Radiografische wind-/ regen-combisensor "KS555"

Transcriptie

1 Versie 05/04 Bestnr Radiografische wind-/ regen-combisensor "KS555" Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van CONRAD ELECTRONIC BENELUX B.V. Nadruk, ook als uittreksel is niet toegestaan. Druk- en vertaalfouten voorbehouden. Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische eisen bij het in druk gaan. Wijzigingen in de techniek en uitvoering voorbehouden. Copyright 2006 by CONRAD ELECTRONIC BENELUX B.V. Windmolenweg 42, 7548 BM Boekelo Internet: of

2 Belangrijk! Beslist lezen! Deze gebruiksaanwijzing is een integraal onderdeel van dit product. Er staan belangrijke aanwijzingen in betreffende de ingebruikneming en het gebruik. Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door! Bij schades, die ontstaan door het niet opvolgen van de handleiding, vervalt het recht op garantie. Voor volgschades, die hieruit ontstaan zijn wij niet aansprakelijk. Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig! Inhoudsopgave pagina 1. Correcte toepassing 3 2. Omvang levering 3 3. Verklaring van de symbolen 3 4. Veiligheidsaanwijzingen 4 5. Aanwijzingen betreffende batterijen / accu 4 6. Ingebruikneming 5 a) Algemeen 5 b) Batterijen plaatsen 5 c) Opstelling buiten 6 7. Batterijen vervangen 7 8. Verhelpen van storingen 8 9. Reikwijdte Onderhoud en verzorging 10 a) Algemeen 10 b) Schoonmaken van de combisensor 10 c) IJking regenhoeveelheid sensor Gebruik Verwijdering 13 a) Algemeen 13 b) Batterij- /accuverwijdering Technische gegevens Conformiteitsverklaring 14 Introductie Geachte klant, Hartelijk dank voor de aankoop van dit product. Dit product is EMV-getest en voldoet aan de eisen van de geldende Europese en nationale richtlijnen. De CE-conformiteit is bewezen; de betreffende documenten bevinden zich bij de fabrikant. Om deze toestand zo te houden en zeker te zijn van gebruik zonder gevaar, dient u zich als gebruiker te houden aan deze gebruiksaanwijzing! Lees eerst deze gebruiksaanwijzing volledig en zorgvuldig door voordat u het product in gebruik neemt. Alle in deze gebruiksaanwijzing voorkomende firmanamen en productaanduidingen zijn handelsmerken van de desbetreffende eigenaren. Alle rechten voorbehouden. Voor meer informatie kunt u kijken op of 2

3 1. Correcte toepassing De combisensor "KS555" is bedoeld voor gebruik in verbinding met het weerstation "WS555" De volgende sensoren zijn in de behuizing geïntegreerd: Regenhoeveelheid- sensor Regen-direct-herkenningssensor Windsnelheidssensor Temperatuursensor Luchtvochtigheidsensor De sensoren registreren de respectieve weercondities en sturen de meetwaarden door aan het weerstation via radiografische overdracht in het 868 MHz band (reikwijdte tot 100 m in het open veld, zie hoofdstuk 9). De stroomverzorging van de combisensor wordt via batterijen verzorgd (3x penlite/aa). Een andere toepassing dan hierboven beschreven kan leiden tot beschadiging van het product, bovendien bestaan er nog andere gevaren. Lees deze gebruiksaanwijzing volledig en aandachtig door, er staat veel belangrijke informatie in over opstelling, gebruik en bediening. 2. Omvang levering Combisensor Metalen stangen/ aardpen voor de combisensor Gebruiksaanwijzing 3. Verklaring van de symbolen Het symbool met het uitroepteken in de driehoek wijst op belangrijke aanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing, waar u beslist op moet letten. Het Hand -symbool is te vinden, als er bijzondere tips en aanwijzingen voor de bediening gegeven worden. 3

