Juryrapport Excellente Scholen Clusius College (vmbo-b), Castricum

Transcriptie

1 Juryrapport Excellente Scholen 2015 Clusius College (vmbo-b), Castricum

2 Schoolrapport Excellente Scholen 2015 (vo) 25EF-2 Clusius College (vmbo basisberoepsgerichte leerweg) Castricum Contactgegevens Naam contactpersoon Mevr. P.J.Bleeker Telefoonnummer (0251) adres 1. Motivatie van de school om zich kandidaat te stellen We verdienen het predicaat, omdat we in het schooljaar 2013/2014 wederom in staat zijn geweest om voor de kwetsbare doelgroep vmbo-b (+73% lwoo) kansen te bieden. Met een 100% slagingspercentage vmbo-b in zijn we in staat geweest een bijzonder resultaat te leveren wat betreft rendement onder- en bovenbouw; de onderbouwscore was in datzelfde jaar 106%. De op- en afstroomcijfers bij het vmbo-b behoren bij de top. Als we de leerwerktrajectleerlingen buiten beschouwing laten, scoren we op twee van de drie kernvakken boven het landelijk gemiddelde. Hiermee scoren we weer bovengemiddeld bij het vmbo-b. Een sterke inzet op opbrengstgericht werken (OGW) en een goede zorgstructuur liggen aan de basis van dit vertrouwen. Dat we onze leerlingen kansen bieden, is zichtbaar in onze cohortanalyse leerlingen met het basisschooladvies basisberoepsgerichte leerweg (vmbo-b) zijn in 2014 in vier jaar tijd gediplomeerd in een hogere leerweg (kaderberoepsgerichte leerweg, vmbo-k, gemengde leerweg, vmbo-g, en zelfs theoretische leerweg, vmbo-tl). Sowieso zijn in alle leerwegen de opstroomcijfers bijzonder goed te noemen en realiseren we schoolbreed een geringe afstroom naar lagere leerwegen. 2. Excellentieprofiel van de school 2.1 Beschrijving excellentieprofiel In haar aanmelding beschrijft het Clusius College het excellentieprofiel, de relatie met de algemene aanpak en de doelen die ze met het excellentiebeleid beoogt, als volgt. Het excellentieprofiel van de school Het excellentieprofiel van onze school zit bij ons in het zijn van een school van kansen. De betrokkenheid van de docenten maakt dat elke leerling wordt uitgedaagd datgene te presteren wat in zijn/haar macht ligt. Er wordt door een efficiënte en complete zorgstructuur op leerlingniveau gekeken wat hiervoor nodig is. We hebben hiervoor gekozen, omdat de leerling niet bestaat en door wie we zijn en hoe we het doen (al drie keer op rij excellent binnen de basisberoepsgerichte leerweg voor een kwetsbare doelgroep) met procentueel veel lwoo-leerlingen en veel leerlingen met aanzienlijke leer- en/of gedragsproblemen. Relatie van het profiel met de algemene aanpak door de school De school van kansen toont zich aan door de hoge opbrengsten en hoge rendementscijfers binnen het vmbo-b. Bij vertrouwen groeit de leerling, en wij groeien met hem of haar mee. Dit betekent dus rust, ruimte en duidelijkheid, en relatie vóór prestatie. De docenten maken dit met elkaar, en het menselijk kapitaal is bij ons op school enorm. Doelen die de school met het excellentieprofiel beoogt We willen nog steeds een goede school zijn voor alle leerlingen; dus maatwerk waar nodig, met passend onderwijs, maar met resultaat voor ogen. De doelen die wij voorstaan zijn: meer keuzes voor leerlingen met het vernieuwde examenprogramma beroepsgericht; 1

3 digitalisering ten dienste van maatwerk en realisatie differentiatie; aangepaste zorgstructuur; veilige school in combinatie met initiatiefrijk, innovatief onderwijs. Doelgroep De leerling is de basisberoepsgerichte leerweg-leerling, wel of niet met leerwegondersteuning, wel of niet met een extra ondersteuningsbehoefte. 2.2 Beschrijving aanpak, resultaten, borging en evaluatie Over aanpak, resultaten, borging en evaluatie van het excellentieprofiel meldt de school het volgende in haar aanmelding. Gehanteerde aanpak De aanpak die we voorstaan, is de aanpak die al drie keer is beoordeeld door de Jury Excellente Scholen met het predicaat Excellent. De aanpak is geborgd in een vestigingsontwikkelingsplan (VOP), een vestigingsactieplan (VAP), een teamactieplan (TAP) en een vakwerkplan (VWP). Wijze waarop doelen worden gerealiseerd De doelen worden dus SMART benoemd in het VAP (keuze per jaar uit het VOP) en dan vertaald naar elk team en elke vakgroep. Mate waarin doelen zijn gerealiseerd De realisatie is te zien in het drie keer op rij excellente school zijn; de verbeteringen uit elk juryrapport en andere onderzoeken zijn weer meegenomen in het VOP en de onderliggende documenten. Borging Het borgen van ons excellentieprofiel gebeurt op alle lagen in de organisatie; denk hierbij aan de leerlingenraad, de vakgroepoverleggen, teamvergaderingen en op directieniveau. Elk gremia heeft hier dus zijn aandeel in door bijvoorbeeld het vakwerkplan en teamactiviteitenplan waarin het excellentieprofiel (wat dit is, hoe dit aandacht krijgt) steeds een plek heeft. Het laten beoordelen of we op de goede weg zijn, zal gebeuren door audit, tevredenheidsonderzoeken en overleg met onze horizontale stakeholders. De middelen volgen uit het scholingsplan, de (extra) studiemiddagen en andere voorstellen. Evaluatie Evaluatie gebeurt intern door middel van kwaliteitsmetingen, dataoverzichten (maraps) en extern door stakeholders zoals audit, tevredenheidsonderzoeken et cetera. 2.3 Ontwikkeling van het excellentieprofiel De school noemt in haar aanmelding de volgende plannen voor de verdere ontwikkeling van het excellentieprofiel. De plannen die er nu liggen zijn: ict binnen het onderwijs (Leerlab), lerende organisatie (School aan Zet), een nieuwe audit (2015), ontschotten van het onderwijs door experimentaanvragen en meer inzet van klassenassistente (meer handen voor de klas). 2.4 Erkenning In haar aanmelding beschrijft de school de volgende voorbeelden waaruit blijkt dat het profiel van de school wordt erkend. 2

