Verslag vegetatieonderzoek Asschatterweg Leusden. Afdeling Amersfoort e.o.

Transcriptie

1 Verslag vegetatieonderzoek Asschatterweg Leusden Afdeling Amersfoort e.o. 1

2 Inhoudsopgave 1 Voorwoord 2 Historie van de Asschatterweg 3 Wijze van werken 4 esultaten veldonderzoek 5 Plantengemeenschappen langs de Asschatterweg 6 Analyse vegetatie versus bodem 7 Foto s van enkele bijzondere planten 8 Samenvatting en conclusies Bijage 1: Plantensoortenlijst met abundanties Asschatterweg Colofon: Opdrachtgever: Gemeente Leusden Opdrachtnemer: KNNV Afdeling Amersfoort en omgeving Tekst: Arie van de Bremer met hulp van Joop de Wilde, Kees Both en Tom Huijbregts; GPS ondersteuning plantenlocatiekaarten: Joop de Wilde Veldonderzoek: Arie van den Bremer (coördinator), Joop de wilde, Tom Huijbregts en Geert Hurkens Luchtfoto inleiding: Google earth Foto historische kaart inleiding;bron niet bekend Overige kleurenfoto s: Arie van den Bremer Datum: 1 augustus

3 1 Voorwoord Zomer 2012 heeft de gemeenteraad van Leusden besloten een fietspad aan te leggen langs de Aschatterweg in Leusden. Zie foto in hoofdstuk 3. De weg is circa 4,5 km lang te beginnen bij het Valleikanaal (op foto links) en eindigend voor de bebouwde kom van Achterveld (op foto rechtsboven). Het eerste stuk tot aan de Laapeerseweg ligt aan de westzijde, voorbij de Laapeerseweg aan de zuidzijde en na de Postweg aan de oostzijde. Links en rechts van de weg staan een beperkt aantal vrijstaande woningen en boerderijen. Het algemene karakter is een weg met links en rechts laanbomen en bermsloten en daar achter weilanden, akkers en bospercelen. Het wegprofiel dat in het onderzoek uitgangspunt is geweest is weergegeven in bijgaande figuur. Omdat de weg al eeuwen bestaat is het niet uitgesloten dat er een interessante vegetatie voorkomt met misschien wel beschermde soorten. Als die gevonden zouden worden rijst de vraag hoe hier mee om te gaan bij de aanleg van het fietspad. Dat was een reden voor de KNNV Afdeling Amersfoort en omgeving om aan de gemeente Leusden te vragen een vegetatieonderzoek te mogen uitvoeren. Dat verzoek is door de gemeente gehonoreerd. Als tegenprestatie zijn de kosten van het drukken van dit verslag vergoed door de gemeente Leusden. Met het onderzoek is begonnen in het najaar van 2011 en afgerond medio Het volledige traject werd drie maal geinventariseerd om najaars-, voorjaars en zomerplanten goed te kunnen observeren. 3

4 2 Historie van de Aschatterweg. De Asschatterweg kent een lange historie. Leusden is oorspronkelijk opgebouwd uit een zestal gerechten. Het gerecht Asschat was ongeveer 500 ha groot en lag tussen de Moorsterbeek (zuid), de Modderbeek (noord), Hamersveld (west) en de Zandbrinkermolen (oost). Carel Alexander van Berck had in 1645 huize Heiligenberg gekocht en werd twee jaar later de eerste heer van Asschat. Hij verbeterde de wegen in zijn gebied en had het geluk dat in 1656 de officiële route van de postkoets naar de Asschatterweg werd verlegd. Het heffen van tol bracht vroeger veel geld op. Tot 1656 werd van de noordelijker gelegen Hessenweg gebruik gemaakt maar het toenemend vrachtverkeer uit Duitsland deed de weg geen goed omdat de zware hessenwagens een steeds grotere spoorbreedte hadden. Om van de Veluwe naar Amersfoort te komen waren dit de enige begaanbare wegen. Daarbuiten was de bodem veel te nat. Goederen uit Duitsland met bestemming Amsterdam werden in Amersfoort verscheept via de Eem en de Zuiderzee De Asschatterweg loopt nu van Leusden-centrum naar Achterveld maar dat was voor 1924 niet zo. Toen ging de Asschatterweg bij hoeve Groot Zandbrink over in de (wat nu heet) Postweg richting Barneveld. Op bijgevoegd kaartje van 1868 heet de Postweg nog Asschatterweg. De weg lag tussen de Moorsterbeek en de Modderbeek in wat er op duidt dat deze weg iets hoger ligt dan de omgeving. Waarschijnlijk een op rug van dekzand (opgewaaid zand uit het westen van de provincie). De weg eindigde bij boerderij Kleine iet. Pas in 1924 werd er een verbinding gemaakt tussen de Asschatterweg en de Hessenweg in Achterveld. Die verbinding heette tot na de oorlog de Nieuwe weg. Na de oorlog is er de naam Koningin Julianaweg aan gegeven. 4

