ECLI:NL:RBSGR:2011:BU2787

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ECLI:NL:RBSGR:2011:BU2787"

Transcriptie

1 ECLI:NL:RBSGR:2011:BU2787 Instantie Datum uitspraak Datum publicatie Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 11/9826 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht Eerste aanleg - enkelvoudig beleid verweerder inzake vrees voor vervolging in geval homoseksualiteit, motiveringsgebrek De rechtbank constateert dat paragraaf C2/ van de Vc 2000 omtrent de vervolging van homoseksuelen enerzijds spreekt van het aannemelijk maken dat de asielzoeker persoonlijk een gegronde reden heeft om te vrezen voor vervolging, terwijl anderzijds van personen met een homoseksuele voorkeur niet wordt verlangd dat zij deze voorkeur bij terugkeer verbergen. De rechtbank begrijpt dit beleid aldus dat het aan de vreemdeling is om aannemelijk te maken dat hij gegronde vrees heeft vervolgd te worden als hij zijn seksuele geaardheid na terugkeer niet verborgen houdt. Nu eiser heeft gesteld dat hij zijn geaardheid in het verleden verborgen heeft gehouden en slechts op heimelijke wijze contacten kon onderhouden, kon verweerder niet volstaan met de constatering dat eiser in het verleden geen problemen heeft ondervonden zodat niet in te zien valt waarom hij die bij terugkeer wel zou ondervinden. Verweerder had ofwel moeten motiveren waarom het geen strijd oplevert met het beleid als van eiser wordt verwacht dat hij, net als voor zijn vertrek, heimelijk relaties zou aangaan. Ofwel had verweerder moeten motiveren dat iemand die in de VAE minder heimelijk zijn homoseksualiteit uit dan eiser heeft gedaan, nog geen gegronde vrees voor vervolging heeft. Nu verweerder beide heeft nagelaten, is het besluit onvoldoende gemotiveerd. In hetgeen ter zitting nader is aangevoerd door verweerder ziet de rechtbank geen aanleiding de rechtsgevolgen van het besluit in stand te laten. Het beroep van verweerder ter zitting op de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) van 11 mei 2011 (JV 2011, 307) slaagt niet. De rechtbank overweegt dat uit die uitspraak niet blijkt dat daarbij bovengenoemd beleid is betrokken, terwijl die uitspraak daarnaast zag op een vrouw uit Sierra Leone, en niet nader is onderbouwd in hoeverre de positie van homoseksuelen in dat land vergelijkbaar is met die van homoseksuelen in de VAE. Daarbij wijst de rechtbank nog op de antwoorden van 29 november 2006 van de toenmalige Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie op vragen van het Kamerlid Lambrechts (Kamervragen , nr. 394, Tweede Kamer). Verweerder kan verder worden gevolgd in het standpunt dat de strafbaarstelling van homoseksualiteit onvoldoende is voor het aannemen van vluchtelingenschap indien blijkt dat in de praktijk geen straffen worden opgelegd. Ook kan verweerder

2 worden gevolgd in het, in het beleid opgenomen, standpunt dat voor het vluchtelingschap sprake moet zijn van een bestraffingsmaatregel van een zeker gewicht. In dit geval is echter door eiser gemotiveerd betoogd dat in de VAE daadwerkelijk aanzienlijke (gevangenis) straffen worden opgelegd voor homoseksualiteit. Waarom in dat geval op grond van het beleid nog niet zou moeten worden gesproken van vervolging van homoseksuelen, behoeft naar het oordeel van de rechtbank nog een nadere toelichting. Wetsverwijzingen Vreemdelingenwet 2000 Vreemdelingenwet Vreemdelingenwet Vindplaatsen Rechtspraak.nl JV 2011/513 Uitspraak RECHTBANK S-GRAVENHAGE Vreemdelingenkamer Nevenzittingsplaats Arnhem Registratienummer: AWB 11/9826 Datum uitspraak: 25 oktober 2011 Uitspraak Ingevolge artikel 8:77 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in samenhang met artikel 71 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000) inzake [naam eiser], geboren op [geboortedatum], v-nummer [nummer], statenloos, eiser, gemachtigde mr. C.G.J. Lucassen, tegen de Minister voor Immigratie en Asiel Immigratie- en Naturalisatiedienst,

3 verweerder. Het procesverloop Bij besluit van 23 februari 2011 heeft verweerder de aanvraag van eiser van 16 april 2010 tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen. Tevens is ambtshalve besloten dat eiser niet in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd met als doel vreemdeling die buiten zijn schuld Nederland niet kan verlaten. Op 22 maart 2011 heeft eiser beroep ingesteld tegen dit besluit. Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd. Bij faxbericht van 12 september 2011 heeft verweerder de rechtbank bericht geen verweerschrift in te dienen. De openbare behandeling van het beroep heeft plaatsgevonden ter zitting van 15 september Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich doen vertegenwoordigen door mr. J.H.M. Post. De beoordeling 1. Ingevolge artikel 8:1, eerste lid, gelezen in samenhang met artikel 8:69 van de Awb, dient de rechtbank het bestreden besluit - de motivering waarop dit besluit berust daaronder begrepen - te toetsen aan de hand van de tegen dat besluit aangevoerde beroepsgronden. 2. Ter staving van zijn asielaanvraag heeft eiser, zakelijk weergegeven, het volgende naar voren gebracht. Eiser behoort tot de Palestijnen. Hij is geboren en getogen in de Verenigde Arabische Emiraten (hierna: de VAE) en hij was in het bezit van een tijdelijke verblijfsvergunning, geldig tot Hij is homoseksueel. Eiser is op 1 januari 2010 naar een trouwfeest gegaan van twee mannen. Tijdens het feest vond er een inval van de politie en van de veiligheidsdienst plaats, maar eiser en drie andere personen wisten te ontsnappen via het raam. Eiser is vervolgens naar Dubai gegaan en hij heeft zich drie maanden schuil gehouden. Omdat hij hoorde dat het politieonderzoek naar de betrokkenen bij dat trouwfeest steeds groter werd, en hij vreesde dat ook zijn naam genoemd zou worden, is hij op aanraden van een vriend van hem, [naam] naar Nederland gevlucht. 3. Verweerder heeft de aanvraag afgewezen en heeft daaraan het volgende, kort samengevat, ten grondslag gelegd. Eiser heeft zich niet onverwijld gemeld zodat artikel 31, tweede lid, aanhef en onder c, van de Vw 2000 van toepassing is. Daarnaast heeft verweerder eiser tegengeworpen dat hij toerekenbaar geen reisdocumenten heeft overgelegd. Verweerder acht geloofwaardig dat eiser Palestijn en homoseksueel is en dat hij aanwezig was bij een feest. Niet geloofwaardig wordt echter geacht dat een inval heeft plaatsgevonden en dat eiser om die reden te vrezen zou hebben voor de autoriteiten. Verder acht verweerder de enkele omstandigheid dat eiser homoseksueel is onvoldoende reden voor verlening van een verblijfsvergunning omdat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij vanwege zijn homoseksuele geaardheid in de negatieve aandacht van de autoriteiten staat. Ten slotte komt eiser niet in aanmerking voor een verblijfsvergunning als vreemdeling die buiten zijn schuld Nederland niet kan verlaten omdat hij niet heeft aangetoond dat hij niet naar de VAE of een ander land kan terugkeren. 4. Hiermee kan eiser zich niet verenigen en daartoe wordt het volgende, kort samengevat, aangevoerd. Eiser is van mening dat hij een afdoende verklaring heeft gegeven voor het feit dat hij

