Proefhoofdstuk Onderwijsassistent.

Transcriptie

1 Proefhoofdstuk Onderwijsassistent

2 Kom je cursus inkijken: Antwerpen, Frankrijklei 127, 2000 Gent, Oude Brusselseweg 125, 9050 Hasselt, Simpernelstraat 27, 3511 Brussel, Timmerhoutkaai 4, 1000 Maak van je opleiding Onderwijsassistent een succes! Beste toekomstige student, Hartelijk dank voor je interesse in de opleiding Onderwijsassistent aan het Centrum Voor Afstandsonderwijs. Op de volgende pagina s vind je een hoofdstuk en de volledige inhoudstafel van deze thuisstudie terug. Ook krijg je alle nodige informatie over de werking van onze school. Neem deze info rustig door, zo krijg je een goed beeld van de inhoud van de cursus en weet je zeker dat je voor de opleiding kiest die het beste bij jou past. Noteer alvast dat alle diploma s die je via het CVA behaalt erkend zijn en uitermate praktijk- en dus jobgericht! Heb je na het inkijken van dit proefhoofdstuk nog vragen? Geef ons gerust een seintje op het nummer of mail ons op. Onze opleidingsconsulenten beantwoorden al jouw vragen en geven je persoonlijk advies omtrent je studiekeuze. Blader je graag door de volledige cursus? Ook dat kan. Het Centrum Voor Afstandsonderwijs geeft je op vier plaatsen in België de mogelijkheid om de cursussen geheel vrijblijvend in te kijken. Je kan de cursussen inkijken in de campussen van Het Centrum Voor Avondonderwijs VZW in Antwerpen, Brussel, Gent en Hasselt. Je hoeft hiervoor geen afspraak te maken, kom gewoon vrijblijvend langs. Ik wens je veel leesplezier en alvast veel succes met je studie! Jo Vandevelde Opleidingsconsulent Centrum Voor Afstandsonderwijs

3 Onderwijsassistent: erkende opleiding en praktijkgerichte cursus Deze moderne en praktijkgerichte opleiding kwam tot stand in samenwerking tussen het Centrum Voor Afstandsonderwijs en zelfstandige beroepsdeskundigen met jarenlange ervaring. Een duidelijke structuur maakt deze cursus zeer overzichtelijk. Op deze manier garanderen wij je een vlot studietraject. Op de volgende pagina s vind je de volledige inhoudstafel van de opleiding en een gratis onderdeel uit de cursus terug. Bepaalde termen of woorden werden mogelijk in eerdere hoofdstukken uitgelegd, dit deel bouwt hierop verder. Schrijf je je in voor de volledige cursus en heb je toch nog vragen of wens je wat extra voorbeelden? Dan kan je terecht bij jouw persoonlijke docent. Hij of zij helpt jou met alle plezier verder, zodat je studie vlot verloopt en je jouw erkende diploma behaalt!

4 Inleiding 1 De onderwijsassistent 1.1 De onderwijsassistent in de praktijk De taken van de onderwijsassistent De persoonlijkheid van de onderwijsassistent Wie kan een onderwijsassistent zijn? Toekomstige mogelijkheden als onderwijsassistent Inzendopgaven 1.2 Samenvatting Casus 2 Ontwikkelingspsychologie 2.1 De biologische ontwikkeling Het lichaam Tijdstip en tempo Inzendopgaven 2.2 De cognitieve ontwikkeling De hersenen Ontwikkelingsfasen Informatieverwerking Inzendopgaven 2.3 De persoonlijkheidsontwikkeling Identiteit Autonomie Inzendopgaven

5 2.4 De sociale, emotionele en morele ontwikkeling Sociaal-emotionele ontwikkeling Dynamisch-affectieve ontwikkeling Moreel-ethische ontwikkeling Inzendopgaven 2.5 Taalontwikkeling Taalontwikkeling van het jonge kind Spraak- en taalproblemen Meertaligheid Inzendopgaven 2.6 Stoornissen in de ontwikkeling: leer-en gedragsproblemen Dyslexie Dyscalculie Dyspraxie NLD ASS ADHD ODD en CD Sticordi-maatregelen Inzendopgaven 2.7 Samenvatting Casus 3 Communicatie en sociale vaardigheden 3.1 Interculturele communicatie Wat is cultuur? Wat is communicatie? Verbale en non-verbale communicatie Formele en informele communicatie Luisteren, samenvatten en doorvragen Wat is interculturele communicatie?