5 3 Wijze van werken De Asschatterweg is verdeeld in 10 duidelijk herkenbare wegvakken met een gemiddelde lengte van ca. 500 m. Zie foto. Vak 1 is ter hoogte van de volkstuinen bij het Valleikanaal in Leusdencentrum en vak 10 is de Koningin Julianaweg in Achterveld. Bij de inventarisatie is links en rechts gescheiden. Alleen bij de Koningin Julianaweg is er alleen aan de oostzijde geïnventariseerd omdat er aan de westzijde veel woonbebouwing is. Er zijn dus 19 subvakken. Per subvak zijn de kruidachtige plantensoorten geïnventariseerd. De bomen niet omdat door de gemeente een apart bomenonderzoek is uitgevoerd. Per aangetroffen soort is vervolgens de abundantie vastgesteld (hoeveel planten van die soort in stuks). De waardering van de abundantie is te lezen in de kop van bijlage 1. Verder is onderzocht of er soorten planten zijn die mogelijk een bepaalde plantengemeenschap vormen en zo ja, of er een relatie is te leggen met de bodem en waterhuishouding. Uiteraard is gekeken naar het voorkomen van zogenaamde rode lijstsoorten omdat die bij de aanleg van het fietspad beschermd moeten worden. Als dat niet kan dan moet er een ontheffing van de bescherming worden aangevraagd. Van een aantal minder algemene soorten zijn de locaties met coördinaten vastgelegd. Daarvoor is het systeem van ijksdriehoekmeting gebruikt. De coördinaten zijn separaat aan de gemeente ter beschikking gesteld. Van een paar soorten zijn de locaties op kaartjes vastgelegd. Alhoewel mossen en korstmossen niet de hoogste prioriteit bij het onderzoek hadden is er wel naar gekeken en met interessante resultaten. 5

6 Volkstuin West Volkstuin Oost Tot Daatselaar Zuid Tot Daatselaar Noord Daatselaar tot 213 Zuid Daatselaar tot 213 Noord tot steeg Zuid tot steeg Noord 217 tot 219 Zuid 217 tot 219 Noord 219 steeg tot N. Zandbrink Zuid 219 steeg tot N. Zandbrink Noord N. Zandbrink tot Postweg Zuid N. Zandbrink tot Postweg Noord Postweg tot De iet Oost Postweg tot De iet West De iet tot Modderbeek Oost De iet tot Modderbeek West Modderbeek tot centrum Oost Volkstuin West Tot Daatselaar Daatselaar tot tot steeg 217 tot steeg tot N. Zandbrink N. Zandbrink tot Postweg Postweg tot De iet De iet tot Modderbe Modderbeek tot centrum 4 esultaten veldonderzoek In bijlage 1 is een tabel opgenomen met de soorten die per subvak voorkomen en hun abundantie. Totaal zijn er 225 soorten aangetroffen waarvan 44 soorten maar in 1 subvak en 27 in 2 subvakken. In tabel 1 is het aantal soorten per vak weergegeven en in tabel 2 het aantal soorten per subvak. Het aantal soorten per vak verschilt aanzienlijk. Het aantal soorten in de omgeving van de Postweg is het grootst. Vak 10 moet daarbij buiten beschouwing worden gelaten omdat daar alleen de oostzijde van de weg is onderzocht. Er is ook gekeken of er verschil is tussen de ene en de andere kant van de Asschatterweg. De soortenrijkdom is aan beide zijden van de Asschatterweg nagenoeg gelijk (in tabel 2 is in geel aangegeven de west-, zuid en oostkant van de weg). Gemiddeld aan genoemde zijde (gele subvakken) 76 en aan de andere zijde 73 soorten. Tabel 1 Aantal soorten per vak Nummer van het subvak Naam van het subvak Totaal aantal soorten per vak Tabel 2 Aantal soorten per subvak Nummer van het subvak 1a 1b 2 a 2b 3b 3a 4a 4b 5a 5b 6a 6b 7a 7b 8a 8b 9a 9b 10a Naam van het subvak Totaal aantal soorten per subvak Er zijn plantensoorten die overal voorkomen en die niet overal voorkomen. In tabel 3 is een selectie gemaakt van soorten die niet overal voorkomen. Vervolgens zijn die soorten geordend naar locatie. De tabel begint bovenaan met de soorten die in het westelijk deel van de Asschatterweg voorkomen en eindigt onderaan met de soorten in het oostelijk deel (Postweg en 6

