Hbo-waardig afstuderen: hoe te regelen en te verankeren?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hbo-waardig afstuderen: hoe te regelen en te verankeren?"

Transcriptie

1 TH MA 4-12 Diplomawaardigheid is in ons reguliere onderwijsstelsel van oudsher meer een schattingsgrootheid dan een concreet meetbaar kwaliteitsbewijs. Dat vloeit voort uit de gebruikelijke inputsturing waarbij het bewijs voor het bereikte eindniveau meer afgeleid wordt van het opleidingsprogramma dan van concreet meetbare eindresultaten. Die praktijk loopt nu voor het hbo definitief ten einde. Het Ministerie van Onderwijs heeft strenge maatregelen voorgeschreven op het gebied van aantoonbare en meetbare kwaliteitsbeheersing. De NVAO sluit daarop aan met de introductie van de aantoonbare in control-status van de eindkwaliteit met toepassing van de Demingcirkel. Hbo-waardig afstuderen: hoe te regelen en te verankeren? Piet Kempen KempenConsult bv Jimme Keizer Technische Universiteit Eindhoven en Hogeschool Zuyd Babette van den Berg Hogeschool Rotterdam Met deze vorm van precisiesturing op proces- en eindkwaliteit kan het onderwijs een flinke kwaliteitssprong maken. De invoering is een ingrijpend veranderingsproces. Hbo-instellingen die een dergelijk veranderingsproces op gang willen brengen, wordt geadviseerd te beginnen met een pilot-project in één opleiding en die ervaring te gebruiken bij het instellingsbreed uitrollen van de gewenste werkwijze. Analyse en perspectief Een aantal hbo-instellingen is negatief in het nieuws gekomen nadat accreditatiecommissies vaststelden dat zij einddiploma s hadden afgegeven op basis van afstudeerwerkstukken die niet aan de maat waren. Die instellingen zijn aan de slag gegaan om de gesignaleerde problemen op te lossen en te zorgen dat de kwaliteit van de diploma s wordt gewaarborgd. Zijn het incidenten die aan het licht zijn gekomen? Wie een beetje rondkijkt en rondvraagt in hbo-instellingen neemt waar dat er veel goed werk wordt afgeleverd, maar dat er vrijwel geen instelling is, waar men durft te stellen dat vergelijkbare kwaliteitsproblemen daar niet voorkomen. In dat licht bezien, moeten alle instellingen zich kritisch afvragen of zij de afstudeerkwaliteit wel voldoende hebben gewaarborgd. Wat fout gaat wordt breed uitgemeten, maar er wordt weinig aandacht gegeven aan strategieën om kwaliteitsproblemen op te lossen en te voorkomen. Afstudeerkwaliteit en hbo-waardig afstuderen In de afgelopen jaren hebben wij op verschillende hogescholen zowel met docenten als met afstudeerders gesproken. Uit gesprekken met afstudeerders blijkt dat afstudeerprojecten in de regel uitdagend maar ook zwaar worden gevonden. Als knelpunten die het zwaar maken noteerden wij: Dat de eisen waar een goed project aan moet voldoen niet 38