4 zich niet meteen heeft gemeld. Daarnaast is eiser van mening dat hem ten onrechte artikel 31, tweede lid, aanhef en onder f, van de Vw 2000 wordt tegengeworpen. Zijn relaas dient geloofwaardig te worden geacht. Bij terugkeer vreest eiser reeds vanwege zijn homeseksuele geaardheid voor schending van artikel 3 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (hierna: het EVRM). Van hem kan niet worden verwacht dat hij zijn geaardheid geheim houdt. Verweerder houdt zich niet aan zijn eigen beleid. Homoseksualiteit is in de VAE strafbaar zodat eiser wel degelijk te vrezen heeft voor vervolging bij terugkeer. Voorts blijkt uit het contact met de Internationale Organisatie voor Migratie dat hij niet naar Egypte kan omdat hij dan iemand nodig heeft die hem uitnodigt. Hij kan derhalve buiten zijn schuld Nederland niet verlaten. 5. De rechtbank overweegt als volgt. 6. Ingevolge artikel 31, eerste lid, van de Vw 2000 wordt een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen indien de vreemdeling niet aannemelijk heeft gemaakt dat zijn aanvraag is gegrond op omstandigheden die, hetzij op zichzelf, hetzij in verband met andere feiten, een rechtsgrond voor verlening vormen. Bij de beoordeling worden de in artikel 31, tweede lid, van de Vw 2000 bedoelde omstandigheden betrokken. Op grond van artikel 31, tweede lid, aanhef en onder f, van de Vw 2000 wordt bij de beoordeling van de aanvraag mede betrokken de omstandigheid dat de vreemdeling ter staving van zijn aanvraag geen reis- of identiteitspapieren dan wel andere bescheiden heeft overgelegd die noodzakelijk zijn voor de beoordeling van zijn aanvraag, tenzij de vreemdeling aannemelijk kan maken dat het ontbreken van deze bescheiden niet aan hem is toe te rekenen. 7. Vaststaat dat eiser geen documenten ter onderbouwing van zijn reisroute heeft overgelegd. Partijen worden verdeeld gehouden over de vraag of het ontbreken van deze documenten aan eiser is toe te rekenen. 8. Volgens paragraaf C4/3.6.2 van de Vreemdelingencirculaire 2000 (hierna: de Vc 2000) zijn documenten die de reisroute onderbouwen de reisdocumenten waarvan men zich tijdens de reis heeft bediend bij grenscontroles tijdens de reis naar Nederland en alle andere documenten en bescheiden op grond waarvan kan worden vastgesteld welke reisroute de asielzoeker heeft gevolgd. Volgens paragraaf C4/3.6.3 van de Vc 2000 is het in beginsel ongeloofwaardig dat een asielzoeker geen enkel (indicatief) bewijs van de reis kan overleggen. Indien hij omtrent de reisroute en het ontbreken van documenten een consistente, gedetailleerde en verifieerbare verklaring aflegt, geeft de asielzoeker blijk van wil tot medewerking aan de vaststelling van de reisroute en kan, indien de verifieerbare elementen blijken te koppen de conclusie zijn dat het volledig ontbreken van documenten inzake de reisroute niet aan de asielzoeker is toe te rekenen. Wat betreft de afgifte van documenten aan de reisagent geldt dat het uitgangspunt is dat dat aan de vreemdeling is toe te rekenen, tenzij, voor zover thans van belang, de vreemdeling aannemelijk maakt dat de documenten onder dwang zijn afgegeven. 9. Eiser heeft verklaard dat hij zijn vliegticket en visum voor Italië tijdens zijn reis naar Nederland heeft verloren. Tevens heeft hij verklaard dat hij zijn gebruikte treinkaartjes heeft weggegooid omdat een Arabier hem heeft gezegd alles weg te gooien omdat hij anders teruggestuurd zou worden. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder het verliezen en weggooien van de documenten in redelijkheid aan eiser kunnen tegenwerpen. 10. Als zich een omstandigheid als bedoeld in artikel 31, tweede lid, van de Vw 2000 voordoet, dient blijkens paragraaf C14/2.4 van de Vc 2000, van het asielrelaas een positieve overtuigingskracht uit te gaan wil het geloofwaardig zijn. Gelet daarop behoeven de beroepsgronden van eiser over de tegenwerping van artikel 31, tweede lid, aanhef en onder c, van de Vw 2000 geen bespreking meer.

