Zienswijzen konden kenbaar worden gemaakt tot en met 11 augustus 2010 bij de gemeenteraad van de gemeente Westerveld.

Transcriptie

1 GEMEENTE WESTERVELD Project: ONTWERP BESTEMMINGSPLAN TOEGANGSPOORT OERLANDSCHAP HOLTINGERVELD Onderwerp: Reactienota zienswijzen Datum: 17 september Algemeen Het ontwerpbestemmingsplan Toegangspoort Oerlandschap Holtingerveld is met ingang van 26 mei 2010 ter inzage gelegd voor een periode van 6 weken. Op 30 juni 2010 zijn drie onderzoeksrapporten toegevoegd aan het ontwerpbestemmingsplan. Daarom is de termijn vanaf die datum met zes weken verlengd. Zienswijzen konden kenbaar worden gemaakt tot en met 11 augustus 2010 bij de gemeenteraad van de gemeente Westerveld. 2 Ingediende zienswijzen Alle zienswijzen zijn binnen de gestelde tijd (vóór 12 augustus 2010) ingediend en ondertekend en daarmee ontvankelijk. In deze reactienota zijn de zienswijzen kort samengevat en beantwoord. Per onderdeel is aangegeven of de ingediende zienswijze heeft geleid tot een aanpassing van het ontwerpbestemmingsplan. 2.1 Zienswijze nr. 10/13528 Indiener pleit ervoor dat lokale gebruikers meer inbreng hebben en dat natuurwaarden minder zwaar wegen in de planvorming. Hij zou graag een voor mindervaliden goed toegankelijk verhard en verbreed fietspad gerealiseerd zien langs de Hunebeddenweg richting Uffelte. Reactie: Het Holtingerveld is een beschermd natuurgebied en dat betekent dat de natuurwaarden hier op de eerste plaats staan. De toegankelijkheid voor bezoekers is belangrijk, maar staat op de tweede plaats. Om beide doelen te bereiken zullen wandel- en fietspaden zodanig worden aangelegd en bewegwijzerd dat de bezoekers naar terreindelen worden geleid waar de natuur daar zo weinig mogelijk schade van ondervindt. De door indiener gedane suggestie is een interessante, die nader onderzocht zal worden in het kader van de inrichtingsmaatregelen. De zienswijze van de heer Timens raakt overigens een onderwerp dat door meerdere indieners naar voren is gebracht. Het betreft de maatregelen op en rond de Hunebeddenweg. In de nota 1

2 van Inspraak en overleg is dit onderwerp ook veelvuldig ingebracht en is daar ook in de beantwoording veel aandacht aan besteed. De in dit gebied beoogde maatregelen vallen onder de uitvoering van het maatregelenplan Integraal Plan Havelte-Oost en worden niet geregeld in dit bestemmingsplan. Daarom zou er in dit kader verder geen aandacht aan geschonken hoeven te worden. Toch wordt het door ons belangrijk gevonden meer duidelijkheid te geven. Er is daarom een notitie opgesteld over de verbinding tussen de Poort en de hunebedden. Deze notitie is als bijlage bij deze reactienota zienswijzen gevoegd en voor de beantwoording van de zienswijze van de heer Timens wordt ook hiernaar verwezen. Deze zienswijze leidt niet tot een aanpassing van het bestemmingsplan. 2.2 Zienswijze nr. 10/14060 Indiener vindt de geboden informatie summier en geeft aan weinig vertrouwen te hebben in de manier waarop de planvorming in het project Havelterberg 2009 tot stand gekomen is, met name wat betreft de financiële onderbouwing en het betrekken van lokale partijen en omwonenden. Indiener meent dat het project stopgezet moet worden. Reactie: Op de gemeentelijke informatiepagina in de Da s Mooi staan regelmatig berichten over dit project. Het project Havelterberg 2009 is al van start gegaan in Hierbij is veel tijd en aandacht besteed aan overleg met lokale partijen en gebiedspartners. Het resultaat daarvan is dat er nu een beter en aansprekender plan ligt dan het Masterplan dat begin 2007 aan de inwoners gepresenteerd is. Deze informatie is ondermeer te vinden in de stukken die ter inzage liggen. Voor de geschiedenis van het project wordt verwezen naar en werken/projecten. Hier kunt u veel informatie vinden over alle stappen die in het project doorlopen zijn. De financiële onderbouwing gaat uit van een eenmalige investering in de Toegangspoort als openbare voorziening. De financiën hiervoor zijn op basis van een gedetailleerde doorrekening van kosten door de betrokken overheden beschikbaar gesteld. De mening van indiener dat het project stopgezet en heroverwogen moet worden delen wij daarom niet. Deze zienswijze leidt niet tot een aanpassing van het bestemmingsplan. 2.3 Zienswijze nr. 10/ Indiener vraagt om bij afsluiting van de Hunebeddenweg te zorgen voor goede parkeerplaatsen in het randgebied tegen de van Helomaweg. Een paar invalidenparkeerplaatsen is te weinig. Wellicht aan de westkant van de van Helomaweg een parkeerplaats realiseren in samenwerking met het theehuis. Via een wandel en 2

3 fietstunnel kunnen de hunebedden dan worden bereikt. Het plan van grote parkeerplaatsen in de omgeving van de vlindertuin kan dan worden verkleind. Reactie: In de toelichting van het bestemmingsplan wordt melding gemaakt van de relatie tussen dit plan en het voornemen om de parkeerplaatsen langs de Van Helomaweg op te heffen. Deze zinsnede is overgenomen uit het Integraal Plan Havelte-Oost. In het Integraal Plan Havelte-Oost is een afweging gemaakt over de toegankelijkheid van het Holtingerveld en de wijze waarop wordt voorzien in parkeergelegenheid. Hierbij is de intentie de verkeersveiligheid ter plaatse te bevorderen. De hunebedden worden bereikbaar gemaakt vanaf de toegangspoort. Als tegemoetkoming zullen enkele invalidenparkeerplaatsen op de SBB-parkeerplaats gerealiseerd worden om van hieruit de hunebedden goed te kunnen bereiken. Deze maatregelen en het beheer vallen onder het uitvoeringsprogramma van het Integraal Plan Havelte-Oost en zullen binnen dat project verder worden uitgewerkt. Hierbij zullen de gedane suggesties meegenomen worden en de gebruikersgroepen erbij worden betrokken. Deze zienswijze leidt niet tot een aanpassing van het bestemmingsplan. 2. Indiener geeft aan dat de afstand van de toegangspoort tot de hunebedden van ruim 2,5 km te lang is voor ouderen en gezinnen met kinderen (kinderwagens). Reactie: Vanaf het oriëntatiepunt bij de Poort loopt een bestaande wandelroute over de Havelterberg en het wandelpad over het dagrecreatieterrein. Een wandeling heen en terug heeft een lengte van ongeveer meter. Uit onderzoek (De Boer et al, 2004) blijkt dat recreatieve wandelingen voor het leeuwendeel korter zijn dan 7,5 km. Afgezien van korte stukjes om de hond uit te laten, lopen de meeste recreanten zo n 3,5 tot 5 km. Hiermee lijkt de afstand van de hunebedden tot de Poort geen bezwaar om de hunebedden vanuit de Poort te bezoeken. Er zijn verschillende verbindingen voorhanden c.q. worden gerealiseerd. Bij de nadere uitwerking wordt nog naar alternatieven gekeken. Uiteraard dient de kwaliteit van de paden voldoende te zijn in combinatie met goede verwijzingen. Langs de route zullen voldoende rustpunten komen. In de toelichting van het bestemmingsplan is een optie genoemd van het rijden van een treintje van de toegangspoort naar de hunebedden. Dit treintje rijdt momenteel ook al groepen rond. Het is een particulier initiatief dat overigens verder buiten het kader van het onderhavige bestemmingsplan valt. Hierbij kan natuurlijk ook aan andere vervoersmethoden worden gedacht zoals een Jan-Plezier of een huifkar getrokken door paarden. Verwezen wordt ook naar de notitie verbinding tussen Poort en hunebedden die als bijlage bij deze reactienota is gevoegd. Deze zienswijze leidt niet tot een aanpassing van het bestemmingsplan. 3

