VEILIGHEIDSBELEID EN DOELSTELLING

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "VEILIGHEIDSBELEID EN DOELSTELLING"

Transcriptie

1 VEILIGHEIDSBELEID EN DOELSTELLING U als bedrijfsleider (of zijn aangestelde) en wij als veiligheidscoördinator hebben de morele plicht al het mogelijke te doen voor de veiligheid en gezondheid van het personeel waar wij verantwoordelijk voor zijn. Op de werf willen wij een veiligheidsbeleid voeren voor het personeel van de aannemers die er tewerkgesteld zijn door te streven naar optimale arbeidsomstandigheden. Veiligheid vormt een geïntegreerd deel van elke opdracht. Het naleven van deze veiligheidsvoorschriften is één van de absolute voorwaarden waaronder de werkzaamheden mogen uitgevoerd worden. Het niet naleven van de veiligheidsvoorschriften kan de goede samenwerking tussen de aannemers in gevaar brengen. Daarom zullen de verantwoordelijken er strikt op toezien dat de regels, zoals ze werden vastgelegd en ondertekend door een verantwoordelijke van elke aannemer, worden nageleefd. Bij het niet naleven van de voorschriften kan worden overgegaan tot een eenzijdige verbreking van het contract met de betrokken aannemer. Het gevoerde beleid is dan ook gesteund op ieders plicht onveilige situaties onmiddellijk te melden indien ze niet zelf kunnen verholpen worden. Het is bijgevolg verboden om in onveilige omstandigheden het werk uit te voeren. In het kader van het Algemeen Reglement op de Arbeidsbescherming (A.R.A.B.) de CODEX en het Algemeen Reglement op de Elektrische installaties (A.R.E.I.) worden in dit document de veiligheids- en gezondheidsinstructies opgenomen die strikt moeten worden nageleefd op de bouwplaats om het voornoemd doel te bereiken. Deze veiligheidsvoorschriften en het veiligheids- en gezondheidsplan moeten steeds op de werf aanwezig zijn. 1

2 INHOUD 1 De beschrijving van het te realiseren bouwwerk Bouwplaatsgegevens Planningsgegevens Ontwerp Tussenkomende partijen Tussenkomende partijen Belangrijke telefoonnummers Veiligheid en gezondheid, communicatie en organisatie Communicatie Communicatieschema Algemeen belang van communicatie Algemene voorschriften inzake communicatie Lijst van verantwoordelijkheden van tussenkomende partijen Opdrachtgever Bouwdirectie Bouwdirectie belast met het ontwerp Bouwdirectie belast met de uitvoering Bouwdirectie belast met de controle Veiligheidscoördinator belast met het ontwerp Veiligheidscoördinator belast met de uitvoering Aannemer, onderaannemer, nevenaannemer Werknemer Toezicht houdende en controlerende organen Analyse van de risico s Inleiding De risicoanalyse De beschrijving van veiligheids- en gezondheidsmaatregelen, bouwplaatsreglement Coördinatiemaatregelen Voorafgaande kennisgeving Algemeen veiligheids- en gezondheidsplan Bijzonder veiligheids- en gezondheidsplan (BVGP) Werfbezoeken Het coördinatiedagboek Algemene preventiemaatregelen

3 6.2.1 Gemeenschappelijke beschermingsmaatregelen Individuele beschermingsmaatregelen Maatregelen tegen vallende voorwerpen Maatregelen tegen het vallen van op grote hoogte Maatregelen bij las-, snij- en slijpwerkzaamheden Maatregelen inzake ergonomie Maatregelen bij gebruik van elektrisch en mechanisch materieel Maatregelen bij werken met open vlam Maatregelen bij blootstelling aan bijzondere risico s Lawaaibestrijding Temperatuurregeling Ventilatiemogelijkheden Brandbestrijding Preventiemaatregelen m.b.t. inrichting van de werf Bewaking, controle en toegangsvoorwaarden Sanitaire voorzieningen Mogelijkheden tot verpozing Maatregelen in verband met het inrichten van verkeerszones en gevarenzones Maatregelen in verband met het inrichten van vluchtroutes en nooduitgangen Maatregelen bij installaties voor energiedistributie Stabiliteits- en stevigheidcontrole van werkplekken Natuurlijke en kunstverlichting van werkplekken, ruimten en verkeersroutes op de bouwplaats Maatregelen bij opslag van (gevaarlijke) producten Maatregelen bij de inrichting van werkplekken in gesloten ruimten op bouwplaatsen Maatregelen bij in dienststelling van steigers Maatregelen bij in dienststelling van ladders Maatregelen bij de in dienststelling van hijstoestellen (hefapparatuur) Maatregelen bij de in dienststelling van laadplatforms en hellingen Maatregelen bij de in dienststelling van voertuigen en grondverzet- en materiaalverladingsmachines Organisatiemaatregelen Aan te plakken documenten Organisatie van de hulpverlening en evacuatie van de werknemers Diverse verplichtingen van de werkgevers t.o.v. het personeel Maatregelen inzake orde en hygiëne Voorzorgen m.b.t. afval en puin Planning van de werken

4 1 De beschrijving van het te realiseren bouwwerk 1.1 Bouwplaatsgegevens Adres: Lange Schipstraat 27, 2800 Mechelen Kadastrale gegevens: 1 ste afdeling, sectie D, nr. 248K, 249F 1.2 Planningsgegevens Startdatum Vermoedelijk: ja-mrt 2016 Duur van de werken Vermoedelijk: 100 werkdagen Raming van de werken Vermoedelijk: excl btw Aantal werknemers Vermoedelijk: 1.3 Ontwerp Hierna volgt de beschrijving van het te realiseren bouwwerk op basis van de volgende studies en plannen. 4

5 Plannummer Omschrijving Datum 1/3 Inplantingsplan 1/1000 2/3 Bestaande toestand 3/3 Nieuwe toestand 2 Tussenkomende partijen 2.1 Tussenkomende partijen. Gekend op: DD Tabel op volgende bladzijden 2.2 Belangrijke telefoonnummers Telefoonnummer Opdrachtgever Sociaal Huis Mechelen... / Ziekenhuis Huisartsen Straat nr. Postnr. Gemeente Dr. Dr.... / / / Spoeddienst... / Brandweer... / Politie... / Arbeidsinspectie... / NAVB... /

6 3 Veiligheid en gezondheid, communicatie en organisatie 3.1 Communicatie Communicatieschema Veiligheidscoördinatie Partijen relaties Tijdens het communicatieproces vormt de Veiligheidscoördinatie voor zijn taak de centrale figuur en dus het aanspreekpunt voor de opdrachtgever. De wet voorziet diverse vormen van rapportering om dit communicatieproces te formaliseren. BOUWHEERprojectmanager Veiligheidscoördinator Architect Ingenieursbureau 6

7 Uitvoerders Algemeen belang van communicatie. De toenemende stroom van regelgevingen, de specialisatie en de integratie van steeds complexere technieken in de bouwsector leidt tot een toename van het aantal partijen dat betrokken wordt bij de realisatie van een bouwproject. Het grote aantal partijen brengt evenredig veel communicatie met zich mee. De kans op berichten die zich tegenspreken, miscommunicatie en misverstanden wordt steeds groter. Het inhuren van anderstalige aannemers of arbeiders leiden tot grotere en complexere projectorganisaties. Het is in eenieders belang dat alle berichten correct worden overgebracht en ontvangen door het laagste echelon, meer bepaald de arbeider die instaat voor de uiteindelijke uitvoering. Het is bijgevolg van groot belang om op elk niveau een duidelijk en efficiënt communicatieschema te implementeren Algemene voorschiften inzake communicatie a) Opstartvergaderingen. Elke aannemer dient minimum 2 weken voor het begin van zijn werkzaamheden zijn BVGP (bijzonder veiligheids- en gezondheidsplan) te overhandigen aan de veiligheidscoördinator. 7

8 Minimum 1 week voor de start van de werken zal een bespreking, een opstartvergadering met de veiligheidscoördinator, de aannemer en pilootaannemer worden georganiseerd tijdens dewelke de risicoanalyse en beheersingsmaatregelen worden besproken. Er kan niet met de werken gestart worden zonder dat een opstartvergadering heeft plaatsgevonden. b) Onthaal van nieuwe aannemingen op de werf. Wordt georganiseerd voor nieuwe aannemers op de werf. Het onthaal gebeurt bij de aanvang van zijn activiteiten op de bouwplaats en daarna telkens als er nieuwe arbeiders op de bouwplaats komen. Het onthaal wordt georganiseerd door de pilootaannemer. Minstens volgende informatie dient te worden verschaft: * Informatie betreffende de organisatie van de bouwplaats. * Informatie betreffende het bouwplaatsreglement zoals: * Regelingen met betrekking tot ongevallen, alarm, bedrijfshulpverlening. * Werk- en rusttijden. * Veiligheids- en Gezondheidsplan. * Melden van onveilige en ongezonde situaties. * Algemeen sensibiliserende informatie omtrent de veiligheid op de bouwplaats. * De op hen toepasselijke preventiemaatregelen, opgenomen in het veiligheidsplan. c) Communicatie met andere aannemers. Een efficiënt overleg tussen de aanwezige aannemers met de andere tussenkomende partijen omtrent de toepassing van de preventiemaatregelen op de bouwplaats dient te worden georganiseerd door de pilootaannemer. Elke betwisting of onduidelijkheid inzake de naleving van de preventiemaatregelen dient opgelost. d) Communicatie buiten de werf. Op de werf dient een telefoontoestel aanwezig te zijn in de werfkeet. Verder beschikt elke ploegbaas over een oproepmiddel voor noodgevallen. 8

9 4 Lijst van verantwoordelijkheden van tussenkomende partijen. Deze lijst is niet limitatief en kan geenszins de tussenkomende partijen ontslaan van rechten en plichten die bij wet zijn vastgelegd of die voortvloeien uit: * De welzijnswet van 4/8/96, het KB betreffende tijdelijke of mobiele werkplaatsen van 25/01/01 en het KB van 28/03/98. * De wetten en reglementen van toepassing in België op het gebied van de arbeidsveiligheid en milieu op datum van uitvoering van het contract. * De voorschriften van het ARAB, de CODEX en het AREI. * De voorschriften van VLAREM. 9

10 De controle op de naleving van de veiligheidsvoorschriften gebeurt door de hiërarchische lijn. De opdrachtgever en / of veiligheidscoördinator behouden zich het recht voor ieder persoon die de veiligheidsvoorschriften niet naleeft, andere personen in gevaar brengt of die onder invloed van drank of overdreven medicatie is weg te zenden en hem de toegang tot de werf te ontzeggen. Onderstaande lijst van verantwoordelijkheden is gebaseerd op de welzijnswet van 4/8/96, het KB betreffende tijdelijke en mobiele werkplaatsen van 25/01/01 en het KB van 28/03/ Opdrachtgever * Algemene preventiebeginselen. * Aanstellen veiligheidscoördinator ontwerp en verwezenlijking. * Toezien dat de veiligheidscoördinator zijn taken volledig en adequaat vervult. * Organiseren van de coördinatie van de werken. * Organiseren van de coördinatiestructuur. * Kennisgeving van de opening van de bouwplaats. * Ter beschikking stellen van delen van het postinterventie dossier die betrekking hebben op uit te voeren werken. * Meedelen van de maatregelen van toepassing in de inrichting waar de werken worden uitgevoerd. * Overmaken van VGP (Veiligheids- en gezondheidsplan) aan VC (veiligheidscoördinator) uitvoering. * Toezien dat de verschillende tussenkomende partijen samenwerken en hun activiteiten coördineren. * Toezien dan PID (Post- interventiedossier) wordt aangepast i.f.v. uitgevoerde werken. 4.2 Bouwdirectie Bouwdirectie belast met het ontwerp Ieder natuurlijk of rechtspersoon die voor rekening van de opdrachtgever zorg draagt voor het ontwerp van het bouwwerk. * Toepassen van de algemene preventiebeginselen bij bouwkundige keuzes, technische keuzes of organisatorische keuzes m.b.t. planning en bij de raming van de duur van de verwezenlijking of werkfasen. 10

