Ze kunnen met gemak zo worden aangebracht, dat de hoofdvorm van het dakvlak behouden blijft en dakbedekking rondom aanwezig is. Het plaatsen ervan mag niet ten koste gaan van de eenheid van het dakvlak. Bij meerdere dakramen, zonnepanelen of zonnecollectoren op één doorgaand dakvlak streeft de gemeente naar een herhaling van uniforme exemplaren en een regelmatige rangschikking op een horizontale lijn. Daarbij moet de ruimte ten opzichte van de goot of nok voldoende zijn. Ook de onderlinge afstand moet voldoende zijn om het dakvlak als eenheid te respecteren. Meerdere exemplaren regelmatig rangschikken op horizontale lijn Beoordeling Een dakraam, paneel of collector voldoet in ieder geval aan redelijke eisen van welstand als aan de criteria op de volgende pagina wordt voldaan, waarbij kleine afwijkingen denkbaar zijn om herhalingsplannen mogelijk te maken. Voldoet het plan hier niet aan of is er twijfel aan de toepasbaarheid daarvan, dan wordt bij de beoordeling ook gebruik gemaakt van gebieds-, object- en eventuele andere criteria. Welstandsnota Brielle 2011, pagina 82

85 Dakramen, panelen en collectoren Klein plan 6 Criteria Dakramen, panelen en collectoren worden beoordeeld aan de hand van onderstaande criteria: algemeen het dakraam, paneel of de collector voldoet aan eventuele aanvullende criteria genoemd bij het betreffende gebied of object plaatsing panelen en collectoren alleen op daken (niet aan gevels en wanden) op het dakvlak zijn geen dakramen of dakkapellen aanwezig op schuine daken vlak aanbrengen binnen het dakvlak en met de hellingshoek gelijk aan die van het dakvlak op platte daken op minstens 0.50 m en hoogstens onder een hoek van 15 graden vanaf de dakrand meerdere panelen en collectoren regelmatig rangschikken op horizontale of verticale lijn Op schuine daken is de hellingshoek gelijk aan die van het dakvlak vormgeving panelen en collectoren integraal opnemen in het ontwerp van het bouwwerk panelen en collectoren vormen een geheel met de installatie voor het opslaan van water of voor de opwekking van elektriciteit, zo niet dan is de installatie in het bouwwerk geplaatst materiaal en kleur kleuren komen overeen met het achterliggende dakvlak of anders zwart, antraciet of donker grijs Welstandsnota Brielle 2011, pagina 83

86 Installaties Klein plan 8 Beschrijving Installaties zoals spriet-, staaf- of schotelantennes en units voor airconditioning kunnen vrijstaand worden geplaatst of op of aan een bouwwerk worden aangebracht. Een zorgvuldige plaatsbepaling kan een goed middel zijn om deze voorzieningen in te passen in de omgeving. De waarde van installaties is vooral gelegen in de functie. Installaties zijn echter zelden een verrijking van het straatbeeld. Wanneer het mogelijk is, zal de welstandscommissie dan ook adviseren de installatie op het achtererf aan te brengen. De criteria voor installaties gelden met name bij monumenten en beschermde dorpsgezichten. In de overige gevallen zijn de criteria vooral richtinggevend, omdat de mogelijkheden om installaties vergunningvrij te plaatsen zeer ruim zijn. Beoordeling Een installatie voldoet in ieder geval aan redelijke eisen van welstand als aan de criteria op de volgende pagina wordt voldaan, waarbij kleine afwijkingen denkbaar zijn om herhalingsplannen mogelijk te maken. Voldoet het plan hier niet aan of is er twijfel aan de toepasbaarheid daarvan, dan wordt bij de beoordeling ook gebruik gemaakt van gebieds-, object- en eventuele andere criteria. Welstandsnota Brielle 2011, pagina 84

87 Installaties Klein plan 8 Criteria Installaties worden beoordeeld aan de hand van onderstaande criteria: algemeen de installatie voldoet aan eventuele aanvullende criteria genoemd bij het betreffende gebied of object aantal en plaatsing maximaal één installatie aan, op of bij een pand installaties bij voorkeur aan een achtergevel bevestigen, in ieder geval achter de voorgevellijn plaatsen bij gestapelde woningbouw: - op het hoofdvolume bij een plat dak - op of aan het balkon binnen het verticale en horizontale vlak van het balkon (niet aan de gevel of kozijn) Plaatsing van installaties bij voorkeur aan een achterkant maatvoering spriet- of staafantenne: - op het erf maximaal 5.00 m hoog - aan de gevel maximaal 5.00 m (gemeten vanaf het snijpunt met het aangrenzende dakvlak bij plaatsing aan gevel) schotelantenne maximaal 2.00 m2 doorsnede en maximaal 3.00 m hoog (gemeten vanaf de voet van de antenne of antennedrager) vormgeving installaties en bijbehorende voorzieningen (mast, bedrading, tuidraden etc.) als één geheel vormgeven indien zichtbaar vanaf het openbaar toegankelijk gebied zo onzichtbaar mogelijk (een minimum aan dwarssprieten kan hiertoe bijdragen) beperken van aantal tuidraden en bij bevestiging aan gevel geen tuidraden (stabiliteit halen uit de bevestiging aan de gevel) materiaal en kleur materialen en kleuren zijn onopvallend en aanvaardbaar in relatie tot de omgeving (dus geen felle, contrasterende kleuren maar antraciet of donker grijs) Welstandsnota Brielle 2011, pagina 85

88 Rolhekken, luiken en rolluiken Klein plan 9 Beschrijving en uitgangspunten Rolhekken, luiken en rolluiken zijn voorzieningen om ruiten van gebouwen tegen inbraak en vandalisme te beschermen. Deze voorzieningen kunnen de omgeving een rommelig aanzien geven. Daarom stimuleert de gemeente in de eerste plaats het toepassen van alternatieve oplossingen zoals geweldbestendig glas of elektronische beveiligingssystemen. Voor woningen is het toepassen van rolhekken, luiken en rolluiken vergunningvrij gesteld. Voor gebouwen anders dan woningen en woongebouwen echter niet. Juist in winkelgebieden zijn de problemen met deze anti-inbraak en anti-vandalisme voorzieningen het grootst. De gemeente streeft er daarom naar dat rolhekken, luiken en rolluiken de uitstraling van een pand niet negatief beïnvloeden. Beoordeling Rolhekken, luiken en rolluiken voldoet in ieder geval aan redelijke eisen van welstand als aan de criteria op de volgende pagina wordt voldaan, waarbij kleine afwijkingen denkbaar zijn om herhalingsplannen mogelijk te maken. Voldoet het plan hier niet aan of is er twijfel aan de toepasbaarheid daarvan, dan wordt bij de beoordeling ook gebruik gemaakt van gebieds-, object- en eventuele andere criteria. Welstandsnota Brielle 2011, pagina 86

