VLAAMS COMMUNICATIEHUIS BRUSSEL VERNIEUWBOUW VAN HET MONNAIEGEBOUW SCHILDKNAAPSTRAAT, BRUSSEL

Transcriptie

1 VLAAMS COMMUNICATIEHUIS BRUSSEL VERNIEUWBOUW VAN HET MONNAIEGEBOUW SCHILDKNAAPSTRAAT, BRUSSEL NOTA VOORONTWERP architecten Borgerhoutsestraat 22/ Antwerpen België t (0) f (0) info@b-architecten.be

2 INHOUD 0. INLEIDING 1. OBSERVATIES 2. INPLANTING 3. CONCEPT 4. REFERENTIES 5. PROGRAMMA 6. KUNSTINTEGRATIE 7. PLANNEN, SNEDES, GEVELS 8. CAPACITEIT 9. BRANDCOMPARTIMENTERING 10. VISUALISATIES 11. STABILITEIT 12. TECHNIEKEN 12A. HVAC 12B. ELECTRICITEIT 13. RAMING

3 0. INLEIDING Deze nota is een bijlage bij het voorontwerp voor de vernieuwbouw van het Monnaiehuis tot het Vlaams Communicatiecentrum Brussel, gelegen Schildknaapstraat te Brussel. In dit voorontwerp worden de uitgangspunten van het schetsontwerp verder uitgediept. We hopen dat U in deze documenten de geestdrift en de creativiteit terugvindt waarmee wij aan dit voorontwerp werkten. ARCHITECTUUR B-architecten bvba Borgerhoutsestraat 22/01 B 2018 Antwerpen t f STABILITEIT Studieburo Mouton bvba Koningin Astridlaan 225 B 9000 Gent t f SPECIALE TECHNIEKEN Abetec nv Industrieterrein Hoogveld zone C Vlassenhout 8 B 9200 Dendermonde t f

4 1. OBSERVATIES In het Vlaams Communicatiehuis Brussel zal de bezoeker in contact komen met de verschillende diensten die de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie aanbieden. Het Vlaams Communicatiehuis Brussel dient een informatiecentrum te zijn dat maximaal haar informatie toont en verspreid. Deze interactie zal op verschillende schalen gebeuren : stedenbouwkundig dankzij de strategische inplanting van de gebouwen, architecturaal door de zonering en interne relaties in het gebouw, zowel ruimtelijk gebeuren, interactief door folders, displays en informatieschermen en een uitmuntende diensverlening. Het Vlaams Communicatiehuis Brussel zal een gebouw zijn met vele kamers, dat uitnodigend, zichtbaar en vooral herkenbaar moet zijn. Het Vlaams Communicatiehuis Brussel moet iets hebben van een thuis. Een plek waar je aangenaam kan verblijven op huiskamerniveau. Elke gebruiker en bezoeker heeft recht op zijn portie vriendelijk en huiselijk comfort : de medewerker in zijn werkruimte, de bezoeker op zoek naar informatie en het personeel bij de uitvoering van haar taken.

5 2. INPLANTING Wat het Vlaams Communicatiehuis zo aantrekkelijk maakt, is het feit dat het de potentie heeft om de wrijvingszone te worden van de omliggende programma s : tussen de Muntschouwburg en het muntcentrum, tussen de drukke Nieuwstraat en het nieuwe hotelcomplex, tussen het Vlaams-Nederlands huis de Buren en de Schildknaapstraat. Het Vlaams Communicatiehuis vormt hierdoor een belangrijk knooppunt in het stedelijke, culturele en administratrieve Brusselse netwerk. Wat er aan het Monnaie House op dit moment ontbreekt, is een plek die de bezoekers kunnen bezoeken, waar zij informatie kunnen krijgen en geven. Een hal die interactie toelaat tussen bezoekers, cultuurliefhebbers en vertegenwoordigers van het Communicatiehuis. Een ruimte waar je kan komen zonder er hoeven te zijn, een overdekte beschutte hal die publiek is maar toch privaat, een semi-openbare ruimte die onder toezicht staat. De nieuwe Agora zal het Communicatiehuis maximaal verankeren in haar stedelijke context. Een hal om geïnformeerd te worden, een hal waar de werking van het communicatiecentrum zichtbaar is en blijft. Om het Communicatiehuis zich maximaal te laten verankeren in haar omgeving is het belangrijk dat het in contact staat met haar onmiddellijke omgeving. In de toekomst zal het Communicatiehuis toegankelijk zijn langs de vier zijden van het gebouw : aan het Muntplein, de Koninginnestraat, de Leopoldstraat en de Schildknaapstraat bevinden zich de respectievelijke toegangen van het complex.

6

7 3. CONCEPT Het bestaande complex bestaat uit drie gebouwen : het Monnaiehouse dat een voormalig kantoorgebouw is, het 19de eeuwse Schildknaapgebouw en de nachtwinkel. Het Monnaiehouse heeft vandaag een introverte uitstraling aan het Muntplein en zeven verdiepingen van elk 2.60 hoog. Het Vlaams Communicatiehuis dient een publiek gebouw te worden waar binnenkort minimum 300 bezoekers per uur zullen ontvangen worden. Het Vlaams Communicatiehuis zal ook enkele karaktervolle publieksruimtes bevatten : de Agora, het uitleencentrum, de stadsstudiezaal, de multifunctionele ruimte, het salon en het café. De toegangszone aan het Muntplein wordt dubbelhoog gemaakt. Hierdoor krijgt de overdekte toegang tot het communicatiecentrum een meer stedelijke schaal en staat ze in verhouding met het Muntplein. Door de toegangszone dubbelhoog te maken refereert ze duidelijk naar de bestaande collonade van de Muntschouwburg. De gevels van het 19de eeuwse gebouw aan de Leopoldstraat worden terug in hun oorspronkelijke toestand gerestaureerd. Achter deze nieuwe openingen zal het café zichtbaar zijn. Vier van deze publieksruimtes (de Agora, het uitleencentrum, de stadsstudiezaal en de multifunctionele ruimte) zijn ondergebracht in het Monnaiehouse. Het zijn dubbelhoge ruimtes die verspreid liggen in het gebouw. Via brede trappen slingert de bezoeker door het gebouw op zoek naar informatie. Er ontstaat een maximale communicatie tussen de verschillende diensten en ruimtes die de verschillende activiteiten van het Monnaie House zullen toelaten en zelfs stimuleren.

