PARTIELE HERZIENING GRS LIERDE ADDENDUM BIJ HET GRS LIERDE. Gemeente Lierde. Projectnummer BE Pagina 1 van 77 BE

Transcriptie

1 Pagina 1 van 77 BE PARTIELE HERZIENING GRS LIERDE ADDENDUM BIJ HET GRS LIERDE Gemeente Lierde Projectnummer BE

2 Pagina 2 van 77 BE Opdrachtgever Gemeente Lierde Nieuwstraat Lierde tel fax Contactpersonen Chris Ternoot, stedenbouwkundig ambtenaar Opdrachtnemer ARCADIS Belgium nv Kortrijksesteenweg 302 B-9000 Gent Contactpersoon Telefoon Telefax Website Jo Van de Sype T +32 (09) F +32 (09) j.vandesype@arcadisbelgium.be

3 Pagina 3 van 77 BE Inhoudsopgave WOORD VOORAF... 4 LEESWIJZER ADDENDUM... 5 Planningsproces herziening... 6 INFORMATIEF GEDEELTE... 7 Terminologie Inleiding Mesoschaal Toeristisch-recreatieve structuur Microschaal Ruimtelijk beleid op Vlaams niveau Ruimtelijk beleid op provinciaal of bovenlokaal niveau Ruimtelijk beleid op lokaal niveau Demografisch profiel en woonbehoefte Behoefteraming aan bedrijventerreinen Uitbreiding voorzieningen Knelpunten en potenties RICHTINGGEVEND GEDEELTE Terminologie Inleiding Ruimtelijke concepten De gewenste ruimtelijke structuur op mesoschaal Gewenste toeristisch-recreatieve structuur Gewenste ruimtelijke structuur op microschaal Watertoets BINDEND GEDEELTE Voorstel bindende bepalingen... 74

4 Pagina 4 van 77 BE WOORD VOORAF Het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Lierde werd goedgekeurd door de deputatie op 30 november De toekomstige ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente, in het bijzonder het opvangen van de toekomstige ruimtelijke behoeften en het vrijwaren van waardevolle gebieden is een permanent aandachtspunt voor Lierde. Op 7 april 2014 heeft de gemeenteraad van Lierde besloten om het GRS partieel te herzien en dit omwille van onderstaande redenen. Het betreft voornamelijk elementen die een herziening op korte termijn vragen. De gemeenteraad kan zich nog steeds terugvinden in de globale visie voor de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente. Onderstaande wijzigingen zullen dan ook moeten passen binnen de bestaande globale visie. Het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan zal daarom maar op een paar punten herzien worden. Deze wijzigingen situeren zich overigens steeds binnen het beleidskader dat door provincie Oost-Vlaanderen en door Vlaanderen wordt bepaald; respectievelijk in het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Oost-Vlaanderen en het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. Op lange termijn kan een nieuwe herziening doorgevoerd worden (partieel of geheel) om het GRS aan te passen aan het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen, dat momenteel in opmaak is. In grote lijnen bevat de herziening volgende punten: 1. Actualisering ten opzichte van het PRS en het RSV: de uitgangspunten zijn verouderd. 2. Actualiseren van de visie omtrent recreatie. 3. Verder onderzoek: mogelijkheid tot uitbreiden kmo-zone (lokaal bedrijventerrein, verankerd in RUP Wolfsveld) 4. Integreren van het grond- en pandenbeleid

5 Pagina 5 van 77 BE LEESWIJZER ADDENDUM Voorliggend document betreft een partiële herziening van het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Lierde. Dit document bundelt een aantal voorstellen tot wijziging als gevolg van een gedeeltelijke herziening en actualisatie van het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Lierde, goedgekeurd op 30 november Deze partiële herziening moet samen gelezen worden met het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Lierde. Elke wijziging wordt vooraf gegaan door een grijze kader waarin een verwijzing is opgenomen naar het bestaande GRS Lierde en toegelicht wordt welke passage vervangen, geschrapt of aangevuld wordt. De cursief gedrukte tekst geeft tekens een toelichting bij de voorgestelde wijziging. Bij beperkte wijzigingen wordt het tekstblok waarin de wijziging wordt aangebracht overgenomen. De te schrappen passages zijn dan doorgehaald. Indien een groot tekstgedeelte wordt geschrapt en/of vervangen, wordt dit duidelijk vermeld. Deze geschrapte tekst wordt dan niet volledig hernomen in deze partiële herziening. De partiële herziening bestaat uit 3 grote delen: 1. Informatief gedeelte De aanvulling op het informatief gedeelte bundelt de onderzoeksgegevens die aan de basis liggen van de beleidsopties genomen in deze gedeeltelijke herziening en actualisatie. 2. Richtinggevend gedeelte Dit deel bevat de wijzigingen en aanvullingen op het richtinggevend deel. 3. Bindend gedeelte Het bindend gedeelte werd eveneens grondig herwerkt. Een aantal bindende bepalingen die niet langer actueel zijn werden geschrapt, andere werden toegevoegd.

6 Pagina 6 van 77 BE Planningsproces herziening (nog aan te vullen i.f.v. het procesverloop) Structureel overleg Het structureel overleg over het voorontwerp partiële herziening GRS vond plaats op 22/06/2015. Plenaire vergadering De plenaire vergadering over het voorontwerp partiële herziening GRS vond plaats op XX/XX/XXXX. Voorlopige vaststelling Het voorontwerp addendum partiële herziening van het GRS Lierde werd door de gemeenteraad van Lierde voorlopig vastgesteld op XX/XX/XXXX. Openbaar onderzoek Het openbaar onderzoek loopt van XX/XX/XXXX tot en met XX/XX/XXXX. Tijdens deze periode kan u opmerkingen, bezwaren en adviezen als volgt indienen: - Of met een aangetekende zending aan Gecoro Lierde - Of afgeven tegen ontvangstbewijs op het gemeentehuis van Lierde Bij het formuleren van een advies is het aangewezen om duidelijk de pagina te vermelden van voorliggend document partiële herziening Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Lierde waarop uw advies betrekking heeft. Infovergadering Tijdens de eerste helft van het openbaar onderzoek wordt een informatievergadering georganiseerd. De datum wordt bekend gemaakt door aankondiging op XXX. Na het openbaar onderzoek worden alle opmerkingen, bezwaren en adviezen gebundeld en behandeld door de Gecoro. Definitieve vaststelling Indien nodig past de gemeenteraad het addendum aan en neemt een beslissing inzake de definitieve vaststelling. Goedkeuring Het definitief vastgesteld addendum wordt dan voor goedkeuring overgemaakt aan de provincie waarna deze een beslissing zal nemen.

7 Pagina 7 van 77 BE INFORMATIEF GEDEELTE Terminologie Overeenkomstig de terminologie van het Addendum bij het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen en het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Oost-Vlaanderen wordt het begrip meerkernig hoofddorp vervangen door meervoudig hoofddorp. IG Pp Onderstaande wijziging is van toepassing op de volledige tekst van het informatief gedeelte van het GRS Lierde. De term meerkernig hoofddorp wordt in het volledige informatief gedeelte gewijzigd naar meervoudig hoofddorp.

