De Gedragsobservatieschaal voor de Intramurale Psychogeriatrie (GIP) en de klinische diagnose; een vergelijking met de BOP en NOSIE-30
|
|
- Suzanna Jonker
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 De Gedragsobservatieschaal voor de Intramurale Psychogeriatrie (GIP) en de klinische diagnose; een vergelijking met de BOP en NOSIE-30 de fonghe, M.G. Kat, W.P.T.J. Rottier en R. de Reus* Samenvatting Met stapsgewijze discriminantanalyse is nagegaan wat de bijdrage is van de verpleegkundige observatieschaal GIP aan het verklaren van de variantie in diagnostische classificatie gebaseerd op de DSM-III-R onderverdeeld in vier hoofdgroepen. De GIP werd vergeleken met de reeds langer bestaande BOP en NOSIE-30 op een opname-afdeling voor ouderen van een psychiatrisch ziekenhuis. Indeling volgens de GIP kwam sterk overeen met de klinische diagnose. Tweehonderd en tien patiënten met een dementiesyndroom, een andere psycho-organische stoornis, schizofrenie of stemmingsstoornis werden over het geheel genomen in 85,7% van de gevallen juist geclassificeerd, tegenover 74,3% en 72,8% met de BOP en NOSIE-30. Tevens was er een significante en redelijk exclusieve samenhang tussen de GIP-subschalen en de ernst van dementie en depressie volgens het oordeel van de behandelend arts. De oorspronkelijke psychiatrische GIP-normen die gebaseerd zijn op een chronische-patiëntenpopulatie, worden echter als ontoereikend beoordeeld voor het beschrijven van nieuw opgenomen gerontopsychiatrische patiënten. Summary: The Duth Behaviour Rating scale for Psychogeriatric Inpatients (GIF) and clinical diagnosis: a comparison with the BOP and NOSIE-30. Using a stepwise disctiminant analysis we examined the Dutch observational ward behaviour scale GIP in relation to DSM-III-R dassification. The GIP was compared to older rating-scales like the BOP and NOSIE-30 in a psychiatric observation clinic for the elderly. Nurses' observations based on the GIP are highly related to clinical diagnosis. Two hundred and ten patients with a dementia syndrome, other organic mental disorders, schizofrenia or mood disorders are correctly classified in 85,7% of the cases, con"- pared to 74,3% and 72,8% with the BOP and NOSIE-30. GIP subscales were also significantly and exclusively correlated with severity of dementia and depression. However, the original GIP norms, based on observation in a chronic psychiatric population, are inadequate for the description of newly admitted elderly psychiatric patients. Trefwoorden: dementie, gerontopsychiatrie, ouderen, GIP, BOP, NOSIE-30, discriminantanalyse, normen. Tijdschr Gerontol Geriatr 1995; 26:24-9 * Resp. Neuropsycholoog, psychiater, verpleeghuisarts en psychiater Psychiatrisch Centrum Vogelenzang Ben nebroek Inleiding Multidisciplinaire diagnostiek bij gedragsstoornissen van ouderen is een belangrijke functie van een geriatrische opname-afdeling van het algemeen psychiatrisch ziekenhuis (GAPZ). Sommige symptomen of gedragsproblemen zijn min of meer kenmerkend voor een psychiatrische stoornis, terwijl andere wijzen op een psycho-organisch beeld. Ook kunnen aspecifieke symptomen optreden, zoals een sombere stemming, die voorkomen bij meerdere syndromen. De diagnostiek richt zich op het vinden van samenhang in de veelheid aan symptomen, zodat adequaat behandeld en verwezen kan worden. In het klinisch onderzoek naar gedragsstoornissen bij ouderen worden onder andere observatieschalen toegepast. Deze meetinstrumenten zijn veelal ontwikkeld voor het gebruik door verpleegkundigen. Enkele voorbeelden hiervan zijn de Gedragsobservatieschaal voor de Intramurale Psychogeriatrie (GIP), de Beoordelingsschaal Oudere Patiënten (BOP) en de Nurses' Observation Scale for Inpatient Evaluation (NOSIE-30).1-3 Behalve voor een goede schatting van de ernst van bepaalde gedragsstoornissen, is het van belang te weten of het patroon van geobserveerde gedragingen samenhangt met de klinische diagnose. De mate waarin dit het geval is, bepaalt mede het onderscheidend vermogen van een observatieschaal. Deze relatie is onder meer onderzocht voor de veelvuldig toegepaste BOP.4 Beoordeling met de BOP-subschalen in een psychiatrische opnamekliniek voorspelde voor 71% van de patiënten correct de ontslagdiagnose.5 De nauwkeurigheid voor de categorie dementie was hierbij echter relatief laag (56% correct). Patiënten in somatische en psychogeriatrische verpleeghuizen konden zeer goed worden onderscheiden met behulp van discriminantanalyse in een grootschalig onderzoek waarbij afzonderlijke BOP-items werden gebruikt.' Hoe de in 1987 gepubliceerde GIP zich verhoudt tot de klinische diagnose is vooralsnog onduidelijk. Enkele validiteitsaspecten van de GIP zijn onderzocht in twee studies naar de samenhang met de Cognitieve Screeningstest,7 een korte psychologische test en de beoordelingsschalen BOP en NOSIE-30.' In beide onderzoeken zijn Tijdschr Gerontol Geriatr 1995;
2 geen diagnostische gegevens vermeld. Evaluatie van de samenhang met de klinische diagnose zou het onderscheidend vermogen en daarmee de waarde van de GIF als diagnostisch instrument, nader kunnen onderbouwen. De GIF is oorspronkelijk onderzocht in psychogeriatrische verpleeghuizen en afdelingen voor langdurig verblijf van het psychiatrisch ziekenhuis.' De Commissie Testaangelegenheden Nederland van het Nederlands Instituut van Psychologen beoordeelde de normering als onvoldoende.9 Het is de vraag of de gedragsproblematiek van gerontopsychiatrische patiënten, die voor het eerst worden opgenomen, adequaat wordt beschreven met de bestaande normen voor de psychiatrie. Naar verwachting onderscheiden zij zich van een chronische verblijfspopulatie. Tegen deze achtergrond hebben wij de GIF vergeleken met de klinische diagnose in een psychiatrische opname-afdeling en zijn de gegevens afgezet tegen de normen uit de handleiding. Methode Het onderzoek vond plaats in het Multi Functioneel Centrum Duinoord van Psychiatrisch Centrum Vogelenzang. MFC Duinoord beschikt over observatie- en kortdurende-behandelafdelingen voor oudere patiënten met psycho-organische en psychiatrische stoornissen. In de periode van september 1992 tot november 1993 werden alle patiënten die voor het eerst op de afdeling werden opgenomen beoordeeld door de verpleegkundig contactpersoon met behulp van de GIF, BOF en NOSIE-30, met dien verstande, dat de BOF op de gerontopsychiatrische onderafdeling om logistieke redenen aselect bij twee op de drie patiënten werd gescoord. Zo zijn de GIF en NOSIE maal ingevuld en de BOP 181 maal. De observaties betreffen onder andere de patiënten waarover recent is gerapporteerd.8 De periode waarin gegevens zijn verzameld is enigszins verlengd t.o.v. eerder onderzoek gezien de diversiteit in klinische diagnoses en ter vermijding van een te klein aantal observaties. Op het moment van afronding van de diagnostische fase werden de verpleegkundige observatie-schalen ingevuld: gemiddeld 38,7 dagen na opname, standaarddeviatie 21,2. De GIF geeft de inschatting van verpleegkundigen weer over de ernst van bepaalde stoornissen. Om deze te kunnen vergelijken met het oordeel van de clinicus gaf de behandelend arts een globaal oordeel over de ernst van dementie en depressie. Dit