Regeling toegangsverlening Huisregels versie maart 2013

Transcriptie

1 Regeling toegangsverlening Huisregels versie maart 2013

2 Inhoudsopgave Doelstelling 3 1 Algemeen Beheerder Handhaving orde tijdens zittingen Compartimentering Medewerkers Tijdelijke medewerkers Personeel van derden Bezoekers Toegang gehechtengebied Pers 6 2 Veiligheidscontroles Bevoegdheden beveiligingspersoneel Weigering medewerking aan veiligheidscontroles Vrijstelling Inhoud controle Uitvoering Onderzoek aan kleding/bagage Strafbare feiten Geheimhouding Toezicht met camera s Risicovolle zittingen Bagage Wapens Veiligheid en gezondheid Ongewenst gedrag Misbruik en oneigenlijk gebruik Beeld- en geluidsopnamen Dieren Eten en drinken Aansprakelijkheid Overtreding huisregels 10 3 Calamiteiten 12

3 Doelstelling Een gerechtsgebouw is een overheidsgebouw waarin verschillende functies verenigd zijn. Enerzijds is het een kantoorgebouw waarin leden en medewerkers van de rechterlijke macht, het openbaar ministerie en andere diensten hun werkplek hebben, anderzijds is het een gerechtsgebouw waar rechtszittingen worden gehouden. De bestemming tot plaats voor rechtszittingen brengt een zekere mate van openbaarheid met zich. Het rechtsbeginsel van openbaarheid van rechtspraak ligt vast in internationale verdragen en in de Grondwet. Dit betekent dat degenen die gebruik willen maken van het gerechtsgebouw overeenkomstig zijn bestemming, dat wil zeggen voor het bijwonen van rechtszittingen, in principe aanspraak kunnen maken op toegang. Eventuele beperkingen op de toegang mogen niet zover gaan dat dit karakter van openbaarheid wezenlijk wordt aangetast. De rechter die zitting leidt, kan echter beperkingen stellen aan de openbaarheid en daarmee aan de toegang tot (delen van) het gebouw. Om de toegang tot rechtszittingen te kunnen garanderen voor degene die daar gebruik van willen maken en om inhoud te geven aan de zorg voor de orde en veiligheid zijn (huis)regels opgesteld. Dit protocol bevat deze (huis)regels die van toepassing zijn op iedereen die gebruik maakt van het gerechtsgebouw. 3.

4 1 Algemeen Dit hoofdstuk bevat een aantal definities in relatie tot de toegangsverlening tot gerechtsgebouwen. 1.1 Beheerder Het gerechtsbestuur is beheerder van de gerechtsgebouwen en belast met de goede gang van zaken in de gerechtsgebouwen, waaronder de orde en de veiligheid. De beheerder heeft het recht anderen al dan niet toe te laten of te laten verwijderen en is bevoegd zijn toestemming te laten afhangen van voorwaarden. De voorwaarden worden hieronder beschreven. Gedurende het verblijf in het gerechtsgebouw dient de bezoeker zich in overeenstemming met de wet, de openbare orde, de goede zeden en de algemene regels van fatsoen te gedragen. Bezoekers zijn verplicht de door of namens de beheerder gegeven aanwijzingen en instructies op te volgen. 1.2 Handhaving orde tijdens zittingen De rechter die de zitting leidt, is verantwoordelijk voor het ordelijk verloop van de zitting. De rechter kan de nodige maatregelen treffen zodat de zitting zonder verstoring plaatsvindt. 1.3 Compartimentering Het gerechtsgebouw is verdeeld in drie compartimenten met elk een specifiek beveiligingsregiem: 1. het observatiegebied; 2. het beveiligd gebied; 3. het vitaal gebied. Observatiegebied Het observatiegebied is het terrein rond het gebouw inclusief aangrenzende openbare ruimten en de delen van het gebouw waarin het publiek is toegelaten en zich min of meer vrij kan bewegen. Dit gebied bestaat grofweg uit: het buitenterrein, de centrale hal en de zittingzalen. Beveiligd gebied Het beveiligd gebied is het gedeelte van het gerechtsgebouw waar de reguliere bedrijfsprocessen plaatsvinden. De toegang tot dit gebied is voorbehouden aan een geautoriseerde personen. Vitaal gebied Dit is het gedeelte van het beveiligd gebied waar vitale bedrijfsprocessen plaatsvinden. De toegang tot het vitaal gebied is voorbehouden aan geautoriseerde personen. Tot het vitaal gebied behoren onder andere: het cellencomplex, technische ruimten en ruimten die door het bestuur zijn aangewezen. 1.4 Medewerkers Elke medewerker van de rechtspraak en het openbaar ministerie krijgt een Rijkspas (model P) uitgereikt. Deze pas dient om toegang tot de compartimenten te verkrijgen, waartoe de houder is geautoriseerd. Het gerechtsbestuur kan een verplichting opleggen de pas zichtbaar te dragen. Deze verplichting wordt op de betreffende locaties aangegeven. Indien bij het betreden van het gerechtsgebouw de toegangspas niet kan worden getoond, wordt hier- 4.