8 4. REFERENTIES flightcases B-architecten, KIDS by Women s Secret, Spanje bouquinistes, Paris

9 5. PROGRAMMA De verschillende programmaonderdelen en hun inplanting uit het schetsontwerp werden sindsdien verder bedacht en verfijnd; DUBBELHOGE RUIMTES STADSSTUDIEZAAL AGORA CIRCULATIE MULTIFUNCTIONELE RUIMTE UITLEENCENTRUM De Agora op het gelijkvloers wordt verder uitgewerkt als een eerstelijns informatiepunt dat de bezoekers van het VCHB ontvangt en verder wegwijst naargelang hun specifieke noden. Een directe en uitnodigende relatie met de omgeving wordt bekomen door deze dubbelhoge ruimte te omgeven met een maximaal transparante en structurele glasgevel. Zodanig wordt de Agora rechtstreeks gelinkt met het publiek karakter van het omgevende Muntplein, zodat ook toevallige passanten makkelijk verleid kunnen worden tot een bezoek. Als publieke plek bij uitstek biedt de Agora bovendien de ideale kans om op doeltreffende wijze kunst in het Vlaams Communicatiehuis te integreren. De gevel van het 19de-eeuwse Schildknaapgebouw wordt geherwaardeerd tot zijn oorspronkelijke toestand; de originele opstand en gevelritmering worden hersteld en de toegangsdeuren tot de central zullen in deze opzet geïntegreerd worden. Centraal in het Monnaiegebouw verspreidt de boekentoren over alle verdiepingen zijn informatie via verschillende media (zie ook hoofdstuk Capaciteit). Op het niveau van de Agora zal deze centrale kern functioneren als een billboard, een gids voor het VCHB. De verscheidene programmaonderdelen van de Agora worden rechtstreeks of onrechtstreeks geïntegreerd in deze centrale toren; specifieke vragen van bezoekers kunnen op oproep behandeld worden aan één van de uitklapbare balies, vitrines tonen producten van de Brussels Shop, wachtenden worden geïnformeerd en aan de zijde van de Schildknaapstraat wordt er een kranten- en weekbladenhoek voorzien. Langsheen deze boekentoren leidt een brede trappenpartij naar een volgende publieksruimte; het uitleencentrum zal als primaire transitzone functioneren; specifieke informatie wordt verschaft en media zal zelfstandig of met hulp van het bibliotheekpersoneel uitgeleend kunnen worden. Het uitleencentrum wordt zowel van binnenuit als in de gevel geaccentueerd door middel van dubbelhoge erkers: twee glazen kijkdozen reiken naar buiten en gaan een duale relatie aan met het Muntplein en de Schildknaapstraat. De kinderbibliotheek wordt samen met de baby- en peuterhoek als aparte afdeling beschouwd en wordt dan ook uitgewerkt als een afgesloten ruimte; kinderpoortjes behoeden de bezoekertjes voor verdwalen en garanderen een eenvoudig overzicht voor zowel bezoekers als personeel. Een speelse en vriendelijke invulling van deze cluster wordt ontwikkeld, onder de trap komt een knusse vertelhoek met alle faciliteiten en ook de werkplekken worden ontworpen op maat van de kleinsten. Op de passerelle, die hier integraal tot de kinderafdeling toebehoort, wordt het een wederkerig gadeslaan tussen groot en klein. Onderweg naar de stadsstudiezaal passeert men de cluster Fictie Volwassenen. Zoals de andere clusters wordt deze ruimte opgevat als een rustiger, meer afgesloten onderdeel van het VCHB. Het repetitieve grid van de boekenrekken beaamt dit karakter en wordt aangesterkt met lees- en werkzones. Voor de bibliotheekrekken wordt een flexibele module ontwikkeld om

10 bezoekers en bibliotheekpersoneel een eenvoudig gebruik en instandhouding te garanderen. Extra aandacht wordt besteed aan de specifieke media in de bibcluster Kunst-Klank-Beeld: aangename lees- en luisterplekken met uitzicht naar buiten of lager gelegen circulaties worden voorzien en ook hier biedt een glazen erker een unieke uitzicht op het Muntplein en zijn omgeving. Elke bibcluster wordt daarnaast ook voorzien van een nabijheidskantoor dat centraal wordt ingeplant en voorzien is van alle nodige logistieke en sanitaire voorzieningen. Op strategische plaatsten nabij de belangrijke circulatieroutes wordt ruimte geboden aan de evenementenplekken, die tijdelijk en voor allerlei doeleinden ingericht kunnen worden. DATA/OPSLAG KUNST-KLANK-BEELD LETTERKUNDE-GESCHIEDENIS-GEOGRAFIE De passerelles in de dubbelhoge ruimtes die de centrale kern overal bereikbaar maken zijn afgeboord met individuele werkplekken, voorzien van regelbare verlichting en aansluitingen op data- en elektriciteitsnet. Ze worden constructief en visueel als losstaande ingreep op het bestaande gebouw opgevat, zo zal hier de vloeropbouw minder zwaar zijn dan deze van de bestaande betonconstructie. Met een geribde houten afwerking dragen ze bovendien bij aan het akoestisch comfort in de dubbelhoge ruimtes. FICTIE Op het derde niveau wordt de stadsstudiezaal een stille, afgesloten en dubbelhoge ruimte die met zijn drie gevels en bijhorend daglicht en uitzicht een aangenaam werkklimaat zal leveren. Alle werkplekken worden ook hier voorzien van data- en stroomtoevoer. KINDERBIB WETENSCHAP-TECHNIEK-HOBBY De polyvalente ruimte op verdieping vijf werd verder verfijnd als een volledig uitgeruste auditoriumzaal met een tribune voor tachtig personen. Daarbij wordt een ruime foyer voorzien zodanig dat deze ruimte, net zoals het café, salon en seminarielokalen in het huidige Schildknaapgebouw volledig autonoom en los van de bibliotheek kan gebruikt worden. EVENEMENTENPLEKKEN STADSSTUDIEZAAL AGORA MULTIFUNCTIONELE RUIMTE DISPLAYS SEMINARIELOKALEN SALON CAFE Circulatie binnen dit afzonderlijk functioneerbaar gedeelte de central gebeurt via een nieuw atrium dat, op de plaats van het huidige nachtwinkelgebouw, de verschillende niveaus van het Monnaiegebouw en Schildknaapgebouw verbindt. Het atrium krijgt net zoals de Agora een maximaal transparante gevel opgebouwd uit een structuur van grote glasvlakken en glazen ondersteunende vinnen. De belasting wordt verder overgedragen op de betonnen structuur van de trappen en borstweringen. De circulatieroutes via de brede trappen en doorheen het atrium worden aangevuld met drie personenliften, die eveneens tot op het kelderniveau met het algemene sanitair en vestiaire reiken. De logistieke circulatie vertrekt bij de laad- en loszone aan de kant van de Koninginnestraat en bedient via een vierde lift de archieven en stocks op de kelderverdieping, de verschillende bibclusters, het café, salon en het central back office op de zesde verdieping. De kelderverdieping wordt gereorganiseerd om een optimale doorstroom van mensen en goederen te voorzien, waarbij circulaties van food en non-food zo veel mogelijk gescheiden worden gehouden. Lokalen voor personeel worden uitgerust met een kitchenette, sanitair en douches.

