Economisch Bulletin. Nummer 2 / ,5E 7,5E

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Economisch Bulletin. Nummer 2 / ,5E 7,5E"

Transcriptie

1 Economisch Bulletin 30 Nummer 2 / E E 3,5E 6E E E % 53% E 6E 7,5E

2 Inhoud Economische en monetaire ontwikkelingen Overzicht 3 1 Externe omgeving 7 2 Financiële ontwikkelingen 13 3 Economische bedrijvigheid 16 4 Prijzen en kosten 21 5 Geld en krediet 25 6 Begrotingsontwikkelingen 31 Kaders 1 Vertraging in de groei van de Amerikaanse arbeidsproductiviteit gestileerde feiten en economische gevolgen 36 2 Huidige ontwikkelingen in de olieprijs 40 3 Liquiditeitsverhoudingen en monetair-beleidstransacties van 28 oktober 2015 tot en met 26 januari Factoren achter de relatief sterke bedrijvigheid in de diensten in het eurogebied 48 5 Impact van de daling van de olieprijzen op het lopende overschot van het eurogebied 52 6 Olieprijzen en consumptieprijzen voor energie in het eurogebied 55 7 Het verband tussen de HICP-inflatie en de HICP-inflatie ongerekend energie en voedingsmiddelen 58 8 MIP s 2016 en uitvoering LSA s Artikelen 1 Transmission of output shocks the role of cross-border production chains 66 2 Public investment in Europe 80 Statistieken S1 ECB Economisch Bulletin, Nummer 2 / 2016 Inhoud 2

3 Economische en monetaire ontwikkelingen Overzicht Tijdens zijn monetairbeleidsvergadering van 10 maart 2016 heeft de Raad van Bestuur op basis van de reguliere economische en monetaire analyses een grondige herbeoordeling van de monetairbeleidskoers uitgevoerd, waarbij ook rekening is gehouden met de nieuwe door medewerkers van de ECB opgestelde macro-economische projecties, die lopen tot in het jaar Op grond daarvan heeft de Raad van Bestuur in het streven naar zijn prijsstabiliteitsdoelstelling besloten tot een reeks maatregelen. Dit veelomvattende pakket zal de synergieën tussen de verschillende instrumenten benutten en is erop afgestemd de financieringscondities verder te verruimen, nieuwe kredietverstrekking te stimuleren en zo de kracht van het economisch herstel van het eurogebied te versterken en de terugkeer van de inflatie naar een niveau onder maar dicht bij 2% te versnellen. Economische en monetaire beoordeling ten tijde van de vergadering van de Raad van Bestuur van 10 maart 2016 De mondiale bedrijvigheid matigde rond de jaarwisseling en zal naar verwachting in een bescheiden tempo doorgroeien. De lage rente, de verbetering op de arbeidsmarkten en het toenemende vertrouwen ondersteunen de vooruitzichten voor de geavanceerde economieën. De vooruitzichten voor de opkomende markteconomieën op de middellange termijn blijven daarentegen met grotere onzekerheid omgeven. De verzwakking van de economische bedrijvigheid in China zal naar verwachting aanhouden, met negatieve gevolgen voor andere opkomende markteconomieën, met name in Azië, terwijl grondstoffen exporterende landen zich verder moeten aanpassen aan de lagere grondstoffenprijzen. Tegen deze achtergrond is de effectieve wisselkoers van de euro de afgelopen maanden aanzienlijk gestegen. De financiële markten vertonen de laatste maanden grotere volatiliteit. Aanvankelijk, van begin december 2015 tot medio februari 2016, droeg bezorgdheid over de mondiale groei bij aan koersdalingen van de meer riskante financiële activa. Recentelijk zijn deze dalingen echter deels weer gecompenseerd, aangezien de bezorgdheid onder beleggers is verminderd als gevolg van stijgende olieprijzen, beter dan verwachte economische cijfers uit de VS en de verwachting van verdere monetaire stimulering in het eurogebied. In de afgelopen drie maanden is het rendement op staatsobligaties van landen met een hogere kredietwaardering verder gedaald. ECB Economisch Bulletin, Nummer 2 / 2016 Economische en monetaire ontwikkelingen 3

4 Het economisch herstel in het eurogebied zet door, al was de groei aan het begin van het jaar lager dan verwacht als gevolg van de zwakkere externe omgeving. Het reële bbp van het eurogebied is in het vierde kwartaal van 2015 met 0,3% kwartaal-op-kwartaal gegroeid, mede dankzij de binnenlandse vraag maar ondanks een negatieve bijdrage van de netto uitvoer. De meest recente op enquêtes gebaseerde gegevens wijzen op een zwakker dan verwachte groeidynamiek aan het begin van het jaar. Vooruitblikkend, zal het economisch herstel zich naar verwachting in gematigd tempo voortzetten. De binnenlandse vraag zou verder moeten worden ondersteund door de monetairbeleidsmaatregelen van de ECB en hun gunstige uitwerking op de financieringscondities, en door aanhoudende verbeteringen in de werkgelegenheid dankzij eerder doorgevoerde structurele hervormingen. Daarnaast zou de lage olieprijs aanvullende steun moeten geven aan het reëel besteedbaar inkomen van huishoudens, de particuliere consumptie, de winstgevendheid van bedrijven en de investeringen. Voorts is de begrotingskoers van het eurogebied licht expansief, deels ten gevolge van maatregelen ter ondersteuning van vluchtelingen. Het economisch herstel in het eurogebied blijft echter worden getemperd door zwakke groei vooruitzichten in de opkomende markten, volatiele financiële markten, de noodzakelijke balans aanpassingen in een aantal sectoren en door het trage tempo van de tenuitvoer legging van structurele hervormingen. In de door medewerkers van de ECB samengestelde macro-economische projecties voor het eurogebied van maart 2016 wordt een stijging van het reële bbp op jaarbasis van 1,4% in 2016, 1,7% in 2017 en 1,8% in 2018 voorzien. Vergeleken met de in december 2015 door medewerkers van het Eurosysteem opgestelde macro-economische projecties zijn de vooruitzichten voor de reële bbp-groei enigszins neerwaarts bijgesteld, voornamelijk ten gevolge van de zwakkere groeivooruitzichten voor de mondiale economie. De risico s voor de groeivooruitzichten van het eurogebied blijven, volgens de beoordeling van de Raad van Bestuur, neerwaarts van aard en houden met name verband met de toegenomen onzekerheid over de ontwikkelingen in de wereldeconomie en met bredere geopolitieke risico s. Volgens de voorlopige ( flash ) raming van Eurostat beliep de HICP-inflatie van het eurogebied op jaarbasis in februari ,2%, vergeleken met 0,3% in januari. Alle belangrijke HICP-componenten droegen aan deze daling bij. Het inflatiecijfer zou zich later in 2016 moeten herstellen, en daarna verder moeten stijgen, mede dankzij de monetairbeleidsmaatregelen van de ECB en het verwachte economisch herstel. In de door medewerkers van de ECB samengestelde macro-economische projecties voor het eurogebied van maart 2016 wordt een HICP-inflatie op jaarbasis van 0,1% in 2016, 1,3% in 2017 en 1,6% in 2018 voorzien. Ten opzichte van de door medewerkers van het Eurosysteem opgestelde macro-economische projecties van december 2015 zijn de vooruitzichten voor de HICP-inflatie neerwaarts bijgesteld, voornamelijk ten gevolge van de daling van de olieprijs over de afgelopen maanden. De Raad van Bestuur zal de prijsvormings- en loonontwikkelingen in het eurogebied nauwlettend volgen, en er daarbij in het ECB Economisch Bulletin, Nummer 2 / 2016 Economische en monetaire ontwikkelingen 4

5 bijzonder op letten ervoor te zorgen dat het huidige klimaat van lage inflatie zich niet vertaalt in tweederonde-effecten op de loon- en prijsvorming. De monetairbeleidsmaatregelen van de ECB blijven geleidelijk doorwerken in de financieringsvoorwaarden en blijven het ruime monetaire aggregaat en de kredietdynamiek ondersteunen. Er blijft sprake van een solide geldgroei, terwijl de groei van de kredietverlening de sinds begin 2014 waargenomen ontwikkeling van geleidelijk herstel, voortzet. De binnenlandse bronnen van geldschepping blijven de belangrijkste drijvende kracht achter de groei van het ruime monetaire aggregaat. Bovendien hebben de lage rente, alsmede de effecten van de gerichte langerlopende herfinancieringstransacties (TLTRO s) van de ECB en het uitgebreide activa-aankoopprogramma (APP) bijgedragen aan een verbetering van de gelden kredietdynamiek. De financieringskosten van banken hebben zich dicht bij hun historisch lage peil gestabiliseerd. Ondanks aanzienlijke verschillen tussen landen hebben de banken hun gunstige financieringsvoorwaarden doorgegeven in de vorm van lagere debetrentes. Dankzij de verbeterde leencondities heeft het herstel van de kredietverlening aangehouden. De totale jaarlijkse externe financiering van nietfinanciële vennootschappen is, na stabilisering in de voorgaande twee kwartalen, in het vierde kwartaal van 2015 verder toegenomen. Over het geheel genomen hebben de door ons sinds juni 2014 genomen monetairbeleidsmaatregelen de kredietnemingskosten voor bedrijven en huishoudens aanzienlijk verbeterd. Monetairbeleidsbeslissingen De Raad van Bestuur was van oordeel dat een toetsing van de uitkomsten van de economische analyse aan die van de monetaire analyse de noodzaak van een verdere monetaire stimulans bevestigde, teneinde zonder onnodige vertraging een terugkeer van de inflatie naar niveaus onder maar dicht bij 2% te waarborgen. Sinds de laatste vergadering van de Raad van Bestuur in januari waren de economische en financiële omstandigheden verslechterd en waren de risico s voor de prijsstabiliteitsdoelstelling van de Raad op de middellange termijn duidelijk toegenomen, zoals ook bleek uit de neerwaartse bijstelling van de inflatie en de groei in de door medewerkers van het Eurosysteem opgestelde macro-economische projecties van maart Op grond daarvan heeft de Raad van Bestuur in het streven naar zijn prijsstabiliteitsdoelstelling tot een reeks maatregelen besloten. Ten eerste heeft de Raad van Bestuur, wat betreft de basisrentetarieven van de ECB, besloten het rentetarief voor de basisherfinancieringstransacties van het Eurosysteem met 5 basispunten te verlagen naar 0,00%, en het rentetarief voor de marginale beleningsfaciliteit te verlagen met 5 basispunten naar 0,25%. Het rentetarief voor de depositofaciliteit werd met 10 basispunten verlaagd naar 0,40%. Ten tweede heeft de Raad van Bestuur besloten de maandelijkse aankopen uit hoofde van het APP te verhogen van 60 miljard naar 80 miljard. Het is de bedoeling dat deze aankopen zullen lopen tot eind maart 2017 of zo nodig langer, in ieder geval totdat de Raad van Bestuur bewijs ziet van een aanhoudende ECB Economisch Bulletin, Nummer 2 / 2016 Economische en monetaire ontwikkelingen 5

