|
|
- Annelies Beckers
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Page 1 of 6 LJN: BW5019, Rechtbank 's-gravenhage, zittingsplaats Zutphen, AWB 10/6762 Datum uitspraak: Datum publicatie: Rechtsgebied: Vreemdelingen Soort procedure: Eerste aanleg - meervoudig Inhoudsindicatie:De Rb. stelt vast dat uit de door eiser overgelegde documenten zoals vermeld in rechtsoverweging 2.11 met name het rapport van de speciale rapporteur van de Verenigde Naties en het rapport van Vluchtelingenwerk, inclusief bijlagen het beeld naar voren komt dat ook ten aanzien van christenen die geen bekeringsactiviteiten verrichten, maar uitsluitend hun geloof belijden door middel van het bezoeken van huiskerken of nieuwe kerken, sprake is van vervolging dan wel van een behandeling in strijd met art. 3 EVRM. Ook in het ambtsbericht zelf zijn passages opgenomen waaruit blijkt dat het gedogen van huiskerken indien geen evangelisatie, overlast en/of publieke activiteiten plaatsvinden, is ingewisseld voor een actief vervolgingsbeleid. Gelet hierop is de Rb. van oordeel dat verweerder zijn standpunt dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij enkel vanwege zijn bekering tot het christendom bij terugkeer heeft te vrezen voor vervolging dan wel een behandeling in strijd met art. 3 EVRM, onvoldoende draagkrachtig heeft gemotiveerd. Vindplaats(en): Rechtspraak.nl Uitspraak RECHTBANK s-gravenhage Nevenzittingsplaats Zutphen Sector Bestuursrecht Meervoudige kamer Reg.nr.: AWB 10/6762 Uitspraak in het geding tussen: [eiser] geboren op [1971], van Iraanse nationaliteit, V-nummer: [nummer], eiser, gemachtigde: mr. R. Hijma, advocaat te Utrecht, en de Minister voor Immigratie, Integratie en Asiel verweerder, gemachtigde: mr. M.A. Vonk, werkzaam bij de IND. 1. Procesverloop Bij besluit van 29 januari 2010 heeft verweerder afwijzend beslist op de door eiser ingediende aanvraag om verlening van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Eiser heeft daartegen op 21 februari 2010 beroep ingesteld. Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken en twee maal een verweerschrift ingezonden. Het beroep is behandeld ter zitting van 2 april 2012, waar eiser is verschenen, bijgestaan door zijn
2 Page 2 of 6 gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen. 2. Overwegingen 2.1. Op grond van artikel 29 van de Vreemdelingenwet 2000 (hierna: Vw 2000), zoals dit ten tijde van het bestreden besluit luidde, kan een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd worden verleend aan de vreemdeling: a. die verdragsvluchteling is; b. die aannemelijk heeft gemaakt dat hij gegronde redenen heeft om aan te nemen dat hij bij uitzetting een reëel risico loopt om te worden onderworpen aan folteringen, aan onmenselijke of vernederende behandelingen of bestraffingen; ( ). Onder verdragsvluchteling wordt, voor zover van belang, verstaan: elke persoon die uit gegronde vrees voor vervolging wegens zijn ras, godsdienst, nationaliteit, het behoren tot een bepaalde sociale groep of zijn politieke overtuiging, zich bevindt buiten het land waarvan hij de nationaliteit bezit, en die de bescherming van dat land niet kan of, uit hoofde van bovenbedoelde vrees, niet wil inroepen. Ingevolge artikel 31, eerste lid, van de Vw 2000 wordt een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen, indien de vreemdeling niet aannemelijk heeft gemaakt dat zijn aanvraag is gegrond op omstandigheden die, hetzij op zichzelf, hetzij in verband met andere feiten, een rechtsgrond voor verlening vormen. Ingevolge artikel 31, tweede lid, aanhef en onder f, van de Vw 2000 wordt bij het onderzoek naar de aanvraag mede betrokken dat de vreemdeling ter staving van zijn aanvraag geen reis- of identiteitspapieren dan wel andere bescheiden kan overleggen die noodzakelijk zijn voor de beoordeling van zijn aanvraag, tenzij hij aannemelijk kan maken dat het ontbreken van deze bescheiden niet aan hem is toe te rekenen Volgens paragraaf C4/3.6 van de Vreemdelingencirculaire 2000 (hierna: Vc 2000) is voor de vraag of aan de vreemdeling artikel 31, tweede lid, aanhef en onder f, van de Vw 2000 mag worden tegengeworpen, onderbouwing van de volgende elementen van belang: de identiteit, de nationaliteit, de reisroute en het asielrelaas van de vreemdeling. Wanneer is vastgesteld dat ten aanzien van één of meer van de vier elementen documenten ontbreken, wordt onderzocht of het aannemelijk is dat het ontbreken van documenten niet aan de vreemdeling is toe te rekenen Eiser heeft aan zijn aanvraag het volgende ten grondslag gelegd. Eiser is afkomstig uit Iran en reisde voor zijn werk regelmatig naar Pakistan. In 2002 kwam hij in Pakistan in contact met een missionaris. In 2003 bekeerde eiser zich tot het christendom. Eiser probeerde zijn geloof te verbergen, maar dit lukte hem niet helemaal omdat hij anders dacht over religieuze zaken dan andere mensen. In 2009, ten tijde van demonstraties tegen de verkiezingsuitslag, voerde eiser een discussie met zijn neef, een streng gelovige moslim en geestelijk voorganger in een moskee. In een emotionele bui liet eiser zich ontvallen dat hij aanhanger is van het christelijk