4 Erkenning binnen de eigen omgeving Interne (h)erkenning gebeurt door een goed functionerende ouder- en leerlingenraad; tevredenheidsonderzoeken (personeel). Verder dus de inzet van 360 graden feedback, waarbij vertrouwen als basis aanwezig is. Erkenning van buiten de school De externe (h)erkenning blijkt uit overleggen met stagebedrijven, tevredenheidsonderzoeken (leerling en ouder), audit met externe partners. Bevindingen van de Jury Excellente Scholen ten aanzien van het excellentieprofiel De school is op 16 september 2015 bezocht door twee leden van de Jury Excellente Scholen. Hieronder beschrijven zij hun bevindingen met betrekking tot het excellentieprofiel van de school. Het excellentieprofiel van de school De school heeft een helder en voor de school relevant excellentieprofiel. Het excellentieprofiel betreft de vmbo basisberoepsgerichte leerweg (vmbo-b). De school verwoordt het excellentieprofiel als een school van kansen zijn. De betrokkenheid van de docenten maakt dat elke leerling wordt uitgedaagd datgene te presteren wat in zijn/haar macht ligt. De school schrijft dat ze via een efficiënte en complete zorgstructuur op leerlingniveau kijkt naar wat hiervoor nodig is. Voorts zet de school sterk in op opbrengstgericht werken. De jury heeft tijdens het bezoek de betrokkenheid en de ambitie om het beste uit de leerlingen te halen, bij de leiding en docenten gezien. Ook uit het gesprek met de leerlingenraad blijkt dat de leerlingen het krijgen van kansen concreet ervaren. Zoals een leerling het verwoordt: Ik wilde een niveau hoger komen, en daar heeft meneer de adjunct-directeur mij erg bij geholpen. Ook uit de behaalde onderwijsresultaten blijkt dat de school het excellentieprofiel waarmaakt. Er is nauwelijks afstroom uit het vmbo-b en er is relatief veel opstroom naar hogere niveaus, binnen de reguliere opleidingsduur. De examenresultaten zijn bovengemiddeld. De jury spreekt met de voltallige leerlingenraad, die een doorsnede van de hele leerlingenpopulatie vormt. De jury is aangenaam verrast door de openheid waarmee de leerlingen het gesprek voeren, en hun betrokkenheid en positieve houding naar de school en het schoolklimaat. Leerlingen voelen zich vrij om onderwerpen aan te dragen en kritische opmerkingen te maken. Ze geven aan dat naar hen geluisterd wordt. Als er problemen zijn, worden die meestal snel opgelost. De leerlingen zien ook dat niet alles kan wat zij graag willen, en geven aan dat de school goed communiceert wat er wel en niet met hun inbreng wordt gedaan. Leerlingen zijn enthousiast over de prettige sfeer en de veiligheid op school. Leerlingen gaan doorgaans goed met elkaar om en in gevallen van bijvoorbeeld pesten reageert de school snel en effectief, aldus de leerlingenraad. Over het recente initiatief van schoolwachten leerlingen die anderen mogen aanspreken op ongewenst gedrag is de leerlingenraad positief. Uit het gesprek blijkt verder dat bijvoorbeeld ouders die vroeger zelf op deze school zaten, dezelfde ervaring hadden. Docenten werken hier lang, onder andere vanwege deze sfeer. Al met al concludeert de jury dat het excellentieprofiel weloverwogen, relevant en helder is. Alle leerlingen voor wie het excellentieprofiel bedoeld is, worden bereikt en het profiel voorziet in hun behoeften. De school maakt haar doelstellingen waar. Waar deze school bovengemiddeld veel lwoo-leerlingen heeft, tonen die zich actief betrokken, zelfstandig en trots. Een kwetsbare groep leert hier stevig in de schoenen te staan. Aanpak, resultaten, borging en evaluatie De school heeft een weloverwogen aanpak met betrekking tot het excellentieprofiel. De jury heeft gezien dat het Clusius College Castricum een brede en doordachte aanpak heeft ten aanzien van het excellentieprofiel. Deze aanpak is planmatig en vastgelegd in een gestructureerde plancyclus. Deze loopt van grote lijnen en meerjarig perspectief (vestigingsontwikkelingsplan), naar de aanpak in het komend jaar (vestigingsactieplan) en naar teamniveau (teamactieplan en vakwerkplan). Verder heeft de jury kunnen zien dat de school gebruik maakt van een kwaliteitszorgsysteem en een uitgebreide overlegstructuur van docenten, vakgroepvoorzitters, 3

5 teamleiders en schoolleiding. Docenten geven aan daadwerkelijk inbreng te hebben in de lijnen die de school uitzet. De school houdt veel gegevens bij en analyseert deze onder het motto meten is weten. Door overleg, benaderbaarheid en investeren in elkaar feedback geven, is de school ook goed op de hoogte van zaken die niet direct meetbaar zijn. Leerlingen worden goed gevolgd en sinds enige tijd werkt de school ook met groepshandelingsplannen. De leerlingenzorg is duidelijk gestructureerd en georganiseerd. Ook klassikaal wordt op maat gewerkt, in bijvoorbeeld een structuurklas en de Basis Zelfstandig-klas. Het valt de jury op dat het Clusius College veel deelneemt aan externe projecten en gebruik maakt van externe evaluaties. Zo participeert de school in diverse pilots (zoals leerwinst en pilotschool vernieuwing beroepsgerichte programma s). Verder heeft de school de zogeheten Groene Vlag van Eco-Schools, een internationaal keurmerk voor duurzame scholen. In 2014 is een zelfevaluatie uitgevoerd vanuit School aan Zet. Ook heeft een extern bureau een audit uitgevoerd, waaruit sterke en zwakke punten en aanbevelingen zijn gekomen. De schoolleiding geeft aan met deze deelnames en externe onderzoeken scherp te willen blijven en bedrijfsblindheid (in de woorden van de schoolleiding) te willen voorkomen. De uitkomsten van de externe evaluaties zijn opgenomen in het meerjarige vestigingsontwikkelingsplan voor het Clusius Castricum. Dat plan vormt de basis voor het jaarlijkse vestigingsactieplan. Dit wordt weer vertaald naar de teams. Waar gevraagd geven docenten in dezelfde bewoordingen als de schoolleiding aan, waarom het bijvoorbeeld een goed idee is mee te doen aan een pilotgroep. Omdat het beter is om vooraan te lopen en wellicht nog mee te kunnen denken over het proces, dan om achteraf geconfronteerd te worden met voldongen feiten. De docenten zien dit niet als extra werkdruk, maar als een logische stap binnen excellent werken. De school geeft opvolging aan de aanbevelingen en opmerkingen uit eerdere rapporten van de Jury Excellente Scholen. Zo heeft de jury eerder aandacht gevraagd voor de kwaliteit van de lessen, te midden van alle initiatieven en ambities van het Clusius College. Dat heeft geleid tot het opstarten van docentintervisie, onderlinge lesbezoeken en het opnemen van lesobservaties in de gesprekkencyclus. Nieuwe docenten krijgen een coach. Deze initiatieven zijn vrij recentelijk gestart, maar al wel zichtbaar. Uit de gesprekken maakt de jury op dat teams wisselend omgaan met bijvoorbeeld intervisie en lesbezoeken. De schoolleiding is zich daarvan bewust en de docenten die de jury sprak, zijn hier ook open over. De aandacht die de jury in voorgaande jaren vroeg voor de borging van resultaten, heeft geleid tot de plancyclus zoals eerder beschreven. De externe en interne evaluaties borgen de resultaten verder. Naast de systeemgerichte borging is een sterke cultuur die de ambities van de school en de realisering daarvan draagt, minstens zo belangrijk. De jury heeft docenten gesproken die met veel enthousiasme, betrokkenheid en energie werken, sommigen al tientallen jaren. Zij kenschetsen de cultuur bij het Clusius College Castricum als open, toegankelijk, warm, respectvol en rechtvaardig. En er is lol, er wordt veel gelachen. Dit zijn elementen die ook de schoolleiding noemt en die uit het gesprek met de leerlingenraad eveneens naar voren komen. In de aanmelding geeft de school aan dat er sprake is van een veilig en stimulerend schoolklimaat. De jury ziet dit bevestigd door de leerlingen die zij heeft gesproken en uit eigen waarneming tijdens het bezoek. Het valt de jury op hoe rustig het in de school en in de klassen in het algemeen is, waarbij het woord braaf bij de juryleden opkomt. Dit alles overziend zijn naar het oordeel van de jury de aanpak, resultaten, borging en evaluatie van het excellentieprofiel in orde. Deze zijn ook voor een belangrijk deel gevat in de aanwezige (kwaliteits)cultuur. De ontwikkeling van het excellentieprofiel De school heeft concrete plannen om het excellentieprofiel verder te ontwikkelen. Voor de komende tijd heeft de schoolleiding als speerpunten: ict in het onderwijs/e-didactiek, collegiaal leren en onderling goed feedback gegeven. Deze aspecten zijn naar de mening van de 4

