Orchidopexie bij kinderen

Transcriptie

1 Orchidopexie bij kinderen

2 Inleiding Deze folder geeft u een overzicht van de afwijking en behandeling van de niet in de balzak (scrotum) ingedaalde zaadbal (testis) bij uw zoon. Het is goed u te realiseren dat bij het vaststellen van een aandoening de situatie voor iedereen weer anders kan zijn. Wat is er precies aan de hand? De testikel bevindt zich niet in het scrotum en kan daar ook niet in worden gebracht door uitwendige massage. Deze situatie is ongewenst omdat de normale ontwikkeling van de zaadbal bedreigd is en daarmee de productie van zaadcellen en mannelijke geslachtshormonen. Van de duizend jongens in de leeftijd van 2 tot 11 jaar hebben er vier tot zeven één of twee niet ingedaalde zaadballen. Hoe komt dit? Tijdens de zwangerschap ontstaat al in een vroeg stadium in het liesgebied van de foetus een uitstulping van het buikvlies via de buikwand (het lieskanaal). Bij jongetjes dalen hierlangs in een latere fase de zaadbal en de zaadstreng vanuit de buik in, naar de balzak. Deze indaling kan op verschillende niveaus stagneren. Onderscheiden worden: Retractiële testis Hierbij is de zaadbal in feite normaal ingedaald in de balzak maar wordt door spierwerking eruit getrokken tot hoog in het lieskanaal. De zaadbal is wel in de balzak te masseren en blijft daar liggen totdat de spieren zich weer aanspannen. Retentio testis Hierbij ligt de zaadbal wel ergens in het normale indalingstraject, maar kan meestal niet in de balzak worden gemasseerd. Soms lukt het wel, maar de zaadbal blijft nooit spontaan in de balzak liggen. Ectopische testis Hierbij is de zaadbal nog geheel buiten het normale indalingstraject gelegen. Bij de ectopische testis is een operatie de enige behandeling. Bij de retentio testis is dat ook het geval, 2

3 tenzij de zaadbal tot in de balzakingang kan worden gemasseerd. Indien dit mogelijk is kan een hormonale behandeling worden geprobeerd. De retractiële testis behoeft géén behandeling. Het moment van de operatie Dit is uiteraard afhankelijk van het tijdstip waarop de afwijking wordt ontdekt. Indien dit gebeurt voor het einde van het tweede levensjaar, wordt algemeen aangeraden de operatie aan het einde van het tweede levensjaar te verrichten. Dit ondanks het feit dat er geen goede bewijzen zijn dat het een beter resultaat zou geven en ondanks het feit dat de discussie over de voors en tegens van de vroege operatie nog niet is gesloten. Wanneer de diagnose later wordt gesteld zijn er weinig argumenten om tot directe behandeling over te gaan. Het tijdstip kan aangepast worden aan de persoonlijke omstandigheden. Wat gebeurt er bij de ingreep De uroloog maakt een sneetje in de lies en een sneetje in de balzak. Via de opening in de lies wordt de zaadbal opgezocht en vrijgemaakt. De bloedvaten en de zaadleider van de testikel worden ook vrijgemaakt van de omgevende weefsels. Hierdoor kan voldoende lengte verkregen worden om de testikel naar de balzak te brengen, waar deze wordt vastgezet. Stelt de uroloog, tijdens de operatie een liesbreukje vast, dan wordt dit meteen verholpen. De huidwond in de lies en balzak worden meestal met oplosbare hechtingen gesloten, die dus niet verwijderd hoeven te worden. Het is normaal dat de balzak na de operatie een beetje gezwollen is en er blauwroodachtig uitziet. Hoelang de operatie ongeveer gaat duren, hoort u van de uroloog. Wat moet u van tevoren regelen? Na een operatie voelen kinderen zich vaak niet lekker. Het is verstandig wanneer u alvast wat paracetamol tabletjes of zetpillen voor kinderen in huis haalt. De dosering is afhankelijk van de leeftijd van het kind. Voelt uw zoon zich eenmaal thuis niet lekker, dan is het goed een paracetamol volgens bijsluiter te geven. Bij de voorbereidingen hoort ook het regelen van het vervoer naar huis na de ingreep. Het is aan te raden dat er ie- 3

