12120 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

Transcriptie

1 12120 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD Bij besluit van 19 januari 2015 hecht de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding haar goedkeuring aan de beslissing van de gemeenteraad van Antwerpen van 22 september 2014 houdende wijziging van de statuten van het autonoom gemeentebedrijf Stedelijk Onderwijs Antwerpen. Bij besluit van 19 januari 2015 hecht de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding haar goedkeuring aan de beslissing van de gemeenteraad van Antwerpen van 22 september 2014 houdende wijziging van de statuten van het autonoom gemeentebedrijf Gemeentelijk Autonoom Parkeerbedrijf Antwerpen AGB dat hierdoor tevens van naam verandert naar Gemeentelijk Autonoom Parkeer- en mobiliteitsbedrijf Antwerpen AGB. Bij besluit van 19 januari 2015 hecht de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding haar goedkeuring aan de beslissing van de gemeenteraad van Antwerpen van 22 september 2014 houdende wijziging van de statuten van het autonoom gemeentebedrijf kinderdagverblijven en dienst voor onthaalouders Antwerpen. Bij besluit van 19 januari 2015 hecht de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding haar goedkeuring aan de beslissing van de gemeenteraad van Antwerpen van 22 september 2014 houdende wijziging van de statuten van het Autonoom Gemeentebedrijf voor Vastgoedbeheer en Stadsprojecten Antwerpen. Bij besluit van 19 januari 2015 hecht de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding haar goedkeuring aan de beslissing van de gemeenteraad van Antwerpen van 22 september 2014 houdende wijziging van de statuten van het autonoom gemeentebedrijf Energiebesparingsfonds Antwerpen. * VLAAMSE OVERHEID Welzijn, Volksgezondheid en Gezin [2015/200590] 21 JANUARI Erkenning Centrum Algemeen Welzijnswerk Bij besluit van de secretaris-generaal van het departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin van 21 januari 2015 wordt het volgende bepaald: Artikel 1. Het Centrum voor Algemeen Welzijnswerk Brussel met zetel te Priemstraat 19a te Brussel wordt met ingang van 1 januari 2015 erkend als centrum voor algemeen welzijnswerk en dit voor het vervullen van de opdrachten conform het engagement dat het centrum ter zake heeft aangegaan in zijn beleidsplan. Art. 2. Conform artikel 22 van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 juni 2013 betreffende het algemeen welzijnswerk ter uitvoering van het decreet van 8 mei 2009 betreffende het algemeen welzijnswerk, wordt het minimumaantal personeelsleden voor wie de erkenning geldt, bepaald op 84,97 voltijdse equivalenten. Art. 3. Het werkgebied van dit centrum wordt bepaald als volgt: het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad. Art. 4. Deze erkenning kan op elk ogenblik worden ingetrokken om reden van niet-inachtneming van de voorwaarden gesteld bij de reglementering betreffende voormelde voorziening. Art. 5. Dit besluit vervangt het besluit van de secretaris-generaal tot voorwaardelijke erkenning van het Centrum voor Algemeen Welzijnswerk Brussel van 29 januari * VLAAMSE OVERHEID Landbouw en Visserij [C 2015/35117] 5 JANUARI Besluit van de secretaris-generaal van het Departement Landbouw en Visserij tot indeling van het Departement Landbouw en Visserij en tot vaststelling van zijn organogram De Secretaris-generaal van het Departement Landbouw en Visserij, Gelet op het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003, het laatst gewijzigd bij het decreet van 22 november 2013; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2003 tot regeling van de delegatie van de beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de departementen van de Vlaamse ministeries, artikel 10; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie, artikel 12, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 14 juni 2013 en 20 juni 2014, artikel 16 en artikel 26, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2009 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 25 april 2014;