6 jury zeker relevant voor de verdere ontwikkeling en de duurzaamheid van het excellentieprofiel. De docenten die de jury heeft gesproken, herkennen en erkennen de speerpunten en op al deze punten zijn initiatieven genomen in de werkpraktijk van de docenten. Verder investeert de school in de leerlingenbegeleiding door extra begeleiders, groepshandelingsplannen en zogeheten groeidocumenten voor leerlingen die opvallen. Het Clusius College Castricum wil het excellentieprofiel graag uitbreiden naar de afdelingen vmbo-k en vmbo-g. Deze ambitie heeft de school al eerder uitgesproken in beoordelingen voor het predicaat Excellente School. De schoolleiding geeft aan dat deze ambitie nog steeds bestaat. Het wederkerend uitspreken van een ambitie vraagt om daadwerkelijke realisering daarvan. De jury moedigt de school mede daarom van harte en nadrukkelijk aan dit de komende jaren tot werkelijkheid te maken. De conclusie van de jury is dat de school concrete plannen heeft om het excellentieprofiel verder te ontwikkelen in de nabije toekomst en daar concreet werk van maakt. Erkenning excellentieprofiel Het excellentieprofiel van de school wordt zowel intern als extern erkend. Intern wordt het excellentieprofiel breed gedragen en de docenten dragen er betrokken aan bij. Leerlingen herkennen in de praktijk veel van wat de school met het excellentieprofiel beoogt. Schoolbreed blijkt de erkenning van het excellentieprofiel uit de wens om het ook naar de afdelingen vmbo-k en -g uit te breiden. De externe erkenning van het excellentieprofiel blijkt uit de toename van de instroom, tegen de regionale trend in. Voor zover de jury kan nagaan, heeft de vmbo-b-afdeling een goede reputatie. Er zijn goede contacten met de basisscholen in de omgeving. De jury heeft diverse referenten gevraagd of zij het excellentieprofiel van het Clusius College herkennen en de algemene onderwijskwaliteit onderschrijven. De referenten omschrijven de school als excellent. Tevens hebben de referenten de indruk dat het Clusius College haar kennis en ervaring deelt met derden. De jury concludeert dat het excellentieprofiel intern en extern wordt erkend. Duurzaamheid excellentieprofiel Het excellentieprofiel van de school is toekomstbestendig. De structuur- en cultuurkant van het excellentieprofiel staan stevig, zoals hiervoor beschreven. De school heeft concrete plannen die relevant zijn voor de verdere ontwikkeling van het excellentieprofiel, waar docenten bij betrokken zijn. Het excellentieprofiel van het Clusius College Castricum heeft ook een overtuigende historie, wat blijkt uit de drie predicaten Excellente School De veelvuldige deelname aan externe pilots, projecten en onderzoeken voegt ook toe aan de duurzaamheid van het excellentieprofiel. Het excellentieprofiel is naar oordeel van de jury toekomstbestendig. 3. Onderwijskwaliteit 3.1 Resultaten In haar aanmelding geeft het Clusius College de volgende toelichting bij haar resultaten. Het CE-SE-verschil in was -0,16 en weer een verbetering ten opzichte van het jaar ervoor. Het verschil CE-SE in vmbo-b wordt met name veroorzaakt door het vak natuur- en scheikunde. Het feit dat dit verschil er is, is reeds besproken met de sectie en we zijn vol vertrouwen dat het examenresultaat van het schooljaar 2014/2015 weer op het gewenste niveau is. Het aantal voortijdig schoolverlaters is al jaren laag en ook in 2013/2014 laag te noemen. Onderwijsresultaten In haar aanmelding noemt de school de volgende gebieden waarop ze zeer goede resultaten heeft geboekt. 5