7 omgeving). De verklaring van de codering van de abundantie (hoeveel planten) is te vinden in bijlage 1. In hoofdstuk 5 is aangegeven welke plantengemeenschappen hier min of meer aanwezig zijn. Tabel 3 elatie tussenplantensoorten en tracé Asschatterweg Code deelgebied 1a 1b 2a 2b 3a 3b 4a 4b 5a 5b 6a 6b 7a 7b 8a 8b 9a 9b Gewone veldbies O A La O O A A A A S S F Gewoon reukgras F Cd A O A F S F F O F F Gewoon speenkruid A O A A F A A O O S S A O F Gewoon varkensgras O O O O O O S O O O O S O F Grote weegbree A F F A A F A A F A F A F F Kruipende boterbloem F F O A A O O F O O A O F Veldzuring F O O F O F A O F A F A F S O O Zwarte nachtschade Mannagras O O S O F O A F Moerasrolklaver S O F F A O S S S O O S S O S Moerasspirea O O O F S A A A F S S Oeverzegge S Ld Ld Ld O Ld A F Smalle weegbree A F A F A F A F F A F A F A O O Zachte dravik F F F F F F S F O O Gestreepte witbol A F A A A A A A A A F A F A F O O F Scherpe boterbloem F O O O S F F O O F O F F S S S Gele lis S S Grote wederik F S S O S F O F O F F A Liesgras A A F La La A F A F A Slanke waterkers F Madeliefje A F S O A Penningkruid O A O A S Scherpe zegge F Wolfspoot S F S Zilverschoon A O A A A A F F O F F S F Greppelrus O A S A F S S O Grote kattenstaart S S O O O S S Bosanemoon O La Ld A Ld O F Ld Ld Bosveldkers S A O A F S A S Brede stekelvaren S O S F F O O O O O S Dalkruid Ld Ld Akkerdistel O F S F S O Dopheide Duizendblad O O S O O O S O O Echte guldenroede S Fijn schapengras O A O F A A A Gewone salomonszegel F S O Gewoon struisgras F O F O O A F A O A Grote muur Ld La La La O Ijle zegge F O S S A S S S Kale jonker O S S S S Moeraswalstro S S S S F S O Veldrus S S F F F A O S F Vertakte leeuwentand O Vogelwikke S S Waterviolier Zompvergeet-mijnietje S S 10 a 7

8 Moerasvergeet-mijnietje O A F O Hoge cyperzegge Zwarte zegge A A A Adelaarsvaren S La S La A F O Framboos S O O F Gewone klit O O S Grasmuur S O O O Hengel O O A A A Holpijp F F Kropaar O F F O O A A F Wilde kamperfoeli O F F F Pilzegge Pijpenstrootje A A F Schapenzuring O F O S S O Schermhavikskruid A O O A A A F Struikheide S Tormentil Veelbloemige veldbies S O O O F Hierna volgen locatieoverzichten van bosanemonen, biezen en zeggen Bosanemonen Asschatterweg 8

9 Biezen en zeggen langs de Asschatterweg Bijzondere planten: Dalkruid, Echte guldenroede, Gewone salomonszegel, Holpijp, IJzerhard, Kroontjeskruid, Kruipend zenegroen, Lelietje van Dalen, Melkeppe, Penningkruid, Peterselie braam, Wilde Bertram en Wolfsmelk. 9