gebeurde voor alle patiënten aangezien de ontslagdiagnose nog niet vaststond op het moment van beoordeling en omdat zowel cognitieve als stemmingsstoornissen kunnen voorkomen bij patiënten met verschillende diagnoses. Bij ontslag van de patiënt, meestal enkele weken na de observatieperiode, werd de classificatie volgens diagnostische criteria in termen van de DSM-III-R1 verkregen uit de ontslagbrief aan de verwijzer. De diagnose komt tot stand na een intensieve observatieperiode waarbij meerdere disciplines zijn betrokken. De behandelend arts, eindverantwoordelijke voor de diagnose, was niet op de hoogte van de scores op de verpleegkundige beoordelingsschalen. De verpleegkundigen beoordeelden de patiënt voordat de ontslagdiagnose werd geformuleerd. De verscheidenheid aan DSM-III-R classificaties werd, om redenen van overzichtelijkheid, in eerste instantie teruggebracht tot tien groepen (zie tabel 1). Vervolgens werden deze ingedeeld in vier hoofdcategorieën (zie tabel 2) die van belang zijn ik' een GAPZ uit oogpunt van diagnostiek, behandeling en verwijzing, namelijk: 1. dementie- Tabel 1. Biografische gegevens, ernst van dementie en depressie en DSM-III-R classificatie (n=212). (Biografic data, severity of dementia and depression and DSM-III-R classification (n=212).) DSM-Ill-R: Leeftijd M SD Man/ vrouw abs. N % Ernst dementie Ernst depressie (S)DAT/dementie 88,3 7,6 36/ ,5 3 (1-4) 1 (0-3) MID 76,8 8,5 1/4 5 2,4 2 (2-4) 2 (0-3) Delier 72,0 10,3 4/2 6 2,8 1,5 (0-2) 0 (0-3) Amnestisch syndroom 81,9 4,7 1/3 4 1,9 1,5 (1-3) 2 (0-3) Psycho-organische st. n.a.o.* 76,1 10,1 10/ ,4 1 (0-4) 1 (0-3) Korsakow 59,9 0/1 1 0,5 1 2 Schizofrenie/psychose 75,9 7,9 3/ ,8 0 (0-3) 0 (0-4) Stemmingsstoornis 74,4 6,6 9/ ,5 0 (0-2) 3 (0-4) Aanpassingsst. /V-codes 71,0 7,5 0/9 9 4,2 0 (0-1) 1 (0-3) Uitgestelde diagnose 70,1 4,5 1/1 2 0,9 1,5 (0-3) 1,5 (0-3) Totaal 77,5 8,4 65/ (0-4) 1 (0-4) SD: standaard deviatie, Ernst van dementie/depressie: mediane score (range). *: Psycho-organische stoornis niet anders omschreven (code 29480) Tijdschr Gerontol Geriatr 1995; 26
3 syndromen (bestaande uit (S)DAT/ dementie/ MID), 2, andere psycho-organische stoornissen (delier, amnestisch syndroom, psycho-organische stoornis n.a.o. en Korsakow), 3. schizofrenie/psychose en ten slotte 4. stemmingsstoornissen (inclusief aanpassingsstoornissen/v-codes). Om de gegevens van de onderzochte psychiatrische patiënten te kunnen vergelijken met de GIP-normen voor de psychiatrie,' zijn de GIP-scores van de groepen drie en vier samengevoegd (n=84). Vervolgens zijn verschillen tussen deze en de GIPnormeringspopulatie onderzocht met de t-toets voor onafhankelijke steekproeven. De gegevens zijn verder onderzocht met behulp van stapsgewijze discriminantanalyse (Wilks). In discriminantanalyse worden gewichten toegekend aan onafhankelijke variabelen in één of meer zogenaamde discriminantfuncties, waarmee de classificatie van personen in groepen wordt voorspeld. De instrumenten De gedragsobservatieschalen GIP (82 items), BOP (35) en NOSIE-30 (30) kennen een variërend aantal subschalen die betrekking hebben op affectieve, cognitieve en gedrags-aspecten van het functioneren. Voor een uitgebreide bespreking van de instrumenten wordt verwezen naar recent onderzoek waarin deze zijn vergeleken.8 De ernst van dementie en depressie werd beoordeeld op twee vijfpuntsschalen uit de Nederlandse versie van de Cambridge Examination for Mental Disorders of the Elderly (CAMDEX-N)." De ernst-van-dementie- schaal kende een uitgebreide CAMDEX-N omschrijving van de categorieën 'beginnend', 'licht', 'matig' en 'ernstig'. Vijfpuntsschalen, zoals deze, weerspiegelen het globale klinische oordeel van de behandelaar over de ernst van het beeld. Resultaten In tabel 1 worden enkele biografische gegevens weergegeven alsmede de onderscheiden diagnostische categorieën volgens DSM-III-R. De groep 'stemmingsstoornissen' bestaat voor het grootste deel uit patiënten met een depressie in engere zin. De categorie 'psycho-organische stoornissen niet anders omschreven' betreft een heterogene groep patiënten (CVA, organische persoonlijkheidsverandering, e.d.). De onderzochte groep patiënten lijkt representatief voor de populatie die door de jaren heen naar het centrum wordt verwezen.12 MFC Duinoord is de enige psychiatrische opname-afdeling voor ouderen in de regio. De scores op GIP-subschalen van vier grotere, diagnostische clusters worden weergegeven in tabel 2. Het gedragsprofiel van de patiënten met een dementiesyndroom wijst erop dat zij met name tot de categorieën begeleidings- en verzorgingsbehoeftige patiënten behoren." De gemiddelde BOP-hulpbehoevendheidsscore voor deze groep bedraagt 19,4, SD 8,57. De psychiatrische patiënten vertonen op alle GIPsubschalen significant minder problemen dan de psychiatrische normgroep, behoudens 'zwaarmoedig/verdrietig gedrag' waar het omgekeerde geldt. Om de verschillen te verduidelijken kan gebruik worden gemaakt van Cohen's 814, een aan de t-toets gerelateerde maat voor 'onderscheidend vermogen'. De waarde van 6 is voor acht van de veertien GIP-subschalen hoger dan 0,50, Tabel 2. GIP-scores van vier onderzochte patiëntengroepen en vergelijking psychiatrische patiënten met de psychiatrische normgroepgegevens uit de handleiding.1 (GIP scores of fout patiëntgroups and comparison between psychiatric patiënts and original psychiatrie normgroup data.) GIP: Dementie (0=93) M1 SD1 Psycho-orga.st. (n=33) M2 SD2 Psychose (n=23) M3 SD3 Stemmingsst. (n=61) M4 SD4 Psychiatrienormgroep ( ) M5 SD5 T5-(3+4)* niet-sociaal gedrag apathisch gedrag bewustzijnsstoornissen decorumverlies opstandig gedrag incoherent gedrag geheugenstoornissen gedesorienteerd gedrag zinloos repetitief gedr, rusteloos gedrag achterdochtig gedrag zwaarmoedig/verdr, gedr, afhankelijk gedrag angstig gedrag ,2 4,8 1, ,4 3,8 3, ,7 4,5 6, ,0 3,7 8, ,0 2,6 6, ,3 3,4 7, ,0 4,9 6, ,8 3,5 7, ,8 3,3 8, ,1 2,7 3, ,2 4,3 3, ,7 4,1-2, ,1 3,5 2, ,5 3,4 5,65 M en SD: gemiddelde en standaarddeviatie. 8: t-toets significant (p<0,05) bij -1,99>T>1,99. Tijdschr Geron tol Geriatr 1995;
4 inclusief drie hoger dan 0,80, hetgeen wijst op respectievelijk matige en grote verschillen. Bij een groot verschil overlappen de groepsscores slechts 20 procent. Nagegaan werd wat de bijdrage is van de obser- Tabel 3. Classificatie na stapsgewijze discriminantanalyse GIP, NOSIE-30 en BOP itemscores ten opzichte van DSM-III-R criterium (n=212; BOP: n=181). (Classification following step wise discriminant analysis of GIP, NOSIE-30 and BOP itemscores in relation to DSM-III-R (n=212; BOP: n=181).) Voorspelde groepen GIP N Dementie (96,8) 0 2 (2,2) 1 (1,1) 2. Psychoorganische st (27,3) 17 (51,5) 1 (3,0) 6(18,2) 3. Schizofrenie/ (8,7) 14 (60,9) 7(30,4) psychose 4. Stemmingsstoornis/ (1,6) 1 (1,6) 59 (96,7) Aanpassingsstoornis 5. Uitgestelde diagnose 2 1 (50,0) 0 0 1(50,0) Totale percentage correct geclassificeerd: 85,7 Voorspelde groepen NOSIE-30 N Dementie (89,2) 3 (3,20) 5 (5,4) 2 (2,2) 2. Psychoorganische st (48,50) 5 (15,2) 1 (3,0) 11 (33,3) 3. Schizofrenie/ 23 7 (30,4) 0 10 (43,5) 6(26,1) psychose 4. Stemmings (6,6) 1 (1,6) 1 (1,6) 55 (90,2) stoornis/ Aanpassingsstoornis 5. Uitgestelde diagnose (50,0) 0 1(50,0) Totale