5 van aantekening gemaakt in een register. De medewerker krijgt dan een tijdelijke pas uitgereikt, die na einde van de werktijd weer wordt ingeleverd bij de portier. 5.

6 1.5 Tijdelijke medewerkers Medewerkers met een tijdelijk dienstverband die geautoriseerd zijn voor onbegeleide toegang tot beveiligde compartimenten, krijgen een Rijkspas (model B of E). Voor hen gelden eveneens de hierboven genoemde regels. 1.6 Personeel van derden Derden kunnen worden geautoriseerd voor het beveiligd gebied en zich daar dan vrij bewegen indien dit voor de uitvoering van de werkzaamheden noodzakelijk is. In het vitaal gebied worden zij altijd begeleid. Aan het verlenen van toegang en de verstrekking van een toegangspas kunnen voorwaarden worden gesteld. 1.7 Bezoekers Bezoekers melden zich bij de portier bij de hoofd(publieks)ingang. Zij worden toegelaten nadat is vastgesteld dat sprake is van een geldig verblijfsdoel. Bezoekers dienen een geldig identiteitsbewijs te kunnen tonen. Procespartijen, direct betrokkenen en belangstellenden hebben alleen toegang tot het observatiegebied. Bezoekers die toegang krijgen tot het beveiligd gebied worden geregistreerd en worden toegelaten indien zij begeleid worden door een medewerker die in het bezit is van een Rijkspas. Zij krijgen een Rijkspas model B of bezoekerspas uitgereikt die zichtbaar dient te worden gedragen. 1.8 Toegang gehechtengebied De politie is verantwoordelijk voor het toegangsbeleid tot het gehechtengebied. Voor de toegang tot dit gebied kunnen aanvullende regels worden opgesteld. 1.9 Pers Personen die zich beroepsmatig met journalistiek bezig houden kunnen gebruik maken van de persfaciliteiten in het gerechtsgebouw nadat ze zich gelegitimeerd hebben en aannemelijk hebben kunnen maken dat zij zich beroepsmatig met journalistiek bezig houden. De dienstverlening aan de pers is beschreven in een Persrichtlijn. 6.