4 mand achter in de auto bij uw kind gaat zitten. Er is dan iemand dichtbij, als extra aandacht nodig is. Uw kind moet zeker in een auto naar huis gebracht worden. Oorbellen of andere sieraden moet u uitdoen. Ook mogen de kinderen geen nagellak op vingers en tenen hebben. Hoe bereidt u uw kind voor? Het is belangrijk dat u zo eerlijk mogelijk uitlegt wat er gaat gebeuren. Van de ingreep zelf merkt uw zoon niets, maar als hij weer wakker wordt, heeft hij wel wondpijn. Hoewel het niet leuk is om te vertellen, kan uw zoon de ingreep beter verwerken wanneer hij van tevoren ongeveer weet waar hij aan toe is. Als team van de kinderafdeling willen wij u daarbij graag helpen. De kijkmiddag Net als het anesthesiespreekuur is de kijkmiddag een belangrijk onderdeel van de algehele voorbereiding, voordat uw kind geopereerd wordt. Juist omdat er vaak onbekendheid over de operatie bestaat, vinden wij het belangrijk dat zowel jonge als de wat oudere kinderen hier goed op worden voorbereid. Het doel van de voorbereiding is om angst en spanning zoveel mogelijk te beperken. Als de situatie voor uw kind herkenbaar en begrijpelijk is, kan hij hier meer controle over krijgen en de situatie daardoor beter hanteren. Onze ervaring is ook, dat kinderen die goed voorbereid zijn, zich minder hulpeloos en minder angstig voelen. U als ouder kunt uw kind thuis ook beter helpen en begeleiden, als u zelf weet wat uw kind te wachten staat. Tijdens de kijkmiddag wordt uw kind spelenderwijs voorbereid op de operatie en vertrouwd gemaakt met die dingen waar het kind mee te maken krijgt (operatiejasje, narcosekapje of bijvoorbeeld een fotoboek). Dit alles gebeurt op een kindvriendelijke manier en wordt aangepast aan de leeftijd en mogelijkheden van uw kind. Informatie over de kijkmiddag krijgt u van de afdeling Opname. De kijkmiddag is bestemd voor het kind dat geopereerd moet worden en zijn ouders. In verband met de ruimte kunnen opa s, 4

5 oma s, broertjes, zusjes, vriendjes, vriendinnetjes etc. niet bij de voorbereiding aanwezig zijn. Het anesthesiespreekuur Ieder kind dat geopereerd moet worden, wordt ook onderzocht door de anesthesist. U moet hiervoor zelf een afspraak maken voor het anesthesiespreekuur. Tijdens dit spreekuur krijgt u o.a. belangrijke informatie over: op welke manier de narcose toegediend wordt, via een kapje of een prikje. wat voor medicijnen uw kind eventueel krijgt ter voorbereiding op de narcose (premedicatie). welke pijnbestrijding uw kind eventueel voor en of na de operatie krijgt. Ook kunnen u en uw kind vragen stellen en informatie doorgeven waarvan u denkt dat de anesthesist dit moet weten. Bijvoorbeeld eventuele medicijnen en ziekten van uw kind. Van de afdeling Opname ontvangt u informatie over: de kijkmiddag. de opnamedatum. hoe laat het kind aanwezig moet zijn op de kinderafdeling. Nuchter zijn Voor de operatie moet uw kind nuchter zijn. Dit betekent dat hij niets meer mag eten en/of drinken vóór de operatie. Vanaf welk tijdstip uw kind precies nuchter moet zijn, krijgt u ook te horen tijdens het anesthesiespreekuur. Over het algemeen geldt: Voor kinderen tot 1 jaar Zes uur van tevoren niet meer eten. Tot vier uur voor de operatie melkproducten, zoals vla en borstvoeding. Tot twee uur voor de operatie helder vloeibaar, zoals water of ranja. 5