percentage correct geclassificeerd: 72,8 Voorspelde groepen BOP N Dementie (86,0) 7 (7,5) 4 (4,3) 2 (2,2) 2. Psychoorganische st (37,9) 10 (34,5) 1 (3,4) 7(24,1) 3. Schizofrenie/ 15 2 (13,3) 3(20,0) 6(40,0) 4 (26,7) psychose 4. Stemmings (4,8) 3 (7,1) 0 37 (88,1) stoornis/ Aanpassingsstoornis 5. Uitgestelde diagnose 2 1 (50,0) 0 0 1(50,0) Totale percentage correct geclassificeerd: 74,3 vatieschalen aan het verklaren van de variantie in diagnostische classificatie. In een stapsgewijze discriminantanalyse zijn de itemscores ingevoerd als voorspellers van de diagnose volgens DSM- III-R, onderverdeeld in vier hoofdgroepen (tabel 3). Twee discriminantfuncties bereikten significantie voor de GIP en NOSIE-30 en drie voor de BOP: canonische correlatie; GIP: 0,85, 0,56; NOSIE-30: 0,79, 0,45 en BOP: 0,79, 0,42, 0,38. In de bijlage zijn de items uit de discriminantfuncties weergegeven. De GIP verklaart een zeer groot deel van de diagnostische variantie. Bijna 86% van de patiënten wordt juist geclassificeerd, tegenover 74,3% met de BOP en 72,8 met de NOSIE-30. De resultaten zijn het best bij patiënten met een dementiesyndroom of stemmingsstoornis. Voor zowel de GIP, BOP als NOSIE-30 geldt dat geheugenstoornissen-items hoog correleren met de eerste, meest differentiërende discriminantfunctie. Ter uitsluiting van verschillen in steekproef bij onderlinge vergelijking van GIP (n=212), BOP (181) en NOSIE-30 (212), is eenzelfde analyse uitgevoerd over de gegevens van de 181 patiënten waarbij de BOP werd gescoord (analyse niet weergegeven). De classificatie-resultaten komen overeen met die uit de eerste analyse (GIP: 89,4% correct, NOSIE- 30: 71,5%). Voor alle onderzochte patiënten is de samenhang bepaald tussen de verpleegkundige observatie en het oordeel van de arts over de ernst van dementie en depressie (tabel 4). De GIP-schalen die betrekking hebben op het geheugen vertonen een hoge en redelijk exclusieve samenhang met de ernst van dementie voor de totale onderzochte groep. Vice versa blijkt een significante, zij het beperkter, rangcorrelatie tussen de zwaarmoedig/verdrietig gedrag-schaal en ernst van depressie. Een en ander is vergelijkbaar met de gegevens van de BOP en NOSIE-30. Discussie Kort samengevat toont het onderzoek in deze setting aan dat de GIP in hoge mate bijdraagt aan het verklaren van de variantie in diagnostische classificatie gebaseerd op de DSM-III-R onderverdeeld in vier hoofdgroepen. Ten tweede blijkt een significante en redelijk exclusieve samenhang tussen de subschalen van de GIP en een gelijktijdig verkregen globaal klinisch oordeel over de ernst van dementie en depressie. Een derde conclusie is dat de bestaande GIP-normering ontoereikend is voor het beschrijven van een gerontopsychiatrische opnamepopulatie. De GIP-handleiding onderscheidt patiënten alleen naar setting, respectievelijk psychogeriatrisch verpleeghuis en psychiatrische afdeling. Dit onderzoek gaat een stap verder doordat nader wordt ingegaan op de relatie met de klinische -27- Tijdschr Gerontol Geriatr 1995; 26
5 diagnose volgens de DSM-III-R. De GIP onderscheidt als beste vier, relatief veel voorkomende, diagnostische hoofdgroepen. Patiënten met een dementiesyndroom, andere psycho-organische stoornissen, schizofrenie en stemmingsstoornissen worden correct geclassificeerd in 96,8%, 51,5%, 60,9% en 96,7% van de gevallen. De resultaten zijn des te meer opvallend aangezien in de praktijk meestal niet vier mogelijke diagnoses worden overwogen, maar eerder twee. Vergelijking van slechts twee groepen patiënten geeft wellicht nog betere resultaten te zien. Het onderzoek van Wimmers wijst in deze richting.6 De geheugen-items verklaren een groot deel van de diagnostische variantie. Dit bleek ook uit onderzoek naar de BOP waarin 'Psychische invaliditeit' nagenoeg de enige schaal was die bijdroeg aan het gemaakte diagnostische onderscheid.' Geheugenstoornissen zijn het meest kenmerkend voor een dementiesyndroom geclassificeerd volgens DSM-III-R. Aspecifieke symptomen zoals depressiviteit of psychotische fenomenen kunnen voorkomen in het kader van meerdere syndromen waardoor zij wellicht minder differentiëren. Gezien de omvang van de huidige steekproef en met name de relatief kleine aantallen psychotische en niet-demente patiënten met een psychoorganische stoornis, verdient het aanbeveling het onderzoek te repliceren in een grotere groep. De relatieve bijdrage van de items aan de verklaarde variantie kan dan anders uitvallen. Tevens kan het onderscheid tussen patiënten met verschillende vormen van dementie worden onderzocht. De verpleegkundige beoordeling van de ernst van de geheugen- en stemmingsproblematiek komt overeen met die van de arts. De andere GIP-subschalen correleren niet tot veel minder met ae globale ernstmaten. Dit is ook gevonden in onderzoek naar de GIP en CST.7 Evenwel is de overeenstemming bij de ernst van depressie lager (correlatie 0,48) dan bij geheugenstoornissen en ernst van dementie (0,78). Hetzelfde geldt voor de BOP en NOSIE-30. Het is mogelijk dat de ernst van depressieschaal of de verpleegkundige depressieschalen (of beide) minder eenduidig zijn geïnterpreteerd. De categorieën uit de ernst van depressie-schaal (niet depressief tot ernstig) waren niet nader uitgewerkt, zoals wel het geval was bij de ernst van dementie-schaal. Verder is een vijfpuntsschaal zoals deze niet zo betrouwbaar en specifiek als bijvoorbeeld de depressie-schaal van Hamilton." Toepassing van dit laatste meetinstrument leek ons echter niet haalbaar gezien de beperkte mogelijkheden van een uitgebreid interview bij matig tot ernstig demente patiënten. Wellicht ten overvloede wordt opgemerkt dat is onderscheiden tussen vier globale diagnostische categorieën en dat gedragsobservatieschalen een genuanceerde klinische diagnose niet kunnen vervangen. Een ander punt van discussie richt zich op de onafhankelijkheid van de beoordelingen. De arts had geen inzicht in de GIP-beoordeling. De verpleegkundigen wisten niet wat de ontslagdiagnose zou worden. Deze was immers nog niet gesteld op het moment van beoordeling. Het is evenwel denkbaar dat men globaal op de hoogte was van elkaars oordeel over de patiënt, aangezien men werkt in multidisciplinair teamverband. Dit kan van invloed zijn geweest op de resultaten. Vergeleken met de psychiatrische normeringsgroep uit de GIP-handleidingi werden de onderzochte psychiatrische patiënten als minder problematisch beoordeeld op dertien van de veertien Tabel 4. GIP, BOP en NOSIE-30 rangcorrelatie met ernst van dementie (DEM) en ernst van depressie (DEP)(n=212). (GIP, BOP and NOSIE-30 Spearman correlation with severity of dementia (DEM) and depression (DEP)(n=212).) DEM DEP DEM DEP GIP (n=212): BOP (n=181): Niet-sociaal gedrag.30*.01 Hulpbehoevendheid.68* Apathisch gedrag.37* -.07 Agressief gedrag.28* -.11 Bewustzijnsstoornissen.40* -.10 lichamelijke invaliditeit.52* -.19 Decorumverlies A7* -.15 Depressief gedrag -.20* A4* Opstandig gedrag.31* -.12 Psychische invaliditeit.70* Incoherent gedrag.57* Inactiviteit.45* -.09 Geheugenstoornissen.78* -.35* Gedesoriënteerd gedrag.74* NOSIE-30 (n=212): Zinloos repetitief gedrag.46* Sociale competentie -.70*.31* Rusteloos gedrag.18*.03 Sociale interesse -.33* -.05 Achterdochtig gedrag Persoonlijke hygiene -.61*.23* Zwaarmoedig/verdr. gedrag * Prikkelbaarheid.18* -.03 Afhankelijk gedrag Psychose.28* Angstig gedrag.30* -.01 Retardatie.31* -.10 Depressie.45* *:p <0,01. Tijdschr Geron tol Geriatr 1995;