4 4. Veiligheidsaanwijzingen Bij schades die ontstaan door het niet opvolgen van deze gebruiksaanwijzing, vervalt het recht op garantie! Wij zijn niet aansprakelijk voor schades die hiervan het gevolg zijn! Bij materiële schade of persoonlijk letsel, die/ dat veroorzaakt wordt door het niet in acht nemen van de veiligheidsbepalingen, zijn wij niet aansprakelijk. In dergelijke gevallen vervalt elk recht op garantie. Gebruik dit product niet in ziekenhuizen of medische instituten. Hoewel de combisensor slechts relatief zwakke signalen uitzendt, kunnen die daar leiden tot functiestoringen van levensbehoudende systemen. Dit zelfde geldt mogelijker ook in andere bereiken. De combisensor is bij een correcte montage geschikt voor het onbeschermde buitengebied. Het product is geen speelgoed en niet geschikt voor kinderen. Om redenen van veiligheid en toelating (CE) is het eigenmachtig ombouwen en/ of veranderen van het product niet toegestaan. Laat het verpakkingsmateriaal niet achteloos rondslingeren. Plastic folie/ -zakken, piepschuim e.d. zouden voor kinderen en huisdieren gevaarlijk speelgoed kunnen zijn. Ga voorzichtig om met het product. Door stoten, slagen of vallen zelfs van geringe hoogte wordt het beschadigd. 5. Aanwijzingen betreffende batterijen / accu's Batterijen / accu s horen niet in kinderhanden. Let bij het inleggen van de batterijen / accu s op de juiste polariteit. Laat batterijen / accu s niet rondslingeren, er bestaat het gevaar dat ze door kinderen of huisdieren ingeslikt worden. Ga in een dit geval onmiddellijk naar een arts. Uitgelopen of beschadigde batterijen / accu s kunnen bij aanraking met de huid brandwonden veroorzaken, gebruik daarom in een dit geval geschikte veiligheidshandschoenen. Let er op dat batterijen / accu s niet kortgesloten of in het vuur gegooid worden. Er bestaat gevaar voor explosies! Demonteer nooit batterijen/ accu's! Gewone batterijen mogen niet opgeladen worden. Er bestaat gevaar voor explosies! Als het product langere tijd niet gebruikt wordt (b.v. bij opslag), haal dan de batterijen / accu s er uit, om schade door uitlopende batterijen / accu s te voorkomen. 4

5 6. Ingebruikneming a) Algemeen Let op het volgende: Neem eerst alle beschikbare buitensensoren in gebruik (batterijen plaatsen), pas daarna het basisstation zelf. Als u een andere volgorde aanhoudt, kan het gebeuren dat het basisstation de aanwezige buitensensoren niet herkent! Het verdient beslist aanbeveling het basisstation met alle buitensensoren eerst binnenshuis uit te proberen, voor u de buitensensor(en) in de openlucht monteert. De afstand tussen basisstation en buitensensoren dient echter minimaal 2 m te bedragen, om interferenties te voorkomen. Als u later na de montage van de buitensensoren vaststelt dat bv. één van deze niet ontvangen wordt kunt u met zekerheid van uitgaan dat de radiografische ontvangst te slecht is (en de buitensensor geen fout heeft). U bespaart door deze eerste functietest het omslachtige en tijdrovende zoeken naar fouten achteraf. b) Batterijen plaatsen Open de behuizing van de combisensor. Draai eerst het onderste deel van de behuizing zoals hiernaast aangegeven een stukje in de richting van de pijl (1) en trek daarna de behuizing voorzichtig naar beneden (2). Leg daarna drie batterijen (AA, penlite) met de juiste polariteit in het batterijvak, zie afbeelding rechtsonder. Het gebruik van accu s is mogelijk, daarbij worden echter door de lagere spanning/ capaciteit zowel het bereik als de gebruiksduur minder! Gebruik om die reden bij voorkeur hoogwaardige alkalinebatterijen. De combisensor bevindt zich nu ongeveer 5 minuten in de synchronisatiemode. Hij zendt daarbij circa alle 3 seconden een datapakket. Dit maakt het voor het basisstation eenvoudiger om de combisensor te vinden. onderkant Plaats binnen deze 5 minuten de batterijen in het basisstation. Sluit de behuizing van de combisensor (omgekeerde volgorde en richting dan voor het openen). Schuif de behuizing naar boven en vergrendel deze weer. 5