11 PRINCIPESNEDE DOOR DUBBELHOGE CIRCULATIE

12 PRINCIPESNEDE DOOR ERKER BIJ UITLEENCENTRUM

13 6. KUNSTINTEGRATIE Met de kunstcel van de Vlaamse Bouwmeester werden twee pistes rond kunstintegratie in het Vlaams Communiatiehuis uitgewerkt. Een eerste piste houdt een ingreep in de gevel in. In samenwerking met de architect, intervenieert de kunstenaar in de gevel. De grote glaspartijen met glazen vinnen op het straatniveau, de grote glazen erkers, de beglaasde gevel van het trappenhuis, of net de gesloten betonnen panelen: stuk voor stuk elementen die zich hier bij uitstek voor lenen. Een tweede piste omvat een autonoom kunstwerk aan de gevel. De kunstenaar grijpt niet rechtstreeks in op de architectuur van het gebouw, maar voegt in samenspraak met de architect- een autonoom werk toe. Centraal staat de idee van communicatie: doel is de voorbijganger te stimuleren, zijn verbeelding prikkelen en hem aan te moedigen het Huis van de Communicatie te betreden. Enkele nationale en internationale kunstenaars die in aanmerking komen: Liam Gillick Dominique Gonzalez-Foerster Ann Veronica Janssens Carsten Nicolai Joelle Tuerlinckx Richard Venlet Pieter Vermeersch

14 7. PLANNEN, SNEDES, GEVELS

15

16

17

18

19

20

21

22

23

24

25

26

27

28

29 8. CAPACITEIT EVENEMENTEPLEKKEN LAGE REKKEN (4 leggers) CENTRALE BOEKENTOREN (6 leggers) TIJDSCHRIFTEN (20 titels/m) OVERIGE MEDIA Langsheen het parcours doorheen het VCHB liggen de verschillende publieksruimtes, evenementenplekken en bibclusters. De gevraagde capaciteit voor deze programmaonderdelen wordt opgevangen door de centrale kern, de dubbelhoge ruimtes, de verschillende ruimtes in het Schildknaapgebouw en de bibclusters met hun karakteristiek repetitief ritme. De centrale kern zal, wegens zijn duidelijke aanwezigheid op alle verdiepingen, een eenvoudig toegankelijke bron van informatie zijn, en dat aan de hand van zowel fysieke als digitale media. Er werd een flexibel grid ontwikkeld van modules van 90cm breed, die enerzijds een aantal leggers kunnen bevatten of anderzijds de weerkerende elementen zoals displays, informatiepanelen en -schermen, waterkraantjes, digitale raadpleging, vitrines etc. Bovenin deze module wordt ruimte voorzien voor de nodige technieken. Voor de berekening van de capaciteiten wordt een configuratie met zes leggers (met vrije hoogte 32cm) beschouwd. De lagere rekken in de bibclusters zijn opgebouwd volgens dezelfde module en zijn 4 legplanken of 155cm hoog, inclusief 15cm plint, zodat elke legger zonder overdreven reiken of bukken bereikt kan worden. Ze worden geplaatst in relatie tot het grid van uitsparingen in het bestaande plafond met een onderlinge zijdelingse afstand van 1,65m. In de kinderbibliotheek worden de rekken beperkt tot 3 legplanken of 120cm; ook aan de centrale kern worden slechts 3 lagen ingerekend. De verschillende evenementenplekken en publieksruimtes worden aangeduid met hun oppervlakte.

30 0 KRANTEN- EN WEEKBLADENHOEK (20 titels/m) 15m*20 = 300 titels OVERIGE MEDIA boekentoren 36.4m*6 = 218.4m EVENEMENTENPLEKKEN agora 545m² café 164m²

31 +1 B.1.1. KINDERBIB (6-12jr) GEVRAAGD 227m leggers tijdschriften ONTWERP lage rekken (3 lagen) 46.80m *3= m boekentoren (3 lagen) 32.05m *3= 96.15m tijdschriften (10 titels/m) 2.00m *10= 20 titels totaal m leggers 20 titels tijdschriften B.1.3. BABY- EN PEUTERHOEK GEVRAAGD 6m leggers 23 bakken ONTWERP lage rekken (3 lagen) 3.00m *3= 9.00m totaal 9.00m leggers 23 bakken OVERIGE MEDIA boekentoren (6 lagen) 21.95m *6= m EVENEMENTENPLEKKEN displays 32m²

32 +2 B.2.1 FICTIE VOLWASSENEN GEVRAAGD 1035m leggers 36m bakken strips ONTWERP lage rekken (4 lagen) m *4= m boekentoren (6 lagen) 52.40m *6= m totaal m leggers 36m bakken strips +4

33 +2 B.1.2. ADOLESCENTENBIB (12-15jr) GEVRAAGD 80m leggers ONTWERP lage rekken (4 lagen) 12.00m *4= 48.00m boekentoren (6 lagen) 19.80m *6= m totaal m leggers +2 EVENEMENTENPLEKKEN salon 95m²

34 +3 B.3.1. WETENSCHAP TECHNIEK HOBBY GEVRAAGD 545m leggers 100 titels tijdschriften ONTWERP lage rekken (4 lagen) 93.60m *4= m boekentoren (6 lagen) 29.80m *6= m tijdschriften (20 titels/m) 10.00m*20= 200 titels totaal m leggers 20 titels tijdschriften +3 OVERIGE MEDIA boekentoren (6 lagen) 29.40m *6= m EVENEMENTENPLEKKEN stadsstudiezaal 210m² displays 181m² totaal 391m²

35 +4 B.3.1. LETTERKUNDE GESCHIEDENIS GEOGRAFIE GEVRAAGD 200m leggers 150 titels tijdschriften ONTWERP lage rekken (4 lagen) 52.20m *4= m tijdschriften (20 titels/m) 9.00m*20= 180 titels totaal m leggers 180 titels tijdschriften +4 OVERIGE MEDIA boekentoren (6 lagen) m *6= m EVENEMENTENPLEKKEN seminarielokalen 125m² displays 137m² totaal 262m²

36 +5 B.5.1. KUNST KLANK BEELD GEVRAAGD 375m leggers 70 titels tijdschriften 600m bakken ONTWERP lage rekken (4 lagen) 52.20m *4= m boekentoren (6 lagen) 32.50m *6= m tijdschriften (20 titels/m) 8.00m*20= 160 titels totaal m leggers 160 titels tijdschriften +5 OVERIGE MEDIA boekentoren (6 lagen) 17.60m *6= m EVENEMENTENPLEKKEN displays 127m² multifunctionele ruimte 80m² totaal 207m²

37 9. BRANDCOMPARTIMENTERING Langsheen Enkele aanpassingen het parcours zijn doorheen toegevoegd het na VCHB het liggen verkrijgen de verschillende advies publieksruimtes, van de brandweer evenementenplekken dd 15/11/2007: en bibclusters. De van het gevraagde capaciteit voor deze programmaonderdelen wordt opgevangen Om het gebouw door de sprinklervrij centrale kern, te houden dubbelhoge kunnen maximaal ruimtes, de 3 verschillende (duplex)niveaus ruimtes met in elkaar het Schildknaapgebouw in verbinding staan. en de bibclusters x 2 met Er dient hun karakteristiek een degelijke repetitief rookevacuatie ritme. van het kleine atrium als verbinding tussen de twee gebouwen voorzien worden. De centrale kern zal, wegens zijn duidelijke aanwezigheid op alle verdiepingen, Er worden 6 verzinkt een eenvoudig stalen brandschermen toegankelijke bron (electrisch van informatie aangedreven, en dat 60 aan minuten de hand brand- van zowel en rookwerend fysieke als volgens digitale media. Europese Er zijn, werd norm een NEN-EN flexibel :2001) grid ontwikkeld geïnstalleerd van modules zodat van er 90cm in het breed, monnaiegebouw enerzijds in een totaal aantal 6 compartimenten leggers kunnen ontstaan. bevatten of anderzijds die de Schildknaapgebouw: weerkerende elementen elke verdieping zoals displays, apart informatiepanelen compartiment. en -schermen, Atrium: rookgasafvoer waterkraantjes, via koepel digitale in raadpleging, dak. vitrines etc. Bovenin Bij brand deze worden module de liften wordt afgeschermd ruimte voorzien door voor brandwerende de nodige schuifdeuren. Voor de berekening van de capaciteiten wordt een con- techniekenfiguratie met zes leggers (met vrije hoogte 32cm) beschouwd. De lagere rekken in de bibclusters zijn opgebouwd volgens dezelfde module en zijn 4 legplanken of 155cm hoog, inclusief 15cm plint, zodat elke legger zonder overdreven reiken of bukken bereikt kan worden. De verschillende evenementenplekken en publieksruimtes worden aangeduid met hun oppervlakte. BRANDSCHERM