8 Pagina 8 van 77 BE Inleiding IG p. 8 De onderstaande tekst wordt toegevoegd onderaan het hoofdstuk Inleiding. 1.6 Partiële herziening en actualisatie van het GRS Lierde Het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan werd op 30 november 2006 goedgekeurd door de deputatie van de Provincie Oost-Vlaanderen. Op 7 april 2014 heeft de gemeenteraad van Lierde beslist om het GRS te herzien. De focus ligt hierbij onder meer op een update van het structuurplan ten aanzien van de bovenlokale beleidsplannen, i.c. het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Oost-Vlaanderen en het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. Beide documenten werden herzien na de goedkeuring van het GRS Lierde. Daarnaast zijn verschillende beleidsopties uit het oorspronkelijke GRS reeds ingevuld of zijn deze verouderd. Aanvullend wordt tenslotte de planhorizon verlengd. Het GRS heeft een planningshorizon tot Deze is dus reeds geruime tijd overschreden waardoor de basis waarop het gewenst ruimtelijk beleid onderbouwd is, niet meer actueel is. Een actualisatie van het GRS naar een nieuwe planningshorizon is daarom wenselijk.

9 Pagina 9 van 77 BE Mesoschaal 4.1 Fysisch basismilieu en cultuurhistorische achtergrond De fysische basisstructuur IG p. 21 Onderstaande tekst en figuren worden toegevoegd aan paragraaf De fysische basisstructuur, onder punt Hydrografie. WATERTOETS Figuur: erosiegevoelige gebieden Figuur: grondwaterstromingsgevoelige gebieden Figuur: hellingenkaart Figuur: infiltratiegevoelige bieden Figuur: overstromingsgevoelige gebieden Figuur: winterbedkaart

10 Pagina 10 van 77 BE Zoals in voorgaande paragraaf, hydrografie, reeds wordt gesteld is het grondgebied van Lierde gekenmerkt door een aantal beekvalleien. Deze zijn direct afleesbaar in de watertoetskaarten (Cfr. de hellingenkaart). De gronden, gelegen buiten de beekvalleien, zijn erosiegevoelig. Binnen de valleien is enkel sprake van niet-erosiegevoelige bodems. De beekvalleien zijn echter wel zeer gevoelig voor grondwaterstromingen; de overige bodem zijn matig gevoelig. De gemeente wordt overwegend gekenmerkt door niet-infiltratiegevoelige bodem. Een uitzondering is gesitueerd in het uiterste noorden van de gemeente: hier is lokaal wel sprake van infiltratiegevoelige bodem. De beekvalleien zijn allen aangeduid als potentieel overstromingsgevoelige gebieden (2014). Twee beekvalleien zijn effectief overstromingsgevoelig. Binnen de gemeentegrenzen is er tot slot geen sprake van winterbedding van een rivier of waterloop.

11 Pagina 11 van 77 BE Nederzettings- en leefstructuur De huisvestingssituatie In 2010 kreeg elke gemeente een bindend sociaal objectief opgelegd. Deze informatie wordt toegevoegd aan het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Lierde dat goedgekeurd werd in IG p. 36 De onderstaande tekst wordt toegevoegd aan punt De huisvestingssituatie. Deze wordt toegevoegd onder punt sociale huisvesting in Lierde: bestaande en lopende projecten die ook de bestaande tekst vervangt. Volgende sociale sociale.... in de Dorpsstraat. Sociale huisvesting in Lierde: bindend sociaal objectief Voor Lierde omvat het bindend sociaal objectief: - 43 sociale huurwoningen - 20 sociale koopwoningen - 1 sociale kavel. Bestaande sociale huurwoningen (de gemeente beschikt niet over koopwoningen) De deelgemeente Sint-Martens-Lierde telt 30 woningen (shm denderstreek) De deelgemeente Deftinge telt in de dreefstraat 45 woningen (shm vlaamse ardennen) De deelgemeente Deftinge telt in de Kerkstraat Hekkouterstraat Buurtplein (oud gemeentehuis van Deftinge) 18 woningen (shm denderstreek)

12 Pagina 12 van 77 BE Ruimtelijk-economische structuur Ruimtelijk patroon Inmiddels werd reeds een lokaal bedrijventerrein gerealiseerd waardoor reeds aan de behoefte op korte termijn voor lokaal bedrijventerrein grotendeels voldaan werd. Verspreide bedrijvigheid IG p. 41 De volgende tekstwijziging is van toepassing op hoofdstuk 4.3 Ruimtelijk-economische structuur, Ruimtelijk patroon, punt verspreide bedrijvigheid : Inmiddels werd het RUP Wolfsveld gerealiseerd waardoor deze behoefte reeds deels ingevuld werd. De gemeente ontvangt nog steeds regelmatig vragen voor bedrijventerrein doch er is geen structurele behoefte op korte termijn.

13 Pagina 13 van 77 BE Verkeersstructuur Weginfrastructuur Verkeerskundige infrastructuur en functioneren van de weg IG p. 49 Volgende tekst wordt toegevoegd onderaan p Mobiliteitsplan Lierde Inmiddels beschikt de gemeente over een gemeentelijk mobiliteitsplan dat de belangrijkste krachtlijnen rond de verkeersstructuur vastlegt. In het kader van het mobiliteitsbeleid wordt dit plan als kader gehanteerd.

14 Pagina 14 van 77 BE Toeristisch-recreatieve structuur Sportmogelijkheden in Lierde IG p. 66 De volgende tekst wijziging is van toepassing op hoofdstuk 5 Toeristisch-recreatieve structuur, punt Sportmogelijkheden in Lierde. Deze paragraaf wordt integraal vervangen Lierde beschikt..die niet is ingenomen. Lierde heeft de laatste jaren sterk geïnvesteerd in zijn sportinfrastructuur. Er werd in de omgeving van het gemeentehuis een sporthal voorzien. Daarnaast bevinden zich nog verschillende voetbalvelden in Sint-Martens-Lierde en Deftinge. Deze terreinen zijn deels zonevreemd. Ter hoogte van de voetbalterreinen te Sint-Martens-Lierde bevinden zich ook tennisvelden. Deze zullen op korte termijn verdwijnen. Het gewestplan voorziet in een recreatiezone ter hoogte van Sint-Maria-Lierde Station die niet is ingenomen.