89 Rolhekken, luiken en rolluiken Klein plan 9 Criteria Rolhekken, luiken en rolluiken worden beoordeeld aan de hand van onderstaande criteria: algemeen het rolhek, luik of rolluik voldoet aan eventuele aanvullende criteria genoemd bij het betreffende gebied of object plaatsing aan de binnenzijde van de pui mits voor minstens 75% bestaand uit glasheldere doorkijkopeningen aan de buitenzijde van de pui mits: - plaatsing aan de binnenzijde niet mogelijk is - voor minstens 90% bestaand uit glasheldere doorkijkopeningen - rolkasten, geleidingen en rolhekken in de gevel worden ingepast Aan de binnenzijde van de pui voor minstens 70% bestaand uit openingen kleur ingetogen kleuren of kleuren die harmoniëren met gevel Aan de buitenzijde van de pui voor minstens 90% bestaand uit openingen Welstandsnota Brielle 2011, pagina 87

WELSTANDSCRITERIA GEBIEDEN. Hoofdstuk 4

WELSTANDSCRITERIA GEBIEDEN. Hoofdstuk 4 WELSTANDSCRITERIA GEBIEDEN Hoofdstuk 4 Een belangrijke peiler van de welstandsnota is het gebiedsgerichte welstandsbeleid. De gebiedsgerichte welstandscriteria worden gebruikt voor de kleine en middelgrote

Nadere informatie

Deelgebied 4, Vorchten. 1. Beschrijving bestaande situatie

Deelgebied 4, Vorchten. 1. Beschrijving bestaande situatie Deelgebied 4, Vorchten 1. Beschrijving bestaande situatie der tijden zijn aanbouwen gerealiseerd, soms opvallend qua massa maar zodanig rekening houdend met de locatie en zichten dat zij geen afbreuk doen

Nadere informatie

Welstandsnota gemeente Zwartewaterland, versie Deelgebied Naoorlogse woonwijken

Welstandsnota gemeente Zwartewaterland, versie Deelgebied Naoorlogse woonwijken 5.4.8. Deelgebied Naoorlogse woonwijken Algemene kenmerken Het beeld van de naoorlogse woonwijken wordt hoofdzakelijk bepaald door woonblokken onder één kap met voortuin. De hoofdvorm bestaat uit woningen

Nadere informatie

WELSTAND SLIEDRECHT 2011

WELSTAND SLIEDRECHT 2011 WELSTAND SLIEDRECHT 2011 Welstandsnota Sliedrecht 2011, pagina 2 INHOUD Hoofdstuk 1 Inleiding Redelijke eisen van welstand 5 Uitgangspunten voor welstandsbeleid 5 Gebruik van de nota 6 Leeswijzer 6 Hoofdstuk

Nadere informatie

Gegroeid dorp Gebied 2

Gegroeid dorp Gebied 2 Gegroeid dorp Gebied 2 Het gegroeide dorp van Hilversum bestaat hoofdzakelijk uit stenige straten met een kleinstedelijk karakter en bebouwing van rond 1900. Zoals de naam zegt, is het een gegroeid gebied

Nadere informatie

en relicten van agrarisch gebied. Ook het open water van het oostelijke IJ, het Buiten-IJ en het IJmeer valt in dit systeem.

en relicten van agrarisch gebied. Ook het open water van het oostelijke IJ, het Buiten-IJ en het IJmeer valt in dit systeem. Hoofdstuk 8 Groen en water Inleiding 12 12 groen en water Groen en water vormen een zeer heterogeen ruimtelijk systeem, dat in ieder geval bestaat uit volkstuinen, sportparken, begraafplaatsen, oude en

Nadere informatie

3. Stuwwallandschap van het land van Vollenhove

3. Stuwwallandschap van het land van Vollenhove 3. Stuwwallandschap van het land van Vollenhove 3.4. Sint Jansklooster Gebiedsbeschrijving Structuur Aan de oostelijke rand van de stuwwal is de lintbebouwing van Sint Jansklooster uitgegroeid tot een

Nadere informatie

Welstandsparagraaf Locatie Voorweg

Welstandsparagraaf Locatie Voorweg Welstandsparagraaf Locatie Voorweg concept november 2010 inhoudsopgave 1 Locatie en programma 2 Ruimtelijke structuur 3 Stedenbouwkundig uitgangspunt 4 Welstandsbeleid 5 Welstandscriteria Algemeen Hoofdvorm/Massavorm

Nadere informatie

Historische kernen, linten en fragmenten

Historische kernen, linten en fragmenten Hoofdstuk 8 Historische kernen, linten en fragmenten Inleiding 2 2 Historische kernen, linten en fragmenten Historische kernen, linten en fragmenten zijn in de loop der eeuwen onderdeel geworden van de

Nadere informatie

Beeldkwaliteitsplan herziening Prikwei West Herziening 025.76.02.11.05.00 15 oktober 2013

Beeldkwaliteitsplan herziening Prikwei West Herziening 025.76.02.11.05.00 15 oktober 2013 Plek voor ideeën e Beeldkwaliteitsplan herziening Prikwei West Herziening 025.76.02.11.05.00 15 oktober 2013 Beeldkwaliteitsplan Prikwei West Herziening 025.76.02.11.05.00 15 oktober 2013 Inhoud 1 Inleiding

Nadere informatie

LINTBEBOUWING (sterke samenhang)

LINTBEBOUWING (sterke samenhang) 5 LINTBEBOUWING (sterke samenhang) Gebiedsbeschrijving In de na-oorlogse periode is op nieuwe plaatsen en in het verlengde van bestaande linten, nieuwe lintbebouwing gerealiseerd. Doordat deze linten in

Nadere informatie

Beeldkwaliteitsplan. Denekamp 't Pierik fase 2

Beeldkwaliteitsplan. Denekamp 't Pierik fase 2 Beeldkwaliteitsplan Denekamp 't Pierik fase 2 Govert Flinckstraat 31 - postbus 1158-8001 BD Zwolle 038-4216800 13 november 2008 2 Beeldkwaliteitsplan Denekamp t Pierik fase 2 1. Inleiding 1.1 Aanleiding

Nadere informatie

WELSTAND Papendrecht. Concept, februari 2012

WELSTAND Papendrecht. Concept, februari 2012 WELSTAND Papendrecht Concept, februari 2012 Welstandsnota Papendrecht 2012, pagina 2 INHOUD Overgangsbepaling 5 Hoofdstuk 1 Inleiding Uitgangspunten voor het beleid 7 Gebruik van de nota 7 Leeswijzer 8

Nadere informatie

NOTA Ruimtelijke Kwaliteit 2012 (versie 24 oktober 2012)

NOTA Ruimtelijke Kwaliteit 2012 (versie 24 oktober 2012) NOTA Ruimtelijke Kwaliteit 2012 (versie 24 oktober 2012) 1. INLEIDING... 2 1.1 WAT IS WELSTAND?... 2 1.2 EEN NIEUWE KOERS: WELSTANDLUWE GEBIEDEN... 2 1.3 SOORTEN WELSTANDSCRITERIA... 3 1.3.1 Algemeen...