38 ZICHT OP DE ZUID- EN WESTGEVEL 10. VISUALISATIES

39 ZICHT OP AGORA, CENTRALE KERN EN UITLEENCENTRUM

40 ZICHT VANUIT ADOLESCENTENBIB NAAR STADSSTUDIEZAAL EN BIBCLUSTER FICTIE

41 ZICHT VANUIT DE STADSSTUDIEZAAL

42 STADSSTUDIEZAAL

43 11. STABILITEIT BESCHRIJVENDE NOTA 01 wegbreken van de vloerplaten Het wegbreken van vloerplaten is vanuit het oogpunt stabiliteit een positieve ingreep. Het Monnaie House is geconcipiëerd als een kantoorgebouw zonder publieke functie. We kunnen hierbij veronderstellen dat de overwogen gebruikslast toen op maximum 3kN/m² werd gesteld. In de voorstudie werd vastgesteld dat voor de functies die het VCHB zal herbergen, een gebruikslast van 4,5kN/m² in acht dient genomen te worden, oftewel een toename van minimum 1,5kN/m². Dat impliceert een meerbelasting van de structurele elementen, zijnde de vloerplaten, de balken, de kolommen en de funderingen. Wat de platen en de balken betreft, kunnen we op basis van beperkt destructief onderzoek, stellen dat deze meerlast mogelijk moet zijn. Grondiger onderzoek (ferroscan) van de wapeningen dient deze hypothese te bevestigen. Wat de kolommen en de funderingen betreft, werden de meerlasten in de nota van 16/04/2008 reeds begroot op basis van het schetsontwerp. Dankzij het wegsnijden van de vloerplaten zouden deze meerlasten, op enkele uitzonderingen na, niet meer dan 13% bedragen. Bijkomende ingrepen op de funderingen zouden hierdoor zeer beperkt tot onbestaande zijn. In de raming werd bij het begroten van de eenheidsprijs voor het wegsnijden van de vloerplaten rekening gehouden met de specifieke uitvoeringsmodaliteiten. 02 versterken van de kolommen Door het wegsnijden van de vloerplaten vergroot de kniklengte van enkele kolommen. We onderscheiden centrale kolommen en de kolommen in de gevel die ook aan windlasten onderhevig zijn. Voor de centrale kolommen zal het onderzoek van de wapeningen moeten uitwijzen of er bijkomende maatregelen genomen dienen te worden. Eventuele versterkingen kunnen gebeuren door een stuk beton bij te storten, door met een staalconstructie te versterken of door koolstofvezelstrips in de kolom te integreren, die de koppeling tussen de 2 segmenten van de kolom verbinden. Voor de kolommen in de gevel wordt een versterking met een staalconstructie voorzien, die de windlast opneemt en als knikverstijver kan werken. 03 gevelelementen In de gevel worden de 5 erkers verwijderd. Tussen de assen HH en II worden op de 2 de verdieping bijkomend 2x3 gevelpanelen verwijderd, omdat de oude erker vervangen wordt door een dubbelhoge erker. Deze nieuwe erkers worden voorzien van een vloerplaat die aan de bestaande constructie wordt aangestort. Daarnaast worden op de 3 de, 4 de, 5 de en 6 de aan de Koninginnestraat nog eens 2 gevelpanelen verwijderd om alle vloeren met een werflift bereikbaar te maken. Op die manier ontstaat op iedere verdieping een opening van 3m om puin af te voeren en materieel aan te voeren. 04 stalen vakwerk boven multifunctionele ruimte Het verwijderen van een kolom in de multifunctionele ruimte, houdt in dat de bovenliggende vloerplaat en dakconstructie op een andere manier dient af te dragen. Door een stalen vakwerkligger in de technische ruimte te integreren, kan de te verwijderen kolom overbrugd worden. De bestaande balk boven de multifunctionele ruimte blijft bewaard. In uitvoering zal eerst de vakwerkligger geplaatst worden. Vervolgens wordt de onderliggende, bestaande betonbalk aan deze vakwerkligger bevestigd. Daarna wordt de vakwerkligger opgespannen tot de onderliggende betonkolom de puntlast die de betonbalk op de betonkolom overzet, volledig door de vakwerkligger wordt gedragen. Nadien kan de betonkolom afgebroken worden. De randkolom ter hoogte van de herenwoning, waarop de nieuwe vakwerkligger afdraagt, wordt merkelijk meer belast in deze nieuwe situatie. Nazicht van de wapening zal uitwijzen of deze kolom al dan niet versterkt dient te worden. Ook inzake de fundering van deze kolom zal meer info over het bestaande funderingssysteem richtinggevend zijn, om de nodige ingrepen in de ondergrond uit te werken. 05 passerelle langs koker-boekenkast De passerelles langs de boekenkast worden uitgevoerd in beton van ongeveer 230mm dik. Het eigengewicht van deze betonconstructie wordt zoveel mogelijk verlicht door polystyreen in het beton in te werken. Ter hoogte van de kern waar het buigend moment het grootst is, dient de bovenwapening doorgekoppeld te worden naar de plaat van de kern. Gezien het bovenpeil van de vloerplaat van de kern enkele centimeter lager ligt, kan de koppeling van de wapening gebeuren door het gieten van een bijkomende druklaag op de vloeren van de kern.