11 * Mag de studiefase niet aanvatten zolang de coördinator ontwerp niet is aangesteld en identiteit coördinator ontwerp niet is vastgesteld Bouwdirectie belast met de uitvoering Ieder natuurlijk of rechtspersoon die voor rekening van de opdrachtgever zorg draagt voor de uitvoering van het bouwwerk. * Algemene preventiebeginselen. * Kennisgeving. * Kennisgeving van alle ernstige ongevallen. * Alle V&G maatregelen naleven en doen naleven. * Zelf maatregelen nemen na in gebreke stelling. * Weren van aannemers die wetgeving niet volgen. * Bedingen opnemen in aannemingsovereenkomsten Bouwdirectie belast met de controle Ieder natuurlijk of rechtspersoon die voor rekening van de opdrachtgever zorg draagt voor het toezicht op de uitvoering van het bouwwerk. * Belast met de controle op de uitvoering. 4.3 Veiligheidscoördinator ontwerp Ieder (natuurlijk) persoon die door de opdrachtgever of de bouwdirectie belast met het ontwerp belast is op zorg te dragen voor de coördinatie inzake veiligheid en gezondheid tijdens de uitwerkingsfase van het ontwerp van het bouwwerk. * Moet kunnen bewijzen dat hij aan de nodige vereisten voldoet. * Kan bijgestaan worden door één of meer adjuncten (voldoen aan dezelfde bepalingen). * In ontwerp, studie en uitwerkingsfasen; uitvoering van de algemene preventiebeginselen bij bouwkundige keuzes, technische keuzes of organisatorische keuzes m.b.t. planning en bij de raming van de duur van de verwezenlijking of werkfasen. * Opstellen en aanpassen VGP met o.a.: * Toepassen regels op de bouwplaats. * Rekening houdend met de exploitatiewerkzaamheden. * Specifieke maatregelen m.b.t. 18 bouw activiteiten. * Toepassen van de algemene preventiebeginselen. * Overmaken relevante elementen uit het VGP over aan tussenkomende partijen. * Controle overeenstemming offertes met VGP. * Openen en aanvullen PID en CDB (coördinatiedagboek). * Opstellen bouwplaatsreglement. 11

12 * Opvragen nodige delen van PID aan opdrachtgever. * Overdragen VGP, PID en CDB aan opdrachtgever of bouwdirectie belast met het ontwerp. 4.4 Veiligheidscoördinator verwezenlijking Ieder (natuurlijk) persoon die door de opdrachtgever, de bouwdirectie belast met de uitvoering of de bouwdirectie belast met de controle op de uitvoering, belast is om zorg te dragen voor de coördinatie inzake veiligheid en gezondheid tijdens de verwezenlijking van het bouwwerk. * Moet kunnen bewijzen dat hij aan de nodige vereisten voldoet. * Kan bijgestaan worden door één of meer adjuncten (voldoen aan dezelfde bepalingen). * Coördineren van de toepassing van algemene preventiebeginselen. * Nodige maatregelen treffen opdat enkel bevoegde personen de bouwplaats kunnen betreden. * Samenwerking en coördinatie van aannemers organiseren (wederzijdse info risico s). * Coördineren van de relevante bepalingen VGP. * Coördineren van de controle op de juiste toepassing van de werkprocedures. * Aanpassen VGP in functie van de vooruitgang der werken of wijzigingen en overmaken VGP. * Bijhouden en aanvullen CDB en door de betrokken partijen laten viseren. * Bijhouden en aanvullen PID. * Samenroepen voorzitten coördinatiestructuur. * Overdragen CDB, VGP en PID aan opdrachtgever. 4.5 Aannemer, onderaannemer, nevenaannemer Ieder natuurlijk of rechtpersoon die activiteiten verricht tijdens de uitvoeringsfase van de verwezenlijking van het bouwwerk, ongeacht of hij zelfstandige is of een werkgever die samen met zijn werknemers werkt op de bouwplaats. Alle V&G maatregelen naleven. * Alle V&G maatregelen doen naleven door: * onderaannemer van hemzelf * andere onderaannemer * ieder persoon die hem personeel ter beschikking stelt * zelfstandigen. * Aan opdrachtgever info geven betreffende risico s werken. * Meewerken aan de coördinatie. * Samenwerken bij de uitvoering van preventiemaatregelen. * Weren van onderaannemers die wetgeving niet respecteren. * Toepassen algemene preventiebeginselen: * goede orde en voldoende bescherming van gezondheid * inrichting werkplekken i.f.v. toegangsmogelijkheden * voorwaarden intern transport en behandeling materiaal/materieel 12

13 * onderhoud en controles van installatie en toestellen * afbakening en inrichting opslag (gevaarlijke) stoffen/materialen * opslag en verwijdering of afvoer van afval/puin * aanpassen duur werken i.f.v. aard werken, fasen en evolutie werf * samenwerken met andere aannemers * wederzijdse inwerkingen met exploitatie of andere activiteiten ter plaatse op, of in de nabijheid van, de bouwplaats Aannemers moeten i.f.v. de instructies: * op de juiste wijze gebruik van de machines, installaties, gevaarlijke stoffen * juist gebruik van de PBM s (persoonlijke beschermingsmiddelen) * specifieke veiligheidsvoorzieningen niet willekeurig uitschakelen * coördinator verwezenlijking, andere aannemers en diensten PBW in kennis stellen van werksituatie die vermoedelijk gevaar inhoud * bijstand verlenen aan de coördinator verwezenlijking, andere aannemers en diensten PBW om hen in staat te stellen hun taken uit te voeren. 4.6 Werknemer Zorg dragen voor eigen veiligheid en gezondheid, en deze van de andere betrokken partijen overeenkomstig zijn opleiding, overeenkomstig instructies werkgever en naar best vermogen. Op de juiste wijze gebruik maken van machines, toestellen, gereedschappen, gevaarlijke stoffen, vervoermiddelen en andere middelen. * Op de juiste wijze gebruik maken van PBM s. * Veiligheidsvoorzieningen niet willekeurig uitschakelen, veranderen of verplaatsen en deze op de juiste manier gebruiken. * Werkgever en IDPBW informeren en bijstand verlenen zodat dezen hun taken kunnen uitvoeren. 4.7 Toezicht houdende en controlerende organen * Technische arbeidsinspectie. * Medische arbeidsinspectie. Taken: * Toezicht en controle op naleving van de wetgeving. * Klachten onderzoeken. * Advies uitbrengen. * Steeds vrije toegang. * Kunnen pv s opstellen, stopzetten van de werkzaamheden en verzegelen van de werf. * Sociale arbeidsinspectie; Taken: * Toezicht en controle op naleving van de sociale wetgeving en oprichting C.PBW. * Klachten onderzoeken * Advies uitbrengen. * Steeds vrije toegang 13

14 * Kunnen pv s opstellen, stopzetten van de werkzaamheden en verzegelen van de werf. 5. Analyse van de risico s 5.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt een inventarisatie van de risico s en preventiemaatregelen voorgesteld onder de vorm van een tabel, waarin volgende kolommen zijn weergegeven: * De omschrijving van de activiteiten en inrichtingen (de gevaren). * De risico s. * De kwantificering van de risico s (indien vereist). * De preventiemaatregelen voorgesteld door de coördinator. * Verantwoordelijke voor de uitvoering van de preventiemaatregelen. * Termijn binnen dewelke de preventiemaatregelen dienen te worden uitgevoerd. Aard van de activiteiten aan de basis van de risico s en preventiemaatregelen. Het algemeen veiligheids- en gezondheidplan is het document dat een algemene risicoanalyse en de vast te stellen preventiemaatregelen bevat ter voorkoming van de risico s waaraan de werknemers kunnen blootgesteld worden. Deze algemene risicoanalyse dient verder te worden aangevuld met de gegevens van de verschillende tussenkomende partijen om van toepassing te kunnen zijn op deze bouwplaats. Het algemene plan dient als leidraad voor het opmaken van het Bijzonder Veiligheids- en Gezondheidsplan van elke aannemer. Deze plannen zullen worden samengevoegd tot één globaal preventieplan van toepassing op deze bouwplaats. In dit plan zullen de risico s worden opgenomen als gevolg van: 1) De uitvoering van het werk. 2) De wederzijdse inwerking van activiteiten van de diverse tussenkomende partijen die tegelijkertijd op de tijdelijke of mobiele bouwplaats aanwezig zijn. 3) De opeenvolging van activiteiten van de diverse tussenkomende partijen op een tijdelijke of mobiele bouwplaats wanneer een tussenkomst, na het beëindigen ervan, risico s laat bestaan voor de andere tussenkomende partijen die later zullen tussenkomen. 4) De wederzijdse inwerking van alle installaties of alle andere activiteiten op of in de nabijheid van de site waar de tijdelijke of mobiele bouwplaats is gevestsigd, inzonderheid het openbaar of privaat goederen- of personenvervoer, het aanvatten of de voorzetting van het gebruik van een gebouw of de voorzetting van eender welke exploitatie. 5) De uitvoering van mogelijke latere werkzaamheden aan het bouwwerk. 14

15 Het veiligheids- en gezondheidsplan kan, in voorkomend geval, deel uitmaken van het globaal preventieplan van de opdrachtgever. 5.2 De risicoanalyse 15

16 6 De beschrijving van veiligheids- en gezondheidsmaatregelen, bouwplaatsreglement. 6.1 Coördinatiemaatregelen Voorafgaande kennisgeving De bouwdirectie blast met de uitvoering van het bouwwerk moet een voorafgaande kennisgeving bij de overheid (NAVB en Technische Inspectie) indienen, voor de opening van de bouwplaats. Hierin zijn de volgende inlichtingen vervat: * de datum van de indiening van de voorafgaande kennisgeving * het adres van de bouwplaats * de opdrachtgever * de aard van het bouwwerk * de bouwdirectie * de coördinator inzake veiligheid en gezondheid tijdens de ontwerpfase * de coördinator inzake veiligheid en gezondheid tijdens de uitvoeringsfase * de vermoedelijke begindatum van de werken op de bouwplaats * de vermoedelijke tijdsduur van de werken op de bouwplaats * het vermoedelijke maximum aantal werknemers op de bouwplaats * het aantal aannemers en zelfstandigen voorzien op de bouwplaats * de identificatie van de reeds gekende aannemers Algemeen veiligheids- en gezondheidsplan Bijzonder veiligheids- en gezondheidsplan (BVGP) Werfbezoeken De coördinator maakt gemiddeld 1 keer per week een werfbezoek inzake veiligheid en gezondheid. 16

17 Zijn opmerkingen worden opgeschreven in het coördinatiedagboek of worden vermeld op het veiligheids- en gezondheidsplan. De veiligheidscoördinator verspreid naar alle betrokken aannemers via fax, of brief de opmerkingen gemaakt tijdens de rondgang. In functie van de eventuele wijzigingen van de uitvoeringsmethode wordt het veiligheidsen gezondheidsplan aangepast Het coördinatiedagboek Het coördinatiedagboek is het document dat verplicht door de coördinator wordt bijgehouden en dat de gegevens en aantekeningen vermeldt betreffende de coördinatie en gebeurtenissen op de bouwplaats. Het coördinatiedagboek vermeldt de volgende elementen. * De namen en adressen van de tussenkomende partijen, het ogenblik van hun tussenkomst op de bouwplaats en voor ieder van hen, het voorziene aantal op de bouwplaats tewerk te stellen werknemers evenals de voorziene duur van de werken. * De beslissingen, vaststellingen en gebeurtenissen die voor het ontwerp en de verwezenlijking van het bouwwerk van belang zijn. * De opmerkingen gemaakt aan de tussenkomende partijen en de gevolgen die ze eraan gegeven hebben. * De opmerkingen van de aannemers, aangevuld met het visum van de betrokken partijen. * De gevolgen gegeven aan de opmerkingen van de tussenkomende partijen en van de werknemersvertegenwoordigers die van belang zijn voor het ontwerp van het project en de verwezenlijking van het bouwwerk. * De tekortkomingen van de tussenkomende partijen ten opzichte van de algemene preventiebeginselen, de toepasselijke regels en de concrete maatregelen aangepast aan de specifieke kenmerken van de tijdelijke of mobiele bouwplaats, of ten opzichte van het veiligheids- en gezondheidsplan. * De verslagen van de vergaderingen van de coördinatiestructuur bedoeld in artikel 37. * De ongevallen. 17