6 3.1.7 Inzendopgaven 3.2 Organisatievaardigheden Het organiseren van uitstapjes Het organiseren van evenementen op school Werken rondom thema s Inzendopgaven 3.3 Samenwerking binnen de school Omgang met collega s Het oudercontact Inzendopgaven 3.4 Samenvatting Casus 4 Pedagogiek 4.1 De rol van onderwijs en opvoeding Opvoeding in het gezin Opvoeding in het onderwijs Inzendopgaven 4.2 De behoeften van het kind De behoeftenpiramide van Maslow Relatie, competentie en autonomie Inzendopgaven 4.3 Geweld en mishandeling Huiselijk geweld Voorkomen van huiselijk geweld Discriminatie Pesten Inzendopgaven

7 4.4 Gezondheid en zelfredzaamheid Hygiëne Gezonde voeding EHBO Kinderziektes Inzendopgaven 4.5 Samenvatting Casus 5 Didactiek 5.1 De opzet van een les De onderwijsleeromgeving Het lesplan De voorbereiding De motivatiefase De leerfase De slotfase Inzendopgaven 5.2 Leertheorieën Directe instructie Cognitieve theorie Constructivisme Sociaal leren Inzendopgaven 5.3 Werkvormen en hulpmiddelen Traditionele werkvormen Activerende werkvormen E-learning en blended learning Hulpmiddelen Inzendopgaven

8 5.4 Klasmanagement Een goede klassfeer Omgaan met conflictsituaties Inzendopgaven 5.5 Evaluatie Soorten evaluatie Evaluatie en feedback Het afnemen van toetsen Inzendopgaven 5.6 Samenvatting Casus 6 Methodiek 6.1 Op onderzoek uitgaan Gegevens verzamelen Observeren Interviewen Inzendopgaven 6.2 Samenvatting Casus 7 Leerstrategieën 7.1 Leren leren Leren leren stimuleren Leerstijlen Inzendopgaven 7.2 Rekenvaardigheid Rekenen in het lager onderwijs Strategieën Inzendopgaven

9 7.3 Taalvaardigheid Nederlands Taal in het lager onderwijs Strategieën Inzendopgaven 7.4 Samenvatting Casus 8 Organisatie in het onderwijs 8.1 Het Belgische onderwijssysteem Het kleuteronderwijs Het lager onderwijs Het secundair onderwijs Het buitengewoon onderwijs Het hoger onderwijs Inzendopgaven 8.2 Het werkveld Schoolculturen Onderwijskwaliteit Inzendopgaven 8.3 Administratie Administratieve werkzaamheden Het leerlingvolgsysteem Leerlingenadministratie Inzendopgaven 8.4 Samenvatting Casus

10 9 Portfolio, stage en examen 9.1 Stage (2 weken) 9.2 Vervangende praktijkopdracht 9.3 Voorbereiding op het examen 9.4 Tot slot Bijlage 1: uitwerking van de oefenopgaven Bijlage 2: begrippenlijst

11 HOOFDSTUK 4: PEDAGOGIEK In dit hoofdstuk: Welke rol hebben onderwijs en opvoeding op school en in het gezin? Hoe kun je de ontwikkeling van het kind stimuleren? Hoe ga je om met pesten, mishandeling en geweld? Welke behoeften hebben kinderen op het gebied van gezondheid en veiligheid? Op deze en andere vragen wordt in dit hoofdstuk een antwoord gegeven. Als onderwijsassistent is het namelijk belangrijk om een veilig leef- en ontwikkelklimaat aan het kind te kunnen bieden. Aan het einde van dit hoofdstuk, zou je het volgende moeten kunnen: De rol van opvoeding in het gezin en in het onderwijs kunnen plaatsen. De behoeftepiramide van Maslow kennen. De belangrijkste wet-en regelgeving betreffende geweld en mishandeling kennen. Aanwijzingen van mogelijk huiselijk en seksueel geweld kunnen herkennen. De oorzaken en gevolgen van pesten in eigen woorden kunnen uitleggen. Adequaat kunnen reageren op pestgedrag in de klas. Kennis hebben van gezonde voeding. Kennis hebben van basis EHBO-technieken. Kennis hebben van de meest voorkomende kinderziektes.