7 2 Veiligheidscontroles De veiligheidscontroles hebben tot doel: het waarborgen van een ongestoord verloop van de rechtsgang; het verzekeren van de gezondheid en veiligheid van alle personen die zich in het gerechtsgebouw bevinden; het voorkomen dat niet-geautoriseerden de beveiligde of vitale compartimenten betreden; het voorkomen dat personen zonder geldig verblijfsdoel het gebouw betreden; het voorkomen van het naar binnen brengen van voor bedreiging geschikte voorwerpen en niet gewenste middelen en goederen; het voorkomen dat op onrechtmatige wijze documenten, goederen en materialen worden meegenomen. 2.1 Bevoegdheden beveiligingspersoneel Het beveiligingspersoneel en de politie zijn gemachtigd controles uit te voeren aan de kleding en de meegenomen bagage (tassen, koffers, dozen e.d.) wanneer de betrokkene toestemming geeft. 2.2 Weigering medewerking aan veiligheidscontroles Personen die weigeren mee te werken aan de veiligheidscontroles, worden verhinderd het gebouw te betreden. Hen wordt de verdere toegang ontzegd en zij worden daaruit zo nodig verwijderd. 2.3 Vrijstelling Van de veiligheidscontroles zijn vrijgesteld: Medewerkers van de Rechtspraak en het Openbaar Ministerie alsmede overige onder het ministerie van Veiligheid en Justitie ressorterende medewerkers op vertoon van een geldige rijkspas; Politieambtenaren op vertoon van een geldig politielegitimatiebewijs; Advocaten op vertoon van een geldige NOVA-pas; Deurwaarders op vertoon van een geldig door de minister van veiligheid en justitie (of diens rechtsvoorganger) afgegeven legitimatiebewijs; Tolken die ingeschreven staan in het Register Beëdigde Tolken en Vertalers op vertoon van een geldige beroepspas; Bewindvoerders die ingeschreven staan in het Register Bewindvoerders WSNP op vertoon van een geldige beroepspas; Vaste procesvertegenwoordigers van de verschillende ministeries die in het bezit zijn van een geldige rijkspas en die het gerechtsgebouw in de hoedanigheid van procesvertegenwoordiger bezoeken. De genoemde legitimatiebewijzen dienen ongevraagd getoond te worden. Vrijstelling is uitsluitend van toepassing indien betrokkene beroepsmatig in het gerechtsgebouw aanwezig dient te zijn. Indien daartoe aanleiding bestaat kan het hoofd publieksopvang en veiligheid besluiten dat de vrijstelling niet van toepassing is. 7.

8 2.4 Inhoud controle De personen die het gerechtsgebouw betreden dienen mee te werken aan een controle, door daartoe bevoegde personen, op de aanwezigheid van wapens, explosieven of andere voorwerpen en (vloei)stoffen, die de veiligheid en gezondheid van personen kunnen bedreigen, voor de bedreiging van personen geschikt zijn dan wel de veiligheid en de orde in het gebouw in gevaar kunnen brengen. Deze controle kan omvatten: een onderzoek naar de identiteit; een onderzoek aan kleding, (hand)bagage en/of meegevoerde zaken/goederen; Dit onderzoek kan mede worden uitgevoerd met behulp van daartoe bestemde apparatuur. Het beveiligingspersoneel is gerechtigd vragen te stellen omtrent de identiteit van personen die zich in het gebouw bevinden of het gebouw willen verlaten, de inhoud van bagage, goederen e.d. Indien er (mogelijk) sprake is van een beveiligingsovertreding of -incident wordt het hoofd publieksopvang en veiligheid ingeschakeld. 2.5 Uitvoering De veiligheidscontroles worden uitgevoerd door het beveiligingspersoneel, eventueel bijgestaan door de politie. Dit gebeurd aan de hand van een door of namens de beheerder opgestelde instructie. De bevoegdheid van personen om het gerechtsgebouw en de beveiligde en vitale compartimenten te betreden, wordt met behulp van een geautomatiseerd toegangscontrolesysteem gecontroleerd. 2.6 Onderzoek aan kleding/bagage Het onderzoek aan de kleding geschiedt -indien mogelijk- buiten waarneming van andere bezoekers en publiek. Vrouwelijke bezoekers worden door een vrouwelijke beveiligingsmedewerker of politieambtenaar gefouilleerd. Mannen mogen hierbij niet behulpzaam zijn. Is geen vrouwelijk personeel aanwezig dan wordt de bezoeker gevraagd haar bezittingen ter controle aan te bieden aan degene die met de controle is belast. Al datgene, waarvan is aangegeven, dat het niet het gerechtsgebouw mag worden binnengebracht, wordt ingenomen. In bewaring genomen voorwerpen worden nauwkeurig beschreven op een formulier of in een verzegelde envelop gedaan. De bezoeker krijgt een bewijs, waarmee de in bewaring gegeven goederen bij het verlaten van het gerechtsgebouw worden afgehaald. Door of namens de beheerder kunnen aan het afhalen van in bewaring genomen goederen nadere voorwaarden worden gesteld. Niet opgehaalde in bewaring genomen voorwerpen worden maximaal één jaar bewaard. Na deze periode wordt de beheerder van rechtswege eigenaar van de niet opgehaalde goederen. 2.7 Strafbare feiten Als het vermoeden bestaat dat sprake is van het plegen van een strafbaar feit wordt de politie ingeschakeld. Dit kan leiden tot het niet of niet tijdig verschijnen op de zitting. 8.