10 5 Plantengemeenschappen langs Asschatterweg (bewerkt door Kees Both) De samenstelling van de grond en omgeving bepalen in grote mate welke planten we kunnen aantreffen. Andersom is dat ook zo. De grondsoort en de omgevingsfactoren bepalen ook in grote mate welke planten we kunnen verwachten. Planten die we in een zeker verband aantreffen noemen we plantengemeenschappen. In de wereld van de plantengemeenschappen kent men de begrippen kensoorten en begeleidende soorten. Planten groeien niet willekeurig door elkaar. In het water groeien geen klaprozen en geen waterlelies in het bos. Het samen voorkomen van planten geeft veel informatie over de omgeving, in het bijzonde klimaat, bodem (zuurgraad, voedselrijkdom, bodemstructuur), waterhuishouding en landgebruik (inclusief beheer). De vegetatie gedraagt zich als een zeer nauwkeurig instrument waarbij de kleinste verandering onmiddellijk zorgt voor verschuiving in de soortensamenstelling en in de onderlinge verhouding van de aantallen. Het vakgebied dat zich richt op de studie van de vegetatie is de vegetatiekunde of plantensociologie. Centraal in de plantensociologie staat het begrip plantengemeenschap, dat wil zeggen een zelfstandige duidelijk afgebakende terreineenheid met een kenmerkende floristische samenstelling en vegetatiestructuur. Het is interessant te weten of het mogelijk is aan de hand van de voorkomende soorten en hun aantallen iets te zeggen over de omgevingsfactoren van de Asschatterweg. In bijlage 1 is per vak een opsomming geven van voorkomende soorten en hun abundantie. Als bron is gebruikt het boek Veldgids Plantengemeenschappen van Nederland door Joop Schaminée enz, KNNV-uitgeverij Zeist Het boek kent hoofdsleutels met daarbinnen een aanduiding van klassen. Daarbinnen worden weer verbonden en associaties onderscheiden. Associaties zijn te herkennen aan de hand van kensoorten en begeleidende soorten. Door de soortenlijst van planten, gevonden langs de Asschatterweg (zie bijlage 1), te vergelijken met de soorten per associatie in genoemde veldgids, komen we uit op de volgende associaties: 1. Associatie van Hengel en Gladde witbol 2. Oeverzegge associatie 3. Associatie van moerasspirea en echte valeriaan. De relatie tussen associaties en soorten planten is zichtbaar gemaakt in tabel 3. In de Veldgids worden meer soorten vermeld, maar die zijn om praktische redenen weggelaten. De vraag is nu of bovengenoemde drie associaties iets zeggen over de omgeving. In tabel 2 is overgeschreven wat er in de veldgids over deze drie associatie is beschreven. We trekken de volgende voorzichtige conclusies: 1. De associatie van Hengel en Gladde witbol bevindt zich vooral langs het oostelijk deel van de Aschatterweg (vakken van Nieuw Zandbrink tot centrum Achterveld) 2. Er komt plaatselijk veel Oeverzegge voor (vakken 5, 6 en 7.) maar er is enige twijfel over deze keuze gezien de omschrijving van de omgevingsfactoren. 3. De associatie van Moerasspirea en Echte valeriaan is duidelijk wel aanwezig in de vakken tussen het Valleikanaal en Nieuw Zandbrink. Hier is goed te zien dat het hier veel natter en veniger is dan in het deel bij de eerste conclusie (Hengel en Gladde witbol) tussen Nieuw Zandbrink en het Centrum van Achterveld Tabel 2 Beschrijving omgevingen van de associaties volgens de Veldgids 1. Hengel en Gladde witbol blz. 242 De sterk bedreigde gemeenschap komt voor op tamelijk voedselarme, kalkarme, matig vochtige tot droge standplaatsen. Meestal betreft het lemige dekzanden en in de periode van de ijstijden 10

11 gestuwde afzettingen. Ook komt zij voor op zand met keileem ondiep in de ondergrond. De Ph van de bovengrond is laag, gewoonlijk 4 of lager de bodem bevat meer humus dan de verwante associatie van Boshavikskruid en Gladde witbol. 2.Oeverzegge blz. 145 De gemeenschap groeit vooral in kleigebieden. Zij komt voor in zoet tot enigszins brak water met een hoog gehalte aan basen, carbonaat en sulfaat. Zij heeft met name in laagveengebieden een voorkeur voor brak water. De oeverzegge-associatie komt van alle zeggengemeenschappen op de meest voedselrijke standplaatsen voor en zij is het meest zout tolerant. Het voorkomen van de gemeenschap worden bevorderd door wisselende waterstanden, branden en een onregelmatig of niet langer uitgevoerd maaibeheer 3.Moerasspirea en Echte valeriaan blz. 331 De gemeenschap groeit op voedselrijke, zwak zure tot neutrale standplaatsen langs wateren van sterk uiteenlopende grootte en dynamiek, waaronder sloten, kanalen, plassen, beken en greppels. De bodem bestaat uit sterk humeuze zand- en leemgronden en is plaatselijk ook venig of kleiig. De grondwaterspiegel bevindt zich meestal enkele centimeters tot enige decimeters beneden het maaiveld. De samenstelling van de gemeenschap varieert met de grondsoort. Een grazige vorm op zand- en leemgrond wordt gekenmerkt door Gestreepte witbol, Veldzuring en Scherpe boterbloem. Tabel 3 Associaties en hun soorten planten langs de Asschatterweg Associatie Kensoorten Begeleidende soorten Gevonden soorten langs de Asschatterweg 1. Hengel en Gladde witbol blz.242 Echte guldenroede Zomereik Gladde witbol Wilde kamperfoelie Hengel Adelaarsvaren Schermhavikskruid Dalkruid Pijpenstrootje Gewone braam Tormentil Fraai haarmos Gewoon sterrenmos Adelaarsvaren 2.Oeverzegge blz. 145 Oeverzegge Bitterzoet Scherpe zegge Watermunt Moeraswederik iet Gele lis ietgras Liesgras Wolfspoot Holpijp Grote egelskop 3.Moerasspirea en Echte valeriaan blz. 331 Moerasspirea iet Echte valeriaan Gele lis 11