geloof. Eisers neef dreigde dat hij eiser zou verraden aan de Basidj, een vrijwillige militie. Nadat eisers moeder eiser vertelde dat zij van zijn tante had vernomen dat zijn neef hem inderdaad zou verraden, besloot hij zijn land van herkomst te ontvluchten. Toen eiser in Turkije was, hoorde hij van zijn moeder dat zijn neef hem daadwerkelijk had verraden en dat mensen van de Basidj bij haar aan de deur waren geweest. Tijdens het aanvullend nader gehoor heeft eiser nog verklaard dat vier personen een inval in zijn ouderlijk huis hebben gedaan, waarbij identiteitsdocumenten en bewijzen van eisers christelijk geloof zijn meegenomen. Eisers vader heeft twee dagen vastgezeten en is verhoord. Zijn vader heeft verklaard dat eiser naar Nederland is gegaan en asiel heeft gevraagd Verweerder heeft de aanvraag op grond van de hiervoor vermelde bepalingen afgewezen en heeft daartoe het volgende overwogen. In verband met het bepaalde in artikel 31, tweede lid, aanhef en onder f, van de Vw 2000 heeft
3 Page 3 of 6 verweerder aan eiser tegengeworpen dat hij toerekenbaar geen documenten heeft overgelegd ten behoeve van de vaststelling zijn nationaliteit, identiteit en reisroute, alsmede ter adstructie van zijn asielrelaas. De oprechtheid van zijn asielrelaas is hierdoor op voorhand aangetast en er is afbreuk gedaan aan de geloofwaardigheid, aldus verweerder. Met betrekking tot het asielrelaas heeft verweerder zich op het standpunt gesteld dat geloofwaardig wordt geacht dat eiser is bekeerd tot het christendom, maar dat niet geloofwaardig wordt geacht dat hij zich ten opzichte van zijn neef van wie eiser wist dat hij streng islamitisch was, dat hij geestelijk voorganger in een moskee was, dat hij contacten had met de Basidj en dat hij een familienaam had aangenomen die in Iran bekend staat als radicaal islamitisch als bekeerling heeft gepositioneerd. Juist gelet op de gespannen politieke situatie op dat moment en de machtspositie van eisers neef, had volgens verweerder van eiser mogen worden verwacht dat hij discussies met zijn neef uit de weg zou gaan. Volgens verweerder heeft eiser tegenstrijdig verklaard over hoe serieus hij de bedreiging van zijn neef heeft genomen. Zo heeft eiser enerzijds verklaard dat hij de bedreiging van zijn neef omstreeks 11 juli 2009 niet serieus nam en dat hij de bedreiging pas serieus nam toen hij omstreeks 16 juli 2009 van zijn moeder hoorde dat zijn neef hem daadwerkelijk had verraden, terwijl hij anderzijds heeft verklaard dat hij de bedreiging van zijn neef wel direct serieus nam. Voorts heeft verweerder niet aannemelijk geacht dat eiser na de bedreiging van zijn neef nog zes of zeven dagen in zijn ouderlijke woning heeft verbleven. Nu eiser op de hoogte was van de positie van zijn neef, mag immers worden aangenomen dat hij zich ervan bewust was dat zijn neef de Basidj op zeer korte termijn zou kunnen inlichten en dat zij eiser snel zouden kunnen komen opzoeken. Ook heeft verweerder niet aannemelijk geacht dat eiser de laatste dag voor zijn vertrek nog in zijn ouderlijk huis is geweest om afscheid te nemen. Eiser wist immers dat zijn neef daar regelmatig kwam. Eisers verklaring dat de band met zijn familie erg sterk is en dat hij de inschatting had gemaakt dat het wel heel toevallig zou zijn als precies op het moment dat hij er was een inval zou komen, heeft verweerder niet tot een ander standpunt doen leiden. Verweerder heeft tevens niet aannemelijk geacht dat eiser in de negatieve belangstelling van de Iraanse autoriteiten stond. Eiser was immers al sinds 2003 bekeerd en heeft van de zijde van de autoriteiten geen noemenswaardige problemen ondervonden. Bovendien was eiser in het bezit van een op zijn naam gesteld geldig nationaal paspoort, heeft hij de voor zijn uitreis benodigde toestemming kunnen verkrijgen en heeft hij ongehinderd zijn land van herkomst op legale wijze kunnen verlaten. Nu verweerder niet geloofwaardig heeft geacht dat eiser door zijn neef is verraden, heeft verweerder de inval in zijn ouderlijke woning evenmin geloofwaardig geacht. Vervolgens heeft verweerder zich op het standpunt gesteld dat eiser op grond van zijn geloofwaardig geachte bekering tot het christendom niet als verdragsvluchteling kan worden aangemerkt. Evenmin is volgens verweerder aannemelijk dat eiser op grond hiervan bij terugkeer heeft te vrezen voor een behandeling in strijd met artikel 3 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (hierna: EVRM) De rechtbank overweegt als volgt De beoordeling van de geloofwaardigheid van de door een vreemdeling in zijn asielrelaas naar voren gebrachte feiten behoort tot de verantwoordelijkheid van verweerder en kan slechts terughoudend door de rechtbank worden getoetst. De toetsing door de rechtbank van het standpunt van verweerder omtrent het realiteitsgehalte van de door de vreemdeling aan de niet ongeloofwaardig geachte feiten en omstandigheden ontleende vermoedens over wat hem bij terugkeer naar het land van herkomst te wachten staat, dient zonder terughoudendheid te worden verricht. Die vermoedens maken immers deel uit van de door de vreemdeling op die feiten en omstandigheden gebaseerde vrees voor vervolging of voor schending jegens hem van artikel 3 van het EVRM. Het standpunt van verweerder over de gegrondheid van die vrees dient door de rechtbank zonder terughoudendheid te worden getoetst De rechtbank is van oordeel dat verweerder in redelijkheid geen grond heeft hoeven vinden om eiser de gevolgen van het ontbreken van documenten ter onderbouwing van zijn reisroute niet toe te rekenen. Zo heeft verweerder eiser kunnen toerekenen dat hij de reisdocumenten die hij tijdens de reis van Iran, via Turkije, naar Oman heeft gebruikt, te weten een volgens eiser geldig op zijn naam gesteld Iraans paspoort alsmede vliegtickets, niet heeft overgelegd. Eisers stelling