9 2.8 Geheimhouding Een medewerker van het beveiligingspersoneel belast met de controle, dat daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijze moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak de noodzaak tot bekendmaking voortvloeit. 2.9 Toezicht met camera s In verband met de veiligheid en orde in en rond het gerechtsgebouw wordt toezicht gehouden met behulp van camera s. Hiervan wordt bij de ingang van het gerechtsgebouw melding gemaakt. Vanuit een centraal punt wordt controle uitgeoefend. Inzet van videocameratoezicht kan zowel een preventief als ook een repressief doel hebben bij verstoring van de orde en andere mogelijke strafbare feiten. Beslissingen daartoe kunnen door of namens de beheerder worden genomen bij vrees voor verstoring van de orde of veiligheid. De registratie vindt plaats met inachtneming van de Wet bescherming persoonsgegevens Risicovolle zittingen Bij risicovolle zittingen of indien daartoe anderszins aanleiding bestaat kunnen aanvullende beveiligingsmaatregelen worden getroffen, zoals extra toezicht, stelselmatige uitvoering van onderzoek aan kleding en van (hand)bagage en/of inname van de handbagage Bagage Bagage waarvan de herkomst of eigendom niet is vastgesteld, kan uit het gerechtsgebouw worden verwijderd. Waar nodig wordt onderzoek gedaan op de aanwezigheid van wapens, explosieven of andere voorwerpen en stoffen, die de veiligheid en gezondheid van personen kunnen bedreigen, voor de bedreiging van personen geschikt zijn dan wel de veiligheid of de orde in het gerechtsgebouw in gevaar kunnen brengen. Verbodsbepalingen 2.12 Wapens Behoudens voor personen die rechtens toegekende geweldsmiddelen dragen, is het niet toegestaan om wapens en als wapen te gebruiken voorwerpen voorhanden te hebben of te dragen in het gerechtsgebouw tenzij door of namens de beheerder expliciet toestemming wordt verleend Veiligheid en gezondheid Het is verboden explosieven, verdoving opwekkende middelen (alcohol, drugs) of andere voorwerpen, vloeistoffen of gassen die de veiligheid en gezondheid van personen kunnen bedreigen, voor de bedreiging van personen geschikt zijn dan wel de veiligheid en de orde in het pand in gevaar kunnen brengen het gerechtsgebouw binnen te brengen Ongewenst gedrag Vormen van ongewenst gedrag die niet worden geaccepteerd zijn onder andere: alle vormen van overlastgevend of aanstootgevend gedrag; alle vormen van fysiek geweld, onder andere: schoppen, spugen, slaan, gooien met voorwerpen, 9.