6 subschalen uit de GIP. Het omgekeerde was het geval voor de subschaal zwaarmoedig/verdrietig gedrag. Onderzoek van het verschil met de t-toets was voor alle GIP-subschalen significant. Verschillen met de GIF-normen zoals deze zijn niet alleen statistisch significant, maar ook klinisch relevant. Verondersteld moet worden dat de psychiatrische normerings-populatie voor een aanzienlijk gedeelte zal hebben bestaan uit patiënten met schizofrene stoornissen die waren aangewezen op een langdurig verblijf in het psychiatrisch ziekenhuis (gemiddelde verblijfsduur 13 jaari). In tegenstelling hiermee had een relatief groot aantal psychiatrische patiënten in dit onderzoek een stemmingsstoornis en was voor het eerst opgenomen op deze afdeling. Dit kan de gevonden verschillen verklaren. Aanvulling van de normering is gewenst. Dit onderzoek heeft aangetoond dat verpleegkundige gedrags-observatie met de GIP een belangrijke bijdrage kan leveren aan de multidisciplinaire klinische diagnostiek van psycho-organische en psychiatrische stoornissen. Bijlage. GIP-, NOSIE-30- en BOP-items geselecteerd in stapsgewijze discriminant analyse en correlatie met een van drie discriminant-functies. (GIP, NOSIE-30 and BOP items remaining in stepwise discriminant-analysis and correlation with one of three discriminant functions.) GIP: kent patiënten namen.58, spreekt verward.32, angstig bij bepaalde patiënten.23, neerslachtig -.26, verwart hedenverleden.39, ongedurig -.18, zegt bestolen te worden -.17, omgangsvormen.24, opschieten met anderen -.19, onthoudt vragen.43, vergeet bezigheid.28, desorientatie in tijd,42, vraagt om advies.10, leest.15, houdt zich aan huisregels.09, bang voor bepaalde mensen.23, wijst hulp af.09, kent personeel.43, angstig bij onbekenden.15, begint gesprek.14, boeren/winden.19, kan rustig blijven zitten.12, luistert naar anderen.25, vergeet opname.41, blij met bezoek -.12, is plots angstig.11, besteedt zorg aan uiterlijk.27, maakt dingen duidelijk.18, herhaalt woorden.23, schuift met voeten.11, wantrouwend naar patiënten.22, is bang voor toekomst.28, interesse voor personeel -.18, tegensputteren.12, kijkt als iemand komt.17, luistert naar radio/tv.13, werkt mee.13, rusteloos.15. NOSIE-30: geheugen.82, is somber.44, is slordig.37, kleding in orde.44, hallucinaties -.41, praat over interesses -.35, spreekt met anderen.21, weigert te spreken -.05, is prikkelbaar.39, is nieuwsgierig.14, is geërgerd.44, giechelt zonder reden -.17, visuele hallucinaties.42, mompelt-moppert -.24, verzorgt zichzelf.49, is vriendelijk.24. BOP: kent naam personeel.68, weet waar hij is.60, mag de straat op.50, somber.44, doet wat gevraagd wordt.16, maakt overbodige bewegingen.42, helpt op de afdeling.45, kan lopen -.27, weet de weg,51, houdt zichzelf bezig.18, beschuldigen -.15, hulp bij aankleden.55, snel kwaad.19, maakt geluiden-schreeuwen.17, slaan-schoppen -.11, onaangenaam 's nachts.37. Met dank aan de verpleegkundigen van MFC Duinoord en aan drs. A.W. Goedhart, methodoloog/statisticus. Literatuur 1. Verstraten PFJ, Eekelen CWJM van. Handleiding voor de GIP; Gedragsobservatieschaal voor Intramurale Psychogeriatrie. Deventer; van Loghum Slaterus, Kam van der P, Mol F, Wimmers MFHG. Beoordelingsschaal voor Oudere Patiënten. Deventer; van Loghum Slaterus, Honigfeld G, Klett CJ. The Nurses' Observation Scale for Inpatient Evaluation. Journ Clin Psychol 1965; 21; Diesfeldt HFA. De BOP tien jaar. Gerontologie 1981; 12: Schouten P. Onderzoek naar de samenhang tussen het artsenoordeel 'dementie' en - veranderde - BOPscores. Scriptie Psychologie Universiteit van Amsterdam, Amsterdam In: Diesfeldt HFA. De BOP tien jaar. Gerontologie 1981; 12; Wimniers MFHG. Verpleeghuizen en hun bewoners. Proefschrift Nijmegen, In: Diesfeldt HFA. De BOP tien jaar. Gerontologie 1981; 12: de Graaf A, Deelman BG. Handleiding Cognitieve Screening Test. Swets & Zeitlinger, Lisse, Jonghe JFM de, Kat MG, Reus R de. Validiteit van de Gedragsobservatieschaal voor de Intramurale Psycho-geriatrie. Tijdschr Gerontol Geriatr 1994; 25:110-6, 9. Evers A, Vliet-Mulder JC van, Laak J ter. Dokumentalie van tests en testresearch in Nederland (NIP). van Gorcum & comp. bv American Psychiatric Association. Diagnostic and Statistical Manual on Mental Disorders (3rd ed., rev.) (DSM-III-R). Washington DC: APA, Derix MMA, Teunisse S, Hijdra A et al. Cambridge EXimination for Mental Disorders of the Elderly, Nederlandse versie (CAMDEX-N). Swets & Zeitlinger, Lisse, Jonghe JFM de, Boog SJ van de, Kat MG, Reus R de. Verkorte Klinische Screening van poliklinisch aangemelde psychogeriatrische patiënten. Medisch Contact 1993; Boom-Poels PGM. Het gedragsprofiel van psychogeriatrische patiënten in substitutieprojecten: Verpleeghuiszorg in het verzorgingshuis. Tijdschr Gerontol Geriatr 1994; 25: Cohen J. Statistical power analysis for the behavioral sciences (2nd ed.) Erlbaum, New Jersey, Hamilton M. A rating scale for depression. J Neurol Neurosurg Psych 1960; 23; Correspondentie: Drs. Jos F.M. de Jonghe, neuropsycholoog, Psychiatrisch Centrum Vogelenzang, postbus 5, 2120 BA Bennebroek. Aanvaard: november Tijdschr Gerontol Geriatr 1995; 26
GIP-28. Handleiding. BSL ID 0000 ALG_BK_1KZM GIP-28. Handleiding Pre Press Zeist 21/05/2007 Pg. 001
GIP-28 Handleiding BSL ID 0000 ALG_BK_1KZM GIP-28. Handleiding Pre Press Zeist 21/05/2007 Pg. 001 Inhoud GIP-28 1 1 Inleiding 3 1.1 Algemene omschrijving 3 1.2 GIP-28 als aanvulling op de GIP 4 1.3 Doelgroepen
Nadere informatieDiagnose en classificatie in de psychiatrie
Diagnose en classificatie in de psychiatrie Klinische Validiteit Research Betrouwbaarheid Prof dr Bert van Hemert psychiater en epidemioloog Afdelingshoofd psychiatrie DBC Kosten-baten 2 Diagnosen in de
Nadere informatieFocus: Een beoordelingsschaal voor zorg aan chronisch psychiatrische patiënten
Focus: Een beoordelingsschaal voor zorg aan chronisch psychiatrische patiënten door L.J. van der Werf en A.W. Goedhart Gepubliceerd in 1994, no. 6 Samenvatting De Zorg-Aanbod-Schaal is een schaal, ontwikkeld
Nadere informatieDe Gedragsobservatieschaal voor de Intramurale Psychogeriatrie (GIP-28) in het verzorgingshuis: een psychometrische evaluatie
5 De Gedragsobservatieschaal voor de Intramurale Psychogeriatrie (GIP-28) in het verzorgingshuis: een psychometrische evaluatie 71 Gepubliceerd als Eisses AMH en Kluiter H. De Gedragsobservatieschaal voor
Nadere informatieIntramurale Psychiatrische Patiënten Observatie (IPPO): een beoordelingsschaal voor gedragsniveau
Tijdschrift voor Psychiatrie 29, 1987/6 Intramurale Psychiatrische Patiënten Observatie (IPPO): een beoordelingsschaal voor gedragsniveau door P. Betgem Samenvatting De IPPO is een nieuwe gedragsbeoordelingsschaal,
Nadere informatieWerkstuk Biologie Dementie
Werkstuk Biologie Dementie Werkstuk door een scholier 1045 woorden 22 december 2003 5,3 40 keer beoordeeld Vak Biologie Wat is dementie: Vanuit het Latijn vertaald betekent dementie letterlijk ontgeestelijk-zijn.