7 a) Resultaten op kernvakken (Nederlands, Engels, wiskunde en rekenen) Het gemiddelde cijfer CE 2014 was een 6,8 (vmbo-b), is hiermee weer hoger dan in 2013 en ligt hiermee boven het landelijk gemiddelde. Het resultaat voor Nederlands is gemiddeld (6,53 CE 2014), van Engels en wiskunde zelfs bovengemiddeld (7,22 om 6,88 CE 2014). Al deze resultaten zijn weer gestegen ten opzichte van het jaar ervoor. De afstroom vanuit vmbo-k is aanzienlijk verminderd. Vanuit de pilot leerwinst is gebleken dat wij onze vmbo-b-leerlingen kansen bieden om op een hoger niveau geëxamineerd te worden, en daarin scoren we goede resultaten. Voor het vak rekenen is in 2014 de rekentoets afgenomen en gemiddeld een 5,2 behaald. Inmiddels is in het huidige schooljaar in de bovenbouw ook gestart met de 2F-toetsen/examens en, in sommige gevallen, ook de 2A-toets rekenen. b) Resultaten op andere leergebieden In 2014 is het vak economie voor de tweede keer geëxamineerd, dit onder meer om de doorstroom naar de gewenste mbo-richting(en) te bevorderen. Bij de praktijkvakken is in 2013/2014 door het vmbo-b wisselend gescoord. Vanwege de grote doorstroom naar andere mbo-sectoren dan groen, wordt er momenteel geëxamineerd in het vak landbouw breed. Het onderwijsaanbod binnen het profiel groen ondergaat sowieso een duidelijk verandering. We zijn dan ook pilotschool Vernieuwing beroepsgerichte programma s vmbo en hiermee in 2014/2015 in het derde leerjaar reeds gestart om de keuzemogelijkheden en loopbaanoriëntatie (LOB) van leerlingen een prominentere rol te kunnen geven. c) Resultaten op aanvullende leergebieden We hebben als school een ontwikkelingsgericht karakter waar vele initiatieven een kans krijgen. We participeren schoolbreed in Eco-Schools en hebben hier momenteel het zilveren certificaat binnengehaald. De onderscheiding hierna is de zogenoemde Groene Vlag. Hiermee toon je aan een Eco-School te zijn, het internationale keurmerk van een duurzame school. Leerlingen worden actief betrokken in dit proces. Zij bedenken acties en voeren deze ook uit samen met iedereen in en om de school. Verder zijn we bezig met School aan Zet, de Gezonde School, de Kangoeroewedstrijd en participeren we in het project IRun2BFit, waarmee we alle tweedejaars leerlingen (circa 250) door middel van een vakoverstijgende aanpak (lessen biologie, lichamelijke opvoeding en voeding) bewust maken van hun leef- en lijfstijl. Dit project wordt afgesloten met een gezamenlijke 5 kmrun tijdens de Alkmaar City Run (mei 2015), waarbij docenten en leerlingen een prestatie neerzetten. De stapelklas (een extra leerjaar waar onder andere acht vmbo-b-geslaagden hun vmbo-k-diploma gaan halen) is op een groene school in Engeland geweest. Zij hebben daar meegedraaid in het dagelijkse rooster, en de school (Plumpton College) heeft wederom uitermate tevreden gereageerd op onze leerlingen en hun houding en gedrag. De vmbo-b-leerlingen lopen elke week een dag stage en zij worden vaak door het stageteam op het stageadres bezocht. Bedrijven zijn zeer tevreden. Extern rendement is hiermee beter dan gemiddeld. Context waarbinnen de school werkt De school beschrijft in haar aanmelding de volgende omstandigheden waarbinnen ze haar werk doet. Er is bij ons sprake van een veilig en stimulerend schoolklimaat; een overtuigende begeleiding van leerlingen die aanzienlijke leer- en/of gedragsproblemen hebben. De overlegstructuur is geborgd door leerlingbesprekingen gezamenlijk te laten plaatsvinden en het team hierin regie te geven. De (groeps)handelingsplannen zijn SMART uitgevoerd en de citoresultaten worden door de teams geanalyseerd en op basis van scores krijgen leerlingen gedifferentieerd remediërend of uitdagend onderwijs aangeboden. De zorgstructuur is door middel van een stroomschema en een overzichtelijke zorgkaart te duiden, waarbij zowel de eerste, tweede als derde lijn zorg volledig is afgedekt. Daar waar het ook klassikaal kan, wordt er een passende organisatiestructuur opgezet om bepaalde groepen op maat te bedienen (Basis Zelfstandig; een structuurklas leerjaar 3 en 4 vmbo-b). De adjunct-directeur en leerlingbegeleider overlegt met het basisonderwijs over de doorstroom van basis- naar voortgezet onderwijs en brengt hiermee de beginsituatie van de leerling zorgvuldig in beeld en analyseert welke maatregelen nodig zijn om tot een goed aanbod te komen. Grote hoeveelheden vmbo-b-geïndiceerde leerlingen behalen hiermee een diploma op een hoger niveau. 6

8 Velen doen dat binnen de reguliere tijd van vier jaar; ook de stapelklas (van basis naar kader in een extra jaar) heeft weer een slagingspercentage van 82,5% behaald. Kortom, de docenten kennen de leerlingen en hun kenmerken en anticiperen hier geweldig op. 3.2 Onderwijsproces Over aanbod, zicht op ontwikkeling, didactisch handelen en ondersteuning schrijft de school het volgende in haar aanmelding. Aanbod Eigen oordeel aanbod: Goed Als vmbo-b zijn we drie keer achter elkaar excellent beoordeeld op basis van ons aanbod. De resultaten vanuit de pilot leerwinst laten zien dat wij onze leerlingen kansen bieden en dat we daarbij goed in staat zijn om goede resultaten te behalen. Ook laat de pilot zien dat er geen duidelijke trend te zien is bij de doelgroep; in twee verschillende cohorten is sprake van verschillende achterstanden in de domeinen die we testen. Dat vergt dus een continue monitoring van de Cito- en andere resultaten en een breed, eigentijds en gevarieerd aanbod. Leerlingen stromen veelal door op een hoger niveau binnen het vo en/of stromen door naar een groot aantal verschillende mbo-opleidingen. Hierop sluit ons onderwijs goed aan door wiskunde als kernvak te behouden en het keuzeaanbod binnen de vmbo-b voor economie, natuurkunde-scheikunde of biologie als examenvak. Mocht er een nieuw examenvak noodzakelijk zijn om de doorstroom naar vervolgonderwijs te verbeteren, dan wordt hiertoe onderzoek gedaan en regionale afstemming gezocht. Momenteel loopt er een onderzoek om eerder het vak Duits aan te bieden aan onze vmbo-b-leerlingen om de doorstroom naar kader te optimaliseren. De samenhang over de jaren heen wordt gewaarborgd door vakwerkplannen, waarbij de leergebieden met de verplichte kerndoelen aansluiting zoeken bij de examenvakken met de verplichte eindtermen. De vakgroepen hebben (ingeroosterd) tien vakgroepoverleggen per jaar en tevens zit elke sectievoorzitter in het sectievoorzittersoverleg (vijf keer per jaar) in bijzijn van de directeur om de kwaliteit gezamenlijk te bespreken, te evalueren en eventueel bij te stellen. Zicht op ontwikkeling Eigen oordeel zicht op ontwikkeling: Goed Zoals hierboven beschreven is middels onderzoek gebleken dat in verschillende cohorten sprake is van verschillende achterstanden in de domeinen die we testen. Dat vergt dus een continue monitoring van de resultaten en ontwikkeling van de leerling, en een breed, eigentijds en gevarieerd aanbod. Om de ontwikkeling verder in de gaten te houden, zijn wij als school verbonden aan School aan Zet (de lerende organisatie). Het project OGW, waarbij de interventie formatief toetsen en feedback op toetsen wordt ingezet, draait en vakdocenten zijn bezig om mede het toetsmoment als ijkmoment te nemen om de ontwikkeling van de leerling en de mogelijke verklaring achter stagnatie of anderszins te kunnen geven. Volgens de onlangs in 2014 afgenomen audit werken wij als school planmatig en wordt het vestigingsactiviteitenplan als stuur- en monitorinstrument gebruikt. We maken gedegen opbrengstanalyses, sturen hierop en realiseren hiermee uitstekende opbrengsten. Didactisch handelen Eigen oordeel didactisch handelen: Voldoende De tevredenheid van leerlingen en ouders is momenteel goed te noemen (7,0 versus 7,7, bij een landelijke score van 6,9 versus 7,2) als het gaat om de begeleiding door de docenten. Er wordt ruimschoots binnen onze school ingezet op het bieden van zorg en begeleiding van alle leerlingen en dit wordt gewaardeerd. Er wordt door medewerkers hard en met plezier gewerkt en veel tot stand gebracht. Dit is ook te zien in het gevarieerd didactisch handelen van de docent. Vastgesteld kan worden dat de schoolvisie om elke leerling met een zo hoog mogelijk diploma de school te laten verlaten, breed wordt gedragen door het team. Maar helaas is de aandacht voor de lessen wel wat ondergesneeuwd en overgelaten aan de secties. In 2014 is er een evaluatie van de onderwijskwaliteit als geheel uitgevoerd door derden. Het beeld daarvan is positief, maar ook 7