12 Haagwinde Gewone smeerwortel Koninginnenkruid Harig wilgenroosje Grote brandnetel ietgras Grote wederik Gewone engelwortel Gestreept witbol Liesgras 12

13 6 Analyse vegetatie versus bodem De Asschatterweg loopt vanuit Leusden centrum gezien van Valleikanaal tot begin Julianaweg in Achterveld. Voor het onderzoek is de weg verdeeld in 10 vakken. Zowel visueel als qua plantengroei kan eenvoudig worden vastgesteld dat de bodemsamenstelling over de totale lengte van het traject grote verschillen vertoond. Hierna worden een paar opmerkelijke waarnemingen beschreven. Vak 1 Het eerste vak loopt van valleikanaal tot Laapeerseweg. echts is een sloot waarvan de oevers in de lente helemaal geel zijn van Gewoon speenkruid. Links is een sloot met daarachter een wal van circa 1 meter hoog waarop eiken staan met als onderbegroeiing veel Adelaarsvaren. Hoe dat walletje is ontstaan is niet bekend. Voor de tweede wereldoorlog maakte deze strook deel uit van het Asschatterbos. Vlak voor de oorlog zijn alle bomen afgezaagd om een vrij schootsveld te maken ten behoeve van Liniedijk en Asschatterkeerkade. Die varens zijn nog een restant van dat bos. Het is duidelijk het laagste deel van de Asschatterweg want daar bleef bij de inundatie met hulp van de Asschatterkeerkade water staan. Dat liep niet weg richting Achterveld. De hoogte hier is ca 3,0m plus NAP. Vakken 2 tot en met 7 De weg ligt in een gebied dat langzaam stijgt van genoemde 3,0 plus NAP tot ca 4,8 plus NAP bij de Postweg. De indruk is dat het een nat venig gebied is. Die conclusie is onder ander gebaseerd op de aanwezigheid van veel Gele lis, Grote kattenstaart, Grote wederik, Moerasrolklaver, Moeraspirea, Moeraswalstro, Oeverzegge, Pitrus, Greppelrus, Veldrus, uige zegge en Waterpeper Vakken 8 en 9 Deze vakken lopen van Postweg tot Julianaweg. Hier is duidelijk aan de vegetatie te zien dat er een hele ander bodem is als vóór de Postweg. De vegetatie daar is vooral Pijpenstrootje, Fijn Schapengras en zelfs enkele heidestruikjes (zowel struikheide als dopheide). Ook komen er op de grond een aantal soorten mos en korstmos voor. Dat is op zich niet verwonderlijk want deze 13

14 wegvakken grenzen aan het Natura 2000 gebied Groot Zandbrink waar dezelfde vegetatie voorkomt. Het is schrale zanderige grond op een hoogte van circa 4,8m plus NAP. Dat dit gebied hoger is als vóór de Postweg is in het veld goed te zien aan de sloten langs dit deel van de Asschatterweg. De sloten zijn daar veel dieper. Ook het waterpeil in de Moddderbeek staat laag ten opzichte van de oevers. Blijkbaar loopt de beek van Oost naar West tussen een hoog en laag gebied door hetgeen wordt bevestigd op de geomorfologische kaart (delen zijn van die kaart zijn in dit hoofdstuk opgenomen). Op deze kaart zijn de aanwezige dekzandruggen goed te zien. Losse opmerkingen Op één locatie is een rode lijst soort aangetroffen. Dat is Echte gulden roede. Het gaat om enkele pollen dicht bij elkaar (5m). Ze hebben het regelmatig maaien blijkbaar goed overleeft. Van derden is vernomen dat in de bocht vóór de Postweg aan de Noordzijde in 2011 drie orchideeën hebben gestaan. Tijdens het veldonderzoek waren die, zowel in 2011 als in 2012 niet meer te vinden. Mede omdat de berm gemaaid was. Zoals in het hoofdstuk Wijze van werken is gemeld is ook naar mossen en korstmossen gekeken Het ging daarbij alleen om soorten die op de grond groeien omdat die mogelijk ook iets zeggen over de bodem. De resultaten zijn opgenomen aan het eind van bijlage 1. Heel opvallend is dat die bijna alleen in vak 9 voorkomen en er mogelijk een samenhang is met de plantengemeenschap Hengel en Gladde witbol. Bekend is dat de wegbermen en sloottaluds zeer schraal zijn (top van dekzandrug) en intensief worden gemaaid waardoor ze niet ten onder gaan aan vergrassing. 14