Nadere informatie

Historische kernen, linten en fragmenten

Historische kernen, linten en fragmenten Hoofdstuk 8 Historische kernen, linten en fragmenten Inleiding 2 2 Historische kernen, linten en fragmenten Historische kernen, linten en fragmenten zijn in de loop der eeuwen onderdeel geworden van de

Nadere informatie

Gebied 12 Elst Centrum

Gebied 12 Elst Centrum Gebied 12 Elst Centrum het gebied is roodgekleurd op de kaart Welstandsnota Overbetuwe 2010, gebied 12 Elst centrum 131 Gebiedsbeschrijving Structuur Het centrum van Elst wordt gevormd door de licht gekromde

Nadere informatie

Gebied 6 Woonwijken vooroorlogs tot jaren veertig

Gebied 6 Woonwijken vooroorlogs tot jaren veertig Gebied 6 Woonwijken vooroorlogs tot jaren veertig het gebied is roodgekleurd op de kaart Welstandsnota Overbetuwe 2010, gebied 6 Woonwijken vooroorlogs tot jaren veertig 93 Gebiedsbeschrijving Structuur

Nadere informatie

bijlagen bij de Toelichting

bijlagen bij de Toelichting bijlagen bij de Toelichting 50 Rhoadviseursvoorleefruimte 050100.1840401 51 Bijlage1 Kavelpaspoortenfasen3&4 Rhoadviseursvoorleefruimte 050100.1840401 52 Rhoadviseursvoorleefruimte 050100.1840401 Kavelpaspoor

Nadere informatie

C1. Dorpsuitbreidingen Beets

C1. Dorpsuitbreidingen Beets DORPSUITBREIDINGEN C1. Dorpsuitbreidingen Beets GEBIEDSBESCHRIJVING Gebied Het gebied bestaat uit de Voorkamp en Koogweg. Ook de woningen die aan het lint staan (Voorkamp 61 tot en met 68), gerekend tot

Nadere informatie

Inhoud presentatie. Inleiding. Opbouw van de welstandsnota. Beoordelingskader. 2 voorbeelduitwerkingen. Procedure

Inhoud presentatie. Inleiding. Opbouw van de welstandsnota. Beoordelingskader. 2 voorbeelduitwerkingen. Procedure WELSTANDSNOTA GEMEENTE HEUSDEN 16 februari 2004 Inhoud presentatie Inleiding Opbouw van de welstandsnota Beoordelingskader 2 voorbeelduitwerkingen Procedure Inleiding Aanleiding welstandsnota Welstandsnota

Nadere informatie

Kavelpaspoort 22 kavels Harderweide d.d

Kavelpaspoort 22 kavels Harderweide d.d Kavelpaspoort 22 kavels Harderweide d.d. 20-9-2017 Uitgangspunten bouwmogelijkheden gemeentelijke kavels: Hoofdgebouw dient gebouwd te worden in de voorgevelrooilijn (zie bijlage); De afstand tussen het

Nadere informatie

Welstandsnota gemeente Zwartewaterland, versie2016

Welstandsnota gemeente Zwartewaterland, versie2016 5.4.2. Deelgebied Polder Mastenbroek Algemene kenmerken Polder Mastenbroek is aangewezen als cultuurhistorisch waardevol gebied in de nota Belvedère. Het betreft een hartvormige polder tussen IJssel en

Nadere informatie

BEOORDELINGSCRITERIA WELSTAND. Algemeen

BEOORDELINGSCRITERIA WELSTAND. Algemeen BEOORDELINGSCRITERIA WELSTAND Algemeen Doel In dit document worden richtlijnen beschreven voor de vormgeving van de bebouwing en de openbare ruimte in het stedenbouwkundig plan de Hoge Varen. Dit document

Nadere informatie

Overzicht aanpassingen bestemmingsplan Twekkelerveld 2005, Olieslagweg 1.

Overzicht aanpassingen bestemmingsplan Twekkelerveld 2005, Olieslagweg 1. Overzicht aanpassingen bestemmingsplan Twekkelerveld 2005, Olieslagweg 1. Blz.1 Er is een verzoek ingediend om op een perceel grond op de hoek van de Olieslagweg en de Hengelosestraat een bestaande vrijstaande

Nadere informatie

DE SNELTOETS- CRITERIA

DE SNELTOETS- CRITERIA DE SNELTOETS- CRITERIA 4. ZONNEPANELEN EN -COLLECTOREN Veel aanvragen betreffen kleine veranderingen of toevoegingen aan de bestaande bebouwing. Om ervoor te zorgen dat deze ingrepen gemakkelijk kunnen

Nadere informatie

KAVELPASPOORTEN / WATERMOLEN 24 SCHAGEN Watermolen. Zaagmolen

KAVELPASPOORTEN / WATERMOLEN 24 SCHAGEN Watermolen. Zaagmolen KAVELPASPOORTEN / WATERMOLEN 24 SCHAGEN Watermolen Zaagmolen KAVELPASPOORTEN / WATERMOLEN 24 SCHAGEN Inhoud Beeldkwaliteit Kavelpaspoorten Projectnummer : 11008-001 Bestand : 11008-001-19 Datum : 30 september

Nadere informatie

Beeldkwaliteitplan Koppelenburg Zuid te Brummen

Beeldkwaliteitplan Koppelenburg Zuid te Brummen Beeldkwaliteitplan Koppelenburg Zuid te Brummen Compendium Gemeente Brummen Engelenburgerlaan 31 Postbus 5 6970 AA Brummen Van Wanrooij Projectontwikkeling BV Broekstraat 2 5386 KD Geffen Rotij Vastgoedontwikkeling

Nadere informatie

BLATENPLAN EWIJK BEELDKWALITEIT 10 oktober 2011 projectnummer 100468

BLATENPLAN EWIJK BEELDKWALITEIT 10 oktober 2011 projectnummer 100468 BLATENPLAN EWIJK BEELDKWALITEIT 10 oktober 2011 projectnummer 100468 colofon SAB Arnhem B.V. Contactpersoon: Arjan van der Laan bezoekadres: Frombergdwarsstraat 54 6814 DZ Arnhem correspondentieadres:

Nadere informatie

Ruimte voor Ruimte woning Helvoirtsestraat Helvoirt

Ruimte voor Ruimte woning Helvoirtsestraat Helvoirt 8-7-14 Beeldkwaliteitplan Ruimte voor Ruimte woning Helvoirtsestraat Helvoirt 2 juli 2014 1 Compositie 5 stedenbouw bv Boschstraat 35-37 4811 GB BREDA telefoon: 076-5225262 fax: 076-5213812 internet: email:

