02 NEN-EN-IEC X versie 2
|
|
- Katrien Segers
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 02 NEN-EN-IEC X versie 2 Normatieve wijzigingen
2 Tijdschema IEC / EN / x versie 2 Project IEC EN NEN NEN-EN -IEC versie 2 is niet overgenomen door Nederland! / xxxx_d_2
3 Normatieve wijzigingen EN Versie 2 Deel 1 algemene principes
4 Nieuwe definities IEC Versie 2 De bliksemdreiging Bliksemrisico IEC IEC Termen en definities 3.41 bliksembeveiliging LP compleet systeem voor de bescherming van objecten tegen blikseminslag, inclusief de interne systemen en inhoud van het object, evenals personen, in het algemeen bestaande uit een LPS en SPM Bliksem beveiliging LPS LP SPM 3.42 bliksembeveiligingsinstallatie LPS volledig systeem dat wordt gebruikt om fysieke schade ten gevolge van blikseminslagen op een object te verminderen Opmerking Dit bestaat uit zowel externe als interne bliksembeveiliging Beschermingsmaatregelen IEC IEC beveiliging tegen LEMP SPM beschermingsmaatregelen voor interne systemen tegen de effenten van LEMP Opmerking Dit maakt deel uit van een compleet bliksembeveiligingssysteem / xxxx_d_1
5 Vergelijk EN : en EN : Sectie EN : EN : Inleiding Niiet opgenomen Samenhang tussen de verschillende delen IEC 62305
6 Vergelijk EN : en EN : Sectie EN : EN : Normatieve Verwijzigingen IEC (in Nederland nooit gehad) Dit deel is vervallen 3 Termen en definities 3.24 Te beschermen dienst 3.23 Leiding 3.24 Telecommunicatieleidingen 3.25 Elektrische leidingen 3.40 Bliksembeveiligingsinstallatie 3.49 Beveiliging tegen LEMP - LPMS 3.54 Stootstroomweerstand (bestaat niet in de Nederlandse norm) Nicht enthalten 3.41 Blilsembeveiliging LP 3.51 Beveiliging tegen LEMP SPM Niet meer opgenomen 3.56 Isolerende interfaces
7 Vergelijk EN : en EN : Sectie EN : EN : Basiscriteria voor de bescherming van objecten 8.2 Bliksembeveiligingsniveaus (LPL) Bevat geen eerste negatieve impuls 8.2 Bliksembeveiligingsniveaus (LPL): Nieuw: Eerste negatieve impuls Tabel 3 Maximumwaarden van bliksemstroomparameters voor elk LPL Eerste positieve impuls Stroomparameters Symbool Eenheid I II III IV Piekstroom I ka Impulslading QKORT C Specifieke energie W/R MJ/Ω 10 5,6 2,5 LPL Tijdparameters T1 / T2 µs / µs 10 / 350 Eerste negatieve impuls a Stroomparameters Symbool Eenheid I II III Piekstroom I ka Gemiddelde steilheid di/dt ka/µs LPL Tijdsparameters T1 / T2 µs / µs 1 / 200 Opvolgende impuls Stroomparameters Symbool Eenheid I II III IV Piekstroom I ka 50 37,5 25 Gemiddelde steilheid di/dt ka/µs LPL Tijdsparameters T1 / T2 µs / µs 0,25 / 100 Lange ontlading Stroomparameters Symbool Eenheid I II III IV Lading van de lange ontlading LPL QLANG C Tijdsparameter TLANG s 0,5 Inslag Stroomparameters Symbool Eenheid I II III IV Lading van de inslag QINSLAG C a Het gebruik van deze stroomvorm betreft alleen berekeningen en niet het beproeven LPL Nieuw is de opmerking:.voor bliksemstroomparameters die buiten dit bereik liggen, blijft een restrisico op schade bestaan.
8 Vergelijk EN : en EN : Sectie EN : EN Bijlage A Bliksemstroomparameters A.2 Bliksemstroomparameter Niet opgenomen A.2 Bliksemstroomparameter Nieuw is de opmerking: De waarde van de kans op het optreden van hogere stroomtopwaarden dan in voorafgaande beschouwing wordt weergegeven in tabal A.3. Tabel A.3 Waarden van kans P als functie van de bliksemstroom I I (ka) P ,99 5 0, ,9 20 0,8 30 0,6 35 0,5 40 0,4 50 0,3 60 0,2 80 0, , , , , , ,001
9 Vergelijk EN : en EN : Sectie EN : EN : Bijlage B Tijdsfuncties van de bliksemstroom ten behoeve van analyses Niet opgenomen Parameters Eerste positieve impuls Tabel B.1 Parameters voor vergelijking (B.1) Eerste negatieve impuls Opvolgende negatieve impulsen LPL LPL LPL I II III IV I II III - IV I II III V I (ka) ,5 25 k 0,93 0,93 0,93 0,986 0,986 0,986 0,993 0,993 0,993 T 1 (µs) ,82 1,82 1,82 0,454 0,454 0,454 T 2 (µs)
10 Vergelijk EN : en EN : Sectie EN : EN : Bijlage E Impulsen ten gevolge van bliksem op verschillende punten in de LAAGSPANNING installatie LPL (klasse) Tabel E.2 Te verwachten impulsoverstroom ten gevolge van blikseminslagen in laagspanningssystemen Laagspanningssystemen Inslag op en nabij de dienstleiding Inslag nabij het object a Inslag op het object a Bron van schade S3 (directe bliksem) b Vorm van de stroom: 10/350 µs ka Bron van schade S4 (indirecte bliksem) c Vorm van de stroom: 8/20 µs ka Bron van schade S2 (geïnduceerde stroom) Vorm van de stroom: d 8/20 µs ka Bron van schade S1 (geïnduceerde stroom) Vorm van de stroom: d III IV 5 2,5 0,1 5 8/20 µs II 7,5 3,75 0,15 7,5 I ,2 10 OPMERKING: Alle waarden hebben betrekking op elke geleider van de leiding. a Ligging en afstand van de inducerende stroom van ringleidingen beïnvloeden de waarden van de te verwachten overstroom. De waarden in tabel E.2 hebben betrekking op kortgesloten, niet-afgeschermde ringleidingen met variërende ligging in grote gebouwen (oppervlakte van de ringleiding in ordegrootte van 50 m 2, breedte = 5 m), 1 m verwijderd van de wand van het object, binnen in een nief-afgeschermd object of gebouw met een LPS (k C = 0,5). Voor andere karakteristieken betreffende ringleiding en object behoren de waarden te worden vermenigvuldigd met factoren K S1, K S2, K S3 (zie bepaling B.4 van IEC :2010). b Waarden hebben betrekking op het geval dat de inslag plaatsvindt op het laatste punt van de leiding dicht bij de verbruiker en de meervoudige (drie fasen + nul)leiding. c Waarden hebben betrekking op bovengrondse leidingen. Voor ondergrondse leidingen kunnen de waarden worden gehalveerd. d Inductantie en weerstand van de ringleiding beïnvloeden de vorm van de geïnduceerde stroom. Bij verwaarloosbare lusweerstand behoort de vorm 10/350 µs te worden aangenomen. Dit is het geval waar een SPD van een schakelend type is geïnstalleerd in het circuit waar de inductie optreedt. ka Nw Nw Nw
11 Vergelijk EN : en EN : Sectie EN : EN : Bijlage E Impulsen ten gevolge van bliksem op verschillende punten van de TELECOM installatie LPL (klasse) Tabel E.3 Te verwachten impulsoverstroom ten gevolge van blikseminslagen in telecommunicatiesystemen Telecommunicatiesystemen a Inslag op en nabij de dienstleiding Inslag nabij het object b Inslag op het object b Bron van schade S3 (directe bliksem) c Vorm van de stroom: 10/350 µs ka Bron van schade S4 (indirecte bliksem) d Vorm van de stroom: 8/20 µs ka Bron van schade S2 (geïnduceerde stroom) Vorm van de stroom: 8/20 µs ka Bron van schade S1 (geïnduceerde stroom) Vorm van de stroom: 8/20 µs ka III IV 1 0,035 0,1 5 II 1,5 0,085 0,15 7,5 I 2 0,160 0,2 10 OPMERKING: Alle waarden hebben betrekking op elke geleider van de leiding a Zie ook ITU-T Recommandation K.67 [6] voor meer informatie. b Ligging en afstand van de inducerende stroom van ringleidingen beïnvloeden de waarden van de te verwachten impulsoverstroom. De waarden in tabel E.3 hebben betrekking op kortgesloten, niet-afgeschermde ringleidingen met variërende ligging in grote gebouwen (oppervlakte van de ringleiding in ordegrootte van 50 m 2, breedte = 5 m), 1 m verwijderd van de wand van het object, binnen in een nief-afgeschermd object of gebouw met een LPS (k C = 0,5). Voor andere karakteristieken betreffende ringleiding en object dienen de waarden te worden vermenigvuldigd met factoren K S1, K S2, K S3 (zie bepaling B.4 van IEC :2010). c Waarden hebben betrekking op onafgeschermde leidingen met vele aderparen. Voor een niet-afgeschermde drop wire (aftakleiding van een bovengrondse elektriciteits- of communicatieleiding) kunnen de waarden 5 maal hoger zijn. d Waarden hebben betrekking op bovengrondse niet-afgeschermde leidingen. Voor ondergrondse leidingen kunnen de waarden worden gehalveerd. Nw Nw Nw
12 Normatieve wijzigingen IEC Versie 2 Deel 3 Fysieke schade aan objecten en letsel aan mens en dier
13 Vergelijk van EN :2006 en EN :2010 Sectie EN :2006 EN : Opvanginrichtingen Algemeen Niet opgenomen Bij alle typen onvanginrichtingen mogen alleen de werkelijke fysieke afmetingen van de metalen opvangsystemen worden gebruikt bij de bepaling van de beschermende functie. Nw
14 Vergelijk van EN :2006 en EN :2010 Sectie EN :2006 EN : Opvanginrichtingen Niet opgenomen Objecten langer dan 60 m Onderzoek wijst uit dat de kans op inslagen met lage intensiteit op de verticale zijde van een object dat lager is dan 60 m, zo klein is dat deze niet in de beschouwing behoeven te worden opgenomen. Daken en horizontaal uitstekende delen moeten worden beschermd in overeenstemming met de LPS-beveiligingsklasse die wordt bepaald door de risicobeoordeling volgens IEC Nw
15 Vergelijk van EN :2006 en EN :2010 Tabel 6 Materiaal, configuratie en minimumdoorsnede van opvangleidingen, opvangstaven, aardpennen en afgaande leidingen van opvanginrichtingen a Materiaal Configuratie Dwarsdoorsnede mm 2 Massief band 50 Koper, vertind koper Massief rond b 50 Samengeslagen b 50 Massief rond c 176 Massief band 70 Aluminium Massief rond 50 Samengeslagen 50 Massief band 50 Aluminiumlegering Massief rond 50 Samengeslagen 50 Massief rond c 176 Met koper beklede Aluminiumlegering Massief rond 50 Massief band 50 Thermisch verzinkt staal Massief rond 50 Samengeslagen 50 Massief rond c 176 Met koper bekleed staal Massief rond 50 Massief band 50 Massief band d 50 Roestvast staal Massief rond d 50 Samengeslagen 70 Massief rond c 176 IEC :2010 Gereduceerde waarde Nieuw vorige waarde: 200 vorige waarde: 200 vorige waarde : 70 vorige waarde : 200
16 Vergelijk van EN :2006 en EN :2010 Tabel 6 Materiaal, configuratie en minimumdoorsnede van opvangleidingen, opvangstaven, aardpennen en afgaande leidingen van opvanginrichtingen a Koper, vertind koper Aluminium Aluminiumlegering Materiaal Configuratie Dwarsdoorsnede mm 2 Massief band 50 Massief rond b 50 Samengeslagen b 50 Massief rond c 176 Massief band 70 Massief rond 50 Samengeslagen 50 Massief band 50 Massief rond 50 Samengeslagen 50 Massief rond c 176 Met koper beklede Aluminiumlegering Massief rond 50 Thermisch verzinkt staal Met koper bekleed staal Roestvast staal a b c d Massief band 50 Massief rond 50 Samengeslagen 50 Massief rond c 176 Massief rond 50 Massief band 50 Massief band d 50 Massief rond d 50 Samengeslagen 70 Massief rond c 176 Opmerking Bij indrijf aardpennen: Let op bescherming tegen corrosie! E Bescherming tegen corrosie: Aluminium geleiders mogen niet direct worden aangesloten op kalkhoudende oppervlakken van gebouwen, zoals beton kalksteen en gips, en mag nooit worden gebruikt in de bodem. Mechanische en elektrische eigenschappen evenals corrosiebestendigheids-eigenschappen moeten voldoen aan de eisen uit de toekomstige IEC reeks In bepaalde toepassingen waar mechanische sterkte geen essentiële eis is, mag de afmeting van 50 mm 2 (8 mm doorsnede) worden teruggebracht tot 25 mm 2. In dit geval moet aandacht worden gegeven aan het verkleinen van de afstand tussen de bevestigingsmiddelen. Van toepassing op opvangstaven en aardpennen. Voor opvangstaven waar mechanische belasting zoals belasting door wind niet kritisch is, kan een staaf van 9,5 mm doorsnede en 1 m lengte worden gebruikt. Indien thermische en mechanische overwegingen belangrijk zijn dienen deze waarden te worden vergroot tot 75 mm 2
17 Vergelijk van EN :2006 en EN :2010 Tabel 7 Materiaal, configuratie en minimumafmetingen van aardelektroden a, e Materiaal Configuratie Afmetingen Stafaardelektrode diameter mm Aardgeleider mm 2 Plaataardelektrode mm Koper Vertind koper Thermisch verzinkt staal Samengeslagen 50 Massief rond Massief band 50 Pijp 20 Massief plaat Raster plaat c Massief rond Pijp 25 Massief band 90 Massief plaat Raster plaat c Profiel d Gereduceerde waarde Vorige waarde: 16 Blank staal b Massief rond 78 Samengeslagen 70 Met koper bekleed staal Roestvast staal Massief band 75 Massief rond 14 f 50 Massief band 90 Massief rond 15 f 78 Massief band 100 a Mechanische en elektrische eigenschappen evenals corrosievastheidseigenschappen moeten voldoen aan de eisen uit de toekomstige IEC reeks. b Moeten zijn ingegoten in beton op een minimale diepte van 50 mm. c Rooster opgebouwd met een geleider van minimaal 4,8 m totale lengte. d Verschillende profielen zijn toegelaten met een doorsnede van 290 mm 2 en een minimale dikte van 3 mm, bijvoorbeeld een kruisprofiel. e Bij toepassing van een opstelling volgens type B voor het funderingsaardsysteem moet de aardelektrode op correcte wijze minimaal iedere 5 m met het wapeningsstaal verbonden te zijn f In sommige landen kan de diameter worden teruggebracht tot 12,7 mm. Nieuw
18 Vergelijk van EN :2006 en EN :2010 Sectie EN :2006 EN : Bliksempotentiaalvereffening Bliksempotentiaalvereffening voor metalen installaties Bliksempotentiaalvereffening voor metalen installaties Tabel 8 Minimumafmetingen van geleiders die de verbinding met verschillende potentiaalvereffeningsrails tot stand brengen, of van geleiders tussen potentiaalvereffeningsrails en de aardingsinstallatie Tabel 8 Minimumafmetingen van geleiders die de verbinding met verschillende potentiaalvereffeningsrails tot stand brengen, of van geleiders tussen potentiaalvereffeningsrails en de aardingsinstallatie Bliksembeveiligingsklasse Materiaal I t.m. IV Doorsnede mm 2 Koper 14 Aluminium 22 Staal 50 Bliksembeveiligingsklasse Materiaal I t.m. IV Doorsnede mm 2 Koper 16 Aluminium 25 Staal 50 Nieuw Tabel 9 Minimumafmetingen van geleiders die de verbinding tussen interne metalen installaties en de potentiaalvereffeningsrail tot stand brengen Bliksembeveiligingsklasse Materiaal I t.m. IV Doorsnede mm 2 Koper 5 Aluminium 8 Staal 16 Tabel 9 Minimumafmetingen van geleiders die de verbinding tussen interne metalen installaties en de potentiaalvereffeningsrail tot stand brengen Bliksembeveiligingsklasse Materiaal I t.m. IV Doorsnede mm 2 Koper 6 Aluminium 10 Staal 16 Nieuw
19 Vergelijk van EN :2006 en EN :2010 Sectie EN :2006 EN : Elektrische isolatie van de externe LPS Algemeen.. OPMERKING De lengte l over de opvanginrichting kan worden genegeerd in objecten met een geheel metalen dak dat dienstdoet als natuurlijke opvanginrichting. Nieuw Tabel 12 Isolatie van het extern LPS waarden van coëfficiënt k m Tabel 11 Isolatie van het extern LPS waarden van coëfficiënt k m Materiaal k m Lucht 1 Beton, baksteen 0,5 OPMERKING 1 Wanneer er verscheidene isolatiematerialen in serie zijn geschakeld, is het een gangbare praktijk om de laagste waarde voor k m aan te houden. OPMERKING 2 Het gebruik van andere isolatiematerialen is onder beschouwing. Materiaal k m Lucht 1 Beton, baksteen, hout 0,5 OPMERKING 1 Wanneer er verscheidene isolatiematerialen in serie zijn geschakeld, is het een gangbare praktijk om de laagste waarde voor k m aan te houden. OPMERKING 2 Bij gebruik van andere isolatiematerialen dienen aanwijzingen voor de bouw en de waarde van k m door de fabrikant aangegeven te worden.
20 Vergelijk van EN :2006 en EN :2010 Sectie EN :2006 EN : Beschermings maatregelen 8 Beschermingsmaatregelen tegen verwondingen van levende wezens door aanraak- en stapspanningen 8.1 Beschermingsmaatregelen tegen aanraakspanningen.. Het gevaar wordt teruggebracht tot een aanvaardbaar niveau, indien wordt voldaan aan één van de volgende voorwaarden: a) De kans dat personen in de nabijheid van afgaande leidingen kunnen komen, of de duur van hun aanwezigheid buiten het object en in de nabijheid van de afgaande leidingen, is zeer gering resp. kort. b) De natuurlijke afgaande leidingen bestaan uit verscheidene kolommen van het uitgebreide metalen raamwerk van het object of uit verscheidene pilaren van onderling verbonden staal van het object, waarbij de elektrische betrouwbaarheid van verbindingen is gewaarborgd. c) De oppervlakteweerstand van de bodem, binnen 3 m van de afgaande leiding, bedraagt niet minder dan 5 kωm. 8 Beschermingsmaatregelen tegen verwondingen van levende wezens door aanraak- en stapspanningen 8.1 Beschermingsmaatregelen tegen aanraakspanningen.. Het gevaar wordt teruggebracht tot een aanvaardbaar niveau, indien wordt voldaan aan een van de volgende voorwaarden: a) In normale omstandigheden zijn er geen personen dichter dan 3 m bij de afgaande leidingen; b) Er is een systeem met minimaal 10 afgaande leidingen toegepast, in overeenstemming met 5.3.5; Nieuw c) De contactweerstand van de bovenste laag van de bodem, binnen 3m van de afgaande leiding, bedraagt niet minder dan 100 kω.
21 Vergelijk van EN :2006 en EN :2010 Sectie EN :2006 EN :2010 Bijlage E (informatief) E Las- of klemverbindingen met de stalen wapeningsstaven.. Lasverbindingen aan de wapeningsstaven zijn slechts toegelaten indien de ontwerper civiele werken daarmee instemt. De wapeningsstaven zouden moet worden gelast over een lengte van ten minste 30 mm (zie figuur E.5). E Las- of klemverbindingen met de stalen wapeningsstaven.. Lasverbindingen aan de wapeningsstaven zijn slechts toegelaten indien de ontwerper civiele werken daarmee instemt. De wapeningsstaven zouden moeten worden gelast over een lengte van ten minste 50 mm (zie figuur E.5). Nieuw Legenda 1 Wapeningsstaven 2 Lasnaad van ten minste 30 mm lengte Figuur E.5 Lasnaden van wapeningsstaven in gewapend beton, indien toegelaten
22 Vergelijk van EN :2006 en EN :2010 Sectie EN :2006 EN :2010 Bijlage E (informatief) E Verbindingen.. Lasverbindingen binnen beton zouden ten minste 30 mm lange moeten zijn. Kruisende staven zouden zo moeten zijn gebogen dat zij ten minste vanaf 50 mm vóór de lasverbinding parallel lopen.. OPMERKING Waar lasverbindingen zijn toegelaten, zijn zowel conventioneel lassen als exothermisch lassen acceptabel alsmede geschikte lasmethoden. E Verbindingen.. Lasverbindingen tussen wapeningsstaven (zie figuur E.5) binnen beton zouden ten minste 50 mm lang moeten zijn. Kruisende staven zouden zo moeten zijn gebogen dat zij ten minste 70 mm parallel lopen voordat wordt gelast. OPMERKING Waar lassen is toegelaten voldoen zowel het conventioneel lassen als het exothermisch lassen. Nieuw Sectie EN :2006 EN :2010 Bijlage E (informatief) Veranderd in E Afgaande leidingen.. In grote objecten werkt de potentiaalvereffening als ringleiding. In dergelijke gevallen zouden steeds op een afstand van 10 m aansluitpunten naar de wapeningsstaven moeten worden gemaakt. In afwijking van de maatregelen zoals voor de kelder kunnen zijn voorgeschreven, zijn er geen andere bijzondere maatregelen noodzakelijk om de wapening van het object te verbinden met de LPS. E Potentiaalvereffening.. In grote objecten werkt de potentiaalvereffeningsrail als ringleiding. In dergelijke gevallen zouden steeds op een afstand van 10 m aansluitpunten naar de stalen wapeningsstaven moeten worden gemaakt. Er zijn geen andere maatregelen nodig voor de verbinding van de wapening van het object aan de LPS dan de maatregelen die zijn voorgeschreven voor de kelder in a.
23 Vergelijk van EN :2006 en EN :2010 Sectie EN :2006 EN :2010 Bijlage E (informatief) E Opvanginrichtingen tegen zijdelingse inslagen op hoge objecten Bij objecten hoger dan 60 m zou de bovenste 20 % van de zijvlakken moeten zijn uitgerust met opvanginrichtingen. OPMERKING Indien zich aan de buitenzijde van de muur in het bovenste deel van het gebuw gevoelige delen bevinden (bijvoorbeeld elektronische uitrusting), zouden deze moeten zijn beveiligd door speciale opvangvoorzieningen, zoals horizontale uitsteeksels, vermaasde geleiders of gelijkwaardige voorzieningen. E Opvanginrichtingen tegen zijdelingse inslagen op hoge objecten Bij objecten hoger dan 60 m zou de bovenste 20 % van de zijvlakken moeten zijn uitgerust met opvanginrichtingen. Voor het gedeelte van dit te beschermen zijvlak dat zich beneden de 60 m bevindt, kan de bescherming achterwege blijven. OPMERKING 1 Bij objecten met een hoogte tussen 60 m en 75 m behoort het beschermde gedeelte zich niet beneden de 60 m uit te strekken. OPMERKING 2 Indien zich aan de buitenzijde van de muur in het bovenste deel van het gebouw gevoelige delen bevinden (bijvoorbeeld elektronische uitrusting), zouden deze moeten zijn beveiligd door opvangvoorzieningen, zoals horizontale pieken, vermaasde geleiders of gelijkwaardige voorzieningen. Nieuw Nieuw
24 Normatieve wijzingen IEC versie 2 Deel 4 Elektrische en elektronische systemen in objecten
25 Vergelijk van EN : en EN : Sectie DIN EN : Materialen en afmetingen van componenten voor potentiaalvereffeni ng Tabel 1 Minimale doorsnede van componenten voor potentiaalvereffening De rood gemaakte secties zijn aangepast; De rood gekleurde opmerkingen waren niet opgenomen DIN EN : Tabel 1 Minimale doorsnede van componenten voor potentiaalvereffening Component voor potentiaalvereffening Potentiaalvereffeningsrails (koper, met koper bekleed staal of gegalvaniseerd staal) Verbindende geleiders van potentiaalvereffeningsrails naar het aardingssysteem of naar andere potentiaalvereffeningsrails (welke de gehele of een belangrijk deel van de bliksemstroom voeren) Verbindende geleiders van interne metalen installaties naar potentiaalvereffeningsrails (welke een deel van de bliksemstroom voert) Materiaal Doorsnede mm 2 Cu, Fe 50 Cu Al Fe Cu Al Fe Aardgeleiders naar de SPD (die de gehele of een belangrijk deel van de bliksemstroom voeren) c b c d a Klasse I Klasse II Klasse III Overige SPD s d Wanneer andere materialen worden gebruikt dan koper, zou de doorsnede equivalent moeten zijn. In enkele landen mogen kleinere geleiderdoorsnedes worden gebruikt, onder het voorbehoud dat zij voldoen aan de thermische en mechanische vereisten zie bijlage D van IEC :2010 Voor SPD s welke gebruikt worden in krachtinstallaties wordt aanvullende informatie voor de verbindende geleiders gegeven in IEC en IEC Overige SPD s omvatten ook SPD s welke gebruikt worden in telecommunicatie en signaleringssystemen Cu
26 Vergelijk van EN : en EN : Sectie EN : EN : Bijlage A Uitgangspunten voor de evaluatie van de elektromagnetische omgeving in een LPZ De bepalingen waren, tot aan de eisen van de negatieve aarde ontladingsprincipe, reeds opgenomen. De parameters behorende bij schadebronnen en materieel in de huidige bepaling, maar zijn duidelijker weergegeven. 1. IEC I 0 Tabel A.1 Parameters behorend bij schadebronnen en materieel Primaire bron van schade LEMP Bepaald op basis van parameters volgens LPL 1 t.m IV: Impuls µs 10/350 1/200 0,25/100 Amplitude voor LPL I II III - IV ka , H o Afgeleid van de bijbehorende I 0 Steilheid voor LPL I II III - IV ka/µs Relevante effecten: Partiele bliksemstroom Inductie Inductie Immuniteit van de elektrische installatie Bepaald op basis van overspanningscategoriën I t m IV voor de nominale spanningen 230/400 V en 277/480 V: IEC U W Overspanningscategorie I t m IV 6 kv 4 kv 2,5 kv 1,5 kv Immuniteit van telecommunicatie apparatuur ITU aanbevelingen K.20 [3], K.21 [4] en K.45 [5] Beproeving van materieel zonder geschikte productnormen Immuniteitsniveau van materieel gedefinieerd op basis van bliksemeffecten via galvanische geleiding (U,I) U OC impuls 1,2/50 µs 4 kv 2 kv 1 kv 0,5 kv IEC I SC impuls 8/20 µs 2 kva 1 kva 0,5 kva 0,25 ka Beproeving van materieel dat niet voldoet aan de relevante EMC productnormen Immuniteitsniveau van materieel gedefinieerd op basis van bliksemeffecten met magnetische velden (H): 5. IEC H Impuls 8/20 µs, (gedempte oscillatie 25 khz, TP = 10 µs) A/m 300 A/m 100 A/m IEC H Gedempte oscillatie 1 MHz, (impuls 0,2/0,5 µs, TP = 0,25 µs) 100 A/m 30 A/m 10 A/m
27 Vergelijk van EN : en EN : Sectie EN : DIN EN : Bijlage C (NIEUW) D.1.2 Selectie met betrekking tot locatie en ontlaadstroom. C.2.2 Selectie met betrekking tot locatie en ontlaadstroom b) Dicht bij het te beschermen materieel (op de grens LPZ 2 en hoger, bijv. bij een onderverdeelinrichting OVI, of een wandcontactdoos WCD). SPD beproefd met In (beproefd volgens klasse II) De vereiste nominale ontlaadstroom In van de SPD dient te volstaan voor het niveau van de stootstroom dat op het installatiepunt kan worden verwacht op basis van het gekozen LPL en de bijhorende stroompieken volgens E.4 van IEC :2010. OPMERKING 2 Een SPD met de eigenschappen van een beproeving volgens klasse I en klasse II mag op deze plaats gebruikt worden. SPD beproefd met een combinatiegolf UOC (beproefd volgens klasse III) Dit type SPD kan gebruikt worden wanneer de binnenkomende bekabeling geheel binnen LPZ 0B ligt of wanneer het risico op falen van de SPD ten gevolge van schadebronnen S1 en S3 verwaarloosd kan worden. De vereiste onbelaste klemspanning UOC van de SPD (waarvan de kortsluitstroom ISC bepaald kan worden omdat de klasse III beproeving uitgevoerd wordt met een combinatiegolfgenerator met een impedantie van 2 Ω) moet zo worden gekozen dat deze volstaat voor het niveau van de stootstroom dat op het installatiepunt kan worden verwacht op basis van het gekozen LPL en bijbehorende stroompieken volgens E.4 van IEC :2010.
28 Vergelijk van EN : en EN : Sectie EN : EN : Bijlage D (NIEUW) Factoren van invloed op de keuze van SPD s Deze informatieve bijlage D is gemaakt voor de tweede editie. De belangrijkste inhoud is rood gemarkeerd. Figuur D.2: Principevoorbeeld van verschillende bronnen van schade bij een object en verdeling van bliksemstromen binnen een systeem
29 Vergelijk van EN : en EN : Sectie EN : Bijlage D (NIEUW) Factoren van invloed op de keuze van SPD s Deze informatieve bijlage D is gemaakt voor de tweede editie. De belangrijkste inhoud is rood gemarkeerd. EN : D.3 Bepaling van het statistische bedreigingsniveau op een SPD D.3.1 Algemeen Er zijn vele pogingen gedaan om de elektrische omgeving en het bedreigingsniveau die een SPD ondervindt op verschillende plaatsen binnen het terrein te kwantificeren. Bijvoorbeeld, voor een SPD bij een binnenkomende dienstleiding waar een LPS voor de structuur is geïnstalleerd hangt het bedreigingsniveau af van het vereiste LPL volgens de risicoanalyse voor betreffend object, bedoeld om een dergelijk risico te beperken tot een aanvaardbare waarde (zie hoofdstuk 6 van IEC :2010). Deze norm stelt dat bij een LPL I de grootte van een directe inslag (S1) in het LPS van het object mag oplopen tot 200 ka met een golfvorm van 10/350 µs (zie 8.1 en bijlage A van IEC :2010). Echter, doordat de SPD s geselecteerd dienen te worden om aan het vereiste LPL te voldoen zoals bepaald door de risico-inventarisatie, zijn er andere factoren van invloed op de grootte van de bliksemstroom waaraan de SPD onderworpen wordt
30 Vergelijk van EN : en EN : Sectie EN : Bijlage D (NIEUW) Factoren van invloed op de keuze van SPD s Deze informatieve bijlage D is gemaakt voor de tweede editie. De belangrijkste inhoud is rood gemarkeerd. EN : D.3.2 Installatiefactoren van invloed op de stroomverdeling Als er geen specifieke berekening van de stroomverdeling wordt gemaakt (zie bijlage E.2 van IEC :2010), wordt een algemene aanname gemaakt dat 50 % van deze stroom naar het aardingssysteem van het gebouw wordt geleid en 50 % wegvloeit via door de potentiaalvereffenings SPD s. Voor LPL I betekent dit dat het deel van de aanvankelijke ontlading van 200 ka dat iedere SPD te verwerken krijgt, I imp = 25 ka bedraagt bij een driefase netvoeding met nulgeleider zie figuur D.3. Als er echter 3 metalen dienstleidingen zijn aangesloten op het object en het model van bijlage E.2 van IEC :2010 wordt toegepast, wordt de totale stroom, I imp voor iedere potentiaalvereffenings SPD in het driefasesysteem 8,3 ka. De verdeling van de bliksemstroom over het elektriciteitsnet wordt sterk beïnvloed door de wijze van aarding van de dienstleidingen die het object binnengaan. Bijvoorbeeld in een TN-C stelsel met zijn meervoudig geaarde nulgeleider is een meer directe weg met lagere impedantie naar aarde voorzien voor bliksemstromen dan in een TT stelsel.
31 Vergelijk van EN : en EN : Sectie EN : Bijlage D (NIEUW) Factoren van invloed op de keuze van SPD s Deze informatieve bijlage D is gemaakt voor de tweede editie. De belangrijkste inhoud is rood gemarkeerd. EN : D.3.2 Installatiefactoren van invloed op de stroomverdeling Vereenvoudigde aannamen van stroomverdeling zijn nuttig om het mogelijke bedreigingsniveau te beschouwen die een SPD kan ondervinden, maar het is belangrijk om de gemaakte aannames in de context mee te nemen. Bovendien is aangenomen dat de golfvorm van de stroomcomponent door de SPD(s) dezelfde is als de golfvorm van de initiële ontlading, terwijl in werkelijkheid de golfvorm veranderd kan zijn door de impedantie van de bekabeling enz. van het gebouw. Computersimulaties kunnen een nuttig hulpmiddel zijn om deze factoren te beschouwen voor een juiste keuze van SPD s. Om de verdeling van de bliksemstroom bij een complex systeem te beschouwen is het nodig om het werkelijke systeem zoals getoond in het voorbeeld van figuur D.2 te vertalen naar een equivalent elektrisch schema. Vele normen hebben echter hun beschouwingen betreffende het bedreigingsniveau op een SPD gebaseerd op in de tijd verzamelde ervaringsgegevens uit de praktijk. Tabel E.2 van IEC :2010 is in hoofdzaak gebaseerd op praktijkervaringsgegevens (zie IEEE C62.41 reeks [9] ).
DE NORMEN VOOR BLIKSEMBEVEILIGING IN HET VERLEDEN EN HET HEDEN
DE NORMEN VOOR BLIKSEMBEVEILIGING IN HET VERLEDEN EN HET HEDEN De huidige norm NEN 1014: Deze norm is nog geldig tot 1 februari 2009. Alle installaties die worden opgeleverd na deze datum moeten voldoen
Nadere informatie09 Bliksembeveiliging zoneconcept
09 Bliksembeveiliging zoneconcept Principe van integratie 1 05.07.12 / 8080_E_1 Ontwerp en installatie van LEMP beveiligings maatregelen (SPM = Surge Protection Measures) NEN-EN-IEC 62305-4:3-2011 3.10
Nadere informatieBliksembeveiliging voor evenementen en tenten
Bliksembeveiliging voor evenementen en tenten door Hubert de Veer (lid NEC 81) Volgens de norm NEN-EN-IEC 62305 deel 3 Inleiding Bliksembeveiliging 1 Maatschappelijke aspecten Directe schade aan: Gebouwen
Nadere informatieAarding en Potentiaalvereffening, het begin van een onbezorgde verbintenis?
Aarding en Potentiaalvereffening, het begin van een onbezorgde verbintenis? Ben Bus Eric Jansen Aarding en Potentiaalvereffening, het begin van een onbezorgde verbintenis? Eric Jansen Alle apparatuur in
Nadere informatieVeiligheidsinformatie
Veiligheidsinformatie Aarding, potentiaalvereffening en bliksembeveiliging op tankinstallaties Nut en noodzaak Bescherming van mensen en installaties. Verbetering van de veiligheid van de tankinstallaties.
Nadere informatieBeschermings- en scheidingsvonkbruggen
Beschermings en scheidingsvonkbruggen Wanneer beschermingsvonkbrug, wanneer scheidingsvonkbrug?.............. blz. 100 Scheidingsvonkbruggen 480 en 481.................................... blz. 102 Beschermingsvonkbrug
Nadere informatieINHOUD INLEIDING 15 5 AARDING IN ELEKTRICITEITS NETTEN 69 5.1 AANSLUITMOGELIJKHEDEN 70. Alles over aarding - 9
INLEIDING 15 1 AARDING: FUNCTIES, WETTEN EN NORMEN 19 1.1 FUNCTIES VAN AARDINGSVOORZIENING 20 1.2 NORMEN BETREFFENDE ONTWERP VAN AARDINGS VOORZIENINGEN 20 1.2.1 NEN 1010 21 1.2.2 NEN-EN-IEC 60204 21 1.2.3
Nadere informatie03 Opvanginstallatie
03 Opvanginstallatie Vermaasde netwerken Opvangstaven Natuurlijke opvanginstallaties 1 External lightning protection system Air-termination systems IEC 62305-3:20011 5.2.2 Plaatsbepaling Componenten van
Nadere informatievan fotovoltaïsche installaties
Bliksembeveiliging van fotovoltaïsche installaties E. Cailleux Normen Antenne Brandpreventie Te behandelen punten 1. De nieuwe norm voor de bescherming van gebouwen tegen blikseminslag 2. Risicoanalyse
Nadere informatie1 september 2015. Nieuw in NEN 1010: Overspa nningsbeveiliging
Nieuw in NEN 1010: Overspanningsbeveiliging 1 september 2015 Nieuw in NEN 1010: Overspa nningsbeveiliging 1 NEN 1010 rubriek 534 Beveiligingstoestellen tegen overspanningen 2Nieuw in NEN 1010: Overspa
Nadere informatieOverspanningsbeveiliging
Overspanningsbeveiliging Bliksembeveiliging en overspanningsbeveiliging voor Sunny Boy en Sunny Tripower Inhoud Bij PV-installaties bevindt de PV-generator zich in de buitenlucht, vaak op gebouwen. Afhankelijk
Nadere informatieL1 L2 L3 N L1 L2 L3 N PE PE. aarde L1 L2 L3 PEN. Figuur 3.6: Verdeelnetten
TT-net. Het sterpunt van de secundaire transformatorwikkeling in het net wordt met de verbonden. Bij elke verbruiker is er een aarding ( : protective earth), waarmee de metalen onderdelen van de toestellen
Nadere informatiePreventiebulletin Bliksem en overspanning
Versie : 1.1 Datum : 3 april 2007 Onderwerp : De gevolgen van bliksem en overspanning kunnen enorm zijn. Er valt onderscheid te maken tussen: Directe blikseminslag: een directe inslag van bliksem op het
Nadere informatieOpbouw PV-systeem
Opbouw PV-systeem 1,6 m 2 PV-module PV-module Opbrengst PV-module Opbrengst PV-module P A MPP = Maximum Power Point P max dus Vpm pm 171,47W 27,26V 6, 29A V nvloed van temperatuur Toepassing micro-inverters
Nadere informatieZX Ronde..zondag 15 juni Normen en richtlijnen voor Bliksembeveiliging
ZX Ronde..zondag 15 juni 2014 Normen en richtlijnen voor Bliksembeveiliging Er bestaan geen technische hulpmiddelen of methoden die de natuurlijke weersomstandigheden zo kunnen beïnvloeden dat bliksemontladingen
Nadere informatieVeiligheidsaarde is meer dan 25/In
VAKGROEP BLIKSEMBEVEILIGING Veiligheidsaarde is meer dan 25/In De techniek waarop Nederland draait VAKGROEP BLIKSEMBEVEILIGING Veiligheidsaarde is meer dan 25/ln In deze folder vatten we de essenties van
Nadere informatie08 Aardingsysteem en meten
08 Aardingsysteem en meten Type A Horizontale / Verticale aardelektrode Type B Ring / fundatie- aarde 2009 DEHN + SÖHNE / protected by ISO 16016 Blitz Seminar Erdung Aardsystemen Algemeen IEC 62305-3:2006,
Nadere informatieBeveiligings- en beschermingsmaatregelen in de nieuwe NEN 1010
Beveiligings- en beschermingsmaatregelen in de nieuwe NEN 1010 1 september 2015 Elektrische beveiligings- en beschermingsmaatregelen Schok (Hfdst. 41) Direct (basisbescherming) Indirect (foutbescherming)
Nadere informatieOverspanningsbeveiliging
Overspanningsbeveiliging Beveiliging tegen blikseminslag en overspanning Voor SUNNY BOY / SUNNY MINI CENTRAL / SUNNY TRIPOWER Inhoud Bij PV-installaties bevindt de PV-generator zich in de buitenlucht,
Nadere informatieInvloed blikseminslag bij een magnetisch ankerpunt
Invloed blikseminslag bij een magnetisch ankerpunt Document: 14 01 04 Blikseminslag ankerpunt v02.docx Datum: 2 juli 2014 Door: B. Gravendeel Versie: 0.2 Document: 14 01 04 Blikseminslag ankerpunt v02.docx
Nadere informatieMechanica van Materialen: Voorbeeldoefeningen uit de cursus
Mechanica van Materialen: Voorbeeldoefeningen uit de cursus Hoofdstuk 1 : Krachten, spanningen en rekken Voorbeeld 1.1 (p. 11) Gegeven is een vakwerk met twee steunpunten A en B. Bereken de reactiekrachten/momenten
Nadere informatieAarding en Potentiaalvereffening
afbeelding Aarding en Potentiaalvereffening het begin van een onbezorgde verbintenis Waarom Aarding & Potentiaalvereffening? Daarom Aarding & Potentiaalvereffening Voor bescherming van mensen en levende
Nadere informatieAarding volgens NEN1010:2015..ZX ronde 2 juli 2017
Aarding volgens NEN1010:2015..ZX ronde 2 juli 2017 Per 1 januari 2017 is de nieuwe NEN van kracht, de NEN1010:2015. Sinds de vorige uitgave zijn zonnepanelen en elektrische voertuigen steeds meer ingeburgerd.
Nadere informatieAarding in medisch gebruikte ruimten Aardingsvoorzieningen in medische gebruikte ruimten bestaan uit twee delen:
Verhaaltje ZX Ronde 24 oktober 2010 Aarding deel 2 Algemeen In het eerste deel heb verteld over veiligheidsaarding NEN 1010 en aarding t.b.v. de bliksembeveiliging NEN 1014. Vandaag wil ik iets vertellen
Nadere informatieVeiligheidsaarde is meer dan 25/In
VAKGROEP BLIKSEMBEVEILIGING Veiligheidsaarde is meer dan 25/In De techniek waarop Nederland draait VAKGROEP BLIKSEMBEVEILIGING Veiligheidsaarde is meer dan 25/ln In deze folder vatten we de essenties van
Nadere informatieNEN 1010 over Photo Voltaïc installaties
NEN 1010 over Photo Voltaïc installaties Paul Castenmiller NEN 1010 over PV installaties Ontwikkelingen PV installaties. Normen PV installaties. NPR 5310-blad 65 Eigenschappen en risico s Architectuur
Nadere informatieStroominjectie op de bliksembeveiliging van een gebouw, metingen en model. G. Geers-Bargboer & A.P.J. van Deursen
Stroominjectie op de bliksembeveiliging van een gebouw, metingen en model G. Geers-Bargboer & A.P.J. van Deursen Inleiding Bliksem / Electrical Energy Systems 27-10-2010 PAGE 1 Inleiding Doel: Inschatten
Nadere informatieNEN Werken met de. Pluspakket NEN 1010:2015. MBO Elektrotechniek. Meer ie. verder in technisch vakmanschap
Werken met de NEN 1010 Pluspakket - NEN 1010:2015 Meer ie t informa 0 44 99 0 l 088-4 kenteq.n @ m a e t e servic nteq.nl www.ke MBO Elektrotechniek Werken met de NEN 1010 Pluspakket NEN 1010:2015 verder
Nadere informatieTerminologie aangepast op basis van Technisch Reglement Distributie
SPECIFIEKE TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN VOOR DE AANSLUITING OP HET LS- DISTRIBUTIENET VAN GSM- INSTALLATIES GEPLAATST OP MASTEN DIE DEEL UITMAKEN VAN HS-LIJNEN VAN 2 de CATEGORIE Terminologie aangepast op
Nadere informatieMeten aan E+PV installaties
Meten aan E+PV installaties Hoe en waarom meten aan E+PV installaties? KWx BV - 2013 1 #zonnepanelen trending topic KWx BV - 2013 2 #zonnepanelen trending topic KWx BV - 2013 3 Zonnestroom is elektrotechniek!
Nadere informatieVerhaaltje ZX-Ronde 21 september 2008. Zekeringen ( stroom / tijd beveiligen )
Verhaaltje ZX-Ronde 21 september 2008 Zekeringen ( stroom / tijd beveiligen ) Zekeringen is een artikel uit de Electron van september 2008. Het is een artikel wat geschreven is door Hans PA0JBB. Het is
Nadere informatieOverspanningsbeveiliging nieuw geregeld
Overspanningsbeveiliging nieuw geregeld Een blik op de nieuwe normen HD60364-4-443 en HD60364-5-534 De normen IEC 60364-4-443 en IEC 60364-5-534 bevatten de belangrijkste installatievoorschriften voor
Nadere informatieFUSERBLOC Schakelaars-scheiders met zekeringen voor industriële zekeringen tot 1250 A
fuser_539_a_1_cat fuser_532_a_1_cat fuser_548_a_1_cat 25 tot 32 A 630 tot 1250 A 32 tot 400 A Functie De zijn meerpolige handbediende schakelaars-scheiders met zekeringen. Ze zorgen voor het in- en uitschakelen
Nadere informatieNederlandse norm. NEN-EN-IEC (nl) Bliksembeveiliging - Deel 1: Algemene principes. Protection against lightning - Part 1: General principles
Dit document mag slechts op een stand-alone PC worden geinstalleerd. Gebruik op een netwerk is alleen. toestaan als een aanvullende licentieovereenkomst voor netwerkgebruik met NEN is afgesloten. This
Nadere informatieNederlandse norm. NEN-EN-IEC (nl) Bliksembeveiliging - Deel 1: Algemene principes. Protection against lightning - Part 1: General principles
Dit document mag slechts op een stand-alone PC worden geinstalleerd. Gebruik op een netwerk is alleen. toestaan als een aanvullende licentieovereenkomst voor netwerkgebruik met NEN is afgesloten. This
Nadere informatieWOORD VOORAF. September Drs. Ed Pols Prof.dr.ir. Sjef Cobben
WOORD VOORAF Een installatie zonder aardingsvoorziening is ondenkbaar. De functie van een aardingsvoorziening is dan ook veelledig. Een zeer belangrijke functie is de zorg voor de veiligheid van personen.
Nadere informatieEMC problematiek in industrieel Ethernet. Rinus Broekmans
EMC problematiek in industrieel Ethernet Rinus Broekmans Agenda Basisprincipes EMC EMC zonering EMC ontwerp EMC installatie EMC kabels EMC = Elektro Magnetische Compatibiliteit Het vermogen van elektrische
Nadere informatie1 overspanningsbeveiliging
Katern voor scholing, her- en bijscholing 23 inhoud 1 Ontwerp van bliksem- en overspanningsbeveiliging 5 Otib nieuws Fotowedstrijd Zo moet het niet Een uitgave van Intech Elektro & ICT en OTIB november
Nadere informatieNederlandse norm NEN-EN-IEC (nl) Bliksembeveiliging - Deel 1: Algemene principes (IEC :2006,IDT)
Dit document mag slechts op een stand-alone PC worden geinstalleerd. Gebruik op een netwerk is alleen. toestaan als een aanvullende licentieovereenkomst voor netwerkgebruik met NEN is afgesloten. This
Nadere informatieSPECIFIEKE TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN WAARAAN DE NETTEN VAN DE DISTRIBUTIENETBEHEERDERS MOETEN VOLDOEN INZAKE BESCHERMING TEGEN OVERSTROOM
C1/111 SPECIFIEKE TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN WAARAAN DE NETTEN VAN DE DISTRIBUTIENETBEHEERDERS MOETEN VOLDOEN INZAKE BESCHERMING TEGEN OVERSTROOM ln DE BOVENGRONDSE LIJNEN EN ONDERGRONDSE ENERGIEKABELS Datum
Nadere informatieVeiligheidstraining. Veilige aarding rolsteigers en containers op locaties. On location versie 2013 rev.1
Veiligheidstraining Veilige aarding rolsteigers en containers op locaties On location versie 2013 rev.1 PROGRAMMA 1. Presentatie veilige aarding rolsteigers en zeecontainers 2. Oefening veilige aarding
Nadere informatieIEC Case: Eaton xboard EWS05082
Δt 1,0 = c * Δt 0,5 Δt 0,75 = c * Δt 0,5 Δt 0,5 = k * d * Px Δt 0,25 = c * Δt 0,5 sg koper = 1,83 * 10^-8 = I nc2 * R * aders/1000 Watt-verliezen kabel per circuit: Pv = I nc2 * kabellengte * R * aders/1000
Nadere informatieNEN1010:2015 NEN1010:2015. Elektrische installaties voor laagspanning. Belangrijke wijzigingen Algemeen. NEN Training & Advies. Wat is er anders?
NEN1010:2015 Elektrische installaties voor laagspanning Belangrijke wijzigingen Algemeen NEN Training & Advies NEN1010:2015 Wat is er anders? Erg veel. Te veel voor een dag. Waarom er zoveel is veranderd
Nadere informatieDimensionering van de lijnbeveiliging van een transformator
Dimensionering van de lijnbeveiliging van een transformator Dimensionering van de lijnbeveiliging van een transformator Verband tussen inschakelstroom en lijnbeveiliging Bij het selecteren van de lijnbeveiliging
Nadere informatieBIJLAGE 9. Methode(n) voor het testen van de immuniteit van elektrische/elektronische subeenheden voor elektromagnetische straling
BIJLAGE 9 Methode(n) voor het testen van de immuniteit van elektrische/elektronische subeenheden voor elektromagnetische straling 1. ALGEMEEN 1.1. De in deze bijlage beschreven testmethoden zijn van toepassing
Nadere informatieNederlandse norm. NEN-EN-IEC (nl) Bliksembeveiliging Deel 3: Fysieke schade aan objecten en letsel aan mens en dier (IEC :2010,MOD)
Dit document mag slechts op een stand-alone PC worden geinstalleerd. Gebruik op een netwerk is alleen. toestaan als een aanvullende licentieovereenkomst voor netwerkgebruik met NEN is afgesloten. This
Nadere informatieNederlandse norm. NEN-EN-IEC (nl) Bliksembeveiliging Deel 3: Fysieke schade aan objecten en letsel aan mens en dier (IEC :2010,MOD)
Dit document mag slechts op een stand-alone PC worden geinstalleerd. Gebruik op een netwerk is alleen. toestaan als een aanvullende licentieovereenkomst voor netwerkgebruik met NEN is afgesloten. This
Nadere informatieRisicoklassenindeling overspanningsbeveiliging.
Risicoklassenindeling overspanningsbeveiliging. Bliksem en overspanning kunnen catastrofale gevolgen hebben voor een bedrijf. Door de toename van gevoelige elektronica binnen gebouwen is de kans op overspanning
Nadere informatie06 DEHNconductor HVI Conductor
06 DEHNconductor HVI Conductor Technologie en Toepassingsmogelijkheden 2009 DEHN + SÖHNE / protected by ISO 16016 Blitz Seminar Trennungsabstand DEHNconductor system, HVI geleider I Hoofdstuk Vast PV element
Nadere informatieEMC. Aanwijzingen omtrent de omgang met elektronische apparaten in overeenstemming met de EMC (2013-02)
Aanwijzingen omtrent de omgang met elektronische apparaten in overeenstemming met de EMC (2013-02) Elektromagnetische Compatibiliteit (EMC) Tegenwoordig beschikken we vanzelfsprekend over veel ervaring
Nadere informatieNieuws1010 Onafhankelijke uitgave van Meer1010
Van PAGINA der Meer1 Oktober 2012-1 Intech E&I van september 2012 Rubriek Technische vragen HELPDESK UNETO-VNI HELPT VAN DE WAL IN DE SLOOT In Intech E&I van september 2012 is in de rubriek Technische
Nadere informatieJan Hartman (Rittal bv) (Product Manager Kastsystemen) Praktische EMC tips bij opbouw en installatie
36 Jan Hartman (Rittal bv) (Product Manager Kastsystemen) Praktische EMC tips bij opbouw en installatie De elektromagnetische compatibiliteit (EMC) geeft aan in hoeverre een elektrisch systeem het vermogen
Nadere informatieOverspanningsbeveiliging
Overspanningsbeveiliging In elektriciteitsnetten kunnen kleine piekspanningen voorkomen. Die piekspanningen kunnen ontstaan door onweer, maar ook door schakelhandelingen. De meeste piekspanningen ontstaan
Nadere informatieLeidraad bliksembeveiliging voor monumenten 2010
Leidraad bliksembeveiliging voor monumenten 2010 2 Inleiding op de leidraad Objecten die onder de bescherming van de Monumentenwet vallen zijn sinds decennia ook beschermd tegen de gevolgen van brand en
Nadere informatieInleiding. Veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties in voertuigen 18 augustus 2009. 230Vac installaties in voertuigen
Inleiding 230Vac installaties in voertuigen Het ontwerpen en installeren van 230Vac installaties in voertuigen is op het eerste gezicht een simpele uitdaging, omdat de installatie een zeer geringe omvang
Nadere informatieTheorie Stroomtransformatoren. Tjepco Vrieswijk Hamermolen Ugchelen, 22 november 2011
Theorie Stroomtransformatoren Tjepco Vrieswijk Hamermolen Ugchelen, 22 november 2011 Theorie Stroomtransformatoren 22 november 2011 Onderwerpen: - Theorie stroomtransformatoren - Vervangingsschema CT -
Nadere informatieVeilig meten met passende, veilige meetapparatuur
Veilig meten met passende, veilige meetapparatuur Elektrotechnici verrichten bij hun werkzaamheden regelmatig metingen. Bijvoorbeeld om een waarde van een spanning te meten, een storing te zoeken, spanningsloosheid
Nadere informatieHighlights uit nieuwe HS norm:
Highlights uit nieuwe HS norm: NEN-EN-IEC 61936-1 en NEN-EN 50522 Nieuw NEN-EN-IEC bepalingen Veiligheidsbepalingen voor hoogspanningsinstallaties: NEN 1041 vervallen sinds: 1 oktober 2012 NEN 61936-1
Nadere informatieMkv Magnetisme. Vraag 1 Twee lange, rechte stroomvoerende geleiders zijn opgehangen in hetzelfde verticale vlak, op een afstand d van elkaar.
Mkv Magnetisme Vraag 1 Twee lange, rechte stroomvoerende geleiders zijn opgehangen in hetzelfde verticale vlak, op een afstand d van elkaar. In een punt P op een afstand d/2 van de rechtse geleider is
Nadere informatieMODEL INSPECTIERAPPORT NR. :.. ELEKTRISCHE INSTALLATIE INSPECTIEDATUM
MODEL INSPECTIERAPPORT NR. :.. ELEKTRISCHE INSTALLATIE INSPECTIEDATUM -..-2013 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 4 2. Algemene gegevens... 5 2.1 Opdrachtgever en objectgegevens... 5 2.2 Installatiegegevens...
Nadere informatieTENTAMEN ELEKTROMAGNETISME
TENTMEN ELEKTROMGNETISME 23 juni 2003, 14.00 17.00 uur Dit tentamen bestaat uit 4 opgaven. OPGVE 1 Gegeven is een zeer dunne draad B waarop zch een elektrische lading Q bevindt die homogeen over de lengte
Nadere informatieInhoudsopgave. Inhoudsopgave pagina 1. Inleiding pagina 2. 1.1 Geschiedenis pagina 3
Inhoudsopgave Inhoudsopgave pagina 1 Inleiding pagina 2 1.1 Geschiedenis pagina 3 2.1 De opvanginrichting pagina 4 pagina 5 pagina 6 pagina 7 pagina 8 pagina 9 pagina 10 2.2 Afgaande leidingen pagina 11
Nadere informatieKortsluitstromen en. Kabelberekeningen
1 Kortsluitstromen en kabelberekeningen Veel werk? Kennis in Praktijk... Kabelberekeningen Door : Joost de Koning Product manager vermogensschakelaars Lid NEC64 commissie (NEN1010) Lid NEC23E commissie
Nadere informatieINSPECTIERAPPORT PV-systeem
INSPECTIERAPPORT PV-systeem VOOR SYSTEMEN TOT 1 MVA AANGESLOTEN OP LAAGSPANNINGSNET OF TRAFO (NIET VOOR SYSTEMEN DIE DIRECT OP 12 kv ZIJN AANGESLOTEN) Gegevens eigenaar PV-systeem Naam organisatie/ perceeleigenaar
Nadere informatieTECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN VADEMECUM ELEKTRICITEIT SCHAKELAARS. Artikel. A.R.E.I. 250.01 Algemeen
SCHAKELAARS 250.01 Algemeen Schakelaars en andere bedieningstoestellen moeten conform de desbetreffende door de Koning zijn, of overeenkomen met bepalingen die een gelijkwaardig veiligheidsniveau bieden.
Nadere informatieGeïsoleerde bliksemgeleider DEHN HVI
Geïsoleerde bliksemgeleider DEHN HVI Dipl.-Ing.(FH) Klaus-Peter Müller, DEHN + SÖHNE GmbH + Co.KG. Produktmanagement Blitzschutz / Erdung, Neumarkt i.d.opf. De elementaire taak van de uitwendige bliksembeveiliging
Nadere informatieZX ronde van 10 april 2011
ZX ronde van 10 april 2011 Transformatoren Vandaag een verhaaltje over de transformator geen speciale transformator maar gewoon een doorsnee voedingstransformator met een gelamelleerde kern. De werking
Nadere informatieAlgemene. Montagerichtlijnen. Elektrische Bediende. Beveiligingsrolluiken. NCP AMR augustus 2007 versie 1.0
Algemene Montagerichtlijnen Elektrische Bediende Beveiligingsrolluiken Algemene montage richtlijnen elektrische beveiligingsrolluiken Inleiding: Een rolluik is zo sterk als zijn bevestiging toelaat. Vandaar
Nadere informatieBETONSTAAL GERIBDE en GEDEUKTE STAVEN GERIBDE en GEDEUKTE DRAAD met hoge ductiliteit
OCBS Vereniging zonder winstoogmerk Keizerinlaan 66 B 1000 BRUSSEL www.ocab-ocbs.com TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN PTV 302 Herz. 7 2015/6 PTV 302/7 2015 BETONSTAAL GERIBDE en GEDEUKTE STAVEN GERIBDE en GEDEUKTE
Nadere informatieZucchini railkokersystemen LB / LB6
railkokersystemen LB / LB6 Technische informatie Type 254 256 404 406 zijde zijde zijde zijde Actieve geleiders Aantal I n (A) ) Doorsnede van de beschermingsgeleider (equivalent in Cu) PE (mm ) I cw (ka)rms
Nadere informatieELKTRISCHE BEÏNVLOEDING DOOR HOOGSPANNINGSVERBINDINGEN
ELKTRISCHE BEÏNVLOEDING DOOR HOOGSPANNINGSVERBINDINGEN 1 ONDERWERPEN PRESENTATIE Inleiding Achtergrond AC-beïnvloeding NEN 3654 Maatregelen Beheersbaarheid Verantwoordelijkheden 3 INLEIDING Hoogspanningsystemen
Nadere informatieVak: Elektromagnetisme ELK Docent: ir. P.den Ouden nov 2005
Onderstaande opgaven lijken op de de verwachten tentamenvragen. Getallen bij beweringen kunnen zijn afgerond, om te voldoen aan de juiste significantie. BEGIN TOETS 1 Een magnetisch veld kan worden voorgesteld
Nadere informatieE-04 Een netdeel in- en uit bedrijf nemen en veilig stellen versie 15-04-2015 behorend bij de BEI-BLS
Doel Veilig een LS-netdeel in- en uit bedrijf nemen en veilig stellen. Toepassingsgebied Deze VWI geldt voor activiteiten die voor of door de Netbeheerder worden uitgevoerd, tenzij de IV anders heeft bepaald.
Nadere informatieOverspanningsbeveiliging in een brandmeldinstallatie
Overspanningsbeveiliging in een brandmeldinstallatie Een brandmeldinstallatie heeft tot doel een brand in een vroeg stadium te ontdekken en te lokaliseren. Hierdoor kan een brand snel worden bestreden
Nadere informatieTENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010)
TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010) 25 april, 2008, 14.00-17.00 uur Opmerkingen: 1. Dit tentamen bestaat uit 4 vragen met in totaal 18 deelvragen. 2. Het is toegestaan gebruik te maken van bijgeleverd formuleblad
Nadere informatieT12 Technische tabellen Belastbaarheid basistabel
T12 Technische tabellen Belastbaarheid basistabel Tabel 12-1: belastbaarheid Voor kabels met een nominale spanning tot 1000 V en hittebestendige kabels bij een omgevingstemperatuur van +30 C. Algemene
Nadere informatie1. Langere vraag over de theorie
. Langere vraag over de theorie. Bereken het magneetveld dat veroorzaakt wordt door een lange, cilindervormige stroomvoerende geleider met straal R en stroom (uniforme stroomdichtheid) en dit zowel binnen
Nadere informatieChecklist ELEKTRISCHE INSTALLATIE in utiliteitsgebouwen
Project Projectnr. Opdrachtgever Werkadres Reden van inspectie Oplevering Wijziging Periodieke inspectie Netaansluiting 1-fase 3-fase Stroomstelsel TN-stelsel TT-stelsel IT-stelsel Inspectie uitgevoerd
Nadere informatievan ruimte m² te winnen
nr 1. fabrikant van ruimte OM EENVOUDIG m² te winnen De tussenvloer met grote overspanning DE VLOERCONSTRUCTIES PROPLUS LP: Creëren ruimte op de begane grond Zijn voordelig op alle gebieden: verwarming,
Nadere informatieACA vzw Erkend controle organisme Huishoudelijke installaties
112000765 VERSLAG VAN EEN GELIJKVORMIGHEIDSONDERZOEK ENOF CONTROLEBEZOEK VAN EEN HUISHOUDELIJKE ELEKTRISCHE INSTALLATIE Plaats van het onderzoek: Eigendom van: Opdrachtgever: Type lokalen: EAN-code installatie:
Nadere informatieNaam: Klas Practicum elektriciteit: I-U-diagram van lampje Nodig: spanningsbron, schuifweerstand (30 Ω), gloeilampje, V- en A-meter, 6 snoeren
Naam: Klas Practicum elektriciteit: I-U-diagram van lampje Nodig: spanningsbron, schuifweerstand (30 Ω), gloeilampje, V- en A-meter, 6 snoeren Schakeling In de hiernaast afgebeelde schakeling kan de spanning
Nadere informatieLeereenheid 8. Diagnostische toets: Driefasenet. Let op!
Leereenheid 8 Diagnostische toets: Driefasenet Let op! Bij meerkeuzevragen: Duid met een kringetje rond de letter het juiste antwoord of de juiste antwoorden aan. Vragen gemerkt met: J O. Sommige van die
Nadere informatieFlatFix Fusion. Richtlijnen voor Aarding en Potentiaalvereffening
FlatFix Fusion Richtlijnen voor Aarding en Potentiaalvereffening Inhoudsopgave 1. Begrippen... 2 2. Vereisten aarden en spanningsvereffening... 2 3. Hoe spanningsvereffening? (algemeen)... 2 4. Potentiaalvereffening
Nadere informatieVeiligheidsaarding HS. Quercus Technical Services B.V.
Veiligheidsaarding HË nhoudsspgav& 1. Inleiding 5 2. Aanraakspanning en stroomstelsels 6 2.1 IT Stelsel 6 2.2. TT-stelsel 9 2.3 TN-stelsel 10 3. Aard- en vereffeningsleidingen 12 4. Aardverspreidingsweerstand
Nadere informatieVeiligheidsrisico s van elektrotechnische. illegale hennepkwekerijen
Veiligheidsrisico s van elektrotechnische aansluitingen bij illegale hennepkwekerijen Veiligheidsrisico s van elektrotechnische aansluitingen bij illegale hennepkwekerijen Mei 2009 1 Inhoudsopgave Inleiding
Nadere informatieMeten aan E+PV installaties
Meten aan E+PV installaties Maakt u het verschil? KWx BV 1 Maakt u het verschil? KWx BV 2 Indeling 1. Opbouw E+PV installatie 2. Eigenschappen PV generator 3. Risico s, rendement en PQ 4. Controle en metingen
Nadere informatieVeldverdelers IP44/(30), klasse II M
Veldverdelers IP44/(30), klasse II M Veldverdeler opbouw IP44-160 mm diep Veldverdeler inbouw IP31-110 mm diep 9.22 Technische wijzigingen voorbehouden Uitvoeringsvormen en opties tot 125 A Complete inbouw-
Nadere informatieIntroductie in Solar Inspecties. Allart de Jong
Introductie in Solar Inspecties Allart de Jong Aanmaken offerte TEAMLEADER Even voorstellen. Organisatie Omega Energietechniek Energietechniek Sinds 1962 actief in de elektrotechnische industrie: Engineering
Nadere informatieATyS Automatisch en extern bediende overdrachtschakelaars van 125 tot 3200 A
atys-p_001_b atys_d_001_a_1_cat ATyS p I-0-II 4P ATyS d I-0-II 4P Functie De ATyS zijn driefasige gemotoriseerde overdrachtschakelaars met positieve breukindicatie. Ze maken de overdracht van belasting
Nadere informatieNEN-EN-IEC NEN-EN-IEC NEN-EN-IEC NEN-EN-IEC NEN-EN-IEC
Een rondje nomen Normen NEN 1010 NEN EN 61439 Wat is er het laatste jaar gebeurd (sinds Hager NEN dagen 2011) en wat komt eraan Normen: NEN/EN 50090 Roel J Ritsma NEN 3140 NEN 1010 elektrische installaties
Nadere informatieSelectie van de UPS-configuratie
Selectie van de UPS-configuratie Inhoudsopgave Typen mogelijke configuraties... 2 Selectietabel en overeenkomende bereiken... 5 Diagram nr. 1... 6 Enkele UPS Diagram nr. 2... 7 Actieve redundantie met
Nadere informatieelektrotechniek CSPE KB 2009 minitoets bij opdracht 11 A B X C D
elektrotechniek SPE K 2009 minitoets bij opdracht 11 variant a Naam kandidaat Kandidaatnummer Meerkeuzevragen Omcirkel het goede antwoord (voorbeeld 1). Geef verbeteringen aan volgens voorbeeld 2 of 3.
Nadere informatieSerie 7E - kwh-meters met Modbus
Serie - kwh-meters met Modbus SERIE Elektronische enkelfase kwh-meters met geïntegreerde Modbus interface (RS485) Uitvoering volgens MID-richtlijn verkrijgbaar voor verrekening Conform EN 62053-21 en EN
Nadere informatieBliksemafleidercontrole
Bliksemafleidercontrole Een gratis service voor leden van het Gilde Presentatie: Leo Tiggelman Coördinator Bliksemafleidercontrole Bliksemontlading boven IJsselstein 28 augustus 2009 Foto: Ton van der
Nadere informatie2015 Eaton. All Rights Reserved.
1 Wijzigingen NEN 1010 editie 2015 Bron: Bouwbedrijf Berghege Woningbouw met een knipoog naar utiliteit 2 NEN 1010: 2015 Ruim 100 pagina s meer dan de vorige editie Nieuw onderwerpen Verlichting Laadpalen
Nadere informatie1786-Guide HUBER 360 MD-NL-VECT.indd 2 16/02/15 15:24
2 1786-Guide HUBER 360 MD-NL-VECT.indd 2 16/02/15 15:24 3 1786-Guide HUBER 360 MD-NL-VECT.indd 3 16/02/15 15:24 4 1786-Guide HUBER 360 MD-NL-VECT.indd 4 16/02/15 15:24 5 1786-Guide HUBER 360 MD-NL-VECT.indd
Nadere informatieMeensesteenweg 338, 8800 Roeselare TEL: 051/ FAX: 051/ / Ondernemingsnummer: BE
ACA Vzw Elektrische installaties Ondernemingsnummer: BE 0811 407 869 VERSLAG VAN EEN GELIJKVORMIGHEIDSONDERZOEK VOOR INGEBRUIKNAME ENOF CONTROLEBEZOEK VAN EEN ELEKTRISCHE INSTALLATIE OP LAAGSPANNING EN
Nadere informatieInformatie omtrent het weerstandlassen met procestape
Informatie omtrent het weerstandlassen met procestape Door gebruik te maken van een metalen strip tussen een puntlaselektrode en het werkstuk is men erin geslaagd het weerstandlassen op een hoger kwaliteitsniveau
Nadere informatieKleine generatoren ZX ronde 24 april 2016
Kleine generatoren ZX ronde 24 april 2016 De tijd van velddagen en festiviteiten breekt weer aan. Voor het aansluiten van elektrische apparatuur wordt vaak een klein aggregaat gebruikt. Maar ook zijn er
Nadere informatieCursus EMC en aardingstechnieken in industriële installaties
Cursus EMC en aardingstechnieken in industriële installaties Aarde en Massa Een tweedaagse cursus voor elektrotechniekers en installatie-ontwerpers, om storingen te voorkomen in moderne, uitgestrekte elektrische
Nadere informatie