15 Pagina 15 van 77 BE Microschaal 6.1 Sint-Maria-Lierde Station Knelpunten en kwaliteiten IG p. 69 De onderstaande tekst wordt toegevoegd aan hoofdstuk 6.1 Sint_maria-Lierde Station, onderaan de paragraaf knelpunten en kwaliteiten. Een deel van de tekst wordt geschrapt. Het voetbalterrein langs de Caudenberg ligt zonevreemd.. + opportuniteit: versterking van de bestaande voorzieningencluster rond het gemeentehuis + potentie voor woonontwikkelingen ter hoogte van het station, er werd recent een RUP opgemaakt met betrekking tot deze stationsomgeving. Naar aanleiding van dit RUP werd naast het stationsplein een op het gewestplan als landschappelijk waardevol agrarisch gebied ingetekend gebied omgezet naar tuinzone. Dit is een zeer brede tuinstrook. Er is een potentie om deze tuinzone eventueel een woonbestemming te geven waarbij ook een pleinwand gerealiseerd zou kunnen worden ten opzichte van het stationsplein. Hierbij dient wel rekening gehouden te worden met de woonbehoefte. Ruimtelijk is dit alvast een meerwaarde.

16 Pagina 16 van 77 BE Ruimtelijk beleid op Vlaams niveau 7.1 Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen Specifieke uitspraken m.b.t. Lierde: kern in het buitengebied Gewenste nederzettings- en economische structuur Herziening van 17 december 2010 van RSV gecoördineerde versie (2011) geconsulteerd Aanvulling op vlak van ontwikkeling van lokaal bedrijventerrein IG p. 80 De tekst onder titel Gewenste nederzettingsstructuur- en economische structuur, die deel uitmaakt van specifieke uitspraken m.b.t. Lierde: kern in het buitengebied, onder punt 7.1 Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen wordt met volgende paragraaf aangevuld. Bij voorkeur sluit de zone voor lokaal bedrijventerrein aan bij een hoofddorp. Het kan ook aansluiten bij een woonkern, zo mogelijk bij een bestaande kmo-zone of bij een bestaande grote harde ontsluitingsinfrastructuur in de mate dat dit verzoenbaar is met de zorg voor het behoud van de open ruimte.

17 Pagina 17 van 77 BE Beleid inzake natuur, milieu en landbouw IG p. 86 Volgende tekst wordt toegevoegd onder de paragraaf natuurreservaten, die deel uitmaakt van punt 7.4 Beleid inzake natuur, milieu en landbouw Afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur (AGNAS) het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen wil de open ruimte in het buitengebied maximaal vrijwaren voor landbouw, natuur en bos. Samen met de natuur- en landbouworganisaties maakte de Vlaamse regering in 1997 de afspraak om te evolueren naar ha agrarisch gebied, ha natuurgebied en ha bosgebied. Dat is een toename met ha natuurgebied en ha bosgebied en een afname van ha landbouwgebied. In 2001 besliste de regering de afbakening van deze landbouw-, natuur- en bosgebieden aan te pakken in twee fasen. In een eerste fase werd in 2003 ca ha bestaand natuurgebied aangeduid als onderdeel van het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN). In de tweede fase worden sinds 2004 de landbouwgebieden en de resterende natuur- en bosgebieden afgebakend. Van 2004 tot 2009 werkte de Vlaamse overheid in overleg met gemeenten, provincies en middenveldorganisaties een ruimtelijke visie uit op landbouw, natuur en bos in dertien buitengebiedregio s. De visie geeft op hoofdlijnen aan welke gebieden behouden blijven voor landbouw en waar er ruimte kan zijn voor natuurontwikkeling of bosuitbreiding. Ze vormt de basis voor de opmaak van gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen, die de bestemmingen op perceelsniveau vastleggen. Lierde maakt deel uit van de regio Vlaamse Ardennen.

18 Pagina 18 van 77 BE Ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos regio Vlaamse Ardennen (september 2008) In uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen stelde de Vlaamse overheid in 2008 een ruimtelijke visie op landbouw, natuur en bos op voor de regio Vlaamse Ardennen. Op 8 mei 2009 nam de Vlaamse Regering kennis van deze visie en keurde ze de beleidsmatige herbevestiging van de bestaande gewestplannen voor ca ha agrarisch gebied én een operationeel uitvoeringsprogramma goed. In het operationeel uitvoeringsprogramma is aangegeven welke gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen de Vlaamse overheid de komende jaren zal opmaken voor de afbakening van de resterende landbouw-, natuur- en bosgebieden. De Vlaamse Ardennen wordt verder opgedeeld in deelruimtes: 1. Zwalm, 2. Vlaamse Ardennen, 3. Dender en Mark, 4. Land van Zottegem. Volgende ruimtelijke concepten zijn van toepassing op deelruimte 2: Vlaamse Ardennen. - Ruimtelijk-functioneel samenhangende gebieden vrijwaren voor de land- en tuinbouw met grondgebonden landbouw als drager van de open ruimte. - De landbouwgebieden van de deelruimte Vlaamse Ardennen vormen grote aaneengesloten landbouwgebieden, waarin grondgebonden landbouw de drager is van het open cultuurlandschap. Deze goed gestructureerde agrarische gebieden worden maximaal gevrijwaard voor de beroepslandbouw. Om het bestaande open en onbebouwde karakter van deze gebieden te vrijwaren voor grondgebonde landbouw kunnen delen ervan gedifferentieerd worden als bouwvrij agrarisch gebied. - Binnen deze samenhangende landbouwgebieden worden enerzijds de grote, historisch open akkerlandschappen (kouters) onderscheiden en anderzijds de eerder kleinschalige landschappen rond de steilranden van de beken en in de valleien. Binnen de kleinschalige landschappen wordt ruimte gelaten voor het behoud, het herstel en de ontwikkeling van een raamwerk van kleine landschapselementen, zodat een landschapsecologische basiskwaliteit gegarandeerd wordt. De karakteristieke open kouters worden zoveel mogelijk gevrijwaard van bebouwing om de landschappelijke openheid van het gebied te behouden. - Op grondgebied van Lierde wordt ondermeer 20.4 Het landbouwgebied tussen Brakel en Geraardsbergen aangeduid.

19 Pagina 19 van 77 BE Behoud en versterking van het (kleinschalige-halfopen) agrarische landschap. - Behoud en versterking van uitgesproken natuurwaarden in beekvalleien en op valleiflanken met ruimte voor herstel van het natuurlijke watersysteem. - Aan de westelijke rand van de gemeente wordt 22.4 Remistebeek (Noorden van Paprike) aangeduid. - Behoud en versterking van gevarieerde (open/halfopen) valleien inclusief hun flanken met ruimte voor een natuurlijk overstromingsregime. - Binnen de gemeente zijn volgende valleien aangeduid: Molenbeek Pachtbosbeek en Watermolenbeek en benedenloop Larebeek tot Keistraat en Haltbaan (Deftinge, Sint-Martens-Lierde en Hemelveerdegem). - Behoud en versterking van gevarieerde valleien met ruimte voor een natuurlijke overstromingsregime. - Deze beekvalleien vormen een groen lint in het landschap, gevormd door een aaneenschakeling van natuur- en bosgebieden, (kaksteel)parken en kleine landschapselementen die verweven voorkomen met de landbouwfunctie in de vallei. - Deze gebieden worden gedifferentieerd als natuurverwevingsgebied. Delen van het valleilandschap kunnen een hoofdfunctie natuur, bos of landbouw hebben. Deze gebieden vormen samen met de waardevolste natuurkernen en de overige valleien een structureel samenhangend geheel. - Binnen de gemeente zijn volgende valleien aangeduid: 24.7 Larebeek en zijbeken (Sint-Martens-Lierde), (Water)molenen Pachtbosbeek (Deftinge, Gelemloop), Broekbeek Steenbroekbeek (Deftinge) en Dammersbeek (Nederboelare / Deftinge).