18 6.2 Algemene preventiemaatregelen Gemeenschappelijke beschermingsmaatregelen Alle reglementaire voorschriften ter zake onder meer de algemene preventiebeginselen bedoeld in artikel 5 van de welzijnswet moeten geëerbiedigd worden en in het bijzonder: * Iedere aannemer heeft de verplichting de bescherming van zijn personeel te verzekeren tegen ieder risico waaraan de uitvoering van hun werk zich blootstelt. * De collectieve beschermingsmiddelen aangebracht door de algemene aannemer of iedere andere aannemer mogen slechts weggehaald worden na installatie van een ander beschermingsmiddel door de gebruiker van die zone. Enkele concrete voorbeelden van collectieve beschermingsmaatregelen: * Ieder werkoppervlak zal afgebakend worden door aangepast collectieve beschermingsmiddelen (leuningen, netten). * Openingen in vloeren en in de grond worden afgesloten met aangepast materieel en afgebakend met leuningen. * Alle trappen zijn voorzien van stabiele leuningen van behoorlijke kwaliteit. * Iedere aannemer die collectieve beschermingsmiddelen wegneemt om bepaalde werken uit te voeren, moet de uitrustingen zo snel mogelijk weer terug plaatsen. * Ladders moeten boven en onder vastgemaakt worden, en moeten 1 meter boven het werkplatform uitsteken Individuele beschermingsmaatregelen Algemeen Alle reglementaire voorschriften ter zake dienen geëerbiedigd te worden en in het bijzonder de onderstaande. In geval van tegenstrijdigheid tussen de verschillende voorschriften is het meest strenge van toepassing. Iedere aannemer dient op zij kosten aan zijn personeel het onderhoud en vernieuwing van de individuele beschermingsmiddelen te garanderen. Hij dient er tevens over te waken dat iedere persoon die zicht op de bouwplaats bevindt onder zijn verantwoordelijkheid voorzien is van de aangepaste beschermingsuitrusting. Bij gebrek hieraan dienen deze personen de bouwplaats direct te verlaten. 18

19 Minimale maatregelen Ieder persoon die de werf betreedt dient de volgende minimale maatregelen te treffen: * Het dragen van een veiligheidshelm, veiligheidsschoenen en werkkledij. * Of iedere andere individuele bescherming, noodzakelijk vanwege de aard van de werken. Specifieke maatregelen Indien bijkomende individuele beschermingsmiddelen noodzakelijk zijn, moeten zij afdoende aangepast zijn aan de specifieke risico s waartegen zij de arbeiders moeten beschermen. Als bijkomende uitrusting kan men vernoemen: * Waterdichte kledij (bij regenweer) * Gele overkleding (bij werken in nabijheid van verkeerszones) * Veiligheidshandschoenen (bij het tillen en dragen van ruwe materialen, bikhamers, lasinstrumenten, bijtende producten, manuele afbraakwerken, afslijpen, enz.). * Oordopjes, geluidsbeschermende helmen (bij werken waarbij zich een geluidsdruk hoger dan 90 db voordoet: vb bij werken met pikhamers). * Stofmaskers ( bij stof veroorzakende werken). * Veiligheidslaarzen (bij grondwerken). * Bescherming tegen vallen: vb. een veiligheidsharnas met afstop (bij gevaarlijk werk in de hoogte indien de collectieve beschermingsmaatregelen onvoldoende zijn). * Bescherming ademhalingswegen (bij werken waarbij gevaarlijke gassen kunnen vrijkomen). * Brandwerende kleding, zo mogelijk beschermd door een leren voorschort, makkelijk uittrekbaar schoeisel zonder behulp van de handen, leren handschoenen met manchetten over de voorarmen, een helm met een neerklapbaar gekleurd kijkglas (bij werken met snijbranders) Maatregelen tegen vallende voorwerpen De werknemers moeten, wanneer dat technisch mogelijk is, als groep met algemene middelen tegen vallende voorwerpen worden beschermd. Materialen en uitrusting moeten zodanig worden geplaatst of gestapeld dat zij niet kunnen instorten, verschuiven, omvallen of kantelen. Zo nodig moet er op de bouwplaats in overdekte doorgangen worden voorzien of moet de toegang tot gevaarlijke zones onmogelijk worden gemaakt Maatregelen tegen het vallen van op grote hoogte 19

20 Het vallen van grote hoogte moet materieel worden voorkomen door met name stevige leuningen die hoog genoeg zijn en ten minste een kantplank, een handleuning en een tussenregel of een andere gelijkwaardige voorziening hebben. Werkzaamheden op grote hoogte mogen in beginsel alleen worden uitgevoerd met behulp van adequate uitrusting en algemene beschermingsmiddelen zoals leuningen, platforms en vangnetten. Indien het gebruik van dergelijke uitrustingen is uitgesloten op grond van de aard van de werkzaamheden, dient te worden voorzien in passende toegangsmiddelen en gebruik te worden gemaakt van een hangtuig of andere veiligheidsvoorzieningen met verankering Maatregelen bij las-, snij- en slijpwerkzaamheden Algemeen Deze werken moeten uitgevoerd worden overeenkomstig de meest recente schikkingen van het ARAB. Werkzones moeten afgebakend en beschermd worden. Aangepaste individuele beschermingsmiddelen moeten gebruikt worden. Laswerkzaamheden Indien de natuurlijke ventilatie onvoldoende is, moeten er maatregelen genomen worden om de lasgassen doelmatig af te voeren. Deze werken vereisen een vuurvergunning die iedere aannemer bijtijds bij de verantwoordelijke voor de veiligheid op de bouwplaats van de algemene aannemer en aan de coördinator inzake veiligheid moet aanvragen. Snij- en slijpwerkzaamheden Voor snij- en slijpwerkzaamheden moet minstens een veiligheidsbril gedragen worden Maatregelen inzake ergonomie De arbeiders op de werf mogen bij hun werkzaamheden fysisch niet overbelast worden. Enkele voorbeelden van algemene maatregelen: * geen te zware lasten * aangepast materieel gebruiken * voldoende mechanische hulpmiddelen inschakelen. 20

21 6.2.7 Maatregelen bij gebruik van elektrisch en mechanisch materieel Elektrisch materieel Bij het gebruik van elektrisch (vb. cirkelzaag, betonmolen, ) heeft men vooral te doen met het directe of indirecte elektrocutiegevaar. Maatregelen: * de elektrische delen moeten een dubbele isolatie hebben * aarding (vb. van een betonmolen) indien geen dubbele isolatie * de nodige reglementaire beschermingsgraad (IP) tegen de infiltratie van water en stof * de machine zelf of het elektriciteitsnet waaraan de machine is aangesloten moet voorzien zijn van een differentieelschakelaar * gebruik alleen toegelaten aan daartoe bevoegde personen Mechanisch materieel Bij het gebruik van mechanisch materieel zijn de meest voorkomende risico s: * Verwondingen aan de handen * beschadiging van de ogen * lawaaihinder * hinder van stof Maatregelen: * een beschermingsklep op vb slijpschijven, zaagmachines * om de vermijden het materieel te moeten verplaatsen, kan men vb een cirkelzaag bevestigen op een geleider * machines moeten voorzien zijn van een noodstop wanneer de machine blokkeert * gebruik van de noodzakelijke individuele beschermingsmiddelen * stofafzuiging * gebruik alleen toegelaten aan daartoe bevoegde personen Maatregelen bij werken met open vlam Voor de aanvang van werken met open vlam vraagt de onderneming aan de coördinator of een vuurvergunning vereist is. VUURVERGUNNING: Een vergunning opgesteld met de bedoeling brand en ontploffingsgevaren te voorkomen. * Voor laswerken, zuurstofsnijden, slijpen en dwarssnijden. * Voor alle werken met open vlam, hittepunt tenzij werken eigen aan de onderneming in daarvoor voorziene ruimten. 21

22 * Voor personeel van de instelling zelf of voor personeel van een vreemde onderneming. OPSTELLER * NVBB, nationale vereniging voor beveiliging tegen brand en binnendringing (model). ONDERTEKEND: * Door de bedrijfsleiders of zijn gevolmachtigde. * Door het diensthoofd veiligheid. * Door de uitvoerder Maatregelen bij blootstelling aan bijzondere risico s De werknemers mogen niet worden blootgesteld aan schadelijke invloeden van buitenaf (bij voorbeeld gassen, dampen of stof). Indien werknemers een zone moeten betreden waar de atmosfeer mogelijk een giftige of schadelijke stof of onvoldoende zuurstof bevat, of ontvlambaar kan zijn, dient de atmosfeer in deze zone te worden gecontroleerd en moeten passende maatregelen worden genomen om elk gevaar te voorkomen. Een werknemer mag in geen enkel geval worden blootgesteld aan een atmosfeer met verhoogd risico. Hij moet in ieder geval permanent van buitenaf worden geobserveerd en alle passende voorzorgsmaatregelen moeten worden getroffen opdat hem onmiddellijk op doeltreffende wijze hulp kan worden geboden Lawaaibestrijding De werknemers mogen niet worden blootgesteld aan een schadelijk geluidsniveau Temperatuurregeling De temperatuur dient, rekening houdende met de toegepaste werkmethoden en de van de werknemers verlangde lichaamsinspanningen, tijdens het werken te zijn afgestemd op het menselijk organisme. 22

23 De temperatuur van verpozingsruimten, ruimten voor personeelsleden die avond- of nachtdienst hebben, sanitaire ruimten, kantines en ruimten voor eerste hulp dient op de specifieke bestemming van deze ruimten te worden afgestemd. Ramen, bovenlichten en glazen wanden dienen zodanig te worden geconstrueerd dat, rekening houdende met de aard van het werk en het gebruik van de ruimte, een te grote zon instraling kan worden voorkomen Ventilatiemogelijkheden. De werknemers dienen met inachtneming van de werkmethoden en de fysieke belemmeringen waaraan zij zijn onderworpen, over voldoende verse lucht te beschikken. Bij gebruik van een ventilatieinrichting (klimaatregelings- of mechanische ventilatieinrichting) dient deze in gebruiksklare toestand te worden gehouden en de werknemers niet bloot te stellen aan luchtstromingen die de gezondheid van de werknemers schaden. Stortplaatsen van vuil en verontreinigingen die als gevolg van de vervuiling van de in te ademen lucht een direct gevaar voor de gezondheid van de werknemers opleveren, dienen snel te worden verwijderd. Een controlesysteem dient storingen te melden wanneer dat voor de gezondheid van de werknemers nodig is Brandbestrijding en detectie Afhankelijk van de kenmerken van de bouwplaats en de afmetingen en het gebruik van de ruimten, de aanwezige uitrusting, de fysische en chemische eigenschappen van de aanwezige stoffen of materialen alsmede het maximale aantal personen dat aanwezig kan zijn, dient er een voldoende aantal passende brandbestrijdingsmiddelen te worden geplaatst. Deze brandbestrijdingsmiddelen dienen regelmatig te worden gecontroleerd en onderhouden. Op dezelfde tijden moeten testen en relevante oefeningen plaatsvinden. Zij dienen te worden voorzien van een markering in overeenstemming met de op Richtlijn 77/576/EEG gebaseerde nationale voorschriften. Deze markering dient duurzaam te zijn en op de daarvoor in aanmerking komende plaatsen te worden aangebracht. 23

24 6.3 Preventiemaatregelen m.b.t. inrichting van de werf Bewaking, controle en toegangsvoorwaarden Algemene toegangsvoorwaarden Toegang en verlaten van de bouwplaats gebeurt enkel door de ingang zoals voorzien op de plannen ter zake ( Werfinrichtingsplan van de bouwplaats en Algemeen inplantingsplan van de vaste installaties ). Overeenkomstig artikel 22, 6 van de Belgische Wet van 4 augustus 1996, betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, moeten de nodige maatregelen genomen worden opdat alleen de toegestane personen toegang hebben tot de bouwplaats. De organisatie van de controle van de toegang is ten laste van de algemene aannemer. Voor het begin van de werken legt hij aan de veiligheidscoördinator de organisatie van deze controles, voor advies en goedkeuring, voor. Toegangsvoorwaarden voor voertuigen Geen enkel voertuig, uitgenomen deze van de leveranciers, heeft toegang tot de bouwplaats. Voor voertuigen die effectief toegelaten zijn tot de bouwplaats is: * het algemeen verkeersreglement van toepassing. * het maximum toegestane snelheid 5 km/uur. * achteruitrijden zonder begeleiding verboden. * geldt dat zij de doorgangen steeds vrij moeten laten voor snelle evacuatie Sanitaire voorzieningen Kleedkamers en garderobekasten Indien de werknemers speciale werkkleding moeten dragen en hun uit gezondheids- of betamelijkheids- overwegingen niet kan worden verzocht zich in een andere ruimte om te kleden, dienen er voor hen geschikte kleedruimten beschikbaar gesteld te worden. De kleedruimten dienen gemakkelijk toegankelijk, ruim genoeg en van zitplaatsen voorzien te zijn. 24