Nadere informatie

Welstandscriteria woningen Oirschotseweg 94

Welstandscriteria woningen Oirschotseweg 94 Welstandscriteria 18 woningen Oirschotseweg 94 / beleidsregel / / Welstandscriteria woningen Oirschotseweg 94 Beleidsregel voor de beoordeling van bouwplannen voor woningbouw langs de Oirschotseweg 94

Nadere informatie

WELSTANDSNOTA GEMEENTE BERNHEZE ALGEMEEN DEEL BEBOUWINGSTYPEN

WELSTANDSNOTA GEMEENTE BERNHEZE ALGEMEEN DEEL BEBOUWINGSTYPEN WELSTANDSNOTA GEMEENTE BERNHEZE ALGEMEEN DEEL BEBOUWINGSTYPEN 2.2 Welstandsniveaus Aan elk gebied in de gemeente Bernheze is een welstandsniveau toegekend. De basis voor het welstandsniveau is gelegen

Nadere informatie

LOCATIE VOORMALIGE RENBAANSCHOOL

LOCATIE VOORMALIGE RENBAANSCHOOL P l e k v o o r i d e e ë n Beeldkwaliteitsplan LOCATIE VOORMALIGE RENBAANSCHOOL RENBAANSTRAAT TE NOORDWOLDE 267.00.02.06.00 18 november 2015 2 Inhoud 1. Inleiding 1.1 Aanleiding 05 1.2 Stedenbouwkundig

Nadere informatie

DIJKPOLDER. welstandscriteria gemeente Maassluis

DIJKPOLDER. welstandscriteria gemeente Maassluis DIJKPOLDER welstandscriteria gemeente Maassluis concept_v4 oktober 2012 Plandeel 2e Weverskade hoofdbebouwing is individueel of afwisselend als ensemble gebouwen hebben een kap, hellend dak kap is in beeld

Nadere informatie

BKP Tubbergen, Manderveen, uitbreidingslokatie Beeldkwalteitsplan Manderveen, de Bessentuin

BKP Tubbergen, Manderveen, uitbreidingslokatie Beeldkwalteitsplan Manderveen, de Bessentuin BKP Tubbergen, Manderveen, uitbreidingslokatie Beeldkwalteitsplan Manderveen, de Bessentuin 1. inleiding In 2003 is een locatieonderzoek verricht voor de toekomstige woningbouwopgave van Manderveen. Uit

Nadere informatie

4. Zeekleilandschap Zeekleilandschap. Gebiedsbeschrijving

4. Zeekleilandschap Zeekleilandschap. Gebiedsbeschrijving 4. Zeekleilandschap 4.1. Zeekleilandschap Gebiedsbeschrijving Structuur Het zeekleilandschap is een vlak en open weidegebied, met percelen van wisselende grootte. De erfbeplanting bestaat voornamelijk

Nadere informatie

BEELDKWALITEITPLAN DRIELANDEN WEST FASE 1

BEELDKWALITEITPLAN DRIELANDEN WEST FASE 1 BEELDKWALITEITPLAN DRIELANDEN WEST FASE 1 1 juli 2015 Doel In dit document worden de richtlijnen beschreven voor de vormgeving van de bebouwing in het stedenbouwkundig plan voor Drielanden west fase 1.

Nadere informatie

Beeldkwaliteitplan Heerenhage Heerenveen

Beeldkwaliteitplan Heerenhage Heerenveen Beeldkwaliteitplan Heerenhage Heerenveen Team stedenbouw Ontwerp29112017 1 Inleiding Het bestaande complex van Heerenhage in wijk De Greiden in Heerenveen zal volledig herontwikkeld worden. De bestaande

Nadere informatie

GRONINGEN, EEN PRONKJUWEEL MET WELSTAND

GRONINGEN, EEN PRONKJUWEEL MET WELSTAND GRONINGEN, EEN PRONKJUWEEL MET WELSTAND SNELTOETS- CRITERIA DAKKAPELLEN DEEL 4. VERSNELLING: DE SNELTOETS- CRITERIA 1. DAKKAPELLEN 2. DAKOPBOUWEN EN AFSCHEIDINGEN ROND DAKTERRASSEN 3. DAKRAMEN EN ANDERE

Nadere informatie

Deelgebied 5, bruggen Apeldoorns Kanaal. 1. Beschrijving bestaande situatie

Deelgebied 5, bruggen Apeldoorns Kanaal. 1. Beschrijving bestaande situatie GELDERS GENOOTSCHAP Welstandsnota Heerde Deelgebied 5, bruggen Apeldoorns Kanaal 1. Beschrijving bestaande situatie In dit deelgebied komen zeven bruggen over het Apeldoorns Kanaal aan de orde. Bruggen

Nadere informatie

Individuele woningbouw niveau 3

Individuele woningbouw niveau 3 Gebied 11: Canadalaan Individuele woningbouw niveau 3 Bebouwing De bebouwing in dit gebied dateert uit de jaren 70-80 en de oorspronkelijke functie is gelijk aan de huidige; te weten wonen. De bebouwing

Nadere informatie

Welstandsnota e Aanvulling. Gemeente Dronten

Welstandsnota e Aanvulling. Gemeente Dronten Welstandsnota 2004 4 e Aanvulling Gemeente Dronten Inleiding In dit beleidsdocument is een nieuw gebied beschreven, bestaande uit drie deelgebieden, dat een aanvulling vormt op de Welstandsnota van de

Nadere informatie

WELSTAND LEERDAM Herziening 2013

WELSTAND LEERDAM Herziening 2013 WELSTAND LEERDAM Herziening 2013 Welstandsnota Leerdam 2013, pagina 2 INHOUD Hoofdstuk 1 Inleiding Uitgangspunten voor het beleid 5 Gebruik van de nota 5 Leeswijzer 6 Hoofdstuk 2 Ruimtelijk kwaliteitsbeleid

Nadere informatie

criteria 7 schotel-, spriet- en staafantennes Vereniging tot bevordering, ondersteuning en instandhouding van landschappelijk en stedelijk schoon

criteria 7 schotel-, spriet- en staafantennes Vereniging tot bevordering, ondersteuning en instandhouding van landschappelijk en stedelijk schoon criteria 7 schotel-, spriet- en staafantennes 2013 Vereniging tot bevordering, ondersteuning en instandhouding van landschappelijk en stedelijk schoon 2 criteria 7 - schotel-, spriet- en staafantennes

Nadere informatie

WELSTANDSBELEID VOOR GEBIED VAN DE MAATSCHAPPIJ VAN WELDADIGHEID (vaststelling raadsvergadering d.d. 25 januari 2011)