20 Pagina 20 van 77 BE Figuur: gewenste ruimtelijke structuur deelruimte 2, oostelijk deel Vlaamse Ardennen

21 Pagina 21 van 77 BE Volgende ruimtelijke concepten zijn van toepassing op deelruimte 4: Land van Zottegem - Ruimtelijk-functioneel samenhangende gebieden vrijwaren voor de land- en tuinbouw met grondgebonden landbouw als drager van de open ruimte. - De landbouwgebieden van de deelruimte Land van Zottegem vormen grote aaneengesloten landbouwgebieden, waarin grondgebonden landbouw de drager is van het open cultuurlandschap. Deze ondermeer door ruilverkavelingen (Balegem) goed gestructureerde en nog verder te structuren (Sint-Lievens-Houtrem) agrarische gebieden worden maximaal gevrijwaard voor de beroepslandbouw. Om het bestaande open en onbebouwde karakter van deze gebieden te vrijwaren voor grondgebonden landbouw kunnen delen ervan gedifferentieerd worden als bouwvrij agrarisch gebied. - Behoud en versterking van uitgesproken natuurwaarden in beek- en riviervalleien en op valleiflanken met ruimte voor herstel van het natuurlijke watersysteem. - Relevant voor de gemeente en haar directe omgeving is 62.2 Uilenbroek. - Behoud en versterking van gevarieerde (open/halfopen) valleien inclusief hun flanken met ruimte voor een natuurlijk overstromingsregime. - Deze beekvalleien vormen een uitgebreid systeem van beken met aanliggende steilranden, in het landschap aanwezig via een overwegend graslandgebruik van de landbouwgronden en via een aaneenschakeling van (kleinere) natuur- en bosgebieden, (kasteel)parken en kleine landschapselementen in de vallei en op de steilrand. Kenmerkend is het kleinschalige karakter van deze valleien en hun (vaak steile) flanken met nog een intacte structuur van natuur-, bos- en landschapselementen Klemhoutbeek (stroomopwaarts deel, Erwetegem) en Potaardeberg Ophasseltbeek tussen Sint-Maria-Lierde en Vloerzegem

22 Pagina 22 van 77 BE Behoud en versterking van gevarieerde valleien met ruimte voor een natuurlijk overstromingsregime. - Deze beekvalleien vormen een groen lint in het landschap, gevormd door een aaneenschakeling van natuur- en bosgebieden, (kasteel)parken en kleine landschapselementen die verweven voorkomen met de landbouwfunctie in de vallei : Kakebeek tussen Hasseltbos en Uilenbroek (Ophasselt / Sint-Maria-Lierde) : Leenbroekbeek (Steenhuize-Wijnhuize) - Samenhangende complexen van zeer waardevol historisch bos behouden, verbinden en versterken als structuurbepalende natuur- en/of landschapselementen Park- en Hasseltbos (Ophasselt Sint-Maria-Lierde-Erwetegem) - Behoud en versterking van een mozaïeklandschap met ruimte voor bosuitbreiding, ecologische graslandontwikkelingen, ontwikkeling van andere natuur- en landschapselementen en ruimte voor landbouw - Deze gebieden worden gekenmerkt door een kleinschalig landschap bestaande uit grondgebonden landbouw en een sterke aaneenschakeling van landschapsecologische en cultuurhistorisch waardevolle elementen en structuren. Het gaat om complexen van kleine landschapselementen zoals waardevolle graslanden, bomenrijen al dan niet beekbegeleidend), houtkanten en andere houtige kleine landschapselementen en kleinere natuur- en bosgebieden. Zij komen voor in bronamfitheaters, als onderdeel van een steilrand of een beekvallei. Zij vervullen o.m. een belangrijke ecologische en landschappelijke verbindingsfunctie tussen bos- en natuurgebieden Gebied rond de Kalebeek (Sint-Maria-Lierde) - Ontwikkeling van landschappelijk en ecologisch waardevolle lineaire elementen - Talrijke beken hebben een functie als natte natuurverbinding en zijn van belang voor de migratie van planten en dieren. Vaak zijn deze verbindende elementen tevens belangrijke en beeldbepalende landschappelijke dragers.

23 Pagina 23 van 77 BE Vrijwaren en versterken van waardevolle landschappen en erfgoedwaarden - Een groot aantal landschappen (kasteeldomeinen, dorpskernen, kouters, bossen, valleien en omgeving ) bezitten uitgesproken esthetische en cultuurhistorische waarden. Het ruimtelijk beleid ondersteunt het behoud of herstel van deze erfgoedwaarden in hun onderlinge samenhang : Parkbos-Hasseltbos Figuur: gewenste ruimtelijke structuur deelruimte 4, Land van Zottegem zuidelijk deel

24 Pagina 24 van 77 BE Herbevestigd agrarisch gebied Zoals gesteld neemt het operationeel uitvoeringsprogramma op welke gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen de Vlaamse overheid de komende jaren zal opmaken voor de afbakening van de resterende landbouw-, natuur- en bosgebieden. Het uitvoeringsprogramma neemt volgende aanduidingen en acties op, voor wat betreft landbouwgebieden op grondgebied van Lierde. 117: Landbouwgebied Stuivenberg (deelruimte 4 Land van Zottegem) Bevestigen van de bestemming op het gewestplan voor het aaneengesloten landbouwgebied Waasbergdries Stuivenberg ten oosten ervan tussen de valleien van de Kalebeek en de Ophasseltbeek. Opmaak van een gewestelijk RUP voor de differentiatie van het agrarisch gebied als verwevingsgebied in functie van de Kalebeek. 42: Landbouwgebied van Lierde (deelruimte 2 Vlaamse Ardennen) Bevestigen van de bestemming op het gewestplan voor het aaneengesloten landbouwgebied tussen Holderbeke en Hemelveerdegem en tussen valleien van de Ophasseltbeek en de Larebeek 44: Landbouwgebied van Sint-Martens-Lierde (deelruimte 2 Vlaamse Ardennen) Bevestigen van de bestemming op het gewestplan voor het aaneengesloten landbouwgebied rond Sint-Martens-Lierde en tussen de valleien van de Larebeek en Pachtbosbeek-Watermolenbeek 50: Landbouwgebied van Deftinge (deelruimte 2 Vlaamse Ardennen) Bevestigen van de bestemming op het gewestplan voor het aaneengesloten landbouwgebied ten noordwesten van Geraardsbergen.