2 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD Gelet op het besluit van de secretaris-generaal van het departement Landbouw en Visserij van 2 januari 2012 tot indeling van het Departement Landbouw en Visserij en tot vaststelling van zijn organogram; Overwegende de beslissing van de Vlaamse Regering van 20 september 2013 waarbij ze haar goedkeuring gaf aan een conceptnota over de beperking van het aantal entiteiten binnen de Vlaamse administratie, in casu de fusie van het Departement Landbouw en Visserij met het Agentschap voor Landbouw en Visserij tot de nieuwe entiteit Departement Landbouw en Visserij; Overwegende dat het besluit van de Vlaamse Regering van 25 april 2014 tot wijziging van de organieke regelgeving naar aanleiding van de fusie van het departement Landbouw en Visserij met het Agentschap voor Landbouw en Visserij het Agentschap voor Landbouw en Visserij opheft met ingang van 1 januari 2015; Overwegende dat die fusie in werking treedt op 1 januari 2015; Overwegende dat het dienstencentrum Landbouw en Visserij tot de fusie met Odicé deel blijft uitmaken van het Departement Landbouw en Visserij; Overwegende dat de organisatiestructuur en de taken van het Departement Landbouw en Visserij verder bepaald moeten worden, Besluit : HOOFDSTUK 1. De organisatiestructuur van het Departement Landbouw en Visserij Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op het Departement Landbouw en Visserij, hierna het departement te noemen. Het departement bestaat uit de volgende subentiteiten : 1 het secretariaat-generaal; 2 het team Bijzondere Opdrachten; 3 de afdeling Organisatiebeleid, Financiën en Communicatie; 4 de afdeling Beleidscoördinatie en Omgeving; 5 de afdeling Inkomenssteun; 6 de afdeling Ondernemen en Ontwikkelen; 7 de afdeling Voorlichting, Doelgroepenbeleid en Kwaliteit Plant; 8 de afdeling Visserijbeleid en Kwaliteit Dier; 9 de afdeling Monitoring en Studie; 10 de afdeling Digitale Ondersteuning; 11 de afdeling Dienstencentrum Landbouw en Visserij. De subentiteiten, vermeld in het tweede lid, 2 tot en met 11, worden geleid door een managementfunctie van N-1-niveau of door een afdelingshoofd. Het departement heeft een hoofdzetel in Brussel en buitendiensten in Oostende, Brugge, Gent, Antwerpen, Hasselt en Leuven. Art. 2. Het organogram van het departement wordt vastgesteld in bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd. HOOFDSTUK 2. Taken Art. 3. Het secretariaat-generaal bestaat uit : 1 het secretariaat van de N; 2 het hoofd van het Vlaams Betaalorgaan. Art. 4. Het team Bijzondere Opdrachten voert opdrachten uit in samenwerking met de secretaris-generaal die zowel betrekking hebben op de organisatie als op de materie en die een specifieke impact hebben op het departement of op doelgroepen van het departement. Art. 5. De afdeling Organisatiebeleid, Financiën en Communicatie, hierna AOFC te noemen, heeft de volgende bevoegdheden : 1 de coördinatie en de uitvoering van het organisatiebeleid; 2 de coördinatie en de uitvoering van het materie- en matrixcommunicatiebeleid; 3 de Interne Audit; 4 de coördinatie van de begroting; 5 het uitvoeren, boeken en declareren van alle betalingen met Europese (co)financiering uit het Europees Landbouwgarantiefonds en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling, evenals het bijhorende debiteuren- en derdenbeheer; 6 het boekhoudbeheer van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds, het Financieringsinstrument voor de Vlaamse Visserij- en Aquacultuursector, het Informatienetwerk Landbouwboekhoudingen en het Fonds Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. AOFC bestaat uit een team begroting. AOFC bestaat uit de volgende diensten : 1 de dienst Organisatiebeleid; 2 de dienst Communicatie; 3 de dienst Interne Audit; 4 de dienst Financiën. AOFC maakt zowel deel uit van het departement als van het Vlaams Betaalorgaan.

