O N T V A N G E N 0 2 JAN, 2017

Transcriptie

1 O N T V A N G E N 0 2 JAN, 2017 Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap > Retouradres Postbus BJ Den Haag HOGESCHOOL VAN AMSTERDAM t.a.v. het College van Bestuur prof. Mr. H.M. de Jong Postbus BA AMSTERDAM Hoger Onderwijs en Studiefinanciering Rijnstraat 50 Den Haag Postbus B] Den Haag Contactpersoon F. el Idrissi T f.elidrissi@minocw.nl Datum 2 3 DEC Betreft Macrodoelmatigheidsbesluit wo master Occupational Therapy deeltijd Geachte heer De Jong, Met uw brief van 14 oktober 2016 door de Commissie Doelmatigheid Hoger Onderwijs (hierna: CDHO) ontvangen op 2 november 2016, heeft u mij het voornemen voorgelegd om de wo masteropleiding Occupational Therapy (deeltijd) als bekostigde opleiding te verzorgen in Amsterdam. De studielast van deze opleiding is door u bepaald op 90 studiepunten en de opleiding is door u gepositioneerd in het Croho-onderdeel Gezondheidszorg.. Onze referentie Bijlagen 1 Een belanghebbende kan tegen d it besluit binnen zes weken na de dag waarop het besluit hem is toegezonden schriftelijk bezwaar maken. De belanghebbende dient daartoe een bezwaarschrift in b ij de minister/staatssecretaris van OCW, onder vermelding van "Bezwaar", ter attentie van DUO, Postbus 606, 2700 ML in Zoetermeer. Meer informatie over het maken van bezwaar vindt u op wwtv. bezwaarschriftenocw. ni Advies CDHO De CDHO heeft mij bij brief van 13 december 2016, kenmerk 2016/77, positief geadviseerd over uw aanvraag. Dit advies, dat integraal onderdeel uitmaakt van dit besluit, treft u hierbij aan. Besluit Gelet op bovengenoemd advies van de CDHO en het bepaalde in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (hierna: WHW) en in de Beleidsregel doelmatigheid hoger onderwijs 2014 (hierna: Beleidsregel), heb ik besloten in te stemmen met uw voornemen om de wo masteropleiding Occupational Therapy (deeltijd) als bekostigde opleiding te verzorgen in Amsterdam. Beoordelingskader De wettelijke grondslag voor mijn besluitvorming is gelegen in artikel 6.2 van de WHW. Voorts zijn de Beleidsregel en het additioneel beleidskader voor beoordeling van aanvragen van hogescholen voor wo opleidingen (Brief van de Minister van OCW, kenmerk , 25 september 2013) leidraad geweest bij de beoordeling.. Motivering Overeenkomstig het advies van de CDHO concludeer ik dat uw aanvraag voldoet aan de criteria a, b en c in artikel 6 van de Beleidsregel en aari de drie aanvullende eisen, de opleiding is complementair aan het wo aanbod, sluit aan bij de onderwijs- en onderzoekszwaartepunten van de hogeschool en er is sprake van een duurzame relatie met een academische instelling in verband met het Pagina 1 van 2

2 bieden van een academische onderzoeksomgeving, in het additioneel beleidskader nze referen tie voor beoordeling van aanvragen van hogescholen voor wo opleidingen. Voor de nadere motivering verwijs ik u naar het advies van de CDHO. Croho-procedure Ingevolge artikel 6.2, zevende lid, van de WHW, vervalt dit besluit indien de opleiding niet binnen tien maanden na dagtekening van dit besluit is geregistreerd in het Centraal register opleidingen hoger onderwijs (Croho). Registratie binnen die termijn is niet eerder mogelijk dan nadat de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (hierna: NVAO) een positief besluit heeft genomen in het kader van de toets nieuwe opleiding. In verband met het vervallen van dit besluit na tien maanden, raad ik u aan zo spoedig