10 vastpakken, knijpen, haren trekken; alle vormen van verbaal geweld, onder andere: schelden, beledigen, vernederen, ruzie zoeken; alle vormen van intimidatie, onder andere: het bedreigen van een medewerker om iets gedaan te krijgen of om te voorkomen dat iets gedaan wordt; alle vormen van stalking, onder andere: achtervolgen, opwachten, lastigvallen en hinderlijk gedrag; alle vormen van discriminatie naar geslacht, seksuele geaardheid, geloofsovertuiging of ras; alle vormen van seksuele intimidatie, onder andere: het maken van seksueel getinte opmerkingen of handtastelijkheden; alle vormen van vernieling, onder andere: het gooien met meubilair of voorwerpen en het vernielen van zaken. Personen of groepen waarvan blijkt of wordt verwacht dat zij de orde of rust verstoren, kan de toegang tot en het verblijf in het gebouw, worden ontzegd Misbruik en oneigenlijk gebruik Het is niet toegestaan om: misbruik te maken van voorzieningen in of rond het gerechtsgebouw dan wel gebruik te maken van voorzieningen op een andere wijze dan waarvoor deze bestemd zijn; zich waar dan ook in het gerechtsgebouw onnodig of langer dan nodig op te houden; apparatuur of installaties of onderdelen daarvan in het gerechtsgebouw in werking te stellen dan wel de werking daarvan te verminderen of te belemmeren dan wel de bereikbaarheid daarvan te bemoeilijken; zich zodanig te gedragen dat daardoor schade ontstaat of kan ontstaan aan eigendommen van de rechtbank of eigendommen van derden Beeld- en geluidsopnamen Het is verboden zonder uitdrukkelijke toestemming van de beheerder of van degene die verantwoordelijk is voor de handhaving van de orde tijdens zittingen vooraf met behulp van enige apparatuur beeldof geluidsopnamen te maken in het gerechtsgebouw. Voor registraties ten behoeve van televisie, radio, schrijvende pers en andere media wordt verwezen naar de Persrichtlijn Dieren Het meenemen van (huis)dieren in het gerechtsgebouw is niet toegestaan, behoudens voor personen, die voor hun functioneren daarvan afhankelijk zijn Eten en drinken In zittingzalen en op de publieke tribune is het niet toegestaan te eten en te drinken Aansprakelijkheid De beheerder is niet aansprakelijk voor vermissing, beschadiging of diefstal van eigendommen van anderen Overtreding huisregels Degene die zich niet houdt aan de huisregels kan door of namens de beheerder worden verwijderd. Overtreding van de huisregels kan leiden tot een toegangontzegging voor een bepaalde periode of tot 10.

11 het stellen van nadere voorwaarden aan het verlenen van toegang. Indien nodig kan de politie worden ingeschakeld, aangifte worden gedaan en de schade op de veroorzaker worden verhaald. 11.

12 3 Calamiteiten Een ieder die zich in het gerechtsgebouw bevindt dient de aanwijzingen van leden van de Bedrijfshulpverlening (BHV), de beveiligingsbeambten of hulpdiensten op te volgen en onmiddellijk het gerechtsgebouw of een gedeelte van het gerechtsgebouw te verlaten of te ontruimen wanneer daartoe opdracht wordt gegeven. 12.

13 Appendix 1: Goederen die niet meegenomen mogen worden in het gerechtsgebouw Vuurwapens en apparaten waarmee een projectiel kan worden afgevuurd en aldus ernstig letsel kan worden toegebracht, of die de indruk wekken daarvoor te kunnen worden gebruikt, zoals: Alle types vuurwapens, zoals pistolen, revolvers, geweren, jachtgeweren Speelgoedgeweren, replica- en imitatiegeweren die voor echte wapens kunnen worden aangezien Onderdelen van vuurwapens, met uitzondering van telescopische kijkers Luchtdruk- en CO² - geweren, zoals pistolen, pagelgeweren, geweren en BB-guns Alarmpistolen en startpistolen Bogen, kruisbogen en pijlen Harpoen- en speergeweren Katapulten Verdovings apparaten - apparaten die specifiek ontworpen zijn om te verdoven of te immobiliseren, zoals: Apparaten waarmee schokken kunnen worden toegebracht, zoals stunguns, taserwapens en stroomstokken Apparaten om dieren te verdoven en te doden Chemische stoffen, gassen en sprays, zoals mace, pepperspray, traangas, zuurspray en sprays om dieren te verjagen, waarmee personen kunnen worden uitgeschakeld of onschadelijk gemaakt Voorwerpen met een scherpe punt of een scherpe rand waarmee ernstig letsel kan worden toegebracht, zoals: IJsbijlen en ijspikken Scheermessen Cuttermessen Messen Scharen Dartpijlen Vechtsportmateriaal met een scherp punt of rand Zwaarden en sabels Breekijzers Boren en boorkoppen, inclusief draagbare draadloze elektrische boren Gereedschap, dat als wapen kan worden gebruikt, zoals draagbare draadloze elektrische zagen Zagen, inclusief draagbare draadloze elektrische zagen Soldeerlampen Penschietpistolen en schiethamers Stompe voorwerpen waarmee kan worden geslagen en aldus enrstige verwondingen kunnen worden toegebracht, zoals: Honkbal- en softbalknuppels Knuppels en stokken, zoals houten stokken, gummiknuppels en wapenstokken Vechtsportmateriaal 13.