3 12122 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD Art. 6. De afdeling Beleidscoördinatie en Omgeving, hierna ABCO te noemen, heeft de volgende bevoegdheden : 1 de coördinatie van de beleidsvoorbereidende opdrachten van het departement; 2 de proactieve opvolging van de strategische beleidsthema s, zowel op internationaal, Europees, federaal, (inter)regionaal als sectoraal niveau inclusief (agro)voeding; 3 het bewaken van de langetermijndoelstellingen van het departement; 4 het verzorgen van de juridische ondersteuning; 5 het verzorgen van de contacten met de Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij en het Vlaams Parlement; 6 het landbouwrampenfonds en de pacht; 7 het opvolgen van het Europese gemeenschappelijke landbouwbeleid in al zijn aspecten en de toepassing hiervan in Vlaanderen, met specifieke aandacht voor het opvolgen van de marktsituatie van de verschillende voor Vlaanderen relevante landbouwsectoren, het plattelandsontwikkelingsbeleid (incl. CCEP), het promotiebeleid; 8 het opvolgen van bepaalde ketenhefbomen, zoals mededinging, handelspraktijken en promotie; 9 het verdedigen van het landbouwbeleid en de afstemming ervan met alle andere Vlaamse beleidsvelden met prioriteit voor ruimte, leefmilieu, energie en innovatie; 10 het verlenen van adviezen over natuur- en omgevingsdossiers. ABCO bestaat uit de volgende diensten : 1 de dienst Juridische Ondersteuning; 2 de dienst Agrovoedingsketen; 3 de dienst Omgeving; 4 de dienst Beleidscoördinatie. Art. 7. De afdeling Inkomenssteun, hierna AIS te noemen, heeft de volgende bevoegdheden : 1 het operationeel beleid en de praktische implementatie en uitvoering van de maatregelen van het Europees gemeenschappelijk landbouwbeleid en van het Vlaamse landbouwbeleid op het vlak van de rechtstreekse betalingen aan landbouwers; 2 het operationeel beleid en de praktische implementatie en uitvoering van de steun voor agromilieu- en klimaatmaatregelen voor landbouwers. AIS bestaat uit de volgende teams : 1 het team Beleidsvoorbereiding; 2 het team Operationele Coördinatie. AIS bestaat uit de volgende diensten : 1 de dienst Aangiftes; 2 de dienst Controles; 3 de dienst Berekeningen. AIO maakt zowel deel uit van het departement als van het Vlaams Betaalorgaan. Art. 8. De afdeling Ondernemen en Ontwikkelen, hierna AOO te noemen, heeft de volgende bevoegdheden : 1 het operationeel beleid, de dossierbehandeling en de controle van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds, inclusief omkaderingssteun en waarborgverlening; 2 de erkenning en het programmabeheer van de gemeenschappelijke marktordeningen; 3 het toekennen van certificaten en restituties en de dossierbehandeling en de controle van de interventie en steunmaatregelen; 4 het operationeel beleid, de dossierbehandeling en de controle van de maatregelen rond naschoolse vorming, Kratos, bedrijfsadviesdiensten, zorgboerderijen en bedrijfsverzorgingsdiensten; 5 de autorisatie en de controle van de betalingen van de dossiers gerelateerd aan maatregelen met Europese cofinanciering die beheerd worden door de afdeling Voorlichting, Doelgroepenbeleid en Kwaliteit Plant en de afdeling Visserijbeleid, Kwaliteit Dier; AOO bestaat uit de volgende diensten : 1 de dienst Vlaams Landbouwinvesteringsfonds; 2 de dienst Gemeenschappelijke Marktordening; 3 de dienst Certificaten, Interventies en Restituties; 4 de dienst Ontwikkeling. AOO maakt zowel deel uit van het departement als van het Vlaams Betaalorgaan.

4 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD Art. 9. De afdeling Voorlichting, Doelgroepenbeleid en Kwaliteit Plant, hierna AVDKP te noemen, heeft de volgende bevoegdheden : 1 op het vlak van voorlichting : a) het sensibiliseren van land- en tuinbouwers om innovatieve teeltmethoden toe te passen en om het landbouw- en omgevingsbeleid concreet te implementeren in hun bedrijf; b) het signaleren van de problemen en goede praktijken die zich in de praktijk voordoen aan de beleidsbeslissers en de instellingen voor wetenschappelijk onderzoek; 2 het operationeel beleid, inclusief de dossierbehandeling en de controle van specifieke doelgroepen; 3 op het vlak van kwaliteit : a) het operationeel beleid ten aanzien van de kwaliteit van het plantaardige vermeerderingsmateriaal; b) de verantwoordelijkheid voor de rassenlijst van landbouw- en groentegewassen; c) de organisatie en de coördinatie van de controle op de wettelijke vastgelegde kwaliteitsgaranties voor plantaardig vermeerderingsmateriaal; d) de uitvoering van de officiële kwaliteitsanalyses op zaden. AVDKP bestaat uit de volgende diensten : 1 de dienst Voorlichting; 2 de dienst Doelgroepenbeleid; 3 de dienst Kwaliteit Plant. Art. 10. De afdeling Visserijbeleid en Kwaliteit Dier, hierna AVKD te noemen, heeft de volgende bevoegdheden : 1 het instaan voor een integrale duurzame aanpak van het zeevisserijbeleid, inclusief het aquacultuurbeleid; 2 het bijdragen tot innovatief en kwaliteitsvol uitgangsmateriaal binnen de dierlijke keten met borging en handhaving tot en met de karkasclassificatie. AVKD bestaat uit de volgende diensten : 1 de dienst Visserij; 2 de dienst Kwaliteit Dier. Art. 11. De afdeling Monitoring en Studie, hierna AMS te noemen, heeft de volgende bevoegdheden : 1 het opstellen van indicatoren over landbouw en visserij en zijn omgeving met het oog op het verstrekken van beleidsinformatie door het departement. AMS doet dat op basis van eigen dataverzameling en data, verzameld door derden, en evolueert naar landbouwbeleidsdatabank; 2 het maken, op verzoek van het beleidsdomein Landbouw en Visserij, van beleidsanalyses en -evaluaties op korte en lange termijn over Europees en Vlaams landbouw- en visserijbeleid en de coherentie van dat beleid met andere beleidsvelden; 3 de inhoudelijke ondersteuning van ABCO van transformaties door co-creatie met partners in de (agro)voedingsketen en onderzoeksturing op verzoek van het beleidsdomein Landbouw en Visserij; 4 het onderhouden van een nauwe samenwerking met de afdeling Landbouw en Maatschappij van het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek. AMS bestaat uit de volgende diensten : 1 de dienst Data; 2 de dienst Rapportering; 3 de dienst Studie. Art. 12. De afdeling Digitale Ondersteuning, hierna ADO te noemen, heeft de volgende bevoegdheden : 1 het ondersteunen van de digitalisering van de processen van het departement, inclusief het Vlaams Betaalorgaan. Ze werkt daarvoor een e-governmentprogramma uit in nauw overleg met de business en informatiseert de projecten en processen, zowel van het Vlaams Betaalorgaan als van de andere afdelingen van het departement ten bate van de externe klanten en van de interne klanten; 2 het ondersteunen van de IT-projectwerking en de aankoop van ICT-gerelateerde producten en diensten. ADO bestaat uit een overlegstructuur strategische ICT- ondersteuning N en uit de volgende teams : 1 het team E-government en Digitale Processen; 2 het team Projectondersteuning en Aankoop Informatietechnologie en Communicatietechnologie. ADO bestaat uit de volgende diensten : 1 de dienst Exploitatie; 2 de dienst Ontwikkeling A; 3 de dienst Ontwikkeling B; 4 de dienst Ontwikkeling C; 5 de dienst SAS. ADO maakt zowel deel uit van het departement als van het Vlaams Betaalorgaan.