25 De kleedruimten dienen groot genoeg te zijn en zodanig te zijn uitgerust dat de werknemers eventueel hun werkkleding alsmede hu eigen kleding en persoonlijke eigendommen kunnen laten drogen en deze achter slot en grendel kunnen opbergen. Indien de omstandigheden zulks vereisen (gevaarlijke stoffen, vocht en vuil) dienen werkkleding en eigen kleding en persoonlijke eigendommen afzonderlijk te kunnen worden bewaard. Er dienen aparte kleedruimten voor mannen en vrouwen te worden ingericht of die ruimte dienen gescheiden te worden gebruikt. Wanneer er geen kleedkamers nodig zijn, dient elke werknemer te kunnen beschikken over een ruimte waar hij zijn eigen kleding en persoonlijke eigendommen achter slot en grendel kan bewaren. Douches en wastafels Wanneer de aard van het werk of de zorg voor de gezondheid dat noodzakelijk maakt, dienen er voldoende geschikte douches ter beschikking van de werknemers te worden gesteld. Voor mannen en vrouwen dienen aparte doucheruimten te worden ingericht of de doucheruimten dienen gescheiden te worden gebruikt. De doucheruimten dienen groot genoeg te zijn om elke werknemer in staat te stellen zonder belemmeringen en onder passende hygiënische omstandigheden toilet te maken. De douchecellen dienen van warm en koud stromend water te zijn voorzien. Wanneer er geen douches noodzakelijk zijn, dienen in de nabijheid van de werkplekken en de kleedruimten voldoende geschikte wastafels met stromend (zo nodig warm) water te worden geplaatst. Voor mannen en vrouwen dienen er aparte wastafels te worden geplaatst of de wastafels dienen geschieden te worden gebruikt, wanneer goed fatsoen zulks vereist. Indien de douche- of wasruimten en de kleedruimten van elkaar gescheiden zijn, dienen deze ruimten onderling met elkaar in verbinding te staan. Toiletten Voor mannen en vrouwen dienen aparte toiletten te worden ingericht of de toiletten dienen gescheiden te worden gebruikt. 25

26 6.3.3 Mogelijkheden tot verpozing Wanneer de veiligheid of de gezondheid van de werknemers zulks met name vanwege de aard van het werk of het aantal werknemers of vanwege de afgelegenheid van de bouwplaats noodzakelijk maakt, dienen de werknemers de beschikking te hebben over gemakkelijk bereikbare rustlokalen. De rustlokalen dienen voldoende ruim bemeten te zijn en uitgerust met een, gezien het aantal werknemers, voldoende aantal tafels en stoelen met rugleuning. Bij ontbreken van dergelijke ruimten dienen de werknemers de beschikking te hebben over andere faciliteiten waar zij zicht tijdens werkpauzes kunnen ophouden. In de rustlokalen dienen de nodige maatregelen te worden getroffen om niet rokers te beschermen tegen de door tabaksrook veroorzaakte overlast Maatregelen in verband met het inrichten van verkeerzones en gevarenzones Algemeen Verkeersroutes, met inbegrip van trappen, vaste ladders en laadplatforms en hellingen, moeten zodanig worden berekend, gesitueerd, ingericht en gereedgemaakt dat zij gemakkelijk, volledig veilig en overeenkomstig hun bestemming kunnen worden gebruikt en dat de werknemers die zich in de buurt van deze verkeersroutes bevinden geen enkel risico lopen. De afmetingen van voor het verkeer van personen en / of goederen bestemde verkeersroutes, inclusief die waar wordt gelost of geladen, dienen te worden afgestemd op het mogelijke aantal gebruikers en de aard van het werk. Wanneer op deze verkeersroutes vervoermiddelen worden gebruikt, dient voor de andere op de bouwplaats aanwezige personen een voldoende veiligheidsafstand in acht te worden genomen of dienen passende beschermende maatregelen te worden getroffen. De routes dienen duidelijk te worden gemarkeerd, regelmatig gecontroleerd en onderhouden. Indien de bouwplaats zones bevat waarvoor een beperkte toegang geldt, dienen deze zones te worden uitgerust met voorzieningen die verhinderen dat onbevoegde werknemers deze zones betreden. Verkeersroutes bestemd voor voertuigen 26

27 De voor voertuigen bestemde verkeersroutes dienen op voldoende afstand te zijn gelegen van deuren, poorten, doorgangen voor voetgangers, gangen en trappen. Verkeersroutes naar werkplekken in ruimten op de bouwplaats. Voor zover gebruik en uitrusting van de ruimten dat noodzakelijk maken om de veiligheid van de werknemers te garanderen, dienen de verkeersroutes duidelijk te worden afgebakend. Gevarenzones Er dienen de nodige maatregelen te worden getroffen om werknemers die gevarenzones mogen betreden te beschermen. Gevarenzones dienen zeer duidelijk gemarkeerd te worden Maatregelen in verband met het inrichten van vluchtroutes en nooduitgangen Algemeen Vluchtroutes en nooduitgangen, de verkeersroutes en de deuren die daarop uitkomen, dienen vrij te zijn van obstakels, zodat ze ten allen tijde zonder belemmeringen kunnen worden gebruikt, en via de kortste weg naar een veiligheidszone voeren. Bij gevaar moeten alle werkplekken snel en onder maximale veiligheidsomstandigheden kunnen worden geëvacueerd. Het aantal, de verdeling en de afmetingen van de vluchtroutes en uitgangen zijn afhankelijk van de bestemming, de outillage en de afmetingen van de bouwplaats en de ruimten alsmede van het maximale aantal personen dat zich aldaar kan ophouden. De specifieke vluchtroutes en nooduitgangen dienen gemarkeerd te zijn in overeenstemming met de nationale voorschriften die op Richtlijn 77/576/EEG zijn gebaseerd. Deze markering dient duurzaam te zijn en op daarvoor in aanmerking komende plaatsen te worden aangebracht. Vluchtroutes en nooduitgangen waar verlichting noodzakelijk is, dienen te worden voorzien van een noodverlichting die bij het uitvallen van de elektrische stroom voldoende lichtsterkte bezit. Deuren van nooduitgangen 27

28 De deuren van nooduitgangen dienen naar buiten open te gaan. Deze deuren moeten bovendien op zodanige wijze zijn afgesloten dat ze gemakkelijk en onmiddellijk kunnen worden geopend door iedereen die ze in geval van nood moeten gebruiken. Schuif- en draaideuren mogen niet als nooduitgang worden gebruikt. Deuren en poorten De locatie, het aantal, de gebruikte materialen en de afmetingen van deuren en poorten zijn afhankelijk van de aard en de bestemming van de ruimten. Deuren en poorten in het tracé van vluchtroutes dienen op passende wijze te zijn gemarkeerd. Op doorzichtige deuren dient op ooghoogte een markering te worden aangebracht. Klapdeuren en poorten moeten transparant zijn of van transparante kijkvensters zijn voorzien. Wanneer de transparante of lichtdoorlatende oppervlakten van deuren en poorten niet van veiligheidsmateriaal zijn vervaardigd en de vrees bestaat dat werknemers bij het verbrijzelen van één van deze oppervlakten gewond kunnen raken, dienen deze oppervlakten tegen indrukken of induwen te zijn beschermd. Automatische deuren en poorten Automatische deuren en poorten dienen zodanig te functioneren dat zij geen gevaar voor de werknemers opleveren. Zij dienen te zijn voorzien van gemakkelijk herkenbare en bereikbare noodstopvoorzieningen en dienen, behalve wanneer zij bij stroomonderbreking automatisch opengaan, met de hand te kunnen worden geopend. Omgeving van poorten hoofdzakelijk voor voertuigen bestemd. In de onmiddellijke omgeving van poorten die hoofdzakelijk voor het verkeer van voertuigen zijn bestemd, dienen zich, althans wanneer de doorgang voor voetgangers niet veilig is, deuren voor voetgangers te bevinden die duidelijk zichtbaar als zodanig dienen te zijn gemarkeerd en te allen tijde toegankelijk dienen te zijn Maatregelen bij installaties voor energiedistributie Algemeen 28

29 Deze installaties dienen zodanig te zijn ontworpen en uitgevoerd en te worden gebruikt dat zij geen brand of ontploffingsgevaar opleveren en dat personen op afdoende wijze worden beschermd tegen het gevaar van elektrocutie door directe aanraking. Bij het ontwerp, de uitvoering en de keuze van het materiaal en de beschermingsvoorzieningen dient rekening te worden gehouden met de aard en het vermogen van de verdeelde energie, externe invloeden en de deskundigheid van de personen die tot delen van de installatie toegang hebben. Installaties in open lucht Op de bouwplaats aanwezige installaties voor energiedistributie, met name die welke aan externe invloeden blootstaan, dienen regelmatig te worden gecontroleerd en onderhouden. Installaties die al voor het begin van de werkzaamheden op de bouwplaats aanwezig waren dienen te worden geïdentificeerd, gecontroleerd en duidelijk gekenmerkt. Wanneer er bovengrondse elektriciteitsleidingen zijn, dienen deze zoveel mogelijk hetzij buiten de bouwplaats om te worden geleid, hetzij spanningsloos te worden gemaakt. Indien dit niet mogelijk is, moeten er hekken of waarschuwingen worden geplaatst om voertuigen en installaties op een afstand te houden. Wanneer voertuigen op de bouwplaats onder elektriciteitsleidingen door moeten rijden, dienen passende waarschuwingen en een bescherming onder deze draden te zijn aangebracht Stabiliteits- en stevigheidcontrole van werkplekken Natuurlijke en kunstverlichting van werkplekken, ruimten en verkeersroutes op de bouwplaats Werkplekken, ruimten en verkeersroutes dienen zoveel mogelijk en voldoende natuurlijk te worden verlicht en s nachts en overdag wanneer het daglicht niet volstaat op passende en voldoende wijze met kunstlicht te worden verlicht. Eventueel dienen verplaatsbare, schokbestendige lichtbronnen te worden gebruikt. De voor de kunstverlichting gebruikte kleur mag de waarneming van de markeringstekens of -borden niet wijzigen of beïnvloeden. De installaties voor de verlichting van ruimten, werkplekken en verkeersroutes dienen zodanig te zijn geplaatst dat het type verlichting voor de werknemers geen ongevallenrisico meebrengt. 29

30 Ruimten, werkplekken en verkeersroutes waar het uitvallen van de kunstverlichting grote risico s voor de werknemers kan opleveren dienen met een toereikende noodverlichting te zijn uitgerust Maatregelen bij opslag van (gevaarlijke) producten Algemene maatregelen Alle producten op de bouwplaats moeten reglementair geëtiketteerd zijn. Het stockeren van producten en verwijderen van de verpakking dient volgens de vigerende wetgeving en in afspraak met de coördinator te gebeuren. Op de werf wordt één centrale zone opgericht waar de gevaarlijke producten van ale onderaannemers worden gestockeerd. Deze stockageplaats wordt ingericht, onderhouden en georganiseerd door de pilootaannemer of de algemene aannemer. De veiligheidsvoorzieningen zijn beschreven in de risicoanalyse van de inrichting van de werf. Een kopie van de veiligheids- en gezondheidssteekkaart (chemische fiche) van de gebruikte producten moet aan de coördinator overhandigd worden. De steekkaart omvat tenminste: * naam van de fabrikant * fysische eigenschappen * bijzondere kenmerken * gevaren / verschijnselen * preventie * blusstoffen / eerste hulp / evacuatie Bij werken waarbij schadelijke of hinderlijke dampen / gassen vrijkomen, moeten met de coördinator maatregelen afgesproken worden om de dampen / gassen op een doeltreffende manier af te voeren (vb. afzuiginstallatie). Maatregelen bij opslag van gasflessen De opslagplaats van gasflessen zal bepaald worden na samenspraak met de coördinator. De opslagplaatsen zullen aangeduid worden op het Algemeen inplantingplan van de opgeslagen grondstoffen, materialen en materieel en het Plan van opslag, signalisatie en etikettering van de gevaarlijke producten, die regelmatig bijgehouden zullen worden door de algemene aannemer. Het behandelen van gasflessen gebeurt met de meeste zorg. Lege gasflessen en gasflessen die niet gebruikt worden, worden buiten het gebouw op een vaste plaats 30