6 verandering in het beloop van de inflatie die in overeenstemming is met zijn doelstelling op de middellange termijn een inflatiecijfer onder maar dicht bij 2% te verwezenlijken. Om te waarborgen dat de tenuitvoerlegging van de activaaankopen soepel blijft verlopen, heeft de Raad van Bestuur tevens besloten de voor emittent en uitgifte geldende limieten voor de aankopen van waardepapieren die zijn uitgegeven door in aanmerking komende internationale organisaties en multilaterale ontwikkelingsbanken, te verhogen, en wel van 33% tot 50%. Ten derde heeft de Raad van Bestuur besloten hoogwaardige ( investmentgrade ) in euro luidende obligaties die zijn uitgegeven door in het eurogebied gevestigde niet-bancaire ondernemingen op te nemen op de lijst van activa die in aanmerking komen voor de reguliere aankopen in het kader van een nieuw programma voor de aankoop van door de bedrijvensector uitgegeven waardepapieren. Dit zal de doorwerking van de activa-aankopen van het Eurosysteem in de financieringscondities van de reële economie verder versterken. De aankopen in het kader van het nieuwe programma zullen van start gaan tegen het einde van het tweede kwartaal van dit jaar. Ten vierde heeft de Raad van Bestuur besloten van start te gaan, te beginnen in juni 2016, met een nieuwe reeks van vier gerichte langerlopende herfinancieringstransacties (TLTRO II), elk met een looptijd van vier jaar. Deze nieuwe transacties zullen de accommoderende monetairbeleidskoers van de ECB en de transmissie van het monetair beleid versterken door een verdere stimulans te geven aan de bancaire kredietverlening aan de reële economie. Tegenpartijen zullen tot 30% van de voorraad in aanmerking komende leningen per 31 januari 2016 kunnen lenen. Het rentetarief bij TLTRO II zal worden vastgesteld over de looptijd van elke transactie, op het rentetarief dat ten tijde van de inschrijving geldt voor de basisherfinancieringstransacties van het Eurosysteem. Voor banken waarvan de netto kredietverstrekking een bepaalde maatstaf overschrijdt, zal het bij de TLTRO II toegepaste rentetarief lager liggen, en zal het zo laag kunnen zijn als het rentetarief op de depositofaciliteit ten tijde van de inschrijving. Er zal bij TLTRO II geen sprake zijn van vereisten voor verplichte vroege terugbetaling, en overstappen vanuit TLTRO I zal worden toegestaan. Vooruitblikkend en rekening houdend met de huidige vooruitzichten voor de prijsstabiliteit verwacht de Raad van Bestuur dat de basisrentetarieven van de ECB langdurig, en ruim voorbij de periode van de netto activa-aankopen, op de huidige of lagere niveaus zullen blijven. Als aanvulling op de maatregelen die sinds juni 2014 zijn genomen, verschaft het veelomvattende pakket aan monetairbeleidsmaatregelen van maart 2016 een substantiële monetaire stimulans om de toegenomen risico s voor de prijsstabiliteitsdoelstelling van de ECB tegen te gaan. Hoewel zeer lage en zelfs negatieve inflatiecijfers de komende paar maanden ten gevolge van bewegingen in de olieprijs niet te vermijden zijn, is het van cruciaal belang tweederonde-effecten te vermijden door de terugkeer van de inflatie naar niveaus onder maar dicht bij 2% zonder onnodige vertraging zeker te stellen. De Raad van Bestuur zal het beloop van de vooruitzichten voor de prijsstabiliteit over de komende periode zeer nauwlettend blijven volgen. ECB Economisch Bulletin, Nummer 2 / 2016 Economische en monetaire ontwikkelingen 6

7 1 Externe omgeving De mondiale bedrijvigheid viel rond de jaarwisseling terug, maar zet naar verwachting geleidelijk door. De vooruitzichten voor de ontwikkelde economieën worden gesteund door de lage rente, een aantrekkende arbeidsmarkt en een toenemend vertrouwen. Daarentegen blijven de vooruitzichten voor de opkomende markteconomieën (OME s) meer onzeker. In China is de economische groei opnieuw vertraagd, wat negatieve overloopeffecten heeft voor andere OME s, met name in opkomend Azië, terwijl grondstoffenexporterende landen zich genoodzaakt zien om verdere aanpassingen te verrichten vanwege de lagere grondstoffenprijzen. Mondiale economische bedrijvigheid en handel De situatie in zowel de ontwikkelde als de opkomende economieën bleek eind 2015 zwakker dan verwacht. Het herstel verloopt naar verwachting geleidelijker dan voorzien, hetgeen bevestigt dat de groei fragiel blijft. Na een krachtige groei in het derde kwartaal viel de Amerikaanse economie in het laatste kwartaal van 2015 merkbaar terug. De Japanse economie verloor eveneens aan kracht en gaf in het vierde kwartaal een krimp te zien. Van de belangrijkste ontwikkelde landen, ongerekend het eurogebied, wist alleen het Verenigd Koninkrijk in het tweede halfjaar een forse groei te realiseren. Ook in de OME s viel de groei in het laatste kwartaal van het jaar verder terug. Opkomend Azië is een van de veroorzakers van deze groeivertraging, deels vanwege het voortgaande proces van herijking van de Chinese economie. In Latijns-Amerika nam de bedrijvigheid tegen het einde van 2015 af, vooral als gevolg van de diepe recessie in Brazilië, maar meer algemeen ook door de negatieve gevolgen van de lage grondstoffenprijzen voor de grondstoffenproducerende landen in deze regio. Grafiek 1 Samengestelde wereldwijde PMI voor de productie (spreidingsindex) wereldwijd buiten het eurogebied (rechts) wereldwijd buiten het eurogebied: langetermijngemiddelde (rechts) ontwikkelde economieën buiten het eurogebied (links) opkomende markteconomieën (links) Bronnen: Markit en ECB-berekeningen. Toelichting: De meest recente waarneming betreft februari Uit indicatoren van de mondiale bedrijvigheid blijkt dat de groei rond de jaarwisseling wereldwijd is teruggevallen. De samengestelde wereldwijde PMI voor de productie (ongerekend het eurogebied) daalde in februari vrij scherp naar een niveau net boven het omslagpunt waarop er sprake is van expansie (zie Grafiek 1). Deze daling deed zich breed voor in zowel de ontwikkelde landen als de OME s. De oorzaak lag niet alleen in de aanhoudend zwakke ontwikkeling van de mondiale industrie, maar ook in een forse afname van de bedrijvigheid in de dienstensector. Dit zou erop kunnen wijzen dat de aanhoudende zwakte in de industrie overslaat op de dienstensector, die tot nu toe veerkrachtiger was. Tegelijkertijd wijzen de samengestelde voorlopende indicatoren van de OESO op een teruglopende economische groei binnen het OESO-gebied als geheel. ECB Economisch Bulletin, Nummer 2 / 2016 Economische en monetaire ontwikkelingen 7

8 Grafiek 2 Indices financiële omstandigheden (standaardafwijking, nulmediaan, maandgegevens) 1,0 0,5 0,0-0,5-1,0 ontwikkelde economieën buiten het eurogebied opkomende markteconomieën soepelere financiële omstandigheden krappere financiële omstandigheden -1, Bronnen: Haver Analytics en berekeningen van ECB-medewerkers. Toelichting: De meest recente waarneming betreft februari De opkomende markteconomieën zijn China, Rusland, Brazilië, India en Turkije. De ontwikkelde economieën zijn de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Japan. De mondiale vooruitzichten worden beïnvloed door drie belangrijke factoren: de krappere financieringsvoorwaarden in de OME s, de onzekerheid over de vooruitzichten in China en de aanhoudend zwakke grondstoffenprijzen. De krappere financieringsvoorwaarden in de OME s (zie Grafiek 2) zijn duidelijk terug te zien in de hogere rendementen op overheidsobligaties, de forse neerwaartse correctie van de aandelenkoersen en de netto-kapitaaluitstroom uit deze economieën. Dit alles tegen de achtergrond van een wereldwijd verhoogde marktvolatiliteit. Deze volatiliteit wordt deels in verband gebracht met de toenemende onzekerheid over de economische vooruitzichten in China. Tot slot worden ook de aanhoudend lage grondstoffenprijzen, met name de olieprijzen, steeds vaker genoemd als teken van de onderliggende zwakte in de wereldeconomie. Gezien de toenemende signalen dat de wereldeconomie afzwakt, zijn de verwachtingen in de markt omtrent een monetaire beleidsnormalisatie in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk neerwaarts bijgesteld. Na de verhoging van de beleidsrente in de Verenigde Staten in december 2015 gaf de funds futures curve van het Federal Reserve System een significante neerwaartse verschuiving te zien, wat erop duidt dat men verwacht dat een verdere beleidsverkrapping in de VS langer op zich laat wachten. In sommige OME s is het monetaire beleid als reactie op de renteverhoging in de Verenigde Staten verkrapt, vooral in landen die nauwe handelsrelaties met de VS onderhouden, zoals de landen van Latijns-Amerika, en in landen wier valuta aan de Amerikaanse dollar is gekoppeld. Hoewel de daling van de grondstoffenprijzen in 2015 grotendeels werd toegeschreven aan een scherpe toename van het aanbod, wordt voor een verklaring van de recente neerwaartse druk op de olieprijzen vaker gewezen op de rol van vraagfactoren. Een olieprijsschok kan al naargelang de aard daarvan zeer verschillende gevolgen hebben voor de wereldeconomie (zie ook Kader 2). De grotendeels door aanbodfactoren veroorzaakte daling van de olieprijzen in de tweede helft van 2014 en begin 2015 had per saldo een positief effect op het mondiale bbp, met name via twee kanalen: (i) een inkomensherverdeling van de olieproducerende landen naar de olieconsumerende landen, die vervolgens meer konden uitgeven; en (ii) een hogere winstgevendheid vanwege de lagere energiekosten, waardoor de investeringen werden gestimuleerd en het totale aanbod dus toenam in de landen die per saldo olie importeren. Met de geleidelijke verschuiving naar een meer vraaggedreven verlaging van de olieprijzen in de tweede helft van het jaar is een meer terughoudende interpretatie echter op zijn plaats. Hoewel de lage olieprijzen nog steeds een positief effect op de grondstoffenimporterende landen kunnen hebben, vanwege de stijging van de reële inkomens, wordt voorzien dat de positieve effecten van de dalende olieprijzen op de bedrijvigheid globaal teniet worden gedaan door de zwakkere externe vraag. ECB Economisch Bulletin, Nummer 2 / 2016 Economische en monetaire ontwikkelingen 8