2 TH MA themahogeronderwijs.org duidelijk zijn. Een project kan worden geaccepteerd, terwijl later blijkt dat je eigenlijk geen volwaardig onderzoek kunt doen. Je moet taken uitvoeren waar je niet in hebt geoefend: literatuur verzamelen en gebruiken rond je afstudeeronderwerp, vaststellen wat goede literatuur is, vragenlijst opstellen, interviewen, onderzoeksgegevens statistisch verwerken, toewerken naar oplossingen of aanbevelingen waar de opdrachtgever echt mee geholpen is en mee aan de slag gaat, alleen werken terwijl bij alle eerdere studieactiviteiten in groepjes werd gewerkt, een rapport schrijven. Je weet niet goed waar je aan het eind op wordt beoordeeld. Wat zijn de criteria en hoe word je beoordeeld: door alleen je eigen docenten met of zonder de opdrachtgever, of door onafhankelijke beoordelaars die helemaal buiten het project hebben gestaan? Docenten blijken ook knelpunten te ervaren: geen tijd om alle projecten voldoende aandacht te geven; problemen in projecten niet op tijd signaleren, waardoor projecten doorlopen en aan de eindstreep met een voldoende worden beoordeeld, terwijl ze dat niet waard zijn; balans houden tussen begeleiden en overnemen, tussen inspannings- en resultaatverplichting; onvoldoende duidelijke beoordelingscriteria, waardoor de één een voldoende geeft voor een prestatie die de ander onvoldoende vindt; zelf niet deskundig zijn in methoden en technieken en daardoor studenten niet kunnen helpen en corrigeren waar dat nodig is; geen of weinig praktijkervaring hebben en daardoor de werkelijkheid niet kennen waarbinnen studenten advieskundig verstandig moeten manoeuvreren. Sommige van deze knelpunten vallen binnen de categorie laaghangend fruit. Met verbeterde communicatie en discipline valt al heel wat te bereiken. Studenten zeggen niet te weten wat de spelregels zijn, terwijl die uitgebreid zijn beschreven in blokboeken en digitale studiewijzers. Om moedeloos van te worden. Docenten kunnen meer onderling overleggen en samenwerken. Te vaak moet ieder maar zelf zien hoe hij of zij het aanpakt en oplost. Maar het is de vraag of kleine maatregelen toereikend zijn. Naar onze mening vragen de problemen rond hbo-waardig afstuderen om een institutionele aanpak op het niveau van faculteiten en opleidingen, gesteund, gefaciliteerd en gemonitord door colleges van bestuur. Elke opleiding zou moeten werken vanuit een totaalconcept met een daarbij passende infrastructuur om de student vanaf de eerste dag van het eerste studiejaar gericht te leiden naar de eindbeoordeling van het afstudeerproject. Concept en infrastructuur moeten van achteren naar voren zijn ontwikkeld: vanuit een duidelijk beeld van wat studenten aan het eind van hun studie moeten weten en kunnen, laten zien in hun eindproject, dient de hele keten van kennis- en vaardigheidselementen te zijn ontworpen en gerangschikt. Wat is hbo-waardig afstuderen? Er is opvallend weinig helderheid te vinden over het begrip hbowaardig afstuderen. Duidelijkheid hierover is nodig als startpunt van elk kritisch nadenken over de kwaliteitsproblemen die accreditatiecommissies hebben aangewezen. Onze omschrijving van hbo-waardig afstuderen bestaat uit zes elementen: het afstudeerproject is de meesterproef waarin theorie en praktijk bij elkaar komen; het afstudeerproject wordt competent begeleid; het afstudeerproject kent objectiveerbare eindtermen; het afstudeerproject wordt op een objectieve wijze beoordeeld; het afstudeerproces wordt centraal geregisseerd en er wordt geëvalueerd; het afstudeerproject is het sluitstuk van het onderwijscurriculum. De meesterproef: theorie en praktijk komen bij elkaar Hbo- (en roc-)opleidingen leveren startende professionals af aan een veelheid van werkvelden. In het afstudeerproject moet de student laten zien dat hij of zij klaar is voor de praktijk. Dit uitgangspunt heeft drie consequenties. In de eerste plaats moet getracht worden de afstudeeropdracht zo representatief mogelijk te laten zijn voor het soort taken dat de startende professional in het werkveld opgedragen kan krijgen. In de tweede plaats moet de opdracht urgentie hebben. Urgentie komt tot uitdrukking in het belang dat de opdrachtgever heeft bij nuttige, effectieve en implementeerbare oplossingen en aanbevelingen. Om zo resultaatgericht te kunnen werken, dient de student voldoende adviesvaardig te zijn. In de derde plaats moet de student de vakinhoudelijke state of the art kunnen inbrengen in de complexe werkelijkheid van een bedrijfs- of organisatievraagstuk. Dat houdt in: de kennis en vaardigheden kunnen toepassen die hij of zij heeft geleerd tijdens de opleiding, maar ook inzichten kunnen vinden en toepassen vanuit de relevante literatuur (laatste jaargangen van relevante tijdschriften). Competente begeleiding In een goed afstudeerproject werken student, schoolbegeleider en opdrachtgever/bedrijfsbegeleider effectief met elkaar samen. Goede begeleiding is cruciaal. Student, schoolbegeleider en opdrachtgever/bedrijfsbegeleider moeten het gedrieën eens worden over de opdracht, de beoogde resultaten en de wijze waarop de opdracht zal worden uitgevoerd. Overleg en onderling contact zijn nodig om de voortgang te bevorderen en eventuele problemen tijdig op te merken en op te lossen. De docentbegeleider heeft tot taak de student te begeleiden naar een vakinhoudelijk zo hoog mogelijk niveau: de student voeden met inhoudelijke en procesmatige suggesties, aanbevelingen en - als andere methoden niet werken - opdrachten of instructies. De docent moet dus vakinhoudelijke (state of the art) en procesexpertise inbrengen. Maar moet ook de tijd hebben en nemen om met de student te overleggen, om stukken van de student te lezen en aanwezig te zijn bij cruciale besluitvormingsmomen- 39

