6B Geriatrie ZNA Jan Palfijn

Transcriptie

1 Informatiebrochure voor studenten Auteur Reinhilde Van Oevelen Publicatiedatum 15/07/2013 Trefwoorden brochure informatie studenten 1 / 13

2 Inhoudsopgave 6B geriatrie ZNA Jan Palfijn... 1 Informatiebrochure voor studenten Voorstelling van de afdeling Contactgegeven Afdelingsplan Patiëntenpopulatie Verwachtingen naar de student toe Huishoudelijk reglement Dagindeling Eerste stagedag Afspraken Stage-uren Deze student stelt zich aan je voor / 13

3 1 Voorstelling van de afdeling Visie van onze afdeling Ons team van 6B streeft ernaar een kwalitatieve totaalzorg te bieden aan de patiënt en zijn omgeving en dit op een vriendelijke, respectvolle, efficiënte en professionele manier door een harmonieuze en communicatieve samenwerking. Profiel van de dienst Geriatrie De G - dienst is gespecialiseerd in de medische diagnosestelling, behandeling en revalidatie van de bejaarde patiënt. Tevens verzekert deze afdeling in de beste voorwaarden de ziekenhuisverpleging en verzorging van de geriatrische patiënt. Onder de bejaarde patiënt verstaan wij hier een persoon vanaf 70 jaar. De gemiddelde leeftijd op een afdeling geriatrie moet volgens de wettelijke normen minstens 75 j. bedragen, maar meestal zijn onze patiënten 80-plussers. De opname van de bejaarde patiënt in het ziekenhuis vereist een aangepaste manier van werken op medisch, verpleegkundig en sociaal vlak. Zeer typisch is dat de patiënt niet met één bepaalde aandoening wordt opgenomen. Dikwijls uit de patiënt vage klachten of gaat hij algemeen achteruit zonder duidelijk aanwijsbare oorzaak. Vaak wordt dit door allerlei problemen veroorzaakt. We spreken dan van een MULTIPATHOLOGIE. Zonder geschikte behandeling kan deze multipathologie invaliderend werken en een lange verblijfsduur in het ziekenhuis tot gevolg hebben. Als gevolg daarvan zien we ook een MULTIFARMACOLOGIE bij onze patiënten: de meeste mensen nemen veel verschillende medicamenten. De verblijfsduur van patiënten op onze dienst is zeer sterk afhankelijk van de toestand van de patiënt bij opname, de evolutie, eventuele verwikkelingen, de graad van recuperatie (CVA) en de toekomstplannen (rusthuis, plaatsing, naar huis),... Het verblijf van de patiënt kan daarom variëren van enkele dagen tot maanden. De wet voorziet een gemiddelde verblijfsduur van 1 maand. Gezien het acuut karakter van onze afdeling verblijven de meeste patiënten veel korter op onze afdeling (gemiddeld 2 à 3 weken). Ook de herkomst van onze patiënten speelt een rol in de verblijfsduur. Sommige patiënten komen van thuis, andere wonen in bij familie of ze komen van een verzorgingsdienst, RVT, of serviceflat,... Naar een RVT-instelling kunnen ze na hun herstel spoedig terugkeren, maar terugkeer naar de thuissituatie is jammer genoeg niet altijd mogelijk. Als we voorzien dat de patiënt niet naar huis terug kan keren of een lange revalidatieperiode verwacht wordt, vullen we vrij snel na opname een aanvraag in voor een Sp-afdeling. Zo proberen we een te lange ziekenhuisopname te vermijden. Multidisciplinaire samenwerking De multidisciplinaire samenwerking is heel belangrijk op een geriatrische afdeling. Ze is wettelijk vastgelegd in het zorgprogramma geriatrie. Het multidisciplinaire team bestaat uit: Ons verpleegkundig team. Artsen. Onze geriaters zijn Dr. Engelmann, Dr. Recko, Dr. Devolder. Ze worden bijgestaan door de zaalarts (assistent in opleiding) die om de 3 maanden van afdeling verandert. Maatschappelijk werkster: Britt Saive. Zij contacteert de patiënt en/of de familie meteen na de opname om te informeren naar de thuissituatie, haalbaarheid. Moet er extra hulp geregeld worden, opname in woonzorgcentrum,.. Ergotherapeute, Femke Meeusen: intakegesprek, ADL-observatie, MMSE, huishoudelijke observatie, valpreventie. Logopediste Annemie Gielis: screening slikstoornissen, testen of behandelen afasie 3 / 13