31 rechtop gestockeerd, vastgemaakt, voorzien van de beschermkop en beschermd tegen de zon. De zuurstof- en brandgasflessen worden bij gebruik vertikaal of schuin onder een hoek van minimum 35 geplaatst. Bij voorkeur worden ze gemonteerd op een flessenkar. Op het einde van de dagtaak worden gasflessen dichtgedraaid en slangen en manometers onspannen. De flessen worden elke dag na gebruik weg geborgen in de daartoe voorziene opslagplaats. Op de werf wordt één centrale zone opgericht waar de gasflessen van alle onderaannemers worden gestockeerd. Deze stockageplaatst wordt ingericht, onderhouden en georganiseerd door de pilootaannemer of de algemene aannemer. De veiligheidsvoorzieningen zijn beschreven in de risicoanalyse van de inrichting van de werf. Ongebruikte gasflessen: * zullen buiten het gebouw opgeslagen worden en niet er binnen * moeten steeds van een beschermdop voorzien zijn In gebruik zijnde gasflessen: Deze moeten zich steeds buiten het gebruik van vonken bevinden en mogen nooit in een gesloten ruimte binnengevoerd worden. Acetyleen flessen: Deze worden steeds verticaal opgesteld, of hellend over een hoek van max. 35. Men dient ze te monteren op mobiele lasposten. Deze lasposten moeten voorzien zijn van een ABC poederblusser. Voor handelingen met open vuur dient een vuurvergunning aangevraagd te worden aan de coördinator (of aan de bouwplaatsdirectie). Alvorens zijn werkzaamheden aan te vatten, overhandigd iedere aannemer aan de coördinator een lijst die de gevaarlijke producten vermeld die hij van plan is op de bouwplaats aan te voeren. Hij vermeldt er de hoeveelheid, het gevaar en de opslagmethode van Maatregelen bij de inrichting van werkplekken en gesloten ruimten op bouwplaatsen Maatregelen bij in dienststelling van steigers Maatregelen bij in dienststelling van ladders 31

32 De ladders moeten stevig genoeg zijn en op de juiste wijze worden onderhouden. Zij moeten op de juiste wijze worden gebruikt op de plaatsen waarvoor zij bestemd zijn Maatregelen bij de in dienststelling van hijstoestellen (hefapparatuur) Maatregelen bij de in dienststelling van laadplatforms en hellingen Maatregelen bij de in dienststelling van voertuigen en grondverzet- en materiaalverladingsmachines 6.4 Organisatiemaatregelen Aan te plakken documenten De algemene aannemer wordt verantwoordelijk gesteld om de volgende documenten op een duidelijke manier aan te pakken: Voorafgaande kennisgeving De veiligheidscoördinator maakt een kopie van de voorafgaande kennisgeving en iedere bijgewerkte versie ervan over aan de algemene aannemer die het zichtbaar en duurzaam aanplakken van de kennisgeving aan de ingang van de bouwplaats tot taak heeft. Verbod op het gebruik van alcohol Dit verbod is aan te plakken in de lokalen van de arbeiders. Risico s verbonden aan het alcoholgebruik: * evenwichtsverlies * verminderd reactievermogen * vallen * gevaar voor anderen Preventiemaatregelen inzake bescherming tegen brand Lijst van de dringende noodoproep nummers Zie hoofdstuk Organisatie van de hulpverlening en evacuatie van de werknemers Eerste hulpverlening 32

De definities die hier gegeven zijn slaan enkel op deze projecten voor niet particuliere doelen

De definities die hier gegeven zijn slaan enkel op deze projecten voor niet particuliere doelen 1.1. de partijen 1.1.1.overzicht In het KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE TIJDELIJKE OF MOBIELE BOUWPLAATSEN worden verschillende tussenkomende partijen vernoemd. Aan elk van deze partijen worden taken en

Nadere informatie

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID. 3 MEI Koninklijk besluit betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen.

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID. 3 MEI Koninklijk besluit betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen. MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID 3 MEI 1999. - Koninklijk besluit betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen Bijlage III Minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid van toepassing

Nadere informatie

Intern transport. Ignaas Crombez Malle 31 maart 2015

Intern transport. Ignaas Crombez Malle 31 maart 2015 Intern transport Ignaas Crombez Malle 31 maart 2015 MiVeDi bvba Ignaas Crombez Preventiedeskundige - milieucoördinator Tel 32-50-816244 - Fax 32-50-816312 Email ignaas.crombez@mivedi.be inhoud Intern verkeer

Nadere informatie

Bouwplaatsreglement. Definities:

Bouwplaatsreglement. Definities: Bouwplaatsreglement Definities: - Dossier veiligheid en De synthese van alle documenten in verband met veiligheid en gezondheid: gezondheid, door alle tussenkomende partijen samengebracht: opdrachtgever,

Nadere informatie

1. ORGANISATIE VAN DE PREVENTIE EN BESCHERMING

1. ORGANISATIE VAN DE PREVENTIE EN BESCHERMING Bijlage IV : Bouwplaatsreglement 1. ORGANISATIE VAN DE PREVENTIE EN BESCHERMING 1.1. De veiligheidscoördinator (VC) heeft de leiding over de coördinatie van de veiligheid en gezondheid voor het geheel

Nadere informatie

Het kader van het Welzijn op het Werk Toelichting bij de wet van 4 augustus 1996

Het kader van het Welzijn op het Werk Toelichting bij de wet van 4 augustus 1996 Het kader van het Welzijn op het Werk Toelichting bij de wet van 4 augustus 1996 Welzijnsdag 12 november 2012 1 Inhoudsopgave Korte schets wetgeving De risicoanalyse Preventiemaatregelen Rolverdeling in

Nadere informatie

RICHTLIJN VAN DE RAAD

RICHTLIJN VAN DE RAAD 1989L0654 NL 27.06.2007 001.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B RICHTLIJN VAN DE RAAD van 30 november 1989 betreffende

Nadere informatie

ARAD 06 - Deel V - Titel III - Hoofdstuk II Bijlage 2 - Blz 1

ARAD 06 - Deel V - Titel III - Hoofdstuk II Bijlage 2 - Blz 1 Bijlage 2 - Blz 1 Minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid van toepassing op bouwplaatsen, (Bijlage III bij CODEX III-V) DEEL A ALGEMENE MINIMUMVOORSCHRIFTEN VOOR DE ARBEIDSPLAATSEN OP BOUWPLAATSEN

Nadere informatie

Vooraf gemelde examenvragen opleiding VC A en B op TMB

Vooraf gemelde examenvragen opleiding VC A en B op TMB Vooraf gemelde examenvragen opleiding VC A en B op TMB 1. Wat zijn de algemene preventiebeginselen en geef toelichting? Wat bepaalt de werkgever daarbij? R A en B 2. Hoe kan je als coördinator veiligheid

Nadere informatie

FICHE UITRUSTING VAN DE ARBEIDSPLAATSEN

FICHE UITRUSTING VAN DE ARBEIDSPLAATSEN FICHE UITRUSTING VAN DE ARBEIDSPLAATSEN Afmetingen van lokalen en werkruimten : de lokalen zijn tenminste 2,5 m hoog (de delen die geen 2,5 m hoogte bereiken worden niet meegeteld voor de bepaling van

Nadere informatie

Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5

Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 392L0057 Richtlijn 92/57/EEG van de Raad van 24 juni 1992 betreffende de minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid voor tijdelijke en mobiele bouwplaatsen (achtste bijzondere richtlijn in de

Nadere informatie

WS 3.8 Arbeidsplaats & Intern verkeersplan

WS 3.8 Arbeidsplaats & Intern verkeersplan WS 3.8 Arbeidsplaats & Intern verkeersplan Malle - 23 maart 2018 MiVeDi bvba Ignaas Crombez Preventiedeskundige - milieucoördinator Tel 32-50-816244 - Fax 32-50-816312 Email ignaas.crombez@mivedi.be Inhoud

Nadere informatie

Vertegenwoordigd door: Dhr. Kris Eggermont, technisch directeur Hierna de opdrachtgever genoemd,

Vertegenwoordigd door: Dhr. Kris Eggermont, technisch directeur Hierna de opdrachtgever genoemd, Tussen: Identificatie opdrachtgever: BOFAS vzw Straat + nummer: Jules Bordetlaan 166 b1 Gemeente: 1140 Brussel Vertegenwoordigd : Dhr. Kris Eggermont, technisch directeur Hierna de opdrachtgever genoemd,

Nadere informatie

1 COÖRDINATIE-INSTRUMENTEN

1 COÖRDINATIE-INSTRUMENTEN 1 COÖRDINATIE-INSTRUMENTEN 1.1 Algemeen veiligheids- en gezondheidsplan Het algemeen veiligheids- en gezondheidsplan wordt opgesteld door de veiligheidscoördinator ontwerp en wordt, voor de aanvang van

Nadere informatie

Het veiligheidsplan: Onderaanneming Betontrappen Geerts bvba

Het veiligheidsplan: Onderaanneming Betontrappen Geerts bvba Het veiligheidsplan: Onderaanneming Betontrappen Geerts bvba Het veiligheids- en gezondheidsplan heeft betrekking op de werken in opdracht van Bolcmans nv Het veiligheids- en gezondheidsplan bevat: - Projectgebonden

Nadere informatie

Circulaire 2015 02 BRANDPREVENTIE

Circulaire 2015 02 BRANDPREVENTIE Brandpreventie op de arbeidsplaatsen PRINCIPE De nieuwe wetgeving betreffende de brandpreventie op de arbeidsplaatsen (KB van 28 maart 2014) legt duidelijk uit welke maatregelen de werkgevers moeten nemen

Nadere informatie

Wetgeving valbeveiligingsmiddelen

Wetgeving valbeveiligingsmiddelen Wetgeving valbeveiligingsmiddelen Met betrekking tot de vraag over valkeuringsmiddelen in de Vraagbaak is onderstaande wetgeving relevant: Artikel 7.4a. Keuringen 1.Een arbeidsmiddel waarvan de veiligheid

Nadere informatie

Circulaire BRANDPREVENTIE

Circulaire BRANDPREVENTIE OP DE ARBEIDSPLAATSEN PRINCIPE De wetgeving betreffende de brandpreventie op de arbeidsplaatsen ( Codex Boek III, Titel 3) legt duidelijk uit welke maatregelen de werkgevers moeten nemen inzake brandpreventie.

Nadere informatie

Veiligheidscoördinator: Rudy Putteman Volgnummer: A Wijze van overdracht: mail post Dactylo-datum: 23/5/2011 RPU

Veiligheidscoördinator: Rudy Putteman Volgnummer: A Wijze van overdracht: mail post Dactylo-datum: 23/5/2011 RPU RAPPORT RF SV 004.COD.02n (05/02/2004) Ing. Meino de Jong IRMM ISM Retieseweg 111 2440 Geel Onze referentie: A20110531-611124-RPU Datum van overdracht: 31/5/2011 Veiligheidscoördinator: Rudy Putteman Volgnummer:

Nadere informatie

-1- Over welke domeinen gaat de V&G-wetgeving? -1- Voor wie geldt de V&Gwetgeving? -1- Noem de twee vormen van overleg.

-1- Over welke domeinen gaat de V&G-wetgeving? -1- Voor wie geldt de V&Gwetgeving? -1- Noem de twee vormen van overleg. -1- Noem de groepen signaleringsborden. -1- Noem de twee vormen van overleg. -1- Noem de verschillende vormen van markeringen. -1- Over welke domeinen gaat de V&G-wetgeving? -1- Voor wie geldt de V&Gwetgeving?