3 TH MA 4-12 ten tijdens het project. Het spreekt niet vanzelf dat docenten in staat zijn afstudeerprojecten te begeleiden en te beoordelen. Om kwaliteit te verzekeren zullen opleidingen een deel van de tijd die beschikbaar is voor de deskundigheidsbevordering van docenten moeten richten op het versterken van hoogwaardige afstudeerbegeleiding. De bedrijfsbegeleider heeft tot taak het proces binnen het bedrijf of op de organisatievloer te ondersteunen en mede te sturen: beschikbaar zijn voor het beantwoorden van vragen, oplossen van problemen, geven van feedback op de voortgang en sturen in de richting van wat is afgesproken. Objectiveerbare eindtermen De beoogde hbo-kwaliteit dient te zijn vastgelegd in de eindtermen van de afstudeeropdrachten. De eindtermen staan voor de competenties van de startende professional. De Dublin-descriptoren geven hierbij richting: de student moet aantonen dat hij of zij in staat is een representatieve complexe problematiek te analyseren, een diagnose te stellen van de oorzaken, verdiepend onderzoek te doen dat er op gericht is veronderstellingen te toetsen en mogelijke oplossingsrichtingen te identificeren, een afweging te maken tussen mogelijke oplossingen, draagvlak te helpen ontwikkelen voor de implementatie van een effectieve en realistische oplossing en de implementatie op gang te helpen. De generieke hbo-competenties zitten op hetzelfde spoor. Bij het vastleggen van objectiveerbare eindtermen ligt het voor de hand dat hbo-opleidingen in collegiaal verband hbo-breed met elkaar samenwerken. De HBO-raad zal het onderling overleg en de besluitvorming over eindtermen moeten bevorderen en bewaken. Op objectieve wijze beoordelen Om te bevorderen dat beoordelingen van verschillende studenten door verschillende beoordelaars vergelijkbaar zijn, is een werkwijze nodig waarin aspecten die niet verifieerbaar zijn voor een onafhankelijke beoordelaar zouden moeten worden buitengesloten. Wij pleiten dan ook voor een beoordeling door docenten, eventueel aangevuld met werkvelddeskundigen, die niet betrokken zijn geweest bij de begeleiding van de te beoordelen student. Dat wat relevant voor hen is om te weten over het verloop van het proces kan in een projectdossier worden aangeleverd. Van de eindbeoordeling dient een korte schriftelijke samenvatting te worden gemaakt. Centraal regiseren en evalueren In veel opleidingen studeren per jaar meer dan honderd studenten af. Om de kwaliteit van zoveel afzonderlijke afstudeerprojecten te waarborgen is regie nodig. Iemand moet verantwoordelijk zijn voor het ontwikkelen en handhaven van de kwaliteitsstandaarden. De studenten moeten weten waar ze zich aan te houden hebben en de docenten moeten gemotiveerd worden om gemeenschappelijke normen te ontwikkelen en te hanteren. Daarbij is feedback over de wijze waarop studenten en docenten het uitvoeren en begeleiden van het afstudeerwerk verrichten en ervaren onmisbaar. Het afstudeerwerk blijft alleen vitaal als er jaarlijks kritische evaluaties plaatsvinden die leiden tot verbeteracties. Sluitstuk van het onderwijscurriculum Bij het ontwerpen van hun onderwijscurriculum moeten opleidingen compromissen sluiten. Er zijn meer wensen en verwachtingen van docenten die opkomen voor het belang van hun eigen onderdeel van het vakkenpakket dan dat er tijd en capaciteit beschikbaar zijn. Het is niet vanzelfsprekend dat de uitkomst van dit onderhandelingsproces op een systematische wijze toewerkt naar een maximale prestatie in het afstudeerproject. Wij bepleiten het heroverwegen en periodiek herontwerpen van onderwijscurricula vanuit een duidelijke oriëntatie op wat studenten in hun afstudeerproject aantoonbaar moeten presteren. Deze zes elementen omvatten de infrastructuur die hbo-opleidingen, -faculteiten en -scholen nodig hebben om de verlangde hbo-kwaliteit te waarborgen. Praktische uitwerkingen van deze punten moeten vastgelegd worden in studiewijzers, OER s, afspraken over coördinatie en intervisie, resultaatmetingen, feedback en verbeterprogramma s. Ombouwplan naar de in control-status Waarom herontwerpen? Uit de voorgaande analyse wordt duidelijk dat een nieuwe opzet voor de voorbereiding en de uitvoering van het afstuderen de voorkeur verdient. De belangrijkste reden daarvoor is dat de nieuwe accreditatienormen met het nu gebruikelijke instrumentarium niet haalbaar zijn. Het in control zijn met alle processen die gerelateerd zijn aan de kwaliteit van het afstuderen vraagt een nieuwe aanpak met nieuwe vaardigheden en werkmethoden. In control zijn betekent immers dat: alle uitvoeringsactiviteiten volgens een vastgelegde standaardmethode worden uitgevoerd; alle kwaliteitgevoelige tussen- en eindresultaten meetbaar genormeerd zijn; na elke toepassing norm en resultaat vergeleken worden om zo nodig bij te sturen. De industrie werkt al jarenlang met deze aanpak. De concurrentie dwong daar tot reductie van verspillingen veroorzaakt door montage van ondeugdelijke onderdelen met een afgekeurd eindproduct als resultaat. Toeleveranciers van onderdelen werden gedwongen om 100 procent deugdelijke waar te leveren, met het risico van uitsluiting. Wie niet in staat bleek ISOgecertificeerd te worden, verloor omzet of ging zelfs failliet. En degenen die met uiterste precisie in control wisten te worden in combinatie met voortdurend verbeteren, werden de winnaars. Zo is Toyota de grootste en meest innovatieve autofabrikant geworden. Nog steeds leveren Japanse automerken als Honda en Toyota de meest onderhoudsvriendelijke auto s. Zij hebben deze aanpak geleerd van Amerikaanse kwaliteitsexperts als Deming en Juran. 40