4 Kinesiste Najwa : gangrevalidatie, mobilisatie op de kamer of in de turnzaal, ademhalingskiné, valpreventie Diëtisten: opvolgen ondervoeding, aanpassen en informatie geven over diëten Psychologisch assistenten: uitgebreidere testen in het kader van mentale screening (neuropsychologisch onderzoek, o.a. camcog), psychologische begeleiding bij depressie, rouw, Palliatief support team: begeleiding patiënt en familie bij palliatieve patiënten. Elke dinsdag om 11u is er een multidisciplinaire teamvergadering. De ene week worden de patiënten van de voorkant besproken, de andere week die van de achterkant. 2 Contactgegeven Adres: ZNA Jan Palfijn Lange Bremstraat Merksem (algemeen) Route (afdeling) Afdelingshoofd: Reinhilde Van Oevelen Reinhilde.Van Oevelen@zna.be Mentoren: Nancy Verbeeck Lorena Pizzi An De Backer jp.ve6b@zna.be / 13

5 3 Afdelingsplan BezoekersWC Branddeur met code K 6301 sanitair dokterslokaal ergotherapielokaal zitplaats patiënten Spoelruimte 4-persoonskamer sanitair Voorraad linnen, magazijnartikelen K persoonskamer Bureau hoofdverpleegkundige/arts Branddeken, brandmelder, MUGknop, instructies rampenplan Verpleegpost Keuken Brandslang Branddeur Brandmelder Sanitaire ruimte K persoonskamer K persoonskamer persoonskamer Sanitaire ruimte K persoonskamer 2-persoonskamer 6322 K persoonskamer 2-persoonskamer 6324 K persoonskamer Brandslang 2-persoonskamer 1-persoonskamer Kleedkamer Gang naar terras 1-persoonskamer Pannenspoeler, mater. onderhoud WC personeel Badkamer met hoog/laag bad douche Brandmelder Nooduitgang, traphal 5 / 13

6 4 Patiëntenpopulatie De redenen waarom een patiënt bij ons wordt opgenomen, kunnen zeer verschillend zijn. Alle mogelijke combinaties van ziekten en symptomen kunnen voorkomen: Gastro-intestinale problemen, vb. maagbloeding Diabetes (suikerziekte) Cardiologische aandoeningen vb. hartdecompensatie en longoedeem Beenderaandoeningen vb. osteoporose (atrofie van het beenderstelsel) Infecties Neurologische aandoeningen, zoals CVA met of zonder hemiplegie, afasie,... Luchtwegaandoeningen, vb. chronisch obstructief longlijden, pneumonie Verwardheid, dementie, agressie,... Gezwelziekten Ontoereikende mantelzorg, vb. partner werd opgenomen en pat. kan niet alleen thuis blijven,... Palliatieve verzorging 5 Verwachtingen naar de student toe Leeraanbod 6B 1. Goede hygiënische zorgen zijn van groot belang op onze afdeling. Ze moeten gebeuren op een correcte, efficiënte en voor de patiënt comfortabele manier: een goede en volledige voorbereiding efficiënt en grondig wassen, goed tempo om afkoeling te voorkomen volledige nazorg ( baard, gebit,... ) juiste rapportering ( bondig ) observatie van lichamelijke defecten, veranderingen,... Zorg voor een goede basiskennis, maar pas je techniek aan zo nodig. Probeer de zelfredzaamheid van de patiënt te stimuleren en te respecteren We gebruiken voor het dagelijks toilet 1 handdoek en 1 washandje (hetzij van de patiënt zelf, hetzij van het ziekenhuis) en doen die daarna in de was. We maken in sommige gevallen ook gebruik van bedbaddoekjes, die het gebruik van water en zeep overbodig maken. We hebben liefst dat je als student water en zeep gebruikt. Uitzonderingen in het belang van de patiënt kunnen besproken worden. 2. Technieken Voorbereiden en toedienen van lavementen (observatie resultaten, ) Voorbereiden en toedienen van inspuitingen. Klaarmaken van infusen, gebruik van infuuspomp Wondzorg (meestal traumatische wonden). Plaatsen van sondes : maagsonde, blaassonde Gebruik van bladderscan voor bepalen residu in de blaas 6 / 13