6 c) Opstelling buiten De plaatsing, b.v. in de tuin, dient, zoals hiervoor al eerder gezegd is, pas na een succesvolle functietest te gebeuren. Zet de standvoet in elkaar. Vervolgens wordt de combisensor boven op de standvoet gemonteerd en buiten opgesteld. Een gunstige plek voor de combi- sensor te vinden kan moeilijk worden, want de combisensor moet indien mogelijk in de schaduw staan, om de temperatuurwaarden correct te meten. Oftewel de temperatuursensor in de combisensor in een afgeschaduwd en geventileerd gedeelte van de behuizing ligt, kan directe sterke zonnestraling de gemeten temperatuurwaarde echter beïnvloeden. Anderzijds moet ook aan de functie van wind- en regensensor gedacht worden. De nabijheid van gebouwen, bomen e.d. kan de meetwaarden van wind- en regensensor vervalsen, bovendien storen bladeren in de regensensor de werking. Als u een geschikte plaats gevonden heeft, steekt u de aardpen diep in de grond, om een vaste stand van de combi- sensor te garanderen. Afhankelijk van de soort grond moet dit ongeveer cm zijn, zodat de combisensor zich op een hoogte van ca. 2 m bevindt. Denk bij de keuze van de opstelplek aan de veiligheid voor kinderen, huisdieren of voertuigen enz. Door het omvallen van de combi- sensor bestaat gevaar voor verwondingen resp. gevaar voor beschadigingen aan voertuigen of voorwerpen. Het onderste stuk van de aardpen kan ook m.b.v. een hamer in de grond geslagen worden. Daartoe dient u echter beslist een geschikt blok te gebruiken, opdat het bovenste uiteinde van de buis niet beschadigd wordt (geen montage van de andere buizen meer mogelijk). Verlies van garantie! Let er op, dat op de plek waar u de aardpen in de grond wilt slaan, geen leidingen gelegd zijn (b.v. slangen voor een bewateringssysteem, stroomkabel voor buitenstopcontacten e.d.). 6

7 7. Vervangen van de batterijen Afhankelijk van het type batterij of accu dat u gebruikt is de vervanging heel verschillend. Lage temperaturen hebben eveneens een negatieve invloed op de levensduur van de batterijen en vooral bij accu's. Bij gebruik van hoogwaardige alkaline-batterijen is een levensduur van max. 2 jaren mogelijk. Daarentegen moeten accu's of goedkope zinc-koolstof-batterijen vaker vervangen worden. Wanneer op het ontvangstapparaat (b.v. het basisstation "WS555") langer dan 24 uur geen dataontvangst plaatsvindt moeten de batterijen vervangen worden. Controleer eerst of er niet een storing in de radiografische overdracht aanwezig is. Ook in dit geval verschijnt geen weergave op het display van het basisstation. Eventueel kan zich een groot metalen voorwerp in het zendtraject bevinden (bv. een geparkeerd voertuig). Open de behuizing van de combisensor zoals in hoofdstuk 6. b) beschreven. Vervang de complete set batterijen door nieuwe batterijen en sluit daarna de combisensor weer. Eventueel moet na het vervangen van de batterijen een nieuwe synchronisatie met het basisstation uitgevoerd worden (batterijen uit het basisstation halen en opnieuw plaatsen). De data (min-/max-geheugen enz.) in het basisstation gaan hierbij verloren. Na het vervangen van de batterijen zendt de combisensor ongeveer 5 minuten lang alle 3 seconden een datapakket met de gemeten waarden. Dit vergemakkelijkt een herkenning van de combisensor door het basisstation. Indien het basisstation na ongeveer minuten de combisensor niet heeft herkent, dan haalt u de batterijen uit de combisensor, basisstation en andere sensoren van het systeem. Wacht daarna ten minste 60 seconden. Vervolgens voert u dezelfde handelingen uit als bij de eerste ingebruikneming: Batterijen in de combisensor (en in andere sensoren van het systeem) plaatsen. Binnen max. 3-4 minuten de batterijen in het basisstation plaatsen. Aansluitend moet het basisstation de sensoren herkennen. Als er nog steeds geen ontvangst vastgesteld wordt test u het basisstation, combisensor en andere sensoren van het systeem zoals beschreven in hoofdstuk 6. a). 7