4 TH MA themahogeronderwijs.org In control met Deming Nu Deming zijn intrede doet in de accreditatieschema s van de NVAO wordt duidelijk dat de hbo-sector ook naar meer professionele kwaliteitszorg toe moet. Deming s kwaliteitsmodel om activiteiten in control te brengen, luidt kortweg: Plan - Do - Check - Act oftewel PDCA. Dat staat voor: Plan: stel de norm voor het actie(tussen-)resultaat vast en het actieplan om dat te bereiken Do: voer de actie uit Check: vergelijk de uitkomst met de norm Act: stuur bij als resultaat en norm van elkaar afwijken De Demingcirkel wordt vaak uitgebeeld met de borgende en de verbeterende werking. De borging wordt bereikt door de standaardmethode, de voortdurende norm/resultaat-toetsing en de nodige bijsturing. De continue verbetering komt door het voortdurend groeiende inzicht in het verband tussen deelen eindresultaten. Deze aanpak roept ten aanzien van het afstudeerproces vragen op als: waar begint en eindigt de beheersing van de afstudeerkwaliteit? hoe kan dat proces gestandaardiseerd worden voor constante wat zijn de invloedrijkste kwaliteitspunten en hoe die te normeren? hoe werkt de bijsturing? hoe is de ombouw naar de in control-status het beste te organiseren? Begin en einde van beheersing Bij veel opleidingen krijgt de afstudeerkwaliteit pas in het afstudeerjaar de volle aandacht, soms een jaar eerder. Het echte begin is echter in het eerste jaar en daarna in alle vervolgjaren. Als in elk schooljaar elke student een van de afstudeeropdracht afgespiegelde praktijkopdracht uitvoert met de standaardmethode geeft dat een geweldig leereffect. Dan verschijnen ze als geroutineerde praktijkonderzoekers aan de afstudeerstart. Studenten klagen nu vaak dat zij door gebrek aan competentie opzien tegen het afstuderen. Dat wordt op deze manier opgelost en voorkomt dat zij te lang blijven hangen in het afstudeerjaar. De meeste hbo-opleidingen hebben in elk jaar wel een praktijkcomponent. Die ruimte kan het beste besteed worden aan een probleemoplossend praktijkonderzoek. Daardoor wordt ook elk jaar zichtbaar welke punten extra aandacht verdienen. Proces standaardiseren Voor het bereiken en handhaven van de in control-status is het logisch werkmethoden die een bevredigende eindkwaliteit opleveren, vast te houden voor herhaald gebruik. Dat vraagt om het kiezen van een standaardmethode voor praktijkonderzoek die gedurende de hele opleiding gebruikt wordt om ervaring op te bouwen. Aan zo n methode moeten eisen gesteld worden die bijdragen aan het beoogde kwaliteitsniveau van de opleiding en de in control-status zoals: professionele acceptatie van de methode in het onderzoekdomein; beschrijving van de methode voor bestudering, naslag en gebruik door de studenten in elk schooljaar; kwaliteitsnormen voor tussenresultaten voor zelfcontrole door de afstudeerder; ingebouwd volgsysteem voor de schoolbegeleider; opbouw van een begeleidingsdossier voor de onafhankelijke beoordelaar; In de literatuur zijn verschillende standaard onderzoekmethoden te vinden. Een vergelijkende analyse kan de eigen keuze ondersteunen. Kwaliteitspunten, normeren en aantonen De invloedrijkste kwaliteitspunten kunnen per opleiding verschillen. Aspecten die vrijwel altijd zwaar wegen bij kwaliteitszorg in het hbo-onderwijs liggen op gebieden als de ervaring die is opgedaan met de standaardmethode in praktijkopdrachten gedurende de eerste drie leerjaren. Ook de moeilijkheidsgraad van de afstudeeropdrachten, de vaktechnische en onderzoekkundige competentie van afstudeerders en schoolbegeleiders wegen zwaar. Evenals het niveau van de eindtermen, de onafhankelijkheid van de eindbeoordeling en de werking van de jaarlijkse evaluatie- en verbeterprocedure. De normering van deze punten zal zeker per opleiding verschillen. Het is niet eenvoudig voor al dit soort punten meetbare normen te ontwikkelen. Toch is daar voor het bereiken van de in control-status niet aan te ontkomen. Zo zou voor de meting van de moeilijkheidsgraad van de afstudeeropdrachten gewerkt kunnen worden met normen als het aantal direct betrokkenen in het onderzoeksgebied, het financiële belang van het oplossen van het vraagstuk voor de opdrachtgever, het benodigde tijdsbeslag voor de opdrachtuitvoering en het bereiken van een lopende implementatie van de oplossing bij vertrek. Naarmate meer van dit soort meetpunten ontwikkeld worden, is de kwaliteit van de afstudeerprestatie beter te beheersen en ook bij accreditatie de in control-status beter te bewijzen. Hoe werkt de bijsturing? De werking van de bijsturing laat zich gemakkelijker demonstreren door het kwaliteitsmodel van Juran (zie figuur 1). In dit model is duidelijk te zien hoe de werking is van het in control brengen/houden van de kwaliteit van afstudeeropdrachten verloopt. Ook wordt zichtbaar dat het bijsturen toegedeeld kan worden aan meerdere betrokkenen. En de claim dat er door kwaliteitssturing op tussenresultaten eerder verbeterideeën ontstaan op de betrokken deelgebieden is zo ook verklaarbaar. Naarmate er meer beïnvloedbare deelgebieden worden onderkend en in control worden gebracht ontstaan meer handvatten voor verbetering van de eindkwaliteit. Veel opleidingen worstelen bijvoorbeeld met een tekort aan goede afstudeeropdrachten. Maar zij vergeten dat veel van hun duizenden alumni doorgaans graag aangesproken worden voor opname in het netwerk van opdrachtleveranciers voor nieuwe afstudeerders. Daarom wordt in dit voorbeeld de manager aangespeeld op het ontwikkelen 41