12 4.1 De rol van onderwijs en opvoeding In hoeverre ben je als onderwijsassistent verantwoordelijk voor de opvoeding van de leerlingen in je klas? Is de opvoeding van kinderen een taak van het onderwijs of een taak van de ouders of verzorgers binnen het gezin? In dit hoofdstuk gaan we kijken naar de pedagogiek in het gezin en in het onderwijs en hoe deze twee gebieden elkaar aanvullen Opvoeding in het gezin De eerste verantwoordelijkheid voor de opvoeding van kinderen ligt bij de ouders of verzorgers. Zij moeten er zorg voor dragen dat hun kinderen alle lichamelijke basisbehoeften krijgen, dat zij veilig en gezond zijn, dat zij structuur bieden en dat zij een omgeving bieden die de ontwikkeling van het kind op alle vlakken (fysiek, cognitief, sociaal-emotioneel, dynamisch-affectief, moreel-ethisch) stimuleert, zodat het kind kan komen tot optimale zelfontplooiing. Elk gezin heeft weer andere opvattingen over opvoeding. Verschillen in religie, etniciteit, sociaaleconomische status en opleiding dragen daar onder andere aan bij. De ontwikkeling van het kind binnen het gezin hangt van vele zaken af, waaronder de familiebanden. Zo zijn er hele hechte gezinnen die alles samen doen, maar ook verdeelde gezinnen, waar niet of nauwelijks overleg plaats vindt en waar ieder zijn eigen leven leidt. De gezinssamenstelling en de omgang tussen de gezinsleden onderling bepalen mede of er veel conflicten binnen het gezin zijn en hoe hecht een kind zich met het gezin verbonden voelt. Dit heeft op zijn beurt invloed op de ontwikkeling van het kind.

13 Ouders hebben in de opvoeding met name twee belangrijke functies: ondersteuning en controle. De combinatie van deze twee functies geeft vier opvoedingsstijlen. De vier opvoedingsstijlen in schema: Hoge ondersteuning Lage ondersteuning Hoge controle autoritatief autoritair Lage controle toegeeflijk onverschillig (Bron: Maccoby en Martin, 1983). Autoritatief Hoge ondersteuning en hoge controle. De ouders leggen aan het kind uit waarom iets goed of slecht is. De ouders geven het kind een zekere mate van zelfstandigheid en verantwoordelijkheid. De ouders geven het kind aanwijzingen om zaken anders aan te pakken. Toegeeflijk Hoge ondersteuning en lage controle. De ouders stellen geen of zeer weinig regels en grenzen. De ouders stellen geen eisen aan het kind. Het kind wordt niet gestraft. Het kind bepaalt zijn eigen grenzen als het ware. Onverschillig Lage ondersteuning en lage controle. De ouders zijn niet of weinig geïnteresseerd in hun kind. De ouders zijn niet of weinig betrokken bij hun kind.

14 Autoritair Lage ondersteuning en hoge controle. De ouders hanteren strikte regels en grenzen. De ouders geven geen uitleg over het waarom van de regels. De ouders zijn vaak koel en afstandelijk naar hun kind toe. De ouders verwachten gehoorzaamheid. Uit onderzoek blijkt dat een autoritatieve opvoeding de beste resultaten geeft voor de ontwikkeling van het kind. Bij toegeeflijke ouders heeft het kind niet genoeg structuur en grenzen. Bij onverschillige ouders krijgt het kind niet genoeg warmte en liefde. Het mist gehechtheid. Bij autoritaire ouders mist het kind steun en begrip. Oefenopgave Welke twee belangrijke functies hebben ouders in de opvoeding? Oefenopgave 4.2. Alicia wil vanavond naar een feestje in de stad gaan. Zij is 13 jaar oud. Het feestje is in een gevaarlijke buurt, zonder ouderlijk toezicht en met 16-jarige jongens. 1. Onderstaand staan vier uitspraken van ouders als reactie hierop. Verbind deze uitspraken met de juiste begrippen. Dit is mijn huis en mijn regels gelden. Je gaat niet uit vanavond. Je doet maar wat je wilt. Natuurlijk mag je naar dat feestje, schat. Veel plezier! Tegen jou kan ik geen nee zeggen, maar wel uitkijken hè! Weet je niet dat het feestje in een gevaarlijke buurt is? Vorige week zijn er in die buurt nog meisjes lastig gevallen. Ik wil niet dat je naar dat feestje toegaat, want er is geen ouderlijk toezicht. Bovendien zijn de jongens daar al wat ouder. Dat is niet veilig voor een meisje van 14. Stel je voor dat ze na een paar drankjes handtastelijk worden? Ik weet dat Harold op dat feest is en hij heeft Janine vorig jaar lastig gevallen na het drinken van een paar biertjes,