44 06 liftput Monnaie House Verder onderzoek van de ondergrond (inspectieputten, sonderingen, grootte van de ruimte op - 2, ) moet uitwijzen hoe het bestaande gebouw gefundeerd werd (palen, ). Op basis van deze gegevens kan een fundering voor een nieuw te plaatsen lift geconcipiëerd worden. 07 vervanging vloeren in herenwoning Voor de herenwoning wordt geopteerd om de houten vloeren te vervangen door vloeren in potten & balken. De overspanningen van deze vloeren worden door staalprofielen zo klein mogelijk gehouden om de meerlast op het gebouw t.o.v. houten vloeren zoveel mogelijk in te perken. 11 onvoorziene zaken 10% van het ramingsbedrag werd toegevoegd voor onvoorziene zaken. 12 verhogen dak (facultatief) Deze optie werd door de bouwheer in overweging genomen om de functionaliteit van de dakverdieping te verbeteren. Bij deze optie, hoe dun de vloer ook uitgevoerd kan worden, zal er sowieso een meerlast op de bestaande fundering plaatsvinden. Bijkomend onderzoek van de funderingen van de herenwoning (inspectieputten en sonderingen) zullen meer inzicht bieden of de optie voor potten & balken wenselijk is voor de bestaande funderingen. Indien dit niet wenselijk is, zal willens nillens teruggegrepen dienen te worden naar houten vloerconstructies. 08 trappenhal en liftkoker in herenwoning De trappenhal en de liftkoker in de herenwoning worden uitgevoerd in beton. Om voor de lift een stop te voorzien op -1, dient de vloer van niveau -1 uitgediept te worden. Ondervangingswerken van de omringende muren zijn hierbij niet uit te sluiten. Verder onderzoek van het aanzetpeil van de fundering zal hierover uitsluitsel bieden. 09 weghalen en ondervangen muur café herenwoning Op het gelijkvloers wordt een centrale draagmuur van de herenwoning open gemaakt. Een betonconstructie (balk + kolommen) ondervangt de bovenliggende muren. 10 traphal zijde schildknaapstraat Deze post omvat de nieuwe traphal op de plaats waar zich nu de nachtwinkel bevindt. Naast de diverse trappen die in beton zullen uitgevoerd worden (incl. ballustrade), omvat deze post ook de achterliggende structuur die de glasgevel voldoende stabiliteit biedt (windlast, eigengewicht, ), en de aansluitingen met de belendende gebouwen. Bij die aansluitingen dient rekening gehouden te worden dat het Monnaie House en de herenwoning twee onafhankelijke constructies zijn.

45 12. TECHNIEKEN 12A. HVAC ABETEC NV architecten & ingenieurs VCHB blz 1/12 ABETEC NV architecten & ingenieurs VCHB blz 2/12 PROJECT: VLAAMS COMMUNICATIE HUIS BRUSSEL - VCHB OPDRACHTGEVER: VLAAMSE GEMEENSCHAP- AGENTSCHAP VOOR FACILITAIR MANAGEMENT AFDELING GEBOUWEN 1. VOORSTEL NIEUWE INSTALLATIES 2.1. MUNTPLEIN 6 CENTRALE INSTALLATIES VOOR VERWARMING Warmteproductie: VOORONTWERP HVAC De warmteproductie voor het gebouw Muntplein wordt voorzien in de stookplaats op de zevende verdieping (dakniveau). Voor de productie worden 2 aangeblazen modulerende (1:12) condenserende HR ketels voorzien, aardgasgestookt. In tegenstelling tot het schetsontwerp waar er ketelpompen en een evenwichtsfles was voorzien, wijzigen wij dit principe. Aangezien er bij de moderne ketels geen minimale doorstroom debiet en geen minimale retourtemperatuur wordt opgelegd vereenvoudigd dit het hydraulisch schema en is ook economischer in verbruik. Door de modulatie van het vermogen toe te passen kan het jaarrendement worden geoptimaliseerd door de temperatuur van de verbrandingsproducten en het aantal aan/uit cyclussen te verminderen. Dit heeft als gevolg dat er minder stilstandsverliezen zijn en minder NOx emissies. De primaire kring wordt zodanig voorzien dat de warmtepomp er kan worden bijgeschakeld Hydraulisch circuit, onder- en bovenverluchting, gasaansluiting, schakel- en verdeelkast en schouwen worden voorzien. De primaire (Tichelman) collector van de productie wordt aangesloten op de nieuwe distributiecollectoren die voorzien worden van frequentie gestuurde pompen (variabel debiet in functie van de behoefte). De kringen worden weersafhankelijk geregeld met elektronische digitale regelaars. De volgende kringen worden voorzien: - Ventilo-convectoren gevel NW verdiepingen Ventilo-convectoren gevel ZW verdiepingen Ventilo-convectoren gevel ZW verdiepingen 0 en -1 - Ventilo-convectoren gevel NO verdiepingen 0 en -1 - Luchtgroep technische ruimte kelderverdieping - Luchtgroepen technische ruimte bovenverdieping - Ventiloconvectoren gevel NO verdiepingen Gebouw Schildknaapstraat Voor maximale besparing kunnen de zone s en lokalen uitgerust met een aanwezigheidvoeler, die bij niet gebruik van het lokaal de installatie op verlaagd regime plaatst. Alle ruimteregelaarsgegevens kunnen statistisch worden geëvalueerd en weergegeven op een centraal punt (GBS). Individuele bediening van de installatie per zone, kan gebeuren door middel van afstandsbediening. Op die manier kan evaluatie, foutdiagnose, controle van statussen, klokken, temperaturen, storingen, standen van corrigerende organen vlot gebeuren. Tevens gaat het "GBS" centrale de feedback geven naar warmte- en koudeproductie, en deze optimaal te genereren volgens de ogenblikkelijke vraag. Omschakeling verwarming koeling Een regelaar aan/uit in functie van de buitentemperatuur of binnentemperatuur vrij programmeerbaar, schakelt de verwarming uit als de buitentemperatuur zo hoog is dat er niet meer dient verwarmd te worden (instelbaar). Als de gemiddelde waarde gelegen is tussen 21 en 23 C wordt er niet verwarmd en gekoeld (instelbaar). Als de gemiddelde waarde hoger is dan 23 C,schakelen de gemotoriseerde kranen om naar de koeling. Het is mogelijk verschillende regelaars te koppelen volgens de indeling van de lokalen, zodat er een minimale programmatie dient verwezenlijkt te worden. De verticale hoofdleidingen liggen in de bestaande verticale schachten (K1 tot K 6)de horizontale verdeling gebeurd achter de ventiloconvectoren. Per ventiloconvector worden afsluitkranen voorzien.. Bestaande schouwen: De bestaande schouwen zijn in metselwerk en voldoen niet voor een condenserende ketel en worden vervangen door aangepaste schouwen. Aardgastoevoer: De bestaande gastoevoer en leiding wordt behouden. Het gebouw van de Schildknaapstraat wordt op dezelfde teller aangesloten. De conciërge woning krijgt een aparte teller. De regeling zal gebeuren met ventilo-convectoren opgesteld in projectomkasting langs de buitengevels, individueel geprogrammeerd in groep volgens de functie van de lokalen. Werkend op dag en nachtregime, vrij programmeerbaar volgens de activiteiten die plaats vinden. De ventiloconvectoren worden voorzien van buitenlucht,via de centraal opgestelde luchtgroepen. De regeling per ventilo-convector wordt als volgt verwezenlijkt: Per ventilo wordt een modulerende regelaar ingebouwd (AS). De regelaar kan met andere regelaars communiceren via een aan te brengen busverbinding. Via een communicatie is het mogelijk met een centraal GBS systeem te communiceren. Op iedere batterij wordt een gemotoriseerde tweewegkraan geplaatst. Via een buitenvoeler, zal de koeling vrijgegeven worden, De programmatie gebeurd via het GBS. De buitentemperatuur wordt doorgegeven via de bus. Deze regelaar werkt volledig gedecentraliseerd - autonoom, maar bezit een databus om deze te koppelen met het GBS. Op die manier regelt en bewaakt het "GBS" individuele ruimtetemparatuurregelaars en schakelapparatuur, waardoor aan de individuele conforteisen van de gebruikers van het gebouw worden voldaan. D.w.z.: temperaturen, bezettingsgraden, optimalisatie per zone,... Energiegebruik gekoppeld aan de vraag: door het "GBS" wordt het mogelijk alle ruimteregelaargegevens te ontvangen, te evalueren en te gebruiken voor het op de vraag afgestemd verdelen van energie HVAC HVAC