4 3. Indiener verzoekt de kwaliteiten van het theehuis wat een volwaardig en modern horecabedrijf is, te waarderen en hier de aandacht te leggen en niet bij de toegangspoort. Reactie: Het theehuis is als volwaardig bedrijf benaderd en heeft ruimte gekregen in het ontwerpbestemmingsplan. Het bestemmingsplan biedt hiermee mogelijkheden aan het theehuis om volledig tot zijn recht te komen. De bezoekers die voor het gebied komen worden opgevangen op een centrale plek bij de toegangspoort. Bezoekers voor het theehuis, eventueel in combinatie met een bezoek aan de hunebedden, worden opgevangen bij het theehuis zelf. Deze zienswijze leidt niet tot een aanpassing van het bestemmingsplan. 4. Indiener verwacht een daling van het aantal bezoekers in plaats van een stijging. Reactie: Om inzage te krijgen in de bezoekersaantallen is een onderzoek uitgevoerd naar de bestaande en de te verwachten bezoekersaantallen. Een samenvatting van dit onderzoek is als bijlage bij het bestemmingsplan gevoegd. Uitkomst van het onderzoek is dat het de verwachting is dat de bezoekersaantallen zullen stijgen van circa tot Deze zienswijze leidt niet tot een aanpassing van het bestemmingsplan. 5. Indiener ondersteunt het standpunt van het platform voor gehandicapten voor goede berijdbare fietspaden. Reactie: Dit heeft betrekking op het uitvoeringsprogramma van het Integraal Plan Havelte- Oost en zal binnen dit integraal plan nader worden uitgewerkt. In het bestemmingsplan is de toegankelijkheid voor mindervaliden een belangrijk gegeven. 2.4 Zienswijze nr. 10/ Indiener vraagt hoe ouderen en families met kinderwagens vanaf de toegangspoort bij de hunebedden kunnen komen. Indiener geeft aan dat er een transportmiddel moet komen om de mensen van de toegangspoort naar de hunebedden te begeleiden en dat dit meegenomen zal moeten worden in de begroting. Reactie: Vanaf het oriëntatiepunt bij de Poort loopt een bestaande wandelroute over de Havelterberg en het wandelpad over het dagrecreatieterrein. Een wandeling heen en terug heeft een lengte van ongeveer meter. Uit onderzoek (De Boer et al, 2004) blijkt dat 4

5 recreatieve wandelingen voor het leeuwendeel korter zijn dan 7,5 km. Afgezien van korte stukjes om de hond uit te laten, lopen de meeste recreanten zo n 3,5 tot 5 km. Hiermee lijkt de afstand van de hunebedden tot de Poort geen bezwaar om de hunebedden vanuit de Poort te bezoeken. Er zijn verschillende verbindingen voorhanden c.q. worden gerealiseerd. Bij de nadere uitwerking wordt nog naar alternatieven gekeken. Uiteraard dient de kwaliteit van de paden voldoende te zijn in combinatie met goede verwijzingen. Langs de route zullen voldoende rustpunten komen. In de toelichting van het bestemmingsplan is een optie genoemd van het rijden van een treintje van de toegangspoort naar de hunebedden. Dit treintje rijdt momenteel ook al groepen rond. Een andere mogelijkheid zou het inzetten van paard-en-wagen kunnen zijn. Dit betreft echter particulier initiatief dat verder buiten het kader van het onderhavige bestemmingsplan valt. 2. Indiener vraagt zich af of er wel een goed alternatief is voor het opheffen of verkleinen van de parkeerplaatsen op de parkeerplaats van SBB en de plaatsen langs de Van Helomaweg. Reactie: In de toelichting van het bestemmingsplan wordt melding gemaakt van de relatie tussen dit plan en het voornemen om de parkeerplaatsen langs de Van Helomaweg op te heffen. Deze zinsnede is overgenomen uit het Integraal Plan Havelte-Oost. In het Integraal Plan Havelte- Oost is een afweging gemaakt over de toegankelijkheid van het Holtingerveld en de wijze waarop wordt voorzien in parkeergelegenheid. Hierbij is de intentie de verkeersveiligheid ter plaatse te bevorderen. De hunebedden worden bereikbaar gemaakt vanaf de toegangspoort. Als tegemoetkoming zullen enkele invalidenparkeerplaatsen op de SBB-parkeerplaats gerealiseerd worden om van hieruit de hunebedden goed te kunnen bereiken. Deze maatregelen en het beheer vallen onder het uitvoeringsprogramma van het Integraal Plan Havelte-Oost en zullen binnen dat project verder worden uitgewerkt. Hierbij zullen de gedane suggesties meegenomen worden en de gebruikersgroepen worden betrokken. 3. Indiener vraagt of al bekend is wat de uitkomst is van het onderzoek naar oplossingen voor de parkeerproblemen rond het officiershotel, Van Helomaweg en het parkeerterrein SBB aan de Hunebeddenweg. Reactie: Dat onderzoek is er nog niet geweest. De parkeerproblematiek met defensie staat los van dit bestemmingsplan en is verder niet relevant in het kader van dit bestemmingsplan. Voor het onderdeel parkeren bij het theehuis wordt in dit bestemmingsplan wel een oplossing geboden door het bieden van parkeermogelijkheden op het weitje aan de andere zijde van de zandweg. 5

