GKB Psalm 118 : 1 en 2 "Laat ieder 's Heren goedheid prijzen" De grote puzzeltocht. GKB Gezang 8 : 1-3 "Zo maar te gaan met een stok in je hand"

Transcriptie

1 NCGKV Lichtzijde (16.30) Votum / zegengroet Openingslied GKB Psalm 118 : 1 en 2 "Laat ieder 's Heren goedheid prijzen" Schriftlezing Markus 12 : kindermoment De grote puzzeltocht kinderlied GKB Gezang 8 : 1-3 "Zo maar te gaan met een stok in je hand" Preek + Interactie Luisterlied Geloofsbelijdenis Gezongen belijdenis "Shema Israel" Apostolische Geloofsbelijdenis NLB nr. 985 "Heilig Heilig Heilig. hemelhoog verheven" Collecten Gebed over Preek en Voorbeden Slotlied GKB Psalm 138 : 1 en 4 "Ik zal met heel mijn hart uw eer" Zegen Kindermoment De grote puzzeltocht (dia met kaartje) Vriendje jarig. Jochem Zijn pappa zet speurtocht uit, kan hij goed, is elk jaar leuk Van Het Kompas naar De Lichtzijde. De zwarte route weg gaat op de kaart een heel ander kant op. Jij zit in Groep A, samen met Jochem. Vorig jaar ook gedaan, snapte het eerst ook niet, maar, het kwam goed, de Pappa weet wel wat hij doet. Gewoon zijn route volgen. Consumptiebonnen mee, voor bij de patatkraam halverwege. Groep B: doen we niet!. We weten zo ook wel waar de Lichtzijde is, hoor! We zoeken zelf onze weg wel. Veel gemakkelijker en korter (Blauwe route). (dia met Groep A en Groep B) Groep A, geweldig, van alles gezien onderweg, leuke vogels, heerlijke frieten enz. Die pappa van Jochem, is een een held! Groep B. Waardeloos! Saaie wegen, ook nog door een hond aangevallen, geen patatkraam gezien, broek opengehaald aan het prikkeldraad. Waardeloze speurtocht, en die pappa van Jochem, die kan er gewoon helemaal niets van! Klopt dat? 1 / 5

2 Moraal, Gods weg volgen. Hij weet waar hij mee bezig is, hij is te vertrouwen en heeft het beste met je voor. Ook al lijkt het in het begin heel moeilijk. Preek (dia Grote lijn) Even samenvatten wat geweest is. Loopt uit op NCC 7 (dia Gods geboden gehoorzamen) Dat is de tekst van NCC 7. Dan even een vergelijking tussen HC en NCC Het punt dat God volmaakte gehoorzaamheid vraagt wordt in beide leerboeken gemaakt. Bij de HC helemaal aan het begin, en het is dan een opstapje naar het leerstuk over onze "Ellende". Onze Ellende is dan, dat we niet in staat zijn om te doen "wat God in zijn wet van ons eist". Daarna gaat de HC verder met de Verlossingsleer. We zoeken iemand die in onze plaats betaalt, en de gerechtigheid volbrengt. In de NCC wordt dit punt (dat we niet in staat zijn Gods wet te volbrengen) ook gemaakt. Maar nu worden de geboden niet voorgesteld als "een onhaalbare eis" maar als een venster op Gods grootheid en goedheid. Daarmee zijn twee belangrijke minpunten van de HC verbeterd: a. Het financieel - juridische kader van de HC: "betalen", "eis", "doet dan God de mens geen onrecht" enz. wordt vervangen door de taal van de liefde, die zo kenmerkend is voor b.v. Deuteronomium. b. En de beruchte vraag 3 "Waaruit kent gij uw ellende" zijn we ook kwijt. Vraag 3 is de "slag bij Nieuwpoort" van de geloofsleer. "1600, uit de wet Gods". Met het rampzalige effect dat we tegen de wet op den duur steeds blijven aankijken als een "kenbron van onze ellende" met alle ellendige gevoelens van dien. De wet wordt een tegenstander in plaats van een vreugde. Vanmiddag willen we dus op die nieuwe manier een begin maken met de bespreking van de wet. En daarbij sluiten we nadrukkelijk aan bij Jezus, die op zijn beurt Mozes citeert. Jezus leert ons dat liefde de vervulling is van de Wet. Daar draait het om. Dat God geboden geeft is zijn liefde voor ons, dat we ze kennen en gehoorzamen is onze liefde voor Hem en onze naasten. Twee dingen vallen op; God is een en je kunt hem op vier manier liefhebben. Met dat laatste beginnen we. (dia: Liefhebben / gehoorzamen met) 2 / 5