Nadere informatie

KB van 28 maart 2014 Brandpreventie op de arbeidsplaatsen

KB van 28 maart 2014 Brandpreventie op de arbeidsplaatsen KB van 28 maart 2014 Brandpreventie op de arbeidsplaatsen Situering Het koninklijk besluit (KB) van 28 maart 2014 betreffende de brandpreventie op de arbeidsplaatsen vervangt en verruimt artikel 52 van

Nadere informatie

COORDINATIE-DAGBOEK DE MANDATARIS VLAAMSE OVERHEID. Agentschap Facilitair Bedrijf Boudewijngebouw Boudewijnlaan 30 bus Brussel

COORDINATIE-DAGBOEK DE MANDATARIS VLAAMSE OVERHEID. Agentschap Facilitair Bedrijf Boudewijngebouw Boudewijnlaan 30 bus Brussel COORDINATIE-DAGBOEK Voorwerp : Verbouwen 6 de verdieping tot havencoördinatiecentrum FASE 2: Ruwbouwwerken Afwerkingen, sanitair & vast meubilair Hvac Elektriciteit Los meubilair DOSSIERNR: 414.034 BOUWPLAATS

Nadere informatie

OVEREENKOMST VOOR DE VEILIGHEIDSCOORDINATIE ONTWERP / VERWEZENLIJING

OVEREENKOMST VOOR DE VEILIGHEIDSCOORDINATIE ONTWERP / VERWEZENLIJING OVEREENKOMST VOOR DE VEILIGHEIDSCOORDINATIE ONTWERP / VERWEZENLIJING Tussen de ondergetekenden, enerzijds de heer / mevrouw.. wonende te of de maatschappij... met maatschappelijke zetel te hier vertegenwoordigd

Nadere informatie

UW DAK, UW EN ONZE VEILIGHEID! LIMBURG DAKWERKERS

UW DAK, UW EN ONZE VEILIGHEID! LIMBURG DAKWERKERS UW DAK, UW EN ONZE VEILIGHEID! LIMBURG Veiligheidscoördinatie Vanaf het ogenblik dat er bij de uitvoering van werken op een bouwplaats twee of meer aannemers tegelijkertijd of achtereenvolgens activiteiten

Nadere informatie

15 jaar KB TMB. Ervaringen van een inspecteur

15 jaar KB TMB. Ervaringen van een inspecteur 15 jaar KB TMB Ervaringen van een inspecteur Studienamiddag Prebes Boom 06.10.2016 Yves De Groeve Sociaal inspecteur TWW Oost-Vlaanderen yves.degroeve@werk.belgie.be 4 foto s - voorbeelden 2016 2 3 15

Nadere informatie

1 COÖRDINATIE-INSTRUMENTEN

1 COÖRDINATIE-INSTRUMENTEN 1 COÖRDINATIE-INSTRUMENTEN 1.1 Algemeen veiligheids- en gezondheidsplan Het algemeen veiligheids- en gezondheidsplan wordt opgesteld door de veiligheidscoördinator ontwerp en wordt, voor de aanvang van

Nadere informatie

Codex over het welzijn op het werk. Boek I.- Algemene beginselen. Titel 2. Algemene beginselen betreffende het welzijnsbeleid

Codex over het welzijn op het werk. Boek I.- Algemene beginselen. Titel 2. Algemene beginselen betreffende het welzijnsbeleid Codex over het welzijn op het werk Boek I.- Algemene beginselen Titel 2. Algemene beginselen betreffende het welzijnsbeleid Omzetting in Belgisch recht van de Europese richtlijn 89/391/EEG van de Raad

Nadere informatie

Reglement veiligheidsregels voor derden.

Reglement veiligheidsregels voor derden. Reglement veiligheidsregels voor derden. 1 Inleiding Dit reglement is bedoeld voor derden die geen werknemer zijn van het ziekenhuis, maar werken in ziekenhuis in het kader van een opdracht. Dit reglement

Nadere informatie

RAPPORT RF SV 004.COD.02n (05/02/2004)

RAPPORT RF SV 004.COD.02n (05/02/2004) RAPPORT RF SV 004.COD.02n (05/02/2004) AQUAFIN nv Ing. Tom Deweirdt Dijkstraat, 8 B-2630 AARTSELAAR Onze referentie: A20151102-76829-01 Datum van overdracht: 2/11/2015 Dactylo-datum: 31/10/2015 RPU Veiligheidscoördinator:

Nadere informatie

1 Beschrijving. Infofiche Nr /2017. Kleedkamers, refters, wastafels en toiletten in de werkplaatsen en burelen 1/5

1 Beschrijving. Infofiche Nr /2017. Kleedkamers, refters, wastafels en toiletten in de werkplaatsen en burelen 1/5 Infofiche Nr. 3015 12/2017 Kleedkamers, refters, wastafels en toiletten in de werkplaatsen en burelen 1 Beschrijving Er moeten sociale voorzieningen (kleedkamers, refters, wastafels, toiletten, rustlokalen,...)

Nadere informatie

1 Beschrijving. Infofiche Nr /2017. Kleedkamers, refters, wastafels en toiletten in de werkplaatsen en burelen 1/5

1 Beschrijving. Infofiche Nr /2017. Kleedkamers, refters, wastafels en toiletten in de werkplaatsen en burelen 1/5 Infofiche Nr. 3015 09/2017 Kleedkamers, refters, wastafels en toiletten in de werkplaatsen en burelen 1 Beschrijving Er moeten sociale voorzieningen (kleedkamers, refters, wastafels, toiletten, rustlokalen,...)

Nadere informatie

Codex over het welzijn op het werk. Boek IX.- Collectieve bescherming en individuele uitrusting. Titel 1. Collectieve beschermingsmiddelen

Codex over het welzijn op het werk. Boek IX.- Collectieve bescherming en individuele uitrusting. Titel 1. Collectieve beschermingsmiddelen Codex over het welzijn op het werk Boek IX.- Collectieve bescherming en individuele uitrusting Titel 1. Collectieve beschermingsmiddelen Hoofdstuk I.- Algemene bepalingen betreffende de collectieve beschermingsmiddelen

Nadere informatie

Werken met derden. - Werknemers van derden mogen geen informatie over de installaties en (product-)processen aan derden meedelen.

Werken met derden. - Werknemers van derden mogen geen informatie over de installaties en (product-)processen aan derden meedelen. Werken met derden 1 Veiligheidsafspraken 1.1 Verplichtingen van de werknemers van de derde Werknemers van de derde die werkzaamheden komen uitvoeren in AIM Recycling NV dienen steeds te zorgen voor hun

Nadere informatie

Arbeidsplaatsen Elektrische installaties Minimale voorschriften voor de oude installaties. Infodocument

Arbeidsplaatsen Elektrische installaties Minimale voorschriften voor de oude installaties. Infodocument Arbeidsplaatsen Elektrische installaties Minimale voorschriften voor de oude installaties Infodocument Arbeidsplaatsen - Elektrische installaties - Minimale voorschriften voor de oude installaties Sinds

Nadere informatie

Toelichting en gebruik V&G-deelplan.

Toelichting en gebruik V&G-deelplan. Toelichting en gebruik V&G-deelplan. SMT Bouw & Vastgoed streeft ernaar de Veiligheid, Gezondheid en Milieu aspecten op haar projectlocaties optimaal te beheersen. Om dit te realiseren hanteert SMT Bouw

Nadere informatie

Afbraakwerken Wettelijk kader. 17 maart 2016 ir. Tom Vermeersch sociaal inspecteur TWW- FOD WASO

Afbraakwerken Wettelijk kader. 17 maart 2016 ir. Tom Vermeersch sociaal inspecteur TWW- FOD WASO Wettelijk kader 17 maart 2016 ir. Tom Vermeersch sociaal inspecteur TWW- FOD WASO Fg 60 50 40 30 20 bouw slopen 10 0 2010 2011 2012 2013 2014 Bron: Fonds voor Arbeidsongevallen Bouw: nace-codes 41,42,&

Nadere informatie

Samenwerken met onderaannemers. ir. Tom Vermeersch Sociaal inspecteur TWW RD Oost-Vlaanderen

Samenwerken met onderaannemers. ir. Tom Vermeersch Sociaal inspecteur TWW RD Oost-Vlaanderen Samenwerken met onderaannemers ir. Tom Vermeersch Sociaal inspecteur TWW RD Oost-Vlaanderen Hoofdstuk IV, Afdeling 1: werken met derden Hoofdstuk V: tijdelijke of mobiele bouwplaatsen KB tijdelijke of

Nadere informatie

ABESCO ACTIVITEITEN SITUATIES PREVENTIEMAATREGELEN INSTRUCTIES RISICO'S ALGEMENE RISICO S

ABESCO ACTIVITEITEN SITUATIES PREVENTIEMAATREGELEN INSTRUCTIES RISICO'S ALGEMENE RISICO S ACTIVITEITEN SITUATIES RISICO'S PREVENTIEMAATREGELEN INSTRUCTIES ALGEMENE RISICO S Orde en netheid - val van personen op de begane grond - de niet onmiddellijk te gebruiken materialen en gereedschappen

Nadere informatie

Veiligheidsinstructiekaart Rolsteiger ARAB - artikel 54 quater 4. en het KB Arbeidsmiddelen (Codex Titel VI Hoofdstuk I artikel 7)

Veiligheidsinstructiekaart Rolsteiger ARAB - artikel 54 quater 4. en het KB Arbeidsmiddelen (Codex Titel VI Hoofdstuk I artikel 7) Veiligheidsinstructiekaart Rolsteiger ARAB - artikel 54 quater 4. en het KB Arbeidsmiddelen (Codex Titel VI Hoofdstuk I artikel 7) Onderwerp Algemene veiligheidsvoorschriften. Het gebruik van de rolsteiger

Nadere informatie

AANBESTEDING Open procedure Procedure no. JRC/GEE/2016/D.1/0006/OC Raamovereenkomst voor diensten betreffende veiligheidscoördinatie

AANBESTEDING Open procedure Procedure no. JRC/GEE/2016/D.1/0006/OC Raamovereenkomst voor diensten betreffende veiligheidscoördinatie EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL GEMEENSCHAPPELIJK CENTRUM VOOR ONDERZOEK Directoraat D - Instituut voor Referentie Materialen en -Metingen Site Management AANBESTEDING Open procedure Procedure

Nadere informatie

IPV - Opleidingsadviseur van de voedingssector

IPV - Opleidingsadviseur van de voedingssector Wettelijke verplichtingen inzake het onthaal van uitzendkrachten De organisatie van het onthaal van uitzendkrachten wordt wettelijk geregeld door de CAO nr. 22 betreffende het onthaal en de aanpassing

Nadere informatie

INTENTIEVERKLARING VAN DE AANNEMER. Ik (aannemer)

INTENTIEVERKLARING VAN DE AANNEMER. Ik (aannemer) 10. 3. INTENTIEVERKLARING VAN DE AANNEMER Ik (aannemer) Verklaar hiermede dat ik kennis genomen heb van en akkoord ben met de veiligheidsvoorschriften van de opdrachtgever, opgenomen in het bestek, de

Nadere informatie

Welzijn en opleidingen

Welzijn en opleidingen Welzijn en opleidingen De wetgeving over het welzijn op het werk verplicht werkgevers de nodige maatregelen te nemen om het welzijn van de werknemers te bevorderen tijdens de uitvoering van hun werk. Een

Nadere informatie

Dossier nr. Renovatie inkomhal Colomba Kortenberg

Dossier nr. Renovatie inkomhal Colomba Kortenberg KOSTPRIJS PREVENTIEMAATREGELEN en MIDDELEN Dossier nr. 314.332 datum 20.10.2015 Renovatie inkomhal Colomba Kortenberg Omschrijving der werken en leveringen Bestekpost Gedeeltelijke totalen excl. BTW 1

Nadere informatie

Algemene voorwaarden m.b.t. veiligheidscoördinatie

Algemene voorwaarden m.b.t. veiligheidscoördinatie 1/11 Algemene voorwaarden m.b.t. veiligheidscoördinatie Artikel 1. Aard en voorwerp van de opdracht. De opdrachtgever belast de coördinator-ontwerp, die aanvaardt, de coördinatietaak inzake veiligheid

Nadere informatie

1. Aanvraagplannen werden ons overgemaakt door 2. Inplantingsplaats: Pijnven - Kerkhoven

1. Aanvraagplannen werden ons overgemaakt door 2. Inplantingsplaats: Pijnven - Kerkhoven ADVIESVERSLAG BRANDWEER BIJ VOORONDERZOEK/BOUWAANVRAAG VOOR AARDGASVERVOERLEIDING uw kenmerk ons kenmerk datum dienst ambtenaar telefoon I. Inleiding: 1. Aanvraagplannen werden ons overgemaakt door 2.