9 wordt duidelijk dat er nog wat te verbeteren valt. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de e-didactiek en de opbrengst van elke les. Dit alles krijgt de nodige aandacht in het vestigingsontwikkelingsplan , waar OGW (feedback op de toetsen, gepersonaliseerd leren) en vakmanschap (collegiale consultatie, docentenstage) een plek hebben gekregen de aankomende vier jaar. Ondersteuning Eigen oordeel ondersteuning: Goed Wij voeren een kansenbeleid. De voorwaarden voor dit beleid zijn in belangrijke mate vervuld. Wij bieden als school een uitgebreid en breed ondersteuningsaanbod; zowel de goede leerling als de zorgbehoevende leerling krijgt een aanpak die hem of haar helpt. Denk hierbij aan de stapelklas, extra lessen, de structuurklas leerjaar 3 en 4 (Basis Zelfstandig) en de interne trajectvoorziening. Deze laatste is voor leerlingen die veel aandacht nodig hebben in de les en vaak ook daarbuiten. Omdat dit anders ten koste gaat van de individuele leerling, de groep en de aandacht voor de overige leerling, worden zij tijdelijk opgevangen in een speciale trajectvoorziening voor intensieve begeleiding met als doel het terugkeren naar de oude klas. 3.3 Schoolklimaat en veiligheid In haar aanmelding merkt de school het volgende op over het klimaat en de veiligheid op school. Schoolklimaat Eigen oordeel schoolklimaat: Goed Er is bij ons sprake van een veilig en stimulerend schoolklimaat met een overtuigende begeleiding van leerlingen die aanzienlijke leer- en/of gedragsproblemen hebben. Zowel ouders als leerlingen zijn bovengemiddeld tevreden over onze school en middels een protocol Veilige School hebben we duidelijke richtlijnen en afspraken. We zijn een ambitieuze school waarin initiatieven worden ondersteund en volop ruimte is voor vernieuwingen en projecten. De docent staat bekend om zijn betrokkenheid, en elke klas/leerling heeft zijn eigen mentor. De mentor in de bovenbouw vmbo-b gaat mee van leerjaar 3 naar 4 om hiermee de loopbaanoriëntatie in combinatie met de kwetsbare leeftijd van de leerling goed te kunnen begeleiden en coachen. In het schooljaar 2013/2014 hebben we de docenten gevraagd een feedbackscan over de directie en teamleiders in te vullen. De resultaten hebben geleid tot aanpassingen van het beleid. Docenten worden meer en meer betrokken bij het vaststellen en evalueren van het beleid dat de school uitvoert. Docenten hebben zelf invulling gegeven aan een studiemiddag opbrengstgericht werken en hebben geparticipeerd in de zelfevaluatie lerende organisatie vanuit School aan Zet. Tevens zijn er docenten die hiermee zijn verdergegaan middels het programma Teach & Learn. De opbrengsten daarvan vormen de basis voor nieuw beleid, dat gezamenlijk wordt opgesteld. In 2015 wordt de feedbackscan verder geïmplementeerd en zullen ook leerlingen worden bevraagd over het functioneren van docenten (360 graden feedback). Veiligheid Eigen oordeel veiligheid: Goed De protocollen Veilige Scholen en Veiligheid in en om de school (VIOS) geven beide duidelijke richtlijnen en afspraken over wat wel en niet gewenst is binnen onze school. Behalve externe vertrouwenspersonen hebben wij als school drie interne vertrouwenspersonen. Leerlingen en docenten weten wie dit zijn en waarvoor je bij hen terecht kunt. Het onlangs verrichte onderzoek van de GGZ naar het welbevinden van de leerling, Emovo, geeft aan dat leerlingen zich veilig en prettig voelen bij ons op school. Ook nemen wij als school deel aan de Veiligheidsmonitor. De medewerkerstevredenheid is in 2014 gepeild en ook het personeel vindt de school een veilige en een prettige werkplek (score van 8,1). Gebruikt(e) instrument(en) en resultaat Veiligheidsmonitor en Emovo-onderzoek (instrument) Januari 2014 Veiligheidsmonitor; november 2013 en maart 2015 Emovo-onderzoek 3 e - en 4 e - jaarsleerlingen. Resultaat bij beide: leerlingen voelen zich veilig bij ons op school. 8

10 3.4 Kwaliteitszorg en ambitie In de aanmelding geeft de school de volgende toelichtingen over evaluatie en verbetering, en de kwaliteitscultuur op de school. Evaluatie en verbetering Eigen oordeel evaluatie en verbetering: Goed Een lerende school investeert in onderzoek naar de eigen kwaliteit. Wij hebben in 2014 een zelfevaluatie uitgevoerd vanuit School aan Zet en we hebben een audit gehad; op ons verzoek heeft Cap Gemini een audit uitgevoerd op basis van het inspectiekader, en sterke en zwakke kanten van de school benoemd en aanbevelingen voor verbetering gedaan. De resultaten zijn verspreid en opgenomen in een verbeterplan. Alle aanbevelingen en verbeterpunten uit alle onderzoeken zijn dit jaar verzameld in het vestigingsontwikkelingsplan (VOP) Het VOP dient als basis voor het vestigingsactiviteitenplan (VAP) voor en de drie schooljaren erna. De borging van de resultaten verdiende namelijk vanuit het juryrapport Excellente Scholen 2014 nog aandacht. Vandaar dat er gekozen is voor een bundeling van alle aanbevelingen en dit samen brengen in één document. Hiermee ontwikkelen we ons ook op dit relevante terrein. Tevredenheidsonderzoeken (zoals opgegeven in de aanmelding) Afname Jaar afname Aantal respondenten Gemiddelde van de school Landelijke benchmark Medewerkertevredenheid Ja ,3 7,0 Oudertevredenheid Ja ,5 7,2 Leerlingtevredenheid Ja ,1 6,9 Kwaliteitscultuur Eigen oordeel kwaliteitscultuur: Goed De verantwoording ligt laag in de organisatie en in lijn met het geheel; van missie en visie naar strategisch kader, naar meerjarenplan (VOP), naar vestigingsactiviteitenplan (VAP), naar teamactiviteitenplan (TAP) en vakwerkplan (VWP). De verantwoordelijkheidsverdeling heeft dit jaar meer aandacht gekregen door de teamleiders de begroting voor taken & middelen te geven bij het opstarten van het schooljaar en hiermee het zogenoemde vrije taakbeleid (vanuit de cao BVE) vorm en inhoud te geven. De adjunct-directeuren hebben een specialistischer rol en ondersteunen de teamleiders op inhoud en proces. In het schooljaar 2013/2014 hebben we de docenten gevraagd een feedbackscan over de directie en teamleiders in te vullen. De resultaten hebben geleid tot aanpassingen van het beleid. Docenten worden meer en meer betrokken bij het vaststellen en evalueren van het beleid dat de school uitvoert. Dat de school professioneel handelt vanuit een transparante en integere cultuur, wordt beaamd vanuit het medewerkertevredenheidsonderzoek 2014, waarbij de uitslagen in de teams worden besproken en de benodigde verbeterpunten weer worden opgenomen in het VAP. Hiermee is de cirkel weer gesloten en werken we dus van onderaf en van bovenuit. Bevindingen van de Jury Excellente Scholen ten aanzien van de algemene onderwijskwaliteit Toelichting werkwijze jury Bij het onderzoek naar de algemene onderwijskwaliteit worden de volgende aspecten betrokken: resultaten, onderwijsproces, schoolklimaat en veiligheid, en kwaliteitszorg en ambitie. Scholen hebben zichzelf beoordeeld op basis van een aantal kwaliteitsstandaarden. De kwaliteitsstandaarden behorende bij onderwijsproces, schoolklimaat en veiligheid, en kwaliteitszorg en ambitie zijn met toelichting opgenomen in de bijlage van het juryrapport. Het eigen oordeel van de school is opgenomen in hoofdstuk 3 van dit rapport. 9