WELSTANDSBELEID VOOR GEBIED VAN DE MAATSCHAPPIJ VAN WELDADIGHEID (vaststelling raadsvergadering d.d. 25 januari 2011) WELSTANDSBELEID VOOR GEBIED VAN DE MAATSCHAPPIJ VAN WELDADIGHEID (vaststelling raadsvergadering d.d. 25 januari 2011) Op 27 november 2008 heeft de gemeenteraad specifiek welstandsbeleid vastgesteld voor

Nadere informatie

WELSTAND LEIDERDORP Herziening 2010

WELSTAND LEIDERDORP Herziening 2010 WELSTAND LEIDERDORP Herziening 2010 Welstandsnota Leiderdorp 2010, pagina 2 INHOUD Hoofdstuk 1 Inleiding Uitgangspunten voor het beleid 5 Gebruik van de nota 5 Leeswijzer 6 Hoofdstuk 2 Ruimtelijk kwaliteitsbeleid

Nadere informatie

Welstandscriteria woningen Oirschotseweg 94

Welstandscriteria woningen Oirschotseweg 94 Welstandscriteria 18 woningen Oirschotseweg 94 / beleidsregel / / Welstandscriteria woningen Oirschotseweg 94 Beleidsregel voor de beoordeling van bouwplannen voor woningbouw langs de Oirschotseweg 94

Nadere informatie

Beeldkwaliteitsplan Drachten, hoek Zuiderdwarsvaart-Raai. 232.30.05.35.00 1 juli 2013

Beeldkwaliteitsplan Drachten, hoek Zuiderdwarsvaart-Raai. 232.30.05.35.00 1 juli 2013 Plek voor ideeën Beeldkwaliteitsplan Drachten, hoek Zuiderdwarsvaart-Raai 232.30.05.35.00 1 juli 2013 Beeldkwaliteitsplan Drachten, hoek Zuiderdwarsvaart-Raai 1 juli 2013 232.30.05.35.00 Inhoudsopgave

Nadere informatie

1. Stuwwallandschap tussen Oldemarkt en De Eese

1. Stuwwallandschap tussen Oldemarkt en De Eese 1. Stuwwallandschap tussen Oldemarkt en De Eese 1.5. Steenwijkerwold Gebiedsbeschrijving Structuur Steenwijkerwold is centraal gelegen op de stuwwal en is ontstaan als gevolg van het samengroeien van de

Nadere informatie

Voorbeeld sneltoetscriteria

Voorbeeld sneltoetscriteria Welstandsnota gemeente Dordrecht Voorbeeld sneltoetscriteria (algemeen en aan- en uitbouwen) 2. Sneltoetscriteria 2.1 Algemeen In dit hoofdstuk worden Sneltoetscriteria gegeven voor, aan- en uitbouwen,

Nadere informatie

ONTWERPRICHTLIJNEN - BEELDKWALITEIT LOCATIE FONKELSTEEN

ONTWERPRICHTLIJNEN - BEELDKWALITEIT LOCATIE FONKELSTEEN Afdeling Ontwikkeling ONTWERPRICHTLIJNEN - BEELDKWALITEIT LOCATIE FONKELSTEEN 1. Ruimtelijke kaders Ontwikkelingsplan Frankische Driehoek Voor de integrale opwaardering van het plangebied Frankische Driehoek

Nadere informatie

Welstandscriteria Oud Middachten

Welstandscriteria Oud Middachten 2015 Welstandscriteria Oud Middachten Behorende bij de Welstandsnota 6-11-2015 1 P a g i n a Vastgesteld xx.xx.xxxx 2 P a g i n a Inhoud 1 Algemeen... 5 1.1 Leeswijzer... 5 1.2 Aandachtsvelden bij de beoordeling...

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Bijlage Overzicht terrein Verbeelding 2/12

Inhoudsopgave. Bijlage Overzicht terrein Verbeelding 2/12 Inhoudsopgave 1 Beeldkwaliteitsplan 1.1 Inleiding 1.2 Ruimtelijke structuur Waarland 1.3 Huidige situatie 1.4 Het plan 1.5 Beeldkwaliteit 1.5.1 Beschrijving 1.5.2 Criteria 1.5.2.1 criteria Welstansdsnota

Nadere informatie

WELSTANDSCRITERIA. Aanbouwen als garages, erkers en dakkapellen zijn ondergeschikt aan de woning.

WELSTANDSCRITERIA. Aanbouwen als garages, erkers en dakkapellen zijn ondergeschikt aan de woning. Oranjehof Langbroek Dorps wonen Wonen aan het lint Referentiebeeld woningen in een rooilijn De woningen aan de Doornseweg (verlengde van de Beatrixlaan) moeten de uitstraling krijgen van de lintbebouwing

Nadere informatie

GEMEENTE KRIMPENERWAARD. nadere definiëring beeldkwaliteitplan Thiendenland II zuidelijk plandeel (2 e fase)

GEMEENTE KRIMPENERWAARD. nadere definiëring beeldkwaliteitplan Thiendenland II zuidelijk plandeel (2 e fase) GEMEENTE KRIMPENERWAARD nadere definiëring beeldkwaliteitplan Thiendenland II zuidelijk plandeel (2 e fase) Compositie 5 stedenbouw bv Boschstraat 35-37 4811 GB BREDA telefoon: 076-5225262 internet: email:

Nadere informatie

Beeldkwaliteitplan Emmen, Noorderplein en omstreken. behorende bij de Welstandsnota Koers op kwaliteit (2 e wijziging)

Beeldkwaliteitplan Emmen, Noorderplein en omstreken. behorende bij de Welstandsnota Koers op kwaliteit (2 e wijziging) Beeldkwaliteitplan Emmen, Noorderplein en omstreken behorende bij de Welstandsnota Koers op kwaliteit (2 e wijziging) Gemeente Emmen 21 april 2011 2 1. Inleiding Dit Beeldkwaliteitplan Emmen, Noorderplein

Nadere informatie

beeldkwaliteitsplan Meulenveld Lomm

beeldkwaliteitsplan Meulenveld Lomm beeldkwaliteitsplan Meulenveld Lomm 17.02.09 wissing stedebouw en ruimtelijke vormgeving b.v. Inventarisatie omgeving Inleiding Het voorliggende beeldkwaliteitsplan dient ter inspiratie voor de architectuur

Nadere informatie

7. HISTORISCHE BEBOUWINGSLINTEN EN GEMENGDE BEBOUWING

7. HISTORISCHE BEBOUWINGSLINTEN EN GEMENGDE BEBOUWING 7. HISTORISCHE BEBOUWINGSLINTEN EN GEMENGDE BEBOUWING Langs de oudere hoofdwegen en uitvalswegen, zoals de Varsseveldsestraatweg en de Bredevoortsestraatweg in Aalten en de Aaltenseweg, Terborgseweg en

Nadere informatie

Versie behorend bij B&W besluit van Welstand-gebiedscriteria Kloosterblokje IV Willemstad

Versie behorend bij B&W besluit van Welstand-gebiedscriteria Kloosterblokje IV Willemstad Welstand-gebiedscriteria Kloosterblokje IV Willemstad Ligging Het gebied is gelegen aan de zuidzijde van Willemstad, aansluitend aan eerdere uitbreidingsgebieden buiten de vesting (zie figuur 1). De locatie

Nadere informatie

Hoofdstuk 6. Algemene en object gerichte criteria

Hoofdstuk 6. Algemene en object gerichte criteria Hoofdstuk 6. Algemene en object gerichte criteria 6.1. Inleiding In dit hoofdstuk worden criteria genoemd die niet gebiedsspecifiek zijn maar in de gehele gemeente gelden. Het gaat om meer algemene criteria

Nadere informatie

Betondorp is daarentegen de architectuur deels afwijkend.