5 TH MA 4-12 HET PRINCIPE VAN REGELKRINGSTURING Meer kwaliteitsnorm hanteren Beter toezicht houden Meer wervingstraining geven Ontwikkelen alumni-beeld Bekijkt voorstel afst.opdracht Student Schoolbegeleider Docenten Opleidingsmgr. Stelt normen voor ao vast Te verbeteren aspect bijv. Kwaliteit afstudereeropdrachten Schoolbegeleider Begeleiderscorps/manager Beoordelingsverslag Vergelijkt voorstel met norm Figuur 1. Kwaliteitsmodel van Juran bij zelf opdrachtwervende afstudeerders van alumnibeleid als bijdrage aan verruiming van de keuze van afstudeeropdrachten. En meer keuze draagt sterk bij aan een kritischer selectieproces en dus aan de kwaliteitsstandaard van de opleiding. Ombouw naar in control-status organiseren De ombouw van de gebruikelijke sturing op afstudeerkwaliteit naar de beschreven wijze van procesmanagement is een ingrijpend veranderingsproces. Niet de inspanning telt, maar de uitkomst van elk tussenresultaat en dat zelfs op een vierjaarstermijn. Zo n cultuuromslag kan niet zorgvuldig genoeg worden aangepakt. Voor een instellingsbreed succes is het dan ook raadzaam te beginnen met een proefproject. Zo wordt voorkomen dat meerdere opleidingen in dezelfde valkuil terecht komen. Als de pilot volgens de nieuwe aanpak werkt, kan de interne uitrol op eigen kracht plaats vinden. Er zijn nog een paar punten ter aanbeveling: kies voor het pilot-project een opleiding die er zin in heeft; stel een gezaghebbende projectleider aan van buiten de pilot-opleiding; kies een standaard onderzoekmethode met ingebouwde planningtool en kwaliteitscirkels; betrek alle schoolbegeleiders actief bij het vaststellen van de kwaliteitsnormen, begin met invoering bij het eerstvolgende cohort afstudeerders en hun begeleiders, daarna bij de jongerejaars; investeer in ervaren externe begeleiding om verdwalen te voorkomen. Hogeschool Rotterdam, Instituut voor Commercieel Management, CE: SportMarketing & Management Aan het begin van schooljaar is besloten de wijze van afstuderen en praktijkonderwijs op een meer gestructureerde manier vorm te geven en daarmee te verbeteren. Insteek was een pilot bij CE: SportMarketing & Management (SMM), een opleidingsprogramma van het Instituut voor Commercieel Management (COM) van Hogeschool Rotterdam. Bij gebleken succes zou de aanpak een schooljaar later in het gehele instituut worden ingevoerd. Ontwerp van het verandertraject Er zijn in de literatuur tal van methoden en stappenplannen te vinden die zowel studenten als docenten houvast kunnen geven tijdens het afstudeerproces, stagelopen en andere praktijkopdrachten. Het instituut heeft gekozen voor het Tienstappenplan (Competent afstuderen en stagelopen, Piet Kempen en Jimme Keizer), omdat deze methode het afstudeerproces het meest volledig weergeeft. De methode fungeert als leidraad, maar het succes wordt vooral bepaald door de inhoudelijke inrichting van het proces en de uitvoering daarvan. Er staan zeven aspecten centraal, die het proces inhoudelijk vorm geven: Afstudeermodule Twaalf weken voor de start van het afstuderen, volgden de studenten een (verplichte) module afstuderen, waarin zij werden voorbereid op het grote sluitstuk van de opleiding. Gedurende deze periode gingen de studenten, onder begeleiding van de afstudeerbegeleider, op zoek naar een afstudeerplek, voerden ze samen met de afstudeerbegeleider een intakegesprek bij het opdrachtgevende bedrijf en schreven ze een plan van aanpak (PvA). Simultaan werd de studenten ook een opfrismodule marktonderzoek aangeboden. Planning & Control Een belangrijk onderdeel van kwaliteit verbeteren, is dat de begeleider en andere docenten van de opleiding de voortgang van het proces kunnen volgen. Om die reden namen de studenten in hun PvA een MS-projectsplanning op. Hierdoor konden verschillende activiteiten volgtijdelijk doorgerekend worden. De gemiddelde student denkt helaas dat een beginnende achterstand van één of twee weken aan het einde in te halen valt. In de praktijk blijkt dit echter lastig haalbaar. Een ontwerpplanning zorgde ervoor dat het docententeam elk onderdeel gemakkelijk kon beschrijven en op elk willekeurig moment inzicht had in de voortgang van de studenten. Een dergelijk document kon zo ook gebruikt worden om in een vroeg stadium struikelpunten in het proces te ontdekken waardoor eerder kon worden bijgestuurd. Beoordelingscriteria De beoordelingscriteria zijn tegen het licht gehouden en herschreven. Een belangrijke stap hierin is geweest dat de criteria zijn vertaald naar duidelijk omschreven aspecten of onderdelen (die gekoppeld zijn aan een cijfer 9, 7 en 5,5) die de beoordelaar moest terugzien in de scriptie. Criteria opdracht en bedrijf Wanneer is een afstudeeropdracht hbo-waardig en waar moet de begeleiding en de beroepscontext aan voldoen? Zeer essenti- 42

6 TH MA themahogeronderwijs.org ële vragen om de kwaliteit van het proces op een hoogwaardig niveau te krijgen en houden. De criteria zijn helder omschreven en duidelijk gecommuniceerd naar zowel de studenten als de docenten. Beoordeling Een van de meest ingrijpende veranderingen was het loskoppelen van begeleiding en beoordeling. Een voorwaarde was echter wel dat de beoordelingscriteria zeer helder waren omschreven en dat het team goede coaching en opleiding kreeg met betrekking tot dit onderdeel. Daartoe werd ook een standaard begeleidingsdossier ontwikkeld. Dossierontwerp Er werd een helder begeleidingsdossier voor de onafhankelijke beoordelaar ontwikkeld met als beoordelingspunten het eindrapport, het plan van aanpak, het procesverslag (met onder meer de projectplanning en uitvoering) en de evaluatie van de opdrachtgever. Instellen van een kwaliteitscommissie Tevens werd er een onafhankelijke kwaliteitscommissie ingesteld. Onder begeleiding van de afstudeerbegeleider schreven de studenten een PvA en dienden dit in bij de commissie. Dit PvA werd beoordeeld met een go/no go door de commissie alvorens de studenten met hun daadwerkelijke afstudeerproject konden starten. Doordat de functie van afstudeerbegeleider en beoordelaar gescheiden werd, kwam het voor dat beiden tot een ander eindoordeel kwamen. Scripties waar dit aan de orde was, werden ook voorgelegd aan deze commissie. Zo werden discussies tussen docenten voorkomen en werd de kwestie breder getrokken. Implementatie Simultaan aan het ontwerp van het verandertraject liep de implementatie met de volgende acties: - Verwerven van draagvlak in het docententeam - Uitvoering - Controle - Opstellen van een Plan van aanpak Het verwerven van draagvlak binnen het docententeam was een belangrijk element voor succesvolle implementatie. Er kon worden vastgesteld dat er voldoende draagvlak aanwezig was voor de aanpak van de kwaliteitsverbetering. Echter het team mobiliseren om de nieuwe methode daadwerkelijk te implementeren bleek een grotere uitdaging. Dit is opgelost door bijeenkomsten te organiseren waarin de visie, inhoud en uitvoering veelvuldig werden besproken. Hierdoor voelden docenten zich betrokken bij het proces en kregen zij de mogelijkheid om feedback te geven, mee te denken en zo mede vorm te geven aan het verbetertraject. De werkgroepen moesten de verschillende onderwerpen tot in detail uitwerken. Tweewekelijks werd er een teambijeenkomst georganiseerd waarin de uitvoering werd besproken. Een workshop onderzoeksvaardigheden begeleiden en beoordelen voor het gehele docententeam zorgde ervoor dat het beoordelen en borgen van de onderzoeksvaardigheden goed werd uitgewerkt. Een belangrijk obstakel dat gedurende het traject opdook, was dat door het instellen van een onafhankelijke kwaliteitscommissie die een oordeel gaf op het PvA, sommige docenten het gevoel gaf dat hun werk werd gecontroleerd. Dit riep in eerste instantie weerstand op. Door dit bespreekbaar te maken, kwam bij de meerderheid juist het besef dat dit de mogelijkheid bood om er met andere collega s over te sparren. Enerzijds werd op deze wijze het niveau van het traject op een hoger plan getild en anderzijds gaf het docenten de kans zichzelf ook te ontwikkelen. Het inhoudelijk opstellen van het PvA werd door studenten als zeer lastig ervaren. Echter, door goede begeleiding en een vooraf goedgekeurd plan van aanpak werd de kwaliteit van het eindproduct vergroot. Resultaat Aan het eind van de pilot is gebleken dat het afstudeerniveau aansluit bij de nieuwe, door de overheid gestelde, eisen aan afstuderen en dat er meer uniformiteit is in de begeleiding en beoordeling. Ook werd meer zelfredzaamheid bij studenten geconstateerd, en dat uiteindelijk kwaliteit van de afstudeerscriptie is gewaarborgd. Reden voor het instituut om te besluiten de methode bij al haar opleidingen in te voeren. Integrale aanpak De opleidingen van het instituut COM worden in 2013 geaccrediteerd. Dat is aanleiding geweest om deze methode als pilot in te voeren in het afstudeertraject. Uiteraard moet goed praktijkonderwijs vanaf het eerste studiejaar op een consequente wijze en met een opbouw in moeilijkheidsgraad worden aangeboden. Om die reden is de methode van het Tien Stappenplan een jaar later bij de opleiding SportMarketing & Management ook bij meerdere praktijkonderdelen, in afgeslankte vorm doorgevoerd. Over twee schooljaren start het afstudeertraject van de eerste lichting studenten die gedurende hun volledige studie praktijkonderwijs volgens deze methode hebben gevolgd. Een mooi vooruitzicht. Drs. Babette van den Berg is docent aan de Hogeschool Rotterdam CE: SportMarketing & Management, b.g.van.den.berg@hr.nl Dr. Jimme A. Keizer is universitair docent aan de Technische Universiteit Eindhoven en lector aan de Hogeschool Zuyd, j.a.keizer@tm.tue.nl Prof. dr. Piet M. Kempen is emeritus hoogleraar van de Technisch Universiteit Eindhoven, pkempen@iae.nl 43

Het kan ook anders. Zes benaderingen van werkdruk bij het Rijk

Het kan ook anders. Zes benaderingen van werkdruk bij het Rijk Het kan ook anders Zes benaderingen van werkdruk bij het Rijk belasting belastbaarheid Het kan ook anders Zes benaderingen van werkdruk bij het Rijk: Factor tijd Roostermanagement Activiteitenanalyse Resultaatgericht

Nadere informatie

Handen en voeten aan beoordelen. handreiking invoering beoordelingssysteem in het hbo

Handen en voeten aan beoordelen. handreiking invoering beoordelingssysteem in het hbo Handen en voeten aan beoordelen handreiking invoering beoordelingssysteem in het hbo Inleiding In de cao voor het Hoger Beroepsonderwijs hebben cao partijen afspraken vastgelegd over de invoering van

Nadere informatie

GOED VERKORT? OVER DE PROGRAMMERING EN VERANTWOORDING VAN (VER)KORTE OPLEIDINGEN IN HET HOGER BEROEPSONDERWIJS

GOED VERKORT? OVER DE PROGRAMMERING EN VERANTWOORDING VAN (VER)KORTE OPLEIDINGEN IN HET HOGER BEROEPSONDERWIJS GOED VERKORT? OVER DE PROGRAMMERING EN VERANTWOORDING VAN (VER)KORTE OPLEIDINGEN IN HET HOGER BEROEPSONDERWIJS Utrecht, 9 november 2012 VOORWOORD Wij hebben een onderzoek uitgevoerd naar (ver)korte opleidingen

Nadere informatie

Een goede basis. Advies van de Commissie Kennisbasis Pabo

Een goede basis. Advies van de Commissie Kennisbasis Pabo Een goede basis Advies van de Commissie Kennisbasis Pabo 1 2 Inhoudsopgave Voorwoord 4 Deel A Adviezen 5 1 Opdracht 6 2 Aanpak 8 3 Probleemstelling 9 4 Oplossingsrichting 11 5 Herziening van de kennisbases

Nadere informatie

Bureau Onderzoek Gemeente Groningen, oktober 2005

Bureau Onderzoek Gemeente Groningen, oktober 2005 Hoe werk jij? Methodiekontwikkeling bij de dienst SOZAWE Jeanine Vosselman Monique Beukeveld Bureau Onderzoek Gemeente Groningen, oktober 2005 Bureau Onderzoek heeft als kernactiviteiten instrumentontwikkeling

Nadere informatie

Interim of niet? Handreiking voor het aanstellen van een interim manager. Leren verbeteren. Project voor risicoscholen en (zeer) zwakke afdelingen

Interim of niet? Handreiking voor het aanstellen van een interim manager. Leren verbeteren. Project voor risicoscholen en (zeer) zwakke afdelingen Interim of niet? 1 Handreiking voor het aanstellen van een interim manager Leren verbeteren Project voor risicoscholen en (zeer) zwakke afdelingen Een project van de VO-raad en AOC Raad Eerder verschenen

Nadere informatie

BEOORDELEN VAN ONDERZOEKS- VAARDIGHEDEN VAN LEERLINGEN

BEOORDELEN VAN ONDERZOEKS- VAARDIGHEDEN VAN LEERLINGEN BEOORDELEN VAN ONDERZOEKS- VAARDIGHEDEN VAN LEERLINGEN richtlijnen, alternatieven en achtergronden kernredactie: Dr. K.M. Stokking Drs. M.F. van der Schaaf MesoConsult B.V. Tilburg juni 1999 Deze brochure

Nadere informatie

De kracht van goed bestuur

De kracht van goed bestuur Bestuur, management en onderwijskwaliteit Daniëlle Verschuren en Berber Vreugdenhil De kracht van goed bestuur Eindrapportage De kracht van goed bestuur Eindrapportage Daniëlle Verschuren Berber Vreugdenhil

Nadere informatie

Onderwijskwaliteit blijvend verbeteren; welke rol speelt het bestuur?

Onderwijskwaliteit blijvend verbeteren; welke rol speelt het bestuur? BESTUUR, MANAGEMENT EN ONDERWIJSKWALITEIT PO VO Hoe besturen borgen Onderwijskwaliteit blijvend verbeteren; welke rol speelt het bestuur? Simone Kessels Tessa de With Mmv: Barbara de Boer, Gert-Jan Bos

Nadere informatie

Het CJG, de oplossing voor de jeugdzorg? De invloed van vertrouwen en samenwerking op de organisaties binnen het Centrum voor Jeugd en Gezin.

Het CJG, de oplossing voor de jeugdzorg? De invloed van vertrouwen en samenwerking op de organisaties binnen het Centrum voor Jeugd en Gezin. Het CJG, de oplossing voor de jeugdzorg? De invloed van vertrouwen en samenwerking op de organisaties binnen het Centrum voor Jeugd en Gezin. Auteur: Eva Geesing 2 Het CJG, de oplossing voor de jeugdzorg?

Nadere informatie

kwaliteitskader voorkomen seksueel misbruik in de jeugdzorg

kwaliteitskader voorkomen seksueel misbruik in de jeugdzorg kwaliteitskader voorkomen seksueel misbruik in de jeugdzorg kwaliteitskader voorkomen seksueel misbruik in de jeugdzorg 1 kwaliteitskader voorkomen seksueel misbruik in de jeugdzorg 2 kwaliteitskader

Nadere informatie

Bondgenoten in de decentralisaties

Bondgenoten in de decentralisaties Januari 2013 Bondgenoten in de decentralisaties Invulling geven aan het transformatieproces en de coalitieaanpak TransitieBureau Begeleiding in de Wmo Januari 2013 Bondgenoten in de decentralisaties TransitieBureau

Nadere informatie

Goed beslissen over beroepsbekwaamheid in het hbo

Goed beslissen over beroepsbekwaamheid in het hbo -- Praktisch artikel Goed beslissen over beroepsbekwaamheid in het hbo Dit artikel is het tweeënzestigste in een serie praktische artikelen over onderwijsinnovatie. Deze serie heeft de bedoeling om mensen

Nadere informatie

EN NU DE DOCENT NOG...!

EN NU DE DOCENT NOG...! EN NU DE DOCENT NOG...! kernredacteur van dit nummer: Prof. Dr. J.G.L.C. Lodewijks MesoConsult B.V. Tilburg april 1996 1996 MesoConsult B.V. Tilburg Uit deze uitgave mag niets worden verveelvoudigd en/of

Nadere informatie

Toetsen, niet minder maar anders. Referentiemodel

Toetsen, niet minder maar anders. Referentiemodel Toetsen, niet minder maar anders Referentiemodel Expertisecentrum handicap + studie Postbus 1585 5200 BP s-hertogenbosch Telefoon 073 680 07 83 E-mail algemeen@handicap-studie.nl Website www.handicap-studie.nl

Nadere informatie

Leidraad zorgvuldig adviseren over vermogensopbouw. De klant centraal bij financieel dienstverleners

Leidraad zorgvuldig adviseren over vermogensopbouw. De klant centraal bij financieel dienstverleners Leidraad zorgvuldig adviseren over vermogensopbouw De klant centraal bij financieel dienstverleners Autoriteit Financiële Markten De AFM bevordert eerlijke en transparante financiële markten. Wij zijn

Nadere informatie

Hoe stimuleer je excellentie in het hoger onderwijs?

Hoe stimuleer je excellentie in het hoger onderwijs? Hoe stimuleer je excellentie in het hoger onderwijs? > Een initiatief van AcademicTransfer en Battle of Concepts Inspiratiebundel Gebaseerd op 98 voorstellen van studenten en pas afgestudeerden met 79

Nadere informatie

Een effectieve leeromgeving in het primair en voortgezet onderwijs

Een effectieve leeromgeving in het primair en voortgezet onderwijs 8 Doorlopende leerlijnen Marjan van der Maas Een effectieve leeromgeving in het primair en voortgezet onderwijs Onderzoeksrapportage Inrichten leeromgevingen PO en VO 2008-2010 Een effectieve leeromgeving

Nadere informatie

Over leerloopbanen en loopbaanleren. Loopbaancompetenties in het (v)mbo

Over leerloopbanen en loopbaanleren. Loopbaancompetenties in het (v)mbo Over leerloopbanen en loopbaanleren Loopbaancompetenties in het (v)mbo F. Meijers, M. Kuijpers & J. Bakker Februari 2006 Dit onderzoek wordt gesubsidieerd door: Samenwerkende brancheorganisaties beroepsonderwijs

Nadere informatie

De basis op orde, de lat omhoog. Startrapportage programmamanagement MBO15

De basis op orde, de lat omhoog. Startrapportage programmamanagement MBO15 De basis op orde, de lat omhoog Startrapportage programmamanagement MBO15 De basis op orde, de lat omhoog Startrapportage programmamanagement MBO15 Inhoud Voorwoord 3 1 Inleiding 6 2 De rode draad 11

Nadere informatie

Professionalisering van besturen in het primair onderwijs

Professionalisering van besturen in het primair onderwijs Professionalisering van besturen in het primair onderwijs 2 - Professionalisering van besturen in het primair onderwijs Professionalisering van besturen in het primair onderwijs Verslag van de commissie

Nadere informatie

Werken op dezelfde golflengte

Werken op dezelfde golflengte Onderwijsprofessionals kiezen steeds vaker voor onderzoek om beter inzicht te krijgen in hun onderwijspraktijk. Vaak blijven de onderzoeksresultaten echter nog beperkt tot de school in kwestie. De ontwikkel-

Nadere informatie

Van evalueren kun je leren

Van evalueren kun je leren Van evalueren kun je leren Voorwoord Wie zich bezighoudt met cliëntenparticipatie doet er goed aan om van tijd tot tijd stil te staan bij de praktijk van dat moment. Cliëntenparticipatie is niet iets wat

Nadere informatie

Aan Tafel! Een onderzoek in opdracht van vno-ncw en mkb-nederland naar publiek en privaat toezicht op bedrijven. Cecile Schut. Michiel van der Heijden

Aan Tafel! Een onderzoek in opdracht van vno-ncw en mkb-nederland naar publiek en privaat toezicht op bedrijven. Cecile Schut. Michiel van der Heijden Aan Tafel! Een onderzoek in opdracht van vno-ncw en mkb-nederland naar publiek en privaat toezicht op bedrijven Cecile Schut Michiel van der Heijden Olaf Wilders Robert van der Laan Master of Public Administration

Nadere informatie

Een schrijfwijzer om succesvolle interventies schriftelijk overdraagbaar te maken

Een schrijfwijzer om succesvolle interventies schriftelijk overdraagbaar te maken Een schrijfwijzer om succesvolle interventies schriftelijk overdraagbaar te maken Dit is een uitgave van het Samenwerkingsverband effectieve interventies. Auteurs: Marijke Booijink, Christine Kuiper, Gery

Nadere informatie

Handreiking duurzame inzetbaarheid van oudere werknemers

Handreiking duurzame inzetbaarheid van oudere werknemers Handreiking duurzame inzetbaarheid van oudere werknemers Een integrale benadering voor organisaties Deze handreiking is een vervolg op het rapport: Duurzame inzetbaarheid van de oudere werknemer: stand

Nadere informatie

Sturen op Antwoord. Meten en verbeteren van uw klantcontact

Sturen op Antwoord. Meten en verbeteren van uw klantcontact Sturen op Antwoord Meten en verbeteren van uw klantcontact 1 Opdrachtgever Overheid heeft Antwoord, namens het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en het ministerie van Algemene Zaken

Nadere informatie

Lessen over diversiteitsbeleid. bij gemeenten, provincies en waterschappen

Lessen over diversiteitsbeleid. bij gemeenten, provincies en waterschappen Lessen over diversiteitsbeleid 1 bij gemeenten, provincies en waterschappen 2 L e s s e n o v e r d i v e r s i t e i t s b e l e i d b i j g e m e e n t e n, provincies en waterschappen 3 Lessen over

Nadere informatie

De lerende organisatie: Wat is het en hoe geef je er vorm aan?

De lerende organisatie: Wat is het en hoe geef je er vorm aan? Onderzoeksrapport De lerende organisatie: Wat is het en hoe geef je er vorm aan? Resultaten van een onderzoek op twaalf Nederlandse scholen voor voortgezet onderwijs Universiteit Utrecht Onderwijsadvies

Nadere informatie

Als schoolleider werken aan randvoorwaarden om als schoolteam tot succesvol informatiegebruik te komen. Van zelfreflectie naar actie

Als schoolleider werken aan randvoorwaarden om als schoolteam tot succesvol informatiegebruik te komen. Van zelfreflectie naar actie Als schoolleider werken aan randvoorwaarden om als schoolteam tot succesvol informatiegebruik te komen. Van zelfreflectie naar actie Jan Vanhoof (Universiteit Antwerpen) Stijn Vanhoof (Coördinator meetbeleid

Nadere informatie