7 Parameters volgen Zorgen aan een overledene 3. Begrippen van steriliteit leren door o.a. Inspuitingen, infusen Sonderen Wondzorg 4. Omgaan met isolatie omwille van besmetting, vnl. MRSA 5. Slikstoornissen herkennen en patiënten met slikstoornissen voeden. Voorwaarde : patiënt(e) moet voldoende alert zijn om te kunnen slikken Plaats een propere tandprothese Positionering : het bed steeds in zetelstand (bed kantelen) zetten, m.a.w.,de patiënt 90 rechtop laten zitten, zoals op een stoel. Hoofd rechtop, lichtjes naar beneden gebogen ( nooit voeden met hoofd achterover ). Indien andere houding nodig, zal dit op het papier met slikadvies duidelijk weergegeven staan. Dit blad hangt boven het bed van de patiënt(e). Wanneer patiënt(e) zich in vloeistoffen verslikt, wordt er een indikkingsmiddel gebruikt om de vloeistoffen in te dikken. Dus: gemixte soep, dunne pap, water, thee, koffie fruitsap etc zijn vloeistoffen en moeten dan ook steeds ingedikt worden. Hoe indikken? : schepje per schepje het indikkingsmiddel (Nutilis) toevoegen aan de vloeistof en met een vork krachtig roeren zodat er geen klontervorming ontstaat. Op het blad met slikadvies staat aangegeven hoe dik de vloeistof moet zijn ( vb: honingdikte, puddingdikte, ). Medicatie mag eventueel geplet worden ( navragen bij verpleegkundige ) zodat je deze kan mengen onder een pudding of ingedikt fruitsap (er bestaan speciale ingedikte dranken voor mensen met slikstoornissen: Clinutren gelee thee of appelsien). Best met een lepeltje geven. Indien medicatie niet geplet mag worden, zal er in overleg met logopedist(e) en dokter besproken worden of de medicatie eventueel in siroopvorm of dergelijke kan gegeven worden. Gebruik nooit een teutje op een teutbeker bij mensen met slikstoornissen! Met een teutje neem je een te grote slok, je voelt de drank niet aan de lippen maar meteen achteraan in de mond, zodoende is de kans op verslikken groot, met het risico op een slikpneumonie! Controleer steeds of de mond leeg is en er geen voedselresten meer op de tong liggen alvorens de volgende hap te geven. Voed traag en rustig, ga recht voor de patiënt zitten! Hoesten tijdens of na het eten betekent meestal verslikken. Als dit gebeurt, wees dan alert en vraag even een verpleegkundige om te komen controleren of alles in orde is. Breng meteen de logopediste op de hoogte. Als je een patiënt(e) gaat voeden, informeer dan even bij een verzorgende of verpleegkundige of er eventueel slikstoornissen zijn en zo ja, lees dan eerst aandachtig het slikadvies boven het bed van betreffende patiënt(e). Respecteer steeds deze tips! 7 / 13

8 Studenten van het 1 ste jaar verpleging of 7 de jaar verzorging mogen enkel patiënten voeden zonder slikstoornissen. Studenten van 2 de of 3 de jaar verpleging mogen patiënten voeden zowel met slikstoornissen als zonder slikstoornissen. 6. Contactname met de bejaarde Een gesprek voeren tijdens de ochtendverzorging Observeren van het gedrag van de bejaarde patiënt, proberen in te gaan op de aanwijzingen van de bejaarde, via de patiëntentoewijzing proberen de patiënt zo goed mogelijk te leren kennen, vb. wat kan de patiënt nog zelf? Omgaan met demente bejaarden 7. Leren gebruik maken van het verpleegdossier zelf leren invullen/aanvullen, plannen Schriftelijk leren rapporteren. De verpleegkundige waar je mee samenwerkt, kan je uitleggen hoe je het dossier moet gebruiken. Belangrijk is vooral dat als je parameters neemt, je die ook noteert in het dossier, zodat deze gegevens niet verloren gaan. De temperatuur van de patiënt wordt steeds in het blauw genoteerd in het dossier en de pols in het rood. Wanneer je de punten verbindt van de verschillende dagen krijg je een grafiek. 8 / 13

9 Naarmate de graad van opleiding en bereidheid/initiatiefname van de student kunnen nieuwe verantwoordelijkheden toebedeeld worden: Voor studenten van het laatste jaar kan dit evolueren naar : Een totaalzorg van een 2 of 4 persoonskamer Briefing van een 2 of 4 persoonskamer Aanwezig zijn bij de multidisciplinaire teamvergadering begeleiding van de patiënt bij specifieke onderzoeken Na elke zorg dient een schriftelijke rapportering te gebeuren, zodat belangrijke informatie bewaard blijft. Belangrijke informatie moet ook direct mondeling gerapporteerd worden aan de verantwoordelijke verpleegkundige (vb. koorts) Bij het begin van de stage wordt beslist of je aan de voorkant of aan de achterkant van de gang gaat meehelpen. De rest van de stageperiode blijf je aan diezelfde kant. Als je een patiënt moet volgen voor een patiëntenbespreking, kan je overleggen met de stagebegeleiding en hoofdverpleegkundige, stagementor of verantwoordelijke verpleegkundige aan jouw kant welke patiënt het meest geschikt zou zijn. Je kan dan ook vragen om die patiënt elke dag te verzorgen, zodat je zijn/haar evolutie goed kan volgen. Je bent in de mate van het mogelijke volledig zelf verantwoordelijk voor de patiënt die aan jouw is toegewezen, voor de duur van je stage en op jouw niveau. (Je kan natuurlijk altijd hulp vragen aan de verpleegkundige die met je samenwerkt) Probeer de patiënt zo goed mogelijk te leren kennen om potentiële problemen op te zoeken en zijn gewoonten te leren kennen : - Toediening van medicatie. (aangepast aan de graad van opleiding) - Volledige begeleiding en ondersteuning van de patiënt bij zijn onderzoeken. Je persoonlijke stage-evaluatie gebeurt mee door de verantwoordelijke verpleegkundige waar je mee samenwerkt en door de stagementor. Een hulpmiddel hierbij zijn de dagelijkse evaluatiefiches. Probeer deze geregeld aan te bieden. Voor het aanbieden ervan ben je zelf verantwoordelijk. 6 Huishoudelijk reglement Het huishoudelijk reglement van de afdeling is terug te vinden op de afdeling. Het is vooral van toepassing voor de medewerkers. Sommige items gelden ook voor studenten. Enkele aandachtspunten: Studenten zorgen zelf voor hun eten. Je kan zelf eten meebrengen of aan de kasdienst (gesloten tussen 12 en 12u45) bonnetjes kopen aan personeelstarief voor het buffet of warme maaltijden. Er geldt een algemeen rookverbod in het ziekenhuis. Medewerkers en studenten kunnen buiten roken. Je neemt de deur van het terras naast de ingang van de refter en loopt het terras over naar de rookhut. Je mag roken waar er asbakken staan. Het enige moment dat de dienst mag verlaten worden om te roken is tijdens de middagpauze. 9 / 13

10 7 Dagindeling Wanneer 6u45 7 à 7u15 start ochtendverzorging 7u45 9u Wat start vroege dienst. Briefing van de nachtdienst naar de vroege dienst. Als de achterkant gebrieft wordt, kijkt de verantwoordelijke vpk de medicatie al na en vice versa. De beloproepen worden beantwoord door studenten, zorgkundigen en verpleegkundigen van wie de kant op dat moment niet gebrieft wordt. De verantwoordelijke verpleegkundige bedeelt de medicatie + glycaemiebepalingen. De andere medewerkers en studenten beginnen met het ochtendtoilet van de patiënten. Er wordt onderling overlegd op welke kamer er gestart wordt, afhankelijk van ontslagen, onderzoeken, zorgzwaarte, en wie de parameters zal nemen. De parameters worden meteen in het dossier genoteerd. Bedeling ontbijt, voeden patiënten. Briefing van de verantwoordelijke verpleegkundige met de zaalarts en/of geriater. Afruimen ontbijt. De kar moet om 9u45 in de grote hal staan, wordt daar afgehaald door logistieke medewerkers. 9u30 à 10u Na de pauze Pauze medewerkers. Als er meerdere studenten aanwezig zijn, nemen die nadien samen hun pauze. Verder afwerken van de ochtendzorg, aanvullen dossiers. Opruimen keuken, spoelruimte, aanvullen linnen- en verbandkarren. Ontslagen van patiënten worden zoveel mogelijk gepland in de voormiddag. 11u30 Sart late dienst zorgkundige. Verpleegkundigen starten met toedienen middagmedicatie, glycaemiecontroles. 12u 12u30 Bedeling middagmaal Patiëntentoer: patiënten naar toilet helpen, verschonen, wisselhouding geven, in bed leggen,.. Tussen 12u en 14u 14u wordt er een half uur pauze voorzien voor de studenten en medewerkers om te eten. Tussendoor worden medische opdrachten uitgewerkt, ontslagen van patiënten voorbereid: familie en rusthuis verwittigen, transfernota s of medicatieblad opmaken,.. Briefing van vroege naar late ploeg. Dit is de meest uitgebreide briefing. Die gebeurt aan de hand van de patiëntendossiers. Op maandag en donderdag woont de ergotherapeut de briefing bij. 10 / 13

11 14u45 16u einde vroege dienst Verder uitwerken medische opdrachten, voorbereiden ontslagen, opnames nieuwe patiënten, beloproepen, familie te woord staan,. Bedeling medicatie, glycaemiebepalingen. 17u 18u 20u 21u15 00u Avondeten Patiëntentoer, I.V. medicatie van 18u Bedeling medicatie, glycamiebepalingen, parameters, aanvullen dossier Start nachtdienst. Briefing. De nachtvpk. gaat langs bij alle patiënten, stelt zich voor, hulp aan patiënten zo nodig. Klaar zetten medicatie, bestelling individuele medicatie. Patiëntentoer: verschonen, naar toilet helpen, wisselhouding. I.V medicatie van 00u toedienen. 04u 06u Patiëntentoer Invullen patiëntendossiers. Bloednames, I.V. medicatie 8 Eerste stagedag 8.1 Afspraken De eerste stagedag start je om 6u45, tenzij het op school anders afgesproken werd. Je krijgt een rondleiding op de afdeling en informatie over de werking. Je krijgt een kant toegewezen. Die blijft normaal gezien de hele stageperiode dezelfde. Elke student moet een persoonlijke badge dragen. Deze wordt op HR gemaakt op de eerste stagedag. Zij zijn enkel geopend op maandag en woensdag van 8-16u. Als je stage op een andere dag start, kan je de eerstvolgende maandag of woensdag je badge laten maken. Het uniform wordt enkel gedragen tijdens het werk. Je komt dus in andere kledij naar het ziekenhuis en je voorziet een apart paar schoenen om op stage te dragen. 11 / 13

12 8.2 Stage-uren De stage-uren worden, in overleg met jou, op de eerste dag van de stage opgesteld. Op onze afdeling zijn er 4 mogelijke shiften : vroege dienst van 6u45 tot 14u45 late dienst: van 11u30u tot 19u30 late dienst: van 14u tot 22u Nachtdienst (N15) : van 21u15u tot 7u15u Eventuele veranderingen, aanpassingen van je uren nadien kan in overleg met de mentoren of de hoofdverpleegkundige. Als student wordt er van je verwacht dat je op tijd op de afdeling toekomt zodat je de volledige overdracht kan bijwonen. Indien je door omstandigheden, zoals overslapen of ziekte, niet of later zal toekomen, verwachten we dat je ons telefonisch op de hoogte brengt. 12 / 13

13 9 Deze student stelt zich aan je voor Naam Leeftijd Opleidingsjaar School [Kleef hier je foto] Praktijklector Mentor Stage van / tot Specifieke leerdoelen Opmerkingen 13 / 13