25 Pagina 25 van 77 BE Figuur: herbevestigd agrarisch gebied

26 Pagina 26 van 77 BE Ruimtelijk beleid op provinciaal of bovenlokaal niveau 8.1 Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Oost-Vlaanderen Het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Oost-Vlaanderen is op 10 december 2003 door de provincieraad definitief vastgesteld. Op 18 februari 2004 keurde de Vlaamse Regering het goed. Op 24 maart 2004 is het PRS in werking getreden. Het PRS Oost-Vlaanderen heeft sindsdien twee herzieningen ondergaan. 1. Het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan is gedeeltelijk herzien met als doel een provinciaal beleidskader voor windturbines aan het document toe te voegen; Het beleidskader werd door de minister goedgekeurd op 25 augustus 2009, hetgeen gepubliceerd is in het BS op 8 september 2009 waardoor het 14 dagen nadien in werking is getreden. 2. Op 18 juli 2012 werd de tweede partiële herziening van het PRS door de minister goedgekeurd. Deze herziening betreft voornamelijk wijzigingen op vlak van wonen en bedrijvigheid. Op 7 augustus 2012 werd het gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. De tweede herziening is bijgevolg sinds 21 augustus 2012 in werking. De wijzigingen die zijn doorgevoerd in de herzieningen van het PRS hebben geen belangrijke invloed op het uitwerken van de ruimtelijke visie van het GRS Lierde. IG p. 89 Onderstaande paragraaf wordt toegevoegd aan hoofdstuk 8 Ruimtelijk beleid op provinciaal of bovenlokaal niveau, punt 8.1 Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Oost-Vlaanderen.

27 Pagina 27 van 77 BE Actualisatie: herziening Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Oost-Vlaanderen Afstemmen van de provinciale selecties op deze van het RSV Lierde wordt als meervoudig hoofddorp geselecteerd (i.p.v. meerkernig hoofddorp ). Het betreft de kernen Sint-Maria-Lierde Station, Sint- Martens-Lierde en Sint-Maria-Lierde. Het betreft meerdere kernen die in elkaars nabijheid gelegen zijn en die samen het vereiste uitrustingsniveau bereiken. Dit is van belang voor het verdelen van de kwantitatieve opties voor wat betreft wonen en werken en de locaties voor voorzieningen. In de gemeentelijke structuurpannen (en uitvoeringsplannen) dient de kwantitatieve optie voor wonen getoetst te worden aan de juridische voorraad. De gemeente Lierde krijgt volgende kwantitatieve optie inzake wonen: - Kwantitatieve optie : 75 - Kwantitatieve optie : 147 (lange termijn) Afstemmen beleid lokale bedrijventerreinen op deze van de herziening van het RSV Lokale bedrijventerreinen zijn bedoeld voor kleine bedrijven die qua functie en schaal gericht zijn op de plaatselijke nederzetting. Bijkomende lokale bedrijventerreinen kunnen in principe voorzien worden in de stedelijke gebieden of bij een hoofddorp. Enkel indien in het (meervoudig) hoofddorp geen ruimtelijk geschikte locatie voor lokaal bedrijventerrein kan gevonden worden, dan kan mits motivatie, het lokaal bedrijventerrein gesitueerd worden aansluitend bij een bestaand bedrijventerrein in een woonkern of een bestaande grote harde ontsluitingsinfrastructuur in een woonkern in de mate dat dit verzoenbaar is met de zorg voor het behoud van de open ruimte. In laatste instantie kan mits grondige motivatie, indien er gene andere mogelijkheden voor de inplanting van een lokaal bedrijventerrein zijn, een lokaal bedrijventerrein gelokaliseerd worden in een woonkern.

28 Pagina 28 van 77 BE Beleid ten aanzien van kleinhandel In het woonweefsel van de hoofddorpen van het buitengebied kan, rekening houdend met het schaalniveau en de hiërarchie van het hoofddorp, planmatig en in functie van het wonen bijkomende ruimte voor kleinhandel tot 1000m² voorzien worden. Deze voorzieningen hebben een woonondersteunende functie voor het desbetreffende hoofddorp en de gemeente. De totaliteit van de bijkomende oppervlakte voor handelsentiteiten met een middelgrote oppervlakte in de hoofddorpen dient in zijn totaliteit beperkt te blijven en in overeenstemming te blijven met het niveau van het betrokken hoofddorp. Bijkomende voorzieningen dienen planmatig getoetst te worden aan het bestaande handelsapparaat en de omvang van de gemeente (aantal huishoudens), aan de nog bestaande mogelijkheden om kleinhandel te realiseren in het woonweefsel (bvb. verlaten paden, ). In het woonweefsel van de hoofddorpen en woonkernen van het buitengebied kan, rekening houdend met schaalniveau en de hiërarchie van die kern, planmatig en in functie van het wonen bijkomende ruimte voor handel voorzien worden. Deze handelszaken hebben een woonondersteunende functie voor de desbetreffende kern (kruidenier, bakker, buurtwinkel, ). Zij dienen in oppervlakte beperkte te blijven. Een oppervlakte van 400m² per handelsentiteit is hierbij richtinggevend. De totaliteit van de oppervlakte voor handel in deze kernen dient ook in zijn totaliteit beperkt te blijven en in overeenstemming te blijven met het niveau van de betrokken kern. Bijkomende voorzieningen dienen planmatig getoetst te worden aan het bestaande handelsapparaat en de omvang van de kern (aantal huishoudens), aan de nog bestaande mogelijkheden om kleinhandel te realiseren in het woonweefsel (bv. verlaten panden, ). Bij de inplanting van nieuwe kleinhandel zowel in de hoofddorpen als woonkernen wordt ook rekening gehouden met: - de ruimtelijke draagkracht van de kern en van de directe omgeving in het bijzonder, de mobiliteitsimpact van de nieuwe vestiging, - de bereikbaarheid en ontsluiting (centrale voorzieningen, ligging in het woonweefsel, ) - de verweefbaarheid en inpassing in de omgeving. Sluipende uitgroei van handel in buitengebiedkernen tot grootschalige detailhandel moet tegengegaan worden. In het bijzonder moet vermeden worden dat in deze kernen van het buitengebied een kleinhandelsapparaat zou ontstaan dat thuishoort in de stedelijke gebieden.