11 De jury voert geen eigen onderzoek uit naar de kwaliteit van deze standaarden. Wel toetst zij of in haar onderzoek naar het excellentieprofiel contra-indicaties naar voren komen die tot een oordeel leiden dat afwijkt van het eigen oordeel van de school. Tijdens het schoolbezoek kwam de jury tot de volgende bevindingen ten aanzien van de algemene onderwijskwaliteit van de school. Resultaten Eindresultaten verplicht curriculum: de leerlingen behalen cognitieve leerresultaten in examenvakken en resultaten in door- en uitstroom, die gezien kenmerken en beginniveau van de leerlingen ten minste in overstemming zijn met wat van een goede school verwacht mag worden. Deze school heeft een boven het landelijk gemiddelde aandeel lwoo-leerlingen, met een zeer hoog doorstroompercentage dat het team als vanzelfsprekend ervaart. De jury acht dit een bijzondere prestatie van het Clusius College en oordeelt dat zij haar ambitie, een school van kansen zijn, goed waarmaakt. Resultaten niet verplicht curriculum: de school kan op andere gebieden dan het verplichte curriculum het bereikte niveau zichtbaar maken. Dit doet de school bijvoorbeeld doordat er leerlingen zijn met extra vakken en doordat veel leerlingen opstromen. De jury heeft hiervan concrete voorbeelden gezien. Onderwijsproces Aanbod: het aanbod bereidt de leerlingen voor op vervolgonderwijs en samenleving. De jury heeft in haar onderzoek geen contra-indicaties aangetroffen voor het eigen oordeel van de school. De school heeft een regiofunctie. Zo heeft zij de Clusibus in het leven geroepen, die ervoor zorgt dat ook leerlingen die echt ver weg wonen, naar deze school kunnen komen. Verder onderhoudt de school goede contacten met oud-leerlingen, die vaak langskomen. De jury vindt het wel opmerkelijk dat slechts 18 procent van de leerlingen daadwerkelijk doorstroomt naar een baan binnen het werkveld of de vervolgopleiding waarvoor deze groenschool opleidt. De school en de sfeer op school, de interactie tussen ouders, leerlingen en docenten worden als zodanig prettig ervaren, dat men bewust toch voor deze school kiest, ook al is het einddoel niet per se om verder te gaan in de groensector. Zicht op ontwikkeling: de leraren volgen en analyseren de ontwikkeling van alle leerlingen met als doel het onderwijs voor hen vorm te geven. De jury heeft in haar onderzoek geen contra-indicaties aangetroffen voor het eigen oordeel van de school. Deze school investeert actief en continu in de begeleiding van haar leerlingen. Dit komt niet alleen de lwoo-leerlingen ten goede, maar de hele schoolpopulatie. Alle lijnen binnen de zorg zijn bekend bij alle stakeholders en er wordt snel doorgepakt. Om blinde vlekken te voorkomen, organiseert de schoolleiding op gezette tijden audits door externen. Met de input uit de audits, en de geleerde lessen uit deelname aan pilots en onderzoeksgroepen wordt actief aan de slag gegaan binnen alle teams. De schoolleiding zorgt dat iedereen op de hoogte is en betrokken kan zijn. De team- en afdelingsopbouw wisselt, zodat teams niet ieder jaar dezelfde collega s hebben. Dit zorgt voor diversiteit, overzicht en betrokkenheid. Didactisch handelen: het didactisch handelen van de leraren stelt de leerlingen in staat tot leren en ontwikkeling. De jury heeft in haar onderzoek geen contra-indicaties aangetroffen voor het eigen oordeel van de school. Wel valt het de jury op dat meerdere leerlingen aangeven dat zij niets met deze opleiding willen doen, omdat zij een baan in een andere sector, bijvoorbeeld vliegtuigbouw of het leger ambiëren. Bij navraag geven enkele leerlingen aan dat zij ook niet zo goed weten waarom sommige vakken verplicht zijn. De schoolleiding onderkent dit en geeft zoals eerder beschreven aan, dat veel kinderen en hun ouders ook voor deze school kiezen vanwege de prettige sfeer. Daarbij kan een leerling met een diploma van het Clusius gewoon naar een vervolgopleiding binnen het mbo. Deze school biedt de juiste vakken voor aansluiting. 10