8 8. Verhelpen van storingen Probleem Geen ontvangst Storen van andere apparaten door de combisensor Problemen bij de synchronisatie Oplossing De afstand tussen basisstation en combisensor is te groot. Verander de opstelplek van de combisensor. Voorwerpen, b.v. afschermende materialen (bv. een voertuig), hinderen de ontvangst. Verander de opstelling van combisensor en basisstation. De batterijen van de combisensor zijn zwak of leeg. Leg om dat te controleren als proef nieuwe batterijen in de combisensor. Een andere zender op dezelfde of naburige frequentie stoort het zendsignaal van de combisensor. Dit kunnen b.v. hoofdtelefoons, zendergestuurde luidsprekers of soortgelijke apparaten zijn. Dergelijke apparaten worden meestal niet permanent gebruikt; de zendontvangst kan bv. de volgende dag perfect zijn, hetgeen het zoeken naar de oorzaak bemoeilijkt. Indien mogelijk, een andere frequentie op de apparaten instellen, hiermede kunnen ontvangstproblemen verholpen worden. De combisensor zend tijdens de normale werking ca. alle 3 minuten voor 100 ms (0,1 s) zijn data naar het basisstation. In deze korte periode zijn storingen van andere apparaten mogelijk. Zo zou bv. bij een hoofdtelefoon alle 3 minuten een zeer kort storingssignaal hoorbaar kunnen zijn. Bij het plaatsen van de batterijen in de buitensensoren en het basisstation (exact deze volgorde aanhouden!) bevinden deze apparaten zich in de synchronisatiemode. Hier wordt ongeveer vijf minuten lang alle 3 seconden seconden een datatelegram verzonden, hetgeen de herkenning en aanmelding van de buitensensoren aan het basisstation versnelt. Om een nieuwe synchronisatie af te dwingen, haalt u de batterijen uit het basisstation en de buitensensoren. Wacht daarna minstens 60 seconden, voor u de batterijen weer in de buitensensoren en als laatste in het basisstation legt (deze volgorde beslist aanhouden eerst de batterijen in alle aanwezige buitensensoren plaatsen, daarna pas in het basisstation). Daarbij gaan echter alle waarden/ data, die in het basisstation opgeslagen zijn, verloren (b.v. minimum- en maximumwaarden, maar ook datum, tijd enz.). Voor u de combisensor in uw tuin plaatst, dient u een functietest uit te voeren zoals beschreven in hoofdstuk 6. 8

9 9. Reikwijdte De reikwijdte van de overdracht van de zendsignalen naar het basisstation bedraagt onder optimale omstandigheden tot 100 m. Dit wordt ook vaak aangeduid als vrije veld bereik. Deze ideale opstelling (b.v. basisstation en combisensor op een vlak open terrein, zonder bomen, huizen enz.) wordt echter in de praktijk nooit aangetroffen. Normaalgesproken wordt het basisstation in huis opgesteld, de combisensor in de tuin en andere buitensensoren bv. in bijgebouwen, b.v. een volière of garage. De reikwijdte kan aanzienlijk beperkt worden door: Muren, plafonds van gewapend beton Gelaagd geïsoleerd glas Voertuigen Bomen, struiken, aarde, rotsen Nabijheid van metalen en geleidende voorwerpen (b.v. radiatoren) Nabijheid van een menselijk lichaam Breedbandstoringen, b.v. in woongebieden (DECT- telefoons, mobieltjes, draadloze hoofdtelefoons en luidsprekers, andere zendergestuurde weerstations, babyfoons e.d.) Nabijheid van elektrische motoren, trafo s, netvoedingen, computers Nabijheid van slecht afgeschermde of open gebruikte computers of andere elektrische apparaten. Omdat de plaatselijke omstandigheden op elke opstelplek anders zijn, kan een bepaald bereik niet gegarandeerd worden. Als het basisstation geen data van de combisensor of eventueel extra aanwezige buitensensoren ontvangt (ondanks nieuwe batterijen), verklein dan de afstand tussen basisstation en buitensensoren, verander de opstelplaats. 9