15 Oefenopgave Welke opvoedingsstijl past het beste bij jouw persoonlijkheid? 2. Welke opvoedingsstijl denk je dat het beste bij een onderwijsassistent past? Opvoeding in het onderwijs De tweede verantwoordelijkheid voor de opvoeding van kinderen ligt in het onderwijs. In de eerste plaats houden scholen zich voornamelijk bezig met kennis en kunde. Oefenopgave Bij wie ligt de eerste verantwoordelijkheid voor de opvoeding van kinderen? De school voorziet in de opvoeding van het kind door het structuur te bieden, door normen en waarden over te dragen en door de ontwikkeling van het kind op alle vlakken te stimuleren. Er zijn door de overheid ook doelen opgesteld die leerlingen op sociaal vlak dienen te halen. De samenleving wil via het onderwijs mede bereiken dat kinderen bepaalde normen en waarden aanleren die in de samenleving wenselijk zijn. Goed burgerschap staat daarbij centraal. Zo worden kinderen gevormd tot een volwaardig lid van de samenleving. Oefenopgave Vind jij dat er op school vakken als loopbaan en burgerschap zouden moeten worden aangeboden? Licht je antwoord toe. De laatste jaren zie je steeds vaker de brede school in het onderwijsveld. Brede scholen zijn scholen die méér doen dan het overbrengen van kennis en kunde. Zo hebben deze scholen bijvoorbeeld projecten op het gebied van sport en kunst, projecten voor het verbeteren van de zorg voor het kind, huiswerkbegeleiding of overblijfmiddagen voor leerlingen van werkende ouders. Brede scholen zijn in de beginjaren met name opgericht om leerlingen met een achterstand meer kansen te bieden. Tegenwoordig zijn veel brede scholen gericht op het bieden van extra activiteiten en faciliteiten om te voldoen aan de wens van de leerlingen en hun ouders.

16 Oefenopgave Wat zijn Brede Scholen? Scholen hebben de afgelopen jaren steeds meer zelfstandigheid gekregen. Aan de andere kant wordt er van scholen verlangd dat zij de ouders meer bij het onderwijsbeleid betrekken. De scheidslijn tussen opvoeding binnen het gezin en binnen het onderwijs is de laatste jaren steeds meer vervaagd. Immers, ouders dragen bij aan kennis en kunde, terwijl scholen zich ook bezighouden met gedrag. Uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau blijkt daarnaast dat ouders het belangrijk vinden dat scholen zich ook met opvoeding bezig houden. Denk daarbij aan het nemen van verantwoordelijkheid, het gebruik van goede manieren, het hebben van respect voor ouderen en het rekening houden met anderen. De opvoeding van het kind stopt namelijk niet zodra je hem naar school stuurt. Ouders kiezen daarom ook vaak voor een school met opvattingen over opvoeding die in lijn liggen met de eigen opvattingen over opvoeding. Oefenopgave Er zijn leerkrachten en onderwijsassistenten die vinden dat er te veel druk op hen gelegd wordt om opvoedingstaken uit te voeren. Hierdoor komt namelijk volgens hen de tijd voor het geven van onderwijs in gedrang. Ben jij het met hen eens?

17 4.1.3 Inzendopgaven Ben je klaar om je kennis in de praktijk te brengen? Navolgend vind je vijf inzendopgaven. De inzendopgaven zijn bedoeld om je kennis van de voorgaande paragrafen te testen. Je kunt de inzendopgaven inzenden als huiswerk. De opgaven worden beoordeeld door de docent. Succes! Welke van de vier opvoedingsstijlen vind jij het beste? Licht je antwoord toe. 1. Esther komt het klaslokaal van groep 4 binnen. Ze heeft Aisha een duw gegeven. Aisha is op de grond gevallen en huilt. Jij hebt het zien gebeuren. Hoe zou je reageren? Schrijf je antwoord uit. 2. In groep 7 mag iedereen wat voor zichzelf gaan doen. De regel is dat je eerst openstaande taken afmaakt en daarna voor jezelf mag werken, bijvoorbeeld aan extra sommen of aan een tekening. Arnout wil een tekening maken. Hij heeft echter zijn rekensommen nog niet allemaal gemaakt. Jij wilt dat Arnout zijn taken voor rekenen afmaakt, want daar is hij zwak in. Ook stelt de regel dat taken eerst afgemaakt moeten worden, voordat je mag gaan tekenen. Arnout staat erop dat hij wil tekenen. Hoe zou je reageren? Schrijf je antwoord uit. 3. Lees onderstaande meningen van John en Katho over onderwijs en opvoeding. Beantwoord daarna bijbehorende vraag. John: "Ik vind dat scholen alleen kennis zouden moeten overdragen. Opvoeding hoort bij de ouders. De overheid zou scholen niet moeten vragen om goed burgerschap aan te leren. Zij kunnen hun tijd beter besteden aan vakken als wiskunde of taal." Katho: "Ik vind dat scholen moeten ondersteunen in onderwijs en in opvoeding. Ik vind het een goed idee dat de overheid scholen verplicht om sociale doelen te behalen. De school zou moeten bijdragen aan goed burgerschap." Met wie ben jij het meer eens, met John of met Katho? Licht je antwoord toe.