12 Ondersteuning: leerlingen die dat nodig hebben, ontvangen extra aanbod en ondersteuning. De jury heeft in haar onderzoek geen contra-indicaties aangetroffen voor het eigen oordeel van de school. Leerlingbegeleiding is een stevig onderdeel van de school. Het Clusius College wil een school van kansen zijn en dit is terug te vinden in alle facetten van de school. De leerlingen, de docenten en de schoolleiding spreken hier in dezelfde bewoordingen over. Het valt de jury op dat er over gesproken wordt als een vanzelfsprekendheid. Op de vraag aan de leerlingenraad of die misschien weet hoe het komt dat die sfeer van kansen aanwezig is, antwoorden de leerlingen dat dit altijd zo is geweest, zelfs toen hun ouders op het Clusius zaten. Het feit dat deze mening breed gedragen wordt en dat dit kennelijk al jaren de norm is, geeft aan dat de school in staat is dit element te verankeren in haar schoolbrede aanpak. De jury spreekt hierover met de schoolleiding en ook die geeft aan dat dit al jaren de norm is. De jury moedigt de school aan om te proberen te verwoorden hoe deze norm vormgegeven en behouden wordt. Het lijkt de jury zinvol en leerzaam voor de school als het haar lukt dit unieke element te concretiseren, zodat ze het altijd kan doorgeven aan toekomstige generaties. Verder vertellen meerdere leerlingen goed begeleid te zijn toen zij aangaven hulp nodig te hebben of meer uitgedaagd te willen worden. Zij vinden dat hierop snel en adequaat gereageerd wordt door hun mentor of door de schoolleiding zelf. Het feit dat deze leerlingen in staat en mondig genoeg zijn om zelf aan te geven dat ze hulp nodig hebben, draagt volgens de jury bij aan het vermogen van de school deze kwetsbare groep zelfstandigheid te leren. Schoolklimaat en veiligheid Schoolklimaat: de school kent een ambitieus en stimulerend klimaat. De jury heeft in haar onderzoek geen contra-indicaties aangetroffen voor het eigen oordeel van de school. Het valt de jury op hoe rustig het op de school is. Hoewel er meer dan duizend leerlingen op deze school zitten, van wie veel met een indicatie, lukt het de school een degelijk en veilig klimaat neer te zetten. Het idee van de schoolwacht, een ouderejaars leerling die oplet of iedereen zich netjes gedraagt en zijn spullen opruimt, vindt veel instemming bij de leerlingenraad. Op de vraag of zij ook echt zouden luisteren naar zo n wacht, geven allen te kennen dat dit zo is, mits het een ouderejaars betreft. Zij vinden het ook de taak van de wat oudere leerlingen om in te grijpen als een jongere leerling bijvoorbeeld gepest wordt. Zij komen met veel praktijkvoorbeelden waaruit blijkt dat oudere leerlingen, onder wie zijzelf, dit ook daadwerkelijk doen. De jury kan hieruit opmaken dat de leerlingen naar elkaar luisteren en niet bang zijn elkaar terecht te wijzen. Ze geven aan dat het van belang is dat alle kinderen zich prettig voelen. Alweer met diezelfde vanzelfsprekendheid. Veiligheid: schoolleiding en leraren waarborgen een veilige, respectvolle en betrokken omgeving voor leerlingen en leraren. De jury heeft in haar onderzoek geen contra-indicaties aangetroffen voor het eigen oordeel van de school. Op deze school wordt iedereen actief betrokken bij het onderwijsbeleid. De schoolleiding neemt aanbevelingen van de leerlingenraad en docenten soms ook over als schoolbeleid. Hierop wordt actief gehandeld. Dit werkt een grote mate van betrokkenheid en gevoel van waardering in de hand. Kwaliteitszorg en ambitie Evaluatie en verbetering: de school heeft vanuit haar maatschappelijke opdracht ambities en doelen geformuleerd, evalueert regelmatig de realisatie en verbetert op basis daarvan systematisch haar onderwijs. De jury heeft in haar onderzoek geen contra-indicaties aangetroffen voor het eigen oordeel van de school. De jury heeft heel duidelijk gezien dat het Clusius College Castricum een brede en doordachte aanpak heeft ten aanzien van het excellentieprofiel. De school gaat hierin planmatig te werk en legt alles vast in een gestructureerde plancyclus. Verder maakt de school gebruik van een kwaliteitszorgsysteem en een uitgebreide overlegstructuur, en docenten zeggen inbreng te hebben in de lijnen die de school uitzet. De leerlingenzorg is helder voor alle betrokkenen en ook klassikaal wordt op maat gewerkt. 11

13 Het is opvallend dat het Clusius College veel participeert in externe projecten en gebruik maakt van externe evaluaties. Zo neemt de school deel aan diverse pilots, ze heeft de Groene Vlag van Eco- Schools, en doet mee aan IRun2Bfit. Vorig jaar heeft een audit plaatsgevonden, waaruit sterke en zwakke punten en aanbevelingen zijn gekomen. Met de input van externe ogen wil de school scherp blijven en blinde vlekken voorkomen. Kwaliteitscultuur: de school kent een professionele kwaliteitscultuur en functioneert transparant en integer. De jury heeft in haar onderzoek geen contra-indicaties aangetroffen voor het eigen oordeel van de school. Alle betrokkenen die de jury heeft gesproken, geven kennis van dezelfde structuur die de school handhaaft omtrent bijvoorbeeld de P-cyclus. Men geeft aan betrokken te worden en zich hier prettig bij te voelen. Docenten en leerlingen zeggen dat ze het gevoel hebben dat de schoolleiding oprecht geïnteresseerd is in hun inbreng en dat de leiding makkelijk te benaderen is. Hieruit blijkt een veilige omgeving. Iedereen is ervan op de hoogte dat er veel wordt gemeten, en men is van mening dat dit meten de school actief helpt bij het verbeteren van zaken waarmee ze bezig zijn. Als je niet meet, zo geven ze aan, weet je ook niet of je goed bezig bent. Als je er niet voor zorgt dat anderen, objectieve instanties, met je meekijken, weet je ook niet ook of wat je doet (nog) het juiste is. 4. Conclusie van de jury Tijdens het bezoek aan het Clusius College Castricum heeft de jury bij de leiding en docenten de betrokkenheid en de ambitie gezien om het beste uit de leerlingen te halen. Ook uit het gesprek met de leerlingenraad blijkt dat de leerlingen het krijgen van kansen concreet ervaren. De behaalde onderwijsresultaten laten zien dat de school het excellentieprofiel waarmaakt. Er is nauwelijks afstroom uit het vmbo-b en relatief veel opstroom naar hogere niveaus, binnen de reguliere opleidingsduur. De examenresultaten zijn bovengemiddeld. Al met al concludeert de jury dat het excellentieprofiel weloverwogen, relevant en helder is. Alle leerlingen voor wie het excellentieprofiel is bedoeld, worden bereikt en het profiel voorziet in hun behoeften. De school maakt haar doelstellingen waar. Waar deze school bovengemiddeld veel lwoo-leerlingen heeft, tonen deze zich als actief betrokken, zelfstandig en trots. Een kwetsbare groep leert hier stevig in de schoenen te staan. Aangezien alle betrokkenen zo veel elementen uit het excellentieprofiel als vanzelfsprekend ervaren, en gezien de cultuur van meten is weten, voorziet de jury dat deze school zeker in staat zal zijn de komende drie jaar dit excellentieprofiel te continueren. De jury wil de school ook aanmoedigen om daarnaast te proberen het waarom van de vanzelfsprekendheid van zaken op school te verwoorden en te concretiseren. Ook moedigt de jury de school aan de al langer uitgesproken ambitie om het excellentieprofiel uit te breiden naar de afdelingen vmbo-k en vmbo-g in de komende jaren te realiseren. Alles overziende is de jury van oordeel dat het Clusius College Castricum op basis van de door de jury waargenomen kenmerken en gerapporteerde bevindingen het predicaat Excellente School vmbo-b toekomt. 12