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/43602 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Fenema, E.M. van Title: Treatment quality in times of ROM Issue Date: 2016-09-15
Nadere informatieValidatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners
Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners van Somatische en Psychogeriatrische Afdelingen Validation of the Depression List (DL) and the Geriatric
Nadere informatie6 Forensische aspecten Aandachtspunten 134 Noten 134
Inhoud Voorwoord Hoofdstuk 1 Psychiatrische stoornis en diagnostiek 13 1 Inleiding 13 2 Psychiatrische ziekte 13 3 De psychische functies 16 4 Doelen en onderdelen psychiatrische diagnostiek 17 5 Diagnose
Nadere informatieVormen Premorbide Persoonlijkheidskenmerken die Samenhangen met Neuroticisme een Kwetsbaarheid voor Depressie en Apathie bij Verpleeghuisbewoners?
Vormen Premorbide Persoonlijkheidskenmerken die Samenhangen met Neuroticisme een Kwetsbaarheid voor Depressie en Apathie bij Verpleeghuisbewoners? Are Premorbid Neuroticism-related Personality Traits a
Nadere informatieZimmerman, Sheeran, & Young. Beoordelen van de aanwezigheid van depressie
DIAGNOSTIC INVENTORY FOR DEPRESSION (DID) Zimmerman, M., Sheeran, T., & Young, D. (2004). The Diagnostic Inventory for Depression: A self-report scale to diagnose DSM-IV Major Depressive Disorder. Journal
Nadere informatieEen praktijkgericht onderzoek bij verpleegkundigen naar het objectiveren van cognitieve functies
Een praktijkgericht onderzoek bij verpleegkundigen naar het objectiveren van cognitieve functies Marloes Peeters Verpleegkundig Specialist GGZ mpjpeeters@vvgi.nl 12-12-2014 Agenda Probleem Vraagstelling
Nadere informatieLezing voor de NVA. Door Harmke Nygard-Smith Klinisch psycholoog. Ontwikkelingsstoornissen Dimence
Lezing voor de NVA Door Harmke Nygard-Smith Klinisch psycholoog Ontwikkelingsstoornissen Dimence Waarom diagnostiek? Hoe doen we eigenlijk diagnostiek? De DSM 5 Wijzigingen in de DSM 5 voor de autisme
Nadere informatieNeuropsychologisch onderzoek van bejaarden: een follow-up studie
Tijdschrift voor psychiatrie 22, 1980/9 Neuropsychologisch onderzoek van bejaarden: een follow-up studie door J. Lindeboom en C. Jonker Inleiding In een eerder artikel (Lindeboom, van de Wijngaard en Jonker,
Nadere informatie3.3 Delirium. herkend wordt. Onduidelijk is in hoeveel procent het delirium niet, of niet volgens de gangbare richtlijnen, behandeld wordt.
3.3 Delirium Delirium is waarschijnlijk de meest voorkomende neuropsychiatrische stoornis in het algemeen en academisch ziekenhuis, met een prevalentie van 15 tot 50 procent bij opgenomen oudere patiënten.
Nadere informatieNeuropsychiatrische symptomen bij Nederlandse verpleeghuispatiënten
Proefschrift: S.U. Zuidema Neuropsychiatrische symptomen bij Nederlandse verpleeghuispatiënten met dementie Samenvatting Dementie is een ongeneeslijke aandoening met belangrijke effecten op cognitie, activiteiten
Nadere informatiedoor E.A.M. Knoppert-van der Klein en T.S.O.M. Hiddema Samenvatting
Angst- en stemmingsstoornissen bekeken met behulp van de SCL-90, een zelfbeoordelingsklachtenlijst, in het licht van de revisie van de DSM-III-classificatie door E.A.M. Knoppert-van der Klein en T.S.O.M.
Nadere informatieAchtergrond en Afname. Voor nadere informatie omtrent de NPI-Q kunt u contact opnemen met:
De Neuropsychiatrische Vragenlijst-Questionnaire (NPI-Q) D. Kaufer, MD and J.L. Cummings, MD Nederlandse vertaling J.F.M. de Jonghe, M.G. Kat en C.J. Kalisvaart M Achtergrond en Afname De Neuropsychiatrische
Nadere informatieVerschillen in Persoonlijkheidstrekken en Persoonlijkheidsorganisatie tussen Groepen Eetstoornispatiënten.
Verschillen in Persoonlijkheidstrekken en Persoonlijkheidsorganisatie tussen Groepen Eetstoornispatiënten. Differences in Personality Traits and Personality Structure between Groups of Eating Disorder
Nadere informatie15:40 16:00 uur. Depressie en dementie RICHARD OUDE VOSHAAR. Ouderenpsychiater
5:40 6:00 uur Depressie en dementie RICHARD OUDE VOSHAAR Ouderenpsychiater % psychiatrische problemen bij Alzheimer 60 50 40 30 20 0 0 Zhao et al, J Affect Disord 205 Wanneer spreken van van een depressie?
Nadere informatieConfusion State Evaluation (CSE)
Confusion State Evaluation (CSE) Robertsson B, Karlsson I, Styrud E, Gottfries CG. (1997) Confusional State Evaluation (CSE): an instrument for measuring severity of delirium in the elderly. Meetinstrument
Nadere informatieSamenvatting. Samenvatting
Samenvatting Op grond van klinische ervaring en wetenschappelijk onderzoek, is bekend dat het gezamenlijk voorkomen van een pervasieve ontwikkelingsstoornis en een verstandelijke beperking tot veel bijkomende
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra
Nadere informatieZorgprogramma voor mensen met gerontopsychiatrische problematiek in het verpleeghuis
Zorgprogramma voor mensen met gerontopsychiatrische problematiek in het verpleeghuis Anne van den Brink Specialist Ouderengeneeskunde Onderzoeker Pakkende ondertitel Inhoud presentatie Inleiding Aanleiding
Nadere informatieAuteur Bech, Rasmussen, Olsen, Noerholm, & Abildgaard. Meten van de ernst van depressie
MAJOR DEPRESSION INVENTORY (MDI) Bech, P., Rasmussen, N.A., Olsen, R., Noerholm, V., & Abildgaard, W. (2001). The sensitivity and specificity of the Major Depression Inventory, using the Present State
Nadere informatiePatient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG)
Patient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG) Bowman, L. (2006) "Validation of a New Symptom Impact Questionnaire for Mild to Moderate Cognitive Impairment." Meetinstrument Patient-reported
Nadere informatieThe neuropsychiatry of dementia : psychometrics, clinical implications and outcome Kat, M.G.