15 7 Foto s van enkele bijzondere planten Echte guldenroede ode lijstsoort Adelaarsvaren Grote kattenstaart Moerasrolklaver Schermhavikskruid Veldrus Moerasspirea Pijpenstrootje Greppelrus 15

16 Zwarte zegge Hengel Koninginnenkruid Echte valeriaan Dalkruid Oeverzegge Bosanemoon Grote egelskop Harig wilgenroosje 16

17 8 Samenvatting, conclusies en adviezen Samenvatting Het onderzoek is door leden van de KNNV Amersfoort e.o. uitgevoerd tussen 1 juni 2011 en 1 juni Dit is gebeurd in overleg met de gemeente Leusden die dit zeer op prijs stelde en de drukkosten van dit verslag heeft vergoed. Zie verder colofon. De Asschatterweg is 4,5 km lang en er zijn totaal 227 soorten planten gevonden. Dat is voor een weg met links en rechts hoofdzaak bermen een sloten heel veel. Een absolute waardering is niet te geven. De rijkdom aan plantensoorten langs de rechterkant (gezien vanuit Leusden-centrum) van de weg verschilt weinig van die aan de linkerkant van de weg. Van west naar oost verandert de vegetatie sterk. Op basis van het onderzoek is vastgesteld dat er 3 redelijk goed te herkennen plantengemeenschappen voorkomen. Zie hoofdstuk 5. Op het niveau van associatie zijn dat Moerasspirea en Echte valeriaan, Oeverzegge en Hengel en Gladde witbol Er is 1 ode lijstsoort gevonden en dat is Echte guldenroede. De locatie is bij de gemeente Leusden bekend gemaakt. Conclusies De wegbermen en aanliggend gronden langs de Asschatterweg hebben variëren sterk in gebruik. Er zijn wegbermen die direct aansluiten op agrarische gronden, aanliggend zijn aan bospercelen en houtwallen en aanliggend zijn aan tuinen van woonpanden. Daarnaast is er een rijke variatie aan grondsamenstellingen en hoogteverschillen. Dat alles resulteert in een grote diversiteit in plantensoorten die zeker de aandacht verdienen en een blijvend goed (beschermend) beheer en toezicht verdienen. De resultaten van de onderzoek spiegelend aan de ontwerpplannen van de gemeente voor het fietspad, afwegend tegen het maatschappelijk belang van het fietspad, komen de onderzoekers tot de conclusie dat er geen sprake is van een echte knelpunten met uitzondering van een rode lijst soort. Het plan voor het fietspad is niet in strijd met de Flora en faunawet. Adviezen Het spreekt voor zich dat de Echte guldenroede beschermd moet worden. Naar verwachting hoeven ze niet verplaatst te worden omdat ze in een berm tussen twee eiken staan. Het gevaar is groot dat bij het aanleggen van het fietspad, achter de eiken langs, het wegprofiel wordt bijgewerkt en de vegetatie wordt verwijderd. Het advies is daar ter plaatse zeer zorgvuldig met grondbewerking om te gaan. Zo mogelijk de grond ongeroerd te laten. 17

18 Volkstuin West Volkstuin Oost Tot Daatselaar Zuid nr 207 Tot Daatselaar Noord nr 207 Daatselaar tot 213 Zuid Daatselaar tot 213 Noord tot steeg Zuid tot steeg Noord 217 tot 219 Zuid 217 tot 219 Noord 219 steeg tot N. Zandbrink Zuid 219 steeg tot N. Zandbrink Noord N. Zandbrink tot Postweg Zuid N. Zandbrink tot Postweg Noord Postweg tot De iet Oost nr 235 Postweg tot De iet West nr 235 De iet tot Modderbeek Oost De iet tot Modderbeek West Modderbeek tot centrum Oost 1. Bijlage 1 Plantensoortenlijst met abundantie Asschatterweg Abundantietype Aantal planten Verspreid Locaal -are 1-3 S-Schaars 4-10 O-Occasional F-Frequent X La-Lok.abun X A-Abundant > 100 X Ld-Lok.dom > 100 X Cd-Co. Dom Dominant met andere soorten X D-dominant > 50% dekking X 3b en 3a zijn verwisseld 2a aan elkaar zetten Planten Code deelgebied 1a 1b 2a 2b 3a 3b 4a 4b 5a 5b 6a 6b 7a 7b 8a 8b 9a 9b 10a Naam deelgebied 1 Aalbes S 2 Adelaarsvaren S La S La A F O 3 Akelei 4 Akkerdistel O F S F S O 5 Akkerhoornbloem O O O 6 Akkerkool S S O S A O 7 Akkerviooltje O F 8 Akkerwinde S 9 Beklierde basterdwederik S S Beklierde 10 duizendknoop O S O O O O S S 11 Bezemkruiskruid S 12 Bijvoet S S O F A A 13 Bitterzoet S Blaartrekkende 14 boterbloem S F 15 Blauw glidkruid 16 Boerenwormkruid O Bonte gele 17 dovenetel La F 18 Bosanemoon O La Ld A Ld O F Ld Ld 19 Bosveldkers S A O A F S A S 18