3 Hart - dat is in het mensbeeld van Israel de plek waar de beslissingen worden genomen. God gehoorzamen en liefhebben is ook een kwestie van een beslissing nemen, en bij die beslissing blijven. Het is een kwestie van willen en gedisciplineerd doorzetten. Die vorm van liefde daar is God echt heel erg goed in. Wij vaak een stuk minder. Ziel - dat is in het mensbeeld van Israel de plek waar gevoelens ontstaan en worden gekoesterd. Dat je God met je hart liefhebt betekent genegenheid, blij zijn om de ander, verdrietig zijn als hij weg is of boos is. Ook dat hoort thuis in de relatie die je met God hebt en met je naasten. En dat is ook wederzijds. Jouw leven gaat God ook aan het hart. Verstand - Dat je liefhebt met je verstand betekent een aantal dingen. Bijvoorbeeld dat je God eert omdat je Hem leert kennen als een onvoorstelbaar knappe ontwerpen en bouwer van het heelal. Of doordat je je verstand inzet, om er je naaste mee te helpen. Voor mensen die misschien wat minder gevoelsmatig zijn aangelegd, en wat meer analytisch, kan die heel troostrijk zijn. God geniet ook van je denkvermogen, van alle pogingen die jij doet om inzicht te krijgen in Hem, in zijn woord, en om daar systeem in te ontdekken. Liefhebben met het verstand betekent bovendien dat God geen blinde gehoorzaamheid verlangt, maar nadenken over wat God van jou vraagt in deze tijd en in jouw omstandigheden. Daarbij worden wijze en doordachte beslissingen gevraagd. Kracht - Dat is in het oude Israel het verschil tussen woord en daad. Of, beter gezegd, de stap van woord naar daad. Je kunt een hoop dingen willen, goede voornemens hebben, je kunt warme gevoelens koesteren, maar het moet er ook gewoon van komen. En dan zo doen. In het Hebreeuws wordt hier een woord gebruikt dat betekent: "uit alle macht" "Met alle grootheid die je in je hebt". Opnieuw: God is daar beregoed in, wij willen nog wel eens in goede voornemens blijven steken. Deze vier manieren van liefhebben geven je zicht op de breedte van de liefdesrelatie de je mag hebben met God en je naaste. Daar komt van alles bij kijken, en we spreken niet alle liefdestalen even goed. Maar je kunt er toch ook geen een missen. - God alleen maar dienen met je wilskracht en je zelfdiscipline, zonder liefde? Dat wordt al gauw wettisch, en vreugdeloos. Je wordt keihard voor jezelf en anderen. - Geweldig fijne gevoelens voor God koesteren, en dan toch gewoon onveranderd blijven? - Niets doen voor God en voor je naaste? Dat is ook niet de liefde waar het God om begonnen is. (dia) En toch Toch wordt dit grote gebod ingeleid met de belijdenis dat God EEN is. De Heer is een en hij is de enige. Dat betekent zoveel als: God is er helemaal voor mij. In Deuteronomium 6, waaruit Jezus citeert, worden deze eigenschap en deze houding van God verbonden met de geboden die daarna volgen. God is onverdeeld, wees hem dan ook volledig toegewijd. Heb hem lief met heel je hart, heel je ziel en met al je kracht. Ga er voor de volle honderd procent voor! In de NCC wordt dat als volgt verwoord: 3 / 5