46 ABETEC NV architecten & ingenieurs VCHB blz 3/12 ABETEC NV architecten & ingenieurs VCHB blz 4/12 INSTALLATIES VOOR VERWARMING, VERLUCHTING, KLIMAATREGELING Dakverdieping Belangrijke bouwkundige bemerkingen: De specifieke constructie van het gebouw ( beperkte plafondhoogte,bestaande schachten en geen tussenverdieping) en de beperkte technische ruimte op de bovenverdieping waar alles gecomprimeerd staat opgesteld, beperken uiteraard de keuze van de technische installaties. Het dient ook opgemerkt dat de technische uitrusting op de verdieping is uitgevoerd vooraleer dat het dak is geplaatst. Dit impliceert ook dat het bestaande dak zal moeten verwijderd worden om de bestaande (versleten en niet aan de wetgeving beantwoordende) toestellen te verwijderen en de nieuwe binnen te krijgen. Daarna dient een het dak hersteld of vernieuwd te worden. Dit zal gebeuren in overleg met de ingenieur stabiliteit,zoals afgesproken op de ontwerpvergadering. In bijlage plan met de afmetingen en gewichten van de voornaamste grote toestellen (ketels, luchtgroepen, koelgroepen,..) die dienen binnengebracht te worden in de technische ruimte. ( Plan nr. C03/03) Omschrijving van de installaties : WARMTE PRODUCTIE Deze ketels voeden een collector waar de verdeling gebeurt via verschillende kringen, weersafhankelijk geregeld per gevelkring. De expansie is van het type met constante druk. De hoofd verdeling gebeurt horizontaal in de technische ruimte,waar dan verticaal wordt afgetakt in de voorziene kokers langs de buitengevel. Per verdieping wordt hier afgetakt en horizontaal verdeeld per gevel. ( zie modelschema D-C01 en D-C02) KOELINSTALLATIE De huidige koelinstallatie dient verwijderd te worden daar ze nog werkt op R 22 en tekenen van erge slijtage vertoond (koeltorens). Hier is het meer zinvol om over te gaan op een ijswatercentrale warmtepomp voor simultaan koelen en verwarmen met 100 % energierecuperatie. Dit houd ook bouwkundige aanpassingen in op de technische verdieping. De verdeling van het ijswater zal op dezelfde manier gebeuren als de cv, dus variabel debiet. ( zie modelschema D-C03) LUCHT De bestaande luchtbehandelingsgroepen dienen vervangen te worden,door aangepaste groepen met variabel debiet in functie van de bezetting. De huidige gemetste filterinstallaties van de luchtgroepen dienen verwijderd te worden en dienen integraal deel uit te maken van de luchtgroepen. De hoofdkanalen op de technische verdieping dienen verwijderd te worden om de bestaande toestellen te verwijderen en de plaatsing van de nieuwe toe te laten. De hoofdkanalen dienen geïsoleerd te worden wat nu niet het geval is. Brandkleppen dienen voorzien te worden. De luchtgroep zal uitgerust worden met variabel debiet en met een elektronische DDC regeling gekoppeld aan een beheersysteem. ( zie modelschema D-C04) Verdiepingen VERWARMEN KOELEN VAN DE LOKALEN Het huidige principe van koelen en verwarmen via de gevels wordt behouden. Dit dient te gebeuren met ventilo-convectoren opgesteld in project omkasting. ( zie modelschema D-C08) Er wordt een voor weersafhankelijke voorregeling met nacht en weekend verlaging op het warm- en koudwater voorzien per gevel, met frequentie gestuurde pomp. De ventilo doet de bijregeling in functie van de bezetting. De regelaars worden aan elkaar gekoppeld volgens de indeling van de lokalen. Er zal een dode zone gecreëerd worden zodat gelijktijdig koelen en verwarmen uitgesloten is,met terugkoppeling naar de circulatoren. De toevoer van verse lucht zal op dezelfde manier gebeuren als de bestaande (per ventilo), daar de kanalen in de gevelelementen verwerkt zijn. De verouderde flexibels van de eindunits worden vervangen, door nieuwe zodat lekverliezen worden vermeden. De ventilo-convectoren worden uitgerust met een raamcontact,bij opening van een raam zal dan de ventilo uitgeschakeld worden. De ventilo zijn per zone gekopped en programmeerbaar via het gebouwenbeheersysteem. ( zie modelschema D-C06) Daar waar hoge warmtewinsten te verwachten zijn door kortstondige aanwezigheid in bijvoorbeeld introductieruimte,seminarielokalen zal bijkomend gekoeld en geventileerd om een behaaglijke temperatuur te verkrijgen. VENTILATIE De lokalen in de binnenzone gelegen worden mechanisch geventileerd via de bestaande schachten. Het plafond in deze zone zal verlaagd zijn. Regeling individueel per lokaal. SANITAIREN Verwarming: statisch met plaatstalen paneelradiator voorzien van thermostatische kraan. Extractie bedorven lucht via ventielen en kanaalwerk naar kanaalventilator in centrale technische koker. Voor de vijfde verdieping is een type plan uitgewerkt. ( Plan nr. C01/03) Automatische regeling Algemeen principe van de thermische installaties De regeling van de HVAC-installaties is van het DDC type, volledig met alle toestellen,onderdelen en draadverbindingen voor het geheel van de installaties. De werkingsprincipes dienen te voldoen aan de algemene regels van de automaticiteit en veiligheid. Algemeen dient gesteld dat het geheel van de installaties dient te streven naar een minimum energieverbruik. De DCC stations zijn vrij programmeerbaar. Er wordt een onafhankelijke regeling opgebouwd die toelaat een beheer uit te voeren. In het bijzonder dient voldaan aan onderstaande eisen : individuele temperatuurregeling Tijdsprogramma s Optimalisatieprogramma s De werkzaamheden omvatten: - het leveren en plaatsen van de apparatuur in de borden,volledig getest in de werkplaats HVAC of bij de borden bouwer,het ter plaatse opstellen en aansluiten op de diverse in- en uitgaande kabels. - het leveren en monteren en bedraden van alle corrigerende organen, opnemers, regelaars, schakel en signaleringsapparatuur. - het leveren en monteren van alle kabels en kabelgoten hiervoor,alsmede van de werk- en bedieningsschakelaars voor zover deze niet op of in eerder genoemde regelpanelen dienen te worden aangebracht. - het aansluiten van de elektrische bekabeling van alle bij dit bestek behorende apparatuur en motoren. - onder deze aansluitwerkzaamheden tevens te verstaan, het aansnijden van deze kabels, het invoeren in de betreffende regelpanelen, apparatuur en motoren en het afmonteren van de bekabeling, inclusief de benodigde hulpmaterialen zoals wartels,beugels en dergelijke. - Het inregelen,beproeven en bedrijfsvaardig opleveren van de regelinstallatie, alsmede het vervaardigen van inregelrapporten,revisietekeningen en bedieningvoorschriften HVAC HVAC