5 De in rechte stand houdende tegenwerping van artikel 31, tweede lid, aanhef en onder f, van de Vw 2000 is immers voldoende grond om voormeld beoordelingskader toe te passen. 11. De rechtbank is van oordeel dat verweerder in redelijkheid ongeloofwaardig heeft kunnen achten dat de politie een inval zou hebben gedaan bij het feest waar eiser bij aanwezig was en dat hij om die reden heeft moeten vluchten, eerst naar Dubai en later naar Nederland. Daarbij heeft verweerder onder meer kunnen betrekken dat eiser tegenstrijdig heeft verklaard over zijn arbeidsverleden. Eiser heeft tijdens het eerste gehoor verklaard dat hij nooit echt werk heeft gehad. In het nader gehoor heeft hij echter verklaard dat hij tot 2008 als opzichter heeft gewerkt. De stelling in de zienswijze dat hij nooit als opzichter heeft gewerkt en alleen maar de papieren in bezit had omdat hij als opzichter heeft gewerkt heeft verweerder niet hoeven volgen. In het nader gehoor wordt hem immers gevraagd met welk werk hij druk bezig was. Daarop antwoordt eiser dat hij als opzichter werkte. Hij heeft tevens verklaard dat hij zich bezig hield met onderhoudswerkzaamheden en dat hij in 2005 begonnen is als opzichter. In het nader gehoor heeft eiser voorts twee maal aangegeven dat hij wel werkte in de Verenigde Arabische Emiraten. Verweerder heeft zich op het standpunt kunnen stellen dat de omstandigheid dat eiser hierover zodanig tegenstrijdige verklaringen aflegt, afbreuk doet aan de oprechtheid van zijn verklaringen, ook voor zover deze zien op de gevolgen van zijn aanwezigheid bij een feest. Voorts heeft verweerder kunnen tegenwerpen dat eiser enerzijds heeft verklaard dat hij zich schuil hield in Dubai terwijl anderzijds uit zijn verklaringen blijkt dat hij heen en weer reisde tussen de verschillende emiraten om vrienden te bezoeken. De stelling van eiser dat door verweerder geen rekening gehouden is met de omstandigheid dat zijn naam destijds nog niet genoemd was bij het onderzoek, heeft verweerder niet hoeven volgen nu eiser heeft verklaard dat hij meteen na het huwelijksfeest naar Dubai is gegaan omdat hij bang was door de politie gearresteerd te worden vanwege zijn aanwezigheid op het feest. Eiser heeft eveneens uitgelegd dat hij voor Dubai had gekozen omdat Dubai een onafhankelijk emiraat is met een onafhankelijke politie-eenheid. Eiser heeft verklaard dat zij zich genoodzaakt voelde om zich drie maanden schuil te houden omdat zijn vriend [naam] was aangehouden. In deze drie maanden is eiser niet naar huis gegaan of naar de universiteit omdat hij bang was dat hij daar misschien werd aangehouden. Deze verklaringen rijmen niet met het reizen tussen de verschillende emiraten om vrienden te bezoeken. Tenslotte heeft verweerder kunnen overwegen dat eiser door verschillende vrienden op de hoogte werd gehouden van de vorderingen van het onderzoek naar het trouwfeest van de twee homoseksuele mannen op 1 januari 2010, zodat het bevreemdend is dat eiser geen verdere informatie kan geven over wat er met de luitenant, de persoon die toen zou gaan trouwen, is gebeurd. 12. Nu het relaas in zoverre ongeloofwaardig kon worden geacht heeft verweerder daarin terecht geen aanleiding gezien voor verlening van een verblijfsvergunning asiel. 13. Eiser heeft verder betoogd dat hij reeds vanwege zijn homoseksuele geaardheid bij terugkeer te vrezen heeft voor vervolging of een onmenselijke behandeling. Uit het beleid volgt dat van hem niet kan worden verlangd dat hij zijn geaardheid verborgen houdt, zoals hij voor zijn vertrek naar Nederland moest doen. Verder blijkt uit algemene informatie die hij heeft overgelegd dat homoseksualiteit in de VAE strafbaar is en dat personen die werden betrapt, daadwerkelijk lange gevangenisstraffen opgelegd hebben gekregen. 14. Verweerder heeft zich op het standpunt gesteld dat aannemelijk gemaakt moet worden dat bij terugkeer naar de VAE sprake is van een reëel risico op schending van artikel 3 van het EVRM. Nu het relaas niet geloofwaardig is geacht en eiser zonder enige problemen vele jaren als homoseksueel in de VAE heeft verbleven,valt niet in te zien waarom dit anders zou zijn als hij weer terugkeert. 15. In paragraaf C2/ van de Vc 2000 is omtrent de vervolging van homoseksuelen het volgende

6 opgenomen: Indien een asielzoeker zich erop beroept dat hij of zij problemen heeft ondervonden als gevolg van zijn of haar homoseksuele geaardheid, kan dit onder omstandigheden leiden tot de conclusie dat betrokkene vluchteling is in de zin van het Verdrag. Het is staand beleid en staande jurisprudentie dat onder vervolging wegens het behoren tot een sociale groep als bedoeld in artikel 1A Vluchtelingenverdrag, mede vervolging wegens seksuele geaardheid wordt begrepen. Een asielaanvraag waarin beroep wordt gedaan op problemen vanwege de (gestelde) seksuele geaardheid van een asielzoeker moet worden beoordeeld met bijzondere aandacht voor de positie van homoseksuelen in het land van herkomst. Per land van herkomst verschilt de invloed van de overheid op het maatschappelijk terrein. Indien er sprake is van een bestraffing op basis van een strafbepaling die alleen betrekking heeft op homoseksuelen, is dit een daad van vervolging. Dit is bijvoorbeeld het geval indien het homoseksueel zijn of het uiten van specifiek homoseksuele gevoelens strafbaar is gesteld. Voor de conclusie dat er sprake is van vluchtelingschap moet wel sprake zijn van een bestraffingsmaatregel van een zeker gewicht. Zo zal een enkele boete veelal onvoldoende zijn om te concluderen dat er sprake is van vluchtelingschap. De enkele strafbaarstelling van homoseksualiteit of homoseksuele handelingen in een land leidt evenwel niet zonder meer tot de conclusie dat een homoseksueel uit dat land vluchteling is. De asielzoeker moet (zo mogelijk met documenten) aannemelijk maken dat hij persoonlijk een gegronde reden heeft om te vrezen voor vervolging. Van personen met een homoseksuele voorkeur wordt niet verlangd dat zij deze voorkeur bij terugkeer verbergen. Ook wordt erop gewezen dat ook indien de asielzoeker niet daadwerkelijk homoseksueel is, maar het geloofwaardig is dat de autoriteiten hem of haar als zodanig beschouwen en het aannemelijk is dat vervolging plaatsvindt of zal vinden, de asielzoeker eveneens is te beschouwen als verdragsvluchteling. Ten slotte geldt dat het inroepen van de bescherming van de autoriteiten niet wordt verlangd in de gevallen waarin homoseksualiteit of homoseksuele handelingen strafbaar zijn in het land van herkomst. 16. De rechtbank constateert dat het beleid enerzijds spreekt van het aannemelijk maken dat de asielzoeker persoonlijk een gegronde reden heeft om te vrezen voor vervolging, terwijl anderzijds van personen met een homoseksuele voorkeur niet wordt verlangd dat zij deze voorkeur bij terugkeer verbergen. De rechtbank begrijpt dit beleid aldus dat het aan de vreemdeling is om aannemelijk te maken dat hij gegronde vrees heeft vervolgd te worden als hij zijn seksuele geaardheid na terugkeer niet verborgen houdt. 17. Nu eiser heeft gesteld dat hij zijn geaardheid in het verleden verborgen heeft gehouden en slechts op heimelijke wijze contacten kon onderhouden, kon verweerder niet volstaan met de constatering dat eiser in het verleden geen problemen heeft ondervonden zodat niet in te zien valt waarom hij die bij terugkeer wel zou ondervinden. Verweerder had ofwel moeten motiveren waarom het geen strijd oplevert met het beleid als van eiser wordt verwacht dat hij, net als voor zijn vertrek, heimelijk relaties zou aangaan. Ofwel had verweerder moeten motiveren dat iemand die in de VAE minder heimelijk zijn homoseksualiteit uit dan eiser heeft gedaan, nog geen gegronde vrees voor vervolging heeft. Nu verweerder beide heeft nagelaten, is het besluit onvoldoende gemotiveerd. 18. In hetgeen ter zitting nader is aangevoerd door verweerder ziet de rechtbank geen aanleiding de rechtsgevolgen van het besluit in stand te laten. 19. Ter nadere onderbouwing van het standpunt dat geen sprake is van strijd met het beleid als van eiser wordt verlangd dat hij op eenzelfde wijze als voor zijn vertrek uiting geeft aan zijn geaardheid, heeft verweerder zich ter zitting beroepen op de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) van 11 mei 2011 (JV 2011, 307). In die uitspraak betreffende

7 de aanvraag van een asielzoekster uit Sierra Leone, is geoordeeld dat de omstandigheid dat seksuele geaardheid een wezenlijk element van iemands persoonlijkheid is, niet met zich brengt dat van de vreemdeling niet kan worden verwacht dat zij louter omdat zij in Sierra Leone in het openbaar niet voor haar homoseksuele geaardheid kan uitkomen haar privé-leven bij terugkeer naar Sierra Leone op dezelfde wijze als voor haar vertrek naar Nederland vormgeeft. De rechtbank overweegt dat uit die uitspraak niet blijkt dat daarbij bovengenoemd beleid is betrokken, terwijl die uitspraak daarnaast zag op een vrouw uit Sierra Leone, en niet nader is onderbouwd in hoeverre de positie van homoseksuelen in dat land vergelijkbaar is met die van homoseksuelen in de VAE. Deze uitspraak van de Afdeling vormt dan ook nog geen reden om de rechtsgevolgen van het besluit van 23 februari 2011 in stand te laten. Verweerder zal nader moeten motiveren waarom van eiser kan worden verlangd dat hij op eenzelfde wijze als voor zijn vertrek uiting geeft aan zijn geaardheid. Daarbij wijst de rechtbank nog op de antwoorden van 29 november 2006 van de toenmalige Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie op vragen van het Kamerlid Lambrechts (Kamervragen , nr. 394, Tweede Kamer); Het kan voorkomen dat in een land van herkomst de vrijheid om uiting te geven aan de seksuele oriëntatie wel bestaat, maar dat de mate van vrijheid niet even groot is als in Nederland. Dit vormt op zichzelf niet in alle gevallen een grond voor verblijfsaanvaarding. Zo kan het bijvoorbeeld voorkomen dat het uiting geven aan de seksuele oriëntatie in het dagelijks bestaan zonder problemen mogelijk is, maar dat voor georganiseerde uitingen van de seksuele oriëntatie geen toestemming wordt gegeven door de autoriteiten, dan wel dat een groot deel van de bevolking van het land dit sterk afwijst. Of sprake is van vervolging is een beoordeling die afhangt van de individuele situatie van de vreemdeling in combinatie met de specifieke situatie in het land van herkomst. Daarbij kunnen niet alleen de beperkingen die door de autoriteiten worden opgelegd leiden tot een verblijfsvergunning, maar kan ook discriminatie door derden onder omstandigheden leiden tot de inwilliging van het asielverzoek. 20. Verder heeft verweerder ter zitting verwezen naar het beleid waarin is opgenomen dat de enkele strafbaarstelling van homoseksualiteit of homoseksuele handelingen in een land niet zonder meer tot de conclusie leidt dat een homoseksueel uit dat land vluchteling is. Naar de rechtbank begrijpt ziet dit op de vraag of iemand die in de VAE minder heimelijk zijn homoseksualiteit uit dan eiser heeft gedaan, gegronde vrees voor vervolging heeft. Verweerder kan worden gevolgd in het standpunt dat de strafbaarstelling van homoseksualiteit onvoldoende is voor het aannemen van vluchtelingenschap indien blijkt dat in de praktijk geen straffen worden opgelegd. Ook kan verweerder worden gevolgd in het, in het beleid opgenomen, standpunt dat voor het vluchtelingschap sprake moet zijn van een bestraffingsmaatregel van een zeker gewicht. In dit geval is echter door eiser gemotiveerd betoogd dat in de VAE daadwerkelijk aanzienlijke (gevangenis) straffen worden opgelegd voor homoseksualiteit. Waarom in dat geval op grond van het beleid nog niet zou moeten worden gesproken van vervolging van homoseksuelen, behoeft naar het oordeel van de rechtbank nog een nadere toelichting. 21. Verder heeft verweerder ter nadere onderbouwing van het standpunt dat ook niet heimelijk handelende homoseksuelen nog geen gegronde vrees voor vervolging hebben, betoogd dat in de VAE alleen extreme uitingen worden bestraft. Zeker nu dit eerst ter zitting is gesteld en eiser reeds in de besluitvormingsfase heeft gewezen op de arrestatie van 26 mannen die een homohuwelijk zouden hebben voorbereid, hetgeen niet zonder meer als extreme uiting kan worden gezien, ziet de rechtbank in deze enkele stelling evenmin reden de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand te laten. 22. Gelet op het bovenstaande is het beroep gegrond wegens schending van het motiveringsvereiste (artikel 3:46 van de Awb). Verweerder zal een nieuw besluit moeten nemen met inachtneming van deze uitspraak. De overige beroepsgronden kunnen gelet hierop onbesproken blijven.

8 23. De rechtbank acht termen aanwezig om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Awb en verweerder te veroordelen in de door eiser in verband met de behandeling van het beroep redelijkerwijs gemaakte proceskosten, welke zijn begroot op 874 aan kosten van verleende rechtsbijstand. Van andere kosten in dit verband is de rechtbank niet gebleken. De beslissing De rechtbank verklaart het beroep gegrond; vernietigt het besluit van 23 februari 2011; draagt verweerder op binnen zes weken een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak; veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser ten bedrage van 874,--. Deze uitspraak is gedaan door mr. G.A. van der Straaten, rechter, in tegenwoordigheid van mr. D.G. Wessels-Harmsen, griffier. De griffier, De rechter, Uitgesproken in het openbaar op 25 oktober Rechtsmiddel: Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen vier weken na de verzending van een afschrift hoger beroep instellen bij de Raad van State, Afdeling bestuursrechtspraak, Hoger beroep vreemdelingenzaken, Postbus 16113, 2500 BC s-gravenhage. Het beroepschrift dient een of meer grieven tegen de uitspraak te bevatten. Artikel 6:6 van de Awb is niet van toepassing. Een afschrift van de uitspraak dient overgelegd te worden. Meer informatie treft u aan op de website van de Raad van State (

ECLI:NL:RBDHA:2017:3918

ECLI:NL:RBDHA:2017:3918 ECLI:NL:RBDHA:2017:3918 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 21-03-2017 Datum publicatie 18-04-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie AWB 16/27939 NL16.3618 Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 Instantie Datum uitspraak 05-09-2006 Datum publicatie 06-10-2006 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 05/37675 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2007:BB2855

ECLI:NL:RBSGR:2007:BB2855 ECLI:NL:RBSGR:2007:BB2855 Instantie Datum uitspraak 02-03-2007 Datum publicatie 05-09-2007 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 06/30391, 06/30389 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2006:AZ6304

ECLI:NL:RBSGR:2006:AZ6304 ECLI:NL:RBSGR:2006:AZ6304 Instantie Datum uitspraak 14-12-2006 Datum publicatie 24-01-2007 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 06/28862 en AWB 06/29047 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2014:10175

ECLI:NL:RBDHA:2014:10175 ECLI:NL:RBDHA:2014:10175 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 08-05-2014 Datum publicatie 18-08-2014 Zaaknummer AWB 14/1709 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2007:BB5127

ECLI:NL:RBSGR:2007:BB5127 ECLI:NL:RBSGR:2007:BB5127 Instantie Datum uitspraak 06-07-2007 Datum publicatie 11-10-2007 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 07/5899 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2003:AN9458

ECLI:NL:RBSGR:2003:AN9458 ECLI:NL:RBSGR:2003:AN9458 Instantie Datum uitspraak 24-11-2003 Datum publicatie 07-01-2004 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 03/59677 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201 202059/1 /V4. Datum uitspraak: 17 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) op het

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2016:15083

ECLI:NL:RBDHA:2016:15083 ECLI:NL:RBDHA:2016:15083 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 09-12-2016 Datum publicatie 13-12-2016 Zaaknummer AWB 16/27150 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2011:BU5314

ECLI:NL:RBSGR:2011:BU5314 ECLI:NL:RBSGR:2011:BU5314 Instantie Datum uitspraak 01-11-2011 Datum publicatie 22-11-2011 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 10-38833 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2011:BQ1014

ECLI:NL:RBSGR:2011:BQ1014 ECLI:NL:RBSGR:2011:BQ1014 Instantie Datum uitspraak 08-04-2011 Datum publicatie 13-04-2011 Zaaknummer 11/8490 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank 's-gravenhage Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201201003/1/V4. Datum uitspraak: 3 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak rnet toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2015:7835

ECLI:NL:RBDHA:2015:7835 ECLI:NL:RBDHA:2015:7835 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 26-06-2015 Datum publicatie 08-07-2015 Zaaknummer AWB 14-24862 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstatc 201107210/1/V1. Datum uitspraak: 21 juni 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201111794/1 A/2. Datum uitspraak: 12 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ7402

ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ7402 ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ7402 Instantie Datum uitspraak 07-03-2013 Datum publicatie 18-04-2013 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer AWB 12/26575 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.

Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend. uitspraak RECHTBANK DEN HAAG Zittingsplaats Arnhem Bestuursrecht uitspraak van de enkelvoudige kamer van "~ L OKI. 2017 in de zaak tussen geboren op 1991, van Nigeriaanse nationaliteit, eiser, (gemachtigde:

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2016:11497

ECLI:NL:RBDHA:2016:11497 ECLI:NL:RBDHA:2016:11497 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 23-09-2016 Datum publicatie 11-10-2016 Zaaknummer AWB 16/20522 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2011:BT6286

ECLI:NL:RBSGR:2011:BT6286 ECLI:NL:RBSGR:2011:BT6286 Instantie Datum uitspraak 27-09-2011 Datum publicatie 30-09-2011 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer 11/18267 & 11/18269 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2010:BM8422

ECLI:NL:RVS:2010:BM8422 ECLI:NL:RVS:2010:BM8422 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-06-2010 Datum publicatie 21-06-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200908530/1/V3 Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201103602/1/V3. Datum uitspraak: 11 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2003:AF7251

ECLI:NL:RBSGR:2003:AF7251 ECLI:NL:RBSGR:2003:AF7251 Instantie Datum uitspraak 24-01-2003 Datum publicatie 14-04-2003 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 02/5799, 02/5802 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2007:AZ9709

ECLI:NL:RVS:2007:AZ9709 ECLI:NL:RVS:2007:AZ9709 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-02-2007 Datum publicatie 07-03-2007 Zaaknummer 200607659/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht Hoger

Nadere informatie

vanstate /1. Datum uitspraak: 8 februari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1. Datum uitspraak: 8 februari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 200800036/1. Datum uitspraak: 8 februari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstatc 201106725/1/V1. Datum uitspraak: 3 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad van State 201200615/1/V4. Datum uitspraak: 13 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2016:678

ECLI:NL:RBNNE:2016:678 ECLI:NL:RBNNE:2016:678 Instantie Datum uitspraak 23-02-2016 Datum publicatie 31-03-2016 Zaaknummer 15/19193 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Nederland Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2004:AQ1716

ECLI:NL:RBSGR:2004:AQ1716 ECLI:NL:RBSGR:2004:AQ1716 Instantie Datum uitspraak 09-07-2004 Datum publicatie 05-08-2004 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 03/10456, 03/10458 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2002:AF1237

ECLI:NL:RBSGR:2002:AF1237 ECLI:NL:RBSGR:2002:AF1237 Instantie Datum uitspraak 29-10-2002 Datum publicatie 28-11-2002 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank 's-gravenhage AWB 01/34002 BEPTDN Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2007:BB5469

ECLI:NL:RBSGR:2007:BB5469 ECLI:NL:RBSGR:2007:BB5469 Instantie Datum uitspraak 06-07-2007 Datum publicatie 17-10-2007 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 06/32293 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2006:AY3839

ECLI:NL:RVS:2006:AY3839 ECLI:NL:RVS:2006:AY3839 Instantie Raad van State Datum uitspraak 04-07-2006 Datum publicatie 13-07-2006 Zaaknummer 200602107/1 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:7903

ECLI:NL:RBDHA:2017:7903 ECLI:NL:RBDHA:2017:7903 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 10-07-2017 Datum publicatie 24-07-2017 Zaaknummer AWB - 16 _ 25671 Rechtsgebieden Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg -

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2013:4055

ECLI:NL:RBLIM:2013:4055 ECLI:NL:RBLIM:2013:4055 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 03-07-2013 Datum publicatie 03-07-2013 Zaaknummer AWB 13/15175, 15176, 15178, 15179 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

uitspraak van de enkelvoudige kamer voor vreemdelingenzaken van 22 december 2010

uitspraak van de enkelvoudige kamer voor vreemdelingenzaken van 22 december 2010 Uitspraak RECHTBANK 's-gravenhage Sector bestuursrecht Nevenzittingsplaats Haarlem zaaknummer: AWB 10 / 25595 uitspraak van de enkelvoudige kamer voor vreemdelingenzaken van 22 december 2010 in de zaak

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550 ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 15-06-2009 Datum publicatie 06-07-2009 Zaaknummer AWB 08/5874 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2001:AD6182

ECLI:NL:RBSGR:2001:AD6182 ECLI:NL:RBSGR:2001:AD6182 Instantie Datum uitspraak 20-07-2001 Datum publicatie 27-11-2001 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 01/28424 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: \ Raad vanstate 2012Ö1424/1/V1. Datum uitspraak: 26 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:3176

ECLI:NL:RBDHA:2017:3176 ECLI:NL:RBDHA:2017:3176 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 28-03-2017 Datum publicatie 30-03-2017 Zaaknummer 17/4348 en 17/4319 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

LJN: BJ3621, Raad van State, 200805962/1. Datum uitspraak: 21-07-2009 Datum publicatie: 24-07-2009

LJN: BJ3621, Raad van State, 200805962/1. Datum uitspraak: 21-07-2009 Datum publicatie: 24-07-2009 LJN: BJ3621, Raad van State, 200805962/1 Datum uitspraak: 21-07-2009 Datum publicatie: Rechtsgebied: 24-07-2009 Vreemdelingen Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Toetsingskader / realiteitsgehalte

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201100976/1/V2. Datum uitspraak: 18 september 201 2 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

Eiseres heeft tegen deze besluiten bij schrijven van 4 augustus 2009 en 14 September 2009 bezwaar aangetekend.

Eiseres heeft tegen deze besluiten bij schrijven van 4 augustus 2009 en 14 September 2009 bezwaar aangetekend. -r Uitspraak -r A -I RECHTBANK 's-gravenhage Nevenzittingsplaats Assen Sector Bestuursrecht Vreemdel ingenkamer Zaaksnummer: Awb 10/12344 en Awb 10/12341 Uitspraak van de rechtbank van 1 maart 2010 inzake:

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2011:BU5225

ECLI:NL:RBSGR:2011:BU5225 ECLI:NL:RBSGR:2011:BU5225 Instantie Datum uitspraak 10-11-2011 Datum publicatie 22-11-2011 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 11 / 12926 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2017:6739

ECLI:NL:RBNHO:2017:6739 ECLI:NL:RBNHO:2017:6739 Instantie Datum uitspraak 15-03-2017 Datum publicatie 18-08-2017 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer AWB - 16 _ 4345 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201205761/1/V1. Datum uitspraak: 31 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht {hierna: de Awb) op

Nadere informatie

Uitspraak. RECHTBANK 's-gravenhage. Assen 07/ januari inzake:

Uitspraak. RECHTBANK 's-gravenhage. Assen 07/ januari inzake: Uitspraak RECHTBANK 's-gravenhage Assen 07/35612 31 111

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:2785

ECLI:NL:RBDHA:2017:2785 ECLI:NL:RBDHA:2017:2785 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 01-03-2017 Datum publicatie 22-03-2017 Zaaknummer AWB 16/15221 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van: Raad vanstate 201112733/1/V1. Datum uitspraak: 23 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:6247

ECLI:NL:RBDHA:2017:6247 ECLI:NL:RBDHA:2017:6247 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 06-06-2017 Datum publicatie 12-06-2017 Zaaknummer AWB 16/29205 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

Zoekresultaat inzien document. ECLI:NL:RBDHA:2016:8644 Permanente link: Uitspraak

Zoekresultaat inzien document. ECLI:NL:RBDHA:2016:8644 Permanente link: Uitspraak Zoekresultaat inzien document ECLI:NL:RBDHA:2016:8644 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/ Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 26 07 2016 Datum publicatie 26 07 2016 Zaaknummer AWB

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 200705513/1. Datum uitspraak: 31 augustus 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201107998/1/V2. Datum uitspraak: 29 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 20Ï1Ö6836/1/V2. Datum uitspraak: 6 februari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2007:BB9565

ECLI:NL:RBSGR:2007:BB9565 ECLI:NL:RBSGR:2007:BB9565 Instantie Datum uitspraak 30-08-2007 Datum publicatie 12-12-2007 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 07/1945 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201112631/1/V2. Datum uitspraak: 22 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

LJN: BQ1202, Rechtbank 's-gravenhage, zittingsplaats Arnhem, AWb 10/26220 en AWB 26222

LJN: BQ1202, Rechtbank 's-gravenhage, zittingsplaats Arnhem, AWb 10/26220 en AWB 26222 LJN: BQ1202, Rechtbank 's-gravenhage, zittingsplaats Arnhem, AWb 10/26220 en AWB 26222 Datum uitspraak: 14-04-2011 Datum publicatie: Rechtsgebied: 14-04-2011 Vreemdelingen Soort procedure: Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:2650

ECLI:NL:RBDHA:2017:2650 ECLI:NL:RBDHA:2017:2650 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 09-03-2017 Datum publicatie 20-03-2017 Zaaknummer 17/1303 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2013:14334

ECLI:NL:RBDHA:2013:14334 ECLI:NL:RBDHA:2013:14334 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 23-07-2013 Datum publicatie 27-11-2013 Zaaknummer AWB-13_17774 Rechtsgebieden Vreemdelingenrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2016:2558

ECLI:NL:RBGEL:2016:2558 ECLI:NL:RBGEL:2016:2558 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 12-05-2016 Datum publicatie 19-05-2016 Zaaknummer AWB - 15 _ 7447 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2015:16050

ECLI:NL:RBDHA:2015:16050 ECLI:NL:RBDHA:2015:16050 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 17-02-2015 Datum publicatie 19-05-2016 Zaaknummer AWB 15/15988 en AWB 15/15989 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, verweerder, gemachtigden: mrs. C.J. Telting en B.A. Veenendaal.

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, verweerder, gemachtigden: mrs. C.J. Telting en B.A. Veenendaal. Uitspraak RECHTBANK AMSTERDAM Sector bestuursrecht zaaknummer: AWB 11/2308 WWB uitspraak van de meervoudige kamer in de zaak tussen [eiseres], wonende te [woonplaats], eiseres, gemachtigde mr. W.G. Fischer,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2009:BM8181

ECLI:NL:RBSGR:2009:BM8181 ECLI:NL:RBSGR:2009:BM8181 Instantie Datum uitspraak 24-11-2009 Datum publicatie 17-06-2010 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer Awb 07 / 24619 en 07 / 24620 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van: Raad vanstate 201106641/1/V2. Datum uitspraak: 18 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen

Nadere informatie

Raad vanstatc /1/V1. Datum uitspraak: 28 augustus 2012

Raad vanstatc /1/V1. Datum uitspraak: 28 augustus 2012 Raad vanstatc 201203196/1/V1. Datum uitspraak: 28 augustus 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 200809034/1N2. Datum Uitspraak: 22 april 2009 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2016:14397

ECLI:NL:RBDHA:2016:14397 ECLI:NL:RBDHA:2016:14397 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 24-11-2016 Datum publicatie 02-12-2016 Zaaknummer AWB 16/25433 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201104673/1 /V4. Datum uitspraak: 27 december 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht {hierna: de Awb) op

Nadere informatie

uitspraak van de enkelvoudige kamer voor vreemdelingenzaken van 1 november 2017 in de zaak tussen

uitspraak van de enkelvoudige kamer voor vreemdelingenzaken van 1 november 2017 in de zaak tussen uitspraak RECHTBANK DEN HAAG Zittingsplaats Amsterdam Bestuursrecht zaaknummer: NL. 17 3 145 V-nummer: uitspraak van de enkelvoudige kamer voor vreemdelingenzaken van 1 november 2017 in de zaak tussen

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766

ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766 ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 19-12-2006 Datum publicatie 02-02-2007 Zaaknummer SBR 06-1767 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2012:BY0698

ECLI:NL:RBSGR:2012:BY0698 ECLI:NL:RBSGR:2012:BY0698 Instantie Datum uitspraak 16-10-2012 Datum publicatie 19-10-2012 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer Awb 12 / 20431 en Awb 12 / 20426 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2016:16922

ECLI:NL:RBDHA:2016:16922 ECLI:NL:RBDHA:2016:16922 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 05-08-2016 Datum publicatie 17-03-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie AWB 16/15687 en AWB 16/5690(vovo)

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2001:AD4035

ECLI:NL:RBROT:2001:AD4035 ECLI:NL:RBROT:2001:AD4035 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 31-07-2001 Datum publicatie 08-10-2001 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie AKW 00/414-ZWI Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:3127

ECLI:NL:RVS:2014:3127 ECLI:NL:RVS:2014:3127 Instantie Raad van State Datum uitspraak 12-08-2014 Datum publicatie 20-08-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201304293/1/V4 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2016:4914

ECLI:NL:RBDHA:2016:4914 ECLI:NL:RBDHA:2016:4914 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 25-03-2016 Datum publicatie 06-05-2016 Zaaknummer AWB - 15 _ 14610 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2016:4281

ECLI:NL:RBDHA:2016:4281 ECLI:NL:RBDHA:2016:4281 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 20-04-2016 Datum publicatie 25-04-2016 Zaaknummer AWB 16/5646 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: r Raad vanstate 201108252/1/V2. Datum uitspraak: 14 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2012:BY6930

ECLI:NL:RBAMS:2012:BY6930 ECLI:NL:RBAMS:2012:BY6930 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 30-11-2012 Datum publicatie 20-12-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie AWB 12-1613 WWB Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2008:BC1824

ECLI:NL:CRVB:2008:BC1824 ECLI:NL:CRVB:2008:BC1824 Instantie Datum uitspraak 02-01-2008 Datum publicatie 15-01-2008 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 07-319 WW Bestuursrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstatc 201204533/1/V1. Datum uitspraak: 19 februari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186

ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186 ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 06-07-2010 Datum publicatie 23-07-2010 Zaaknummer AWB 10/180, 10/181, 10/508, 10/513, 10/684 en 10/685 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201108397/1/V2. Datum uitspraak: 6 september 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 200705297/1. Datum uitspraak: 31 januari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2015:4776

ECLI:NL:RBDHA:2015:4776 ECLI:NL:RBDHA:2015:4776 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 02 04 2015 Datum publicatie 28 04 2015 Zaaknummer Rechtsgebieden VK 14_26214 Vreemdelingenrecht Bijzondere kenmerken Bodemzaak Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2010:BN6381

ECLI:NL:RBSGR:2010:BN6381 ECLI:NL:RBSGR:2010:BN6381 Instantie Datum uitspraak 07-09-2010 Datum publicatie 15-09-2010 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 10/535 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2003:AO3144

ECLI:NL:RBSGR:2003:AO3144 ECLI:NL:RBSGR:2003:AO3144 Instantie Datum uitspraak 26-09-2003 Datum publicatie 17-02-2004 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 01/49693 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven; Dienst Werk, Zorg en Inkomen (Dienst WZI), te Eindhoven, verweerder.

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven; Dienst Werk, Zorg en Inkomen (Dienst WZI), te Eindhoven, verweerder. LJN: BA9368, Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 06/4958 Datum uitspraak: 12-06-2007 Datum publicatie: 11-07-2007 Rechtsgebied: Bijstandszaken Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig Inhoudsindicatie:

Nadere informatie

Raad van State /1/V1. Datum uitspraak: 2 november 2009

Raad van State /1/V1. Datum uitspraak: 2 november 2009 Raad van State 2009061 36/1/V1. Datum uitspraak: 2 november 2009 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2014:4543

ECLI:NL:RBGEL:2014:4543 ECLI:NL:RBGEL:2014:4543 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 22-07-2014 Datum publicatie 25-07-2014 Zaaknummer AWB-12_502 Rechtsgebieden Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

vanstate /1/V2. Datum uitspraak: 27 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1/V2. Datum uitspraak: 27 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201104354/1/V2. Datum uitspraak: 27 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2011:BP2590

ECLI:NL:RBSGR:2011:BP2590 ECLI:NL:RBSGR:2011:BP2590 Instantie Datum uitspraak 24-01-2011 Datum publicatie 01-02-2011 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 10-19997 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201Ï10716/1/V2. Datum uitspraak: 30 augustus 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van: Raad vanstatc 201105933/1/V2. Datum uitspraak: 6 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen

Nadere informatie

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 26 juli 2016 in de zaak tussen

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 26 juli 2016 in de zaak tussen 26/07 2016 14:35 FAX 0475352564 RB LIMBURG afd.vk $0002/0006 uitspraak RECHTBANK DEN HAAG Zittingsplaats Roennond Bestuursrecht zaaknummer: AWB 167 14766 uitspraak van de enkelvoudige kamer van 26 juli

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2014:5220

ECLI:NL:RBMNE:2014:5220 ECLI:NL:RBMNE:2014:5220 Instantie Datum uitspraak 23-10-2014 Datum publicatie 28-10-2014 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer AWB - 14 _ 2227 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201210211/1/V3. Datum uitspraak: 29 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstatc 201101639/1/V1. Datum uitspraak: 20 juni 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op de

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201109405/1 /V4. Datum uitspraak: 20 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2013:11101

ECLI:NL:RBDHA:2013:11101 ECLI:NL:RBDHA:2013:11101 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 27-08-2013 Datum publicatie 29-08-2013 Zaaknummer VK-13_20402 Rechtsgebieden Vreemdelingenrecht Bijzondere kenmerken Voorlopige voorziening+bodemzaak

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201010673/1 A/1. Datum uitspraak: 25 juni 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2002:AE5470

ECLI:NL:RBSGR:2002:AE5470 ECLI:NL:RBSGR:2002:AE5470 Instantie Datum uitspraak 07-02-2002 Datum publicatie 17-07-2002 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 01/15767 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

1. Aan de orde is de vraag of de weigering om eiser een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, in rechte stand kan houden.

1. Aan de orde is de vraag of de weigering om eiser een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, in rechte stand kan houden. Uitspraak RECHTBANK s-gravenhage Nevenzittingsplaats s-hertogenbosch Sector bestuursrecht Zaaknummer: AWB 09/45943 Uitspraak van de meervoudige kamer van 14 oktober 2010 inzake [eiser], geboren op [geboortedatum],

Nadere informatie