6 Voor kinderen vanaf 1 jaar Zes uur van tevoren niet meer eten. Tot twee uur van tevoren helder vloeibaar, zoals water of ranja, maar geen melkproducten (ook geen koffiemelk). Ook mag u vanaf het moment van nuchter zijn, geen medicijnen meer geven, tenzij anders afgesproken met de arts. Let u alstublieft ook op met tandenpoetsen. Sommige kinderen slikken dit door. Naar het ziekenhuis Op de afgesproken dag en tijd komt u met uw zoon naar afdeling Noord 1 (de kinderafdeling). Op de kinderafdeling wordt hij voorbereid op de operatie. De verpleegkundige neemt, indien nodig, de temperatuur van uw kind op. Hij krijgt een pyjama aan, een naambandje om en eventueel de door de anesthesist afgesproken medicijnen (premedicatie). Als het tijd is, wordt u samen naar de tweede verdieping gebracht. Eén van de ouders mag mee naar de operatiekamer om uw zoon te steunen bij de inleiding van de narcose. Voor uw kind is het een ingrijpende gebeurtenis, maar dat kan het ook voor u zijn. Vraag uzelf daarom van tevoren af of u in zo n situatie in staat bent uw kind te helpen. De ouder die meegaat krijgt een operatiepak aan en een muts op. Ook uw zoon krijgt een muts op. Afhankelijk van wat er is afgesproken met de anesthesist, kan de narcose toegediend worden via een kapje, dat voor de neus en mond gehouden wordt, of een prikje. Als uw kind slaapt, brengt de verpleegkundige u naar de hal van de tweede verdieping of naar de kinderafdeling, waar u kunt wachten tot hij klaar is. Zodra hij naar de recovery (uitslaapkamer) is gebracht, mag u direct weer bij hem zijn. De verpleegkundige van de kinderafdeling komt u dan samen weer ophalen. Op de afdeling controleert de verpleegkundige de wond. Als uw kind na 2 à 3 uur niet misselijk is dan mag hij weer iets drinken (water of appelsap), eerst weinig, later wat meer. Als uw kind geplast heeft en zich goed voelt mag hij, na eventuele controle van de uroloog, in overleg met de verpleegkundige naar huis. 6

7 Wat neemt u mee? Het ponsplaatje. Medicijnen die uw kind dagelijks gebruikt. De pop, knuffel, of ander vertrouwd speelgoed. Een extra onderbroekje. Een niet-knellende broek b.v. een joggingbroek. Handdoek of plasticzak voor de terugweg (i.v.m. eventueel spugen). Uitstellen van de ingreep In een aantal gevallen kan de ingreep niet doorgaan: Als uw kind ziek is (bij koorts boven de 38 C.). Als er de laatste twee weken infectieziekten voorkwamen in de directe omgeving van uw kind, zoals mazelen, waterpokken, rode hond en bof. Als uw kind toch iets gegeten en/of gedronken heeft. Als u denkt dat de ingreep uitgesteld moet worden, of als u twijfelt of de ingreep wel door kan gaan, wilt u dan bellen naar de afdeling Opname. Het telefoonnummer is (tijdens kantooruren). Buiten kantooruren kunt u het algemene nummer van het ziekenhuis bellen: Weer thuis De eerste dagen is het te verwachten dat uw kind wat verhoging heeft. Tot 38.5 C. is normaal. U kunt eventueel een paracetamol volgens bijsluiter geven. Een aantal regels voor de eerste dagen thuis De eerste dagen na de operatie zal uw zoon pijn hebben. Ons advies is om gedurende de eerste 48 uur na de operatie à zes uur paracetamol zetpillen te geven. De sterkte van de paracetamol zetpillen die u uw kind mag geven zal de anesthesist noteren. De verpleegkundige geeft dit aan u door. De eerste dag rustig aandoen. Als uw zoon niet misselijk is, dan mag hij s avonds wat lichte kost zoals pap, bouillon, appelmoes of puree gebruiken. Geen koolzuurhoudende dranken. De eerste twee dagen niet onder de douche of in bad. Liever gewoon wassen en de wond droogdeppen. De dag na de operatie mag u de pleister verwijderen. 7

8 Gebruikt uw kind nog luiers, verwissel deze dan wat vaker, om de wond droog te houden. Uw zoon moet het de eerste tijd rustig aan doen. Vermijd zeker tot aan de na-controle zware inspanningen, zoals bijvoorbeeld tillen, duwen, etc. De eerste twee weken mag hij niet sporten (gymnastiek, zwemmen) en niet fietsen. Als uw kind fit genoeg is, mag hij na een week weer naar school. Let op, bij problemen bellen Zijn er de eerste 24 uur problemen, bijvoorbeeld dat de wond gaat nabloeden, wilt u dan contact opnemen met het ziekenhuis? Het telefoonnummer van de kinderafdeling is Controle Als u naar huis gaat krijgt u van de verpleegkundige een controleafspraak bij de uroloog mee en een brief voor uw huisarts. Ommelander Ziekenhuis Groep, locatie Lucas Gassingel CX Winschoten Postbus RA Winschoten Telefoon: info@ozg.eu Web: (06-10) OZG, locatie Lucas 8