9 Daar komt bij dat de negatieve gevolgen van de verdere prijsdalingen in de olieexporterende landen ernstiger blijken dan verwacht. Voor sommige landen zal het moeilijk zijn om de daaruit voortvloeiende begrotingsonevenwichtigheden in de hand te houden en de effecten van de lagere olieprijzen op te vangen. Zowel de binnenlandse als de buitenlandse vraag kan hierdoor uiteindelijk fors lager uitvallen dan verwacht. De mondiale economische bedrijvigheid trekt volgens prognose geleidelijk aan, dankzij de aanhoudend veerkrachtige groeivooruitzichten in de belangrijkste ontwikkelde landen en een naar verwachting allengs snellere afvlakking van de diepe recessie in een aantal grotere OME s. De vooruitzichten voor de ontwikkelde economieën worden gesteund door de aanhoudend lage rente, een aantrekkende arbeidsmarkt en een toenemend consumentenvertrouwen. Daarentegen blijven de vooruitzichten voor de OME s op de middellange termijn meer onzeker. In China is de economische groei opnieuw vertraagd, wat negatieve overloopeffecten heeft voor andere OME s, met name in opkomend Azië, terwijl grondstoffenexporterende landen zich genoodzaakt zien om verdere aanpassingen te verrichten vanwege de lagere grondstoffenprijzen. Desalniettemin biedt de geleidelijke afvlakking van de diepe recessie in Rusland en Brazilië naar verwachting ondersteuning voor de mondiale groei. In de Verenigde Staten blijven de binnenlandse fundamentele factoren gunstig. Verwacht wordt dat de groei versnelt naarmate het herstel op de arbeidsmarkt zich geleidelijk vertaalt in hogere nominale lonen, die samen met de aanhoudend lage olieprijzen zorgen voor een stijging van de reëel besteedbare inkomens en de consumptie. Een aanhoudend herstel op de huizenmarkt en een licht soepele begrotingskoers zijn daarnaast goed voor de binnenlandse vraag, die naar verwachting de grootste aanjager van de economische groei blijft. Tegelijkertijd zijn de krediet- en financieringsvoorwaarden ondanks de lage rente iets krapper geworden, terwijl de particuliere investeringen door de lagere olieprijzen licht aan kracht inboeten. De netto-uitvoer blijft naar verwachting een rem zetten op de bedrijvigheid als gevolg van de hogere dollarkoers en de zwakke groei van de buitenlandse vraag. In dit verband wordt in Kader 1 ingegaan op de onderliggende factoren van de vertraging van de arbeidsproductiviteit in de Verenigde Staten en de economische gevolgen daarvan. In het Verenigd Koninkrijk blijft de economische bedrijvigheid licht groeien. De groei wordt grotendeels gedragen door de consumptie, vanwege de hogere reëel besteedbare inkomens als gevolg van de lage olieprijzen. De investeringen blijven aantrekken, zij het in een trager tempo dan in voorgaande jaren, dankzij soepelere kredietvoorwaarden. De groei kan echter worden gedrukt door de onzekerheid omtrent het referendum over het EU-lidmaatschap van het Verenigd Koninkrijk in juni De netto-uitvoer zette in de laatste twee kwartalen van 2015 een rem op de groei. In Japan blijft het economische herstel zwak. Na een lichte groei in het derde kwartaal van 2015 kromp de economie in het laatste kwartaal door de afnemende mondiale vraag en de zwakke particuliere consumptie. Verwacht wordt dat de groei in 2016 weer positief wordt, wanneer de particuliere consumptie aantrekt onder invloed van hogere reële inkomens, dankzij loonstijgingen en lagere olieprijzen. ECB Economisch Bulletin, Nummer 2 / 2016 Economische en monetaire ontwikkelingen 9

10 Ook de uitvoer trekt naar verwachting aan, als gevolg van een geleidelijk herstel van de buitenlandse vraag. De herijking van de Chinese economie vertaalt zich in een geleidelijke groeivertraging, omdat de lagere investeringen niet volledig worden gecompenseerd door hogere consumptieve bestedingen. De lage olieprijzen en de krachtige consumptie blijven de economie op de korte termijn enige steun bieden. Hoewel de onzekerheid is toegenomen door de recente correctie op de buitensporige aandelenkoersen, wordt ervan uitgegaan dat dit geen grote directe gevolgen heeft voor de vooruitzichten. De recente verlagingen van de beleidsrente, de bescheiden stimuleringsmaatregelen van de centrale overheid en de pogingen om de financieringsregels voor lokale overheden te versoepelen, zouden een positief effect op de vraag moeten hebben. Een grotere nadruk op verlaging van de overcapaciteit in sommige zware-industriesectoren en de aanpak van de daarmee samenhangende probleemkredieten kunnen echter een rem zetten op de groei, primair via de investeringen. In Midden- en Oost-Europa blijft de reële economische bedrijvigheid naar verwachting krachtig, maar niet in alle landen in gelijke mate. De dynamische particuliere consumptie, dankzij hogere reëel besteedbare inkomens en een lage inflatie, en de sterke groei van de investeringen met steun van de Europese structuurfondsen blijven naar verwachting de belangrijkste aanjagers van de groei in deze regio. De landen die grondstoffen uitvoeren, blijven daarentegen de gevolgen ondervinden van de structureel lagere grondstoffenprijzen. In Rusland, dat zich nog steeds midden in een diepe recessie bevindt, blijven de financieringskosten hoog, ondanks dat de financieringsvoorwaarden in 2015 soepeler zijn geworden. Door de verdere daling van de olieprijzen is de roebel onder druk komen te staan, wat een hogere inflatie tot gevolg kan hebben. Er is sprake van grote onzekerheid en een zwak ondernemersvertrouwen, terwijl de lagere olie-inkomsten druk blijven zetten op de overheidsuitgaven. In Brazilië is de economische teruggang scherp geïntensiveerd. De politieke onzekerheid, de verslechterende handelscondities als gevolg van de dalende grondstoffenprijzen en het krappere monetaire en financiële klimaat zetten daar een rem op de economische bedrijvigheid. De recessie in Brazilië en Rusland zal de komende tijd naar verwachting echter minder diep worden naarmate hun respectieve munteenheden en de grondstoffenprijzen zich stabiliseren. De wereldhandel lijkt rond de jaarwisseling opnieuw aan kracht te hebben ingeboet, na een positieve groei in de tweede helft van De wereldwijde invoer van goederen en diensten (ongerekend het eurogebied) steeg in het derde kwartaal met 0,7% op kwartaalbasis, na een daling van 0,9% in het tweede kwartaal (zie Grafiek 3). Dit herstel vormt deels een correctie op de lage cijfers voor sommige ontwikkelde economieën en OME s, zoals het Verenigd Koninkrijk, Japan en China, wat vooral te maken had met gegevensvolatiliteit. Maar het weerspiegelt ook de iets minder forse afnames in Brazilië en Rusland, landen waar de scherpe daling van de invoer grotendeels verklaard kan worden door de terugval van de binnenlandse vraag en de lagere wisselkoers. Uit beschikbare gegevens en enquêtes voor de ECB Economisch Bulletin, Nummer 2 / 2016 Economische en monetaire ontwikkelingen 10

11 Grafiek 3 Volume van de wereldhandel in goederen (links: driemaands op driemaands mutaties in procenten; rechts: spreidingsindex) 6,0 4,0 2,0 0,0 wereldhandel (links) gemiddelde wereldhandel over de periode (links) wereldwijde PMI voor nieuwe uitvoerorders (rechts) wereldwijde PMI exclusief industriegoederen van het eurogebied (rechts) -2, Bronnen: Markit, CPB en ECB-berekeningen. Toelichting: De meest recente waarneming voor de PMI s betreft februari 2016 en voor de wereldhandel december handel over het vierde kwartaal blijkt echter dat het groeitempo van de wereldhandel opnieuw vertraagt. De groei van de mondiale invoer van goederen daalde van 1,7% in oktober tot 0,7% (driemaands op driemaands) in november. In de OME s is de groei van de invoer opnieuw negatief, als gevolg van een scherpe afname in opkomend Azië (en in het Midden- Oosten en Afrika). De groei van de invoer bleef in de ontwikkelde landen krachtiger, maar neemt ook hier sinds oktober licht af. Bovendien is de wereldwijde PMI voor nieuwe uitvoerorders in februari gedaald naar 49,4, ten opzichte van 50,4 in de voorgaande maand, wat erop wijst dat de groei van de wereldhandel rond de jaarwisseling opnieuw is verzwakt. Over het algemeen wordt verwacht dat de mondiale groei geleidelijk aantrekt, zij het niet overal in gelijke mate. Volgens de door medewerkers van de ECB samengestelde macro-economische projecties van maart 2016 neemt de wereldwijde reële bbp-groei ongerekend het eurogebied slechts zeer geleidelijk toe van 3,1% in 2015 tot 3,2% in 2016, 3,8% in 2017 en 3,9% in De buitenlandse vraag in het eurogebied groeit naar verwachting van 0,4% in 2015 naar 2,2% in 2016, 3,8% in 2017 en 4,1% in Vergeleken met de projecties van december 2015 betekent dit een neerwaartse bijstelling van de verwachtingen voor de mondiale groei, vanwege de tegenvallende vooruitzichten in zowel de ontwikkelde landen als de OME s. De bijstelling van de projecties voor de buitenlandse vraag in het eurogebied zijn globaal in lijn met die voor de wereldhandel. De risicobalans voor de vooruitzichten voor de mondiale bedrijvigheid helt nog steeds over naar neerwaartse zijde, met name in de OME s. Het grootste neerwaartse risico betreft een sterkere groeivertraging in de OME s, met inbegrip van China. Een krapper financieel klimaat en grotere politieke onzekerheid kunnen de macro-economische onevenwichtigheden verder vergroten, waardoor het vertrouwen wordt beschadigd en de groei meer terugvalt dan verwacht. De politieke onzekerheid over de economische transitie in China kan resulteren in wereldwijde financiële volatiliteit. Ook geopolitieke risico s blijven de vooruitzichten drukken. Tot slot zorgen de hardnekkig lage olieprijzen voor een toename van de begrotingsonevenwichtigheden, waardoor in sommige grote olie-exporterende landen problemen ontstaan met de financiële stabiliteit. Mondiale prijsontwikkelingen De mondiale inflatie is in de afgelopen maanden gestegen, maar blijft over het algemeen laag. De twaalfmaands consumptieprijsinflatie in de OESO-landen steeg in januari verder tot 1,2%, ten opzichte van 0,9% in december, vooral door een minder negatieve bijdrage van de energieprijzen (zie Grafiek 4). Hoewel de inflatie daarmee op een laag niveau blijft, is dit een forse stijging ten opzichte van ECB Economisch Bulletin, Nummer 2 / 2016 Economische en monetaire ontwikkelingen 11