Nadere informatie

STAD ANTWERPEN Stadsontwikkeling Openbaar domein

STAD ANTWERPEN Stadsontwikkeling Openbaar domein STAD ANTWERPEN Stadsontwikkeling Openbaar domein POSTINTERVENTIEDOSSIER RENOVATIE PARKBRUG GELEGEN IN PARK DEN BRANDT - BEUKENLAAN OPDRACHTGEVER: STADSBESTUUR ANTWERPEN HOOFDAANNEMER: Conform De Wet op

Nadere informatie

TECHNISCH FORUM. Niets is zo dringend dat het onveilig uitgevoerd mag worden Bart Herreman W17

TECHNISCH FORUM. Niets is zo dringend dat het onveilig uitgevoerd mag worden Bart Herreman W17 TECHNISCH FORUM Niets is zo dringend dat het onveilig uitgevoerd mag worden Bart Herreman W17 Introductie : veiligheidsfilm Shanks Welkom Doelstelling 2 (Sax) Basisveiligheid : WAT IS PREVENTIE? Preventie

Nadere informatie

BRUSSELS EXPO 1 / 45. Voor BRUSSELS EXPO, Belgiëplein 1 1020 BRUSSEL BRUSSELS EXPO:

BRUSSELS EXPO 1 / 45. Voor BRUSSELS EXPO, Belgiëplein 1 1020 BRUSSEL BRUSSELS EXPO: BRUSSELS EXPO 1 / 45 BRUSSELS EXPO Belgiëplein 1 1020 BRUSSEL BRUSSELS EXPO: Salon: Stand: Conform de Wet op het Welzijn 04/08/1996, hoofdstuk IV, art.8 en de Europese Richtlijn 92/57 EEG K.B.T.M.B. van

Nadere informatie

BRANDPREVENTIE. op de arbeidsplaatsen.

BRANDPREVENTIE. op de arbeidsplaatsen. BRANDPREVENTIE op de arbeidsplaatsen. Overzicht Wat was het? KB 28/03/2014 : toepassingsgebied en definities Risicoanalyse: risicofactoren Risicoanalyse en preventiemaatregelen Specifieke preventiemaatregelen

Nadere informatie

Document werkwijze voorzien in artikel 30,1 van het KB TMB

Document werkwijze voorzien in artikel 30,1 van het KB TMB Bijlage A Document werkwijze voorzien in artikel 30,1 van het KB TMB INVUL FORMULIER VERPLICHT BIJ TE VOEGEN BIJ OFFERTE Art. 30 : De opdrachtgever neemt de nodige maatregelen opdat het veiligheids- en

Nadere informatie

SPECIFIEK VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN RMT-GEB-VBP-SP PROVINCIE VLAAMS- BRABANT - PROVINCIEHUIS

SPECIFIEK VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN RMT-GEB-VBP-SP PROVINCIE VLAAMS- BRABANT - PROVINCIEHUIS SPECIFIEK VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN RMT-GEB-VBP-SP-17-01 PROVINCIE VLAAMS- BRABANT - PROVINCIEHUIS In het kader van het K.B. betreffende de Tijdelijke of Mobiele Bouwplaatsen van 25 januari 2001

Nadere informatie

Task Safety Requirements Working at Height Roof Work NL. Approved by: HSSE Manager

Task Safety Requirements Working at Height Roof Work NL. Approved by: HSSE Manager Page 1 of 5 A. INLEIDING WERKEN OP DAKEN Werken op daken is een zeer risicovolle activiteit. Vallen van daken veroorzaakt overwegend zeer zware verwondingen en zelfs de dood; meer nog dan bij andere vormen

Nadere informatie

WERKEN IN BESLOTEN RUIMTEN BRON: ARBOUW

WERKEN IN BESLOTEN RUIMTEN BRON: ARBOUW WERKEN IN BESLOTEN RUIMTEN BRON: ARBOUW Inleiding Werken in besloten ruimten brengt specifieke risico s voor de veiligheid en gezondheid met zich mee. Er is kans op dodelijke ongevallen, verwondingen en

Nadere informatie

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID. 3 MEI Koninklijk besluit betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen.

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID. 3 MEI Koninklijk besluit betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen. MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID 3 MEI 1999. - Koninklijk besluit betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen Bijlage IV Minimumvoorschriften bedoeld in artikel 53, 4, tweede lid 1. Voorafgaande

Nadere informatie

WERKEN MET DERDEN. Ondertitel of verduidelijking

WERKEN MET DERDEN. Ondertitel of verduidelijking WERKEN MET DERDEN Ondertitel of verduidelijking 2 ALGEMEEN In bijna iedere school worden regelmatig werknemers van andere bedrijven, de zogenaamde derden tewerkgesteld, vooral als het gaat over werkzaamheden

Nadere informatie

Basis inspectiemodule

Basis inspectiemodule Basis inspectiemodule Inrichting arbeidsplaatsen Deelmodule: Algemeen Deze Basis Inspectie Module (BIM) is opgesteld aan de hand van de stand van de techniek en is geschreven voor intern gebruik bij de

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen voor het hijsen of heffen van lasten (B.S. 4.6.1999)

Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen voor het hijsen of heffen van lasten (B.S. 4.6.1999) Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen voor het hijsen of heffen van lasten (B.S. 4.6.1999) Gewijzigd bij: (1) koninklijk besluit van 28 augustus 2002 tot aanwijzing

Nadere informatie

VEILIGHEIDSINSTRUCTIEKAART Versie 1 dd VIK-040 Laagwerker

VEILIGHEIDSINSTRUCTIEKAART Versie 1 dd VIK-040 Laagwerker Pagina 1 van 6 Onderwerp Machinenummer Type Serienummer Fabrikant/leverancier Datum fabricatie Datum indienststelling Zie navision Gebruik van de laagwerker De machine wordt gebruikt voor controle en inspectie

Nadere informatie

SOBANE methoden: Veiligheid (ongevallen, vallen, uitglijden ) NIVEAU 3: ANALYSE. INLEIDING Expertise

SOBANE methoden: Veiligheid (ongevallen, vallen, uitglijden ) NIVEAU 3: ANALYSE. INLEIDING Expertise SOBANE methoden: Veiligheid (ongevallen, vallen, uitglijden ) NIVEAU 3: ANALYSE INLEIDING Expertise PREVENTION Doelstellingen Meer gerichte preventie/verbeteringsmaatregelen uitwerken, door specifieke

Nadere informatie

Controle van hefwerktuigen. Bliksemacties van Toezicht Welzijn op het Werk

Controle van hefwerktuigen. Bliksemacties van Toezicht Welzijn op het Werk Controle van hefwerktuigen Bliksemacties van Toezicht Welzijn op het Werk Nathalie Nouvelle, Ir Attaché bij Toezicht Welzijn op het Werk Directie Bergen 6 september 2013 1 Controle van hefwerktuigen Definities

Nadere informatie

MEMO. Interpretatie Arbeidsomstandighedenwet V&G-verantwoordelijkheden opdrachtgever en opdrachtnemer

MEMO. Interpretatie Arbeidsomstandighedenwet V&G-verantwoordelijkheden opdrachtgever en opdrachtnemer MEMO Interpretatie Arbeidsomstandighedenwet V&G-verantwoordelijkheden opdrachtgever en opdrachtnemer Stichting Arbeidsomstandigheden en Spoorwegveiligheid Inleiding: Binnen de Arbeidsomstandighedenwet

Nadere informatie

1 Arbeidsmiddelen volgens het Arbobesluit

1 Arbeidsmiddelen volgens het Arbobesluit 1 Arbeidsmiddelen volgens het Arbobesluit Arbobesluit 7.1 Arbeidsmiddelen buiten gebruik Dit hoofdstuk is niet van toepassing op arbeidsmiddelen die op een zodanige manier zijn gedemonteerd of gesloopt,

Nadere informatie

VEILIGHEIDS- INFORMATIE- BLAD

VEILIGHEIDS- INFORMATIE- BLAD VEILIGHEIDS- INFORMATIE- BLAD COLORSIL VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD 1.- IDENTIFICATIE VAN DE STOF OF HET PREPARAAT EN VAN DE VENNOOTSCHAP/ONDERNEMING 1.1 Productbenaming: COLORSIL 1.2 Fabrikant: COSENTINO

Nadere informatie

Opleiding niveau Brandweerman. Hoofdstuk 3 Arbeidsveiligheid. Kapt. Jean-Paul Heyens

Opleiding niveau Brandweerman. Hoofdstuk 3 Arbeidsveiligheid. Kapt. Jean-Paul Heyens Opleiding niveau Brandweerman Hoofdstuk 3 Arbeidsveiligheid Kapt. Jean-Paul Heyens Inleiding en duiding Beschrijving van het Vakgebied Welzijn - Welzijn en welzijnswetgeving sinds 4 augustus 1996 - Kaderwet

Nadere informatie

Workshop infodag contactpersonen & directie

Workshop infodag contactpersonen & directie Werken in een besloten ruimte. Workshop infodag contactpersonen & directie 1 Problematiek: Probleemstelling Personeel + leerlingen klagen over geurhinder in de toiletten. De preventieadviseur en de arbeidsgeneesheer

Nadere informatie

Veiligheidsregels voor Extern Personeel. Chris Chantrain - Coördinerend Preventieadviseur Scholengemeenschap Voorkempen

Veiligheidsregels voor Extern Personeel. Chris Chantrain - Coördinerend Preventieadviseur Scholengemeenschap Voorkempen Veiligheidsregels voor Extern Personeel Inhoud 1. Inleiding 2. Situering in de bestelprocedure 3. Geïntegreerde veiligheid 4. Sociale zekerheid 5. Verzekering 6. Sancties 7. Veiligheidsvoorschriften 8.

Nadere informatie

Richtlijn voor Aannemers

Richtlijn voor Aannemers INHOUDSTAFEL 1. Algemeen...2 1.1 Inleiding...2 1.2 Codes...2 1.3 Definities...2 2. Veiligheidsvoorschriften en algemene richtlijnen...3 3. Regels betreffende voedselveiligheid...5 4. Referenties...5 Opgesteld

Nadere informatie

Persoonlijke Beschermingsmiddelen

Persoonlijke Beschermingsmiddelen Persoonlijke Beschermingsmiddelen Wettelijk kader België: ARAB: bundeling Uitv. Besluiten 1947 1993 Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming Europese kaderrichtlijn 89/391/EEG 12 juni 1989 Welzijnswet

Nadere informatie

Introductie uitzendkrachten

Introductie uitzendkrachten Blz.: 1/7 I. Veiligheidsregels- en voorschriften Voor de specifieke veiligheids- en gezondheidsregels, alsook de vereiste PBM, wordt steeds verwezen naar de werkpostfiche, de introductiebrochure van de

Nadere informatie

REGLEMENT VOOR HET GEBRUIK VAN HET ICT-LOKAAL VAN DE STEDELIJKE BASISSCHOOL STAAKTE

REGLEMENT VOOR HET GEBRUIK VAN HET ICT-LOKAAL VAN DE STEDELIJKE BASISSCHOOL STAAKTE REGLEMENT VOOR HET GEBRUIK VAN HET ICT-LOKAAL VAN DE STEDELIJKE BASISSCHOOL STAAKTE Artikel 1 Op de Stedelijke Basisschool Staakte, Hoogstraat 192 9160 Lokeren, wordt volgende ruimte ter beschikking gesteld

Nadere informatie

Vreemde talen op de bouwplaats

Vreemde talen op de bouwplaats . 09/10/2012 ir. Tom Vermeersch FOD WASO, TWW RD Oost-Vlaanderen Vaststellingen tijdens inspectiebezoeken i.v.m. buitenlandse bouwvakkers: Objectief: Gebrekkige talenkennis Tekort aan veiligheids-en gezondheidsopleiding