6 4. Indiener geeft aan dat in paragraaf staat dat het onderdeel parkeervoorzieningen langs de Van Helomaweg en bij het theehuis terugkomt in het maatregelpakket van het Integraal Plan Havelte-Oost en daarom hier niet verder uitgewerkt wordt. Hij vraagt zich af waarom er in dit geval wel paragrafen aan besteed zijn. Reactie: Dit onderdeel zal inderdaad nader uitgewerkt worden in het kader van het Integraal Plan Havelte-Oost. Het heeft echter wel een rechtstreeks verband met de aanleg van parkeerplaatsen bij de toegangspoort. Er is immers sprake van een integraal plan met verschillende onderdelen die met elkaar samenhangen. 5. Indiener vraagt zich af of de projecten niet in elkaars vaarwater komen omdat er vele andere en verschillende belangen op het spel staan tussen beide projecten door verschillende beheerders en organisaties. Reactie: Dit is niet het geval. De toegangspoort is onderdeel van het Integrale Plan Havelte- Oost, en wordt na vaststelling van het bestemmingsplan een sub-project onder het uitvoeringsprogramma. De betrokken organisaties hebben dit vastgelegd in een overdrachtsdocument, waarin taken en rolverdeling zijn gewaarborgd. 2.5 Zienswijze nr. 10/14649 Indiener is tegen afsluiting van de Hunebeddenweg en vraagt aandacht voor een goede bereikbaarheid voor invaliden en rolstoelers. Reactie: Het voornemen bestaat om parkeerplaatsen voor gehandicapten aan te leggen op de parkeerplaats van SBB aan het begin van de Hunebeddenweg. Deze maatregel valt onder het uitvoeringsprogramma van het Integraal Plan Havelte-Oost en zal binnen dat project verder worden uitgewerkt. Vanaf de parkeerplaats zal een verhard pad naar de hunebedden worden aangelegd. Bij de maatregelen zullen de gebruikersgroepen betrokken worden. 2.6 Zienswijze nr. 10/1500 6

7 Indiener wil namens de leden van de vereniging Recreatiebedrijven in en rond het DrentsFriese Wold aangeven dat het plan voor de recreatiesector van grote waarde is en wil daarom ondersteuning aan de ontwikkeling van de toegangspoort kenbaar maken. Gevraagd wordt om het welslagen van dit project mogelijk te maken. Reactie: Het is zeer goed te vernemen dat de vereniging Recreatiebedrijven het voornemen om de Toegangspoort te ontwikkelen van harte ondersteunt. 2.7 Zienswijze nr. 10/ Indiener betwijfelt of realisering van de toegangspoort zal leiden tot meer recreatieve overnachtingen. Een onderzoek hiertoe ontbreekt. Reactie: Indiener gaat ten onrechte ervan uit dat het ontwikkelen van de Toegangspoort primair en alleen bedoeld zou zijn om meer recreatieve overnachtingen te realiseren. Naast het beschermen van de kwetsbare natuurwaarden in het Holtingerveld is een nevendoel het versterken van het toeristisch product en het bieden van meer economisch draagvlak van de ondernemers, en dan met name in de recreatieve sector. Het bezoekersaantallenonderzoek, dat als bijlage bij het bestemmingsplan is gevoegd, toont aan dat er een toename van het aantal (dag)recreanten te verwachten valt. De ervaring leert dat dit veelal ook zal leiden tot herhalingsbezoek en/of overnachtingen. Hierdoor zou de dalende lijn in het aantal overnachtingen in de gemeente Westerveld wellicht in positieve zin kunnen worden omgebogen. Overigens, deze verwachtingen worden ook gesteund door de recreatiesector. 2. Het betreft een grootschalig project dat indruist tegen een van de drentse kernkwaliteiten kleinschaligheid. Reactie: Het bestemmingsplan is niet in strijd met het provinciale beleid. De provincie staat positief tegenover de voorgestelde ontwikkelingen en participeert hier ook in. De provincie heeft een nieuwe Omgevingsvisie Drenthe vastgesteld dat het strategisch kader is voor de ruimtelijk-economische ontwikkeling van Drenthe. Missie is het koesteren van de Drentse kernkwaliteiten en het ontwikkelen van een bruisend Drenthe, passend bij deze kernkwaliteiten. Op de bijbehorende visiekaart zijn aan het onderhavige gebied de functies natuur en verweving toegekend. In het verwevingsgebied gaat het om combinaties van landbouw, natuur, water, recreatie en landschap. 7

8 Qua kernkwaliteiten gaat het om rust, ruimte, natuur en landschap, waarbij bij de vormgeving van de toegangspoort expliciet wordt aangesloten bij de authenticiteit van het gebied. Ook de menselijke maat en kleinschaligheid zijn op de poort van toepassing. Het bestemmingsplan biedt ruimte voor een ander provinciaal doel, namelijk de uitbreiding en vernieuwing van het bestaande dagrecreatieve aanbod. De toegangspoort wordt een nieuwe schakel in de toeristisch-recreatieve infrastructuur in een gebied waar die nu vrijwel ontbreekt. De Havelterberg is bovendien een van de gebieden die in de omgevingsvisie wordt genoemd als gebied waarop de provincie zich uit oogpunt van cultuurhistorie wil concentreren. Voor archeologie is een van de doelen het ontsluiten van het archeologische verhaal van Drenthe. Ook voor aardkundige waarden wil de provincie werken aan een bewustwordingsproces. De toegangspoort vormt, zowel qua ligging als qua ontwikkelingsmogelijkheden, de ideale basis van waaruit deze thema s kunnen worden uitgewerkt en verkend. Natuur is zowel een kernkwaliteit als een te ontwikkelen functie. Het natuur aspect komt in het geval van het studiegebied tot uitdrukking in het Natura 2000-gebied Havelte-Oost. De ontwikkeling van de toegangspoort sluit hierdoor naadloos aan bij de missie van de provincie Drenthe, namelijk het koesteren van de Drentse kernkwaliteiten en de bijdrage aan een bruisend Drenthe. De zienswijze wordt daarom door de gemeente niet gedeeld. 3. Indiener maakt bezwaar tegen het weren van hondenbezitters in het gebied. Door het weren van honden in het gebied zal er geen toename van het aantal bezoekers, maar misschien zelfs een afname plaatsvinden. Reactie: Binnen het gebied van de toegangspoort zullen honden aangelijnd worden toegestaan. Wat betreft het omliggende natuurgebied in het Natura 2000-gebied is dit niet relevant in het kader van dit bestemmingsplan. In het kader van het uitvoeringsplan van het Integraal Plan Havelte-Oost zal nader beleid worden ontwikkeld. Blz. 49 van de toelichting van het bestemmingsplan zal aangepast worden in die zin dat honden aangelijnd worden toegestaan binnen het plangebied. 4. Indiener maakt bezwaar tegen de geplande locatie van de schaapskooi en stelt voor deze anders te situeren, zodat minder gevaar voor volksgezondheid optreedt bij eventuele uitbraken van ziektes. Reactie: De beoogde locatie van de schaapskooi voldoet aan de regels in normale situaties. Bij eventuele uitbraken van ziektes (uitzonderlijke situaties) biedt de beoogde locatie volgens de initiatiefnemers voldoende mogelijkheden om hiertegen beschermende maatregelen te nemen. Overigens is deze opmerking niet ruimtelijk relevant in het kader van de vaststelling van het bestemmingsplan. 8