UvA-DARE (Digital Academic Repository) The neuropsychiatry of dementia : psychometrics, clinical implications and outcome Kat, M.G. Link to publication Citation for published version (APA): Kat, M. G.
Nadere informatieVerslag multidisciplinair overleg
2012 Verslag multidisciplinair overleg Renate Agterhof S1002628 Spaarne ziekenhuis 27-5-2012 Inhoud Inhoud... 2 Inleiding... 2 1. Betrokken disciplines bij het MDO... 3 2. Belang van een MDO tussen de
Nadere informatieTSCYC Ouderversie. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. Jeroen de Groot. ID 256-18 Datum 24.12.2014. Informant:
TSCYC Ouderversie Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen ID 256-18 Datum 24.12.2014 Informant: Mieke de Groot-Aerts moeder TSCYC Inleiding 2 / 10 INLEIDING De TSCYC is een vragenlijst die
Nadere informatieLichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and
Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa Physical factors as predictors of psychological and physical recovery of anorexia nervosa Liesbeth Libbers
Nadere informatieGrensoverschrijdend gedrag. Les 2: inleiding in de psychopathologie
Grensoverschrijdend gedrag Les 2: inleiding in de psychopathologie Programma Psychopathologie; wat is het? Algemene functionele psychopathologie DSM Psychopathologie = Een onderdeel van de psychiatrie
Nadere informatieVERANDERING VAN GEDRAG: EEN PROBLEEM OF NIET? Marieke Schuurmans Verpleegkundige & onderzoeker UMC Utrecht/Hogeschool Utrecht
VERANDERING VAN GEDRAG: EEN PROBLEEM OF NIET? Marieke Schuurmans Verpleegkundige & onderzoeker UMC Utrecht/Hogeschool Utrecht GEDRAG: De wijze waarop iemand zich gedraagt, zijn wijze van doen, optreden
Nadere informatieZwakbegaafdheid in de GGZ. Een explorerend onderzoek 1. Jannelien Wieland a,b & Frans Zitman c
Zwakbegaafdheid in de GGZ. Een explorerend onderzoek 1 Jannelien Wieland a,b & Frans Zitman c a Poli +, psychiatrie + verstandelijke beperking, Ir. Driessenstraat 94-G, 2312 KZ, Leiden b Cordaan, Postbus
Nadere informatieTSCYC. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Ouderversie
TSCYC Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen HTS Report ID 15890-3156 Datum 18.07.2017 Ouderversie Informant: Jeroen de Vries Vader INLEIDING TSCYC 2/8 Inleiding De TSCYC is een vragenlijst
Nadere informatieDe registratie van doelsymptomen op een gesloten acute opnameafdeling
De registratie van doelsymptomen op een gesloten acute opnameafdeling Klinisch Centrum Acute Psychiatrie (KCAP) Den Haag Voorjaarscongres 1 april 2009 Martiniplaza Groningen Stephanie Bohnen, Remco de
Nadere informatieNederlandse samenvatting. 1. Wat zijn trauma-gerelateerde stoornissen, dissociatieve stoornissen en
Nederlandse samenvatting 1. Wat zijn trauma-gerelateerde stoornissen, dissociatieve stoornissen en persoonlijkheidsstoornissen? Van de trauma- en stressorgerelateerde (kortweg trauma-gerelateerde) stoornissen
Nadere informatieTERUGKEER NAAR DE SAMENLEVING
TERUGKEER NAAR DE SAMENLEVING Terugkeer naar de samenleving van een resocialisatie-afdeling Samenvatting In dit artikel wordt beschreven hoe vaak op een resocialisatieafdeling van een APZ de indicatie
Nadere informatieDBC tarieven Universitair Centrum Psychiatrie (UCP)
DBC tarieven 2017 - Universitair Centrum Psychiatrie (UCP) Toelichting: Diagnose Behandeling Combinaties (DBC s) zijn de (landelijke) basis voor declaraties aan patiënten voor zorg die geleverd is door
Nadere informatieToegankelijkheid en effectiviteit van de geestelijke gezondheidszorg voor ouderen. Samenvatting
Toegankelijkheid en effectiviteit van de geestelijke gezondheidszorg voor ouderen Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Psychische stoornissen komen geregeld voor bij ouderen (65-plus).
Nadere informatieOntmoetingsochtend. Doorontwikkeling productstructuur GGZ
Ontmoetingsochtend Doorontwikkeling productstructuur GGZ Agenda Tijdsindicatie Onderwerp 9:00 uur 9.20 uur Kennismaking en doel van bijeenkomst 9:20 uur 10:00 uur Terugblik van: Doelen doorontwikkeling
Nadere informatiePersoonlijkheidsstoornissen bij ouderen: Meten en weten. Prof. Dr. Bas van Alphen
Persoonlijkheidsstoornissen bij ouderen: Meten en weten Prof. Dr. Bas van Alphen Inhoud Temporele stabiliteit Leeftijdsneutraliteit DSM-5 Behandelperspectief Klinische implicaties Casuïstiek Uitgangspunten!
Nadere informatiePsychiatrie & Psychologie bij 22q11DS
Studiedag Stichting 22Q11 19 november 2017 A.M. Fiksinski a.m.fiksinski@umcutrecht.nl Psycholoog & onderzoeker (PhD kandidaat) Department of Psychiatry, Rudolf Magnus Institute of Neuroscience, University
Nadere informatiePositieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen
Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic
Nadere informatieRepeatable Battery for the Assessment of Neuropsychological Status (RBANS)
Repeatable Battery for the Assessment of Neuropsychological Status (RBANS) Randolph C. (1998) Randolph, C., Tierney, M. C., Mohr, E., and Chase, T. N. 1998. "The Repeatable Battery for the Assessment of
Nadere informatieExecutief Functioneren en Agressie. bij Forensisch Psychiatrische Patiënten in PPC Den Haag. Executive Functioning and Aggression
Executief Functioneren en Agressie bij Forensisch Psychiatrische Patiënten in PPC Den Haag Executive Functioning and Aggression in a Forensic Psychiatric Population in PPC The Hague Sara Helmink 1 e begeleider:
Nadere informatieSUMMARY IN DUTCH. Summary in Dutch
SUMMARY IN DUTCH Summary in Dutch Summary in Dutch Introductie Dit proefschrift richt zich met name op het voorspellen van de behandeluitkomst bij kinderen met angststoornissen. Een selectie aan variabelen
Nadere informatie26/05/2015. Workshop assessment bij delier en depressie. Delirium. Screening. Delier? Vormen van delier
Workshop assessment bij delier en depressie Delirium Jessie De Cock Ergotherapeut Gerontoloog titel 2 Delier? Aandachts- en bewustzijnsstoornis Acuut en fluctuerend Verandering in cognitie of ontwikkeling
Nadere informatiePsychologische functiestoornissen bij patiënten van een depotpolikliniek
Psychologische functiestoornissen bij patiënten van een depotpolikliniek N.J.A. van der Wee en H.W. Hoek Samenvatting In dit artikel wordt verslag gedaan van een onderzoek naar een populatie chronisch
Nadere informatiePsychiatrische problematiek in het somatische verpleeghuis
Psychiatrische problematiek in het somatische verpleeghuis Anne van den Brink Specialist Ouderengeneeskunde Onderzoeker Casus Mw H, geboren in 1926 Weduwe, 1 zoon waar geen contact mee is Chronische vorm
Nadere informatieJa, ouderen knappen op tijdens de GGZ-behandeling! Een onderzoek naar de uitkomsten op de HoNOS 65+
ROM in de Ouderenpsychiatrie: aan de slag met de HoNOS 65+ Ja, ouderen knappen op tijdens de GGZ-behandeling! Een onderzoek naar de uitkomsten op de HoNOS 65+ 15 maart 2016 SynQuest symposium, Jaarbeurs
Nadere informatieAngst en depressie in de huisartspraktijk: signaleren van risicogroepen. Peter F M Verhaak NIVEL
Angst en depressie in de huisartspraktijk: signaleren van risicogroepen Peter F M Verhaak NIVEL 12-maands prevalentie stemmings-, angst- en middelenstoornis 250 200 N/1000 patiënten 150 100 50 Depressie
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/40073 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Schat, A. Title: Clinical epidemiology of commonly occurring anxiety disorders
Nadere informatieOnverklaard maakt onbemind. 8 februari 2011 Utrecht
Psychiatrisch Consultatieve Dienst SLAZ/VUmc Onverklaard maakt onbemind Prof.dr.Adriaan Honig 8 februari 2011 Utrecht Onverklaard maakt onbemind AGENDA Wat verstaan we onder somatisch onvoldoende verklaarde
Nadere informatieCoaching, Counseling & DSM
Coaching, Counseling & DSM Ron van Deth - Overgang van DSM-IV naar DSM-5 - Wat kan/moet ik als coach/counselor met de DSM? Valkuilen coach/counselor Gaan diagnosticeren Iemand met een psychische stoornis
Nadere informatieSAMENVATTING. Achtergrond en doelstellingen van dit proefschrift
153 SAMENVATTING Achtergrond en doelstellingen van dit proefschrift Angst en depressie zijn de meest voorkomende psychische stoornissen, de ziektelast is hoog en deze aandoeningen brengen hoge kosten met
Nadere informatieWelke allochtonen komen er in de Jeugd-GGZ: toegankelijkheid en diagnostiek. Albert Boon & Anna de Haan
Welke allochtonen komen er in de Jeugd-GGZ: toegankelijkheid en diagnostiek. Albert Boon & Anna de Haan Iedereen met psychiatrische problemen Filter 1 Hulpzoekenden Filter 2 Herkende problemen Filter 3
Nadere informatieVroegsignalering bij dementie
Vroegsignalering bij dementie Docentenhandleiding voor mbo-zorg onderwijs en bijscholing Docentenhandleiding voor mbo-zorg onderwijs en bijscholing Contact: Connie Klingeman, Hogeschool Rotterdam c.a.klingeman@hr.nl
Nadere informatieGeneralistische Basis GGZ
Generalistische Basis GGZ Code Omschrijving Maximale vergoeding TOTAAL 180001 Generalistische Basis GGZ Kort (BK) 418,10 180002 Generalistische Basis GGZ Middel (BM) 712,39 180003 Generalistische Basis
Nadere informatiehoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5
SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de
Nadere informatieOntwikkeling van de vragenlijst Betrouwbaarheid en validiteit
109 Samenvatting 110 Inleiding Dit proefschrift beschrijft de ontwikkeling van een vragenlijst die door patiënten zelf in te vullen is om zowel gewenste (effectiviteit) als ongewenst effecten (bijwerkingen/tolerabiliteit)
Nadere informatieZorgen voor cliënten met gedragsproblemen
Zorgen voor cliënten met gedragsproblemen CineMec Ede 29-5-2015 Dr. Martin Kat (ouderen)psychiater Amsterdam/Alkmaar psykat@hetnet.nl Med. Centrum Alkmaar Afd. Klin. Geriatrie Praktijk Amsterdam Experiment!
Nadere informatiePijn-Coping-Inventarisatielijst (PCI) Kraaimaat, Bakker & Evers (1997)
Pijn-Coping-Inventarisatielijst (PCI) Kraaimaat, Bakker & Evers (1997) Achtergrond In de literatuur over (chronische)pijn wordt veel aandacht besteed aan de invloed van pijncoping strategieën op pijn.
Nadere informatieSaMenvatting (SUMMARy IN DUTCH)
Samenvatting (summary in Dutch) Samenvatting In hoofdstuk 1 wordt de algemene introductie van dit proefschrift beschreven. De nadruk in dit proefschrift lag op patiënten met hoofd-halskanker (HHK) en
Nadere informatieFerrell, B. A., Artinian, B. M., & Sessing, D. (1995). The Sessing scale for assessment of pressure ulcer healing. J.Am.Geriatr.Soc., 43,
SESSING SCALE Ferrell, B. A., Artinian, B. M., & Sessing, D. (1995). The Sessing scale for assessment of pressure ulcer healing. J.Am.Geriatr.Soc., 43, 37-40. Meetinstrument Sessing scale Afkorting - Auteur
Nadere informatieOnderzoekssessie over dementie op jonge leeftijd UKON symposium, 10 april 2018
Onderzoekssessie over dementie op jonge leeftijd UKON symposium, 10 april 2018 Britt Appelhof, psycholoog/ promovenda, Archipel Zorggroep Ans Mulders, specialist ouderengeneeskunde/ promovenda, Thebe Inleiding
Nadere informatieNederlandse Samenvatting
Nederlandse Samenvatting Inzicht in de heterogeniteit van depressieve stoornissen 227 Depressies, ofwel depressieve stoornissen, zijn veel voorkomende ziektebeelden met een grote impact op het leven van
Nadere informatieBijlagen J. Wiersma et al., Neem de regie over je depressie, DOI / , 2015 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media
Bijlagen J. Wiersma et al., Neem de regie over je depressie, DOI 10.1007/978-90-368-1003-6, 2015 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media 50 neem de regie over je depressie Bijlage 1 Beloopstabel
Nadere informatieTabel 1 Overzicht van de aantallen mensen waar we gegevens van hadden
DEMENTIE DIAGNOSE DOCUMENTATIE Hannie Comijs Tessa van den Kommer Febr 2017 In LASA beschikken we over gegevens m.b.t. meerdere cognitieve tests, maar een klinische dementie diagnose op basis van formele
Nadere informatieBeleidsregels indicatiestelling AWBZ Bijlage 7. Behandeling
2009 Versie 1 januari 2009 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Doelstelling functie 4 2.1 Algemeen 4 2.2 Aanvullende functionele diagnostiek 4 2.3 Kortdurende behandeling gericht op herstel en/of het aanleren
Nadere informatieVoorspellen van behandeluitkomsten bij cliënten in de ouderenpsychiatrie
Voorspellen van behandeluitkomsten bij cliënten in de ouderenpsychiatrie 11 november 2014 Nanda Mooij, Jasper Nieuwesteeg en Jan Theunissen GGZ Ingeest In samenwerking met: SynQuest werkgroep - Sylvana
Nadere informatieKaren J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon
Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety
Nadere informatiegegeven met informatie over risico, complexiteit, duur, ernst en een doorverwijzingsadvies.
Geachte, Pearson start een onderzoek naar Innerview. Innerview is een beslissingsondersteunend instrument (BOI) voor doorverwijzing in de geestelijke gezondheidszorg en is uniek in zijn soort als het gaat
Nadere informatieSamenvatting 21580_rietdijk F.indd :09
Samenvatting 21580_rietdijk F.indd 161 10-02-12 15:09 People at ultra high risk for psychosis Schizofrenie en aanverwante psychotische stoornissen hebben grote negatieve gevolgen voor het sociaal en psychisch
Nadere informatieBURNOUT ASSESSMENT TOOL
BURNOUT ASSESSMENT TOOL Wat is de BAT? De eigenschappen en sterktes van de nieuwe meting Woensdag 20 maart 2019 Inhoud 1- Hoe betrouwbaar & valide is de BAT? 2- Hoe gebruik je de BAT? 3- Hoeveel werkenden
Nadere informatieTriage Risk Screening Tool (TRST)
Triage Risk Screening Tool (TRST) Meldon (2003) Meetinstrument Triage Risk Screening Tool Afkorting TRST Auteur Meldon Onderwerp Functionele, mentale, psychosociale beoordeling Doelstellingen Meten van
Nadere informatie! "# #$ # # "!% & '# (% %&'%)
BIJLAGE C: Model van formulier voor verlenging: Aanvraagformulier tot VERLENGING van de terugbetaling van een specialiteit opgenomen in 223000 van hoofdstuk IV van het K.B. van 21 december 2001 II Aanvraag
Nadere informatieDSM 5 - psychose Dr. S. Geerts Dr. O. Cools 28-11-2014
DSM 5 - psychose Dr. S. Geerts Dr. O. Cools 28-11-2014 Inhoud DSM IV -> DSM 5 DSM IV: Schizofrenie als kernsyndroom Even stilstaan bij SCHIZOFRENIE Kritiek op DSM IV Overzicht DSM 5 Schizofrenie (1) Epidemiologie:
Nadere informatiePsychofysiologische begeleiding zinvol bij SOLK. (Somatisch Onvoldoende verklaarde Lichamelijk Klachten)
Psychofysiologische begeleiding zinvol bij SOLK. (Somatisch Onvoldoende verklaarde Lichamelijk Klachten) Eveline Kempenaar Algemene Leden Vergadering VDV november 2012 In het nieuws! 1 Definitie SOLK Lichamelijke
Nadere informatieCamus, A., Mourey, F., d'athis, P., Blanchon, A., Martin-Hunyadi, C., De Rekeneire, N., Mischis-Troussard, C., and Pfitzemeyer, P. (2002).
Mini Motor Test (MMT) Camus, A., Mourey, F., d'athis, P., Blanchon, A., Martin-Hunyadi, C., De Rekeneire, N., Mischis-Troussard, C., and Pfitzemeyer, P. (2002). Meetinstrument Afkorting Auteurs Onderwerp
Nadere informatieMental Alternation Test (MAT)
Mental Alternation Test (MAT) Jones, B. N., Teng, E. L., Folstein, M. F., and Harrison, K. S. (1993). "A New Bedside Test of Cognition for Patients With HIV Infection." Meetinstrument Mental Alternation
Nadere informatieDiscussion Summary Samenvatting Dankwoord Curriculum Vitae
chapter 7 Discussion Summary Samenvatting Dankwoord Curriculum Vitae 140 chapter 7 SAMENVATTING De bipolaire stoornis (of manisch-depressieve stoornis) is een stemmingsstoornis waarin episodes van (hypo)manie
Nadere informatieDeze test werd ontwikkeld en aangewend om het medicatiemanagement en de verschillende aspecten hiervan te evalueren in de ambulante zorg.
Drug Regimen Unassisted Grading Scale (DRUGS) Edelberg HK, Shallenberger E, Wei JY (1999) Medication management capacity in highly functioning community living older adults: detection of early deficits.
Nadere informatieSamenvatting. Herdiagnostiek bevindingen 2017
Samenvatting Herdiagnostiek bevindingen 2017 Rapportage 2017 Eric Noorthoorn, Gwendy Bos, Katinka Franken, Marlies van der Plas, Linda Willems, Lisa van der Veen 1 Inleiding Patiënten met ernstig psychiatrische
Nadere informatiePDAS. Tom Vermeulen Hoofdverantwoordelijke Sophia en De Ceder PZ Duffel ECT-Coördinator. GGZ-Congres 20/09/2016
PDAS GGZ-Congres 20/09/2016 Tom Vermeulen Hoofdverantwoordelijke Sophia en De Ceder PZ Duffel ECT-Coördinator Sociaal verpleegkundige- Master Sociale Gezondheidswetenschappen- Doctoraal onderzoeker PDAS
Nadere informatieDandachi-FitzGerald, B. (2017). Symptom validity in clinical assessments.
Dandachi-FitzGerald, B. (2017). Symptom validity in clinical assessments. Het onderzoek beschreven in dit proefschrift richt zich op de validiteit van (neuro)psychologische onderzoeken van patiënten met
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/38701 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Visschedijk, Johannes Hermanus Maria (Jan) Title: Fear of falling in older patients
Nadere informatieWelkom Casemanagement Dementie 12 april 2016
Welkom Casemanagement Dementie 12 april 2016 Inhoud Iets over de GGZ Via afdeling Ouderenzorg Naar taken van de SPV Het GGZ traject dementie Met aandeel van de SPV (PIT?) Naar gedwongen afronding (IBS/RM)
Nadere informatieIII Identificatie van de geneesheer die verantwoordelijk is voor de behandeling (naam, voornaam, adres, RIZIV-nummer):
BIJLAGE A: Model van formulier voor eerste aanvraag: Formulier voor eerste aanvraag tot terugbetaling van EXELON pleisters voor transdermaal gebruik ( 4680000 van hoofdstuk IV van het K.B. van 21 december
Nadere informatieVerkorte Informantvragenlij st over cognitieve achteruitgang bij ouderen
Verkorte Informantvragenlij st over cognitieve achteruitgang bij ouderen J.F.M. de Jonghe*, B. Schmand**, M.E. Ooms*** en M.W. Ribbe*"* Samenvatting Dit onderzoek betrof enkele psychometrische aspecten
Nadere informatieBeleidsregels indicatiestelling AWBZ 2011. Bijlage 7. Behandeling
2011 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Doelstelling functie 4 2.1 Algemeen 4 2.2 Continue, systematische, langdurige en multidisciplinaire zorg (CSLM) 5 2.3 gericht op herstel en/of het aanleren van vaardigheden
Nadere informatieLangdurige Forensische Psychiatrie
Zorgzwaarte Checklijst Langdurige Forensische Psychiatrie Drs. Peter C. Braun, Dr. Erik Bulten Persoonlijke gegevens van de patiënt: Naam tbs-gestelde: Geboortedatum: TBS nummer: Verblijfplaats ten tijde
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/28630 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Haan, Anna Marte de Title: Ethnic minority youth in youth mental health care :
Nadere informatiePSYCHIATRIE IN HET VERPLEEGHUIS. Inleiding
PSYCHIATRIE IN HET VERPLEEGHUIS Inleiding Hoewel onderzoek uitwijst dat multimorbiditeit bij ouderen eerder regel dan uitzondering is, ontbreken exacte cijfers over de combinatie van psychiatrische en
Nadere informatieCHAPTER. Samenvatting
CHAPTER 9 Samenvatting CHAPTER 9 Klachten aan pols en hand komen veel voor; bij 9 tot 12.5% van de Nederlandse volwassenen. Niet alle mensen bezoeken de huisarts voor pols- of handklachten. De huisarts
Nadere informatieCollege 3 Interne consistentie; Beschrijvend onderzoek
College 3 Interne consistentie; Beschrijvend onderzoek Inleiding M&T 2012 2013 Hemmo Smit Overzicht van dit college Kwaliteit van een meetinstrument (herhaling) Interne consistentie: Cronbach s alpha Voorbeeld:
Nadere informatieIn- en uitstroom van patiënten op een gesloten acute opnameafdeling: Overzicht van een jaar
In- en uitstroom van patiënten op een gesloten acute opnameafdeling: Overzicht van een jaar E.M.A. Bohnen, M.C. Hazewinkel, E. Hoencamp & R.F.P. de Winter Voorjaarscongres Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie
Nadere informatieSociale Interpretatie Test en Lees de Ogen Test bij hoog functionerende volwassenen met ASS
Sociale Interpretatie Test en Lees de Ogen Test bij hoog functionerende volwassenen met ASS C.C. Kan, B. Hochstenbach, C. Tesink, J. Pijnacker, J.K. Buitelaar SIT en LdO bij hoog functionerende volwassenen
Nadere informatieBehandel- en expertisecentrum Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH)
Behandel- en expertisecentrum Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH) Bavo Europoort helpt specialist in psychiatrie Inhoudsopgave Behandel- en expertisecentrum Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH) Doelgroep
Nadere informatieNEURO-PSYCHOLOGISCHE ASPECTEN VAN OUDERENMISHANDELING
BIJLAGE 3. NEURO-PSYCHOLOGISCHE ASPECTEN VAN OUDERENMISHANDELING Dr A HAECKEN, Broeders Alexianen, Tienen. 1. De beslissingsbekwaamheid van een oudere beoordelen... 2 1 Beslissingsbekwaamheid is een specifieke
Nadere informatie