18 4. Vind je dat je als onderwijsassistent in de volgende situaties zou moeten ondersteunen? Licht je antwoord per situatie toe. Fieke heeft onverschillige ouders. Zij komt elke dag onverzorgd naar school. Thijs vindt dat meisjes minder rechten hebben dan jongens. Meisjes horen thuis te blijven en kinderen te krijgen. Jair heeft moeite met rekenen. Hij zou daarbij graag extra begeleiding willen krijgen.

19 4.2 De behoeften van het kind Een kind ontwikkelt zich op verschillende gebieden. Het is belangrijk dat in de onderwijspraktijk al deze gebieden aangesproken worden, zodat het kind zich volledig kan ontwikkelen tot een bekwaam lid van de samenleving. Hiervoor dient aan een aantal basisbehoeften te worden voldaan. Naar deze behoeften wordt in deze paragraaf gekeken De behoeftenpiramide van Maslow Ieder kind heeft een aantal basisbehoeften waaraan voldaan moet worden om zorg te dragen voor een positieve ontwikkeling. De basisbehoeften van ieder mens zijn door Maslow vastgelegd in een behoeftenpiramide. De behoeftenpiramide van Maslow (1943): Zelfontplooiing Waardering Sociale acceptatie Veiligheid en zekerheid Lichamelijke behoeften

20 Lichamelijke behoeften De eerste basisbehoefte is de behoefte aan lichamelijke behoeften, zoals eten, drinken, warmte en slapen. Als een kind niet genoeg te eten heeft of niet genoeg slaap krijgt, dan zal het ook geen energie hebben om in de lessen op te letten. Veiligheid en zekerheid Wanneer voldaan is aan de bevrediging van lichamelijke behoeften, speelt op het volgende niveau de behoefte aan veiligheid en zekerheid een rol. Een kind moet gezond zijn, onderdak hebben en zich in een veilige omgeving bevinden om zonder zorgen aan zijn leertaken te kunnen beginnen. Sociale acceptatie Indien aan de lichamelijke basisbehoeften een aan de behoefte van veiligheid en zekerheid is voldaan, is het volgende niveau de behoefte aan sociale acceptatie. Denk hierbij aan vriendschap, geliefd zijn en erbij horen. Indien een kind zich niet prettig voelt in de klasgroep, niet geliefd is door zijn ouders of het gevoel heeft niet in de sociale omgeving thuis te horen, dan is het voor het kind ook erg moeilijk om zich optimaal op de leertaak te storten. Sociale verwerping kan dan ook leiden tot slechtere leerresultaten. Waardering Wordt het kind sociaal geaccepteerd, dan wil het ook gewaardeerd worden. Waardering hangt samen met zelfwaardering en het geven en krijgen van respect. Als het kind geen waardering krijgt, dan zal dit invloed hebben op zijn zelfbeeld en op zijn motivatie. Beiden hebben op hun beurt invloed op de leerresultaten van het kind. Zelfontplooiing Indien aan alle vier voorgaande niveaus voldaan is, kan het kind komen tot zelfontplooiing. Het kind kan dan volledig zichzelf zijn, zijn eigen mening hebben, zijn creativiteit uiten en zich verder ontwikkelen. De behoeftepiramide van Maslow gaat ervan uit dat aan de basisbehoeften op het laagste niveau voldaan moet zijn, voordat men naar een hoger niveau kan gaan. Het laagste niveau is hierbij het voldoen aan lichamelijke behoeften. Het hoogste niveau is zelfontplooiing. De behoeftepiramide geldt niet alleen voor kinderen en jongeren, maar ook voor volwassenen. Als iemand tot een bepaald niveau gekomen is, betekent dat niet dat hij of zij niet meer terug kan vallen naar een vorig niveau. Denk maar aan een extreme gokker die op de beurs rijk geworden is, een mooi huis heeft, een gezin en een sociale vriendenkring heeft en gewaardeerd wordt, maar een jaar later dakloos is, in een scheiding zit en zelfs niet genoeg te eten heeft.