9 5. Indiener maakt bezwaar tegen de manier waarop invalidenparkeerplaatsen worden gezien als minder-validenparkeerplaatsen, en daarmee een volledig verkeerd beeld wordt gemaakt. De parkeervoorziening moet herzien worden. Reactie: De inrichting van deze parkeerplaats voor invalidenparkeerplaatsen maakt geen onderdeel uit van dit bestemmingsplan, maar komt aan de orde bij de uitwerking van het Integraal Plan Havelte-Oost. Overigens wordt door de gemeente nog gewerkt aan een gemeentelijk parkeerbeleid, waarbij invalidenparkeerplaatsen ook betrokken worden. Er zal hierbij aandacht zijn voor de door indiener genoemde kanttekening. De benaming mindervalidenparkeerplaats is niet juist, de formele benaming is invalidenparkeerplaats. Waar eerder in de stukken minder-validenparkeerplaats is vermeld wordt invalidenparkeerplaats conform het Reglement verkeersregels en verkeerstekens bedoeld. In het bestemmingsplan zal de benaming van de parkeerplaatsen gewijzigd worden in invalidenparkeerplaatsen. 6. Indiener maakt bezwaar tegen de beoogde locatie van de nieuwe parkeerplaats bij de toegangspoort, zeker gezien invalidenparkeerplaatsen. De (minimaal 20) invalidenparkeerplaatsen moeten op kortere afstand van het vlinderparadijs gerealiseerd worden. Reactie: De huidige afstand van de dichtstbijzijnde parkeerplaats tot de hoofdingang van het Vlinderparadijs is 105 m, gedeeltelijk via een halfverhard schelpenpad. In het inrichtingsplan bedraagt deze afstand 160m, gesitueerd over een verhard voetgangersgebied. In dit plan moet de poort Holtingerveld echter als één geheel worden beschouwd met een aantal activiteiten waarvan de Vlindertuin er één is. De ingang van het recreatieterrein voor voetgangers is gelegen vlak naast het parkeerterrein, alwaar een aantal parkeerplaatsen zal worden ingericht als invalidenparkeerplaats. Deze parkeerplaatsen zijn zo gelegen dat de afstand tussen de parkeerplaatsen en de Poort Holtingerveld ongeveer 50m bedraagt. De Gehandicaptenraad verwijst in dit verband naar de ITS-richtlijnen die spreken over een afstand van 50m tot de entree. Aan deze richtlijnen wordt voldaan. Overigens staat het ondernemer vrij op eigen terrein zelf parkeerplaatsen te realiseren voor de eigen gasten. Hiervoor is een aanduiding op de bij het bestemmingsplan horende verbeelding aangegeven. Deze aanduiding brengt geen enkele verplichting mee voor indiener, maar biedt wel de mogelijkheden. 9

10 7. Indiener maakt bezwaar tegen de aanleg van de natuurlijke wand (gletsjerwal) om de volgende redenen: - door de hoogte ontstaat er meer geslotenheid dan openheid; - er is geen vrij uitzicht meer vanaf het terras van het Vlinderparadijs; - de hoogte van de wal veroorzaakt schaduw op het terras en in het restaurant in de winterperiode; - de wal betekent schade in omzetpotentie voor het Vlinderparadijs; - de wal is zo steil dat hij niet onderhouden kan worden; - door de helling is de wal gevaarlijk voor bezoekers; er zijn geen veiligheidsrisico berekeningen uitgevoerd en er worden geen veiligheidsmaatregelen getroffen. Reactie: De stuwwal met steilrand die zal worden aangelegd heeft een maximale hoogte van 3 meter bij de ingang van de toegangspoort en loopt geleidelijk af tot maaiveldniveau ter hoogte van de schaapskooi. Tegenover het vlinderparadijs zal de wal een hoogte hebben van ca. 1,5 a 2 meter. De wal is op meer dan voldoende afstand gelegen van de tuin van het vlinderparadijs (40m) om schaduwwerking te voorkomen. Het ophogen van gronden hoger dan 1,5 m kan alleen met een aanlegvergunning worden uitgevoerd. Het inrichtingsplan gaat uit van inrichting van de centrale ruimte die meer openheid heeft dan de huidige situatie. Zaken van inrichting en beheer vallen buiten het kader van het bestemmingsplan. Suggesties hiervoor, zoals veiligheidsaspecten, zullen daarin meegenomen worden. 8. Indiener maakt bezwaar tegen de inrichting van de lange muur om de volgende redenen: - de muur heeft een negatief effect op de gehele uitstraling van het vlinderparadijs en zal een potentiële omzetderving gaan genereren; - de muur geeft beperkingen voor het aanzien en inrichting van de terrastuin van het Vlinderparadijs en levert daarom potentiële omzetderving; - muur levert belemmeringen op voor de bereikbaarheid van het vlinderparadijs. Reactie: De bedoelde informatiewand (muur) maakt geen deel meer uit van de plannen. Het is nu de bedoeling alleen een zitrand aan te leggen over de hele lengte. De zitrand zal een hoogte van 60cm krijgen en heeft ook een beschermende functie voor het perceel van het Vlinderparadijs. De zitrand is een wezenlijk onderdeel van de opzet van de centrale ruimte. Bij de uitwerking van de inrichting zal uiteraard ook aandacht worden besteed aan de toegankelijkheid van het Vlinderparadijs.. 9. Indiener is van mening dat de horecafuncties beperkt moeten worden, dan wel tot een minimum teruggedrongen, zodat er geen onmogelijke concurrentiestrijd zal ontstaan. 10