19 20 Bosvergeet-mijnietje 21 Brede stekelvaren S O S F F O O O O O S 22 Brede wespenorchis 23 Brunel 24 Canadese fijnstraal S F Canadese 25 guldenroede 26 Cipreswolfsmelk O 27 Dagkoekoeksbloem S 28 Dalkruid Ld Ld 29 Dopheide 30 Duizendblad O O S O O O S O O 31 Echte guldenroede S 32 Echte kamille S O S O O S S O S 33 Echte valeriaan F S 34 Elzenzegge F 35 Engels raaigras A O F O F F F O A F F F F O O F O F 36 Europese hanenpoot S S O S S 37 Fijn schapengras O A O F A A A 38 Fluitenkruid O O O O O A A F S O A O O F Cd A 39 Fraaie vrouwenmantel 40 Framboos S O O F 41 Geel nagelkruid S 42 Gekielde dravik Geknikte 43 vossenstaart O 44 Gekroesde melkdistel S S S O S S 45 Gele lis S S 46 Gestreepte witbol A F A A A A A A A A F A F A F O O F 47 Gewone berenklauw 48 Gewone braam F A O F O O O A O O A F F F A F 49 Gewone engelwortel S S O S 50 Gewone ereprijs O F 51 Gewone hennepnetel S S F S S A S O O A 52 Gewone hoornbloem O O O O O O O O O O O O O S S S S 53 Gewone klit O O S 54 Gewone margriet S 55 Gewone melkdistel S S S 56 Gewone raket Gewone 57 salomonszegel F S O 58 Gewone spurrie O S S F O S 59 Gewone steenraket 60 Gewone vogelmelk S 61 Gewone veldbies O A La O O A A A A S S F 62 Gewone waterbies Gewoon 63 barbarakruid 64 Gewoon biggekruid O S O S F S S 19

20 65 Gewoon reukgras F Cd A O A F S F F O F F 66 Gewoon speenkruid A O A A F A A O O S S A O F Gewoon 67 sterrenkroos O F O O S A 68 Gewoon struisgras F O F O O A F A O A Gewoon 69 varkensgras O O O O O O S O O O O S O F 70 Gladde witbol A A A A F A A A A F Cd F A O F O 71 Glanshaver F F O O O O F S O O O O 72 Grasmuur S O O O 73 Greppelrus O A S A F S S O 74 Groene naaldaar S 75 Grote berenklauw S 76 Grote brandnetel A O F F O F F O O S O O A F F A A 77 Grote egelskop O 78 Grote kattenstaart S S O O O S S 79 Grote muur Ld La La La O 80 Grote vossenstaart O F A A F O O F F F O Grote 81 waterweegbree S S 82 Grote wederik F S S O S F O F O F F A 83 Grote weegbree A F F A A F A A F A F A F F 84 Haagwinde A F A A O O O S O O O O O 85 Harig knopkruid S S O O O O S O O 86 Harig wilgenroosje O 87 Heermoes F O O S S O O O S O O O O F O O 88 Heggenduizendkno op 89 Heksenmelk F 90 Hengel O O A A A 91 Hennegras La O F La F F F O 92 Herderstasje S S O 93 Hoge cyperzegge 94 Holpijp F F 95 Hondsdraf A F A O F A O A F A A F O F O F F 96 Hondsroos 97 Hoog struisgras 98 Hop F O O S O O 99 Hopklaver S 100 Ijle zegge F O S S A S S S 101 Italiaans raaigras O 102 Ijzerhard 103 Jacobskruiskruid S O O 104 Japanse duizendknoop O 105 Kaal knopkruid S O O O 106 Kale jonker O S S S S Kantige 107 basterdwederik S O S O S S 108 Kleefkruid O S O S S 109 Klein hoefblad 110 Klein kroos O A S O O S 111 Klein kruiskruid S 112 Klein streepzaad O O S S S S O S S 113 Kleine klaver S 114 Kleine ooievaarsbek 20