21 Oefenopgave Op welk niveau van de behoeftepiramide bevinden de volgende personen zich? Miranda heeft thuis niet genoeg te eten. Haar familie moet een beroep doen op de voedselbank. Arend-Jan heeft een sterke eigen mening. Hij houdt van kunst en is bezig met het ontwikkelen van een eigen website en kunsttentoonstelling. Malik voelt zich niet thuis in de klas. Hij wordt gepest en hij lijkt niets goed te kunnen doen. Niemand begrijpt hem. Hij voelt zich erg alleen. Merijn gaat niet graag naar huis. Zijn ouders hebben altijd ruzie. Hij wordt uitgescholden en af en toe krijgt hij ook een tik. Sanne werkt in de weekenden in de manege. Zij heeft extra taken gekregen, omdat zij erg verantwoordelijk met de paarden omgaat. Ze heeft ook al eens een cadeautje gekregen omdat ze zo goed werkt. De leden van de manege zijn blij met haar Relatie, competentie en autonomie Ieder kind heeft een aantal basisbehoeften waaraan voldaan moet worden om zorg te dragen voor een positieve ontwikkeling. Uit de behoeftepiramide van Maslow volgen drie basisvoorwaarden. Aan deze basisvoorwaarden moet voldaan worden wil je de zelfontplooiing van het kind mogelijk maken. De drie basisvoorwaarden zijn: relatie, competentie en autonomie. Relatie Dit betekent dat een kind erbij willen horen. Het is daarbij belangrijk om een band met andere leerlingen te hebben, maar ook met de leerkracht en de onderwijsassistent. De leerling wil het gevoel hebben deel uit te maken van een groep. Een goede sfeer in de klas is van groot belang. Als onderwijsassistent kun je een goede relatie bevorderen door je in de leefwereld van het kind in te leven. Zorg dat je betrokken bent bij de leerling. Luister aandachtig en wees oprecht. Laat het kind weten dat het bij jou terecht kan met problemen. Probeer situaties te creëren waarbij een goede klassfeer bevorderd wordt. Denk aan het gebruik van humor. Ook hier geldt weer: geef zelf het goede voorbeeld.

22 Competentie Dit houdt in dat het kind zijn eigen kunnen wil laten zien. Zorg er in de klas dan ook voor dat de ondersteuning afgestemd is op de behoefte van het kind. Een uitleg zou niet te moeilijk en niet te makkelijk moeten zijn. Het kind moet een uitdaging in de leertaken vinden waarbij haalbare resultaten behaald kunnen worden. Uiteraard mag je hem daar wel in ondersteunen. Autonomie Dit betekent dat het kind iets zelf kan. Het is belangrijk om het kind de ruimte te geven om zelf beslissingen en keuzes te maken en om zelf problemen op te lossen. Individuele vrijheid moet gestimuleerd worden. Dit uiteraard wel binnen de relatie met de anderen in de klasgroep. Het geven van autonomie kan in kleine dingen zitten: vraag een leerling welke manier van het oplossen van een som de voorkeur heeft, geef het kind de keuze wat hij wil doen als hij iets voor zichzelf mag doen of geef een kind inspraak in de locatie waar zijn zojuist gemaakte tekening opgehangen zal worden. Oefenopgave Waar is in de volgende voorbeelden met name gebrek aan: relatie, competentie of autonomie? Karim is niet geïnteresseerd in de lessen. Ze zijn te makkelijk. Karim heeft het gevoel dat hij zijn tijd verdoet. Ilse wil graag een tekening maken. De juf geeft aan dat zij helemaal zelf het onderwerp mag kiezen. Anke wil graag schrijfster worden. Haar ouders vertellen haar dat ze arts moet worden. Ze kiest uiteindelijk voor de artsenopleiding. Jochem voelt zich niet thuis in de groep. Hij heeft het gevoel dat niemand hem begrijpt. Bovendien wordt hij gepest.