12 Grafiek 4 CPI-inflatie (mutaties in procenten op jaarbasis) China Brazilië OESO-landen India Rusland Bronnen: Nationale bronnen en de OESO. Toelichting: De meest recente waarneming betreft januari het laatste kwartaal van 2015 (toen deze gemiddeld op 0,7% lag). Ongerekend voedsel en energie bleef de jaar-op-jaar inflatie in de OESO-landen ten opzichte van de voorgaande maand ongewijzigd op 1,9%, slechts licht boven het niveau van het laatste kwartaal van 2015 (toen deze gemiddeld op 1,8% lag). De energieprijzen daalden in januari voor de zeventiende maand op rij (-5,3% jaar-op-jaar), zij het in een trager tempo. De voedselprijzen bleven globaal onveranderd. Wat de afzonderlijke landen betreft, nam de totale inflatie in Canada, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten toe, maar werd de inflatie in Japan negatief. Wat de belangrijkste niet-oeso-landen betreft, steeg de totale inflatie in China en daalde die in India en Rusland. In Brazilië bleef de jaar-op-jaar inflatie onveranderd in de dubbele cijfers. De olieprijzen daalden in januari tot het laagste peil in twaalf jaar, maar herstelden zich daarna licht. De olieprijzen zijn tussen medio oktober 2015 en eind januari 2016 opnieuw gedaald als gevolg van het overaanbod op de oliemarkt en een zwakkere vraag naar olie. Aan de aanbodzijde werd de neerwaartse dynamiek gevoed door het besluit van de OPEC in december om het huidige productieniveau, dat op recordhoogte staat, te handhaven en door de veerkrachtige productie in de niet-opec-landen. Meer recentelijk zorgden de gesprekken over een overeenkomst tussen OPEC- en niet-opec-landen om de productie te bevriezen op het niveau van januari en de verstoring van de olietoevoer vanuit Irak en Nigeria, voor enig herstel. Vanwege de toegenomen volatiliteit zijn de olieprijzen in februari en begin maart gestegen. Er blijft sprake van overaanbod op de mondiale oliemarkt als gevolg van: (i) de kleine kans dat OPEC- en niet-opec-producenten het eens worden over een gezamenlijke productieverlaging; (ii) de terugkeer van Iran op de mondiale oliemarkt en (iii) de afnemende vraag naar olie. De OPEC-leden blijven recordhoeveelheden olie produceren en ook de productie in niet-opec-landen blijft hoog, waarbij Rusland recordhoeveelheden produceert, hoewel de productie van schalie-olie in de Verenigde Staten een scherpe terugval lijkt door te maken. De OESO-olievoorraden namen verder toe en bereikten aan het einde van het vierde kwartaal van 2015 een recordniveau. De prijzen van grondstoffen exclusief olie zijn sinds eind januari licht gestegen, in navolging van de hogere metaalprijzen. De mondiale inflatie blijft op de middellange termijn naar verwachting zwak. Enerzijds wordt de inflatiedruk op de korte termijn verder getemperd door de lage prijzen van olie en andere grondstoffen. De langzaam kleiner worden output gaps in de ontwikkelde landen en de breder wordende output gaps in een aantal OME s wijzen nog altijd op een wereldwijd overvloedige reservecapaciteit, wat op de middellange termijn naar verwachting neerwaartse druk blijft zetten op de onderliggende mondiale inflatie. Anderzijds wijst de opwaartse helling van de futurescurve voor olie ook op een forse stijging van de olieprijzen op de middellange termijn. ECB Economisch Bulletin, Nummer 2 / 2016 Economische en monetaire ontwikkelingen 12

13 2 Financiële ontwikkelingen Grafiek 5 EONIA-termijnrente (procenten per jaar) 1,75 1,50 1,25 1,00 0,75 0,50 0,25 0,00-0,25-0,50 9 maart december , Bronnen: Thomson Reuters en ECB-berekeningen. De recente maanden werden gekenmerkt door grote volatiliteit op de financiële markten. De prijzen van risicovollere financiële activa zijn vanaf begin december 2015 tot medio februari verder gedaald onder invloed van de zorg over de internationale economische groei en een verdere daling van de olieprijs. Het verloren terrein werd daarna weer enigszins teruggewonnen: de zorgen van beleggers werden wat verzacht door de weer aantrekkende olieprijs, beter dan verwachte economische cijfers uit de Verenigde Staten en de verwachtingen over verdere monetaire stimuleringsmaatregelen in het eurogebied. De aandelenkoersen in het eurogebied zijn gedurende de verslagperiode - dat wil zeggen van 2 december 2015 tot en met 9 maart in het totaal met circa 12% gedaald, na medio februari tijdelijk een daling van meer dan 20% te hebben genoteerd. Beleggers zochten hun heil in veiligere activa, waardoor het rendement op staatsobligaties met een hogere rating ook daalde Van begin december 2015 tot medio februari 2016 droeg de zorg over de mondiale economische groei en een verdere daling van de olieprijs bij aan een scherpe daling van de prijzen voor risicovollere beleggingen, waarna een gedeeltelijke kentering volgde. Onder invloed van de daling van de Chinese aandelenprijzen en de olieprijs nam de zorg over de mondiale groei begin 2016 toe. Ook de negatieve economische indicatoren in het eurogebied en de Verenigde Staten droegen bij aan de neerwaartse herprijzing van financiële activa. Van medio februari tot begin maart veerden de prijzen van de risicovollere activa-categorieën deels weer op dankzij de stijging van de olieprijs, beter dan verwachte economische indicatoren in de Verenigde Staten en de verwachting van verdere monetaire stimuleringsmaatregelen in het eurogebied. Ook de volatiliteit op de aandelenmarkten gaf forse uitslagen te zien. Deze stegen nog verder tot medio februari en namen tegen het einde van de verslagperiode weer wat af. Nadat de Raad van Bestuur in december 2015 had besloten de rente op de depositofaciliteit te verlagen van 0,10% naar -0,30% is de EONIA in de verslagperiode eveneens gedaald. Bevond de EONIA zich voor de renteverlaging van december 2015 tussen de -13 en -15 basispunten, daarna bleef deze binnen een bandbreedte van -22 en -25 basispunten (met uitzondering van een tijdelijke verhoging eind 2015 als gevolg van de gestegen vraag naar liquiditeit. De nadere achtergrond voor de lagere EONIA was de groeiende overliquiditeit in verband met de aankopen in het kader van het uitgebreide programma voor de aankoop van activa. In Kader 3 wordt verder ingegaan op de liquiditeitsverhoudingen en de monetairbeleidstransacties in het eurogebied. De EONIA-termijncurve is aanzienlijk vervlakt doordat de wereldwijde onzekerheid en de verwachtingen over het monetaire beleid het rendement alle segmenten drukte. De EONIAtermijnrente voor de langere termijn leverde in de verslagperiode circa 50 basispunten in, terwijl er in ECB Economisch Bulletin, Nummer 2 / 2016 Economische en monetaire ontwikkelingen 13

14 het korte segment wat kleinere dalingen werden genoteerd. Hierdoor vervlakte de curve verder (zie Grafiek 5). Op het laagste punt op 9 maart stond deze op circa 50 basispunten negatief, een duidelijke indicatie dat er in de markt rekening werd gehouden met een verdere verlaging van de rente op de depositofaciliteit, voorafgaand aan de vergadering van de Raad van Bestuur op 10 maart. Die forse daling van de EONIA-termijnrente kan voor een deel worden verklaard door de verwachting van verdere monetaire stimuleringsmaatregelen door de ECB. De daling werd nog verder versterkt door de groeiende internationale onzekerheid en de daarmee samenhangende verschuiving in de vraag naar veiligere activa, waaronder activa die nauw samenhangen met de EONIA-rente. Grafiek 6 Tienjaars rente op overheidsobligaties in een selectie landen uit het eurogebied (procenten per jaar) eurogebied Duitsland Spanje Frankrijk Italië Portugal 0 jan 15 ma 15 mei 15 jul 15 sep 15 nov 15 jan 16 ma 16 Bronnen: Thomson Reuters en ECB-berekeningen. Toelichting: Onder eurogebied wordt verstaan het bbp-gewogen gemiddelde rendement op tienjaars overheidsobligaties. De meest recente waarneming betreft 9 maart Grafiek 7 Rendementen op bedrijfsobligaties in het eurogebied (procenten per jaar) 2,0 1,5 1,0 financiële vennootschappen niet-financiële vennootschappen 0,5 jan 15 ma 15 mei 15 jul 15 sep 15 nov 15 jan 16 ma 16 Bronnen: iboxx en ECB. Toelichting: De meest recente waarneming betreft 9 maart Het bbp-gewogen gemiddelde van de tienjaars rendementen op staatsobligaties in het eurogebied daalde tussen begin december en 9 maart met 11 basispunten (zie Grafiek 6). In eerste instantie stegen de rendementen op overheidsobligaties in het eurogebied na de vergadering van de Raad van Bestuur van de ECB begin december. Door de toenemende wereldwijde onzekerheid in combinatie met de groeiende marktverwachting van verdere monetaire stimuleringsmaatregelen kwamen de rendementen op staatsobligaties in het eurogebied vanaf begin januari 2016 onder neerwaartse druk. De in december waargenomen stijging werd hiermee meer dan tenietgedaan. Per saldo daalde het bbp-gewogen gemiddelde van tienjaarspapier in het eurogebied in de periode begin december 2015 tot begin maart met 11 basispunten naar 0,9% op 9 maart Er was sprake van enige divergentie tussen de rendementen op staatsobligaties in de diverse landen waarbij landen met een hogere rating forsere dalingen noteerden. Voor het merendeel van de landen met een lagere rating is de obligatierente in diezelfde periode onveranderd gebleven of licht toegenomen. In Portugal werden aanzienlijke schommelingen in het rendement op staatsobligaties genoteerd; de markt daar maakte zich zorgen over de overheidsbegroting en de hervormingsagenda van de pas aangetreden regering. De wereldwijde verkoop van risicovolle activa werkte ook door op de bedrijfsobligaties, waar de ecarts op obligaties met een lagere rating meer stegen dan op die met een hogere rating. Terwijl de rendementsecarts op bedrijfsobligaties groeiden, was het rendement op bedrijfsobligaties zowel bij financiële als niet-financiële ondernemingen volatiel, maar per saldo gedurende de verslagperiode (zie Grafiek 7) vrijwel ongewijzigd, aangezien er tegenover de hogere kredietecarts gemiddeld een dalende risicovrije rente ECB Economisch Bulletin, Nummer 2 / 2016 Economische en monetaire ontwikkelingen 14