11 Reactie: Hier is sprake van marktwerking. Het bestemmingsplan voorziet in de nieuwvestiging van dagrecreatieve bedrijvigheid, die aansluit bij de essentie oerlandschap, gekneed door ijs en oorlog. Daarbij wordt eveneens een informatie/educatievoorziening en laagdrempelige horeca beoogd. De functies moeten complementair aan elkaar zijn. Op dit moment is het horeca-aanbod bij het dagrecreatieterrein in relatie tot potentiële bezoekersaantallen onvoldoende ontwikkeld. Door de marktwerking zal een veelvoud van horeca en dus ongewenste concurrentie dan ook niet te verwachten zijn. Voor de horecamogelijkheid op de locatie van de gemeentewerf is al een extra voorwaarde opgenomen. De huidige onderneming aan de Van Helomaweg dient dan eerst de bestaande rechten t.a.v. het hotel/restaurant af te staan. 10. Indiener maakt bezwaar tegen de aanleg en inrichting van de slenk, wegens het te verwachten gebrek aan onderhoud, inrichting, maar ook beperkingen ten aanzien van kwaliteitsbeeld van de poort. De slenk dient niet ingericht en aangelegd te worden. Verder zal de veranderde waterhuishouding door de slenk problemen opleveren voor de inrichting en werking van de tuinen van het Vlinderparadijs. De waterhuishouding dient gelijk te blijven aan de huidige situatie, en de slenk dient niet te worden voorzien van watertoevoer, die de watertoevoer van het Vlinderparadijs zal schaden. Reactie: De slenk vormt juist onderdeel van het beoogde kwaliteitsniveau van de poort, waarbij de beleving van de bezoeker centraal staat. Onderhoud en beheer van de slenk zal worden meegenomen in het onderhoudsprogramma. De mening van indiener wordt niet gedeeld. De watertoevoer van de slenk kan in overleg met de gebruiker van de noordelijk gelegen percelen waar de schaapskooi komt worden geregeld. Eventueel kan een deel van het regenwater van het terrein van de schaapskooi naar de vlindertuin worden geleid. Het bestemmingsplan laat diverse opties open. De slenk zelf heeft geen drainerende werking. 11. Indiener maakt bezwaar tegen de inrichting van het geplooide maaiveld, omdat de keuze van inrichting en materiaalgebruik niet overeenkomt met de verwachtingen ten aanzien van bezoekersdruk. Het advies is om het maaiveld gewoon een graslandmaaiveld te laten blijven. Reactie: Er wordt een zonering in het terrein aangebracht. De slenk en het familiepad zullen intensief gebruikt worden. Het overige gedeelte van het terrein is wel toegankelijk, maar zal minder benut worden. Ook hier geldt dat de bijzondere inrichting bijdraagt aan beleving van de (te verwachten) bezoekers. Zie het gestelde in punt

12 12. Indiener maakt bezwaar tegen de inrichting van het centrale voetpad, wegens het gebruik van functie van deze, de oriëntatie en richting. Het pad dient niet te worden aangelegd. Reactie: Naast het voetpad, dat zich centraal door de slenk en de gletsjerwal snijdt en uitkomt bij de schaapskooi en de uitkijktoren, is er een breed verhard slingerend pad opgenomen in de inrichting dat vanaf de poort leidt langs het Vlinderparadijs naar de schaapskooi. Het vormt daarmee een lus over het terrein van de poort. Indiener wordt dus niet gehinderd door het beoogde voetpad. 13. Indiener is van mening dat het familiepad niet aangelegd moet worden omdat deze niet het doel zal krijgen wat er mee wordt beoogd. Reactie: In het rapport De conceptinrichting van het Dagrecreatief Recreatieve Steunpunt (2009) is vastgesteld dat een familiepad beoogt tegemoet te komen aan de wens van veel recreanten om nabij een dagrecreatieve voorziening (schaapskooi/vlinderparadijs) een ommetje te maken langs verschillende onderdelen van de poort. Het ommetje is laagdrempelig en goed toegankelijk. 14. Indiener geeft aan dat de visie van het vlinderparadijs is om geen evenementen te organiseren, of meer ruimte geven aan evenementen die geen raakvlak hebben met de kreten oerlandschap, ijs en oorlog. Reactie: De reactie wordt voor kennisgeving aangenomen. De keus is gemaakt voor het aanleggen van een evenemententerrein waar evenementen zijn toegestaan die passen bij de schaal en karakter van de toegangspoort. De lijst met evenementen zoals is opgenomen in de bijlage is breed en niet uitputtend en biedt ruimte voor eventuele andere evenementen, mits passend. 15. Indiener is van mening dat er geen evenementen georganiseerd moeten worden, of evenementen die geen beperkingen hebben ten aanzien van bezoekersaantallen, vaste dagen of andere. 12

13 Reactie: Zie ook de reactie onder 14. De evenementen zijn bedoeld om een breder publiek naar de poort te trekken die ook weer herhaalbezoeken zullen plegen. Het bestemmingsplan voorziet in de randvoorwaarden voor passende bedrijvigheid en activiteiten. Vanuit dit oogpunt vinden wij de beperkingen op zijn plaats. De gemeente Westerveld heeft in (het concept van) de Algemene Plaatselijke Verordening 2010 (APV) het houden van evenementen wat betreft het onderdeel geluid- en lichthinder niet opgenomen. In de APV is opgenomen onder welke voorwaarden onversterkte muziek in inrichtingen kan worden gemaakt en een vergunning van de burgemeester benodigd is. 16. Indiener maakt bezwaar tegen de aanleg, inrichting en eventuele ingebruikname van het evenemententerrein. De locatie is sterk onderhevig aan veiligheid en andere risico s. Deze risico s zijn niet onderzocht en uitgewerkt. Wegens het gebrek aan deze onderzoeken vraagt een dergelijk terrein om (levensgevaarlijke) problemen, en mag daarmee niet worden aangelegd. Reactie: Wanneer hier gedoeld wordt op explosieven kan aangegeven worden dat dit is onderzocht en verder wordt uitgewerkt. Het gebruik als evenemententerrein leidt niet tot grotere risico s dan het huidig gebruik als dagrecreatieterrein en is ons inziens aanvaardbaar. 17. Indiener maakt bezwaar tegen de aanleg, inrichting en eventuele ingebruikname van het evenemententerrein met het oog op het geluidsniveau. Wegens gebrek aan mogelijke handhaving van geluidsniveaus, en onder normale omstandigheden, het overtreden van geluidsniveaus, mag het terrein niet worden aangelegd en in gebruik genomen. De geluidsniveaus moeten ook aangepast worden aan de terreinen van het Vlinderparadijs om de daar aanwezige dieren te beschermen. Reactie: De evenementen zullen een kleinschalig karakter hebben zonder forse uitstraling van licht en geluid naar de omgeving. Het gaat om maximaal 10 evenementen per jaar, verspreid over maximaal 20 dagen. Deze evenementen worden in het algemeen gehouden in de periode mei tot en met september. De aanvangs- en sluitingstijden van de evenementen liggen over het algemeen tussen 9.00 en uur. Het maximaal aantal bezoekers bedraagt bezoekers per dag. Voor (geluids)overlast van evenementen bestaat geen landelijke regelgeving. De regelgeving daarvan is overgelaten aan de gemeenten. De gemeente Westerveld heeft echter in de Algemene Plaatselijke Verordening 2010 (APV) het houden van evenementen wat betreft het onderdeel geluid- en lichthinder niet opgenomen. 13