23 4.2.3 Inzendopgaven Ben je klaar om je kennis in de praktijk te brengen? Navolgend vind je vijf inzendopgaven. De inzendopgaven zijn bedoeld om je kennis van de voorgaande paragrafen te testen. Je kunt de inzendopgaven inzenden als huiswerk. De opgaven worden beoordeeld door de docent. Succes! 1. Geef voor elk niveau van de behoeftepiramide van Maslow een zelfbedacht voorbeeld van iemand die op dat niveau zit. 2. Kees was vroeger een extreme gokker. Hij was op de beurs rijk geworden en had een mooi huis, een gezin en een sociale vriendenkring waarin hij gewaardeerd werd. Na een slechte ervaring is Kees al zijn geld kwijtgeraakt. Nu is Kees dakloos, hij ligt in een scheiding en heeft zelfs niet genoeg te eten. Zijn vriendenkring is verdwenen. Hij mag zelfs zijn kinderen niet meer zien. Op welk niveau van de behoeftepiramide van Maslow zat Kees? Op welk niveau van de behoeftepiramide van Maslow zit Kees nu? 3. Leg in eigen woorden uit wat relatie, competentie en autonomie betekenen. 4. Hoe kun je als onderwijsassistent relatie, competentie en autonomie in de klas bevorderen? 5. Bekijk het volgende videofragment uit de serie "The Big Bang Theory" waarin een jongen genaamd Sheldon fysica gaat uitleggen aan een meisje genaamd Penny. Hoe komen relatie, competentie en autonomie in dit voorbeeld terug?

24 Afstandsonderwijs = studeren op je eigen tempo Een thuisstudie volgen aan het Centrum Voor Afstandsonderwijs is de meest flexibele manier om je erkend diploma te behalen. Met een thuiscursus start je namelijk wanneer het jou het beste uitkomt. Je studeert waar en wanneer je wil, en legt examen af wanneer jij er klaar voor bent. Erg handig als jouw leven meer is dan studeren alleen! Tijdens je studie kan je rekenen op de professionele begeleiding van een persoonlijke docent. Met de taken die je docent aan elk hoofdstuk heeft toegevoegd, oefen je jezelf in de praktijk, en bereid je je optimaal op het examen voor. Heb je vragen, of wil je je gemaakte oefeningen uit de cursus laten verbeteren? Dan stuur je je docent een mailtje via het online leerplatform (je krijgt een toegangscode bij inschrijving). In het inschrijvingsgeld is twaalf maanden begeleiding van je docent inbegrepen. Klaar met studeren? Dan leg je examen af op één van onze examenlocaties in Antwerpen, Gent of Hasselt. Je hebt vijf jaar de tijd om je examen af te leggen en je beslist zelf wanneer je dit wil doen. Dit kan bijvoorbeeld al na drie maanden, maar ook na een jaar; de keuze is aan jou! Geslaagd? Dan krijg je je diploma binnen de 14 dagen. Je kan hiermee meteen als zelfstandige starten (mits je ook een attest bedrijfsbeheer hebt), of solliciteren als werknemer. Al onze diploma s zijn erkend en zijn een fikse meerwaarde op de arbeidsmarkt. Niet van de eerste keer geslaagd? Geen nood. Je kijkt je examen in, en leert van je fouten. Vervolgens mag je gratis herexamen afleggen. Examen afleggen is trouwens nooit verplicht.

25 Zes ijzersterke redenen om te studeren aan het CVA 1. Je behaalt een erkend diploma Het Centrum Voor Afstandsonderwijs bezit het ISO certificaat. Dit is een onafhankelijk kwaliteitslabel dat elk jaar opnieuw, na een grondige audit, moet worden toegekend. Zowel ons cursusmateriaal als de docenten en de secretariaatswerking kregen en krijgen een positieve beoordeling. Dit is jouw beste garantie voor een kwaliteitsvolle en degelijke opleiding. Het Centrum Voor Afstandsonderwijs is door een groot aantal beroepsfederaties erkend. Je kan je met je diploma bij deze federaties aansluiten en genieten van allerlei voordelen. Bij werkgevers in verschillende sectoren heeft het diploma een grote troef bij je sollicitatie en biedt het je vaak werkzekerheid. 2. Je kiest voor een praktijk- en jobgerichte opleiding Al onze opleidingen en cursussen worden ontwikkeld en geschreven door zelfstandige specialisten met jarenlange beroepservaring. Je gaat er meteen mee aan de slag. Dankzij onze jarenlange ervaring weten we precies welke onderwerpen, extra uitleg of praktijkvoorbeelden het verschil maken. Hierdoor bereik je snel je doel: je carrière een boost geven of een nieuwe job vinden. Het contact tussen jou en je docent is maximaal door gebruik van ons online studentenplatform. Al je vragen zullen binnen de 48 uren worden beantwoord. Veel afgestudeerde studenten startten reeds hun eigen succesvolle zaak na het volgen van een opleiding bij het CVA. Wij zijn dan ook een echte ondernemersschool die startende ondernemers met veel plezier begeleidt in hun eerste stappen naar een carrière als zelfstandig ondernemer.