15 Grafiek 8 Aandelenindices in het eurogebied en de VS (1 januari 2015 = 100) stond. Bezien vanuit langetermijnperspectief bleef de rente op bedrijfsobligaties erg laag voor zowel financiële als niet-financiële ondernemingen EURO STOXX S&P jan 15 ma 15 mei 15 jul 15 sep 15 nov 15 jan 16 ma 16 Bron: Thomson Reuters. Toelichting: De meest recente waarneming betreft 9 maart Na de substantiële daling tussen begin december en medio februari trokken de aandelenmarkten in het eurogebied tegen het einde van verslagperiode weer aan. Onder invloed van de toenemende wereldwijde onzekerheid daalden de aandelenkoersen in het eurogebied in de periode van begin december tot 11 februari, afgemeten aan de brede EURO STOXX/index, met circa 21% (zie Grafiek 8). Tussen 11 februari en 9 maart 2016 stegen de aandelenkoersen daarentegen weer. Per saldo kwam de daling voor de hele verslagperiode daardoor uit op 12%. Voorafgaand aan dit herstel van de aandelenkoersen waren de bankaandelen in het eurogebied aanzienlijk sterker gedaald dan de markt als geheel door de zorgen over het niveau van de winstgevendheid in de bankensector in combinatie met een aantal land- en bankspecifieke gebeurtenissen. Meer specifiek is de EURO STOXXaandelenkoersindex tussen begin december en medio februari met 35% gedaald. Tegen het einde van de verslagperiode trok deze index weer wat aan, waardoor de totale daling rond de 22% uitkwam. Op de aandelenmarkten in de Verenigde Staten was sprake van vergelijkbare, zij het kleinere schommelingen; de S&P 500-index noteerde per saldo een daling van slechts 4%. De effectieve wisselkoers van de euro is gedurende de verslagperiode van drie maanden aanzienlijk gestegen. De koers van de euro is bij de groeiende mondiale onzekerheid tussen begin december 2015 en medio februari 2016 effectief aanmerkelijk gestegen. Daarna is de munt Grafiek 9 weer licht gedaald, zowel effectief als ten opzichte Veranderingen in de wisselkoers van de euro ten van de Amerikaanse dollar, onder invloed van de opzichte van enkele valuta s (procenten) sinds 2 december 2015 sinds 9 maart 2015 EER-38 Chinese renminbi Amerikaanse dollar Brits pond Zwitserse frank Japanse yen groeiende rendementsecarts van langlopende obligaties in de Verenigde Staten en het eurogebied en de verwachting dat de ECB met verdere monetaire stimuleringsmaatregelen zou komen. Per saldo steeg de euro gedurende de verslagperiode met 3,7%, gewogen op handelsbasis (zie Grafiek 9). Bilateraal is de Europese munt met 3,4% gestegen ten opzichte van Poolse zloty Tsjechische kroon de Amerikaanse dollar. Door de verhoogde onzekerheid Zweedse kroon Russische roebel over het Britse referendum over het lidmaatschap Turkse lira Zuid-Koreaanse won Indonesische roepia Hongaarse forint Deense kroon Roemeense leu Taiwanese dollar Braziliaanse real Indiase roepie Kroatische kuna van de EU stond het pond onder druk; de euro steeg hierdoor met 9,3% in waarde. De euro is verder ook sterk gestegen ten opzichte van de Russische roebel, de Chinese renminbi en de valuta s van de opkomende markteconomieën en grondstoffenexporterende landen. De Japanse yen profiteerde van de hogere volatiliteit Bron: ECB. Toelichting: Mutaties in procenten ten opzichte van 9 maart EER-38 is de nominaal effectieve wisselkoers van de euro ten opzichte van de valuta s van 38 van de belangrijkste handelspartners van het eurogebied. en afnemende risicobereidheid. waardoor de euro 5,4% verloor ten opzichte van de Japanse munt. ECB Economisch Bulletin, Nummer 2 / 2016 Economische en monetaire ontwikkelingen 15

16 3 Economische bedrijvigheid Het economisch herstel in het eurogebied houdt aan, ondanks tekenen die erop wijzen dat de groei aan het begin van het jaar vertraagd is als gevolg van de zwakkere externe omgeving. Kwartaal op kwartaal kwam de reële bbp-groei in het vierde kwartaal van 2015 op 0,3% uit, ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande kwartaal. De jongste enquête-indicatoren wijzen voor het begin van 2016 op een zwakker dan verwachte groeidynamiek. Vooruitblikkend wordt verwacht dat het tempo van het economisch herstel gematigd is. Daarbij zou de binnenlandse vraag verder moeten worden ondersteund door de monetairbeleidsmaatregelen van de ECB en het gunstige effect daarvan op de financiële voorwaarden, de lichtjes expansieve begrotingskoers en het gunstige effect van eerdere structurele hervormingen op de werkgelegenheid. De lage olieprijs zou het reëel beschikbaar inkomen van de huishoudens en de winstgevendheid van de bedrijven - en daarmee ook de particuliere consumptie en de investeringen - extra moeten stimuleren. Het economisch herstel wordt echter nog steeds getemperd door de gematigde groeivooruitzichten in de opkomende economieën, de volatiele financiële markten, de noodzakelijke balansaanpassingen in een aantal sectoren en het trage tempo waarin de structurele hervormingen ten uitvoer worden gelegd. De door ECBmedewerkers opgestelde macro-economische projecties van maart 2016 maken gewag van een voor het eurogebied iets lagere reële bbp-groei, die in 2016 zou uitkomen op 1,4% (neerwaarts herzien van 1,7%), in 2017 op 1,7% (neerwaarts herzien van 1,9%) en in 2018 op 1,8%. Grafiek 10 Reëel bbp in het eurogebied en de samenstelling ervan (mutaties in % op kwartaalbasis en bijdragen in procentpunten op kwartaalbasis) 1 0,5 0-0,5 reële bbp-groei particuliere consumptie overheidsconsumptie bruto-investeringen in vaste activa netto-uitvoer voorraadmutaties Bron: Eurostat. Toelichting: De meest recente waarneming betreft het vierde kwartaal van Het economisch herstel in het eurogebied houdt aan, maar de wereldwijde ontwikkelingen drukken de kortetermijnvooruitzichten. De reële bbpgroei bedroeg in het vierde kwartaal van 2015 op kwartaalbasis 0,3%, ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande kwartaal, met blijvend positieve bijdragen van de particuliere consumptie, zij het in mindere mate dan in het voorgaande kwartaal, een opleving van de investeringen en een aanhoudende toename van de overheidsconsumptie (zie Grafiek 10). 1 Het productieniveau bevond zich daarmee ongeveer 3% boven het recente dieptepunt en slechts 0,2% onder het hoogtepunt van voor de crisis, dat werd bereikt in het eerste kwartaal van Over heel 2015 groeide het reëel bbp met 1,6%, de sterkste toename sedert De vertraging in de opkomende economieën remde gedurende heel 2015 de exportgroei van het eurogebied af en de tegenwind bleef in het laatste kwartaal toenemen. De vertraging in China, de zwakke vraag in Rusland en de recessie in Brazilië 1 In de tweede Eurostat-publicatie van de nationale rekeningen van het eurogebied is de reële bbp-groei voor zowel het eerste als het tweede kwartaal van 2015 met 0,1 procentpunt opwaarts herzien. ECB Economisch Bulletin, Nummer 2 / 2016 Economische en monetaire ontwikkelingen 16

17 Grafiek 11 Totale goederenuitvoer van het eurogebied (mutaties in % op jaarbasis en bijdragen in procentpunten op jaarbasis) totaal Verenigde Staten Azië m.u.v. China China, Rusland, Latijns-Amerika Europa buiten het eurogebied uitvoer binnen het eurogebied overige Bron: Eurostat. Toelichting: De meest recente waarneming betreft het vierde kwartaal van Voor EU-landen is het vierde kwartaal gebaseerd op gegevens voor oktober en november. bleven de goederenexport van het eurogebied hinderen (zie Grafiek 11). Het gevolg daarvan was dat de nettouitvoer in het laatste kwartaal van 2015 een negatieve bijdrage van 0,3 procentpunt leverde aan de reële bbpgroei. Hoewel de vertraging van de vraag in sommige grote opkomende economieën zoals China nadelige effecten had op de bedrijvigheid in het eurogebied, is de impact via het handelskanaal wellicht niet zo groot als wat de traditionele brutohandelscijfers normaliter zouden impliceren. 2 De in de loop van 2015 optredende groeivertraging in de opkomende economieën werd deels gecompenseerd door de sterke binnenlandse vraag in het eurogebied, die de handel binnen dat gebied ondersteunde. Daarnaast was ook de vraag van andere ontwikkelde economieën (in het bijzonder die binnen Europa) relatief groot. In combinatie met het vanaf medio 2014 gunstig wisselkoersverloop van de euro, ondersteunde dat de groei van de uitvoer van het eurogebied, wat voor de exporteurs van het eurogebied leidde tot sterk toenemende exportmarktaandelen. Zowel de uitvoerorders als de stemmingsindicatoren wijzen voor de korte termijn op een tamelijk gematigd verloop van de wereldhandel. Bovendien is de effectieve wisselkoers van de euro tijdens de eerste paar maanden van 2016 geapprecieerd, wat op langere termijn de gunstige invloed van de eerdere depreciatie van de valuta ( ) zal afzwakken. Aangezien de mondiale bedrijvigheid echter geleidelijk opleeft, zal de groei van de uitvoer uit het eurogebied naar verwachting versnellen in overeenstemming met de externe vraag. Grafiek 12 Reële bruto toegevoegde waarde van het eurogebied naar economische activiteit (index: 2008-I = 100) totale bruto toegevoegde waarde diensten bouwnijverheid industrie m.u.v. bouwnijverheid Bron: Eurostat. Toelichting: De meest recente warneming dateert van het vierde kwartaal van Sectorspecifiek beschouwd, heeft de toegevoegde waarde in de diensten het niveau van voor de crisis overschreden, terwijl dat in de industrie en in de bouwnijverheid nog niet het geval is (zie Grafiek 12). Het huidige economische herstel is grotendeels toe te schrijven aan de particuliere consumptie en is daarmee ten goede gekomen aan de dienstensector; de toegevoegde waarde in deze laatste sector ligt momenteel 3% boven het hoogtepunt van voor de crisis. 3 In de industrie (ongerekend de bouwnijverheid) werd de stijging van de toegevoegde waarde in 2015 afgeremd door de zwakke externe omgeving; op dit ogenblik komt deze onder haar piekwaarde van voor de crisis uit. In de bouwnijverheid, die er na de crisis van in een aantal landen 2 Zie het artikel Transmission of output shocks the role of crossborder production chains in dit Economisch Bulletin. 3 Zie ook het Kader Factoren achter de relatief sterke bedrijvigheid in de diensten in het eurogebied in dit Economisch Bulletin. ECB Economisch Bulletin, Nummer 2 / 2016 Economische en monetaire ontwikkelingen 17

Mario Draghi, President van de ECB, Vítor Constâncio, Vice-President van de ECB, Frankfurt am Main, 3 september 2015

Mario Draghi, President van de ECB, Vítor Constâncio, Vice-President van de ECB, Frankfurt am Main, 3 september 2015 Inleidende Verklaring Mario Draghi, President van de ECB, Vítor Constâncio, Vice-President van de ECB, Frankfurt am Main, 3 september 2015 Dames en heren, de Vice-President en ik heten u van harte welkom

Nadere informatie

Voorjaarsprognoses : Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's

Voorjaarsprognoses : Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's IP/11/565 Brussel, 13 mei 2011 Voorjaarsprognoses 2011-2012: Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's Het geleidelijke herstel van de EU-economie zet door, zo blijkt uit de vooruitzichten voor

Nadere informatie

Economisch Bulletin. Nummer 8 / ,5E 7,5E

Economisch Bulletin. Nummer 8 / ,5E 7,5E Economisch Bulletin 30 Nummer 8 / 2015 6E E 3,5E 6E E E 80 100% 53% E 6E 7,5E Inhoud Economische en monetaire ontwikkelingen Overzicht 3 1 Externe omgeving 7 2 Financiële ontwikkelingen 13 3 Economische

Nadere informatie

Economisch Bulletin. Nummer 6 / ,5E 7,5E

Economisch Bulletin. Nummer 6 / ,5E 7,5E Economisch Bulletin 30 Nummer 6 / 2015 6E E 3,5E 6E E E 80 100% 53% E 6E 7,5E Inhoud Economische en monetaire ontwikkelingen Overzicht 3 1 Externe omgeving 7 2 Financiële ontwikkelingen 12 3 Economische