Betondorp is daarentegen de architectuur deels afwijkend. 5 Tuindorpen Tuindorpen zijn volkswoningbouwbuurten uit de eerste helft van de twintigste eeuw met rijen aangebouwde woningen in een hiërarchische stedenbouwkundige opzet. De bebouwing van deze gebieden

Nadere informatie

4. Zeekleilandschap Kuinre. Gebiedsbeschrijving

4. Zeekleilandschap Kuinre. Gebiedsbeschrijving 4. Zeekleilandschap 4.2. Kuinre Gebiedsbeschrijving Structuur Het voormalige Zuiderzeestadje Kuinre ligt even ten zuiden van de kruising van de dijk met de Linde en het Nieuwe Kanaal. Het in 1843 gegraven

Nadere informatie

Kavelpaspoort 18 kavels Harderweide d.d

Kavelpaspoort 18 kavels Harderweide d.d Kavelpaspoort 18 kavels Harderweide d.d. 24-11-2016 Uitgangspunten bouwmogelijkheden gemeentelijke kavels: Hoofdgebouw dient gebouwd te worden in de voorgevelrooilijn (zie bijlagen); De afstand tussen

Nadere informatie

3. Stuwwallandschap van het land van Vollenhove

3. Stuwwallandschap van het land van Vollenhove 3. Stuwwallandschap van het land van Vollenhove 3.3. Vollenhove overig Gebiedsbeschrijving Structuur Het gebied Vollenhove-Overig wordt met uitzondering van het oostelijke gedeelte, landschappelijk bepaald

Nadere informatie

WELSTAND TEYLINGEN. Loketcriteria en richtlijnen

WELSTAND TEYLINGEN. Loketcriteria en richtlijnen WELSTAND TEYLINGEN Loketcriteria en richtlijnen 2013 De herziening 2012 van de welstandsnota Teylingen werd opgesteld voor de gemeente Teylingen door Architectenwerk Twan Jütte uit Delft. Welstandsnota

Nadere informatie

Welstandsnota WAALRE

Welstandsnota WAALRE Welstandsnota WAALRE 2013 De herziening van de welstandsnota Waalre werd in samenspraak met Dorp Stad en Land opgesteld voor de gemeente Waalre door Architectenwerk Twan Jütte. Welstandsnota Waalre 2013,

Nadere informatie

Welstandsnota gemeente Zwartewaterland, versie Deelgebied Oude kern Genemuiden

Welstandsnota gemeente Zwartewaterland, versie Deelgebied Oude kern Genemuiden 5.4.5. Deelgebied Oude kern Genemuiden Algemene kenmerken Het centrum van Genemuiden wordt gekenmerkt door vier gebiedjes met ieder hun eigen karakteristieken. Te onderscheiden vallen: 1. Havenplein, Westerkaai,

Nadere informatie

criteria 1 kozijn- en gevelwijzigingen Vereniging tot bevordering, ondersteuning en instandhouding van landschappelijk en stedelijk schoon

criteria 1 kozijn- en gevelwijzigingen Vereniging tot bevordering, ondersteuning en instandhouding van landschappelijk en stedelijk schoon criteria 1 kozijn- en gevelwijzigingen 2013 Vereniging tot bevordering, ondersteuning en instandhouding van landschappelijk en stedelijk schoon 2 criteria 1 - kozijn- en gevelwijzigingen dorp stad & land

Nadere informatie

De Tuinen II. Beeldkwaliteitsplan juni 2010

De Tuinen II. Beeldkwaliteitsplan juni 2010 De Tuinen II Beeldkwaliteitsplan 267.00.01.40.02 1 juni 2010 Beeldkwaliteitsplan De Tuinen II 267.00.01.40.02 1 juni 2010 Inhoud 1.0 Doel en status 07 2.0 Karakterschets van het gebied 09 3.0 Beeldkwaliteitscriteria

Nadere informatie

Beeldkwaliteitscriteria 8 Ruimte voor Ruimtekavels Heuvelstraat

Beeldkwaliteitscriteria 8 Ruimte voor Ruimtekavels Heuvelstraat Beeldkwaliteitscriteria 8 Ruimte voor Ruimtekavels Heuvelstraat Inleiding De 8 nieuwe woningen in de Heuvelstraat aan de Vinkenberg worden ingepast in een bestaand lint. Binnen dit bestaande lint is de

Nadere informatie

4.2 BEELDKWALITEIT. Inleiding. Deze beeldkwaliteitsparagraaf dient als leidraad voor het bereiken van een gewenste

4.2 BEELDKWALITEIT. Inleiding. Deze beeldkwaliteitsparagraaf dient als leidraad voor het bereiken van een gewenste 4.2 BEELDKWALITEIT Inleiding Deze beeldkwaliteitsparagraaf dient als leidraad voor het bereiken van een gewenste stedenbouwkundige samenhang en blijft beperkt tot díe elementen en aspecten die het beeld

Nadere informatie

DAKKAPELLEN. Beschrijving en uitgangspunten welstandsbeleid

DAKKAPELLEN. Beschrijving en uitgangspunten welstandsbeleid DAKKAPELLEN Beschrijving en uitgangspunten welstandsbeleid Een dakkapel is een bescheiden uitbouw in de kap, bedoeld om de lichttoetreding te verbeteren en het bruikbaar woonoppervlak te vergroten. Dakkapellen

Nadere informatie

BEELDKWALITEITSASPECTEN

BEELDKWALITEITSASPECTEN TER BEOORDELING BEELDKWALITEITSASPECTEN HERONTWIKKELING MAARSSEVEENSEVAART 90 Februari 2013 (versie 2) Aanleiding De gemeente Stichtse Vecht heeft een concept Beeldkwaliteitsplan Herenweg-Gageldijk en