47 ABETEC NV architecten & ingenieurs VCHB blz 5/12 ABETEC NV architecten & ingenieurs VCHB blz 6/12 Regelapparaten Om het mogelijk te maken dat informaties hardwarematig op het GBS aangesloten kunnen worden zullen lokale gedistribueerde controllers worden voorzien. Ook onderstations of «AUTOMATISATIE STATIONS» genaamd. Een onderstation beschikt over een microprocessor en het nodige geheugen zodat het volledig autonoom kan functioneren. Een AS is vrij programmeerbaar d.m.v. een eenvoudige, makkelijk aan te leren programmeertaal. Een onderstation wordt voorzien van de nodige in- en uigangsmodules, in functie van de aan te sluiten entiteiten. De samenstelling van de I/O modules kan volledig willekeurig gebeuren, een eenvoudig systeem van adressering zal toelaten de verschillende I/O modules te identificeren. De modules zijn voorzien van LED s die de status van elk punt weergeven. Het systeem laat toe waarden en statusssen lokaal weer te geven, te schakelen en te positioneren en tevens is het mogelijk om tijds- en datum afhankelijke schakelprogramma s in te geven en wijzigen. Het wordt aangesloten op het DDC-PLC station en kan ook gebruikt worden als mobiele terminal. Het bevat alle informatie d.w.z. teksten, meetwaarden, enz van alle datapunten die op het betreffende onderstation opgeslagen zijn. Ze zijn in staat, bij wegvallen van de communicatie met de centrale verwerkingseenheid of een defect hiervan, de goede werking van de beheerde installaties verder te verzekeren tot de optredende storingen verholpen zijn. Tevens zijn alle aangesloten toestellen bij uitval van AS positief beveiligd. De basis software aanwezig in de onderstations biedt volgende mogelijkheden: - interpretatie van digitale informatie zoals alarmen,impulstellers,statuscontrole, ed. - interpretatie van analoge informatie zoals temperatuur, druk, vochtigheid, debiet, hoge en lage limieten, ed. - programmatie van logische functies - programmatie van regelfuncties - communicatie met een centrale verwerkingseenheid of lokale handunit. De verschillende functies worden verkregen door gebruik te maken van 3 menu s : - Menu 1 - toegangscode - alarmen, storingen - status- binaire metingen - meetwaarden - telwaarden - bedieningen met terugmelding - Menu 2 - Gewenste waarden/uitgangssignaal - Alle adressen - Tijdsprogramma s - Uurinstelling - Jaartabel - Zomer- wintertijd - Menu 3 - Parameters - Taalaanduiding nederlands De volgende functies dienen hard- en softwarematig aanwezig te zijn voor de volgende autonome onderstations. De onderstations vormen één geheel en zijn niet opgebouwd uit verscheidene modules. De gangreserve of batterij back up bij spanningsonderbrekingen zal de opgeslagen informatie (geprogrammeerd of berekend) kunnen behouden gedurende een periode van 5 jaar. Na een spanningsonderbreking zal de klok automatisch de juiste tijd weergeven. Een buffergeheugen kan tot 30 alarmen opslaan in afwachting dat de operator hiervan kennis heeft genomen. Alle functies dienen soft- en hardwarematig aanwezig te zijn eventueel als reserve voor latere uitbreiding / koppeling De regelafsluiters (twee- en driewegventielen) De gemotoriseerde regelafsluiters vormen een stevig en compact geheel, waarvan de servomotor en het mechanisch gedeelte afgeschermd zijn tegen stof vochtigheid en water De regelafsluiter moet samen met zijn servomotor zo gekozen worden dat elk pompeffect vermeden wordt. De gemotoriseerde regelafsluiters hebben een duidelijk afleesbare standaanduiding. De beide eindposities zijn aangeduid met de tekens 0 & I.De lifthoogte is tussen 15 en 30 mm. De gemotoriseerde regelafsluiters worden gevoed met een voedingsspanning lager of gelijk aan 24 VAC, en worden aangestuurd met een signaal 0-10 V, driepuntsignaal of A/N. De gemotoriseerde regelafsluiters hebben minimaal de drukklasse 16 bar en zijn van het type klep met zitting, met een zo klein mogelijke lek. Spindel en kegel in roestvast staal en as afdichting met fiberglas teflon dichting. De regel afsluiters zijn van hetzelfde merk als de regeling. Tot DN 50 schroefkoppeling met vlakke koppeling. Temperatuurvoelers De temperatuurvoelers zijn Ni dunfilmelementen (DIN 43760) 1000 Ohm met positieve temperatuurcoëfficiënt. Ze worden geplaatst waar de te meten grootheid homogeen is (minimum 1,5 meter na het mengpunt). De voelers die watertemperaturen meten moeten gemonteerd worden in een inschroefbare dompelbuis. De dompelbuis moet ongevoelig zijn voor mogelijke corrosie veroorzaakt door de vloeistof(fen) waarmee het in contact komt. De voelers die luchttemperaturen meten moeten zodanig geplaatst zijn dat ze niet beïnvloed worden door straling vanwege de nabijgeplaatste batterij, lampen, directe zonnestraling, enz. Ze worden geplaatst op een goed geventileerde locatie die als referentie kan gekozen worden voor de te meten grootheid. De voelers worden geplaatst volgens de richtlijnen van de leverancier in samenspraak met het studiebureau en de installateur. - Regeling van de ketels: o De vertrektemperatuur in de primaire kring wordt automatisch ingesteld op de waarde van de insteltemperatuur van de meest vragende secundaire kring; de sensor van de vertrektemperatuur wordt aangebracht in de evenwichtsfles thv het vertrek naar de collector o De ketels dienen in parallel te werken en een cascaderegeling wordt voorzien - Regeling ventilo-convectoren (verwarmen en koelen): o De regeling van alle binnenunits in éénzelfde lokaal vindt plaats dmv individuele regelaar die in groep is geprogrammeerd. (bediening en meting) o Ventilatoren en circulatie in de waternetten worden automatisch uitgeschakeld buiten de gebruiksperiodes - Regeling kringen radiatoren/convectoren: o De aanvoertemperatuur van deze kringen wordt weersafhankelijk geregeld ifv de buitentemperatuur o De lokale fijnregeling gebeurt dmv thermostatische kranen op de toevoer van het verwarmingslichaam - Regeling ijswaterproductie: o De koelmachine is uitgerust met een belastingsafhankelijke vermogensregeling o De waterbuffer en de elektrische schakelingen moeten korte schakelcycli vermijden o Bij meerdere compressoren is de minimale tijd tussen 2 compressorstarts min 2 minuten o Via het beheersysteem is het mogelijk de inschakeling van de ijswaterproductie toe te laten ifv de buitentemperatuur en/of afhankelijk van het gebruiksrooster van het gebouw o De vertrektemperatuur moet variabel zijn ifv het seizoen - Regeling van de luchtverversing: o De extractie van de ruimten, de sanitairen en ingesloten lokalen gebeurt op basis van een weekprogramma, waarbij de regeling toelaat de installaties uit te schakelen of naar verlaagd debiet te sturen bij niet bezetting of gedurende de nacht. o Voor de ruimten dient het mogelijk te zijn de lokalen te spoelen tijdens periodes van nietgebruik (free-cooling), enkel als de buitentemperatuur met instelbare ondergrens) minstens 6 C lager is dan de binnentemperatuur (met instelbare bovengrens). o Voor de ventilatiegroepen met warmteterugwinning komt daarbij de voorwaarde dat de recuperatiebatterij dient overbrugt te worden HVAC HVAC