Nadere informatie

Economisch Bulletin Nummer 8 / 2018

Economisch Bulletin Nummer 8 / 2018 Economisch Bulletin Nummer 8 / 2018 Inhoud Economische en monetaire ontwikkelingen 2 Overzicht 2 1 Externe omgeving 6 2 Financiële ontwikkelingen 13 3 Economische bedrijvigheid 18 4 Prijzen en kosten 23

Nadere informatie

Technische aannames betreffende de rente, de wisselkoersen, de grondstoffenprijzen en het begrotingsbeleid

Technische aannames betreffende de rente, de wisselkoersen, de grondstoffenprijzen en het begrotingsbeleid Kader DOOR MEDEWERKERS VAN DE SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED Op basis van de tot en met 18 februari 2011 beschikbare informatie hebben medewerkers van de projecties samengesteld

Nadere informatie

Economisch Bulletin Nummer 8 / 2016

Economisch Bulletin Nummer 8 / 2016 Economisch Bulletin Nummer 8 / 2016 Inhoud Economische en monetaire ontwikkelingen 2 Overzicht 2 1 Externe omgeving 6 2 Financiële ontwikkelingen 12 3 Economische bedrijvigheid 17 4 Prijzen en kosten 23

Nadere informatie

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED Op basis van de tot 20 mei 2008 beschikbare informatie hebben medewerkers van het Eurosysteem projecties

Nadere informatie

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO- ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO- ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO- ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED Op basis van de tot 20 mei 2005 beschikbare informatie hebben medewerkers van het Eurosysteem projecties

Nadere informatie

Economisch Bulletin Nummer 2 / 2017

Economisch Bulletin Nummer 2 / 2017 Economisch Bulletin Nummer 2 / 2017 Inhoud Economische en monetaire ontwikkelingen 2 Overzicht 2 1 Externe omgeving 6 2 Financiële ontwikkelingen 13 3 Economische bedrijvigheid 18 4 Prijzen en kosten 24

Nadere informatie

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM OPGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM OPGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM OPGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED Op basis van de tot 19 mei 2006 beschikbare informatie hebben medewerkers van het Eurosysteem projecties

Nadere informatie

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM OPGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM OPGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM OPGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED Op basis van de tot 24 mei 2007 beschikbare informatie hebben medewerkers van het Eurosysteem projecties

Nadere informatie

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED Op basis van de tot 27 mei 2010 beschikbare informatie hebben medewerkers van het Eurosysteem projecties

Nadere informatie

Economisch Bulletin Nummer 2 / 2018

Economisch Bulletin Nummer 2 / 2018 Economisch Bulletin Nummer 2 / 2018 Inhoud Economische en monetaire ontwikkelingen 2 Overzicht 2 1 Externe omgeving 5 2 Financiële ontwikkelingen 12 3 Economische bedrijvigheid 17 4 Prijzen en kosten 25

Nadere informatie

Technische aannames betreffende de rentes, de wisselkoersen, de grondstoffenprijzen en het begrotingsbeleid

Technische aannames betreffende de rentes, de wisselkoersen, de grondstoffenprijzen en het begrotingsbeleid Kader DOOR MEDEWERKERS VAN DE SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED Op basis van de tot 19 februari 2010 beschikbare informatie hebben medewerkers van de projecties samengesteld

Nadere informatie

Economisch Bulletin Nummer 8 / 2017

Economisch Bulletin Nummer 8 / 2017 Economisch Bulletin Nummer 8 / 2017 Inhoud Economische en monetaire ontwikkelingen 2 Overzicht 2 1 Externe omgeving 5 2 Financiële ontwikkelingen 12 3 Economische bedrijvigheid 18 4 Prijzen en kosten 24

Nadere informatie

Door staf van het Eurosysteem samengestelde macro-economische projecties voor het eurogebied

Door staf van het Eurosysteem samengestelde macro-economische projecties voor het eurogebied Door staf van het Eurosysteem samengestelde macro-economische projecties voor het eurogebied Op basis van de tot 20 november 2004 beschikbare informatie hebben stafleden van het Eurosysteem projecties

Nadere informatie

Voorjaarsprognoses 2013: EU-economie herstelt langzaam van een aanhoudende recessie

Voorjaarsprognoses 2013: EU-economie herstelt langzaam van een aanhoudende recessie EUROPESE COMMISSIE PERSBERICHT Brussel, 3 mei 2013 Voorjaarsprognoses 2013: EU-economie herstelt langzaam van een aanhoudende recessie Na in 2012 in een recessie te hebben verkeerd, zal de EU-economie

Nadere informatie

Technische aannames betreffende de rente, de wisselkoersen, de grondstoffenprijzen en het begrotingsbeleid

Technische aannames betreffende de rente, de wisselkoersen, de grondstoffenprijzen en het begrotingsbeleid Kader DOOR MEDEWERKERS VAN DE SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED Op basis van de tot 20 augustus 2010 beschikbare informatie hebben medewerkers van de projecties samengesteld

Nadere informatie

Economisch Bulletin. Nummer 4 / 2015 3,5E 7,5E

Economisch Bulletin. Nummer 4 / 2015 3,5E 7,5E 3 6E E 3,5E 6E E E 8 1% 53% E 6E 7,5E Europese Centrale Bank, 215 Postadres 664 Frankfurt am Main Duitsland Telefoon +49 69 1344 Website: www.ecb.europa.eu Dit is tot stand gekomen onder de verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Inleiding Lorette Ford De economische ontwikkeling van een land kan door middel van drie belangrijke economische indicatoren

Nadere informatie

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED Op basis van de tot 19 november 2010 beschikbare informatie hebben medewerkers van het Eurosysteem projecties

Nadere informatie

Door staf van het Eurosysteem samengestelde macro-economische projecties voor het eurogebied

Door staf van het Eurosysteem samengestelde macro-economische projecties voor het eurogebied Door staf van het Eurosysteem samengestelde macro-economische projecties voor het eurogebied Op basis van de tot 17 mei 2004 beschikbare informatie hebben stafleden van het Eurosysteem projecties opgesteld

Nadere informatie

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED Op basis van de tot 24 mei 2011 beschikbare informatie hebben medewerkers van het Eurosysteem projecties

Nadere informatie

Technische aannames betreffende de rente, de wisselkoersen, de grondstoffenprijzen en het begrotingsbeleid

Technische aannames betreffende de rente, de wisselkoersen, de grondstoffenprijzen en het begrotingsbeleid Kader DOOR MEDEWERKERS VAN DE SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED Op basis van de tot en met 22 februari 2013 beschikbare informatie hebben medewerkers van de projecties samengesteld

Nadere informatie

Internationale varkensvleesmarkt 2012-2013

Internationale varkensvleesmarkt 2012-2013 Internationale varkensvleesmarkt 212-213 In december 212 vond de jaarlijkse conferentie van de GIRA Meat Club plaats. GIRA is een marktonderzoeksbureau, dat aan het einde van elk jaar een inschatting maakt

Nadere informatie

Technische aannames betreffende de rente, de wisselkoersen, de grondstoffenprijzen en het begrotingsbeleid

Technische aannames betreffende de rente, de wisselkoersen, de grondstoffenprijzen en het begrotingsbeleid Kader DOOR MEDEWERKERS VAN DE SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED Op basis van de tot en met 25 augustus 2011 beschikbare informatie hebben medewerkers van de projecties samengesteld

Nadere informatie

Oktober 2015. Macro & Markten. 1. Rente en conjunctuur :

Oktober 2015. Macro & Markten. 1. Rente en conjunctuur : Oktober 2015 Macro & Markten 1. Rente en conjunctuur : VS Zoals al aangegeven in ons vorig bulletin heeft de Amerikaanse centrale bank FED de beleidsrente niet verhoogd. Maar goed ook, want naderhand werden

Nadere informatie

Projecties betreffende het internationale klimaat. Projecties voor de reële bbp-groei

Projecties betreffende het internationale klimaat. Projecties voor de reële bbp-groei Kader DOOR MEDEWERKERS VAN DE SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED Op basis van de tot 23 augustus 2013 beschikbare informatie, hebben medewerkers van de projecties samengesteld

Nadere informatie

Economisch Bulletin Nummer 4 / 2016

Economisch Bulletin Nummer 4 / 2016 Economisch Bulletin Nummer 4 / 2016 Inhoud Economische en monetaire ontwikkelingen 2 Overzicht 2 1 Externe omgeving 6 2 Financiële ontwikkelingen 12 3 Economische bedrijvigheid 16 4 Prijzen en kosten 21

Nadere informatie

Economische voorjaarsprognoses 2015: herstel wint aan kracht dankzij economische rugwind

Economische voorjaarsprognoses 2015: herstel wint aan kracht dankzij economische rugwind Europese Commissie - Persbericht Economische voorjaarsprognoses 2015: herstel wint aan kracht dankzij economische rugwind Brussel, 05 mei 2015 De economie in de Europese Unie profiteert dit jaar van een

Nadere informatie

Hoe (slecht) gaat het met de conjunctuur? Edwin De Boeck Fedustria 13 oktober 2011

Hoe (slecht) gaat het met de conjunctuur? Edwin De Boeck Fedustria 13 oktober 2011 Hoe (slecht) gaat het met de conjunctuur? Edwin De Boeck Fedustria 3 oktober Grote Recessie was geen Grote Depressie Wereldhandel Aandelenmarkt 9 8 7 8 VS - S&P-5 vergelijking met crash 99 Wereld industriële

Nadere informatie

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED Op basis van de tot 25 november 2011 beschikbare informatie hebben medewerkers van het Eurosysteem projecties

Nadere informatie

Perscommuniqué. Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de Belgische economie

Perscommuniqué. Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de Belgische economie Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten Perscommuniqué Brussel, 15 september 2000 Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de

Nadere informatie

Internationale Economie. Doorzettend, maar mager groeiherstel, veel neerwaartse risico s

Internationale Economie. Doorzettend, maar mager groeiherstel, veel neerwaartse risico s Internationale Economie Doorzettend, maar mager groeiherstel, veel neerwaartse risico s Wim Boonstra, 27 november 2014 Basisscenario: Magere groei wereldeconomie, neerwaartse risico s De wereldeconomie

Nadere informatie

Het waren weekjes weer wel: 38 en 39

Het waren weekjes weer wel: 38 en 39 aug. okt. dec. feb. april juni aug. aug. okt. dec. feb. april juni aug. aug. okt. dec. feb. april juni aug. Het waren weekjes weer wel: 38 en 39. De nieuwe macrocijfers.5..5. -.5 -. -.5 -. -.5 % -.6 -.6.