Nadere informatie

Beeldkwaliteitsplan De Poelakker, Lunteren 2 mei 2011

Beeldkwaliteitsplan De Poelakker, Lunteren 2 mei 2011 Beeldkwaliteitsplan De Poelakker Lunteren mei 0 Beeldkwaliteitsplan De Poelakker, Lunteren mei 0 N Beeldkwaliteitsplan De Poelakker, Lunteren mei 0 Inhoud Inleiding Stedenbouwkundige uitgangspunten Gebouwen

Nadere informatie

1. Stuwwallandschap tussen Oldemarkt en De Eese

1. Stuwwallandschap tussen Oldemarkt en De Eese 1. Stuwwallandschap tussen Oldemarkt en De Eese 1.3. Eesveen en IJsselham Gebiedsbeschrijving Structuur Parallel aan het beekdal van de Steenwijker Aa en aan de oostelijke rand van de noordelijke stuwwal

Nadere informatie

Beeldkwaliteitplan Heerenveen-Midden Tellegebied Herontwikkeling scholenlocatie Tussen Meineszstraat en Coehoorn van Scheltingaweg

Beeldkwaliteitplan Heerenveen-Midden Tellegebied Herontwikkeling scholenlocatie Tussen Meineszstraat en Coehoorn van Scheltingaweg Beeldkwaliteitplan Heerenveen-Midden Tellegebied Herontwikkeling scholenlocatie Tussen Meineszstraat en Coehoorn van Scheltingaweg Team stedenbouw Voorontwerp 16032017 Inleiding De locaties van de scholen

Nadere informatie

9.1.F Inventum. Gebiedsbeschrijving

9.1.F Inventum. Gebiedsbeschrijving 9.1.F Inventum Gebiedsbeschrijving De voormalige locatie van lnventum is gelegen aan de Leijenseweg op de hoek van de 2e Brandenburgerweg. In 1908 werd daar de eerste fabriekshal gebouwd voor Inventum;

Nadere informatie

Agendapunt: 5 Sliedrecht, 22 februari 2011

Agendapunt: 5 Sliedrecht, 22 februari 2011 Raadsvoorstel Aan de raad van de gemeente Sliedrecht Agendapunt: 5 Sliedrecht, 22 februari 2011 Onderwerp: Welstandsnota Sliedrecht 2011. Voorgesteld besluit: - De Welstandsnota Sliedrecht 2011 vast te

Nadere informatie

9.1.A Het Hessingterrein. Gebiedsbeschrijving

9.1.A Het Hessingterrein. Gebiedsbeschrijving 9.1.A Het Hessingterrein Gebiedsbeschrijving Ruimtelijke structuur Het Hessingterrein is gelegen aan de Utrechtseweg, die De Bilt en Zeist verbindt met Utrecht. Kenmerkend voor de omgeving van deze gebiedsontsluitingsweg

Nadere informatie

47003-bkp-v BESTEMMINGSPLAN "WONINGBOUW OSSENDRECHTSEWEG 38, HOOGERHEIDE" 1 INLEIDING Aanleiding en doel...

47003-bkp-v BESTEMMINGSPLAN WONINGBOUW OSSENDRECHTSEWEG 38, HOOGERHEIDE 1 INLEIDING Aanleiding en doel... GEMEENTE WOENSDRECHT BESTEMMINGSPLAN "WONINGBOUW OSSENDRECHTSEWEG 38, HOOGERHEIDE" BIJLAGE 5 bij de TOELICHTING BEELDKWALITEITSPLAN Inhoudsopgave 1 INLEIDING... 2 1.1 Aanleiding en doel... 2 1.2 Ligging

Nadere informatie

Plan Muggenborch Kavelpaspoort A: Richtershof - Kapel Avezaath. gemeente T i e l

Plan Muggenborch Kavelpaspoort A: Richtershof - Kapel Avezaath. gemeente T i e l Plan Muggenborch Kavelpaspoort A: Richtershof - Kapel Avezaath gemeente T i e l Plan Muggenborch Kapel Avezaath Kavelpaspoort A: Richtershof Uw eigen droomhuis bouwen! Een eigen huis bouwen doet u waarschijnlijk

Nadere informatie

DE SNELTOETS- CRITERIA 2. DAKOPBOUWEN EN AFSCHEIDIN- GEN ROND DAKTERRASSEN

DE SNELTOETS- CRITERIA 2. DAKOPBOUWEN EN AFSCHEIDIN- GEN ROND DAKTERRASSEN DE SNELTOETS- CRITERIA 2. DAKOPBOUWEN EN AFSCHEIDIN- GEN ROND DAKTERRASSEN Veel aanvragen betreffen kleine veranderingen of toevoegingen aan de bestaande bebouwing. Om ervoor te zorgen dat deze ingrepen

Nadere informatie

Bijlage bij evaluatie van de Welstandsnota Hoogeveen 2005. 2 Aanpassingen gebiedskenmerken deelgebieden - aangepaste deelgebieden 7, 9, 11, 22, 35

Bijlage bij evaluatie van de Welstandsnota Hoogeveen 2005. 2 Aanpassingen gebiedskenmerken deelgebieden - aangepaste deelgebieden 7, 9, 11, 22, 35 Bijlage bij evaluatie van de Welstandsnota Hoogeveen 2005 1 Loketcriteria - aan- en bijgebouwen - dakkappellen 2 Aanpassingen gebiedskenmerken deelgebieden - aangepaste deelgebieden 7, 9, 11, 22, 35 3

Nadere informatie

WELSTANDSNOTA RIJSSEN-HOLTEN - 1 RIJSSEN WONEN 31

WELSTANDSNOTA RIJSSEN-HOLTEN - 1 RIJSSEN WONEN 31 Situering - De situering van de bebouwing dient te worden afgestemd op de bebouwingskarakteristieken van de directe omgeving. - In gebieden waarbij in de situering sprake is van een grote mate van eenheid

Nadere informatie

2. Stuwwallandschap tussen Steenwijk en Johannes Postkazerne

2. Stuwwallandschap tussen Steenwijk en Johannes Postkazerne 2. Stuwwallandschap tussen Steenwijk en Johannes Postkazerne 2.6. Steenwijk bedrijventerreinen Gebiedsbeschrijving Structuur Aan de buitenrand van Steenwijk is een aantal bedrijventerreinen gesitueerd.