29 Pagina 29 van 77 BE Ruimtelijk beleid op lokaal niveau IG p. 91 De tekst onder hoofdstuk 9.1 Bijzondere plannen van aanleg, alsook de eigenlijke titel van het hoofdstuk, worden als volgt aangepast. 9.1 Bijzondere plannen van aanleg 9.1 Bijzondere plannen van aanleg en ruimtelijke uitvoeringsplannen Lierde heeft twee goedgekeurde Bijzonder Plannen van Aanleg, BPA Gemeentehuis en BPA zonevreemde bedrijven. Het B.P.A.Nr.3 Gemeentehuis werd goedgekeurd bij Ministerieel Besluit op 3 december Het B.P.A. is gelegen tussen de Nieuwstraat, Nieuwe Wijk en Groenstraat in Sint-Maria-Lierde en de totale oppervlakte omvat ongeveer 3,7 ha waarvan ongeveer 2,78 ha voor openbare bestemming. Het B.P.A. is ontstaan uit de problematiek van de centrumfunctie. De uitwerking van een centrale kern voor de verschillende deelgemeenten die door fusie werden samengebracht bleef achterwege. Door de bouw van een nieuw gemeentehuis in Sint-Maria-Lierde wil het gemeentebestuur een nieuwe kern ontwikkelen die centraal gelegen is t.o.v. de deelkernen. Dit B.P.A. betreft een zone voor de bouw van een school met accommodatie, de aanleg van een containerpark en een voorziene uitbreiding van de zone voor openbare diensten. De nieuwe bestemmingen zullen aansluiten aan het reeds bestaande gemeentehuis met technische diensten. Op het Gewestplan zijn volgende bestemmingen voor dit gebied aangeduid: - landelijke woonzone dat men wil behouden met uitzondering voor het gemeentehuisterrein waar de bestemming achterhaald is door bestemming van openbaar nut; - landschappelijk waardevolle agrarische zone waarvan de bestemming achterhaald is. Algemeen stelt men dat de locatie van dit B.P.A. zeer gunstig is t.o.v. de andere deelgemeenten en dat daarbij het centraliseren van deze gemeenschapsvoorzieningen kernversterkend werkt.

30 Pagina 30 van 77 BE Het sectoraal BPA zonevreemde bedrijven werd door de minister goedgekeurd op 27 juni 2003 waardoor verschillende bedrijven hierdoor beperkte ontwikkelingsmogelijkheden kregen. Lierde beschikt over twee ruimtelijke uitvoeringsplannen. Het RUP Wolfsveld dat de realisatie van een lokaal bedrijventerrein mogelijk maakte en ook de bestemming voor het containerpark actualiseerde. Daarnaast werd ook een RUP Stationsomgeving Sint-Maria-Lierde opgemaakt waardoor de verdere optimalisatie van de parking en de versterking van het Stationsplein mogelijk worden.

31 Pagina 31 van 77 BE In het GRS Lierde zijn de ruimtelijke concepten opgenomen voor de inrichting van het lokaal bedrijventerrein. Ondertussen is voor de vereiste herbestemming reeds een ruimtelijk uitvoeringsplan opgemaakt en is dit terrein ook reeds gerealiseerd. IG p. 93 De tekst onder hoofdstuk 9.2 Inrichtingsplan lokaal bedrijventerrein wordt integraal geschrapt. 9.2 Inrichtingsplan lokaal bedrijventerrein Eén van de meest urgente knelpunten was de zoektocht naar een nieuwe locatie voor het gemeentelijk containerpark (zie ook hoofdstuk 12). Deze werd ondertussen gevonden op de ongebruikte zone voor gemeenschapsvoorzieningen te Sint-Maria-Lierde. Het gemeentelijk containerpark zou gecombineerd worden met de aanleg van het lokaal bedrijventerrein. Om het containerpark te kunnen vergunnen vroeg AROHM echter een inrichtingsplan voor de gehele zone. Op vraag van de gemeente werd dit door Groep Planning uitgevoerd. Hieronder worden kort de resultaten van deze studie toegelicht. Een optimale ontsluiting van het lokaal bedrijventerrein via de Dorpsstraat naar de Steenweg (N8), conform de categorisering voorgesteld in de gewenste verkeersstructuur. De N8 werd tevens in het provinciaal ruimtelijk structuurplan als secundaire weg geselecteerd die ontsluiting geeft naar de primaire weg N42. Het terrein sluit aan bij de bebouwde kern van Sint-Maria-Lierde. In Lierde zijn geen terreinen beschikbaar die een inbreidend karakter hebben. Net zoals de andere locaties leidt het tot een uitbreiding van de kern. Het lokaal bedrijventerrein zal echter van die aard zijn dat de ruimtelijke impact minimaal is zodat de ligging in een woonkern gedragen kan worden.

32 Pagina 32 van 77 BE Conform de behoeftenbepaling aan bijkomende bedrijventerreinen (informatief deel) wordt de bruto oppervlakte van het lokaal bedrijventerrein begrenst op 5 ha. Het containerpark zal daarbij een oppervlakte van bruto 75 are beslaan. De inrichting dient met een maximale landschappelijke inpassing te gebeuren. Lierde wordt gekenmerkt door een landschap van getuigenheuvels (open) en beekvalleien (eerder gesloten). Het terrein situeert zich ook in dit landschap en bevindt zich op de kam van een heuvel die gekenmerkt wordt door een open landschap. Naar inrichting toe is het dan ook belangrijk dat het bedrijventerrein geïntegreerd wordt in het landschap (visuele impact), dat er rekening gehouden wordt met bioecologische aspecten en dat voldoende aandacht geschonken wordt aan de architecturale expressie van het bedrijventerrein (een ontworpen bedrijventerrein). De ontwikkeling en inrichting van het terrein gebeuren d.m.v. een flexibel basisplan. Er is een gefaseerde ontwikkeling mogelijk volgens een raster uitgetekend op de bestaande perceelsstructuur. Het terrein wordt tevens gebufferd t.o.v. de kern van Sint-Maria-Lierde.

33 Pagina 33 van 77 BE Mobiliteitsplan Lierde Het eerste mobiliteitsplan van Lierde is conform verklaard op 19 mei Bij de uitvoering van de sneltoets (22/11/2010, PAC) werd gekozen voor spoor 2: Verbreden en verdiepen van het mobiliteitsplan. Dit beleidsplan is goedgekeurd door de gemeenteraad van Lierde op 27 mei De uitgangspunten van de verbreding en verdieping van het mobiliteitsplan zijn niet doorvertaald in het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan. Het GRS omvat een indicatie van de verschillende ordes van wegenis die aanwezig zijn binnen het grondgebied van Lierde. De officiële categorisering, zoals opgenomen in het mobiliteitsplan, worden hier ter actualisatie aan toegevoegd. IG p. 97 Onderstaande tekst wordt toegevoegd aan hoofdstuk 9.4 Mobiliteitsplan Lierde. Het mobiliteitsplan is geactualiseerd volgens spoor 2: verbreden en verdiepen. Dit beleidsplan is goedgekeurd door de gemeenteraad van Lierde op 27/05/2014. De wegencategorisering van Lierde wordt hierin als volgt aangeduid. Hoofdnet Dit zijn de hoofdwegen, de primaire wegen I en de primaire wegen II. Ze vervullen verbindende en verzamelende functies op internationaal en Vlaams niveau. Deze wegen werden vastgelegd in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. Op het grondgebied van Lierde is de N42 geselecteerd als primaire weg II. Deze weg verbindt Wetteren en de E40 met de Vlaamse Ardennen en de E429.

34 Pagina 34 van 77 BE Secundair net De secundaire wegen zijn wegen die op provinciaal niveau zorgen voor de ontsluiting van gebieden. De categorisering van de secundaire wegen gebeurt voor Lierde door de provincie Oost-Vlaanderen. Op het grondgebied van Lierde is de N8 als secundaire weg type II geselecteerd. Lokaal wegennet De lokale wegen worden in het mobiliteitsplan ondergebracht in drie grote categorieën: lokale verbindingswegen (lokale wegen type 1), gebiedsontsluitingswegen (type 2) en erftoegangswegen (type 3). lokale verbindingswegen (type 1) De lokale verbindingswegen zorgen voor een maasverkleining van de primaire en secundaire wegen, ze geven echter geen verbinding op Vlaams of provinciaal niveau. De hoofdfunctie is verbinden en/of verzamelen op (inter)lokaal niveau. De erffunctie is beperkt. Voor nadere selectiecriteria voor lokale verbindingswegen verwijzen we naar de aanvullende beleidsteksten-categorisering lokale wegen, terug te vinden op Volgende weg wordt geselecteerd als lokale verbindingsweg: N493 Brakel - Geraardsbergen lokale ontsluitingswegen (type 2) De lokale gebiedsontsluitingswegen geven ontsluiting van woonwijken, kernen, Ze hebben als hoofdfunctie het verzamelen van verkeer van verschillende lokale wegen richting een hoofdweg, een secundaire weg of een lokale verbindingsweg. Er wordt naar gestreefd om de verkeersstromen zoveel mogelijk te bundelen. Er wordt een verder onderscheid gemaakt met lokale wijkontsluitingswegen, deze wegen hebben als hoofdfunctie het ontsluiten van (woon-)wijken of kleine kernen. Voor nadere selectiecriteria voor lokale gebiedsontsluitingswegen verwijzen we eveneens naar de aanvullende beleidsteksten-categorisering lokale wegen terug te vinden op Aanvullend stelt Lierde dat deze wegen ingericht moeten worden met veilige fietsvoorzieningen.

35 Pagina 35 van 77 BE Volgende wegen worden geselecteerd als lokale gebiedsontsluitingswegen: - Neerstraat Spende (ontsluiting Sint-Maria-Lierde station richting Sint-Maria-Oudenhove) - Struntel/Dorpsstraat Langestraat (ontsluiting Sint-Maria-Lierde richting Sint-Maria-Oudenhove) - Nieuwstraat-Kloosterstraat-opstaldries-Wassegemstraat-Kerkstraat-Geraardsbergsestraat (verbinding Deftinge, Sint-Martens-Lierde en Sint-Maria-Lierde station en ontsluiting richting N8 en N42/Geraardsbergen) - Tempel-Stratendries (ontsluiting Sint-Martens-Lierde richting Parike) - Kwaadstraat-Haltbaan-Keistraat (verbinding Sint-Martens-Lierde en Hemelveerdegem) - Hekkouterstraat-Pikkelgemstraat-Lindekouter (ontsluiting Deftinge richting N42) - Kruisstraat-Pluimbroekstraat (ontsluiting Deftinge richting N493) - Broekstraat (ontsluiting Gemeldorp) - Langemunte-Molenstraat (verbinding N8/Sint-Maria-Lierde en Hemelveerdegem) - Triepstraat (ontsluiting Hemelveerdegem richting N42) Erftoegangswegen (type 3) De erftoegangswegen hebben als hoofdfunctie het ontsluiten van woningen en landbouwgronden, als aanvullende functie kunnen zij een verbindingsweg vormen voor het fietsverkeer en het lokaal autoverkeer. Ze hebben een zeer laag percentage aan doorgaand verkeer. De toegangsfunctie primeert. Er kan een onderscheid gemaakt worden in erftoegangswegen naargelang ze zich in verblijfsgebied bevinden of niet.

36 Pagina 36 van 77 BE Demografisch profiel en woonbehoefte Het GRS had een planningshorizon tot De planningshorizon is reeds geruime tijd overschreden waardoor de basis waarop het gewenst ruimtelijk beleid onderbouwd is, niet meer actueel is. Een actualisatie van het GRS naar een nieuwe planningshorizon is daarom wenselijk om de huidige ruimtelijke visie af te toetsen aan de nieuwe inzichten die eventueel worden verworven. De behoefteramingen in het GRS worden geactualiseerd. IG p. 120 Volgende paragraaf wordt toegevoegd aan hoofdstuk 10 Demografisch profiel en woonbehoefte Actualisering woonbehoefte Figuur: prognose huishoudens vanaf 2008 (bron: studiedienst Vlaamse Regering)

37 Pagina 37 van 77 BE T.o.v is er een groei met 145 huishoudens voorzien tot Dit is bovendien een open bevolkingsprognose. Dit betekent dat bij een gesloten prognose nog minder behoefte is. In 2010 kreeg elke gemeente een bindend sociaal objectief opgelegd. Voor de gemeente Lierde bedraagt dit 43 sociale huurwoningen, 20 sociale koopwoningen, 1 sociale kavel. (thema 4) Volgens de laatste info van de gemeente beschikt de gemeente nog over 257 onbebouwde percelen (mei 2015). Dit betekent dat er voorlopig geen behoefte is voor bijkomende woningen.

38 Pagina 38 van 77 BE Behoefteraming aan bedrijventerreinen IG p. 124 Volgende paragraaf wordt toegevoegd aan hoofdstuk 11 Behoefteraming aan bedrijventerreinen Omgaan met toekomstige behoefte aan lokaal bedrijventerrein De behoefte aan lokaal bedrijventerrein is een continu lopend verhaal en is fluctuerend. De gemeente wenst de mogelijkheid te voorzien om bij een optredende behoefte in de toekomst naar aanleiding van de opmaak van een ruimtelijk uitvoeringsplan verder na te denken over een mogelijke uitbreiding van het bestaande bedrijventerrein Wolfsveld. Rekening houdende dat het lokaal bedrijventerrein pas in gerealiseerd is, is de huidige behoefte reeds grotendeels ingevuld.

39 Pagina 39 van 77 BE Uitbreiding voorzieningen Behoefte aan een nieuw recreatie- en sportterrein Een deel van de tekst van het hoofdstuk uitbreiding voorzieningen mag wegens verouderd geschrapt worden. IG p. 125 De volgende tekstwijziging is van toepassing op hoofdstuk 12 Uitbreiding voorzieningen, punt behoefte aan een nieuw recreatie- en sportplein, de titel wordt ook gewijzigd van sportplein naar sportterrein Nieuwbouw lagere school:...en eventuele uitbreidingen. Aanleg van een containerpark. Sint-Maria-Lierde Naast de wensen van de sportverenigingen heeft ook de gemeente Lierde behoefte aan infrastructuur voor sport-, recreatie- en jeugdactiviteiten. Momenteel zijn er behalve voetbalterreinen en tennis (die op korte termijn verdwijnt) geen gemeentelijke sportvoorzieningen in open lucht. De gemeente wenst een sportterrein aan te leggen met verschillende sportfaciliteiten (Finse piste, voetbalterreinen, volleybalterreinen, ), die bij voorkeur aansluit op de recent gerealiseerde sporthal zodat de openlucht activiteiten ook gebruik kunnen maken van de voorzieningen van deze sporthal.

40 Pagina 40 van 77 BE Knelpunten en potenties IG p. 126 Bij economische structuur mag de paragraaf met betrekking tot het lokaal bedrijventerrein geschrapt worden. + Er is geen ambachtelijk bedrijventerrein beschikbaar Kwaliteiten en kansen IG p. 129 Volgende tekst wordt toegevoegd aan hoofdstuk 13.2 Kwaliteiten en kansen, onder punt economische structuur. Economische structuur + mogelijkheden tot uitbreiding bestaand lokaal bedrijventerrein IG p. 130 Volgende tekst wordt toegevoegd aan hoofdstuk 13.2 kwaliteiten en kansen, onder punt recreatieve structuur. Recreatieve structuur + mogelijkheden tot creëren van cluster voor open lucht recreatie

41 Pagina 41 van 77 BE RICHTINGGEVEND GEDEELTE Terminologie Overeenkomstig de terminologie van het Addendum bij het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen en het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Oost-Vlaanderen wordt het begrip meerkernig hoofddorp vervangen door meervoudig hoofddorp waar mogelijk. RG pp Onderstaande wijziging is van toepassing op de volledige tekst van het richtinggevend gedeelte van het GRS Lierde. De term meerkernig hoofddorp wordt in het volledige richtinggevend gedeelte gewijzigd naar meervoudig hoofddorp.

42 Pagina 42 van 77 BE Inleiding RG p. 1 Aan punt 1 Inleiding wordt volgende tekst toegevoegd. Partiële herziening Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Lierde (2015) Een partiële herziening van het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan wordt doorgevoerd. De gehanteerde uitgangspunten van het GRS Lierde zijn immers deels verouderd en dienen geactualiseerd te worden. In het bijzonder de visie ten aanzien van recreatie dient geactualiseerd. Sinds de goedkeuring van het GRS (2006) is de gemeentelijke visie hieromtrent gewijzigd.

43 Pagina 43 van 77 BE Ruimtelijke concepten De concepten in het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan (2006) zijn deels achterhaald. Concept 2: uitbouw van een lokaal bedrijventerrein RG p. 8 De tekst onder concept 2: uitbouw van een lokaal bedrijventerrein wordt als volgt gewijzigd. Er is een behoefte aan ruimte voor bedrijven in Lierde. Voor eventuele herlokalisatie van zonevreemde bedrijven en voor de opvang van nieuwe bedrijfjes wordt is een nieuw lokaal bedrijventerrein ontwikkeld ten oosten van de kern Sint-Maria-Lierde, aansluitend bij de secundaire weg N8 die ontsluiting geeft naar de N42. Op korte termijn werd hiermee de behoefte reeds ingevuld. De gemeente wenst deze behoefte verder te monitoren en naar gelang de noodzaak kan er verder onderzocht worden of dit bestaande bedrijventerrein verder uitgebreid kan worden. Concept 3: recreatieve behoeften concentreren in één pool RG p. 8 De tekst onder concept 3: recreatieve behoeften concentreren in één pool wordt als volgt gewijzigd. Lierde kent een beperkt aanbod aan recreatieve voorzieningen en heeft dan ook een duidelijke behoefte aan een meer gevarieerd aanbod. In een antwoord op een aantal zonevreemde sportterreinen wordt er voor gekozen om de recreatieve voorzieningen geleidelijk aan te centraliseren. Daartoe zal een centraal gelegen sport- en recreatiecentrum ontwikkeld worden, aansluitend op de voorzieningencluster rond het gemeentehuis bij Sint-Martens-Lierde en die moet tegemoet komen aan de lokale recreatieve noden.

44 Pagina 44 van 77 BE

45 Pagina 45 van 77 BE RG p. 11 Aanpassing kaart 1 Aan te passen: - Kaart 1 van het richtinggevend gedeelte: (a) locatie ontwikkelen van een centraal gelegen gemeentelijk recreatiegebied en (b) legende: meerkernig hoofddorp meervoudig hoofddorp

46 Pagina 46 van 77 BE Meervoudig hoofddorp

47 Pagina 47 van 77 BE De gewenste ruimtelijke structuur op mesoschaal 5.1 Gewenste nederzettingsstructuur RG pp. 13 De tekst onder 5.1 Gewenste nederzettingsstructuur wordt aangevuld met onderstaande paragraaf Ook uit meer recente woonbehoeftestudies blijkt dat de gemeente Lierde voorlopig geen woonbehoefte heeft. De gemeente heeft wel een taakstelling in het kader van het sociaal objectief. Via het grond- en pandenbeleid zijn hierdoor wel mogelijkheden om bijkomende sociale woongelegenheden te realiseren. RG p. 16 Aanpassing kaart 2 Aan te passen: - Kaart 2 van het richtinggevend gedeelte: meerkernig hoofddorp meervoudig hoofddorp

48 Pagina 48 van 77 BE Meervoudig hoofddorp

49 Pagina 49 van 77 BE Het ruimtelijk beleid RG p. 18 De tekst onder hoofdstuk 5.1.3, punt (ver)nieuwbouw van woningen op terreinen met een achterhaalde bestemming en die geschikt zijn voor de ontwikkeling van de woonbestemming (verdichtingsmogelijkheden) wordt volledig geschrapt. (Ver)nieuwbouw van woningen op terreinen met een achterhaalde bestemming en die geschikt zijn voor de ontwikkeling van de woonbestemming (verdichtingsmogelijkheden) Het betreft hier het realiseren van inbreidingsprojecten in de dorpskernen van het buitengebied op plaatsen waarvan de bestaande functie achterhaald is. Hierbij denken wij in de eerste plaats aan de projecten rond de pastorijen te Deftinge en Hemelveerdegem. De pastorij in Hemelveerdegem bestaat uit vier sociale appartementen (OCMW) en is in gebruik genomen. De pastorij te Deftinge wordt opgeknapt en zal een woonbestemming krijgen. Het project oud gemeentehuis te Deftinge is reeds afgewerkt. Wanneer de nieuwe school nabij het gemeentehuis zal in gebruik genomen worden (fasegewijs), komen de schoolgebouwen in de Schoolstraat (Sint-Maria-Lierde Station) (fase 2) en in de Kloosterstraat (Sint-Martens-Lierde) (fase 1) leeg te staan. Er moet nagedacht worden over de nabestemming van deze locaties (vb. wonen en/of gemeenschapsvoorzieningen). Momenteel wordt een gedeelte van de gebouwen in de Schoolstraat al gebruikt voor jeugd- en cultuurinitiatieven. Een hergebruik van de gebouwen draagt bij tot de versterking van de dorpskernen. Mochten in de toekomst ook nog een aantal plaatsen vrijkomen vb. door verhuis van slecht gelokaliseerde bedrijven in de dorpskernen dan dient een afweging via detailonderzoek te gebeuren of deze plekken ofwel opnieuw een economische activiteit met beperktere hinder ofwel een woonfunctie kunnen krijgen