PW 5136 WEK. nl - NL, BE. Installatietekening Wasautomaat

Transcriptie

1 Installatietekening Wasautomaat PW 5136 WEK Lees beslist de gebruiks- en installatiehandleiding voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw apparaat / 00

2 Legenda: Aansluiting vereist AV Afvoerklep B Bevestiging apparaat BS Opstelling betonnen sokkel DOS Aansluiting doseerapparaat EL Elektrische aansluiting F Machinevoeten, verstelbaar KW Koud water KWF Koud water (vloeibarezeepdosering) Optioneel of afhankelijk van het apparaat is aansluiting vereist KWH Koud water (hard water) OS Machinevariant Offshore PA Aarding SLA Piekbelastings- / energiemanagement UG Onderbouw (sokkel), gesloten UO Onderbouw (sokkel), open WW Warm water XKM Communicatiemodule Technische wijzigingen en fouten voorbehouden. 04/14/ / 00

3 PW 5136 Afmetingen PW / 00 3

4 PW 5136 Installatie PW / 00

5 PW 5136 Plaatsing PW / 00 5

6 PW 5136 Plaatsing PW / 00

7 PW 5136 Technische gegevens Wasmiddelvak (WEK) Vulgewicht (vulverhouding 1:25) kg 13 Trommelinhoud l 130 Max. centrifugetoerental o/min 1050 g-factor 360 PW 5136 WEK Aansluitgegevens Verwarmingsvermogen / nominaal vermogen kw 15 Vermogen motor aandrijving W 2200 Elektrische aansluiting (EL) Standaardspanning 3 AC V Frequentie Hz Totale aansluitwaarde max. kw 17 Zekering (type B volgens EN 60898) A 3 x 50 Aansluitkabel minimale doorsnede mm² 4 x 10 Standaardspanning 3N AC V Frequentie Hz Totale aansluitwaarde max. kw 17 Zekering (type B volgens EN 60898) A 3 x 25 Aansluitkabel minimale doorsnede mm² 5 x 4 Koud w ater (KW) Aansluiting apparaat Waterdruk, toegestaan kpa Waterdruk, aanbevolen (voor min. watertoevoertijden) kpa 300 Volumestroom max. l/min 26 Volumestroom max. (als warm water ontbreekt) l/min 42 Waterverbruik, gemiddeld (60 C standaardprogramma "Mops") l/h ca. 205 Aansluiting ter plaatse, buitenschroefdraad, volgens DIN (vlakdichtend) inch/zoll 1 Verdeler Y-stuk 3/4" op 1" Aantal 1 Aansluitslang 1/2" met 3/4" schroefkoppeling Aantal 2 Lengte aansluitslang mm 1500 Warm w ater (WW) Aansluiting apparaat Watertemperatuur, max. toegestaan C 70 Waterdruk, toegestaan kpa Waterdruk, aanbevolen (voor min. watertoevoertijden) kpa 300 Volumestroom max. l/min 26 Waterverbruik, gemiddeld (60 C standaardprogramma "Mops") l/h ca. 40 Aansluiting ter plaatse, buitenschroefdraad, volgens DIN (vlakdichtend) inch/zoll 3/4 Aansluitslang 1/2" met 3/4" schroefkoppeling Aantal 1 Lengte aansluitslang mm 1500 Koud w ater, hard w ater (KWH) Machine-aansluiting (alleen met speciale ombouwset) Waterdruk, toegestaan kpa Waterdruk, aanbevolen (voor min. watertoevoertijden) kpa 300 Volumestroom max. l/min 32 Aansluiting ter plaatse, buitenschroefdraad, volgens DIN (vlakdichtend) inch/zoll 1 Verdeler Y-stuk 3/4" op 1" Aantal 1 Aansluitslang 1/2" met 3/4" schroefkoppeling Aantal 1 Lengte aansluitslang mm 1500 = standaard, = optie, + = alleen op aanvraag, - niet beschikbaar / 00 7

8 PW 5136 Technische gegevens Koud w ater - vloeibarezeepdosering (KWF) Machine-aansluiting (afhankelijk van de variant) PW 5136 WEK Waterdruk, toegestaan kpa Waterdruk, aanbevolen (voor min. watertoevoertijden) kpa 300 Volumestroom max. l/min 5,5 Aansluiting ter plaatse, buitenschroefdraad, volgens DIN (vlakdichtend) inch/zoll 3/4 Aansluitslang 1/2" met 3/4" schroefkoppeling Aantal 1 Lengte aansluitslang mm 1500 Afvoerklep w aterafvoer (AV) Aansluiting apparaat Waterafvoer max. temperatuur C 95 Aansluittuit (buitendiameter) mm 75 (DN 70) Aansluiting ter plaatse met mof (binnendiameter) mm 75 (DN 70) Volumestroom kortstondig max. l/min 200 Aarding (PA) Aansluiting apparaat Boorgat voor schroef (diameter) mm 10 Piekbelastings- / energiemanagement (SLA) Aansluiting apparaat Aansluitspanning contacten (besturing) AC 230 V Aanbevolen aansluitkabel, draaddoorsnede mm² 5 x 1,5 Communicatiemodule (XKM) Schacht voor communicatiemodule Communicatiemodule voor seriële aansluiting (XKM RS232) Aansluiting doseera pparaat (DOS) Aansluiting voor 1-10 vloeibare middelen Aansluiting voor 2 pastavormige middelen Slangaansluiting voor vloeibare middelen, diameter mm 6 / 8 / 12 Slangaansluiting voor pastavormige middelen, diameter mm 12 Doseerpompen Aansluiting voor 1-6 elektrische doseerpompen Aansluiting voor 7-12 elektrische doseerpompen (optie, ombouwset) Aansluitspanning voor doseerpompen Aansluiting leegmelding te doseren middelen Alternatieve aansluiting flowmeter voor registratie te doseren hoeveelheden AC 230 V Plaatsing - machinevoetjes (F) Aantal machinevoetjes Aantal 4 Machinevoet, in hoogte verstelbaar met schroefdraad mm ±10 Diameter machinevoetjes mm 25 Bevestiging (B) Vloerbevestiging standaard Bevestigingsset met bevestigingsprofielen (van de transportbeveiliging) Vereiste bevestigingspunten Aantal 2 Houtschroef (DIN 571) mm 8 x 80 Plug (diameter x lengte) mm 12 x 60 Vloerbevestiging onderbouw Miele Toebehoren onderbouw Miele (bevestigingsmateriaal bijgeleverd) Vereiste bevestigingspunten Aantal 4 Houtschroef (DIN 571) mm 8 x 80 Plug (diameter x lengte) mm 12 x 60 = standaard, = optie, + = alleen op aanvraag, - niet beschikbaar / 00

9 PW 5136 Technische gegevens Vloerbevestiging sokkel (ter plaatse) Plaatsing op een reeds aanwezige sokkel (beton of gemetseld) PW 5136 WEK Afmeting sokkel min. (B/D) mm 950/1000 Vereiste bevestigingspunten Aantal 2 Houtschroef (DIN 571) mm 8 x 80 Plug (diameter x lengte) mm 12 x 60 Machinegegevens Gewichten en vloerbelasting Transportgewicht (incl. verpakking) kg 360 Machinegewicht (nettogewicht) kg 340 Statische belasting N 3778 Dynamische belasting N 503 Max. vloerbelasting tijdens gebruik N 4290 Draaifrequentie trommel Hz 18,3 Transportafmetingen Transportopening, min. (H/B) mm 1300/820 Afmetingen apparaat Buitenafmetingen (H/B/D) mm 1250/804/1005 Afmetingen behuizing zonder aangebouwde onderdelen (H/B/D) mm 1250/800/910 Afmetingen voor plaatsing Afstand zijkant machine, min. mm 50 Wandafstand machinefront, aanbevolen mm 1350 Wandafstand machinedeksel (min. afstand) mm 400 Emissies Geluidsdrukniveau volgens EN ISO 11204, op de werkplek db (A) 69 A-gewogen geluidsvermogenniveau volgens EN ISO 9614, deel 2 db (A) < 80 Warmte-afgifte aan de plaats van opstelling W 1470 Opties / accessoires Onderbouw gesloten (UG) Onderbouw gesloten, H 150 mm (UG 6013) Onderbouw gesloten, H 300 mm (UG ) Specificaties Onderbouw verzinkt, front roestvrij staal, zijpanelen octoblauw Onderbouw verzinkt, front roestvrij staal, zijpanelen octoblauw Onderbouw open (UO) Onderbouw open, H 150 mm (UO 6013) Onderbouw open, H 300 mm (UO ) Onderbouw verzinkt, oppervlak gemoffeld, octoblauw Onderbouw verzinkt, oppervlak gemoffeld, octoblauw Communicatiemodule (XKM) Communicatiemodule voor seriële aansluiting (XKM RS232) Insteekbare module met kabel en stekker sub-d, 9-polig Pluizenfilterkast (FFK) Pluizenfilterkast, vrijstaand (FFK01) Pluizenfilterkast roestvrij staal, filter geperforeerde plaat roestvrij staal, aansluiting DN70 Accessoires Waterterugwinning (WRG02) Ombouwset wasem- en schuimafvoer (BWS01) Ombouwset hard water (BSH) Flowmeter (FRZ01) Aansluiting voor muntautomaat (BSK) Aansluiting voor piekbelastings- / energiemanagementsysteem (BSS) Module voor waterterugwinning Ombouwset voor het afvoeren van wasem en schuim uit het apparaat Ombouwset met extra toevoerkleppen voor hard water Ombouwset voor de meting van de waterhoeveelheid voor de registratie van de gebruiksgegevens Aansluiting voor afzonderlijke muntautomaten Aansluiting voor piekbelastings- en energiemanagementfuncties = standaard, = optie, + = alleen op aanvraag, - niet beschikbaar / 00 9

10 PW 5136 Aanwijzingen voor installatie en planning Installatievoorwaarden Aansluiting mag alleen plaatsvinden op een installatie die voldoet aan alle daarvoor geldende voorschriften, verordeningen en richtlijnen. Daarnaast moeten alle relevante veiligheidsvoorschriften in acht worden genomen, alsmede de regels van de techniek. Aansluitmogelijkheid met 2 aansluitslangen Het apparaat mag alleen door Miele of door geschoold personeel van een geautoriseerde vakhandelaar worden geplaatst en in gebruik genomen. Transport Het apparaat mag niet zonder transportbeveiliging worden getransporteerd. Bewaar de transportbeveiliging. Monteer de transportbeveiliging weer voordat u het apparaat transporteert (bijvoorbeeld bij een verhuizing). Algemene voorwaarden voor het gebruik Omgevingstemperatuur op de plaats van opstelling: 15 C - 40 C Relatieve luchtvochtigheid: 10 % - 85 % Afhankelijk van de plaats van opstelling kan de constructie van het gebouw geluiden en vibraties overnemen. Wanneer strenge eisen aan het geluidsniveau worden gesteld, dient u een deskundige in te schakelen. Elektrische aansluiting De aansluiting mag alleen door een vakman worden uitgevoerd. Houdt u zich bij de elektrische installatie aan de aansluitwaarden op het apparaat en aan het schema dat bij het apparaat is geleverd. Het apparaat kan met een vaste aansluiting of met een stekkersysteem volgens IEC worden aangesloten. De contactdoos of de schakelaar voor het loskoppelen van de netspanning moet ook na de plaatsing van het apparaat toegankelijk zijn. Wij adviseren u het apparaat via een geschikte stekkerverbinding aan te sluiten, zodat een elektrische veiligheidstest (bijvoorbeeld bij reparatie of onderhoud) eenvoudig kan worden uitgevoerd. Als het apparaat spanningsvrij wordt gemaakt, moet de werkschakelaar afsluitbaar zijn. Er moet altijd toezicht zijn op de werkschakelaar. Is volgens de voorschriften een aardlekschakelaar (RCD) vereist, dan moet een aardlekschakelaar van het type B worden gebruikt (geschikt voor alle stroomsoorten). Een flexibele aansluitleiding wordt niet bijgeleverd en moet ter plaatse aanwezig zijn. De bij de technische gegevens vermelde draaddoorsnede heeft alleen betrekking op de benodigde aansluitkabel. Voor de andere leidingen verwijzen wij naar de geldende nationale voorschriften. Koudwateraansluiting Voor de aansluiting is een (water-) kraan met schroefkoppeling vereist. Ontbreekt deze, dan mag het apparaat alleen door een erkend installateur op de drinkwaterleiding worden aangesloten. Het apparaat mag zonder terugslagklep op de drinkwaterleiding worden aangesloten, omdat het apparaat volgens de daarvoor geldende normen is gebouwd. Voor de wateraansluiting moeten altijd de bijgeleverde toevoerslangen worden gebruikt. Het Y-stuk bevindt zich bij de documentatie van het apparaat. Warmwateraansluiting Voor de warmwateraansluiting (tot 70 C) gelden dezelfde aansluitvoorwaarden als voor de koudwateraansluiting. Het toegevoerde warme water mag de aangegeven maximale temperatuur niet overschrijden. Is ter plaatse geen warmwatervoorziening aanwezig, dan moet de betreffende machine-aansluiting beslist op de koudwatervoorziening worden aangesloten. De benodige waterhoeveelheid voor warm water moet dan bij de benodigde koudwaterhoeveelheid worden opgeteld. Koud water (hard water) Voor aansluiting op deze watersoort moet eerst een ombouwset worden gemonteerd (optie). Voor de aansluiting gelden dezelfde aansluitvoorwaarden als voor de koudwateraansluiting. Koud water (vloeibarezeepdosering) Deze aansluiting voor een extra watertoevoer is afhankelijk van de machinevariant aanwezig of kan bij aansluiting van een doseersysteem voor vloeibare middelen via een ombouwset worden gemonteerd. Door deze extra toevoer voor koud water worden de te doseren middelen in de trommel gespoeld en blijven er geen resten van de middelen achter. Voor de aansluiting gelden dezelfde aansluitvoorwaarden als voor de koudwateraansluiting. Aarding De automaat moet volgens de daarvoor geldende voorschriften worden geaard! De aarding moet bij een lekstroom >10 ma worden uitgevoerd. Het aansluitmateriaal voor de aarding dient ter plaatse aanwezig te zijn / 00

11 PW 5136 Piekbelastings- / energiemanagement Het apparaat kan met een ombouwset (optie) op een piekbelastings-/ energiemanagementsysteem worden aangesloten. Het apparaat beschikt dan over 3 signaalcontacten op een klemmenstrook. De klemmenstrook wordt met a, b, c en d aangeduid. a - Uitgangssignaal, machinestart b - Uitgangssignaal, verwarmingsvraag machine c - Ingangssignaal piekbelasting, machine schakelt verwarming d - Nuldraad Bij activering van de piekbelastingsfunctie wordt de verwarming uitgeschakeld en een programmastop uitgevoerd. In het display verschijnt een betreffende melding. Na de piekbelasting wordt het programma automatisch weer voortgezet. Aansluiting doseerapparaat Afhankelijk van de machine-uitvoering kunt u maximaal 12 middelen op het apparaat aansluiten. Houdt u zich bij gebruik en combinatie van washulpmiddelen en speciale producten beslist aan de aanwijzingen van de betreffende fabrikanten. Aansluiting dosering mengkast De aansluitingen 1 en 2 zijn voor de dosering van pastavormige middelen. De tuitjes zijn dicht en moeten worden opengeboord. De aansluitingen 3 tot 12 zijn voor de dosering van vloeibare middelen. De tuitjes zijn dicht en moeten met een zaag tot de juiste slangdiameter worden afgezaagd. Als u deze tuitjes niet meer gebruikt, moeten ze worden afgesloten. Voor de aanvoer van de te doseren middelen kunt u de betreffende pompen rechtstreeks op het apparaat aansluiten. Voor de regeling van de te doseren hoeveelheden en de kalibratie van de doseerpompen zorgt de machine-elektronica. Voor een nauwkeurige meting van de gedoseerde hoeveelheden kunt u voor de vloeibare middelen eventueel ook flowmeters aansluiten. Het apparaat beschikt over aansluitingen die per middel melden dat het betreffende reservoir leeg is. Een leegmelding verschijnt op de automaat. Afvoerklep Het apparaat wordt geleegd door middel van een klep (klemventiel). De klep wordt via de waterdruk aangestuurd. Met gebruikelijk montagemateriaal kan de automaat rechtstreeks op een ter plaatse aanwezig waterafvoersysteem worden aangesloten (zonder stankafsluiter) of op een vloerafvoer (zinkputje met stankafsluiter). Voor een goede afvoer moeten de leidingen beslist belucht zijn. Als de beluchting onvoldoende is, kunt u een geschikte beluchtingsset (M.-Nr ) bij de Miele-vakhandel of Miele bestellen. Als meerdere apparaten op één verzamelleiding worden aangesloten, moet deze leiding zo groot zijn dat u alle apparaten tegelijk kunt gebruiken. Als het water niet snel genoeg wordt afgevoerd of als er water in de trommel achterblijft, omdat de diameter van de afvoerbuizen te klein is, kunnen er storingen optreden en foutmeldingen op het apparaat verschijnen. Plaatsing en bevestiging Het apparaat moet op een volkomen vlakke, vaste ondergrond worden geplaatst die waterpas is en bestand is tegen de vermelde belastingen. Met behulp van de machinevoetjes moet het apparaat in lengte- en breedterichting waterpas worden gezet. De door het apparaat veroorzaakte vloerbelasting oefent bij de machinevoetjes een puntbelasting uit op de ondergrond. Het apparaat moet beslist worden vastgezet. Met de bijgeleverde bevestigingsprofielen kan het apparaat aan de vloer worden bevestigd. Het bevestigingsmateriaal met de pluggen is bedoeld voor een betonnen vloer. Voor andere vloerconstructies dient het bevestigingsmateriaal ter plaatse beschikbaar te worden gesteld. Houdt u zich aan de aangegeven afstanden en afmetingen voor wat betreft de directe omgeving van het apparaat. Dit zijn de minimale afstanden en afmetingen. Het apparaat beweegt. De afstanden aan de zijkant moeten dan ook beslist worden aangehouden. Plaatsing op een sokkel Het apparaat kan op een onderbouw worden geplaatst (bij te bestellen Miele-accessoire) of op een betonnen sokkel. De betonkwaliteit en de stevigheid ervan moeten passen bij de belasting die de automaat uitoefent. De aanwezige betonnen sokkel moet goed aan de ondergrond hechten! / 00 11