4 Page 4 of 6 dat hij zijn paspoort in Oman heeft verscheurd uit angst te worden teruggestuurd naar Iran en hij in Oman bovendien een Frans paspoort had om mee verder te reizen, heeft verweerder niet tot een ander standpunt hoeven leiden. Tevens heeft verweerder eiser kunnen toerekenen dat eiser geen indicatief bewijs heeft overgelegd van zijn verblijf in Turkije, nu eiser heeft verklaard ongeveer elf dagen in een hotel in Istanbul te hebben verbleven Reeds gelet op het voorgaande bestaat geen grond voor het oordeel dat verweerder het bepaalde in artikel 31, tweede lid, onder f, van de Vw 2000, niet aan eiser heeft kunnen tegenwerpen Volgens vaste rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) mogen, indien aan een vreemdeling het bepaalde in artikel 31, tweede lid, aanhef en onder f, van de Vw 2000 mag worden tegengeworpen, ingevolge het eerste lid van dat artikel, mede gelet op de geschiedenis van de totstandkoming van die bepaling (Memorie van Toelichting, Kamerstukken II , , nr. 3, p. 40/41) en de ter uitvoering daarvan vastgestelde beleidsregels, neergelegd in paragraaf C14/3.4 (thans: C14/2.4) van de Vc 2000, in het relaas, om het geloofwaardig te achten, geen hiaten, vaagheden, ongerijmde wendingen en tegenstrijdigheden op het niveau van de relevante bijzonderheden voorkomen. Van het asielrelaas moet in dat geval positieve overtuigingskracht uitgaan De rechtbank stelt vast dat eisers bekering tot het christendom niet in geschil is en zal, wat ook zij van de vraag of verweerder zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat van het relaas van eiser geen positieve overtuigingskracht uitgaat en het daarom ongeloofwaardig is, eerst beoordelen of verweerder zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat eiser op grond van zijn bekering niet als verdragsvluchteling kan worden aangemerkt, dan wel dat hij bij terugkeer niet heeft te vrezen voor een behandeling in strijd met artikel 3 van het EVRM Eiser heeft zich in dit verband op het standpunt gesteld dat hij reeds op grond van zijn bekering tot het christendom in aanmerking dient te komen voor een verblijfsvergunning asiel op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder a, dan wel b, van de Vw Ter onderbouwing van zijn standpunt heeft eiser verwezen naar de volgende documenten: - het rapport Huiskerken in de woestijn als verboden oasen van het Platform Christen Asielzoekers Iran, gedateerd 18 april 2011; - het rapport The situation of human rights in the Islamic Repubic of Iran van de speciale rapporteur van de Verenigde Naties, gedateerd 23 september 2011; - de reactie van het Platform Christen Asielzoekers Iran op het antwoord van minister Leers op het rapport Huiskerken in de woestijn als verboden oasen, gedateerd 6 oktober 2011; - de notitie Landinhoudelijke kanttekeningen bij beleid over bekeerlingen Iran van Vluchtelingenwerk Nederland inclusief bijlagen, gedateerd november De rechtbank concludeert dat eiser anders dan verweerder, overigens eerst ter zitting, heeft gesteld zich bij terugkeer naar Iran zal moeten aansluiten bij de zogenoemde nieuwe kerken. Weliswaar heeft eiser verklaard dat hij in het verleden samen met een Armeense vriend twee Armeens orthodoxe kerken die als oude kerken worden aangemerkt bezocht, doch uit het algemeen ambtsbericht van de Minister van Buitenlandse Zaken inzake Iran van augustus 2011 blijkt dat deze kerken sterk etnisch zijn georiënteerd en geen mensen met een andere etnische achtergrond in de gemeenschap toelaten. Bovendien heeft eiser eveneens verklaard dat hij vaak een kerk van de Pinkstergemeente die als een nieuwe kerk dient te worden aangemerkt bezocht Uit voormeld ambtsbericht van augustus 2011 (pagina 41) blijkt dat de nieuwe kerken in Iran bestaan uit evangeliserende kerken en huiskerken, waarbij negatieve belangstelling van de Iraanse autoriteiten mag worden verwacht. Zolang men een laag profiel aanhoudt, zouden volgelingen van huiskerken in de regel in relatieve rust hun geloof kunnen belijden. Een laag profiel houden houdt in dit verband vooral in dat voorkomen dient te worden dat de bijeenkomsten te veel zichtbaar worden voor de omgeving. Dreiging van een inval door de politie die inzicht wil krijgen in de aard van de bijeenkomst, afluisteren van de telefoon, controle van berichten en infiltratie door spionnen is altijd aanwezig. Hoewel sprake is van verhoogde aandacht voor huiskerken, zouden de Iraanse autoriteiten over het algemeen geen actief vervolgingsbeleid voeren ten opzichte van bezoekers van deze huiskerken. Tevens blijkt uit het ambtsbericht (pagina 42) dat vooral als de binnenlandse politieke situatie
