verzorging CSPE KB 2014

Transcriptie

1 verzorging CSPE KB 2014 instructie voor de examinator In deze instructie vindt u richtlijnen en aandachtspunten bij de geheimhouding, de voorbereiding, de afname en de herkansing van het cspe. De paragrafen 1 tot en met 5 bevatten algemene informatie, die ook van toepassing is op cspe s van andere vakken. Vakspecifieke informatie treft u aan in de overige paragrafen. De mededelingen over de cspe s van 2014 (Septembermededeling op bevatten nadere informatie over dit cspe. 1 Geheimhouding cspe 1 Veel scholen hebben een protocol voor de afname van het cspe. In dit protocol staat dat de examinatoren tekenen voor de ontvangst van de examendocumenten van het cspe en verklaren alle zorgvuldigheid in acht te zullen nemen om te voorkomen dat de geheimhouding van de examendocumenten wordt geschonden. De examinator en de tweede examinator stellen in onderling overleg de score voor het centraal examen vast. In het protocol staat dat de eerste en tweede examinator verklaren dat zij de beoordeling in overeenstemming met het correctievoorschrift hebben verricht. Op en staat een goed voorbeeld van een protocol. 2 Alle examendocumenten (papier en digitaal) zijn geheim. Bewaar ze in een kluis op school. Neem ze niet mee naar huis. Voer de voorbereidingen van het examen uit in een ruimte waar geen leerlingen aanwezig zijn. 3 Reik examendocumenten aan het begin van iedere zitting uit aan de kandidaten en neem ze na iedere zitting in. Tenzij anders vermeld in de instructie voor de examinator hebben kandidaten buiten de zittingen om geen inzage in de examendocumenten. 4 Houd het correctievoorschrift en de instructie voor de examinator voor de kandidaten geheim. 5 Examendocumenten zijn na afloop van de examenperiode pas openbaar. Hetzelfde geldt voor de producten die door de kandidaten in het kader van het cspe gemaakt worden. Deze kunnen pas na afloop van de examenperiode tentoongesteld of meegegeven worden. Pas eind juni is de examenperiode afgelopen (zie het examenrooster voor het tweede tijdvak op Tot die tijd kunnen er nog kandidaten geëxamineerd worden en is geheimhouding noodzakelijk. 6 Eventuele foto- of filmopnamen van de afname mogen alleen gemaakt worden door bij de afname betrokken examenfunctionarissen die door de directeur zijn aangewezen. Tenzij een opname een onderdeel is van een praktische opdracht mogen ook kandidaten dus geen opnamen maken. Eventuele gemaakte opnamen mogen niet toegankelijk gemaakt worden zolang er (op andere scholen) nog kandidaten geëxamineerd kunnen worden. Tot eind juni is publicatie van cspemateriaal via bijvoorbeeld de website van de school of YouTube dus niet toegestaan. PK-0711-b-14-1-i 1 lees verder