mogelijk bij de NVAO een aanvraag in te dienen voor de toets nieuwe opleiding. Ik teken hierbij het'volgende aan. Artikel 7.4a, tweede lid, van de WHW bepaalt dat de studielast van een masteropleiding in het wetenschappelijk onderwijs 60 studiepunten bedraagt. U hebt, met inachtneming van artikel 7.4a, achtste lid, van de WHW de studielast van de opleiding bepaald op 90 studiepunten. Dit betekent dat u voor de (nominale) periode dat de opleiding langer duurt dan 1 jaar overeenkomstig artikel 7.51, eerste lid, aanhef en onder d, van de WHW voor de student een financiële voorziening dient te treffen. Over die periode ontvangt u geen bekostiging. Een afschrift van deze brief is gezonden aan de CDHO, de NVAO, VH, de Inspectie van het Onderwijs en de Dienst Uitvoering Onderwijs (Groningen). Met vriendelijke groet, de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, dr. Jet Bussemaker namens deze, de directeur Hoger Onderwijs en Studiefinanciering, Pagina 2 van 2

3 "V Commissie Doelmatigheid Hogèr Onderwijs Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap t.a.v. de directeur Hoger Onderwijs & Studiefinanciering drs. F.A. Hofman Postbus G BJ DEN HAAG Geachte heer Hofman, datum 13 december 2016 onderwerp advies nieuwe opleiding wo master Occupational Therapy Hogeschool van Amsterdam Amsterdam ons kenmerk 2016/77 bijlagen advies CDHO Hierbij ontvangt u het advies van de Commissie Doelmatigheid Hoger Onderwijs inzake de aanvraag nieuwe opleiding van de Hogeschool van Amsterdam ten behoeve van de wo master Occupational Therapy te Amsterdam. De commissie heeft bij de beoordeling rekening gehouden met de regeling Schutte. Ik verzoek u mij een afschrift van uw besluit toe te zenden, ik ga ervan uit u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd, drs. P.M.M. Rullmann voorzitter CDHO Parkstraat 28 «2514 JK Den Haag Postbus * 2508 CD Den Haag info@cciho.nl»

4 Commissie Doelmatigheid ^ Hoger Onderwijs Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap t.a.v. de Minister ' mw. dr. M. Bussemaker Postbus BJ DEN HAAG Advies datum 13 december 2016 onderwerp nieuwe opleiding Hogeschool van Amsterdam wo master Occupational Therapy deeltijd Amsterdam ons kenmerk 2016/77 bijlage beoordelingskader Geachte mevrouw Bussemaker, Op 2 november 2016 heeft de Commissie Doelmatigheid Hoger Onderwijs het voornemen ontvangen van Hogeschool van Amsterdam om de wö master Occupational Therapy als bekostigde opleiding te verzorgen te Amsterdam. De aanvraag was voorzien van alle voor de beoordeling van de aanvraag benodigde gegevens en is door de commissie in behandeling genomen. Advies Commissie Doelmatigheid Hoger Onderwijs Gelet op het hierna volgende adviseert de commissie u om positief te besluiten op het verzoek van Hogeschool van Amsterdam om de wo masteropleiding Occupational Therapy als bekostigde opleiding te Amsterdam te verzorgen. Beoordelingskader De wettelijke grondslag voor dit advies is gelegen in artikel 6.2 van de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW). Voorts heeft de Beleidsregel doelmatigheid hoger onderwijs van 3 juli 2014, verder te noemen de Beleidsregel, voor de commissie als leidraad gediend. Tevens is het additioneel beleidskader voor beoordeling van aanvragen van hogescholen voor wo opleidingen van toepassing (Brief van de Minister van OCW, kenmerk , 25 september 2013), Hel beoordelingskader treft uln de bijiagë bij dit acivies aan. Omschrijving van de aanvraag Aanvrager biedt sinds 2004 de wo master Occupational Therapy in onbekostigde vorm in Amsterdam aan. Via deze weg verzoekt aanvrager om bekostiging van deze opleiding. Het betreft een Engelstalige wo masteropleiding van 90-EC die in deeltijd wordt aangeboden. De opleiding is ingedeeld in het Croho onderdeel Gezondheidszorg. De opleiding biedt bachelors Ergotherapie verdieping en verbreding van hun vakkennis op wetenschappelijk niveau. De onbekostigde opleiding wordt aangeboden in samenwerking met Zürich University of Applied Sciences (Zwitserland), University of Brighton (Verenigd Koninkrijk), University College Zealand (Denemarken) en het Karolinska Institutet (Zweden). Studenten volgen onderdelen van de opleiding bij al deze instituten en hun masterthesis schrijven zij in eigen land. De opleiding is toegankelijk voor studenten met een bachelordiploma Ergotherapie (BSc) of internationale equivalent die aantoonbaar het Engels in voldoende mate beheersen. Aanvrager doet een beroep op criteria a, b en c in art. 6 van de Beleidsregel en het additioneel beleidskader voor beoordeling van aanvragen van hogescholen voor wo opleidingen. Parkstraat JK Den Haag Postbus * 2508 CD Den Haag info@cdho.nl»

5 Commissie Doelmatigheid Hoger Onderwijs pagina 2 van 7 Motivering De aanvraag voldoet naar mening van de commissie aan de criteria a, b en c in art. 6 van de Beleidsregel en aan de drie. aanvullende eisen in het additioneel beleidskader voor beoordeling van aanvragen van hogescholen voor wo opleidingen. Beoordeling criterium a Beleidsregel Aanvrager stelt dat de wo-master Occupatiqnal Therapy nieuw is en noodzakelijk om de gewenste vernieuwing te realiseren. In Nederland wordt Ergotherapie alleen op hbo bachelorniveau als opleiding aangeboden. De enige masteropleiding op dit vakgebied is de wo masteropleiding Occupational Therapy die aanvrager in onbekostigde vorm aanbiedt; er zijn geen andere hbo of wo masteropleidingên die sterk verwant zijn aan deze opleiding. De commissie constateert dat de master Occupational Therapy nieuw is en noodzakelijk om de gewenste vernieuwing te realiseren. De aanvraag voldoet aan criterium a in art. 6 van de Beleidsregel. Beoordeling criterium b Beleidsregel Aanvrager stelt dat de wo master Occupational Therapy beantwoordt aan een arbeidsmarktbehoefte in. combinatie met een maatschappelijke en een wetenschappelijke behoefte. Maatschappelijke behoefte Ter onderbouwing van de maatschappelijke behoefte verwijst aanvrager naar de Human Capital Agenda Life Sciences and Health, het WHO beleid inzake mensgerichte zorg, een rapport van de Verkenningscommissie hbo gezondheidszorg en het rapport Ergotherapie doet ertoe van SEO. De doelstellingen van de Topsector Life Sciences and Health zijn uitgewerkt in de Kennis- en Innovatieagenda De kern van deze agenda wordt gevormd door drie pijlers: Fundamental Life Sciences Research, Applied and-practice- Based Health and Functioning Science Research en Built Environment, ICT infrastructure and.concept and Systems Development. De master Occupational Therapy sluit zeer goed aan op de tweede pijler, die gericht is op het bevorderen van een gezonde levensstijl, gedrag en zelfstandig functioneren in het bijzonder na ingrijpende gebeurtenissen zoals een operatie. In de 'Global Strategy on people-centered and integrated health services' presenteert de WHO vijf strategieën waarmee nationale overheden het. gezondheidszorgsysteem meer mensgericht kunnen maken: 1. Empowering and engaging people and communities; 2. Strengthening governance and accountability; 3. Reorienting the model of care; 4. Coordinating services within and across sectors; 5. Creatirig an enabling environment. De master Occupational Therapy sluit aan op strategie 1, 4 en 5. In het rapport Voortrekkers in verandering adviseert de Verkenningscommissie hbo gezondheidszorg om in het hoger onderwijs onder andere meer aandacht te besteden aan kennis over technologie en e-health, preventie/ bevordering van een gezonde levensstijl en praktijkgericht onderzoek. In de wo master Occupational therapy wordt aandacht besteed aan deze onderwerpen. Tenslotte verwijst aanvrager naar het SEO rapport 'Ergotherapie doet ertoe' uit 2014, waarin de effectiviteit van ergotherapie is onderzocht. Uit dit rapport blijkt dat Parkstraat 28 * 2514 JK Den Haag Postbus * 2508 CD Den Haag info@cdho.nl <

6 S J. f Commissie Ooelmotigheid Hoger Onderwijs pagina 3 van 7 dementerende ouderen die ergotherapeutische behandelingen hebben ontvangen een hogere kwaliteit van leven hebben en zelfredzamer zijn. Zij maken minder gebruik van huisartsen- en ziekenhuiszorg en doen een minder zwaar beroep op hun.mantelzorgers.-het onderzoek.dat wa masteropgeleideruqccupational Therapy verrichten kan verder bijdragen aan de evidentie van dit vakgebied. De commissie concludeert op grond van het bovenstaande dat de maatschappelijke behoefte is aangetoond. Wetenschappelijke behoefte De wetenschappelijke behoefte onderbouwt aanvrager door te verwijzen naar de activiteiten in het kader van de lectoraten Ergotherapie en ACHIEVE (in samenwerking met het AMC) en de doelstellingen in het Europese onderzoeksprogramma Horizon De onbekostigde wo masteropleiding Occupational Therapy is verbonden aan twee lectoraten, waarbinnen op dit moment drie docenten bezig zijn met een promotieonderzoek. Uit onderzoek naar de positie van alumni van de opleiding is gebleken dat inmiddels 13 afgestudeerden van de master gepromoveerd zijn en dat 10 afgestudeerden bezig zijn met hun proefschrift. Verder geeft aanvrager aan dat de master aansluit op de Europese onderzoeksagenda Horizon Hierin is het thema Health, Demographic Dhartge and Wellbeing opgenomen:-dit-thema- is in de onderzoekagenda voor het jaar2016/2017 onder andere concreet vertaald in onderzoek naar vitaliteitsbehoud en behoud van zelfstandigheid voor ouderen en onderzoek naar.de ontwikkeling van nieuwe effectieve interventies. De master Occupational Therapy sluit hier op aan. De commissie concludeert dat de wetenschappelijke behoefte is aangetoond. Arbeidsmarktbehoefte Ter onderbouwing van de arbeidsmarktbehoefte verwijst aanvrager naar ROA, de Arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2020, het rapport van de commissie Kaljouw en een evaluatie van de opleiding Occupational Therapy door het Kohnstamm instituut. Het ROA rapport 'De Arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2020' geeft geen specifieke informatie over de arbeidsmarkt voor ergotherapeuten. Ergotherapeuten vallen in ROA's classificatie in de categorie medisch vakspecialisten. Dit is een erg gemengde categorie, van ambulancepersoneel en fysiotherapeuten tot protheseen tandtechnici, opticiens en medewerkers medische registratie en medisch archief. De arbëidsmarktprognoses voor medisch vakspecialisten zijn redelijk; er is een'hoge uitbrëidingsvraag, een erg lage vervangingsvraag en ROA verwacht de komende jaren enige knelpunten in de personeelsvoorziening. De loopbaanperspectieven voor deze brede beroepsgroep zijn goed. Beroepsgroep Arbeidsmarktprognose variabele Indicator Aantal Totaal % 6 jr. Geni. jaarlijks % Typering Medisch vakspecialisten verwachte uitbrëidingsvraag tot ,4 hoog Medisch vakspecialisten verwachte vervangingsvraagtot ,8 erg laag Medisch vakspecialisten verw achte baanopeningen to t 2020 ITKB toekom stige knelpunten ,2 laag Medisch vakspecialisten beroepsgroep in 2020 Q,89 enige Medisch vakspecialisten loopbaanperspectief 3,51 goed Bron: ROA, AIS Parkstraat 28 * 25,14 JK Den Haag Postbus * 2508 CD Den Haag info@cdho.nl

7 ; Commissie Doelmatigheid Hoger Onderwijs pagina 4 van 7 In het rapport van de commissie Kaljouw, 'Naar nieuwe zorg en zorgberoepen: de contouren uit 2015 wordt de verschuiving van zorgen voor.naar zorgen dat' beschreven. Hoe die verschuiving vorm zal krijgen in het beleid van VWS en welk effect dit zal hebben op de arbeidsmarkt in de zorg blijkt niet uit dit rapport. Verder verwijst aanvrager naar een evaluatie van de bestaande onbekostigde masteropleiding Ocpupational Therapy die in 2015 is uitgevoerd door het Kohnstamm instituut. In dit rapport zijn de ervaringen van alumni van de jaren 2007, 2008, 2010, 2011 en 2012 en hun werkgevers onderzocht. De respons was beperkt, maar de resultaten zijn zeer positief: de meeste afgestudeerden blijven bij hun werkgever en verrichten hun werk op een hoger niveau en degenen die een andere baan vonden werken in ergotherapie-gereiateerde functies in onderwijs/ onderzoek op wo niveau. Een substantieel aantal afgestudeerden ontwikkelt zich verder door te promoveren en de geïnterviewde werkgevers vinden het de moeite waard om hun medewerkers deze opleiding te laten volgen. De commissie merkt op dat het hier grotendeels gaat om internationale studenten en hun werkgevers in het buitenland; dit onderzoek biedt dus geen kwantitatieve informatie over de Nederlandse arbeidsmarkt. Tenslotte heeft aanvrager een adhesiebetuiging overgelegd van de beroepsvereniging Ergotherapie Nederland.waarin wordt aangegeven dat men het inhoudelijk belang van de wo masteropleiding Occupational Therapy onderschrijft en dat men deze aanvraag ondersteunt. Deze brief biedt geen concreet bewijs van het bestaan van een arbeidsmarktbehoefte. De commissie constateert dat aanvrager het bestaan van een zekere arbeidsmarktvraag aannemelijk heeft gemaakt op grond van ROA's AIS. De commissie heeft hierbij ook het feit betrokken dat het gaat om een deeltijdopleiding vóórwerkenden; afgestudeerden hebben al een baan en zullen geen extra druk op de arbeidsmarkt genereren. De commissie concludeert dat de wo master Occupational Therapy beantwoordt aan een maatschappelijke behoefte en een wetenschappelijke behoefte en dat het bestaan van een zekere arbeidsmarktbehoefte aannemelijk is gemaakt. De aanvraag voldoet aan criterium b in art. 6 van de Beleidsregel. Beoordeling criterium c Beleidsregel Aanvrager heeft in de prestatieafspraken met de Minister vier zwaartepunten vastgelegd. Een daarvan is getiteld Urban Vitality. Dit zwaartepunt is volgens aanvrager gericht op het bijdragen aan oplossingen voor complexe en grote uitdagingen op het gebied van vitaliteit in de stad. Daartoe worden in interdisciplinaire teams nieuwe werkwijzen, praktische hulpmiddelen en trainingen ontwikkeld ter bevordering van een gezonde levensstijl. Urban Vitality is een van, de twee onderzoeksprogramma s binnen het kenniscentrum ACHIEVE van de HvA en het AMC. De masteropleiding Occupational Therapy sluit hier inhoudelijk op aan. Aangezien de opleiding aansluit op een zwaartepunt in de prestatieafspraken, wordt aangenomen dat de aanvraag voldoet aan criterium e in art. 6 van de Beleidsregel, tenzij naar het oordeel van de Minister reeds voldoende opleidingen in de vraag kunnen voorzien. Parkstraat 28 «2514 JK Den Haag Postbus CD Den Haag info@ cdho.nl»

8 t! ï V ' $ Commissie- Doelmatigheid -Hoger ndterwijis' pagina 5 van 7 Vanaf 2 november is op de site van de CDHO kennis gegeven van het voornemen van'de Hogeschool van Amsterdam om de wo rnasteropleiding Ocoupational Thervapy in Amsterdam aan te bieden. Hiermee is aan de instellingen... voor. hoger onderwijs deimogelijkheid gegeven ormhunzienswijzen op.dit voornemen kenbaar te maken. Er zijn geen zienswijzen ingediend. Bij criterium a is geconstateerd dat er geen verwante bekostigde of onbekostigde hbo en wo masteropleidingen worden aangeboden.. Aanvrager heeft een overzicht geleverd van de insfroofn inde bestaande önbékostigdelvö mastètópfëidihg Occupational Therapy, waarbij ook onderscheid is gemaakt tussen de instroom van internationale en Nederlandse studenten. De totale instroom bestond de afgelopen-jaren uit 9 tot 22 studenten, waarvan 2 tot 4 Nederlandse studenten. Aanvrager verwacht dat het aantal internationale studenten na bekostiging gelijk zal blijven en dat het aantal Nederlandse studenten zal stijgen. Volgens aanvrager kiezen op dit moment jaarlijks circa 20 van de 400 afgestudeerde bachelors Ergotherapie ervoor om door te studeren in een wo master zoals Gezondheidswetenschappen of Sociologie. Aanvrager verwacht dat een deel'van deze studenten voor de master Occupational Therapy zou kiezen als deze bekostigd zou worden. De totale instroom in de master zou dan bij bekostiging uitkomen op circa 20 tot 30 studenten. De commissie acht deze prognose. realistisch. Bij eriterium-b heeft de commissie geoordeeld dat aanvrager het bestaan van een zekere arbeidsmarktbehoefte aannemelijk heeft gemaakt. Aangezien het gaat om een unieke opleiding die al in onbekostigde vorm bestaat en die in deeltijd wordt aangeboden voor werkenden, is de commissie van mening dat er vanuit de arbeidsmarkt bezien voldoende ruimte is voor deze opleiding. Aanvrager heeft een goede beschrijving geleverd van de inbedding in de bestaande kennisinfrastructuur. De opleiding wordt sinds 2004 aangeboden en is verbonden aan de iectoraten Ergotherapie en ACHiEVE, dit laatste lectoraatls vormgegeven in samenwerking met het AMC. Er zijn goede contacten met het werkveld en de intérnationale samenwerking, zowel met verwante opleidingen en onderwijsinstituten als het werkveld, is goed onderbouwd. Aangezien het de enige wo rnasteropleiding Occupational Therapy betreft, zijn er geen negatieve effecten op de regionale spreiding. De commissie concludeert dat er ruimte in het iandeijjk aanbod is om de wo rnasteropleiding Occupational Therapy te realiseren. De aanvraag voldoet aan criterium c in art. 6 van de Beleidsregel. Additioneel beleidskader voor beoordeling van aanvragen van hogescholen voor wo opleidingen Het Additioneel beleidskader voor beoordeling van aanvragen van-hogescholen voor wo opleidingen stelt drie aanvullende eisen. De opleiding moet complementair zijn aan het bestaande aanbod, de opleiding moet aansluiten op de zwaartepunten in de prestatieafspraken en de instelling moet aantonen dat er een duurzame relatie met een wo instelling is. Parkstraat Jl< Den Haag Postbus 85498» 2508 CD Den Haag info@cdho.nl «

9 r Commissie Doelmatigheid _ Hoger Onderwijs pagina e van 7 1. Complementair Bij criterium a is geconstateerd dat de wo master Occupational Therapy uniek is binnen het Nederlandse onderwijsaanbod. Deze wo masteropleiding kent geen direct verwant onderwijsaanbod, noch in het hbo noch in hetwo, bekostigd noch onbekostigd. 2. Zwaartepunten Bij criterium c is geconstateerd dat de wo master Occupational Therapy aansluit op het zwaartepunt Urban Vitality dat aanvrager in de prestatieafspraken met de. Minister heeft vastgelegd. 3. Duurzame relatie wo instelling Aanvrager heeft aangetoond dat de wo master Occupational Therapy is vormgegeven in samenwerking met vijf internationale hoger onderwijsinstellingen: Zurich University of Applied Sciences (Zwitserland), University of Brighton (Verenigd Koninkrijk), University College Zealand (Denemarken) én het Karolinska Institutet (Zweden). Studenten volgen onderdelen van de opleiding bij al deze instituten. Verder wordt de opleiding vormgegeven in samenwerking met het AMC en VUMC, waardoor ook een duurzame relatie met Nederlandse universiteiten is aangetoond. De commissie concludeert dat de aanvraag voldoet aan de drie criteria in het additioneel beleidskader voor beoordeling van aanvragen van hogescholen voor wo opleidingen. Gelet op het vorenstaande adviseert de Commissie Doelmatigheid Hoger Onderwijs u om positief te besluiten op het voorliggende verzoek. 'oelmatigheid Hoger Onderwijs drs. P.M.M. Rullmann voorzitter Parkstraat 28» 2514 JK Den Haag Postbus CD Den Haag info@cdho.nl *

10 Vr. > Commissie Doelmatigheid! ^. Hoger O nderw ijs pagina 7 van 7 Bijlage: Beoordelingskader macrodoelmatigheid nieuwe opleiding - - Aan de hand van de in de Beleidsregel doelmatigheid hoger onderwijs van 3 juli 2014 genoemde voorwaarden worden voornemens tot het verzorgen van een nieuwe opleiding beoordeeld op doelmatigheid. Een nieuwe opleiding kan volgens artikel 6 van deze Beleidsregel alleen doelmatig worden geacht indien. het voornemen voldoetaan de criteria a, b en o. Volgens criterium a heeft het instellingsbestuur aangètoond dat uitbreiding van het landelijk aanbod met de nieuwe opleiding noodzakelijk is en dat de vernieuwing niet kan worden gerealiseerd binnen het landelijk bestaande opleidingenaanbod..volgens criterium b heeft het instellingsbestuur aangetoond dat er behoefte bestaat aan de nieuwe opleiding, zijnde overwegend een arbeidsmarktbehoefte, dan wel een overwegend maatschappelijke behoefte in combinatie met een arbeidsmarktbehoefte, dan wei een overwegend wetenschappelijke behoefte in combinatie met een arbeidsmarktbehoefte. Volgens criterium c dient het instellingsbestuur aan te tonen dat er in het landelijk onderwijsaanbod ruimte is voor de opleiding. Indien de voorgenomen opleiding aansluit op zwaartepunten die de instelling heeft vastgelegd in de prestatieafspraken1/wordt aangenomemdat iswotdaamaan criteriurrrcrtenzij naar het oordeel van de Minister reeds voldoende opleidingen in de behoefte kunnen voorzien. In de beschikkingen tot toekenning van de prestatiebekostiging heeft de Minister geen uitspraken gedaan over de doelmatigheid van eventueel in het voorstel aangekondigde nieuwe opleidingen of vestigingsplaatsen. Parkstraat JK Den Haag Postbus >2508 CD Den Haag T >31(0) info@cdho.nl *