14 Explosieven en (brand)gevaarlijke stoffen en apparaten waarmee ernstig letsel kan worden toegebracht of waarmee de veiligheid in het gerechtsgebouw in gevaar kan worden gebracht, of die de indruk wekken daarvoor te kunnen worden gebruikt, zoals: Munitie Slagpijpjes Ontstekers en lonten Replica s of imitatie van explosieve voorwerpen Mijnen, granaten en andere militaire explosieven Vuurwerk en ander pyrotechnisch materiaal Rookblikken en -patronen Dynamiet, buskruit en kneedspringstoffen Corrosief materiaal, o.a. kwik, voertuigaccu s Ontvlambare vloeistoffen, o.a. benzine, methanol Ontvlambare vaste stoffen en reactieve stoffen, o.a. magnesium, aanmaakblokjes, vuurwerk, seinvuur Oxidatiemiddelen en organische peroxiden, o.a. bleekmiddel, reparatiekits voor carrosserieën Radioactief materiaal, o.a. medische of commerciële isotopen Toxische of besmettelijke stoffen, o.a. rattenkruit, besmet bloed Aan deze lijst kunt u geen rechten ontlenen. De beveiligingsmedewerker behoudt altijd het recht om alsnog om veiligheidsredenen een artikel te weigeren. 14.

15 Appendix 2: Wapens in de zin van de Wet Wapens en Munitie Wet van 5 juli 1997, houdende regels inzake het vervaardigen, verhandelen, vervoeren, voorhanden hebben, dragen enz. van wapens en munitie. Artikel 2 1. Wapens in de zin van deze wet zijn de hieronder vermelde of overeenkomstig dit artikellid aangewezen voorwerpen, onderverdeeld in de volgende categorieën. Categorie I 1. stiletto s, valmessen en vlindermessen, een en ander indien het lemmet: a. meer dan een snijkant heeft; b. 7 cm of langer en 14 mm of smaller is; c. 9 cm of langer is; of d. van een stootplaat is voorzien; 2. andere opvouwbare messen, indien: a. het lemmet meer dan een snijkant heeft; of b. de lengte in opengevouwen toestand langer dan 28 cm is; 3. boksbeugels, ploertendoders, wurgstokken, werpsterren, vilmessen, ballistische messen en geluiddempers voor vuurwapens; 4. blanke wapens die uiterlijk gelijken op een ander voorwerp dan een wapen; 5. pijlen en pijlpunten bestemd om door middel van een boog te worden afgeschoten, die zijn voorzien van snijdende delen met de kennelijke bedoeling daarmee ernstig letsel te kunnen veroorzaken; 6. katapulten; 7. andere door de Minister van Justitie aangewezen voorwerpen die een ernstige bedreiging van personen kunnen vormen of die zodanig op een wapen gelijken, dat zij voor bedreiging of afdreiging geschikt zijn. Categorie II 1. vuurwapens die niet onder een van de andere categorieën vallen; 2. vuurwapens, geschikt om automatisch te vuren; 3. vuurwapens die zodanig zijn vervaardigd of gewijzigd dat het dragen niet of minder zichtbaar is dan wel dat de aanvalskracht wordt verhoogd; 4. vuurwapens die uiterlijk gelijken op een ander voorwerp dan een wapen; 5. voorwerpen waarmee door een elektrische stroomstoot personen weerloos kunnen worden gemaakt of pijn kan worden toegebracht, met uitzondering van medische hulpmiddelen; 6. voorwerpen, bestemd voor het treffen van personen met giftige, verstikkende, weerloosmakende, traanverwekkende en soortgelijke stoffen, met uitzondering van medische hulpmiddelen en van vuurwapens in de vorm van geweren, revolvers en pistolen, bestemd voor het afschieten van munitie met weerloosmakende of traanverwekkende stof; 7. voorwerpen bestemd voor het treffen van personen of zaken door vuur of door middel van ontploffing, met uitzondering van explosieven voor civiel gebruik indien met betrekking tot deze 15.