Nadere informatie

DE SNELTOETS- CRITERIA

DE SNELTOETS- CRITERIA DE SNELTOETS- CRITERIA 1. DAK- KAPELLEN Veel aanvragen betreffen kleine veranderingen of toevoegingen aan de bestaande bebouwing. Om ervoor te zorgen dat deze ingrepen gemakkelijk kunnen worden afgehandeld

Nadere informatie

4 Algemene welstandscriteria

4 Algemene welstandscriteria 74 4 Algemene welstandscriteria 4.1. Toelichting In dit hoofdstuk worden de algemene welstandscriteria genoemd, die bij iedere welstandsbeoordeling worden gehanteerd. Deze criteria zijn gebaseerd op de

Nadere informatie

AANVULLING WELSTANDSNOTA

AANVULLING WELSTANDSNOTA AANVULLING WELSTANDSNOTA ONTWIKKELINGSGEBIEDEN Noardburgum (inbreidingslocaties) - Ontwikkelingsgebied 1: Ten westen van Veldmansweg 47, blz. 2-4; - Ontwikkelingsgebied 2: Ten westen van Veldmansweg 35,

Nadere informatie

Beeldkwaliteitsplan Kloostertuin Tienray

Beeldkwaliteitsplan Kloostertuin Tienray Beeldkwaliteitsplan Kloostertuin Tienray September 2017 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Analyse en aanbeveling... 5 3. Inspiratiebeelden... 6 4. Criteria... 9 1. Inleiding De gemeente Horst aan de Maas heeft

Nadere informatie

Verslag ambtelijke welstandstoets van d.d. 20 mei 2015

Verslag ambtelijke welstandstoets van d.d. 20 mei 2015 Verslag ambtelijke welstandstoets van d.d. 20 mei 2015 Aanwezig : M. Kavsitli, M.Overbeeke, W. Crusio en J. van Bergen REGULIERE AANVRAGEN OMGEVINGSVERGUNNING 1. WABO/2015/80 Rabobank Bouwadres Lange Zelke

Nadere informatie

Welstandsparagraaf. Locatie Hoofdweg

Welstandsparagraaf. Locatie Hoofdweg Welstandsparagraaf Locatie Hoofdweg Ontwerp 8 november 2011 inhoudsopgave 1 Locatie en programma 2 Ruimtelijke structuur 3 Stedenbouwkundig uitgangspunt 4 Welstandsbeleid 5 Welstandscriteria Algemeen Hoofdvorm/Massavorm

Nadere informatie

Zwembad De Vijf Heuvels Potdijk 5 te Markelo BEELDKWALITEITPLAN

Zwembad De Vijf Heuvels Potdijk 5 te Markelo BEELDKWALITEITPLAN Zwembad De Vijf Heuvels Potdijk 5 te Markelo BEELDKWALITEITPLAN colofon SAB Arnhem bezoekadres: Frombergdwarsstraat 54 6814 DZ Arnhem correspondentieadres: postbus 479 6800 AL Arnhem T (026) 3576911 F

Nadere informatie

LORENTZ III HARDERWIJK

LORENTZ III HARDERWIJK LORENTZ III HARDERWIJK BEELDKWALITEITPLAN BEDRIJVENTERREIN LORENTZ III BEELDKWALITEITPLAN BEDRIJVENTERREIN LORENTZ III Algemeen Doel In dit document worden richtlijnen beschreven voor de vormgeving van

Nadere informatie

AI13168 beeldkwaliteitsplan erve Wink te ansen

AI13168 beeldkwaliteitsplan erve Wink te ansen AI13168 beeldkwaliteitsplan erve Wink te ansen 26 januari 2015 2 inhoud Inhoudsopgave Luchtfoto plangebied Inleiding Beelden bestaande situatie Nieuwe situatie, positie en kapvorm bebouwing Impressie bouwplan

Nadere informatie

GEMEENTE ZUNDERT WELSTANDSNOTA Deel III: Ambtelijke toetsingscriteria

GEMEENTE ZUNDERT WELSTANDSNOTA Deel III: Ambtelijke toetsingscriteria telefoon fax email internet kvk Breda Compositie 5 stedenbouw bv Boschstraat 35-37 4811 GB Breda 076 5225262 076 5213812 info@c5s.nl www.c5s.nl 20083802 GEMEENTE ZUNDERT WELSTANDSNOTA 2014 Deel III: Ambtelijke

Nadere informatie

welstandsnota MIDDEN-DELFLAND

welstandsnota MIDDEN-DELFLAND welstandsnota MIDDEN-DELFLAND September 2010 Welstandsnota Midden-Delfland 2010, pagina 2 INHOUD Hoofdstuk 1 Inleiding Uitgangspunten voor het beleid 5 Gebruik van de nota 5 Leeswijzer 6 Hoofdstuk 2 Ruimtelijk

Nadere informatie

2 Loketcriteria. Welstandsnota gemeente Amersfoort maart 2008 H2 Loketcriteria

2 Loketcriteria. Welstandsnota gemeente Amersfoort maart 2008 H2 Loketcriteria 2 Loketcriteria Zoals in deel A van de bijlage van deze nota is uiteengezet, verplicht het nieuwe artikel 12a van de Woningwet de gemeenteraad om een welstandsnota vast te stellen, waarin criteria zijn

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 1 Inleiding Aanleiding Doelstelling 1. 2 Beeldkwaliteit 3. Ontwikkeling 16 woningen Tesselmansgoed te Maasbree

Inhoudsopgave. 1 Inleiding Aanleiding Doelstelling 1. 2 Beeldkwaliteit 3. Ontwikkeling 16 woningen Tesselmansgoed te Maasbree Inhoudsopgave 1 Inleiding 1 1.1 Aanleiding 1 1.2 Doelstelling 1 2 Beeldkwaliteit 3 Ontwikkeling 16 woningen Tesselmansgoed te Maasbree Deelgebied Tesselmansgoed in Stedenbouwkundig plan In Den Bosch, fase

Nadere informatie

B E E L D K WA L I T E I T P L A N H A R I N X M A L A N D S N E E K N O O R D E L I J K VA N FA F S E 1 E

B E E L D K WA L I T E I T P L A N H A R I N X M A L A N D S N E E K N O O R D E L I J K VA N FA F S E 1 E BEELDKWALITEITPL AN N N E R K A PROJECT Beeldkwaliteitplan Harinxmaland Sneek, noordelijk van fase 1E projectnummer: 20161026.2 OPDR ACHTGEVER Gemeente Súdwest-Fryslân OPS TELLER Rho adviseurs voor leefruimte

Nadere informatie

criteria 2 dakkapellen Vereniging tot bevordering, ondersteuning en instandhouding van landschappelijk en stedelijk schoon

criteria 2 dakkapellen Vereniging tot bevordering, ondersteuning en instandhouding van landschappelijk en stedelijk schoon criteria 2 dakkapellen 2013 Vereniging tot bevordering, ondersteuning en instandhouding van landschappelijk en stedelijk schoon 2 criteria 2 - dakkapellen dorp stad & land Inleiding Deze notitie is een

Nadere informatie

2. Stuwwallandschap tussen Steenwijk en Johannes Postkazerne

2. Stuwwallandschap tussen Steenwijk en Johannes Postkazerne 2. Stuwwallandschap tussen Steenwijk en Johannes Postkazerne 2.3. Kallenkote Gebiedsbeschrijving Structuur Op de overgang van het beekdal van de Steenwijker Aa en de noordelijke rand van de oostelijke

Nadere informatie