2 7 Van de minitoetsen zijn varianten aanwezig. Alle kandidaten die gelijktijdig aan onderdeel X werken, kunt u dezelfde variant laten maken, mits de kandidaten niet bij elkaar kunnen kijken. Kandidaten die later zijn ingeroosterd, geeft u een andere variant van de minitoets. Zo waarborgt u de geheimhouding. 8 Op de laatste bladzijde van deze instructie voor de examinator staat vermeld welke informatie over de inhoud van het examen vooraf verstrekt mag worden aan de kandidaten. Meer inhoudelijke informatie geven is niet toegestaan. Deze bladzijde behandelt u als een examendocument (zie punt 2). U reikt een kopie van deze bladzijde uit in de laatste lesweek die aan de afname van het cspe voorafgaat. Dit examendocument is dus alleen ter inzage voor de kandidaten. Na inzage neemt u deze bladzijde weer in. 9 Het is niet geoorloofd om de opdrachten van tevoren met de kandidaten te oefenen. 2 Voorbereiding cspe 1 Om het cspe voor te kunnen bereiden, ontvangt de school in de tweede helft van februari zending A van de cspe s. Zending A bevat in tweevoud alle papieren examendocumenten inclusief de instructie voor de examinator. Het correctievoorschrift behoort niet tot deze zending. In deze examendocumenten is de informatie die niet nodig is voor de voorbereiding van het cspe met grijze vlekken bedekt. 2 Zending B van maart bevat de papieren examendocumenten in kandidaataantallen. Met inachtneming van de geheimhouding mag u vijf werkdagen voorafgaand aan de start van de afname op uw school, de examendocumenten van zending B gebruiken om voorbereid te zijn op de afname van het cspe (bijvoorbeeld door zelf voorafgaand aan de afname, het cspe te maken). 3 Het cspe kent de onderdelen A, B, C,. Uw school bepaalt per onderdeel, hoeveel kandidaten gelijktijdig geëxamineerd worden. Paragraaf 6 bevat aanbevelingen hiervoor. 4 Laat de opdrachten uitvoeren zoals ze in de examenopdrachten zijn gesteld. Het is niet toegestaan opdrachten aan te passen, te vervangen of over te slaan. 5 Zorg ervoor dat de school voldoet aan de eisen met betrekking tot veiligheid, hygiëne en milieu. 6 Controleer voor aanvang van het examen of per kandidaat alle benodigde materialen, grondstoffen, gereedschappen en/of hulpmiddelen aanwezig zijn. 7 Van elk onderdeel van het cspe is de richttijd aangegeven. Zie paragraaf 6 overzicht opdrachten. In de Septembermededeling staat in de richtlijnen examentijd cspe nadere informatie hierover (zie de Septembermededeling op In een cspe kunnen opdrachten voorkomen waarbij het werktempo beoordeeld wordt. Let erop dat u tijdens deze opdrachten per kandidaat de tijd exact bijhoudt. 8 Cito heeft een helpdesk ingericht voor technische vragen over computergebruik in het cspe. Informatie over de bereikbaarheid van deze helpdesk kunt u vinden op 9 Met vakinhoudelijke vragen of opmerkingen over het cspe kunt u terecht bij de examenlijn van het College voor Examens (zie de Septembermededeling op PK-0711-b-14-1-i 2 lees verder

3 3 Afname cspe 1 Iedere kandidaat werkt individueel aan de opdrachten van het examen. Tenzij anders vermeld in de examendocumenten is overleg en samenwerking met anderen niet toegestaan. 2 De opdrachten moeten in de aangegeven volgorde gemaakt worden. Om organisatorische redenen kan eventueel van de aangegeven volgorde worden afgeweken. 3 Per onderdeel van het cspe zijn richttijden aangegeven. De richttijden gaan uit van een werktempo dat de kandidaat aan moet kunnen. Overschrijding van de richttijd en de reden hiervoor kunnen in het protocol vermeld worden (zie de Septembermededeling op 4 Hulp aan kandidaten door de examinator of anderen tijdens het cspe is niet toegestaan, tenzij anders vermeld in het vakspecifieke deel van deze instructie of in het correctievoorschrift. Deel de kandidaten vooraf mee dat u hen tijdens het examen niet kunt helpen. 5 Het is niet toegestaan om bij de beoordeling af te wijken van het correctievoorschrift. 6 Stuur de WOLF-scores in van de eerste afname van de kandidaten, dus vóór een eventuele herkansing. 4 Herkansing cspe 1 Herkansing kan pas plaatsvinden nadat het gehele cspe is afgelegd. 2 Herkansen van het cspe betekent dat de kandidaat het cspe geheel, of onderdelen daarvan, opnieuw aflegt. Tijdens een eventuele herkansing demonstreert een kandidaat zijn kennis en vaardigheden door dezelfde praktische opdrachten van het cspe nogmaals uit te voeren. 3 BB- en KB-kandidaten kunnen het cspe herkansen en daarnaast mogen zij het centraal examen van één algemeen vak herkansen. GL-kandidaten mogen slechts één centraal examen herkansen, dat wil zeggen óf het cspe GL óf het centraal examen van één algemeen vak. Met de herkansing van het cspe GL kan derhalve pas gestart worden als de uitslag van het eerste tijdvak is vastgesteld. 4 De kandidaat maakt in de herkansing een andere variant van dezelfde minitoets dan tijdens de eerste afname. Van de onderdelen van het cspe, waarvan meer varianten voorhanden zijn, maakt de kandidaat eveneens een andere variant dan tijdens de eerste afname. 5 Van de onderdelen, die in de herkansing worden afgelegd, komen alle scores in de plaats van de scores die de kandidaat tijdens de eerste afname heeft behaald. Wat niet mag, is dat per onderdeel de hoogste score wordt genomen. Van de onderdelen die niet worden herkanst, blijft de score staan. 6 Het kan voorkomen dat een kandidaat, na een weinig succesvolle herkansing, achteraf meedeelt dat hij liever andere onderdelen had willen herkansen. Het verdient daarom aanbeveling dat de school voorafgaand aan de herkansing de keuze van de te herkansen onderdelen in overleg met de kandidaat en diens ouders/wettelijke vertegenwoordigers vastlegt in een overeenkomst. Voor aanvullende informatie zie de Septembermededeling op Examenblad.nl. PK-0711-b-14-1-i 3 lees verder

4 5 ICT-gebruik en dvd met bestanden 1 De digitale bestanden die nodig zijn voor het cspe, worden in maart op dvd aan de secretaris van het eindexamen van uw school gezonden. Een handleiding voor het ICT-gebruik bij het cspe wordt tegelijkertijd met de digitale bestanden aan uw examensecretaris gestuurd. In de handleiding staan onderstaande aandachtspunten voor ICT-gebruik. 2 Overleg vooraf met de ICT-coördinator / systeembeheerder van uw school over de afname van de cspe-onderdelen waarbij de computer wordt gebruikt. 3 Houd per groep één reservecomputer beschikbaar, en bij grotere groepen één reservecomputer per tien kandidaten. In de examenzaal dienen één of meer printers aanwezig te zijn. 4 Het is in het belang van de kandidaat dat de systeembeheerder de back-upfunctionaliteiten zo instelt dat bij uitval van de computer zo weinig mogelijk examenwerk verloren gaat. Daarnaast wordt aanbevolen dat de examinator / surveillant tijdens de afname op de hoogte is van de locatie van de back-upbestanden. 5 De digitale bestanden voor de praktische opdrachten dienen voor de kandidaten beschikbaar gemaakt te worden op, dvd s, USB-sticks of op een veilige plaats op de centrale server. De kandidaten moeten een duidelijke instructie krijgen waar de bestanden te vinden zijn en waar de eigen bestanden opgeslagen moeten worden. Op de USB-stick wordt de naam van de kandidaat en het kandidaatnummer vermeld. De opdracht is veelal zo geformuleerd dat de kandidaat het door hem bewerkte bestand opslaat onder een andere, eigen bestandsnaam. Dit maakt het mogelijk dat de kandidaat terugkeert naar het originele bestand, als er iets verkeerd mocht gaan. 6 Wanneer er meer zittingen zijn waarbij de computer gebruikt wordt, gebruikt de kandidaat bij elke zitting in principe dezelfde USB-stick. Wanneer een volgende zitting op een andere dag of dagdeel plaatsvindt, wordt de USB-stick ingenomen. Laat de school de bestanden in een netwerkomgeving opslaan, dan zorgt men ervoor dat de toegang tot die bestanden buiten de examentijd geblokkeerd is. 7 In een volgende zitting mag de kandidaat geen veranderingen aanbrengen in examenbestanden die in een eerdere zitting zijn gemaakt. Na elke opdracht of examenonderdeel maakt de kandidaat tijdens het examen een afdruk op papier die wordt ingeleverd, tenzij anders wordt aangegeven. Deze afdruk is een beveiliging tegen het later aanpassen van bestanden. Na afsluiting van het examenonderdeel worden afdrukken op papier niet meer in ontvangst genomen. 8 Het toetsprogramma voor de digitale minitoetsen moet vooraf in overleg met de ICT-coördinator / systeembeheerder zijn geïnstalleerd en gecontroleerd. PK-0711-b-14-1-i 4 lees verder

5 6 Overzicht opdrachten ONDERDEEL A richttijd: 15 minuten akg* 1 praktijkopdracht uitwerkbijlage 1 ONDERDEEL B richttijd: 70 minuten 2 praktijkopdracht bijlage 1 4 ONDERDEEL C richttijd: 75 minuten 3 praktijkopdracht ICT-gebruik: Word, map met bestanden 4 praktijkopdracht bijlage 2, uitwerkbijlage 2 5 minitoets variant a, b, c, d ONDERDEEL D richttijd: 15 minuten 6 praktijkopdracht docent/vrijwilliger, uitwerkbijlage 3 1 ONDERDEEL E richttijd: 45 minuten 7 praktijkopdracht 1 8 praktijkopdracht uitwerkbijlage 4 9 minitoets variant a, b, c, d ONDERDEEL F richttijd: 45 minuten 10 praktijkopdracht ICT-gebruik: Internet Explorer (offline beschikbare website), uitwerkbijlage 5 11 praktijkopdracht ICT-gebruik: Internet Explorer (offline beschikbare website), bijlage 3, uitwerkbijlage 6 ONDERDEEL G richttijd: 40 minuten 12 praktijkopdracht docent/vrijwilliger, bijlage minitoets variant a, b, c, d * akg = aantal kandidaten gelijktijdig. Toetstechnisch advies over het aantal kandidaten dat bij deze praktijkopdracht gelijktijdig beoordeeld kan worden. PK-0711-b-14-1-i 5 lees verder

6 7 Vakspecifieke aanbevelingen met betrekking tot de organisatie Algemene aanbevelingen Offline gebruik WOLF tijdens praktijkafname. Het is mogelijk om tijdens de afname van het cspe de beoordelingen van de kandidaten direct te verwerken in het programma WOLF. U kunt WOLF installeren op bijvoorbeeld een laptop en deze meenemen naar de praktijkruimte of buitenlocatie. Voor het invoeren van de scores in WOLF is het namelijk niet noodzakelijk om over een internetverbinding te beschikken. Voor een bijbehorende handleiding zie Dit examen bestaat uit twee casussen: Casus 1: Fokuswonen IJsseltoren, de kandidaat loopt stage bij de ADL-eenheid van Fokuswonen. Casus 2: Dagopvang woonzorgcentrum Molenkamp, de kandidaat loopt stage bij de dagopvang van het woonzorgcentrum. Planning afname De volgorde van casus 1 en 2 kunt u desgewenst omwisselen. Casus 1 moet voor alle kandidaten beginnen met onderdeel A. Casus 2 moet voor alle kandidaten beginnen met onderdeel F. Onderdeel D moet vóór onderdeel E worden afgenomen. Bij voorkeur examineert u beide onderdelen op dezelfde dag. Dit in verband met de reflectieopdracht bij onderdeel E. Per onderdeel moeten de opdrachten in de aangegeven volgorde worden afgenomen. Voorbereiding De rollenspelen bij de opdrachten 6 en 12 worden gespeeld door een docent (of vrijwilliger) en niet door een leerling of de examinator. Voor het spelen van de rollenspelen kunnen desgewenst meerdere docenten of vrijwilligers ingezet worden. Zij kunnen elkaar dan afwisselen. De rollenspelers moeten voldoende tijd krijgen om zich voor te bereiden op hun rol. De rollenspeler kan de rol vooraf oefenen met een assistent of vrijwilliger. Zie hiervoor ook de aanbevelingen per opdracht. ICT Bij dit examen horen de volgende bestanden: bestand opdracht de map vz14kb_afbeeldingen 3 start_uitjes.htm en de map uitjes 10, 11 Internet Explorer (offline beschikbare website) Op de dvd staan het bestand start_uitjes.htm en de map uitjes. De bestanden in de map en onderliggende mappen zijn een website over uitjes voor ouderen. Kopieer het bestand start_uitjes.htm samen met de map uitjes naar een map op de harde schijf of het netwerk. U kunt vervolgens een snelkoppeling (rechtermuisknop) PK-0711-b-14-1-i 6 lees verder

7 maken van het bestand start_uitjes.htm en de snelkoppeling verplaatsen naar het bureaublad van de computer. Voor het goed functioneren van de website kan het noodzakelijk zijn actieve inhoud toe te staan en de eventuele pop-up-blokkering op te heffen. In de Handleiding Applicaties die op de dvd met digitale bestanden te vinden is, staat beschreven hoe u dit kunt (laten) doen. Afname varianten Voor onderdeel B is bijlage 1 nodig. In de bijlage staan de varianten a en b van de recepten. Bij onderdeel F, opdracht 11, is bijlage 3 nodig. In de bijlage staan de varianten a en b voor de kostenberekening van het uitstapje. Het is aan te raden om vooraf een lijstje te maken met daarop voor elke kandidaat de gekozen varianten. In de bijlage markeert u de variant(en) die de kandidaat moet bereiden/maken. Voor beide opdrachten geeft u de kandidaten die tegelijk in dezelfde ruimte werken verschillende varianten. Bij een eventuele herkansing geeft u de kandidaat een andere variant dan bij de eerste afname. uitreiking examendocumenten Uitwerkbijlage 4 pas uitdelen bij aanvang van opdracht 8. Bijlage 3 pas uitdelen bij aanvang van opdracht 11, nadat de kandidaat uitwerkbijlage 5 heeft ingeleverd. Aanbevelingen per opdracht De examinator zorgt ervoor dat de uitgangssituatie bij de opdrachten voor alle kandidaten gelijk is. Opdracht 2 Deze opdracht wordt uitgevoerd in het kooklokaal (keuken). De kandidaat bereidt een lunch en zet ook een thermoskan koffie. Als de kandidaat klaar is met het bereiden van de lunch, beoordeelt u eerst het resultaat van het roerei en de salsa (op de werkplek van de kandidaat). Daarna zet de kandidaat de benodigdheden voor de lunch op een dienblad en de benodigdheden voor de koffie op een ander dienblad. U zorgt voor een tafel waarop de kandidaat de dienbladen kan presenteren. Vervolgens beoordeelt u beide dienbladen. Hierna moet de kandidaat de werkplek opruimen. Zie voor de beoordeling het correctievoorschrift. PK-0711-b-14-1-i 7 lees verder

8 Opdracht 6 De kandidaat krijgt vijf minuten de tijd om de opdracht voor te bereiden. Hierbij heeft de kandidaat het opgavenboekje nodig en uitwerkbijlage 3 met de telefoonnotitie. De kandidaat mag kladpapier gebruiken tijdens de voorbereiding en het telefoongesprek. De rollenspeler bevindt zich in een ruimte die is afgeschermd van de kandidaat. Ze kunnen elkaar alleen horen via de telefoon. Tijdens het telefoongesprek kan de rollenspeler de instructie voor de rol van mevrouw Nijkamp raadplegen. Instructie voor de rol van mevrouw Nijkamp Mevrouw Nijkamp (cliënt) woont in fokuswoning nummer 15 van IJsseltoren. Zij belt naar de ADL-eenheid voor een klacht en ze wil ook iets meedelen. Als de kandidaat de telefoon opneemt, geeft mevrouw Nijkamp de kandidaat gelegenheid te groeten en de eigen naam en functie (stagiaire) te noemen. Mevrouw Nijkamp zegt vriendelijk goedemorgen/-middag en noemt haar naam. Ze vertelt waarvoor ze belt en zegt bijvoorbeeld: Er is afgesproken met de ADL-assistenten dat mijn hoeslaken elke dag verschoond zou worden. Dit gebeurt regelmatig niet en is vandaag ook weer niet gebeurd. Mevrouw Nijkamp laat blijken dat ze hierover een beetje boos is. Ze zegt bijvoorbeeld: Ik vind het vervelend dat ik hierover wéér moet bellen en wil graag dat er nu iets aan gedaan wordt. Mevrouw geeft de kandidaat gelegenheid om hierop te reageren. Hieronder staan mogelijke reacties van de kandidaat en de reactie daarop van Mevrouw Nijkamp. mogelijke reactie kandidaat Ik zal mijn stagebegeleider hiervan op de hoogte brengen. Ik mag zelf geen klachten oplossen, maar zij belt u terug. Wij komen uw hoeslaken zo snel mogelijk vervangen, mevrouw. Ik mag zelf geen klachten afhandelen, kunt u later terugbellen, dan is Monique/mijn stagebegeleider er weer. reactie mevrouw Fijn, eindelijk iemand die naar me luistert. Jij kunt er ook niks aan doen, maar ik wil dat het nu opgelost wordt. Daar ben ik blij om. Ik hoop dat er straks nog iemand komt. Wel lastig, maar goed, ik bel hierover later wel terug. Als de kandidaat voldoende gelegenheid heeft gehad om te reageren op de klacht van mevrouw, maar dit niet doet, dan zegt mevrouw: Ik hoop dat er snel iets aan gedaan wordt. Als de kandidaat voor het invullen van de telefoonnotitie het nummer van de fokuswoning of een telefoonnummer vraagt, geeft mevrouw in beide gevallen het nummer van haar fokuswoning (nr. 15). Mevrouw gaat vervolgens verder en zegt: Ik wil nog graag een mededeling doorgeven voor de ADL-assistenten. Op zaterdag 7 juni en zondag 8 juni ben ik niet aanwezig. Ik heb wel op 7 juni s morgens ADL-hulp nodig bij het douchen en aankleden. Zondag 8 juni heb ik s avonds ADL-hulp nodig bij het uitkleden en naar bed gaan. PK-0711-b-14-1-i 8 lees verder

9 Als de kandidaat zegt dat ze dit zal noteren of doorgeven, dan bedankt mevrouw de kandidaat hiervoor. Als de kandidaat vraagt of mevrouw de gegevens nog eens wil herhalen, dan doet mevrouw dit. Mevrouw geeft hierna de kandidaat voldoende gelegenheid om de afspraken te herhalen of te verifiëren. Als de kandidaat niet zelf het gesprek afsluit, bedankt mevrouw Nijkamp de kandidaat en sluit het gesprek af. Opdracht 7 De kandidaat krijgt vijf minuten de tijd om de opdracht voor te bereiden. De kandidaat mag daarbij een werkplanning maken op kladpapier. Die werkplanning mag de kandidaat gebruiken tijdens de uitvoering van de opdracht. Bij opdracht 7 beoordeelt u óók het werktempo. De tijd gaat in ná de voorbereidingstijd. U heeft een horloge of stopwatch nodig om bij te houden hoe lang de kandidaat nodig heeft voor de uitvoering van deze opdracht. De kandidaat moet zelf de tijd bij kunnen houden. U zorgt bijvoorbeeld voor een goed zichtbare klok in de afnameruimte. U noteert de begintijd van elke kandidaat in het correctievoorschrift. U vertelt de kandidaat welk tijdstip u heeft genoteerd. Als de kandidaat de opdracht binnen 10 minuten afrondt, krijgt zij/hij twee punten voor het werktempo. Tot 15 minuten krijgt de kandidaat één punt. Als de kandidaat de opdracht dan nog niet af heeft, mag hij/zij verder werken, maar krijgt dan 0 punten voor het werktempo. Zodra een kandidaat aangeeft dat zij/hij klaar is met de opdracht, noteert u direct de eindtijd in het correctievoorschrift. Daarna beoordeelt u pas het werktempo en het resultaat, zie hiervoor het correctievoorschrift. Inrichting slaapkamer De opdracht speelt zich af in de slaapkamer van mevrouw Nijkamp. Mevrouw is niet aanwezig tijdens deze opdracht. In de buurt van de slaapkamer is gelegenheid om de handen te wassen. Er staat een (elektrisch) hoog-laag-bed en er is ruimte rondom het bed, maar het hoofdeinde mag tegen de muur staan. Het bed staat op de laagste stand. Het bed is opgemaakt met: een molton een hoeslaken een dekbed met hoes een kussen met kussensloop. Naast het bed staan een nachtkastje en een prullenbak. In de kamer staan: een linnenkast met linnengoed en pyjama s (De kastdeur(en) zijn dicht.) een of twee stoelen een lege wasmand PK-0711-b-14-1-i 9 lees verder

10 Checklist voor het rommelig maken van de kamer U zorgt vooraf voor een rommelige slaapkamer. U maakt daarvoor gebruik van onderstaande checklist. Als een kandidaat de opdracht heeft voltooid, maakt u de kamer weer rommelig voor de volgende kandidaat. U houdt rekening met de tijd die daarvoor nodig is. a b c d e f g wat Zo nodig het bed in de laagste stand terugbrengen. Het dekbed rommelig op het bed leggen. Een pyjama en badjas op een willekeurige plaats op bed leggen. Een afstandsbediening, een doosje pijnstillers en een brillenkoker op bed leggen. Twee tijdschriften op de grond naast het bed leggen. Een paar papieren zakdoekjes naast de prullenbak leggen. De wasmand leegmaken. Opdracht 12 De kandidaat krijgt vijf minuten de tijd om de opdracht voor te bereiden. In de voorbereidingsruimte heeft de kandidaat het opgavenboekje en bijlage 3 nodig. Tijdens de opdracht mag de kandidaat die documenten niet meer raadplegen. De opdracht speelt zich eerst af in de hal van woonzorgcentrum Molenkamp en daarna in de huiskamer van de dagopvang. In de hal wacht mevrouw Vriezen in haar rolstoel tot ze wordt opgehaald. De kandidaat haalt mevrouw op en brengt haar naar de huiskamer. U kiest hiervoor een route (zonder deur) van ongeveer 10 meter. Bij aanvang van de opdracht vertelt u aan de kandidaat waar zij/hij mevrouw Vriezen kan ophalen. U geeft ook aan welke route zij/hij moet lopen om mevrouw naar de huiskamer van de dagopvang te brengen. Tijdens de opdracht beoordeelt u of de kandidaat op een juiste manier communiceert met mevrouw en daarbij rekening houdt met de slechthorendheid van mevrouw. Zie hiervoor het correctievoorschrift. Inrichting huiskamer Voor de huiskamer van de dagopvang richt u een kamer in met een eettafel (hoge tafel) en drie stoelen. In de huiskamer staat een kapstok. Kopie van de vragen U zorgt ervoor dat mevrouw Vriezen tijdens de opdracht een kopie heeft van de vragen die ze aan de kandidaat gaat stellen. Instructie voor de rol van Mevrouw Vriezen Mevrouw Vriezen is 94 jaar, ze zit in een rolstoel en is slechthorend. Ze heeft moeite met opstaan en gaan zitten. Ze kan wel even met hulp staan. Ze draagt een korte jas of zomerjas, daaronder draagt ze haar dagelijkse kleding. PK-0711-b-14-1-i 10 lees verder

11 Mevrouw is met een taxi naar het zorgcentrum gebracht. Ze zit in haar rolstoel en wacht in de hal tot ze wordt opgehaald. De rolstoel staat op de rem. De kandidaat moet mevrouw naar de huiskamer van de dagopvang brengen. In de huiskamer wil mevrouw in een gewone stoel aan tafel zitten. Mevrouw gaat mee met het uitstapje. Ze heeft daarover nog enkele vragen. Degene die de rol speelt, houdt rekening met de volgende punten: Het humeur van mevrouw is gelijkmatig. Mevrouw geeft de kandidaat tijdens de opdracht steeds gelegenheid om het initiatief te nemen. Het is de bedoeling dat de kandidaat tijdens de opdracht rekening houdt met de slechthorendheid van mevrouw Vriezen, door mevrouw aan te kijken, duidelijk en niet te zacht te praten. Als de kandidaat dit niet doet, zegt mevrouw bijvoorbeeld: Ik kan je niet verstaan. of Wat zeg je?. Mevrouw kan ook één keer niet reageren, om te laten blijken dat ze de kandidaat niet heeft gehoord. Als de kandidaat mevrouw Vriezen ophaalt, geeft ze de kandidaat gelegenheid haar te begroeten, zich voor te stellen en te zeggen dat zij/hij mevrouw naar de dagopvang gaat brengen. Als de kandidaat dit niet doet, groet mevrouw en zegt bijvoorbeeld: Ga jij me naar de dagopvang brengen? daarna geeft ze de kandidaat gelegenheid om te reageren. Mevrouw geeft de kandidaat gelegenheid om te vragen of mevrouw haar jas uit wil doen. Als de kandidaat dit niet vraagt, zegt mevrouw bijvoorbeeld: Ik wil graag even mijn jas uitdoen. Daarna moet de kandidaat vragen of zij/hij daarbij kan helpen. Als de kandidaat dit niet doet, vraagt mevrouw Vriezen bijvoorbeeld: Wil je mij even helpen met mijn jas uitdoen? Als de kandidaat vraagt of de jas aan de kapstok mag hangen, dan vindt mevrouw dit goed. Het is de bedoeling dat de kandidaat vraagt of mevrouw in een stoel wil zitten. Als de kandidaat dit niet doet, dan zegt mevrouw bijvoorbeeld: Ik zou graag in een stoel willen zitten. Als de kandidaat niet vraagt of mevrouw daarbij hulp nodig heeft, dan geeft mevrouw aan dat ze daarbij hulp nodig heeft. Als mevrouw in de stoel zit, zegt ze: Ik heb een paar vragen over het uitstapje. Mevrouw stelt onderstaande vragen. (Ze mag ze van een briefje aflezen.) vragen 1 Waar gaan we ook alweer naar toe? 2 Hoe rijden we erheen en kan mijn rolstoel mee? 3 Gaan we ook iets drinken op een terrasje? 4 Gaan we ergens warm eten, of moet ik thuis nog koken? Mevrouw reageert steeds kort op het antwoord van de kandidaat. Hierna geeft mevrouw de kandidaat gelegenheid om het gesprek zelf af te sluiten en afscheid te nemen. Als de kandidaat dit niet doet, sluit mevrouw het gesprek af en zegt bijvoorbeeld: Bedankt voor je informatie, de andere mensen zullen zo ook wel naar de dagopvang komen. PK-0711-b-14-1-i 11 lees verder

12 8 Materialen, gereedschappen en hulpmiddelen Algemeen Voor eventuele ICT-benodigdheden zie paragraaf 7. Overzicht per opdracht Opdracht 2 Tomatensalsa met komkommer Ingrediënten per kandidaat ¼ komkommer ½ tomaat ¼ rode ui takje peterselie 3 sprieten bieslook 1½ eetlepel olijfolie ½ eetlepel citroensap peper uit de molen Paprikasalsa met tomaten Ingrediënten per kandidaat ½ tomaat ¼ rode ui ¼ groene paprika takje peterselie 3 blaadjes basilicum 1½ eetlepel olijfolie ½ eetlepel rode wijnazijn peper uit de molen Roerei met gerookte zalm en geroosterd brood Ingrediënten per kandidaat 2 eieren 2 eetlepels halfvolle melk 5 sprietjes bieslook 25 gram gerookte zalm 1 sneetje bruin casinobrood ½ eetlepel olijfolie peper uit de molen PK-0711-b-14-1-i 12 lees verder

13 Roerei met ham en geroosterd brood Ingrediënten per kandidaat 2 eieren 2 eetlepels halfvolle melk 5 sprietjes bieslook 2 plakjes achter- of schouderham 1 sneetje bruin casinobrood ½ eetlepel olijfolie peper uit de molen Voor het koffiezetten per kandidaat een koffiezetapparaat voor filterkoffie gemalen koffie een koffieschepje (met maataanduiding) koffiefilters suikerzakjes/-staafjes koffiemelkcups een thermoskan kopjes en schotels koffielepeltjes Overig per kandidaat kladpapier klein pakje sinaasappelsap broodrooster (voor elke kandidaat in de laagste stand zetten) glazen klein bestek (messen, vorken, lepels) (papieren) servetten twee grote dienbladen een tafel voor het presenteren van de dienbladen Opdracht 6 kladpapier pen twee telefoons / een telefoonkoffer Opdracht 7 kladpapier een horloge of stopwatch een klok een (elektrisch) hoog-laag-bed een nachtkastje een of twee stoelen een wasmand een prullenbak een dekbed een kussen PK-0711-b-14-1-i 13 lees verder

14 een linnenkast met: enkele hoeslakens enkele dekbedovertrekken met instopstrook enkele kussenslopen een of twee moltonovertrekken enkele pyjama s een badjas een brillenkoker een afstandsbediening een doosje pijnstillers twee tijdschriften papieren zakdoekjes handdoek en zeep of plastic handschoenen (bij de wasbak) Opdracht 12 korte jas of zomerjas rolstoel eettafel (hoge tafel) met 3 stoelen kapstok PK-0711-b-14-1-i 14 lees verder

15 verzorging CSPE KB 2014 algemene informatie voor de kandidaat Inleiding Het examen verzorging CSPE KB gaat over twee casussen: Casus 1 Fokuswonen IJsseltoren Casus 2 Dagopvang woonzorgcentrum Molenkamp Wat ga je doen? Je loopt stage bij de ADL-eenheid van Fokuswonen. Je bereidt gerechten voor een lunch en je maakt een uitnodiging en kostenberekening voor een open dag. Je beantwoordt de telefoon van de ADL-eenheid en verleent assistentie in een fokuswoning. Bij de dagopvang van woonzorgcentrum Molenkamp help je mee met de voorbereiding van een uitstapje en geef je zorg op maat. Je maakt ook drie minitoetsen en een reflectieopdracht. Overzicht van de opdrachten Casus 1 Fokuswonen IJsseltoren Onderdeel A een vraag over cliënten beantwoorden Onderdeel B een lunch bereiden en koffie zetten Onderdeel C een uitnodiging maken een kostenoverzicht maken een minitoets maken Onderdeel D een telefoongesprek voeren Onderdeel E een hoeslaken verschonen een reflectieopdracht maken een minitoets maken Casus 2 Dagopvang woonzorgcentrum Molenkamp Onderdeel F activiteiten voor een uitstapje uitzoeken een kostenoverzicht maken Onderdeel G zorg op maat geven een minitoets maken Wanneer je deze informatie hebt gelezen, lever je het blad weer in bij je docent. PK-0711-b-14-1-i 15 lees verder einde