16 explosieven erkenning is verleend overeenkomstig de Wet explosieven voor civiel gebruik. Categorie III 1. vuurwapens in de vorm van geweren, revolvers en pistolen voor zover zij niet vallen onder categorie II sub 2, 3 of 6 ; 2. toestellen voor beroepsdoeleinden die geschikt zijn om projectielen af te schieten; 3. werpmessen; 4. alarm- en startpistolen en -revolvers, met uitzondering van alarm- en startpistolen die: a. geen loop of een kennelijk verkorte, geheel gevulde loop hebben; b. zodanig zijn ingericht dat zij uitsluitend knalpatronen van een kaliber niet groter dan 6 mm kunnen bevatten; en c. waarvan de ligplaats van de patronen en de gasuitlaat loodrecht staan op de loop of op de lengterichting van het wapen. Categorie IV 1. blanke wapens waarvan het lemmet meer dan een snijkant heeft, voor zover zij niet vallen onder categorie I; 2. degens, zwaarden, sabels en bajonetten; 3. wapenstokken; 4. lucht-, gas- en veerdrukwapens, behoudens zulke door de Minister van Justitie overeenkomstig categorie I, sub 7, aangewezen die zodanig gelijken op een vuurwapen dat zij voor bedreiging of afdreiging geschikt zijn; 5. kruisbogen en harpoenen; 6. bij regeling van de Minister van Justitie aangewezen voorwerpen die geschikt zijn om daarmee personen ernstig lichamelijk letsel toe te brengen; 7. voorwerpen waarvan, gelet op hun aard of de omstandigheden waaronder zij worden aangetroffen, redelijkerwijs kan worden aangenomen dat zij voor geen ander doel zijn bestemd dan om letsel aan personen toe te brengen of te dreigen en die niet onder een van de andere categorieën vallen. 2. Munitie in de zin van deze wet is, onderverdeeld in de volgende categorieën: Categorie I [Vervallen.] Categorie II 1. munitie die uitsluitend geschikt voor vuurwapens van categorie II is; 2. munitie die een giftige, verstikkende, weerloosmakende, traanverwekkende of soortgelijke stof verspreidt, met uitzondering van munitie met weerloosmakende of traanverwekkende stof, bestemd voor vuurwapens in de vorm van geweren, revolvers en pistolen; 3. munitie voorzien van een projectiel waarmee een pantserplaat kan worden doorboord, munitie voorzien van een projectiel met brandsas of met een explosieve lading, alsmede de voor deze munitie bestemde projectielen; 4. munitie voor geweren, revolvers en pistolen voorzien van expanderende projectielen, alsmede de 16.

17 voor deze munitie bestemde projectielen, behalve wanneer het voor de jacht of de schietsport bestemde munitie of projectielen betreft. Categorie III Alle overige munitie. 3. Aanwijzingen door de Minister van Justitie, als bedoeld in het eerste lid, geschieden bij regeling. 4. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid, onder categorie I, sub 7, zijn geen wapens in de zin van deze wet voorwerpen die klaarblijkelijk zijn bestemd om als speelgoed te worden gebruikt en die redelijkerwijze niet geschikt kunnen worden geacht om daarmee personen ernstig lichamelijk letsel toe te brengen. 17.