10 10. Onderhoud en schoonmaken a) Algemeen Controleer regelmatig de technische veiligheid van dit product, bv. op beschadiging van de behuizing. Als er aangenomen kan worden dat gebruik zonder gevaar niet meer mogelijk is, dient u het product buiten werking te stellen en te beschermen tegen het per ongeluk in werking stellen door derden. Verwijder de batterijen. U kunt aannemen dat gebruik zonder gevaar niet meer mogelijk is, als: Het apparaat zichtbaar beschadigd is Het apparaat niet meer functioneert Na langdurige opslag onder ongunstige omstandigheden Na zware transportomstandigheden. Voordat een onderhoud of reiniging van het apparaat uitgevoerd wordt, dient u beslist te letten op onderstaande veiligheidsaanwijzingen: Verwijder de batterijen uit het apparaat voordat deze schoongemaakt, onderhouden of gerepareerd wordt. Er bevinden zich geen onderdelen in het product die onderhoud nodig hebben. De behuizing mag niet geopend worden, behalve voor de werkzaamheden die in deze gebruiksaanwijzing genoemd worden. Een reparatie mag alleen gebeuren door een vakman, die van de daaraan verbonden gevaren resp. de desbetreffende voorschriften op de hoogte is. b) Schoonmaken van de combisensor Als de combisensor langere tijd buiten heeft gestaan, kan zich op het kunststof oppervlak vuil verzamelen. Dit kan met een zachte doek, die met water bevochtigd wordt, snel verwijderd worden. Spuit de combisensor in geen geval met bv. een tuinslang schoon, omdat de sensor alleen tegen regen van boven beschermd is en niet tegen stralen water van opzij en van onderen. Controleer af en toe de regenhoeveelheidsensor: Afhankelijk van de plek waar de regensensor staat kunnen bladeren, met de wind meegedragen vuiltjes, zand, kleine takjes e.d. in de opvangtrechter van de regenhoeveelheidsensor terechtkomen. Grotere delen kunnen daarbij de doorstroom verstoppen! In de telwip kan zich ook zand verzamelen, dat naarmate de hoeveelheid groter is het meetresultaat kan vervalsen. Daarom minimaal 1 x per jaar de regenhoeveelheidsensor schoonmaken. 10

11 Handel daarbij als volgt: Maak het onderste gedeelte van de regenhoeveelheidsensor open, draai daartoe het onderste gedeelte ca. 1 cm naar links, tot u het aan de metalen buis naar onderen kunt laten glijden. Verwijder de bovenste opvangtrechter, door hem eerst een klein stukje naar rechts te draaien; daarna tilt u hem er naar boven af. De regenval- sensor (het kunststofgedeelte met de beide messingstiften en de kabel) kan er nu uitgehaald worden. Let op de oriëntering, aan de ene kant bevindt zich de verbindingskabel van de regenvalsensor. Verwijder de telwip. Let op de oriëntering, aan één kant van de telwip bevindt zich een kleine magneet. Maak nu de onderdelen van de regensensor schoon. Denk ook aan het afvoergat in het onderste gedeelte uit kunststof van de regensensor, dat u aan de metalen buis naar onderen geschoven heeft. Voor het in elkaar zetten zet u eerst de telwip in de houder. Daarbij moet de magneet van de telwip zich aan de kant bevinden die naar de kabel wijst. De beide onderste trapezestiften moeten in het onderste deel van de houder gestoken worden. Alleen daardoor wordt gegarandeerd, dat de telwip makkelijk beweegt. 11

12 Steek de regenval- sensor in de houder. Hij houdt ook automatisch de telwip vast. Slechts één oriëntering is correct. De kabel van de regenvalsensor en de magneet van de telwip moeten zich aan dezelfde kant bevinden. De kunststofnok aan de andere kant moet precies in de houder gestoken zijn, zie in de cirkel in de afbeelding rechts. Zet de opvangtrechter van boven op de sensordrager en laat hem door naar links te draaien inklinken. Schuif het onderste gedeelte van de regenhoeveelheidsensor naar boven en vergrendel het door naar rechts te draaien tot hij inklikt. De afvoergaten in het onderste gedeelte van de behuizing moeten daarbij ook naar buiten toe wijzen, zodat het water niet op de metalen standaard terechtkomt. c) IJking van de regensensor Het meetsysteem van de regenhoeveelheid- sensor is al af fabriek op hoge precisie afgesteld. Daarom is normaalgesproken een ijking NIET noodzakelijk. Het ijken duurt behoorlijk lang (min. 10 minuten) en moet heel precies en zorgvuldig uitgevoerd worden, omdat anders de precisie veel geringer is dan de reeds aanwezige. De precieze beschrijving voor het ijken vindt u in de gebruiksaanwijzing van het weerstation "WS555". 11. Gebruik Let op alle veiligheidsaanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing! Het product mag niet geopend of gedemonteerd worden (afgezien van de in deze gebruiksaanwijzing genoemde werkzaamheden (batterijen vervangen of het schoonmaken). De combisensor is weliswaar beschermd tegen neerslag van boven, maar niet van de zijkant of van onderen. Vermijd daarom beslist het natspuiten via bv. een tuinslang of een ander bewateringssysteem. Kies een opstelplek zodat kinderen de combisensor niet kunnen kantelen; plaats de combisensor niet in de buurt van voertuigen, glazen deuren/-ramen of derg.! Er bevinden zich geen onderdelen in dit product die door u onderhouden moeten worden. Bovendien vervalt daardoor de toelating (CE). Al door een val van geringe hoogte wordt het product beschadigd. 12

13 12. Verwijdering a) Algemeen Verwijder het onbruikbaar geworden product volgens de geldende wettelijke bepalingen. b) Verwijdering batterijen / accu s U bent als eindverbruiker wettelijk (Batterijwetgeving) verplicht alle verbruikte batterijen en accu s weer in te leveren; het is verboden ze met het huisvuil mee te geven! Batterijen en accu s die schadelijke stoffen bevatten zijn voorzien van dit symbool, dat wijst op het verbod ze via het huisvuil te verwijderen. De aanduidingen voor de daarvoor verantwoordelijke zware metalen zijn: Cd = cadmium, Hg = kwik, Pb = lood (aanduiding staat op de accu b.v. onder het hiernaast afgebeelde containersymbool). U kunt verbruikte accu s en batterijen inleveren bij verzamelbakken in alle winkels waar batterijen verkocht worden, of bij het gemeentelijk inzamelpunt voor klein chemisch afval. Hiermee voldoet u aan de wettelijke eisen en levert u uw bijdrage aan de bescherming van het milieu. 13. Technische specificaties Meetinterval Zendfrequentie : ca. 3 minuten : 868,35 MHz Bereik in het vrije veld : max. 100 m (let op hfdst. 9!) Spanningvoorziening : 3x penlite (AA), type alkaline aanbevolen Temperatuurmeetbereik : -29,9 C tot +79,9 C Resolutie : 0,1 C Precisie : ± 0,8 C Meetbereik rel. luchtvochtigheid : 0% - 99% Resolutie : 1% Precisie : ± 5% Regenhoeveelheidaanduiding Resolutie Windsnelheid Resolutie : 0 tot 999 mm : < 0,3 mm : km/u : tot 100 km/u: 0,1 km/u; boven 100 km/u: 1 km/u Bij beginnende regen wordt een melding gestuurd met het volgende datapakket in het kader van de meetinterval. 13

14 14. Conformiteitsverklaring ("DOC") 14