5 Page 5 of 6 daartoe aanleiding geeft, sprake is van een toenemende druk op bezoekers en leiders van nieuwe kerken. Zo zijn in december 2010 in de provincie Teheran tientallen bezoekers van nieuwe kerken opgepakt. Het is niet bekend hoeveel van deze mensen aan het einde van de verslagperiode nog vastzitten. Deze politieactie zou volgen op herhaalde uitspraken van Geestelijk Leider Khamenei in de islamitische heilige plaats Qom en tijdens het vrijdaggebed, waarin hij waarschuwde voor de negatieve invloed van evangeliserende groepen op sjiitische jongeren. Zelfs in Qom zouden zich verschillende huiskerken bevinden. In verband hiermee zouden volgens een bron de Iraanse autoriteiten sinds de afgelopen zes tot acht maanden hun huiskerkenbeleid van gedogen zolang geen evangelisatie, overlast en/of publieke activiteiten plaatsvinden hebben ingewisseld voor een actieve vervolging van huiskerken. Dit zou impliceren dat ook leden die slechts aanwezig zijn bij bijeenkomsten maar zich niet actief inlaten met evangelisatie, risico zouden lopen. Deze informatie kon niet door andere, onafhankelijke bronnen worden bevestigd. Uit het ambtsbericht blijkt voorts (pagina 44) dat er gedurende de verslagperiode gevallen bekend waren van arrestatie van personen wegens conversie. Ook kwam het gedurende de verslagperiode geregeld voor dat bekeerde christenen werden gearresteerd na een inval in huiskerken door de autoriteiten. De meesten van hen zijn na enige tijd op borgtocht vrijgelaten. Anderen bevinden zich nog in detentie Volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling (onder meer de uitspraak van 16 april 2004, LJN: AO8679) kan een ambtsbericht van de Minister van Buitenlandse Zaken over de situatie in een land worden aangemerkt als een deskundigenadvies aan verweerder, als het op een onpartijdige, objectieve en inzichtelijke wijze informatie verschaft, onder aanduiding voor zover mogelijk en verantwoord van de bronnen waaruit deze informatie afkomstig is. Verweerder mag bij de besluitvorming op asielaanvragen van een dergelijk ambtsbericht uitgaan, tenzij concrete aanknopingspunten bestaan voor twijfel aan de juistheid of volledigheid ervan De rechtbank stelt vast dat uit de door eiser overgelegde documenten zoals vermeld in rechtsoverweging 2.11 met name het rapport van de speciale rapporteur van de Verenigde Naties en het rapport van Vluchtelingenwerk, inclusief bijlagen het beeld naar voren komt dat ook ten aanzien van christenen die geen bekeringsactiviteiten verrichten, maar uitsluitend hun geloof belijden door middel van het bezoeken van huiskerken of nieuwe kerken, sprake is van vervolging dan wel van een behandeling in strijd met artikel 3 van het EVRM. Ook in het ambtsbericht zelf zijn passages opgenomen waaruit blijkt dat het gedogen van huiskerken indien geen evangelisatie, overlast en/of publieke activiteiten plaatsvinden, is ingewisseld voor een actief vervolgingsbeleid. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat verweerder zijn standpunt dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij enkel vanwege zijn bekering tot het christendom bij terugkeer heeft te vrezen voor vervolging dan wel een behandeling in strijd met artikel 3 van het EVRM, onvoldoende draagkrachtig heeft gemotiveerd Reeds gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat het bestreden besluit is genomen in strijd met artikel 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb), dat vereist dat een besluit berust op een deugdelijke motivering. Het besluit komt daarom voor vernietiging in aanmerking. Aan de overige beroepsgronden komt de rechtbank niet meer toe. Voor toepassing van artikel 8:72, derde lid, van de Awb ziet de rechtbank geen aanleiding. De rechtbank zal verweerder opdragen een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak Nu het beroep gegrond wordt verklaard, bestaat aanleiding verweerder te veroordelen in de kosten die eiser in verband met de behandeling van het beroep redelijkerwijs heeft moeten maken. Met toepassing van het Besluit proceskosten bestuursrecht worden ter zake van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand 2 punten (waarvan 1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting) toegekend, waarbij een wegingsfactor 1 wordt gehanteerd. 3. Beslissing De rechtbank: - verklaart het beroep gegrond; - vernietigt het bestreden besluit;
6 Page 6 of 6 - draagt verweerder op een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak; - veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van 874,--, te betalen aan de griffier van de rechtbank door storting op bankrekeningnummer [nummer] ten name van Ministerie van Justitie Zutphen (547), onder vermelding van het in de kop van deze uitspraak vermelde registratienummer. Deze uitspraak is gedaan door mr. Tj. Gerbranda, voorzitter, en mr. drs. G. Edelenbos en mr. P.J.C. Cremers, leden. De beslissing is in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 2 mei 2012.
AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad vanstate 201 202059/1 /V4. Datum uitspraak: 17 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) op het
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2017:3918
ECLI:NL:RBDHA:2017:3918 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 21-03-2017 Datum publicatie 18-04-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie AWB 16/27939 NL16.3618 Bestuursrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBSGR:2007:BB2855
ECLI:NL:RBSGR:2007:BB2855 Instantie Datum uitspraak 02-03-2007 Datum publicatie 05-09-2007 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 06/30391, 06/30389 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580
ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 Instantie Datum uitspraak 05-09-2006 Datum publicatie 06-10-2006 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 05/37675 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad vanstate 201201003/1/V4. Datum uitspraak: 3 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak rnet toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op
Nadere informatie1 van 6 27-8-2012 15:56
1 van 6 27-8-2012 15:56 LJN: BV2901, Rechtbank 's-gravenhage, zittingsplaats 's-gravenhage, AWB 10/33733 Datum uitspraak: Datum publicatie: 09-11-2011 06-03-2012 Rechtsgebied: Vreemdelingen Soort procedure:
Nadere informatieECLI:NL:RBSGR:2006:AZ6304
ECLI:NL:RBSGR:2006:AZ6304 Instantie Datum uitspraak 14-12-2006 Datum publicatie 24-01-2007 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 06/28862 en AWB 06/29047 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken
Nadere informatieuitspraak van de enkelvoudige kamer voor vreemdelingenzaken van 22 december 2010
Uitspraak RECHTBANK 's-gravenhage Sector bestuursrecht Nevenzittingsplaats Haarlem zaaknummer: AWB 10 / 25595 uitspraak van de enkelvoudige kamer voor vreemdelingenzaken van 22 december 2010 in de zaak
Nadere informatieECLI:NL:RBSGR:2011:BT6286
ECLI:NL:RBSGR:2011:BT6286 Instantie Datum uitspraak 27-09-2011 Datum publicatie 30-09-2011 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer 11/18267 & 11/18269 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Raad vanstatc 201107210/1/V1. Datum uitspraak: 21 juni 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Nadere informatieECLI:NL:RBLIM:2013:4055
ECLI:NL:RBLIM:2013:4055 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 03-07-2013 Datum publicatie 03-07-2013 Zaaknummer AWB 13/15175, 15176, 15178, 15179 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Raad vanstate 201103602/1/V3. Datum uitspraak: 11 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2016:15083
ECLI:NL:RBDHA:2016:15083 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 09-12-2016 Datum publicatie 13-12-2016 Zaaknummer AWB 16/27150 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht
Nadere informatieLJN: BJ3621, Raad van State, 200805962/1. Datum uitspraak: 21-07-2009 Datum publicatie: 24-07-2009
LJN: BJ3621, Raad van State, 200805962/1 Datum uitspraak: 21-07-2009 Datum publicatie: Rechtsgebied: 24-07-2009 Vreemdelingen Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Toetsingskader / realiteitsgehalte
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Raad vanstate 201100976/1/V2. Datum uitspraak: 18 september 201 2 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2006:AY3839
ECLI:NL:RVS:2006:AY3839 Instantie Raad van State Datum uitspraak 04-07-2006 Datum publicatie 13-07-2006 Zaaknummer 200602107/1 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Eerste
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Raad vanstate 201108965/1 /VI. Datum uitspraak: 20 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van:
Raad vanstate 201112733/1/V1. Datum uitspraak: 23 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2017:7903
ECLI:NL:RBDHA:2017:7903 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 10-07-2017 Datum publicatie 24-07-2017 Zaaknummer AWB - 16 _ 25671 Rechtsgebieden Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg -
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. de staatssecretaris van Justitie (hierna: de staatssecretaris), appellant,
Raad vanstate 200902318/1/V2. Datum uitspraak: 4 oktober 2010 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van; de staatssecretaris van Justitie (hierna: de staatssecretaris), appellant,
Nadere informatieUitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
200904515/1/V1. Datum uitspraak: 13 januari 2010 RAAD VAN STATE AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2017:2785
ECLI:NL:RBDHA:2017:2785 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 01-03-2017 Datum publicatie 22-03-2017 Zaaknummer AWB 16/15221 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad vanstate 2O120O257/1/V2. Datum uitspraak: 31 mei 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: appellante, tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank 's-gravenhage,
Nadere informatieECLI:NL:RBSGR:2007:BB5127
ECLI:NL:RBSGR:2007:BB5127 Instantie Datum uitspraak 06-07-2007 Datum publicatie 11-10-2007 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 07/5899 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad vanstate 201107998/1/V2. Datum uitspraak: 29 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Raad vanstate 201110895/1/V1. Datum uitspraak: 23 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2010:BM8422
ECLI:NL:RVS:2010:BM8422 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-06-2010 Datum publicatie 21-06-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200908530/1/V3 Vreemdelingenrecht
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad vanstatc 201106725/1/V1. Datum uitspraak: 3 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het
Nadere informatieEiseres heeft tegen deze besluiten bij schrijven van 4 augustus 2009 en 14 September 2009 bezwaar aangetekend.