Nadere informatie

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED Op basis van de tot 20 november 2008 beschikbare informatie hebben medewerkers van het Eurosysteem projecties

Nadere informatie

Kredietverlening aan Nederlandse bedrijven loopt terug

Kredietverlening aan Nederlandse bedrijven loopt terug Het Nederlandse bedrijfsleven is in sterke mate afhankelijk van bancaire kredietverlening. De groei van de zakelijke kredietverlening is in de tweede helft van 28 vertraagd. Dit hangt grotendeels samen

Nadere informatie

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED Op basis van de tot en met 24 mei 2012 beschikbare informatie hebben medewerkers van het Eurosysteem

Nadere informatie

maandbericht In 2014 verschijnt in alle publicaties van de ECB een motief van het bankbiljet van EUR 20

maandbericht In 2014 verschijnt in alle publicaties van de ECB een motief van het bankbiljet van EUR 20 E U R O P E S E C E N T R A L E B A N K E U R O S Y S T E E M maandbericht d e c EMBER 2 1 4 In 214 verschijnt in alle publicaties van de een motief van het bankbiljet van EUR 2 Europese Centrale Bank,

Nadere informatie

CRB CCR SR/LVN Conclusies van de sociale gesprekspartners op basis van de documentatienota Macro economische context

CRB CCR SR/LVN Conclusies van de sociale gesprekspartners op basis van de documentatienota Macro economische context CRB 2016-0510 SR/LVN 03.02.2016 Conclusies van de sociale gesprekspartners op basis van de documentatienota Macro economische context 2 CRB 2016-0510 Overzicht groei sinds 1996 Onder invloed van de conjuncturele

Nadere informatie

Economisch Bulletin Nummer 4 / 2017

Economisch Bulletin Nummer 4 / 2017 Economisch Bulletin Nummer 4 / 2017 Inhoud Economische en monetaire ontwikkelingen 2 Overzicht 2 1 Externe omgeving 5 2 Financiële ontwikkelingen 11 3 Economische bedrijvigheid 16 4 Prijzen en kosten 23

Nadere informatie

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België Financieel Forum Gent - 26 februari 2015 Jan Smets A. De stand van zaken 1. De (lange)

Nadere informatie

september MARKTCOMMENTAAR

september MARKTCOMMENTAAR september 2016 MARKTCOMMENTAAR INHOUDSOPGAVE INLEIDING Over het algemeen leidt het kleine aantal transacties tijdens de zomermaanden tot een grotere prijsvolatiliteit. Uitgezonderd enkele bewegingen die

Nadere informatie

Nederlandse economie in zicht

Nederlandse economie in zicht Nederlandse economie in zicht Groei boven 2% Economisch Bureau Nederland 2 juni 2015 Groei versnelt tot meer dan 2% in 2015 en 2016 De Nederlandse economie heeft de laatste twee kwartalen een behoorlijke

Nadere informatie

Economische najaarsprognoses 2013: geleidelijk herstel, externe risico's

Economische najaarsprognoses 2013: geleidelijk herstel, externe risico's EUROPESE COMMISSIE PERSBERICHT Brussel, 5 november 2013 Economische najaarsprognoses 2013: geleidelijk herstel, externe risico's In de afgelopen maanden zijn er een aantal bemoedigende signalen geweest

Nadere informatie

De gegevens van Hewitt Associates zijn: Hewitt Associates Outsourcing B.V. Beukenlaan 143 Postbus 80040 5600 JP Eindhoven

De gegevens van Hewitt Associates zijn: Hewitt Associates Outsourcing B.V. Beukenlaan 143 Postbus 80040 5600 JP Eindhoven Philips Pensioenfonds heeft de uitvoering van het Philips flex pensioen uitbesteed aan Hewitt Associates Outsourcing B.V. U kunt bij Hewitt Associates terecht met al uw pensioenvragen. De gegevens van

Nadere informatie

Outlook 2016. Figuur 1: Invloed van Chinese groei op wereldwijde groei. (bron: Capital Economics) december 2015 Pagina 2 van 7

Outlook 2016. Figuur 1: Invloed van Chinese groei op wereldwijde groei. (bron: Capital Economics) december 2015 Pagina 2 van 7 Outlook 2016 Inleiding 2016 is in China het jaar van de aap. Apen zijn de genieën van de Chinese dierenriem. Ze leven in groepen, zijn intelligent en geestig. Niets is voor hen te moeilijk. Als het wel

Nadere informatie

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België Financieel Forum West-Vlaanderen Kortrijk - 24 februari 2015 Jan Smets A. De stand van

Nadere informatie

Licht op energie (2013 - november)

Licht op energie (2013 - november) PMI index Licht op energie (2013 - november) Macro-economische ontwikkelingen De indicator van Markit voor economische bedrijvigheid in de Eurozone ligt sinds enkele maanden net boven de 50 punten. In

Nadere informatie

Nederlandse economie in zicht

Nederlandse economie in zicht Nederlandse economie in zicht Vooruitzichten 6-7 Economisch Bureau Nederland december Nederlandse economie: groei houdt aan De Nederlandse economie groeide in met ongeveer % - tweemaal zoveel als in 4.

Nadere informatie

Driemaandelijkse beslissing van de Nationale Bank van België inzake het contracyclische bufferpercentage (1 januari 2016): 0 %

Driemaandelijkse beslissing van de Nationale Bank van België inzake het contracyclische bufferpercentage (1 januari 2016): 0 % Driemaandelijkse beslissing van de Nationale Bank van België inzake het contracyclische bufferpercentage (1 januari 2016): 0 % Krachtens artikel 5, 2 van Bijlage IV van de Bankwet heeft de Nationale Bank

Nadere informatie

Winstgroei en buffers ondersteunen investerings herstel

Winstgroei en buffers ondersteunen investerings herstel Na de snelle daling van de bedrijfswinsten door de kredietcrisis, is er recentelijk weer sprake van winstherstel. De crisis heeft echter geen gat geslagen in de grote financiële buffers van bedrijven.

Nadere informatie

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED Op basis van de tot 22 mei 2009 beschikbare informatie hebben medewerkers van het Eurosysteem projecties

Nadere informatie

Datum : 4 december 2003 Aan : De Minister van Economische Zaken

Datum : 4 december 2003 Aan : De Minister van Economische Zaken CPB Notitie Datum : december Aan : De Minister van Economische Zaken Economierapportage december De wereldeconomie is het afgelopen kwartaal sterk opgeveerd en de verwachting is dat het herstel zal doorzetten.

Nadere informatie

De macro-economische vooruitzichten voor de wereldeconomie: evenwichtige groei in Europa, terugval in de Verenigde Staten en Japan

De macro-economische vooruitzichten voor de wereldeconomie: evenwichtige groei in Europa, terugval in de Verenigde Staten en Japan Economie en onderneming De macro-economische vooruitzichten 2006-2012 voor de wereldeconomie: evenwichtige groei in Europa, terugval in de Verenigde Staten en Japan Meyermans, E. & Van Brusselen, P. (2006).

Nadere informatie

De economische groei bedraagt 0,5 % in het eerste kwartaal van 2017

De economische groei bedraagt 0,5 % in het eerste kwartaal van 2017 Instituut voor de nationale rekeningen PERSCOMMUNIQUÉ 28-4-2017 Links: Publicatie NBB.Stat Algemene informatie De economische groei bedraagt 0,5 % in het eerste kwartaal van 2017 Over het hele jaar 2016

Nadere informatie

Emerging markets monitor

Emerging markets monitor Gedaan met de rust In het vorige Kwartaalbericht belichtten we reeds de problematiek rond inflatie. Veel landen staan voor het vraagstuk hoe ze de inflatie in toom kunnen houden zonder de economische groei

Nadere informatie

De economische groei bedroeg 0,2 % in het eerste kwartaal van Over het hele jaar 2018 nam het bbp met 1,4 % toe

De economische groei bedroeg 0,2 % in het eerste kwartaal van Over het hele jaar 2018 nam het bbp met 1,4 % toe Instituut voor de nationale rekeningen PERSCOMMUNIQUÉ 2019-04-29 Links: Publicatie NBB.Stat Algemene informatie De economische groei bedroeg 0,2 % in het eerste kwartaal van 2019 Over het hele jaar 2018

Nadere informatie

Voorjaarsprognose : naar een licht herstel

Voorjaarsprognose : naar een licht herstel EUROPESE COMMISSIE - PERSBERICHT Voorjaarsprognose 2012-13: naar een licht herstel Brussel, 11 mei 2012 Na de productiekrimp eind 2011 wordt de EU-economie nu geacht in een milde recessie te verkeren.

Nadere informatie

De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van Over het hele jaar 2017 neemt het bbp met 1,7 % toe

De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van Over het hele jaar 2017 neemt het bbp met 1,7 % toe Instituut voor de nationale rekeningen PERSCOMMUNIQUÉ 2018-04-27 Links: Publicatie NBB.Stat Algemene informatie De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van 2018 Over het hele jaar 2017

Nadere informatie

De economische groei bedraagt 0,2 % in het eerste kwartaal van 2016

De economische groei bedraagt 0,2 % in het eerste kwartaal van 2016 Instituut voor de nationale rekeningen PERSCOMMUNIQUÉ 28-4-2016 Links: Publicatie NBB.Stat Algemene informatie De economische groei bedraagt 0,2 % in het eerste kwartaal van 2016 Over het hele jaar 2015

Nadere informatie

Van Lieshout & Partners Nieuwsbrief 3 e kwartaal Bron: Reuters

Van Lieshout & Partners Nieuwsbrief 3 e kwartaal Bron: Reuters In onze eerste nieuwsbrief nieuwe stijl willen wij terugblikken op het afgelopen kwartaal, lichten wij ons beleggingsbeleid nader toe en uiteraard geven wij onze visie op de financiële markten. Terugblik

Nadere informatie

Blijvende onrust op de beurs: hoe nu verder?

Blijvende onrust op de beurs: hoe nu verder? Blijvende onrust op de beurs: hoe nu verder? Zoals u waarschijnlijk weet, is de beurs nog steeds bijzonder nerveus en vooral negatief. De directe aanleiding is de tegenvallende groei in China waar wij

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal 2014-1 oktober 2014 t/m 31 december 2014

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal 2014-1 oktober 2014 t/m 31 december 2014 Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Vierde kwartaal 2014-1 oktober 2014 t/m 31 december 2014 Samenvatting: dalende euro en dalende rente Nominale dekkingsgraad gedaald van 117,4% naar 115,1%

Nadere informatie

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het derde kwartaal gestegen van 16.893 miljoen naar 17.810 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013).

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het derde kwartaal gestegen van 16.893 miljoen naar 17.810 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013). Kwartaalbericht 2014 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 30 september 2014 130,4%, een toename van 0,9%-punt ten opzichte van 30 juni 2014. Over de eerste negen maanden steeg de marktwaardedekkingsgraad

Nadere informatie

Technische aannames betreffende rentes, wisselkoersen, grondstoffenprijzen en begrotingsbeleid

Technische aannames betreffende rentes, wisselkoersen, grondstoffenprijzen en begrotingsbeleid Kader DOOR MEDEWERKERS VAN DE SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED Op basis van de tot en met 23 februari 2012 beschikbare informatie hebben medewerkers van de projecties samengesteld

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2016 t/m 31 maart Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2016 t/m 31 maart Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Eerste kwartaal 2016-1 januari 2016 t/m 31 maart 2016 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gedaald van 106,3% naar 98,1%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

Factsheet 1 WAAROM EEN INVESTERINGSPLAN VOOR DE EU?

Factsheet 1 WAAROM EEN INVESTERINGSPLAN VOOR DE EU? Factsheet 1 WAAROM EEN INVESTERINGSPLAN VOOR DE EU? Als gevolg van de wereldwijde economische en financiële crisis heeft de EU met een laag investeringsniveau te kampen. Alleen met gezamenlijke gecoördineerde

Nadere informatie

Economisch Kwartaalbericht Westen gaat weer meer bijdragen aan groei van de wereldeconomie

Economisch Kwartaalbericht Westen gaat weer meer bijdragen aan groei van de wereldeconomie Economisch Kwartaalbericht Westen gaat weer meer bijdragen aan groei van de wereldeconomie Kennis en Economisch Onderzoek Focus: Turkse economie onder druk In december 2013 heeft de Turkse lira een duikvlucht

Nadere informatie

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED 1

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED 1 DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED 1 Op grond van de op 22 mei 2013 beschikbare informatie hebben medewerkers van het Eurosysteem projecties

Nadere informatie

Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken

Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken De Nederlandse bancaire vorderingen 1 op het buitenland zijn onder invloed van de economische crisis en het uiteenvallen van ABN AMRO tussen

Nadere informatie

Vraag & antwoord Beurscorrectie

Vraag & antwoord Beurscorrectie ING Investment Office Publicatiedatum: 29 september 2015 (update van 2 september) Vraag & antwoord Beurscorrectie Beleggers beducht voor groeivertraging China September begon met een wereldwijde daling

Nadere informatie

Voorbeeldcasussen workshop DELFI-tool t.b.v. de LWEO Conferentie 2016. Auteurs: Íde Kearney en Robert Vermeulen

Voorbeeldcasussen workshop DELFI-tool t.b.v. de LWEO Conferentie 2016. Auteurs: Íde Kearney en Robert Vermeulen Voorbeeldcasussen workshop DELFI-tool t.b.v. de LWEO Conferentie 2016. Auteurs: Íde Kearney en Robert Vermeulen De voorbeelden in de casussen zijn verzonnen door de auteurs en komen niet noodzakelijkerwijs

Nadere informatie

AEGON Equity Fund. vierde kwartaal 2006

AEGON Equity Fund. vierde kwartaal 2006 Profiel Het AEGON Equity Fund is een besloten fonds voor gemene rekening, waarin verzekeringsrelaties van AEGON kunnen participeren. Het AEGON Equity Fund belegt wereldwijd in aandelen met de nadruk op

Nadere informatie

Datum : 2 april 2002 Aan : De Minister van Economische Zaken

Datum : 2 april 2002 Aan : De Minister van Economische Zaken CPB Notitie Datum : 2 april 2002 Aan : De Minister van Economische Zaken Economierapportage april 2002 1 De internationale conjunctuur lijkt door het dieptepunt heen. In de Verenigde Staten en Zuidoost-Azië

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2016 t/m 31 december Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2016 t/m 31 december Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Vierde kwartaal 2016-1 oktober 2016 t/m 31 december 2016 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 98,8% naar 105,7%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2017-1 juli 2017 t/m 30 september 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad eind september 2017 is 117,8% en is gestegen ten opzichte

Nadere informatie

Economische visie op 2015

Economische visie op 2015 //5 Economische visie op 5 Nieuwjaarsbijeenkomst VNO-NCW regio Zwolle Björn Giesbergen januari 5 Inhoud Visie op 5 Europa: toekomstige koploper of eeuwige achterblijver? (conjunctuur/financiële markten)

Nadere informatie

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED Op grond van de op 23 november 2012 beschikbare informatie hebben medewerkers van het Eurosysteem projecties

Nadere informatie

2009 uitzonderlijk slecht economisch jaar voor Nederland

2009 uitzonderlijk slecht economisch jaar voor Nederland 2009 uitzonderlijk slecht economisch jaar voor Nederland 02 Krimp mondiale economie in 2009 Aziatische landen als eerste uit het dal Economie eurozone krimpt nog sterker dan wereldeconomie Krimp in 2009

Nadere informatie

Informatie over beleggingen in de prepensioneringsregeling

Informatie over beleggingen in de prepensioneringsregeling Informatie over beleggingen in de prepensioneringsregeling Heeft u vragen over dit beleggingsverslag of over de prepensioneringsregeling? Neemt u dan gerust contact op met onze Klantenservice. De contactgegevens

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Eerste kwartaal 2017-1 januari 2017 t/m 31 maart 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 105,7% naar 110,5%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

BEHEERSVERSLAG TRANSPARANTINVEST 4/3/2015. Macro & Markten, strategie. 1. Rente en conjunctuur : EUROPA

BEHEERSVERSLAG TRANSPARANTINVEST 4/3/2015. Macro & Markten, strategie. 1. Rente en conjunctuur : EUROPA BEHEERSVERSLAG TRANSPARANTINVEST 4/3/15 Macro & Markten, strategie 1. Rente en conjunctuur : EUROPA De Europese rentevoeten zijn historisch laag, zowel op het korte als op het lange einde, en geven de

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inkomen huishoudens gecorrigeerd voor inflatie licht gedaald. Meer inkomen uit vermogen en pensioen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inkomen huishoudens gecorrigeerd voor inflatie licht gedaald. Meer inkomen uit vermogen en pensioen Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB06-074 13 juli 2006 9.30 uur Uitgaven huishoudens hoger dan inkomsten De Nederlandse economie is in 2005 met 1,5 procent gegroeid. Het voor inflatie gecorrigeerde

Nadere informatie

Internationale vorderingen Nederlandse banken onder druk

Internationale vorderingen Nederlandse banken onder druk Internationale vorderingen Nederlandse banken onder druk De vorderingen van Nederlandse banken op het buitenland zijn onder invloed van de financiële crisis en de splitsing van ABN AMRO in 2007 en 2008

Nadere informatie

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin maart 2009

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin maart 2009 9 De Nederlandsche Bank Statistisch Bulletin maart 29 Financiering via kapitaalmarkt moeilijker en duurder geworden Nederlandse ingezetenen hadden eind 28 voor het eerst meer dan eur 1. miljard aan schuldpapier

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2015 t/m 31 december Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2015 t/m 31 december Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Vierde kwartaal 2015-1 oktober 2015 t/m 31 december 2015 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 103,7% naar 106,3%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

EUROPESE CENTRALE BANK EUROSYSTEEM. Economisch Bulletin. Nummer 2 / ,5E 7,5E

EUROPESE CENTRALE BANK EUROSYSTEEM. Economisch Bulletin. Nummer 2 / ,5E 7,5E EUROPESE CENTRALE BANK EUROSYSTEEM Economisch Bulletin 3 6E E 3,5E 6E E E 8 1% 53% E 6E 7,5E Europese Centrale Bank, 215 Postadres 664 Frankfurt am Main Duitsland Telefoon +49 69 1344 Website: www.ecb.europa.eu

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Vooral opwaartse bijstelling overheidsconsumptie. Kwartaal-op-kwartaalgroei 0,6 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Vooral opwaartse bijstelling overheidsconsumptie. Kwartaal-op-kwartaalgroei 0,6 procent Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB05-144 21 december 2005 9.30 uur Groei economie derde kwartaal 2005 hoger dan eerder geraamd De Nederlandse economie is in het derde kwartaal van 2005 met

Nadere informatie

Persbericht. Economie groeit 0,9 procent in eerste kwartaal Centraal Bureau voor de Statistiek. Kwartaal-op-kwartaalgroei aangetrokken

Persbericht. Economie groeit 0,9 procent in eerste kwartaal Centraal Bureau voor de Statistiek. Kwartaal-op-kwartaalgroei aangetrokken Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB04-103 1 juli 2004 9.30 uur Economie groeit 0,9 procent in eerste kwartaal 2004 De Nederlandse economie is in het eerste kwartaal van 2004 met 0,9 procent

Nadere informatie

Grafiek 1: Evolutie van de voornaamste aandelenindices in de VS, Eurozone, China en de groeilanden in vergelijking met de evolutie van de goudprijs.

Grafiek 1: Evolutie van de voornaamste aandelenindices in de VS, Eurozone, China en de groeilanden in vergelijking met de evolutie van de goudprijs. BEHEERSVERSLAG 31/3/2015 Macro & Markten, strategie Na de forse klim van de aandelenmarkten in 2014 zetten vooral de Zuidoost Aziatische en Europese aandelenmarkten deze trend in 2015 verder. Meer en meer

Nadere informatie

Van Lieshout & Partners Nieuwsbrief 1 e kwartaal 2019

Van Lieshout & Partners Nieuwsbrief 1 e kwartaal 2019 In deze nieuwsbrief blikken wij terug op het afgelopen jaar, lichten wij ons beleggingsbeleid nader toe en presenteren wij onze visie op de financiële markten voor de komende periode. Terugblik 2018 Voordat

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal 2014-1 januari 2014 t/m 31 maart 2014. Samenvatting: stijgende aandelen

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal 2014-1 januari 2014 t/m 31 maart 2014. Samenvatting: stijgende aandelen Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Eerste kwartaal 2014-1 januari 2014 t/m 31 maart 2014 Samenvatting: stijgende aandelen Nominale dekkingsgraad gestegen van 123,0% naar 123,6% Reële dekkingsgraad

Nadere informatie

Economie in 2015 Kans of kater?

Economie in 2015 Kans of kater? Economie in 2015 Kans of kater? Nico Klene Economisch Bureau Doorwerth 6 november 2014 Wat verwacht ú: - kans? - kater? 2 Opbouw - Buitenland: mondiale groei houdt aan - Nederland 3 VS: groei weer omhoog

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal 2017-1 januari 2017 t/m 31 maart 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad eind maart 2017 is 112,6% en is gestegen ten opzichte

Nadere informatie

Datum : 3 juli 2003 Aan : De Minister van Economische Zaken

Datum : 3 juli 2003 Aan : De Minister van Economische Zaken CPB Notitie Datum : juli Aan : De Minister van Economische Zaken Economierapportage juli De Nederlandse economie blijft ondermaats presteren. Na de oorlog in Irak zijn de internationale spanningen afgenomen

Nadere informatie

Communiqué. Verloop van de Belgische uitvoermarkten

Communiqué. Verloop van de Belgische uitvoermarkten INSTITUT DES COMPTES NATIONAUX INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN BUREAU FÉDÉRAL DU PLAN FEDERAAL PLANBUREAU Communiqué 20.06.2003 Economische Begroting 2004 Overeenkomstig de wet van 21 december 1994

Nadere informatie

ECONOMIE IN TIJDEN VAN MONETAIR EXPANSIEVE POLITIEK

ECONOMIE IN TIJDEN VAN MONETAIR EXPANSIEVE POLITIEK ECONOMIE IN TIJDEN VAN MONETAIR EXPANSIEVE POLITIEK Geert Gielens, Ph.D. hoofdeconoom 19 mei 2015 Agenda Het verschil met vorig jaar De euro zone De VS De ECB & haar beleid Besluit 2 Het verschil met vorig

Nadere informatie