14 Voor het inkaderen van de beoogde evenementen is daarom aangesloten bij de APV. In de APV is opgenomen onder welke voorwaarden onversterkte muziek in inrichtingen kan worden gemaakt en een vergunning van de burgemeester benodigd is. Daarbij wordt verwezen naar artikel 2.18 van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit). Op grond van dit artikel zijn door de gemeente voor genoemde activiteiten de volgende geluidsniveaus op de gevel van geluidgevoelige gebouwen vastgesteld. Vastgestelde geluidsniveaus geluidgevoelige gebouwen type geluidsniveau u u L Ar,LT op de gevel (langtijdgemiddelde db(a) db(a) beoordelingsniveau) L A max op de gevel (maximaal geluidsniveau) db(a) db(a) u 40 db(a) 60 db(a) Uit de tabel blijkt dat er sprake van twee typen geluidsniveaus, het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (L Ar,LT ) en het maximaal geluidsniveau (L A max). Het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau is het gemiddelde van de afwisselende niveaus van het ter plaatse optredende geluid, gemeten in de loop van een bepaalde periode. Dit mag in de dagperiode de 50 db(a), in de avondperiode de 45 db(a) en in de nachtperiode de 40 db(a) niet overschrijden. Overdag is dit geluidsniveau te vergelijken met licht autoverkeer op 30 m, eigen kantoorkamer, regen, koelkast. Het maximaal geluidniveau is het hoogste geluidsniveau gemeten in het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau. Dit maximale geluidsniveau mag in de dagperiode de 70 db(a), in de avondperiode de 65 db(a) en in de nachtperiode de 60 db(a) niet overschrijden. Deze pieken in de dag- en avond- en nachtperiode kunnen bijvoorbeeld worden veroorzaakt door het dichtslaan van autoportieren. Naast het evenemententerrein ligt een natuurgebied op relatief korte afstand (220 m). Voor vogels zijn geen grenswaarden vastgesteld. Bij dieren is vooral onderzoek naar broedvogels gedaan. Daaruit blijkt dat voor veel vogelsoorten potentiële broedgebieden minder aantrekkelijk worden wanneer het geluidsniveau boven een bepaalde drempelwaarde (40-45 db(a)) uitkomt (Reijnen, ). Als de grenswaarde voor vogels wordt daarom aangehouden 1 Reijnen, M.J.S.M., R. Foppen & H. Meeuwsen, The effects of traffic on the density of breeding birds in Dutch agricultural grasslands. 14

15 43 db(a) en zal ten tijde van de evenementen ter hoogte van kwetsbare natuurwaarden niet overschreden mogen worden. In zijn totaliteit is hierbij natuurgebied maatgevend. Als op 220 m het geluidsniveau vanwege het evenemententerrein niet hoger mag zijn dan 43 db(a)zal de woning Van Helomaweg nr. 45 gelegen op 115 m van de grens van het evenemententerrein een geluidsbelasting van minder dan 50 db(a) kennen. Het Vlinderparadijs blijkt daarbij niet maatgevend te zijn in dit kader. De winkel en het restaurant zijn geen geluidgevoelige objecten in de zin van de Wet geluidhinder. Ook ten aanzien van de vlindertuin als vorm van dierentuin moet worden vastgesteld dat deze geen geluidgevoelig object is in de zin van de Wet geluidhinder. Zowel in de Wet gezondheids- en welzijnseisen als in de Wet op de Dierenbescherming als in het Dierentuinenbesluit zijn geen eisen opgenomen ten aanzien van geluid. Bij het afgeven van een evenementenvergunning zal zowel voorafgaand als tijdens de evenementen getoetst kunnen worden aan de geluidsnorm. 18. Indiener maakt bezwaar tegen de aanleg, inrichting en eventuele ingebruikname van speelvoorzieningen. Er zijn geen veiligheidsonderzoeken gedaan, risicoberekeningen, onderhoudprogramma s of meer uitgevoerd. Daarmee zijn de risico s van de speeltoestellen dermate groot, dat ze niet mogen worden aangelegd. Reactie: Het bestemmingsplan en inrichtingsplan voorzien niet in een inrichting van het terrein met speelvoorzieningen. Het plan biedt mogelijkheden voor spelaanleiding. Speelvoorzieningen zijn een zaak van de ondernemers. Bij het eventueel plaatsen van speelvoorzieningen moet uiteraard rekening worden gehouden met de daarvoor geldende wettelijke normen. 19. Indiener geeft aan dat er in de plannen geen rekening is gehouden met het stallen van motoren, fietsen en brommers. De inrichting van de entree vraagt om problemen. Het is beter de entree te herzien en te verdelen in meerdere entreemogelijkheden voor bezoek, leverantie en calamiteiten. Reactie: Het ontwerp biedt ruimte voor fietsenstalling bij de ingang van het terrein (groene driehoek). De entree van het terrein is gescheiden voor gemotoriseerd (auto s en bussen) en niet-gemotoriseerd (fietsers, voetgangers, aanvoer OV) verkeer. De aansluiting op de Van Helomaweg is zodanig ontworpen dat vanaf de poort voldoende zicht is op doorgaand verkeer 15

16 enerzijds en voor doorgaand verkeer anderzijds op de in- en uitrit van de poort. Over de aanpassingen aan de Van Helomaweg is nader overleg gevoerd met de wegbeheerder, de provincie Drenthe. Bij de op handen zijnde herinrichting van de Van Helomaweg door de provincie zal de situering van de entree wat betreft de zichtbaarheid en de verkeersveiligheid nadrukkelijk aandacht hebben. 20. Indiener maakt bezwaar tegen de aanleg en inrichting van de interne ontsluiting. De verkeersdruk van deze ontsluiting zal dermate toenemen, dat de beoogde manier van inrichting zal leiden tot problemen. Er dient een duidelijke, goede ontsluiting voor toevoer van leveranciers en andere te worden gerealiseerd. Reactie: Op basis van de informatie die de ondernemers en de beheerders van de schaapskooi hebben aangeleverd is de bevoorrading geschat op 10 tot maximaal 15 vervoersbewegingen per dag (zie bijlage 3 bij het bestemmingsplan). Mocht dit bij bijzondere evenementen tot knelpunten leiden dan kan in overleg met leveranciers een bepaalde tijd worden afgesproken. Het terrein is zo ontworpen dat een beperkt aantal vervoersbewegingen niet tot verkeersproblemen leidt. Gemotoriseerd bevoorradingsverkeer heeft alleen toegang mits stapvoets gereden wordt. De verharding van de centrale as heeft een zodanige breedte dat voldoende ruimte is voor een bestelbusje en voetgangers, al dan niet met wandelwagen of rolstoelen. Overigens bestaat de mogelijkheid dat het vrachtverkeer van en naar de schaapskooi van de bestaande aansluiting op de Van Helomaweg gebruik maakt. 21. De visie van indiener is dat het plan niet overeenkomstig de natuurdoelstellingen is en daarom herzien dient te worden. Reactie: Deze mening van de indiener wordt door ons niet gedeeld. Natuurdoelstellingen zijn van toepassing op het achterliggende natuurgebied dat deel uitmaakt van het Natura gebied. Dit plan valt gedeeltelijk daarbuiten. Alleen het terrein van de schaapskooi valt binnen de begrenzing van het Natura 2000-gebied. In de voortoets is onderzocht of er sprake is van significante negatieve effecten op de natuurwaarden. Overigens is de aanleiding van het plan het herstel van de meest kwetsbare waarden van het Natura 2000-gebied Havelterberg. 22. De visie van indiener is het herzien van routes tussen poort en hunebedden om een goede verbinding te krijgen tot de hunebedden. 16

17 Reactie: Dit maakt onderdeel uit van het uitvoeringsprogramma Havelte-Oost en is inderdaad een punt van aandacht. In de reactie onder 2.1. en de bij deze reactienota gevoegde notitie verbinding tussen poort en Hunebedden is hier uitvoerig bij stilgestaan. De gemeente zal zich sterk maken voor een goede, toegankelijke verbinding tussen hunebedden en toegangspoort. 23. Indiener is van mening dat het parkeerbeleid ten aanzien van de Hunebeddenweg en de relatie met de parkeervoorzieningen van de poort moet worden herzien. Ook is hij van mening dat de manieren van bereikbaarheid van de hunebedden in relatie met het parkeren bij de hunebedden herzien moeten worden. Reactie: Het betreft de maatregelen op en rond de Hunebeddenweg. Voor de beantwoording van deze zienswijze wordt verwezen naar het gestelde onder 2.1 van de reactienota en de notitie over verbinding tussen de Poort en de hunebedden die als bijlage bij deze reactienota zienswijzen is gevoegd. 24. Indiener maakt bezwaar tegen elke vorm van overnachtingsmogelijkheid op het terrein van de gemeentewerf, met het oog op risico en calamiteiten. Er ontbreekt een noodzaak tot het mogelijk maken van een dergelijke voorziening, en met het advies van de Hulpverleningsdienst Drenthe betekent dat er uit veiligheidsoverwegingen geen overnachtingvoorziening mag worden gesitueerd. Reactie: Het gebruik als gemeentewerf zal in de nabije toekomst worden beëindigd. Gezien het huidige gebruik is een nieuwe bestemming met bebouwing en bedrijfsmatige activiteit mogelijk. De locatie is qua omvang en ligging erg geschikt om te ontwikkelen als satelliet voor de poort. Landschappelijk gezien is er ruimte voor een omvangrijker bouwwerk dan in het centrale deel van het poortgebied. Een dergelijk bouwwerk zou qua functie dienst kunnen doen als hotel-restaurant, of een dagrecreatieve slechtweervoorziening. Wij zijn al meerdere malen benaderd door recreatieondernemers voor informatie over het mogelijke gebruik van deze plek. De aanwezigheid van de gasleiding en het gasontvangststation vormen naar onze mening een aanvaardbaar risico, zoals wij uiteen zetten in de verantwoording groepsrisico externe veiligheid. Door aanvullende maatregelen voor te stellen komen we tegemoet aan het advies van de Hulpverleningsdienst Drenthe. Inmiddels is met de Hulpverleningsdienst Drenthe en de Gasunie overeenstemming bereikt over welke maatregelen passend zijn. Deze vallen binnen de omschrijving zoals gegeven in onze verantwoording groepsrisico, en vormen slechts een geringe beperking van het gebruik van het perceel. 17

18 25. Indiener maakt bezwaar tegen de beoogde kaalslag, vernietiging van leven, bomen, miniecosystemen en aanverwant. De effecten op de omgeving zullen dermate drastisch zijn, dat dit grote schade aan de natuur zal aanbrengen, en daarmee niet mogen worden gerealiseerd. Beter is het rustig veranderen, waarbij met name grote bomen en andere belangrijke bosschages moeten blijven bestaan. Reactie: Deze maatregelen maken deel uit van de uitvoering, niet van het bestemmingsplan. Bij de terreininrichting zal deze suggestie worden meegenomen. De toegangspoort zal worden beplant met gebiedseigen vegetatie in aansluiting op de essentie van het gebied. Ten behoeve van enkele onderdelen (schaapskooi, gletsjerwal) zal de relatief recent aangebrachte beplanting worden vervangen. Voor het overige zal in principe de bestaande beplanting worden gehandhaafd. Het ontwerp is tot stand gekomen in overleg met terreinbeheerders van omliggende natuurterreinen. 26. Indiener maakt bezwaar tegen de werkwijze van de gemeente ten aanzien van explosieven op het terrein. Er had meer in één keer moeten worden gedaan, en daarmee ontstaat schade voor het vlinderparadijs. De schade diende te worden voorkomen, maar dient nu te worden verhaald, als deze gaat voorkomen. Reactie: Het explosievenonderzoek wordt uit overwegingen van kosten en efficiëntie in 2 fasen uitgevoerd. Hierdoor kan een methode worden gebruikt die minder kostbaar en minder tijdrovend is. Als het onderzoek in één keer zou worden uitgevoerd volgens een andere methode zou dit betekenen dat het gebied langduriger zou moeten worden afgesloten voor publiek. Indiener heeft eerder aangegeven dat het voor zijn bedrijf geen probleem is als de identificatie van objecten (waarbij het bedrijf uit veiligheidsoverwegingen gesloten moet worden) ingepland wordt in de maand november. Hiermee wordt rekening gehouden bij de planning van de eerste identificatiedag. Ook de planning van de tweede dag zal in overleg met indiener en zo mogelijk in een rustige periode plaatsvinden. In geval van schade zal dat uiteraard moeten worden aangetoond en zijn daartoe de bekende regelingen toegankelijk. 27. Indiener maakt bezwaar tegen de regels van artikel 8, waarbij eisen kunnen worden gesteld. Deze eisen dienen te vervallen. Reactie: Het betreft hier de nadere eisen die zijn opgenomen in artikel

19 Artikel 3.6 lid 1 Wet ruimtelijke ordening bepaalt dat burgemeester en wethouders bevoegd zijn ten aanzien van in het plan omschreven onderwerp of onderdelen nadere eisen te stellen. Deze bevoegdheid kan worden gebruikt om op een later tijdstip dan bij de totstandkoming van het bestemmingsplan te bezien of op bepaalde onderwerpen of onderdelen een nadere eis in een concreet geval noodzakelijk is en hoe de nadere eis dient te worden gesteld. Voor de ruimtelijke kwaliteit van het gebied is het nodig nadere eisen te kunnen stellen bij bouwvergunningen om te voldoen aan de kwaliteit van het gebied. Als er gebruik gemaakt gaat worden van het stellen van nadere eisen, worden belanghebbenden bij de voorbereiding ervan betrokken door in de gelegenheid te worden gesteld om zienswijzen ten aanzien van de nadere eis naar voren te brengen. De beslissing omtrent het stellen van nadere eisen is een voor bezwaar en beroep vatbaar besluit. 28. Indiener maakt bezwaar tegen artikel 8.6 (aanlegvergunning) waarbij hoogten tot een maximum worden beperkt. Deze hoogten moeten worden gewijzigd. Reactie: Het aanlegvergunningenstelsel is bewust ingevoegd om overzicht te houden op de grondwerken met als doel ophogingen te realiseren. Voorop staat de ruimtelijke en functionele kwaliteit van de Toegangspoort en de ruimtelijke doelstellingen zoals die ook in de regels zijn vastgelegd. 29. Indiener maakt bezwaar tegen artikel 12.2 (aanlegvergunning) waarbij telkens een aanlegvergunning moet worden aangevraagd. Deze regels zijn ontoepasbaar en hebben verder geen enkel nut, en dienen daarom geschrapt te worden. Reactie: Het aanlegvergunningenstelsel is bewust in artikel 12.2 ingevoegd om de archeologische en aardkundige waarden te beschermen. Overigens is dit een wettelijk voorschrift. 30. Indiener maakt bezwaar tegen aanleg van de poort. Deze zal onherroepelijk inkomstenderving met zich meebrengen. Deze inkomstenderving kan dermate groot zijn, dat dit tot financiële problemen kan leiden voor het vlinderparadijs. Het advies is om dit te voorkomen, door financiële tegemoetkoming te gaan geven, dan wel de aanleg te stoppen, of de poort zo in te richten dat er bij de aanleg geen overlast zal ontstaan. 19

20 Reactie: Bij de uitvoering wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de belangen van indiener. Indiener verwacht schade door de aanleg. Hieraan zal tegemoet worden gekomen door een zorgvuldige planning en wellicht tijdelijke voorzieningen. Hierover zal goed overleg met indiener plaatsvinden. Overigens kan indiener, op het moment dat het bestemmingsplan onherroepelijk is geworden, een verzoek om planschade conform artikel 6.1 van de Wet ruimtelijke ordening indienen. Indiener maakt met zijn zienswijzen in feite bezwaar tegen de aanleg van de toegangspoort als geheel. Er is aantoonbaar en veel geïnvesteerd in overleg met indiener, om tot overeenstemming te komen over de inpassing van zijn bedrijf in het concept van de toegangspoort. Hierbij was één van de besproken opties dat indiener een prominente bijdrage zou leveren aan de vormgeving van de beeldbepalende gevel voor het ontvangstgebouw of centrale balie (de zogenaamde lange muur). Indiener heeft aangegeven hier niet voor te voelen en weinig of geen belangstelling te hebben voor het zoeken van aansluiting op de nieuwe toegangspoort. Voor de gemeente is dit reden geweest om de poort zodanig te ontwerpen dat zowel de plannen van indiener als de ambitie voor de toegangspoort kunnen worden gerealiseerd. Dit betekent echter niet dat de toegangspoort volledig kan worden aangepast aan de wensen van indiener. Indiener is pachter van een deel van het dagrecreatieterrein, en het is niet redelijk dat hij volledige zeggenschap eist over het overige, veel omvangrijkere terreindeel. Het concept van de toegangspoort vraagt om een beeldbepalende gevel grenzend aan het voorplein. Nu indiener heeft aangegeven deze niet te willen realiseren wil de gemeente ruimte bieden aan een andere initiatiefnemer om dit alsnog te doen. Dit betekent inderdaad dat het gebouw van het vlinderparadijs vanaf het voorplein minder goed zichtbaar zal zijn. Dit hoeft naar de mening van de gemeente niet te betekenen dat dit negatieve gevolgen zal hebben voor de bedrijfsvoering van indiener. Integendeel, de gemeente is van mening dat indiener in hoge mate zal profiteren van de kwaliteitsverbetering van de voorzieningen en een toename van bezoekersaantallen. 2.8 Zienswijze nr. 10/ Indiener heeft bezwaar tegen de stelling onder van de toelichting van het ontwerpbestemmingsplan dat het uit een oogpunt van verkeersveiligheid een goede zaak is de parkeerstroken voor het theehuis op te heffen. De stroken zijn in overleg met de provincie juist uit een oogpunt van verkeersveiligheid aangebracht. De verkeersintensiteit en de situatie zijn sindsdien niet noemenswaardig veranderd. Bovendien heeft het theehuis in aanzienlijke mate financieel bijgedragen in de kosten van de aanleg. Het betreft overigens niet 10 parkeerplaatsen, maar bijna het dubbele. Reactie: In de toelichting van het bestemmingsplan wordt melding gemaakt van de relatie tussen dit plan en het voornemen om de parkeerplaatsen langs de Van Helomaweg op te heffen. Deze zinsnede is overgenomen uit het Integraal Plan Havelte-Oost. De intentie van het 20

21 integraal plan is om de verkeersveiligheid ter plaatse te bevorderen. De beoogde verwijdering van parkeerplaatsen langs de Van Helomaweg moet in dat licht worden gezien en is geen doel op zich. Deze activiteiten zullen in het kader van het uitvoeringsplan van het Integraal Plan Havelte-Oost ter hand worden genomen, waarbij de wegbeheerder (provincie) en de belangen van indiener bij de uitwerking van het Integraal Plan betrokken zullen worden. 2. Indiener geeft aan dat zij door de afsluiting van de Hunebeddenweg en het niet aanleggen van parkeerplaatsen in de directe omgeving zeer in hun belangen worden geschaad. De mensen die niet dichtbij de hunebedden kunnen parkeren zullen niet meer bij het theehuis komen. Hierbij is de afstand van een wandeling naar de hunebedden en weer terug naar de toegangspoort meer dan meter. Bovendien is het pad over de berg moeilijk geschikt te maken voor de betreffende doelgroepen. Reactie: Het betreft de maatregelen op en rond de Hunebeddenweg. Voor de beantwoording van deze zienswijze wordt verwezen naar het gestelde onder 2.1 van de reactienota en de notitie over verbinding tussen de Poort en de hunebedden die als bijlage bij deze reactienota zienswijzen is gevoegd. In de toelichting is uitgebreid ingegaan op de parkeerproblematiek van Theehuis t Hunebed. Om het huidige parkeerprobleem (te geringe capaciteit) op te lossen, is in het bestemmingsplan geregeld dat het perceel weiland aan de overzijde van de Schierbosweg opnieuw kan worden gebruikt voor parkeren. In het verleden is dit perceel ook reeds hiervoor gebruikt. Uit de parkeerbehoefteberekening voor het theehuis en de beoogde uitbreiding van het theehuis is vastgesteld dat dit de parkeerbehoefte dekt. Er is daarbij geen sprake van een zodanige overcapaciteit dat er een ongewenste verschuiving plaatsvindt van bezoekers aan de hunebedden die hier hun auto s kunnen gaan stallen. In de toelichting is ingegaan op de lengte van de wandelroute van de poort naar de hunebedden. Daarbij is aangetoond dat deze lengte een normale lengte voor een wandeling is. Omdat het theehuis ter hoogte van de hunebedden is gelegen biedt het met de nodige verwijzingen een goede gelegenheid hier een tussenstop te maken. Overigens kan indiener, op het moment dat het bestemmingsplan onherroepelijk is geworden, een verzoek om planschade conform artikel 6.1 van de Wet ruimtelijke ordening indienen. 3. Indiener stelt dat op geen enkele wijze is aangetoond dat er behoefte is aan nog meer laagdrempelige horeca. In deze moeilijke tijden moet het de bestaande ondernemers niet nog moeilijker gemaakt worden. 21