-r Uitspraak -r A -I RECHTBANK 's-gravenhage Nevenzittingsplaats Assen Sector Bestuursrecht Vreemdel ingenkamer Zaaksnummer: Awb 10/12344 en Awb 10/12341 Uitspraak van de rechtbank van 1 maart 2010 inzake:
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Raad vanstate 201Ï10716/1/V2. Datum uitspraak: 30 augustus 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2015:16050
ECLI:NL:RBDHA:2015:16050 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 17-02-2015 Datum publicatie 19-05-2016 Zaaknummer AWB 15/15988 en AWB 15/15989 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad vanstate 201110274/1 NA. Datum uitspraak: 20 december 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op
Nadere informatieECLI:NL:RBSGR:2011:BQ1014
ECLI:NL:RBSGR:2011:BQ1014 Instantie Datum uitspraak 08-04-2011 Datum publicatie 13-04-2011 Zaaknummer 11/8490 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank 's-gravenhage Vreemdelingenrecht
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
r Raad vanstate 201108252/1/V2. Datum uitspraak: 14 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2015:7835
ECLI:NL:RBDHA:2015:7835 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 26-06-2015 Datum publicatie 08-07-2015 Zaaknummer AWB 14-24862 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBSGR:2011:BU2787
ECLI:NL:RBSGR:2011:BU2787 Instantie Datum uitspraak 25-10-2011 Datum publicatie 31-10-2011 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 11/9826 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2016:12117
ECLI:NL:RBDHA:2016:12117 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 07-10-2016 Datum publicatie 12-10-2016 Zaaknummer AWB 16 / 20998 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2016:4281
ECLI:NL:RBDHA:2016:4281 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 20-04-2016 Datum publicatie 25-04-2016 Zaaknummer AWB 16/5646 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2014:3127
ECLI:NL:RVS:2014:3127 Instantie Raad van State Datum uitspraak 12-08-2014 Datum publicatie 20-08-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201304293/1/V4 Eerste
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Raad vanstate 201111794/1 A/2. Datum uitspraak: 12 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2016:2260
ECLI:NL:RBDHA:2016:2260 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 09-02-2016 Datum publicatie 08-03-2016 Zaaknummer AWB 16/964 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
? Raad vanstate 201111356/1/V4. Datum uitspraak: 19 juni 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Nadere informatieECLI:NL:RBSGR:2003:AN9458
ECLI:NL:RBSGR:2003:AN9458 Instantie Datum uitspraak 24-11-2003 Datum publicatie 07-01-2004 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 03/59677 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBSGR:2011:BU5314
ECLI:NL:RBSGR:2011:BU5314 Instantie Datum uitspraak 01-11-2011 Datum publicatie 22-11-2011 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 10-38833 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2014:10175
ECLI:NL:RBDHA:2014:10175 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 08-05-2014 Datum publicatie 18-08-2014 Zaaknummer AWB 14/1709 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBSGR:2007:BB5469
ECLI:NL:RBSGR:2007:BB5469 Instantie Datum uitspraak 06-07-2007 Datum publicatie 17-10-2007 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 06/32293 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht
Nadere informatieZoekresultaat inzien document. ECLI:NL:RBDHA:2016:8644 Permanente link: Uitspraak
Zoekresultaat inzien document ECLI:NL:RBDHA:2016:8644 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/ Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 26 07 2016 Datum publicatie 26 07 2016 Zaaknummer AWB
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2016:14397
ECLI:NL:RBDHA:2016:14397 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 24-11-2016 Datum publicatie 02-12-2016 Zaaknummer AWB 16/25433 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht
Nadere informatieRECHTBANK s-gravenhage nevenzittingsplaats Zwolle. Sector Bestuursrecht, Meervoudige Kamer voor Vreemdelingenzaken Registratienummer: Awb 11/30612
RECHTBANK s-gravenhage nevenzittingsplaats Zwolle Sector Bestuursrecht, Meervoudige Kamer voor Vreemdelingenzaken Registratienummer: Awb 11/30612 Uitspraak in het geding tussen: [eiser], geboren op [geboortedatum],
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2007:AZ9709
ECLI:NL:RVS:2007:AZ9709 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-02-2007 Datum publicatie 07-03-2007 Zaaknummer 200607659/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2017:2650
ECLI:NL:RBDHA:2017:2650 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 09-03-2017 Datum publicatie 20-03-2017 Zaaknummer 17/1303 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBNHO:2017:6739