5 12124 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD Art. 13. De afdeling Dienstencentrum Landbouw en Visserij, hierna DC LV te noemen, is de management ondersteunende dienstverlenende afdeling. DC LV heeft de volgende bevoegdheden : 1 het voeren van de boekhouding en, op verzoek of instructie, het voeren van managementaccounting; 2 de logistieke ondersteuning en ondersteuning bij de uitvoering van het archiefbeleid; 3 het instaan voor de personeels- en loonadministratie; 4 het verzorgen van de juridische en communicatiedienstverlening met betrekking tot de taken, vermeld in punt 1 tot en met 3. DC LV bestaat uit de volgende diensten : 1 de dienst Boekhouding; 2 de dienst Logistiek; 3 de dienst Personeel. Art. 14. De afkortingen, vermeld in artikel 5 tot en met 13, worden alleen intern in het departement gebruikt en niet in de externe communicatie. Hoofdstuk 3. Oprichting van de beslissings- en managementorganen Art. 15. Het departement bestaat uit de volgende beslissings- en managementorganen : 1 de directieraad; 2 het maturiteitsforum; 3 het beleidsforum. Art De directieraad treedt in het departement op als enig departementaal beslissingsorgaan. 2. Met behoud van de toepassing van zijn eventuele bevoegdheden die voortvloeien uit de rechtspositieregeling van het personeel, beraadslaagt de directieraad over de algemene werking en de organisatie van het departement, alsook over de materiebeleidswerking. 3. De directieraad is samengesteld uit : 1 de secretaris-generaal van het departement, die ook de directieraad voorzit, onder voorbehoud van andersluidende bepalingen; 2 de afdelingshoofden van de subentiteiten, vermeld in artikel 1, tweede lid, 2 tot en met 11 ; 3 de verslaggever van de vergadering, afkomstig uit de AOFC. De leden van de directieraad kunnen zich uitzonderlijk en met een motivering op de vergadering laten vertegenwoordigen. 4. De directieraad maakt een huishoudelijk reglement op. Art. 17. De structuur van elk van de subentiteiten, vermeld in artikel 1, tweede lid, 3 tot en met 11, wordt vastgesteld in bijlage 2, die bij dit besluit is gevoegd. Hoofdstuk 4. Slotbepalingen Art. 18. Het besluit van de secretaris-generaal van het Departement Landbouw en Visserij van 2 januari 2012 tot indeling van het Departement Landbouw en Visserij en tot vaststelling van zijn organogram, gewijzigd bij het besluit van 3 december 2012, wordt opgeheven. Art. 19. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari Brussel, 5 januari De secretaris-generaal van het Departement Landbouw en Visserij, J. VAN LIEFFERINGE

6 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 12125

7 12126 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

8 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 12127

9 12128 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

10 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 12129

11 12130 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

12 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 12131

13 12132 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

14 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 12133

15 12134 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD