2006. Nr. : Dnst. : BOWO. Verordening Winkeltijden Leiden Leiden, 14 februari 2006.

Transcriptie

1 Nr. : Dnst. : BOWO Verordening Winkeltijden Leiden Leiden, 14 februari Op 1 juni 1996 is de huidige winkeltijdenwet in werking getreden. In vergelijking met de winkelsluitingswet 1976 behelsde deze wet een aanzienlijke verruiming van de openingstijden voor winkels. De hoofdregels zijn: Winkels mogen van maandag tot en met zaterdag open van tot uur; Er is een verbod winkels voor publiek geopend te hebben: a. Op zondag; b. Op Nieuwjaarsdag, op Goede Vrijdag na uur, op Tweede Paasdag, op Hemelvaartsdag, op Tweede Pinksterdag, op 24 december na uur, op Eerste en Tweede Kerstdag en op 4 mei na uur. De gemeenteraad kan voorts voor maximaal 12 dagen per kalenderjaar vrijstelling verlenen voor de zon en of feestdagen. In artikel 3, derde lid onder a van de Winkeltijdenwet is bepaald dat de gemeenteraad bij verordening vrijstelling kan verlenen voor de zon en feestdagen op de betrokken gemeente of een deel daarvan gericht toerisme, mits de aantrekkingskracht voor dat toerisme geheel of nagenoeg geheel is gelegen buiten de verkoopactiviteiten die door de vrijstelling tot ontheffing mogelijk worden gemaakt. Daarnaast biedt het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet (KB van 27 maart 1996, staatsblad 208) nog talloze algehele vrijstellingen voor de zon- en feestdagen voor speciale winkels zoals: Apotheken (artikel 2), Winkels in zieken en verpleeghuizen, bloemen en plantenwinkels en verkooppunten voor kranten binnen een straal van 250 meter van zieken of verpleeghuizen (artikel 3); Winkels in stations van de Nederlandse Spoorwegen (artikel 4) Winkels op luchthavens (artikel 5) Winkels bij benzinestations (artikel 6) Winkels bij wegrestaurants (artikel 7) Winkels waar uitsluitend of hoofdzakelijk nieuwsbladen en of tijdschriften plenge te worden verkocht (artikel 9) Winkels bij musea, snackbars en videotheken (artikel 10) Bloemenwinkels bij begraafplaatsen (artikel 13) Winkels in bejaardenoorden (artikel 16) of bij bepaalde religieuze gelegenheden zoals: De Eerste Heilige Communie voor fotowinkels (artikel 17) De zondagen die samenvallen met Allerheiligen op 1 november en Allerzielen op 2 november voor bloemen en plantenwinkels (artikel 18) De Ramadan voor winkels waar brood en gebak wordt verkocht dat in het bijzonder bestemd is voor hen die de ramadan vieren (artikel 19) De Carnaval, voor winkels die feestartikelen verkopen op de zondagen vanaf uur. Bij de vaststelling van de verordening winkeltijden Leiden in 1997 (raadsbesluit van 11 februari 1997 nr ) is besloten om het gebied binnen de singels en het stationsgebied aan te merken als toeristisch gebied.

2 In dit gebied is het derhalve al ruim 8 jaar toegestaan om op zon- en feestdagen open te zijn. De praktijk leert dat slechts een beperkt aantal winkels van deze mogelijkheid gebruik maken. In de huidige situatie zijn met name de in het centrum of stationsgebied liggende supermarkten Albert Heijn, Hoogvliet en Super de Boer geopend. Een kleine maar toenemende groep andere ondernemers (bijvoorbeeld Bakker Ak Al, Velvet CD winkel, Kaas mode, parketwinkel De Lepelaar) maakt ook gebruik van deze mogelijkheid. De overige winkels in het centrum die op zondag open gaan hebben afgesproken dit op de laatste zondag van elke maand te doen, met wat extra zondagen in de Kerstperiode. Het afgelopen jaar stimuleert vooral het centrummanagement dat meer winkels in het centrum op zondag open zijn, dit wordt ook ondersteund met een promotiecampagne en af en toe ook extra activiteiten op de zondag, zoals bijvoorbeeld het fashion event en de 2 keer per jaar gehouden stoffenmarkt. Zeer recent is in opdracht van het centrummanagement een onderzoek gedaan onder inwoners van Leiden en ondernemers in het centrum over de beleving van de koopzondag. Enkele interessante onderzoeksresultaten zijn: 286 winkeliers zijn op de met elkaar afgesproken koopzondag geopend; 42 winkeliers zijn geopend op de feestzondagen; 182 winkeliers zijn gesloten op de koopzondag. 70% van de inwoners van Leiden zegt de koopzondag te bezoeken, gemiddeld bezoekt men 3,3 keer per jaar in Leiden de koopzondag. Van de ondervraagden die de Leidse koopzondagen niet bezoeken geeft 5% aan dit vanuit geloofsovertuiging niet te doen, een belangrijke andere reden is dat men een andere invulling van de vrije tijd heeft (12%) Daarnaast bezoeken inwoners van Leiden vooral ook Den Haag, Amsterdam, Noordwijk en Rotterdam (in deze steden zijn de winkels meer dan in Leiden iedere zondag open) De gemiddelde uitgave per bezoeker op een koopzondag bedraagt 42,00 65% van de ondervraagden geeft aan dat men op andere dagen niet minder vaak de stad bezoekt als men van de koopzondag gebruik maakt, 25% van de ondervraagden doet dit wel en 10% geeft aan minder vaak de koopzondag in een andere stad te bezoeken. De voornaamste redenen voor ondernemers om gesloten te zijn: Financieel niet nodig of niet rendabel; Behoefte aan een vrije dag; Verder niemand anders open in de straat Moet het niet van de toevallige passant hebben; Er wordt van bovenaf bepaald om gesloten te zijn; Verschuiving van de omzet; Vanuit geloofsovertuiging. Buiten het centrum zijn er tot nu toe door winkeliersverenigingen of gezamenlijke winkeliers in een gebied geen aanvragen ingediend om voor gebieden het maximaal aantal vrijstelling van 12 zon- en of feestdagen jaarlijks te laten vast stellen. Wel zijn er individuele ondernemers die vragen om vrijstelling voor zon- en of feestdagen. Met name voor winkels op het gebied van woninginrichting, bouwmarkten en auto s zijn er de afgelopen jaren per winkel ontheffingen verleend, gemiddeld gaat het om ongeveer 10 tot 15 ontheffingen per jaar. Daarnaast zijn er een aantal winkeliers die gebruik maken van artikel 6, lid 1 van de winkeltijdenwet en hun rustdag op een andere dan de zondag nemen (Bijvoorbeeld bakker Ak Al in de Sumatrastraat en de Herenstraat, Auto Roodenburg XL aan de Lammenschansweg). Wellicht als gevolg van de concurrentie onder de supermarkten en de prijzenoorlog die inmiddels alweer ruim 2 jaar woedt kwamen de C 1000 uit de Kopermolen en de Albert Heijn van het Kooiplein met het verzoek om op zondagen geopend te mogen zijn. In 2004 is de C 1000 in de Kopermolen 12 zondagen aaneengesloten open geweest. Na voortzetting daarvan in 2005 is hen na het (ruimschoots) bereiken van het maximum aantal van 12 schriftelijk te

3 verstaan gegeven dat het maximum van 12 bereikt was en dat men daarmee een overtreding pleegde die als economisch delict kan worden aangemerkt. Voor Albert Heijn aan het Kooiplein heeft een soortgelijk traject plaats gevonden. De beide ondernemers zijn franchisenemers en werken voor eigen risico. Beiden gaven aan dat de zondagsopenstelling een groot succes was en dat ze daardoor een gezonde exploitatie van de winkel konden voeren. Beiden geven ook aan dat ze het als oneerlijke concurrentie ervaren dat de supermarkten in het centrum wel iedere zondag geopend mogen zijn en zij niet. Bij de begrotingsbehandeling van 2006 is op 8 november 2005 motie 20 van Groen Links en D 66 waarin deze partijen het college verzoeken om per 1 januari 2006 voor de gehele detailhandel openstelling op alle zondagen mogelijk te maken aanvaard. Deze motie is aanleiding geweest bijgaande nieuwe verordening op te stellen. Zoals al eerder aangegeven biedt artikel 3, derde lid sub a van de winkeltijdenwet de gemeenteraad de mogelijkheid om bij verordening vast te stellen dat de gemeente of delen daarvan als toeristisch gebied aan te merken. Met gebruikmaking van dit artikel is het mogelijk om de hele gemeente als toeristisch gebied aan te merken. De toeristische aantrekkingskracht komt in eerste instantie door het centrum. Vervolgens is het legitiem om op basis van concurrentie argumenten de aan de toeristische status verbonden vrijstellingen voor de hele stad te laten gelden. Overigens heeft het Tweede Kamerlid van der Vlies (SGP) naar aanleiding van de motie van de Leidse gemeenteraad schriftelijk vragen gesteld aan de minister van Economische Zaken. De staatssecretaris van Economische Zaken heeft in haar brief van 7 december 2005 aan de voorzitter van de Tweede Kamer een aantal voor Leiden interessante antwoorden gegeven: Zo stelt zij: Ik onderschrijf het principe dat de gemeente er naar streeft te voorkomen, dat haar beleid binnen haar gemeentegrenzen concurrentieverstoring tot gevolg heeft, maar laat een beslissing daarover aan de gemeente; In 1996 is in de winkeltijdenwet vastgelegd dat het al dan niet wenselijk achten van winkelopening op zondagen in verband met toerisme een bevoegdheid is van gemeenten. Hiervoor is bewust gekozen, opdat gemeenten in hun verordening die mogelijkheden tot winkelopening op zondag kunnen regelen die aansluiten bij de specifieke locale behoeften. Dit uiteraard binnen de grenzen van de wet. Het is primair aan het gemeentebestuur te beoordelen hoe zij in haar gemeente aan deze mogelijkheid gevolg geeft. In beginsel is hier voor de centrale overheid geen taak weggelegd. Het is in beginsel aan het gemeentebestuur te bepalen hoe zij invulling geeft aan de bevoegdheid op grond van artikel 3 van de Winkeltijdenwet Winkeltijdenwet 1996 verschaft gemeenten de bevoegdheid winkelopening op zondagen toe te staan ten behoeve van het toerisme. Het is eveneens de bevoegdheid van de gemeenten om te bepalen of de bedoelde vrijstelling van toepassing is op alle winkels of slechts op bepaalde branches, gedurende het hele jaar of slechts bepaalde perioden, op de gehele gemeente of slechts delen daarvan. De winkeltijdenwet biedt wel de mogelijkheid, doch behelst géén verplichting tot het afbakenen van het toeristisch deelgebied binnen de gemeente. Naar mijn mening blijft de gemeente Leiden binnen de grenzen van de bevoegdheden op grond van de winkeltijdenwet. In bijgaande verordening is in artikel 1, onder c aangegeven dat de gemeente Leiden als toeristisch gebied is gedefinieerd, artikel 5, regelt vervolgens de vrijstelling voor de zon- en feestdagen. In de verordening van 1997 was in artikel 7 nog een bepaling opgenomen over de zondagsopenstelling voor avond- en nachtwinkels. Dit artikel is in de bijgaande verordening geschrapt, omdat het overbodig is geworden.

4 Van deze gelegenheid wordt tegelijkertijd gebruik gemaakt om de openstelling rond het feest van 3 oktober te koppelen aan het besluit eindtijden voor kermis en horeca. Dit betreft met name de uitstallingen en marktkramen die rond en op 3 oktober actief zijn. De conceptverordening is op 19 december 2005 voor inspraak ter inzage gelegd en toegezonden aan winkeliersverenigingen. De inspraakperiode loopt tot 13 februari Er zijn inspraakreacties ingediend door: 1. Marcel Toet, Diamantplein 1, 2332 HR Leiden, namens de winkeliers aan het Diamantplein 2. J.G. Kramp en Y. Kramp Nieuwenburg van ETOS Kooilaan, Kooilaan 49b, 2315 EB Leiden 3. E. Hauwert, van ETOS Hauwert, Standermolen 35-37, 2317 NZ Leiden 4. S.C.M van Rijn van ETOS Luifelbaan, Bevrijdingsplein 36, 2312CV Leiden, namens de 53 winkeliers van de Luifelbaan Indiener Reactie Antwoord B&W 1. Winkeliersvereniging Diamantlaan (de heer M. Toet) 1. Stelt dat de nieuwe verordening afbreuk doet aan het winkelbeleid; 2. Heeft kritiek op branchevervaging die heeft toegeslagen; 3. Weinig middenstanders zaten te wachten op de verruiming die in 1996 is ingezet. De kansen werden met de verruiming alleen naar de supermarkt geschoven. 4. Vindt het een taak van de overheid zijn burgers te beschermen. Winkeliers dienen door een winkeltijdenwet beschermd te worden. 1. De verruiming van de winkeltijdenwet in 1996 heeft dit al in gezet. Tegelijkertijd tonen de winkels die op zondag opent zijn aan te voorzien in een behoefte van de consumenten. 2. De branchevervaging heeft niets met de winkeltijdenwet te maken. Wij zijn van mening dat het niet aan een gemeentelijke overheid is om regulerend op te treden met betrekking tot specifieke branches of branchevervaging. Dit is een marktmechanisme waar met name consumenten ook van kunnen profiteren; 3. Het klopt dat met name supermarkten van de ruimere openingstijden gebruik hebben gemaakt, maar zij voorzien daarmee ook in een behoefte van de consumenten. Er zijn echter ook kleine middenstanders die van deze mogelijkheid gebruik maken en die pakken daarmee dezelfde kansen als de supermarkten. 4. Wij zijn het met deze stelling niet eens. Het blijft een zaak van de

5 2. J.G. Kramp en Y. Kramp-Nieuwenburg ETOS Kooilaan Zij zijn tegen de uitbreiding van winkeltijdenwet wat betreft de zondags opening. 1 Vinden het vreemd buiten-wijken van Leiden als toe-ristisch gebied worden aan-gemerkt; 2 In de proefperiode dat zij zelf geopend waren op zon-dag bleek dat zij alleen hun eigen klanten kregen en dat de omzet versnipperde. Klanten vonden het wel makkelijk maar gaven aan de zondagsopening niet noodzakelijk te vinden; 3 Vraagt zich af waarom de AH aan de Kooilaan nu in eens wel last heeft van de AH aan de Hooigracht en al die jaren daarvoor niet; 4 Stelt dat als alle winkels op alle momenten in de week geopend zijn, dat zij dan ook gedwongen worden om zich als kleine middenstander te handhaven. ondernemers zelf om te beslissen al dan niet open te zijn op zondag. De wensen van die ondernemers zijn divers. Het is naar onze mening geen gemeentelijke taak om beschermend op te treden. Deze inspraakreactie is geen aanleiding de verordening te wijzigen of in te trekken. 1. Het middel van de hele stad aanmerken als toeristisch gebied is het enige middel dat gebruikt kan worden om de motie van de gemeenteraad uit te voeren. Uit de beantwoording van de vragen die in de Tweede Kamer gesteld zijn over de Leidse motie is door de Staatssecretaris van Econo-mische zaken aangegeven dat dit in verband met het voorkomen van concurren-tievervalsing gelegitimeerd is. 2. De reactie van klanten op de zondagsopening interpreteert het college als positief en als ondersteu-ning voor het uitvoeren van de motie van de raad. De maandagochtend is in veel gevallen ook zonder zon-dagsopening al één van de stilste momenten voor win-kels in de week. Dat veel winkels nog op maandagmorgen gesloten zijn bevestigd dat ook. 3. De AH aan de Hooigracht is pas sinds oktober 2003 op zondag open en trekt behoorlijk wat publiek. Dat betekent dat consumenten in Leiden

6 E. Hauwert, ETOS Hauwert Maakt bezwaar tegen de zondagsopenstelling: 1. De kosten van zondagsopenstelling zijn hoger dan de baten; 2. Het is moeilijk om winkeliers wat betreft openingstijden op één lijn te krijgen; ook nu zijn er op de donderdagavond veel winkels dicht; 3. Wil geen versnippering van de openingstijden in het winkelcentrum. S.C.M van Rijn Etos Luifelbaan 1. Vinden hun gebied niet toeristisch 2. Het is niet rendabel om op zondag open te zijn. 3. Uit een klein onderzoek blijkt dat de consument de huidige openingstijden ruimschoots voldoende die openstelling buitengewoon waarderen. Uit berichten die ons van de AH aan het Kooiplein en de C 1000 in de Kopermolen bereiken, blijkt ook daar dat het in een behoefte voorziet. 4. Niemand dwingt de kleine winkeliers om open te zijn op zondag. Wij hebben al het voorbeeld van het centrum van Leiden, waar al bijna 10 jaar de toeristenstatus van toepassing is. Maar er zijn ook kleine winkeliers die met de nieuwe vrijheid nieuwe kansen zien en die willen benutten. 1. Dit kunnen wij niet ontkennen, maar ook bij de nieuwe verordening kunnen ondernemers hun eigen afweging maken om al dan niet op zondag open te zijn; 2. Dit argument evenals het derde is een gevolg van de verruiming van de winkeltijdenwet in De winkeltijden op werkdagen zijn toen vrijgegeven van uur tot uur. Maar ook binnen deze tijden zijn winkeliers vrij hun eigen afwegingen te maken. 3. De gemeente kan hierin niet regulerend optreden. Dit is aan de winkeliersvereniging zelf. 1. Het middel van de hele stad aanmerken als toeristisch gebied is het enige middel dat gebruikt kan worden om de motie van de gemeenteraad uit te voeren. Uit de beantwoording van de

7 vindt. vragen die in de Tweede Kamer gesteld zijn over de Leidse motie is door de Staatssecretaris van Econo-mische zaken aangegeven dat dit in verband met het voorkomen van concurren-tievervalsing gelegitimeerd is. 2. Daar zijn de verhalen wisselend over. Er zijn ook winkels voor wie het weldegelijk rendabel is om op zondag open te zijn. 3. Er is ook een toenemende vraag vanuit consumenten om juist wel op zondag open te zijn. 4. Overigens is er voor winkeliers geen verplichting om op zondag open te zijn. Wij stellen uw Raad voor het hierna in ontwerp afgedrukte besluit te nemen. De Raad van de gemeente Leiden; Burgemeester en Wethouders van Leiden, de Secretaris, de Burgemeester, P.I.M. v.d. WIJNGAART. H.J.J. LENFERINK. Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders (raadsvoorstel nummer van 2006), mede gezien het advies van de commissies. B E S L U I T: I. de bijgaande verordening winkeltijden Leiden 2006 vast te stellen; Begripsbepalingen Artikel 1 In deze verordening wordt verstaan onder: a. de wet: de Winkeltijdenwet; b. feestdagen: Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag, eerste Kerstdag en tweede Kerstdag; c. toeristisch gebied: de gemeente Leiden Beslistermijn Artikel 2

8 1. Het College van Burgemeester en Wethouders beslist op een aanvraag van een ontheffing binnen 6 weken. 2. Het College van Burgemeester en Wethouders kan de beslissing voor ten hoogste 6 weken verdagen. Ontheffingen Artikel 3 1. Individuele ontheffingen op grond van deze verordening worden aan natuurlijke en/of rechtspersonen toegekend. 2. Ontheffingen op grond van deze verordening zijn niet overdraagbaar. Intrekken of wijzigen van de ontheffing Artikel 4 Het College van Burgemeester en Wethouders kan een ontheffing intrekken of wijzigen indien: a. ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt; b. op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten, opgetreden na het verlenen van de ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist; c. het gebruik van de winkel of de uitoefening van een bedrijf anders dan in een winkel op basis van de ontheffing gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het woonen leefklimaat ter plaatse; d. de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen; e. binnen een termijn van zes maanden geen gebruik wordt gemaakt van de ontheffing; f. de houder of zijn rechtverkrijgende dit verzoekt. Zon- en feestdagen Artikel 5 De verboden vervat in artikel 2, eerste lid onder a en b, van de wet gelden niet voor het toeristisch gebied als bedoeld in artikel 1, onder c, van deze verordening. Ontheffing voor afzonderlijke situaties Artikel 6 Op de dagen waarop het 3 oktober feest gevierd wordt gelden de eindtijden die het college vaststelt voor de kermis en de horeca. Artikel 7 Openstelling op maandag tot en met zondag tussen en uur (avondnachtwinkels) 1. Het College van Burgemeester en Wethouders kan op aanvraag ontheffing verlenen van de verboden van artikel 2, eerste lid onder c van de wet voor zover deze betrekking hebben op werkdagen. Zij kunnen voor ten hoogste 8 winkels ontheffing verlenen. Hierbij geldt: a. voor het gebied binnenstad-zuid en binnenstad-noord een maximum van twee winkels; b. voor 1. Kooidistrict; 2. Roodenburger- en Bos- en Gasthuisdistrict;

9 3. Mors- en Boerhaavedistrict; 4. Merenwijkdistrict; 5. Stevenshof en 6. het Stationsdistrict een maximum van één winkel. 2. De ontheffing kan worden geweigerd indien de woon- en leefsituatie of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel. 3. Aan de ontheffing wordt het voorschrift verbonden dat het aan te bieden assortiment uitsluitend of hoofdzakelijk bestaat uit eet- en drinkwaren met uitzondering van sterke drank als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drank- en Horecawet (Staatsblad 1964, 386). 4. Burgemeester en Wethouders kunnen - gehoord het advies van de Politie Hollands Midden - nadere regelen stellen ten aanzien van de veiligheidsaspecten verbonden aan de exploitatie van de avondwinkel. 5. De winkel dient uiterlijk uur gesloten te zijn. 6. Degenen die ten tijde van de inwerkingtreding van deze verordening in het bezit zijn van een ontheffing op grond van de Verordening op de avondwinkels worden geacht deze ontheffing ingevolge deze verordening te hebben. Inwerkingtreding Artikel 8 1. Deze verordening treedt in werking op 1 maart De verordening winkeltijden (raadsvoorstel nummer van 1997) wordt ingetrokken; Citeertitel Artikel 9 Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening winkeltijden Leiden". II. de verordening winkeltijden Leiden, raadsbesluit van 11 februari 1997, nr , in te trekken; Gedaan ter openbare vergadering van de Griffier, de Voorzitter, BW060212

10 Artikelsgewijze toelichting Verordening winkeltijden Leiden Artikel 1 Begripsbepalingen Voor de omschrijving van het begrip feestdagen is aansluiting gezocht bij artikel 2 van de wet. Koninginnedag is in de wet niet meer aangemerkt als een feestdag. Voor de gebiedsindeling is aansluiting gezocht bij de gebruikelijke benaming van de in Leiden bestaande districten. Voor alle duidelijkheid staan hieronder de wijken vermeld die in elk van de districten vallen: BINNENSTAD-ZUID Pieterswijk, Academiewijk, Levendaal-west en Levendaal-oost. BINNENSTAD-NOORD De Camp, Marewijk, Pancras-west, Pancras-oost, d'oude Morsch, Noordvest, Havenwijknoord, Havenwijk-zuid en Molenbuurt. STATIONSDISTRICT Stationskwartier. KOOIDISTRICT Groenoord (inclusief Groenoordhallen), Noorderkwartier, De Kooi, De Waard en Waardeiland. ROODENBURGERDISTRICT Meerburg, Rijndijkbuurt, Professorenwijk-oost, Burgemeesterswijk, Professorenwijk-west, Tuinstadwijk, Cronestein, Klein Cronestein, Roomburg. BOS- EN GASTHUISDISTRICT Vreewijk, Haagweg-noord, Gasthuiswijk, Fortuinwijk-noord, Boshuizen, Oostvliet, Haagwegzuid, Fortuinwijk-zuid. BOERHAAVEDISTRICT Pesthuiswijk, Houtkwartier, Poelgeest, Vogelwijk, Leeuwenhoek. MERENWIJKDISTRICT Slaaghwijk, Zijlwijk-zuid, Zijlwijk-noord, Merenwijk-centrum, Leedewijk-zuid en Leedewijknoord. STEVENSHOF Schenkwijk, Kloosterhof, Dobbewijk-noord, Dobbewijk-zuid. Artikel 3 Overdracht van de ontheffing De bepaling bindt de overdracht van de ontheffing aan de toestemming van Burgemeester en Wethouders. Deze tussenkomst geeft het College de gelegenheid om inzicht te krijgen in de handel en wandel van de opvolger. Voorts wordt hiermee voorkomen dat er handel in uitgegeven ontheffingen (met name voor de avond- en nachtwinkels) ontstaat. Artikel 4 Intrekking van de ontheffing Dit artikel duidt met name op de ontheffing voor avondwinkels.

11 Artikel 5 Zon- en feestdagen Voor Leiden is het hele gebied van de gemeente als toeristisch gebied aangemerkt. Dit betekent dat de winkels vrij zijn om op zon- en feestdagen open te zijn. Artikel 6 Ontheffing voor afzonderlijke situaties Voor de dagen waarop het feest van 3 oktober wordt gevierd is aansluiting gezocht bij de eindtijden die gelden voor de kermis en de horeca. Deze regel is met name van toepassing op de ambulante handel die gedurende het 3 oktoberfeest actief is. Artikel 7 Openstelling op werkdagen tussen en uur Artikel 7 van de wet geeft de mogelijkheid de openingstijden op werkdagen tussen en uur te reguleren. Dat kan door gebieden aan te wijzen waarin het verbod niet geldt of door vormen van detailhandel aan te wijzen waarvoor het verbod niet geldt. Ook kan in afzonderlijke gevallen ontheffing verleend worden. De verordening gaat ervan uit dat voor de nachtelijke openstelling de ontheffing het belangrijkste instrument is. Per geval is dan een afweging te maken of de gewenste openstelling zich verhoudt met belangen van de woon- en leefomgeving en de openbare orde. De vrijstellingen en ontheffingen kunnen onder beperkingen en voorschriften worden verleend. De wet heeft het over ontheffingen tussen en uur. In Leiden is ervoor gekozen de sluitingstijd op uur vast te stellen. Hierbij wordt aangesloten op de sluitingstijd van de horeca.

12 B&W-nr.: d.d Onderwerp Verordening winkeltijden Leiden BESLUITEN Behoudens advies van de commissie 1. Kennis te nemen van de inspraakreacties op de verordening winkeltijden Leiden; 2. De beantwoording van de inspraakreacties vast te stellen; 3. De raad voor te stellen de verordening winkeltijden Leiden 2006 ongewijzigd vast te stellen 4. Mandaat te verlenen aan de Wethouder EGTV voor tekstuele wijzigingen. Samenvatting Naar aanleiding van motie 20 van Groen Links en D 66 over de zondagsopenstelling heeft het college een nieuwe verordening winkeltijden voor inspraak vastgesteld. De verordening maakt het mogelijk dat alle winkels in de stad vrij zijn om op zondag open of gesloten te zijn. De inspraakreacties geven geen aanleiding de conceptverordening te wijzigen of in te trekken.

13 Raadsaanbiedingsformulier Rv nr. Opsteller Naam: W.v.d.Poel B&W.nr.: Dienst: Bouwen en Wonen Telefoon: 7122 Verantwoordelijk portef.houder: EGTV B&W-besluit d.d: 14 februari 2006 Meningsvormend x Besluitvormend Informatief (t.k.n.) Naam Programma + onderdeel: NVT Onderwerp: Verordening winkeltijdenwet Voorgenomen besluit: 1. De bijgaande verordening winkeltijden Leiden 2006 vast te stellen; 2. De verordening winkeltijden Leiden, raadsbesluit van 11 februari 1997 nr , in te trekken; INHOUD Met dit voorstel komt er vrijheid voor alle winkels in Leiden om op zondagen en of feestdagen geopend te zijn voor publiek. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan wensen van een aantal ondernemers buiten het centrum en de raadsleden die motie 20 hebben ondersteund. Bovendien vermindert het de administratieve lasten voor ondernemers die hun winkel op zondag open willen hebben buiten het centrum. Deze gelegenheid wordt tevens aangegrepen om de openingstijden voor de dagen rond 3 oktober gelijk te schakelen met de tijden die in het eindtijdenbesluit 3 oktober voor horeca en kermis worden gehanteerd. Aanleiding: Bij de begrotingsbehandeling 2006 is door de fracties van Groen Links en D66 een motie ingediend en door de raad aanvaard, waarin het college wordt opgeroepen om het mogelijk te maken om alle winkels in Leiden, ook die buiten het centrum, open te laten zijn op zondagen. Met de nieuwe verordening wordt aan deze motie uitvoering gegeven. Doel: Uitvoering geven aan de door de raad terzake aanvaarde motie van Groen Links en D66. Kader: De winkeltijdenwet is van toepassing en met name artikel 3, lid 3 sub a van die wet. Dat artikel geeft de gemeenteraad de bevoegdheid de gemeente of delen daarvan als toeristisch gebied aan te merken. In de bijgaande nieuwe verordening is de hele gemeente Leiden als toeristisch gebied aangemerkt. Overwegingen: Om de motie uit te voeren is er, gelet op de inhoud van de wet, geen andere keuze dan een verandering of vernieuwing van de verordening winkeltijden Procedure: De leden van de commissie economie en verkeer hebben aangegeven dit onderwerp in de raadscommissie van 16 februari 2006 te willen bespreken. Aangezien de inspraakperiode loopt tot 13 februari 2006, zijn in het bijgaande besluit de inspraakreacties verwerkt die tot en met 8 februari 2006 zijn binnengekomen. Mochten er binnen de inspraakperiode nog nieuwe inspraakreacties binnen komen dan zal daar ad hoc door het college een antwoord op worden gegeven en nog vóór de vergadering van 16 februari doorgegeven aan de raadsgriffie. Behandeling in de raadscommissie Economie en Verkeer en gemeenteraad kan vervolgens plaats hebben op 16 februari 2006 en 27 februari 2006 Financiën: N.v.t

14 Bijgevoegde informatie: Motie 20 van Groen Links en D66 De nieuwe verordening winkeltijden De inspraakreacties van de voorzitter van de winkeliersvereniging Diamantplein Etos Kooilaan Etos Hauwert uit winkelcentrum Kopermolen OVERIGEN Niet van toepassing Communicatie: Via gemeenteberichten en aanpassing van de website van de gemeente Evaluatie: N.v.t. In te vullen door de griffie: Raadsbesluit Raadsvoorstelnr Onderwerp: De raad van de gemeente Leiden, Op 1 juni 1996 is de huidige winkeltijdenwet in werking getreden. In vergelijking met de winkelsluitingswet 1976 behelsde deze wet een aanzienlijke verruiming van de openingstijden voor winkels. De hoofdregels zijn: Winkels mogen van maandag tot en met zaterdag open van tot uur; Er is een verbod winkels voor publiek geopend te hebben: c. Op zondag; d. Op Nieuwjaarsdag, op Goede Vrijdag na uur, op Tweede Paasdag, op Hemelvaartsdag, op Tweede Pinksterdag, op 24 december na uur, op Eerste en Tweede Kerstdag en op 4 mei na uur. De gemeenteraad kan voorts voor maximaal 12 dagen per kalenderjaar vrijstelling verlenen voor de zon en of feestdagen. In artikel 3, derde lid onder a van de Winkeltijdenwet is bepaald dat de gemeenteraad bij verordening vrijstelling kan verlenen voor de zon en feestdagen op de betrokken gemeente of een deel daarvan gericht toerisme, mits de aantrekkingskracht voor dat toerisme geheel of nagenoeg geheel is gelegen buiten de verkoopactiviteiten die door de vrijstelling tot ontheffing mogelijk worden gemaakt. Daarnaast biedt het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet (KB van 27 maart 1996, staatsblad 208) nog talloze algehele vrijstellingen voor de zon- en feestdagen voor speciale winkels zoals: Apotheken (artikel 2), Winkels in zieken en verpleeghuizen, bloemen en plantenwinkels en verkooppunten voor kranten binnen een straal van 250 meter van zieken of verpleeghuizen (artikel 3); Winkels in stations van de Nederlandse Spoorwegen (artikel 4) Winkels op luchthavens (artikel 5) Winkels bij benzinestations (artikel 6) Winkels bij wegrestaurants (artikel 7) Winkels waar uitsluitend of hoofdzakelijk nieuwsbladen en of tijdschriften plenge te worden verkocht (artikel 9) Winkels bij musea, snackbars en videotheken (artikel 10)

15 Bloemenwinkels bij begraafplaatsen (artikel 13) Winkels in bejaardenoorden (artikel 16) of bij bepaalde religieuze gelegenheden zoals: De Eerste Heilige Communie voor fotowinkels (artikel 17) De zondagen die samenvallen met Allerheiligen op 1 november en Allerzielen op 2 november voor bloemen en plantenwinkels (artikel 18) De Ramadan voor winkels waar brood en gebak wordt verkocht dat in het bijzonder bestemd is voor hen die de ramadan vieren (artikel 19) De Carnaval, voor winkels die feestartikelen verkopen op de zondagen vanaf uur. Bij de vaststelling van de verordening winkeltijden Leiden in 1997 (raadsbesluit van 11 februari 1997 nr ) is besloten om het gebied binnen de singels en het stationsgebied aan te merken als toeristisch gebied. In dit gebied is het derhalve al ruim 8 jaar toegestaan om op zon- en feestdagen open te zijn. De praktijk leert dat slechts een beperkt aantal winkels van deze mogelijkheid gebruik maken. In de huidige situatie zijn met name de in het centrum of stationsgebied liggende supermarkten Albert Heijn, Hoogvliet en Super de Boer geopend. Een kleine maar toenemende groep andere ondernemers (bijvoorbeeld Bakker Ak Al, Velvet CD winkel, Kaas mode, parketwinkel De Lepelaar) maakt ook gebruik van deze mogelijkheid. De overige winkels in het centrum die op zondag open gaan hebben afgesproken dit op de laatste zondag van elke maand te doen, met wat extra zondagen in de Kerstperiode. Het afgelopen jaar stimuleert vooral het centrummanagement dat meer winkels in het centrum op zondag open zijn, dit wordt ook ondersteund met een promotiecampagne en af en toe ook extra activiteiten op de zondag, zoals bijvoorbeeld het fashion event en de 2 keer per jaar gehouden stoffenmarkt. Zeer recent is in opdracht van het centrummanagement een onderzoek gedaan onder inwoners van Leiden en ondernemers in het centrum over de beleving van de koopzondag. Enkele interessante onderzoeksresultaten zijn: 286 winkeliers zijn op de met elkaar afgesproken koopzondag geopend; 42 winkeliers zijn geopend op de feestzondagen; 182 winkeliers zijn gesloten op de koopzondag. 70% van de inwoners van Leiden zegt de koopzondag te bezoeken, gemiddeld bezoekt men 3,3 keer per jaar in Leiden de koopzondag. Van de ondervraagden die de Leidse koopzondagen niet bezoeken geeft 5% aan dit vanuit geloofsovertuiging niet te doen, een belangrijke andere reden is dat men een andere invulling van de vrije tijd heeft (12%) Daarnaast bezoeken inwoners van Leiden vooral ook Den Haag, Amsterdam, Noordwijk en Rotterdam (in deze steden zijn de winkels meer dan in Leiden iedere zondag open) De gemiddelde uitgave per bezoeker op een koopzondag bedraagt 42,00 65% van de ondervraagden geeft aan dat men op andere dagen niet minder vaak de stad bezoekt als men van de koopzondag gebruik maakt, 25% van de ondervraagden doet dit wel en 10% geeft aan minder vaak de koopzondag in een andere stad te bezoeken. De voornaamste redenen voor ondernemers om gesloten te zijn: Financieel niet nodig of niet rendabel; Behoefte aan een vrije dag; Verder niemand anders open in de straat Moet het niet van de toevallige passant hebben; Er wordt van bovenaf bepaald om gesloten te zijn; Verschuiving van de omzet; Vanuit geloofsovertuiging.

16 Buiten het centrum zijn er tot nu toe door winkeliersverenigingen of gezamenlijke winkeliers in een gebied geen aanvragen ingediend om voor gebieden het maximaal aantal vrijstelling van 12 zon- en of feestdagen jaarlijks te laten vast stellen. Wel zijn er individuele ondernemers die vragen om vrijstelling voor zon- en of feestdagen. Met name voor winkels op het gebied van woninginrichting, bouwmarkten en auto s zijn er de afgelopen jaren per winkel ontheffingen verleend, gemiddeld gaat het om ongeveer 10 tot 15 ontheffingen per jaar. Daarnaast zijn er een aantal winkeliers die gebruik maken van artikel 6, lid 1 van de winkeltijdenwet en hun rustdag op een andere dan de zondag nemen (Bijvoorbeeld bakker Ak Al in de Sumatrastraat en de Herenstraat, Auto Roodenburg XL aan de Lammenschansweg). Wellicht als gevolg van de concurrentie onder de supermarkten en de prijzenoorlog die inmiddels alweer ruim 2 jaar woedt kwamen de C 1000 uit de Kopermolen en de Albert Heijn van het Kooiplein met het verzoek om op zondagen geopend te mogen zijn. In 2004 is de C 1000 in de Kopermolen 12 zondagen aaneengesloten open geweest. Na voortzetting daarvan in 2005 is hen na het (ruimschoots) bereiken van het maximum aantal van 12 schriftelijk te verstaan gegeven dat het maximum van 12 bereikt was en dat men daarmee een overtreding pleegde die als economisch delict kan worden aangemerkt. Voor Albert Heijn aan het Kooiplein heeft een soortgelijk traject plaats gevonden. De beide ondernemers zijn franchisenemers en werken voor eigen risico. Beiden gaven aan dat de zondagsopenstelling een groot succes was en dat ze daardoor een gezonde exploitatie van de winkel konden voeren. Beiden geven ook aan dat ze het als oneerlijke concurrentie ervaren dat de supermarkten in het centrum wel iedere zondag geopend mogen zijn en zij niet. Bij de begrotingsbehandeling van 2006 is op 8 november 2005 motie 20 van Groen Links en D 66 waarin deze partijen het college verzoeken om per 1 januari 2006 voor de gehele detailhandel openstelling op alle zondagen mogelijk te maken aanvaard. Deze motie is aanleiding geweest bijgaande nieuwe verordening op te stellen. Zoals al eerder aangegeven biedt artikel 3, derde lid sub a van de winkeltijdenwet de gemeenteraad de mogelijkheid om bij verordening vast te stellen dat de gemeente of delen daarvan als toeristisch gebied aan te merken. Met gebruikmaking van dit artikel is het mogelijk om de hele gemeente als toeristisch gebied aan te merken. De toeristische aantrekkingskracht komt in eerste instantie door het centrum. Vervolgens is het legitiem om op basis van concurrentie argumenten de aan de toeristische status verbonden vrijstellingen voor de hele stad te laten gelden. Overigens heeft het Tweede Kamerlid van der Vlies (SGP) naar aanleiding van de motie van de Leidse gemeenteraad schriftelijk vragen gesteld aan de minister van Economische Zaken. De staatssecretaris van Economische Zaken heeft in haar brief van 7 december 2005 aan de voorzitter van de Tweede Kamer een aantal voor Leiden interessante antwoorden gegeven: Zo stelt zij: Ik onderschrijf het principe dat de gemeente er naar streeft te voorkomen, dat haar beleid binnen haar gemeentegrenzen concurrentieverstoring tot gevolg heeft, maar laat een beslissing daarover aan de gemeente; In 1996 is in de winkeltijdenwet vastgelegd dat het al dan niet wenselijk achten van winkelopening op zondagen in verband met toerisme een bevoegdheid is van gemeenten. Hiervoor is bewust gekozen, opdat gemeenten in hun verordening die mogelijkheden tot winkelopening op zondag kunnen regelen die aansluiten bij de specifieke locale behoeften. Dit uiteraard binnen de grenzen van de wet. Het is primair aan het gemeentebestuur te beoordelen hoe zij in haar gemeente aan deze mogelijkheid gevolg geeft. In beginsel is hier voor de centrale overheid geen taak weggelegd. Het is in beginsel aan het gemeentebestuur te bepalen hoe zij invulling geeft aan de bevoegdheid op grond van artikel 3 van de Winkeltijdenwet Winkeltijdenwet 1996

17 verschaft gemeenten de bevoegdheid winkelopening op zondagen toe te staan ten behoeve van het toerisme. Het is eveneens de bevoegdheid van de gemeenten om te bepalen of de bedoelde vrijstelling van toepassing is op alle winkels of slechts op bepaalde branches, gedurende het hele jaar of slechts bepaalde perioden, op de gehele gemeente of slechts delen daarvan. De winkeltijdenwet biedt wel de mogelijkheid, doch behelst géén verplichting tot het afbakenen van het toeristisch deelgebied binnen de gemeente. Naar mijn mening blijft de gemeente Leiden binnen de grenzen van de bevoegdheden op grond van de winkeltijdenwet. In bijgaande verordening is in artikel 1, onder c aangegeven dat de gemeente Leiden als toeristisch gebied is gedefinieerd, artikel 5, regelt vervolgens de vrijstelling voor de zon- en feestdagen. In de verordening van 1997 was in artikel 7 nog een bepaling opgenomen over de zondagsopenstelling voor avond- en nachtwinkels. Dit artikel is in de bijgaande verordening geschrapt, omdat het overbodig is geworden. Van deze gelegenheid wordt tegelijkertijd gebruik gemaakt om de openstelling rond het feest van 3 oktober te koppelen aan het besluit eindtijden voor kermis en horeca. Dit betreft met name de uitstallingen en marktkramen die rond en op 3 oktober actief zijn. De conceptverordening is op 19 december 2005 voor inspraak ter inzage gelegd en toegezonden aan winkeliersverenigingen. De inspraakperiode loopt tot 13 februari Er zijn inspraakreacties ingediend door: 1. Marcel Toet, Diamantplein 1, 2332 HR Leiden, namens de winkeliers aan het Diamantplein 2. J.G. Kramp en Y. Kramp Nieuwenburg van ETOS Kooilaan, Kooilaan 49b, 2315 EB Leiden 3. E. Hauwert, van ETOS Hauwert, Standermolen 35-37, 2317 NZ Leiden en 4. S.C.M van Rijn van ETOS Luifelbaan, Bevrijdingsplein 36, 2312CV Leiden, namens de 53 winkeliers van de Luifelbaan Indiener Reactie Antwoord B&W 1. Winkeliersvereniging Diamantlaan (de heer M. Toet) 1. Stelt dat de nieuwe verordening afbreuk doet aan het winkelbeleid; 2. Heeft kritiek op branchevervaging die heeft toegeslagen; 3. Weinig middenstanders zaten te wachten op de verruiming die in 1996 is ingezet. De kansen werden met de verruiming alleen naar de supermarkt geschoven. 4. Vindt het een taak van de overheid zijn burgers te beschermen. Winkeliers dienen door een winkeltijdenwet beschermd te worden. 1. De verruiming van de winkeltijdenwet in 1996 heeft dit al in gezet. Tegelijkertijd tonen de winkels die op zondag opent zijn aan te voorzien in een behoefte van de consumenten. 2. De branchevervaging heeft niets met de winkeltijdenwet te maken. Wij zijn van mening dat het niet aan een gemeentelijke overheid is om regulerend op te treden met betrekking tot specifieke branches of branchevervaging. Dit is

18 2. J.G. Kramp en Y. Kramp-Nieuwenburg ETOS Kooilaan Zij zijn tegen de uitbreiding van winkeltijdenwet wat betreft de zondags opening. 1. Vinden het vreemd buitenwijken van Leiden als toeristisch gebied worden aangemerkt; 2. In de proefperiode dat zij zelf geopend waren op zondag bleek dat zij alleen hun eigen klanten kregen en dat de omzet versnipperde.. Klanten een marktmechanisme waar met name consumenten ook van kunnen profiteren; 3. Het klopt dat met name supermarkten van de ruimere openingstijden gebruik hebben gemaakt, maar zij voorzien daarmee ook in een behoefte van de consumenten. Er zijn echter ook kleine middenstanders die van deze mogelijkheid gebruik maken en die pakken daarmee dezelfde kansen als de supermarkten. 4. Wij zijn het met deze stelling niet eens. Het blijft een zaak van de ondernemers zelf om te beslissen al dan niet open te zijn op zondag. De wensen van die ondernemers zijn divers. Het is naar onze mening geen gemeentelijke taak om beschermend op te treden. Deze inspraakreactie is geen aanleiding de verordening te wijzigen of in te trekken. 1. Het middel van de hele stad aanmerken als toeristisch gebied is het enige middel dat gebruikt kan worden om de motie van de gemeenteraad uit te voeren. Uit de beantwoording van de vragen die in de Tweede Kamer gesteld zijn over de Leidse motie is door de Staatssecretaris van Economische zaken

19 vonden het wel makkelijk maar gaven aan de zondagsopening niet noodzakelijk te vinden; 3. Vraagt zich af waarom de AH aan de Kooilaan nu in eens wel last heeft van de AH aan de Hooigracht en al die jaren daarvoor niet; 4. Stelt dat als alle winkels op alle momenten in de week geopend zijn, dat zij dan ook gedwongen worden om zich als kleine middenstander te handhaven. E. Hauwert, ETOS Hauwert Maakt bezwaar tegen de zondagsopenstelling: 1. De kosten van zondagsopenstelling zijn hoger dan de baten; 2. Het is moeilijk om winkeliers wat betreft openingstijden op één lijn te krijgen; ook nu zijn er op de donderdagavond veel winkels dicht; aangegeven dat dit in verband met het voorkomen van concurrentievervalsing gelegitimeerd is. 2. De reactie van klanten op de zondagsopening interpreteert het college als positief en als ondersteuning voor het uitvoeren van de motie van de raad. De maandagochtend is in veel gevallen ook zonder zondagsopening al één van de stilste momenten voor winkels in de week. Dat veel winkels nog op maandagmorgen gesloten zijn bevestigd dat ook. 3. De AH aan de Hooigracht is pas sinds oktober 2003 op zondag open en trekt behoorlijk wat publiek. Dat betekent dat consumenten in Leiden die openstelling buitengewoon waarderen. Uit berichten die ons van de AH aan het Kooiplein en de C 1000 in de Kopermolen bereiken, blijkt ook daar dat het in een behoefte voorziet. 4. Niemand dwingt de kleine winkeliers om open te zijn op zondag. Wij hebben al het voorbeeld van het centrum van Leiden, waar al bijna 10 jaar de toeristenstatus van toepassing is. Maar er zijn ook kleine winkeliers die met de nieuwe vrijheid nieuwe kansen zien en die willen benutten. 1. Dit kunnen wij niet ontkennen, maar ook bij de nieuwe verordening kunnen ondernemers hun eigen afweging maken om al dan niet op zondag open te zijn; 2. Dit argument evenals het derde is een gevolg van de verruiming van de winkeltijdenwet in

20 S.C.M van Rijn Etos Luifelbaan 3. Wil geen versnippering van de openingstijden in het winkelcentrum. 4. Vinden hun gebied niet toeristisch 5. Het is niet rendabel om op zondag open te zijn. 6. Uit een klein onderzoek blijkt dat de consument de huidige openingstijden ruimschoots voldoende vindt De winkeltijden op werkdagen zijn toen vrijgegeven van uur tot uur. Maar ook binnen deze tijden zijn winkeliers vrij hun eigen afwegingen te maken. 3. De gemeente kan hierin niet regulerend optreden. Dit is aan de winkeliersvereniging zelf. 5. Het middel van de hele stad aanmerken als toeristisch gebied is het enige middel dat gebruikt kan worden om de motie van de gemeenteraad uit te voeren. Uit de beantwoording van de vragen die in de Tweede Kamer gesteld zijn over de Leidse motie is door de Staatssecretaris van Econo-mische zaken aangegeven dat dit in verband met het voorkomen van concurren-tievervalsing gelegitimeerd is. 6. Daar zijn de verhalen wisselend over. Er zijn ook winkels voor wie het weldegelijk rendabel is om op zondag open te zijn. 7. Er is ook een toenemende vraag vanuit consumenten om juist wel op zondag open te zijn. 8. Overigens is er voor winkeliers geen verplichting om op zondag open te zijn. Burgemeester en Wethouders van Leiden, de Secretaris, de Burgemeester, P.I.M. van den Wijngaart H.J.J. LENFERINK

21 De Raad van de gemeente Leiden, Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders (raadsvoorstel nummer 2005), mede gezien het advies van de commissie. van BESLUIT: I. De bijgaande verordening winkeltijden Leiden 2006 vast te stellen; II. De verordening winkeltijden Leiden, raadsbesluit van 11 februari 1997 nr , in te trekken; Begripsbepalingen Artikel 1 In deze verordening wordt verstaan onder: a. de wet: de Winkeltijdenwet; b. feestdagen: Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag, eerste Kerstdag en tweede Kerstdag; c. toeristisch gebied: de gemeente Leiden Beslistermijn Artikel 2 1. Het College van Burgemeester en Wethouders beslist op een aanvraag van een ontheffing binnen 6 weken. 2. Het College van Burgemeester en Wethouders kan de beslissing voor ten hoogste 6 weken verdagen. Ontheffingen Artikel 3 1. Individuele ontheffingen op grond van deze verordening worden aan natuurlijke en/of rechtspersonen toegekend. 2. Ontheffingen op grond van deze verordening zijn niet overdraagbaar. Intrekken of wijzigen van de ontheffing Artikel 4 Het College van Burgemeester en Wethouders kan een ontheffing intrekken of wijzigen indien: a. ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt; b. op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten, opgetreden na het verlenen van de ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist; c. het gebruik van de winkel of de uitoefening van een bedrijf anders dan in een winkel op basis van de ontheffing gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het woonen leefklimaat ter plaatse; d. de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen; e. binnen een termijn van zes maanden geen gebruik wordt gemaakt van de ontheffing; f. de houder of zijn rechtverkrijgende dit verzoekt. Artikel 5

22 Zon- en feestdagen De verboden vervat in artikel 2, eerste lid onder a en b, van de wet gelden niet voor het toeristisch gebied als bedoeld in artikel 1, onder c, van deze verordening. Ontheffing voor afzonderlijke situaties Artikel 6 Op de dagen waarop het 3 oktober feest gevierd wordt gelden de eindtijden die het college vaststelt voor de kermis en de horeca. Artikel 7 Openstelling op maandag tot en met zondag tussen en uur (avondnachtwinkels) 1. Het College van Burgemeester en Wethouders kan op aanvraag ontheffing verlenen van de verboden van artikel 2, eerste lid onder c van de wet voor zover deze betrekking hebben op werkdagen. Zij kunnen voor ten hoogste 8 winkels ontheffing verlenen. Hierbij geldt: a. voor het gebied binnenstad-zuid en binnenstad-noord een maximum van twee winkels; b. voor 1. Kooidistrict; 2. Roodenburger- en Bos- en Gasthuisdistrict; 3. Mors- en Boerhaavedistrict; 4. Merenwijkdistrict; 5. Stevenshof en 6. het Stationsdistrict een maximum van één winkel. 2. De ontheffing kan worden geweigerd indien de woon- en leefsituatie of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel. 3. Aan de ontheffing wordt het voorschrift verbonden dat het aan te bieden assortiment uitsluitend of hoofdzakelijk bestaat uit eet- en drinkwaren met uitzondering van sterke drank als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drank- en Horecawet (Staatsblad 1964, 386). 4. Burgemeester en Wethouders kunnen - gehoord het advies van de Politie Hollands Midden - nadere regelen stellen ten aanzien van de veiligheidsaspecten verbonden aan de exploitatie van de avondwinkel. 5. De winkel dient uiterlijk uur gesloten te zijn. 6. Degenen die ten tijde van de inwerkingtreding van deze verordening in het bezit zijn van een ontheffing op grond van de Verordening op de avondwinkels worden geacht deze ontheffing ingevolge deze verordening te hebben. Inwerkingtreding Artikel 8 3. Deze verordening treedt in werking op 1 maart De verordening winkeltijden (raadsvoorstel nummer van 1997) wordt ingetrokken; Citeertitel Artikel 9 Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening winkeltijden Leiden".

23 Artikelsgewijze toelichting Verordening winkeltijden Leiden Artikel 1 Begripsbepalingen Voor de omschrijving van het begrip feestdagen is aansluiting gezocht bij artikel 2 van de wet. Koninginnedag is in de wet niet meer aangemerkt als een feestdag. Voor de gebiedsindeling is aansluiting gezocht bij de gebruikelijke benaming van de in Leiden bestaande districten. Voor alle duidelijkheid staan hieronder de wijken vermeld die in elk van de districten vallen: BINNENSTAD-ZUID Pieterswijk, Academiewijk, Levendaal-west en Levendaal-oost. BINNENSTAD-NOORD De Camp, Marewijk, Pancras-west, Pancras-oost, d'oude Morsch, Noordvest, Havenwijknoord, Havenwijk-zuid en Molenbuurt. STATIONSDISTRICT Stationskwartier. KOOIDISTRICT Groenoord (inclusief Groenoordhallen), Noorderkwartier, De Kooi, De Waard en Waardeiland. ROODENBURGERDISTRICT Meerburg, Rijndijkbuurt, Professorenwijk-oost, Burgemeesterswijk, Professorenwijk-west, Tuinstadwijk, Cronestein, Klein Cronestein, Roomburg. BOS- EN GASTHUISDISTRICT Vreewijk, Haagweg-noord, Gasthuiswijk, Fortuinwijk-noord, Boshuizen, Oostvliet, Haagwegzuid, Fortuinwijk-zuid. BOERHAAVEDISTRICT Pesthuiswijk, Houtkwartier, Poelgeest, Vogelwijk, Leeuwenhoek. MERENWIJKDISTRICT Slaaghwijk, Zijlwijk-zuid, Zijlwijk-noord, Merenwijk-centrum, Leedewijk-zuid en Leedewijknoord. STEVENSHOF Schenkwijk, Kloosterhof, Dobbewijk-noord, Dobbewijk-zuid.