ECLI:NL:RBNHO:2017:6739 Instantie Datum uitspraak 15-03-2017 Datum publicatie 18-08-2017 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer AWB - 16 _ 4345 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad van State 201200615/1/V4. Datum uitspraak: 13 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op
Nadere informatieUitspraak. RECHTBANK 's-gravenhage. Assen 07/ januari inzake:
Uitspraak RECHTBANK 's-gravenhage Assen 07/35612 31 111
Nadere informatieECLI:NL:RBSGR:2009:BM8181
ECLI:NL:RBSGR:2009:BM8181 Instantie Datum uitspraak 24-11-2009 Datum publicatie 17-06-2010 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer Awb 07 / 24619 en 07 / 24620 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad vanstate 201205761/1/V1. Datum uitspraak: 31 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht {hierna: de Awb) op
Nadere informatieECLI:NL:RBSGR:2003:AO3144
ECLI:NL:RBSGR:2003:AO3144 Instantie Datum uitspraak 26-09-2003 Datum publicatie 17-02-2004 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 01/49693 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBSGR:2004:AQ1716
ECLI:NL:RBSGR:2004:AQ1716 Instantie Datum uitspraak 09-07-2004 Datum publicatie 05-08-2004 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 03/10456, 03/10458 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieUitspraak /1/A2 en /1/A2
Uitspraak 201707806/1/A2 en 201802043/1/A2 Datum van uitspraak: woensdag 7 november 2018 Tegen: de Belastingdienst/Toeslagen Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Geld ECLI: ECLI:NL:RVS:2018:3603
Nadere informatieECLI:NL:RBMNE:2013:BZ7402
ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ7402 Instantie Datum uitspraak 07-03-2013 Datum publicatie 18-04-2013 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer AWB 12/26575 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht
Nadere informatieLJN: BQ1202, Rechtbank 's-gravenhage, zittingsplaats Arnhem, AWb 10/26220 en AWB 26222
LJN: BQ1202, Rechtbank 's-gravenhage, zittingsplaats Arnhem, AWb 10/26220 en AWB 26222 Datum uitspraak: 14-04-2011 Datum publicatie: Rechtsgebied: 14-04-2011 Vreemdelingen Soort procedure: Eerste aanleg
Nadere informatieECLI:NL:CRVB:2008:BC1824
ECLI:NL:CRVB:2008:BC1824 Instantie Datum uitspraak 02-01-2008 Datum publicatie 15-01-2008 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 07-319 WW Bestuursrecht
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Raad vanstate 201210211/1/V3. Datum uitspraak: 29 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep
Nadere informatieECLI:NL:RBSGR:2012:BX6390
ECLI:NL:RBSGR:2012:BX6390 Instantie Datum uitspraak 28-08-2012 Datum publicatie 04-09-2012 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 12/25511 en AWB 12/25513 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2013:11101
ECLI:NL:RBDHA:2013:11101 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 27-08-2013 Datum publicatie 29-08-2013 Zaaknummer VK-13_20402 Rechtsgebieden Vreemdelingenrecht Bijzondere kenmerken Voorlopige voorziening+bodemzaak
Nadere informatievanstate /1. Datum uitspraak: 8 februari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad vanstate 200800036/1. Datum uitspraak: 8 februari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Raad vanstate 200809034/1N2. Datum Uitspraak: 22 april 2009 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2017:3176
ECLI:NL:RBDHA:2017:3176 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 28-03-2017 Datum publicatie 30-03-2017 Zaaknummer 17/4348 en 17/4319 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2017:2808
ECLI:NL:RBDHA:2017:2808 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 02-03-2017 Datum publicatie 23-03-2017 Zaaknummer AWB 16/29000 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBSGR:2003:AF7251
ECLI:NL:RBSGR:2003:AF7251 Instantie Datum uitspraak 24-01-2003 Datum publicatie 14-04-2003 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 02/5799, 02/5802 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht
Nadere informatiehet college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, verweerder, gemachtigden: mrs. C.J. Telting en B.A. Veenendaal.
Uitspraak RECHTBANK AMSTERDAM Sector bestuursrecht zaaknummer: AWB 11/2308 WWB uitspraak van de meervoudige kamer in de zaak tussen [eiseres], wonende te [woonplaats], eiseres, gemachtigde mr. W.G. Fischer,
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2012:BY6930
ECLI:NL:RBAMS:2012:BY6930 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 30-11-2012 Datum publicatie 20-12-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie AWB 12-1613 WWB Bestuursrecht
Nadere informatie1. Aan de orde is de vraag of de weigering om eiser een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, in rechte stand kan houden.