21 115 Kleine varkenskers O O 116 Kleine veldkers O O A A A O A A F O F A Ld 117 Klimop A A A S 118 Klimopereprijs 119 Kluwenhoorbloem Knikkend 120 nagelkruid S 121 Knopig helmkruid S S 122 Kompassla 123 Koninginnekruid 124 Korrelganzenvoet 125 Kraailook O 126 Kroontjeskruid 127 Kropaar O F F O O A A F Kruipend 128 zenegroen 129 Kruipende boterbloem F F O A A O O F O O A O F 130 Kruipertje F 131 Krulzuring 132 Kweek A S O O 133 Lelietje-van-dalen F 134 Lidrus O O O O A F F 135 Liesgras A A F La La A F A F A 136 Liggende vetmuur O 137 Look zonder look O S O O S 138 Luzerne 139 Madeliefje A F S O A 140 Mannagras O O S O F O A S F 141 Mannetjesvaren O 142 Melganzenvoet S S S S S 143 Melkeppe S S 144 Middelste teunisbloem 145 Moerasandoorn 146 Moerasdroogbloem S O 147 Moeraskers S 148 Moerasrolklaver S O F F A O S S S O O S S O S 149 Moerasspirea O O O F S A A A F S S Moerasvergeet-mijnietje 150 O A F O 151 Moeraswalstro S S S S F S O 152 Moeraszegge F A Muskuskaasjeskrui 153 d 154 Oeverzegge S Ld Ld Ld O Ld A F 155 Oranje havikskruid S 156 Paardenbloem A A F O O O A O O A F F O A O F A F 157 Paarse dovenetel O S O S O 158 Penningkruid O A O A S 159 Perzikkruid O S F O O O O F O O O F O S 160 Peterseliebraam 161 Pilzegge F 162 Pijpenstrootje A A F 163 Pinksterbloem O S O S S 164 Pitrus F O F F O O O F O O O O F S F O F 21

22 165 aapzaad O ankende 166 helmbloem F 167 euzenberenklauw 168 idderzuring F A O O S O O O S O F O O S 169 iet A F Cd F F Ld A F Cd A F A 170 ietgras O A Ld F S O S F 171 ietzwenkgras 172 obertskruid O S S S O 173 ode klaver O O O O O F F A F O O O O O O F O O 174 ood zwenkgras F F 175 uige zegge O S O O O O S F 176 uw beemdgras Cd F F F F F F 177 Schapenzuring O F O S S O 178 Schermhavikskruid A O O A A A F 179 Scherpe boterbloem F O O O S F F O O F O F F S S S 180 Scherpe zegge F 181 Schijfkamille 182 Schijnaardbei O 183 Sint Janskruid S 184 Slanke waterkers F 185 Smalle weegbree A F A F A F A F F A F A F A O O 186 Smalle wikke S 187 Speerdistel S 188 Stijve klaverzuring S 189 Stinkende gouwe 190 Straatgras A A A A A A A A A A A A A A F F F F F 191 Struikheide S 192 Struisvaren O 193 Timoteegras O O S S 194 Tormentil 195 Tuinvioooltje S 196 Uitstaande melde O S O 197 Veelbloemige veldbies S O O O 198 Veenwortel niet bloeiend A O A A A A O A A O S S F O 199 Veldbeemdgras 200 Veldereprijs 201 Veldrus S S F F F A O S F 202 Veldzuring F O O F O F A O F A F A F S O O 203 Vertakte leeuwentand O 204 Vogelmuur S S S F O S S O O O O S O O O O 205 Vogelwikke S S 206 Vroegeling O La 207 Waterpeper F F O O A O A A A F F O 208 Waterviolier 209 Watertorkruid O 210 Wijfjesvaren O S F 211 Wilde bertram S O 212 Wilde kamperfoeli O F F F 213 Wilgenroosje S 214 Witte doventel S S S S 215 Witte klaver F F F F F S O O O O O A O 22

23 216 Wolfspoot S F S 217 Wondklaver 218 Zachte dravik F F F F F F S F O O Zachte 219 ooievaarsbek F 220 Zandraket S O S S 221 Zegekruid 222 Zevenblad Ld La O S F F O O A O 223 Zilverschoon A O A A A A F F O F F S F 224 Zomerfijnstraal 225 Zompvergeet-mijnietje S S 226 Zwarte nachtschade 227 Zwarte zegge A A A Mossen Code deelgebied 1a 1b 2a 2b 3a 3b 4a 4b 5a 5b 6a 6b 7a 7b 8a 8b 9a 9b 10a Gewoon dikkopmos F Fijn laddermos O Groot laddermos O Gewoon gaffeltandmos O Haakmos F Fraai haarmos A Gewone haarmuts F Gewoon klauwtjesmos A Grijs kronkelsteeltje A Gewoon sterrenmos A Gewoon zijdemos S Gewone pellia S Glanzend platmos S Korstmossen Code deelgebied 1a 1b 2a 2b 3a 3b 4a 4b 5a 5b 6a 6b 7a 7b 8a 8b 9a 9b 10a uw heidestaartje Kopjesbekermos Gevorkt heidestaartje Bruin bekermos 23