14 Bijlage zelfevaluatie algemene onderwijskwaliteit Voortgezet onderwijs en praktijkonderwijs Scholen hebben zichzelf beoordeeld op basis van onderstaande kwaliteitsstandaarden met bijbehorende omschrijving. Scholen kregen het verzoek hun oordeel te waarderen op deze standaarden en dit oordeel te onderbouwen. Deze inbreng is opgenomen in het juryrapport over de school. 1. ONDERWIJSPROCES 1.1 Aanbod Het aanbod bereidt de leerlingen voor op vervolgonderwijs en samenleving. De leraren bieden een breed, eigentijds en op de kerndoelen gebaseerd aanbod; het eigenaarschap van het aanbod ligt bij het team. Het is dekkend voor de examenprogramma s. Binnen de kaders van de wet maken zij keuzen in het aanbod, waardoor zij deze afstemmen op de onderwijsbehoeften die kenmerkend zijn voor de leerlingenpopulatie. De school heeft bovendien een aanbod voor de referentieniveaus taal en rekenen. Het aanbod sluit aan op het niveau van de leerlingen bij binnenkomst van de school en bereidt hen voor op het aanbod bij de start van het vervolgonderwijs. Daar tussenin verdelen de leraren de leerinhouden evenwichtig en in samenhang over de leerjaren en ze geven de leerlingen voldoende tijd om zich het aanbod eigen te maken. Er gaat geen lestijd onnodig verloren en leerlingen benutten het geboden onderwijsprogramma maximaal. Het aanbod draagt bij aan de basiswaarden van de democratische rechtsstaat. 1.2 Zicht op ontwikkeling De school volgt en analyseert de ontwikkeling van alle leerlingen met als doel het onderwijs voor hen vorm te geven. De leraren verzamelen voortdurend systematische informatie over de ontwikkeling van hun leerlingen. Zij gaan regelmatig na in welke mate de leerlingen profiteren van het geboden onderwijs en hoe de ontwikkeling van leerlingen verloopt uitgaand van de eigen capaciteiten en ten opzichte van leeftijdgenoten. Wanneer leerlingen het onderwijs niet genoeg lijken te benutten, gaat de school na waar de ontwikkeling stagneert en wat mogelijke verklaringen hiervoor zijn. De leraren gebruiken al deze informatie vervolgens om het onderwijs af te stemmen op de onderwijsbehoeften van zowel groepen leerlingen als individuele leerlingen. De leraren hanteren daarbij een cyclische aanpak. 1.3 Didactisch handelen Het didactisch handelen van de leraren stelt de leerlingen in staat tot leren en ontwikkeling. De leraren plannen en structureren hun handelen met behulp van de informatie die zij over de leerlingen hebben, en stimuleren een brede ontwikkeling. Het team handelt op basis van een samenhangend en consistent pedagogisch-didactisch concept. De leraren zorgen voor effectieve instructies: aansprekend, doelmatig en interactief. Ze geven blijk van hoge verwachtingen en reageren positief op de inbreng van leerlingen, waardoor deze zich ondersteund en uitgedaagd voelen. Bij de instructies en opdrachten gebruiken de leraren passende vakdidactische principes en werkvormen. Ook zorgen zij ervoor dat het niveau van hun lessen past bij het beoogde eindniveau. Zij stemmen de instructies en opdrachten af op de behoeften van groepen en individuele leerlingen, zodat alle leerlingen actief, gemotiveerd en betrokken zijn en de beschikbare tijd effectief besteden. Tijdens de (leer)activiteiten gaan de leraren na of de leerlingen de leerstof en de opdrachten begrijpen. Daarbij geven de leraren de leerlingen directe en individuele feedback op hun werken en leren. 1.4 Ondersteuning Leerlingen die dat nodig hebben, ontvangen extra aanbod en ondersteuning. De school heeft voor leerlingen met bijzondere ondersteuningsbehoeften extra aanbod en begeleiding gepland. Deze ondersteuning is gericht op het (ontwikkelings)perspectief van de 13

15 leerling. Voor de leerlingen die structureel onderwijsaanbod krijgen op een ander niveau dan de leeftijdsgroep of extra bekostigd worden vanuit het samenwerkingsverband, stelt de school een (ontwikkelings)perspectief op. De school evalueert regelmatig of de extra ondersteuning het gewenste effect heeft en stelt deze zo nodig bij. 2. SCHOOLKLIMAAT & VEILIGHEID 2.1 Schoolklimaat De school kent een ambitieus en stimulerend klimaat. De schoolleiding en de leraren creëren een stimulerend en ambitieus pedagogisch en didactisch klimaat. Er zijn duidelijke regels en er heerst een voorspelbaar en betrouwbaar positief klimaat waarin afspraken nagekomen worden. Schoolleiding en leraren kennen een focus op persoonlijke ontwikkeling en leren, waarin alle leerlingen gezien worden en zich betrokken voelen bij de schoolgemeenschap. Het schoolklimaat is ondersteunend voor de cognitieve en sociale ontwikkeling. Voor elke leerling is een leraar beschikbaar die zijn/haar ontwikkeling volgt en aanspreekpunt is bij problemen (mentor). 2.2 Veiligheid Schoolleiding en leraren waarborgen een veilige, respectvolle en betrokken omgeving voor leerlingen en leraren. Schoolleiding en leraren waarborgen de veiligheid van de school en de omgeving voor alle leerlingen en het personeel. Leerlingen, leraren, schoolleiding en overig personeel gaan respectvol en betrokken met elkaar om. De leraren brengen leerlingen sociale competenties bij en tonen voorbeeldgedrag. Schoolleiding en leraren voorkomen pesten, agressie en geweld in elke vorm en treden zo nodig snel en adequaat op. De school heeft daarvoor een veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen, registreren, afhandelen en evalueren van incidenten. Het beleid voorziet ook in een regelmatige meting van de veiligheidsbeleving van de leerlingen en het personeel. De school heeft een vertrouwenspersoon. Alle betrokkenen kennen dit beleid. 3. KWALITEITSZORG EN AMBITIE 3.1 Evaluatie en verbetering De school heeft vanuit haar maatschappelijke opdracht ambities en doelen geformuleerd, evalueert regelmatig de realisatie en verbetert op basis daarvan systematisch haar onderwijs. De school weet rekening houdend met haar maatschappelijke opdracht en kenmerken van de leerlingenpopulatie waarin zij zich wil onderscheiden, c.q. profileren, en heeft daaruit toetsbare doelen afgeleid voor de korte en middellange termijn. De kwaliteitszorg heeft in elk geval betrekking op de resultaten, het onderwijsproces waaronder het aanbod, het schoolklimaat en de veiligheid. De schoolleiding en de leraren beoordelen systematisch maatregelen en instrumenten om te waarborgen dat het personeel bekwaam is en deze bekwaamheid onderhoudt. De school betrekt onafhankelijke deskundigen en belanghebbenden bij deze beoordeling en analyseert de relatie tussen de resultaten en de financiële voorzieningen en wettelijke vereisten. De evaluaties leiden tot toegankelijke managementinformatie. Waar nodig voert de school planmatig verbeteringen door die voldoende ambitieus zijn en aansluiten bij de evaluaties. 3.2 Kwaliteitscultuur De school kent een professionele kwaliteitscultuur en functioneert transparant en integer. Het beleid van de school om haar visie op de onderwijskwaliteit en ambities te realiseren, wordt door de leraren breed gedragen. Er is een grote bereidheid om gezamenlijk het onderwijs te verbeteren. Het bestuur en de schoolleiding vertonen onderwijskundig leiderschap en kwaliteitsbewustzijn. Er wordt gehandeld vanuit een duidelijke verantwoordelijkheidsverdeling tussen alle geledingen in de instelling. De schoolleiding, leraren en het ondersteunend personeel werken gezamenlijk aan een voortdurende verbetering van hun professionaliteit. Leraren en andere betrokkenen bij de school werken resultaatgericht, zijn aanspreekbaar op gemaakte afspraken en zijn zich bewust van de effecten van hun handelen op de onderwijskwaliteit en op de ontwikkeling van de leerlingen. De 14