Uitspraak RECHTBANK s-gravenhage Nevenzittingsplaats s-hertogenbosch Sector bestuursrecht Zaaknummer: AWB 09/45943 Uitspraak van de meervoudige kamer van 14 oktober 2010 inzake [eiser], geboren op [geboortedatum],
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Raad vanstate 201109405/1 /V4. Datum uitspraak: 20 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep
Nadere informatieuitspraak van de enkelvoudige kamer van 26 juli 2016 in de zaak tussen
26/07 2016 14:35 FAX 0475352564 RB LIMBURG afd.vk $0002/0006 uitspraak RECHTBANK DEN HAAG Zittingsplaats Roennond Bestuursrecht zaaknummer: AWB 167 14766 uitspraak van de enkelvoudige kamer van 26 juli
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2016:11497
ECLI:NL:RBDHA:2016:11497 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 23-09-2016 Datum publicatie 11-10-2016 Zaaknummer AWB 16/20522 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad vanstate 201112017/1/V2. Datum uitspraak: 4 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2016:4914
ECLI:NL:RBDHA:2016:4914 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 25-03-2016 Datum publicatie 06-05-2016 Zaaknummer AWB - 15 _ 14610 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht
Nadere informatiezaaknummers: AWB 14/28667 (voorlopige voorziening) en AWB 14/28666 (beroep), V-nummei
010 Rechtbank Rotterdam 15:28:32 13-01-2015 3/8 uitspraak RECHTBANK DEN HAAG Zittingsplaats Rotterdam Team Bestuursrecht 2 zaaknummers: AWB 14/28667 (voorlopige voorziening) en AWB 14/28666 (beroep), V-nummei
Nadere informatieECLI:NL:RBALK:2012:BV7977
ECLI:NL:RBALK:2012:BV7977 Instantie Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak 26-01-2012 Datum publicatie 06-03-2012 Zaaknummer 11/1543 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBNNE:2016:678
ECLI:NL:RBNNE:2016:678 Instantie Datum uitspraak 23-02-2016 Datum publicatie 31-03-2016 Zaaknummer 15/19193 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Nederland Vreemdelingenrecht
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Raad vanstate 200705297/1. Datum uitspraak: 31 januari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad vanstate 201111247/1/V4. Datum uitspraak: 1 december 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op
Nadere informatieECLI:NL:RBSGR:2002:AF1237
ECLI:NL:RBSGR:2002:AF1237 Instantie Datum uitspraak 29-10-2002 Datum publicatie 28-11-2002 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank 's-gravenhage AWB 01/34002 BEPTDN Vreemdelingenrecht
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad vanstate 201110635/1/V1. Datum uitspraak: 15 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2014:1203
ECLI:NL:RVS:2014:1203 Raad van State Uitspraak 201300325/1/V4. Datum uitspraak: 4 april 2014 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van:
Raad vanstatc 201105933/1/V2. Datum uitspraak: 6 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2010:BN2186
ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 06-07-2010 Datum publicatie 23-07-2010 Zaaknummer AWB 10/180, 10/181, 10/508, 10/513, 10/684 en 10/685 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
\ Raad vanstate 2012Ö1424/1/V1. Datum uitspraak: 26 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep
Nadere informatieECLI:NL:RBSGR:2001:AD6182
ECLI:NL:RBSGR:2001:AD6182 Instantie Datum uitspraak 20-07-2001 Datum publicatie 27-11-2001 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 01/28424 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
p Raad vanstate 201203205/1 /V4. Datum uitspraak: 9 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep
Nadere informatie* vanstate /1/V1. Datum uitspraak: 13 juli 2012
: * fc. Raad * vanstate 201100831/1/V1. Datum uitspraak: 13 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
* Raad vanstatc 201104826/1/V1. Datum uitspraak: 13 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2015:1768
ECLI:NL:RVS:2015:1768 Instantie Raad van State Datum uitspraak 03-06-2015 Datum publicatie 03-06-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201407801/1/A3 Eerste
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Raad vanstate 201100793/1/V1. Datum uitspraak: 22 augustus 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550
ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 15-06-2009 Datum publicatie 06-07-2009 Zaaknummer AWB 08/5874 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad vanstate 201104673/1 /V4. Datum uitspraak: 27 december 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht {hierna: de Awb) op
Nadere informatieVerweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.
uitspraak RECHTBANK DEN HAAG Zittingsplaats Arnhem Bestuursrecht uitspraak van de enkelvoudige kamer van "~ L OKI. 2017 in de zaak tussen geboren op 1991, van Nigeriaanse nationaliteit, eiser, (gemachtigde:
Nadere informatieuitspraak van de voorzieningenrechter van 13 September 2016 op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen
010 Rechtbank Rotterdam 15:23:33 13-09-2016 2/7 uitspraak RECHTBANK DEN HAAG Zittingsplaats Rotterdam Team Bestuursrecht 3, V-nummer: uitspraak van de voorzieningenrechter van 13 September 2016 op het
Nadere informatieRapport. Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/192
Rapport Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/192 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie haar klacht van 16 april 2004 over de lange duur van de behandeling
Nadere informatie