26 3. Je kiest voor maximale flexibiliteit Thuisstudie is uiterst flexibel. Jij bepaalt zelf wanneer je studeert, hoe lang, en wanneer je examen aflegt. Je hebt je toekomst dus zélf in de hand! Ideaal als je je studie wil combineren met een job, kinderen of andere activiteiten. 4. Je weet zeker dat je de opleiding kiest die bij je past Nog vragen? Extra informatie nodig? Kom dan gewoon langs op één van onze inkijklocaties (Antwerpen, Brussel, Gent, Hasselt) voor een adviserend gesprek met één van onze professionele opleidingsconsulenten. Zij helpen jou met veel plezier bij het ontwikkelen van een studietraject dat volledig aan jouw eisen en wensen voldoet. Je kan er ook je volledige cursus inkijken! 5. Je kan boeiende stages lopen Het CVA helpt je carrière op weg! Heel wat studenten kiezen ervoor om tijdens hun opleiding stage te lopen, ook al is dat in de meeste gevallen geen verplichting. Je docent begeleidt je in jouw keuze van een stageplaats en jouw opleidingsconsulenten brengen de nodige papieren in orde. Een handige manier om praktijkervaring op te doen, waardevolle referenties te krijgen en connecties te leggen! 6. Dit aan een uiterst scherpe prijs! Wist je dat het CVA elk jaar meer dan studenten telt? Door die schaalgrootte kunnen we jouw cursus tegen een bijzonder scherpe prijs laten drukken en verzenden. Zonder in te boeten op de kwaliteit van het lesmateriaal. Het examen dat je aflegt op onze school is in je inschrijvingsgeld inbegrepen (inclusief herkansingen!). Geen verborgen kosten bij het CVA! Je kan mogelijk genieten van extra financiële voordelen bij je inschrijving, zoals de Ondernemerskorting voor startende ondernemers, het Gezinsstuderen, korting bij het volgen van een studietraject dat bestaat uit meerdere cursussen enz. Bel onze opleidingsconsulenten ( ) tijdens je inschrijving om te weten voor welke korting jij in aanmerking komt.

27 Overtuigd? Start vandaag nog! Schrijf je snel en eenvoudig in: Wie studeert aan het Centrum Voor Afstandsonderwijs heeft een streepje voor. Moderne werkgevers hechten veel belang aan permanente bijscholing en een praktijkgerichte kennis. Onze school bouwde in de loop der jaren op dit vlak een ijzersterke reputatie op. Alle diploma s die je behaalt via het Centrum Voor Afstandsonderwijs zijn erkend, en verhogen je kansen op de arbeidsmarkt. Jouw keuze gemaakt? Dan hoef je je alleen nog in te schrijven. Je hebt hiervoor 3 opties: 1. Je vult het inschrijvingsformulier in op 2. OF je mailt naar 3. OF je maakt gebruik van het inschrijvingsformulier op de volgende pagina (als je je rechtstreeks op één van onze campussen komt inschrijven). Je inschrijving is pas definitief nadat we ook je cursusgeld ontvangen. Het inschrijvingsgeld voor de cursus Onderwijsassistent bedraagt 249 en bevat de kostprijs van het cursusboek, de begeleiding van jouw docent en het (her)examen bij ons op school. Stort dit bedrag op het rekeningnummer IBAN BE BIC GEBABEBB, met als mededeling je naam + verzendadres + thuisstudie Onderwijsassistent. Na ontvangst van je inschrijvingsgeld krijg je van ons een bevestigingsmail. Je krijgt je cursus dan binnen de week toegestuurd, zodat je meteen aan de slag kan! Veel succes!

28 INSCHRIJVINGSFORMULIER THUISSTUDIE ONDERWIJSASSISTENT Naam: Voornaam: Straat + Huisnummer: Postcode + Gemeente: Telefoon: GSM: adres: Geboortedatum: Heb je bij ons al een cursus gevolgd? Wens je een factuur na je betaling? JA - NEE JA - NEE Bij ja, vul hier je bedrijfsnaam en BTW-nummer in: O Ik ga akkoord met de algemene voorwaarden zoals ze vermeld staan op onze website. (handtekening) Je inschrijving is pas definitief nadat we ook je inschrijfgeld ontvangen. Het inschrijvingsgeld voor de cursus Onderwijsassistent bedraagt 249 en bevat de kostprijs van de cursus, de begeleiding van je docent en je examen bij ons op school (en eventuele herexamens). Stort dit bedrag op het rekeningnummer BE en BIC GEBABEBB, met als mededeling je naam + verzendadres + thuisstudie Onderwijsassistent. Veel succes met je opleiding en je verdere carrière!