Nadere informatie

Werken met derden - Wettelijk Kader

Werken met derden - Wettelijk Kader Programma Werken met derden - Wettelijk Kader Wet welzijn: hoofdstuk 4 afdeling 1 [HOOFDSTUK IV. - Bijzondere bepalingen betreffende werkzaamheden uitgevoerd door ondernemingen van buitenaf of door uitzendkrachten

Nadere informatie

Welzijnsbeleid - Risicoanalyse

Welzijnsbeleid - Risicoanalyse Welzijnsbeleid - Risicoanalyse Infodocument Welzijnsbeleid - Risicoanalyse 1 Wettelijke aspecten Elke werkgever moet zorgdragen voor het uitschakelen van gevaarlijke arbeidsomstandigheden. Hij dient de

Nadere informatie

Adviesverlening & begeleiding Preventie en welzijn. Brand & evacuatie gebruikers gc Berkenhof 26.11.12

Adviesverlening & begeleiding Preventie en welzijn. Brand & evacuatie gebruikers gc Berkenhof 26.11.12 Adviesverlening & begeleiding Preventie en welzijn Brand & evacuatie gebruikers gc Berkenhof 26.11.12 Agenda Algemeen Vuurdriehoek Brand blussen? Handelingen bij brand Evacuatie van gebouwen Brand in België

Nadere informatie

PROJECT: Demerhuis cvba Verbouwing van een eengezinswoning tot een huisartsenpraktijk

PROJECT: Demerhuis cvba Verbouwing van een eengezinswoning tot een huisartsenpraktijk PROJECT: Demerhuis cvba Verbouwing van een eengezinswoning tot een huisartsenpraktijk VEILIGHEIDS- & GEZONDHEIDSPLAN Conform het KB 25.01.2001 Wet op het welzijn 04.08.1996 Codex & A.R.A.B. Europese richtlijn

Nadere informatie

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD (VERORDENING (EG) Nr. 1907/2006 - REACH) Datum: 07/04/2010 bladzijde: 1/3 Versie: N 3 (30/12/2009) Revisie: N 1 (01/07/2008) Naam: PLASTALGIN - 850UF VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD

Nadere informatie

TARIEFLIJST BOETENORMBEDRAGEN* BESTUURLIJKE BOETE ARBEIDSOMSTANDIGHEDENWET 1998

TARIEFLIJST BOETENORMBEDRAGEN* BESTUURLIJKE BOETE ARBEIDSOMSTANDIGHEDENWET 1998 Bijlage 1 behorend bij beleidsregel 33 Arbowet 1998 TARIEFLIJST BOETENORMBEDRAGEN* BESTUURLIJKE BOETE ARBEIDSOMSTANDIGHEDENWET 1998 deel 1 tarieven Arbowet 1998 deel 2 deel 3 tarieven Arbobesluit tarieven

Nadere informatie

Veilig werken & doen veilig werken

Veilig werken & doen veilig werken Veilig werken & doen veilig werken Inhoud Wettelijke aspecten dhr. Tom Vermeersch, R.D. TWW Oost-Vlaanderen: Veiligheids- en gezondheidsplan (veiligheidscoördinatie) Contract hoofdaannemer/onderaannemer/nevenaannemers,.

Nadere informatie

PROJECT: Verbouwen van hoeve met stallen tot 3 erfwoningen Pleinstraat 139 B Alken

PROJECT: Verbouwen van hoeve met stallen tot 3 erfwoningen Pleinstraat 139 B Alken PROJECT: Verbouwen van hoeve met stallen tot 3 erfwoningen Pleinstraat 139 B- 3570 Alken VEILIGHEIDS- & GEZONDHEIDSPLAN Conform het KB 25.01.2001 Wet op het welzijn 04.08.1996 Codex & A.R.A.B. Europese

Nadere informatie

Werken op hoogte. Ladders en steigers

Werken op hoogte. Ladders en steigers Werken op hoogte Ladders en steigers 1 Wetgeving Wetvan 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (welzijnswet) Hoofdstuk V bijzondere bepalingen bepalingen

Nadere informatie

Wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk

Wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk Wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (NOTA 1 : Artikel 3; 31bis tot en met 31septies gewijzigd met ingang op een onbepaalde datum bij W 2012-12-

Nadere informatie

Minimum voorschriften arbeidsplaatsen

Minimum voorschriften arbeidsplaatsen 9 december 2012 Minimum voorschriften arbeidsplaatsen In onze vorige nieuwsbrief Defensie heeft nood aan zuurstof betreurden we dat de militaire overheid welzijn beschouwd als een meerkost. Voor ACV Openbare

Nadere informatie

1 Inleiding. Infofiche J009 09/2015. Verantwoordelijkheid van de opdrachtgever als werkgever en gebruiker van een steiger 1/5

1 Inleiding. Infofiche J009 09/2015. Verantwoordelijkheid van de opdrachtgever als werkgever en gebruiker van een steiger 1/5 Infofiche J009 09/2015 Verantwoordelijkheid van de opdrachtgever als werkgever en gebruiker van een steiger 1 Inleiding Deze fiche is bedoeld om op een niet-limitatieve wijze de (wettelijke) opdrachten

Nadere informatie

Pijn aan mijn lijf! Praktische tools ter voorkoming van overbelastingsletsels in de bouwsector

Pijn aan mijn lijf! Praktische tools ter voorkoming van overbelastingsletsels in de bouwsector Pijn aan mijn lijf! Praktische tools ter voorkoming van overbelastingsletsels in de bouwsector Wettelijk kader Musculoskeletale Aandoeningen Yves De Groeve FOD WASO RD TWW Oost-Vlaanderen Kennisdirectie

Nadere informatie

Codex over het welzijn op het werk. Boek IV.- Arbeidsmiddelen. Titel 5. Arbeidsmiddelen voor tijdelijke werkzaamheden op hoogte

Codex over het welzijn op het werk. Boek IV.- Arbeidsmiddelen. Titel 5. Arbeidsmiddelen voor tijdelijke werkzaamheden op hoogte Codex over het welzijn op het werk Boek IV.- Arbeidsmiddelen Titel 5. Arbeidsmiddelen voor tijdelijke werkzaamheden op hoogte Omzetting in Belgisch recht van de Richtlijn 2009/104/EG van het Europees Parlement

Nadere informatie

Algemeen Ziekenhuis Vesalius Studenten- Stagiairs

Algemeen Ziekenhuis Vesalius Studenten- Stagiairs W E R K P O S T F I C H E In uitvoering van het KB van 03.05.1999 betreffende de bescherming van de jongeren op het werk en de omzendbrief van 12.01.2004 betreffende het gezondheidstoezicht van stagiairs

Nadere informatie

Concordantietabel boek III Arbeidsplaatsen van de codex welzijn op het werk

Concordantietabel boek III Arbeidsplaatsen van de codex welzijn op het werk Concordantietabel boek III Arbeidsplaatsen van de codex welzijn op het werk Koninklijk besluit van 10 oktober 2012 tot vaststelling van de algemene basiseisen waaraan arbeidsplaatsen moeten beantwoorden

Nadere informatie

Veiligheid- en gezondheidsplan fase ontwerp

Veiligheid- en gezondheidsplan fase ontwerp Veiligheidscoördinatie - energierapportering blowerdoor & thermografie EPB verslaggeving AMIB b.v.b.a. Handelsregister Gent: 173.786 BTW n BE 453.010.784 Rekeningnummer: BE 48 850-8173734-27 Veiligheid-

Nadere informatie

Concordantietabel boek III Arbeidsplaatsen van de codex welzijn op het werk

Concordantietabel boek III Arbeidsplaatsen van de codex welzijn op het werk Concordantietabel boek III Arbeidsplaatsen van de codex welzijn op het werk Koninklijk besluit van 10 oktober 2012 tot vaststelling van de algemene basiseisen waaraan arbeidsplaatsen moeten beantwoorden

Nadere informatie

PROJECT: Verbouwen van een eengezinswoning Paalvennestraat 3 B Hasselt

PROJECT: Verbouwen van een eengezinswoning Paalvennestraat 3 B Hasselt PROJECT: Verbouwen van een eengezinswoning Paalvennestraat 3 B- 3500 Hasselt VEILIGHEIDS- & GEZONDHEIDSPLAN Conform het KB 25.01.2001 Wet op het welzijn 04.08.1996 Codex & A.R.A.B. Europese richtlijn 92/57

Nadere informatie

Hoofdstuk I. - Bepalingen betreffende de collectieve beschermingsmiddelen. Afdeling 1. - Toepassingsgebied en definities

Hoofdstuk I. - Bepalingen betreffende de collectieve beschermingsmiddelen. Afdeling 1. - Toepassingsgebied en definities Koninklijk besluit van 30 augustus 2013 tot vaststelling van algemene bepalingen betreffende de keuze, de aankoop en het gebruik van collectieve beschermingsmiddelen (B.S. 7.10.2013) Hoofdstuk I. - Bepalingen

Nadere informatie

PROJECT: Slopen bestaand gebouw en bouwen van een kangoeroewoning Wijngaard B Herentals

PROJECT: Slopen bestaand gebouw en bouwen van een kangoeroewoning Wijngaard B Herentals PROJECT: Slopen bestaand gebouw en bouwen van een kangoeroewoning Wijngaard 33-35 B- 2200 Herentals VEILIGHEIDS- & GEZONDHEIDSPLAN Conform het KB 25.01.2001 Wet op het welzijn 04.08.1996 Codex & A.R.A.B.

Nadere informatie

We kennen de regels en procedures en volgen die op.

We kennen de regels en procedures en volgen die op. Voorwoord Inhoud Oiltanking streeft ernaar alle zakelijke activiteiten op een veilige en efficiënte manier uit te voeren. Wij hebben ons tot doel gesteld alle ongevallen, letsels en beroepsziekten te voorkomen

Nadere informatie

aangevuld en/of gewijzigd met de bepalingen van het KB dd

aangevuld en/of gewijzigd met de bepalingen van het KB dd Koninklijk besluit van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen ( B.S. 7.2.2001 ) Omzetting in Belgisch recht van de achtste bijzondere richtlijn 92/57/EEG van de Raad van de Europese

Nadere informatie

Fiche 9 (Analyse): Artikel 52 van het ARAB

Fiche 9 (Analyse): Artikel 52 van het ARAB Fiche 9 (Analyse): Artikel 52 van het ARAB Deze fiche herneemt in detail de inhoud en de grote lijnen van artikel 52 Verplichtingen van de werkgever brand voorkomen ieder begin van brand snel bestrijden

Nadere informatie

PERIODIEKE CONTROLES MET BETREKKING TOT BRANDBESTRIJDING

PERIODIEKE CONTROLES MET BETREKKING TOT BRANDBESTRIJDING NOTIFIED BODY n 1134 003-TEST ISO/IEC 17025 003-INSP ISO/IEC 17020 003-PROD ISO/IEC 17065 PERIODIEKE CONTROLES MET BETREKKING TOT BRANDBESTRIJDING 2017/12/05 vzw ANPI asbl INLEIDING Inleiding Het spreekt

Nadere informatie

TOOLBOXMEETING VEILIGHEID- EN GEZONDHEIDSSIGNALISATIE

TOOLBOXMEETING VEILIGHEID- EN GEZONDHEIDSSIGNALISATIE Onderwerp: Locatie van uitvoering: Datum van uitvoering: VEILIGHEID- EN GEZONDHEIDSSIGNALISATIE WERVEN & WERKPLAATS SEPTEMBER 1. WAT ZIJN VEILIGEHEID EN GEZONDHEIDSSIGNALERINGEN: Definitie: SIGNALERING

Nadere informatie

Arbeidsplaatsen Elektrische installaties - Algemeen. Infodocument

Arbeidsplaatsen Elektrische installaties - Algemeen. Infodocument Arbeidsplaatsen Elektrische installaties - Algemeen Infodocument Arbeidsplaatsen - Elektrische installaties - Algemeen Voor bepaalde oude elektrische installaties op de arbeidsplaatsen werden in 2008 minimum

Nadere informatie

8.2 Bestelprocedure installaties, machines en gemechaniseerde werktuigen

8.2 Bestelprocedure installaties, machines en gemechaniseerde werktuigen 8.2 Bestelprocedure installaties, machines en gemechaniseerde werktuigen (voor het gemak, een machine = een installatie, machine of gemechaniseerd werktuigen, zoals bedoeld in het artikel 8.1 van het KB

Nadere informatie