48 ABETEC NV architecten & ingenieurs VCHB blz 7/12 ABETEC NV architecten & ingenieurs VCHB blz 8/12 o o Gebouwenbeheersysteem Voor de lokalen die afgekoeld worden dmv ventilo s die onafhankelijk werken van de toevoer verse lucht, moet de temperatuursinstelling van de luchttoevoer kunnen verlaagd worden tijdens de afkoelperiodes. Voor de lokalen die bediend worden door de centrale ventilatiegroep en die een onregelmatig en willekeurig gebruik kennen, wordt de toevoer van verse lucht gestuurd door een aanwezigheidsdetectie in combinatie met ventilatoren met veranderlijk toerental Het GBS systeem heeft als functie het controleren, beheren en superviseren van de verschillende technieken in het gebouw. Het GBS heeft een software link met het DDC systeem van de HVAC. Hiertoe wordt gebruik gemaakt van een PC met Windows als operating systeem. Het geheel dient uiterst gebruiksvriendelijk en flexibel te zijn. Het zal eenvoudig kunnen aangepast worden aan de specifieke behoeften van de gebruiker. Het systeem is opgebouwd uit een aantal autonome onderstations (in de elelectrische borden en op de ventilo s) die zodanig worden opgesteld dat de bedrading tot een minimum herleid wordt. Deze autonome onderstations worden volgens een niet gesloten lus onderling doorverbonden met een afgeschermde kabel waarbij ook de verbinding gemaakt wordt met de centrale verwerkingseenheid. Op deze centrale verwerkingseenheid wordt rechtstreeks de randapparatuur, t.t.z. bedieningsklavier en printer aangesloten. De centrale verwerkingseenheid kan zowel lokaal(data netwerk van het bedrijf) geplaatst worden en verbonden langs een vaste lijn, als op afstand via modem (internet)gestuurd worden. Alarmen dienen via GSM kunnen verwerkt te worden. De software zal beantwoorden aan de hedendaagse technologische normen. Het voorgestelde GBS systeem zal beschikken over SCADA ( Supervisory Control And Data Acquisition) mogelijkheden maar zal bovendien ook beschikken over een «user shell» met een ruim gamma aan specifieke GBS funkties die onmiddellijk kunnen worden toegepast zonder dat hiervoor softwareprogramma s dienen geschreven te worden. De veschillende informaties afkomstig van de verschillende technische installaties zullen door het GBS als «punten-objecten» beschouwd worden. De HVAC installatie is voorzien van een automatisch DDC regelsysteem en wordt eenvoudigweg op het GBS aangesloten. Materiaal Het GBS systeem dient de volgende kenmerken te hebben : Modulair, Uitbreidbaar, Herconfigureerbaar Vrij programmeerbaar Open architectuur, Menugestuurd, Gebruiksvriendelijk, Multi-user, multi-tasking. Modulair, betekent dat het systeem steeds kan uitgebreid worden, zonder dat de initieële investering in het gedrang komt. Het GBS zal zowel in staat zijn uiterst kleine gebouwen tot grote gebouwcomplexen te beheren, zowel voor één site als verschillende op afstand gelegen sites. Het GBS is zodanig opgebouwd dat reeds bij een kleine applicatie de gebruiker alle functionaliteiten ter beschikking heeft die normaal bij grote complexen van toepassing zijn. Dit moet een geleidelijke evolutie van het geheel toelaten. In totaal moet het mogelijk zijn 1000 AS aan te sluiten en te beheren De sofware biedt minstens de volgende functies : Real time/mutli-tasking besturingssysteem Windows XP Professiol Login/logout faciliteit met 99 autorisatieniveaus ; Firewall en antivirus mogelijk; Remote desktop mogelijk ; Taalkeuze : Nederlands Weergave van realtime data vanaf de AS ; Alle hierboven beschreven functionaliteiten. Algemeen moet het werkstation en de daarop voorzien software ten allen tijde een overzicht geven van de toestand van de verschillende technische installaties in de gebouwen. Via verschillende vensters kan de operator informatie opvragen. Het gebruik van de grafische dynamische kleurenbeelden verhoogt het comfort en de efficiëntie. Anderzijds zal het systeem automatisch alarmboodschappen creëren in geval van probleemsituaties, gevolgt door het automatisch oproepen van het respectievelijk kleurenbeeld of ook het zichtbaar maken van de te volgen procedure. Uitvoering Grafische kleurenbeelden Het programma moet een gebruiksvriendelijke bediening toelaten door eenvoudige muisclicks op de gedynamiseerde schema s van de technische installaties van het gebouw, afkomstig van een standaard op de markt verkrijgbare software (Designer, Paint enz.), of afkomstig van of gescand van een dossier van een architect of een studiebureau (onder AutoCAD, ArchiCAD, enz.) en opgeslagen op de harde schijf van het centraal beheersysteem. Elke grafische afbeelding heeft zijn eigen codering en specifieke naam, met daarbovenop een mogelijke koppeling van de alarmen met de grafische afbeeldingen teneinde automatisch het betreffende beeld op te roepen in geval van een detectie van een storing of bij het kwiteren ervan. Bij installaties met meerdere werkstations met PC, moet een wijziging van een beeld van een installatie op een PC, ogenblikkelijk beschikbaar zijn op alle werkstations van het systeem. Een actualisatie door een manuele tussenkomst (met bvb. diskettes ) of door middel van een draagbaar interventietoestel zijn geenszins toegelaten. De grafische editor moet voldoende soepel zijn om nieuwe ontwerpen, wijzigingen of verbeteringen eenvoudig toe te laten. De visualisatiesoftware moet interactief kunnen werken met de gegevensdatabank van het systeem of met een externe gegevensdatabank. Zo ook moet de beeldfiche of technische fiche van de op het scherm afgebeelde elementen (voelers, afsluiters, ventilatoren, pompen enz.) met een eenvoudige muisclick toegankelijk zijn voor de gebruiker. De gebruiker moet op elk ogenblik de teksten voor het gebruik en het beheer, gekoppeld aan elk punt, kunnen oproepen. De gebruiker moet toegang hebben tot alle bevelen die mogelijk zijn in de installatie met een menu gekoppeld aan het bevel zelf (auto-0-i-ii-iii enz.). De toegang tot de kalenders en de schakelprogramma s moet mogelijk zijn voor elk punt dat een bevel inhoud, vertrekkend van dit menu. Elk punt dat afgebeeld is op het scherm, en de functies die eraan gekoppeld zijn, moeten kunnen beveiligd worden via het softwarepakket voor paswoordtoegang. Vrij programmeerbaar menu: algemeen beschouwd moet een menu gekoppeld aan een toepassing volledig vrij parametereerbaar zijn. Teneinde de toegankelijkheid tot het systeem te vereenvoudigen voor de gebruiker, moeten de taken kunnen opgeroepen worden via gedynamiseerde knoppen met bijhorende pictogrammen. Puntenadressering. Elk punt dat door het systeem gecontroleerd wordt moet identificeerbaar zijn door een objectgericht gebruikersadres. Dit adres is volledig vrij definieerbaar door de gebruiker. Zij bevat minimum 24 alfanumerieke tekens HVAC HVAC