4 In het Nederlands; persoonlijk, volmaakt en eeuwigdurend, In het Engels: personal, perfect and perpetual. Op de sheet heb ik die drie p's willen overnemen. Persoonlijk, Perfect, Permanent Persoonlijk liefhebben. Dat betekent dat God van jou ook een persoonlijke keus vraagt. Je houdt niet automatisch van God omdat je ouders van God houden of omdat je lid bent van de kerk. Het moet een persoonlijke keus zijn en het veronderstelt ook een heel persoonlijk liefdesleven. Persoonlijke omgang met God. Ga dat maar eens na voor jezelf. Wanneer heeft God me even helemaal voor zichzelf, en wanneer ben ik er even helemaal voor God alleen? En vergelijk het in gedachten met de liefdesrelaties die we hier op aarde kennen, b.v. in een huwelijk. Onverdeelde aandacht. Dat is een belangrijke sleutel tot een goed huwelijk. Perfect liefhebben. Ook dat. Het kan wel erg moeilijk klinken, maar het is wel waar God voor gaat. Hij bevrijdt je ook volkomen van al je zonden. Hij laat er niet een paar zitten. Want dat zou dodelijk zijn. Hij heeft je volkomen lief en niet half en half. En hij wil jou ook helemaal. Wij zijn zondige mensen, en zullen met dit aspect van de gehoorzaamheid de grootste moeite hebben. Maar, voel die moeite dan maar eens. Net als Paulus: die het uitschreeuwt: steeds als ik het goede wil, dan is het kwade ook aanwezig, ik ellendig mens. Wie zal mij verlossen uit dit steeds terugkerende probleem? Ook dat kennen we in onze huwelijken en gezinnen. Dat je de ander echt liefhebt, en toch tekortschiet. En dat je daar geen genoegen mee neemt, maar aan het werk gaat met je zelf. Je hart nog vollediger openstelt om je nog meer in te zetten voor het geluk van de ander. En permanent liefhebben Dat ligt voor de hand. Je kunt moeilijk zeggen dat je een geweldig huwelijk hebt als je "meestal" trouw bent. Dat je echt van de ouders houdt, wanneer je ze alleen in uitzonderlijke gevallen besteelt. Dat werkt niet onder mensen. En met God werkt het natuurlijk ook niet zo. Hij is uit op een permanente relatie, want hij houdt echt van je. Hij laat jou nooit vallen. Zelfs niet, wanneer jij Hem wel eens vergeet. Dat kan voor ons, zwakke en kleingelovige mensen, een enorme troost zijn. Ik val niet uit zijn hand. God weet waar hij aan begonnen is, toen hij na de zondeval de mens weer op zocht. Maar dat neemt niet weg dat God gaat voor de volmaakte relatie. Die inderdaad permanent is. En bij God betekent dat: tot in eeuwigheid. En daarvoor wil God heel diep gaan. Dat wordt onze redding. In Jezus Christus, die de volmaakte liefde predikt. Volmaakte liefde die alle offers te boven gaat. Die volmaakte liefde, wordt gepreekt door Jezus, die ons inderdaad volkomen heeft liefgehad, en die zijn gevoelens in daden heeft omgezet. Een volmaakt offer, dat de zonden van de wereld wegneemt. Op Zijn volmaakte offer, mogen wij volkomen vertrouwen. Tot in eeuwigheid Amen 4 / 5

5 Verwerkingsvragen In de preek wordt aangegeven dat we God moeten liefhebben met hert ziel verstand en kracht. En dat ze allemaal nodig zijn. 1. Ga voor jezelf, of op de huiskring, maar eens na wat er van een liefdesrelatie overblijft als een van deze elementen ontbreekt, of juist heel erg domineert. 2. Vraag je ook eens of hoe dat ging in het gezin waarin je bent opgegroeid. Was daar een van de liefdestalen heel erg dominant? En hoe heeft dat jou geloof of je relatie met God beïnvloed? 3. We moeten God persoonlijk, perfect en permanent liefhebben. In de preek worden hierover een paar vragen gesteld, die je op de huiskring samen zou kunnen bespreken. Wat komt er terecht van een persoonlijke band tussen jou en God? Hoeveel tijd en energie maak je daarvoor vrij? Wanneer heb je onverdeelde aandacht voor God? En zijn de andere voorbeelden ook herkenbaar? Waarbij je liefdesbanden op aarde worden vergeleken met die tussen jou en God. 5 / 5