Droogautomaat PT 8333 / 8337 HW PT 8403 / 8407 HW PT 8503 / 8507 HW PT 8803 / 8807 HW. nl - NL. Installatietekening

Transcriptie

1 Installatietekening Droogautomaat PT 8333 / 8337 HW PT 8403 / 8407 HW PT 8503 / 8507 HW PT 8803 / 8807 HW Lees beslist de gebruiks- en installatiehandleiding voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw apparaat. nl - NL / 02

2 Legenda: Aansluiting vereist AL Aansluiting luchtafvoer HWV Heetwaterklep AM Aansluitmodule PA Aarding Optioneel of afhankelijk van het apparaat is aansluiting vereist B Bevestiging apparaat RL Terugloop heet water EL Elektrische aansluiting VL Voorloop heet water F Machinevoeten, verstelbaar XKM Communicatiemodule HWA Heetwaterklep, aansluiting ZL Aansluiting luchttoevoer Technische wijzigingen en fouten voorbehouden. 07/14/ / 02

3 PT 8333 / 8337/ 8403 / 8407 / 8503 / 8507 / 8803 / 8807 nl - NL Afmetingen PT 8333 / / 02 3

4 nl - NL PT 8333 / 8337/ 8403 / 8407 / 8503 / 8507 / 8803 / 8807 Afmetingen PT 8403 / / 02

5 PT 8333 / 8337/ 8403 / 8407 / 8503 / 8507 / 8803 / 8807 nl - NL Afmetingen PT 8503 / / 02 5

6 nl - NL PT 8333 / 8337/ 8403 / 8407 / 8503 / 8507 / 8803 / 8807 Afmetingen PT 8803 / / 02

7 PT 8333 / 8337/ 8403 / 8407 / 8503 / 8507 / 8803 / 8807 nl - NL Technische gegevens PT 8333 / 8337 PT 8403 / 8407 PT 8503 / 8507 PT 8803 / 8807 Trommelinhoud l Vulgewicht (vulverhouding 1:25) kg Vulgewicht (vulverhouding 1:32) kg Deuropening, diameter mm Deuraanslag, verwisselbaar (rechts / links) Aansluitgegevens Verwarmingsvermogen / nominaal vermogen kw 5,9 6,8 8,3 10,7 Vermogen motor ventilator W Vermogen motor aandrijving W Elektrische aansluiting (EL) Standaardspanning 1N AC 230 V 3N AC 400 V 3N AC 400 V 3N AC 400 V Frequentie Hz Totale aansluitwaarde max. kw 0,8 1,3 1,3 1,9 Zekering (type B volgens EN 60898) A 1 x 10 3 x 10 3 x 10 3 x 10 Aansluitkabel minimale doorsnede mm² 3 x 1,5 5 x 1,5 5 x 1,5 5 x 1,5 Heet water voorloop (VL) Aansluitvermogen kw 5,9 6,8 8,3 10,7 Temperatuur middelen (bij gebruik) C Volumestroom (bij gebruik) m³/h 0,3-1,5 0,3-1,5 0,3-1,5 0,3-1,5 Temperatuurverschil voorloop/terugloop K < 15 < 15 < 15 < 15 Bedrijfsdruk, max. kpa Weerstandswaarde bij nominaal vermogen (doorstroomhoeveelheid 1 m³/h) kpa Schroefkoppeling (buitenschroefdraad) G ½ ½ ½ ½ Heet water terugloop (RL) Schroefkoppeling (buitenschroefdraad) G ½ ½ ½ ½ Aansluiting heetwaterklep (HWA) Aansluitspanning V 1N AC 230 1N AC 230 1N AC 230 1N AC 230 Frequentie Hz Aansluitbelasting, max. toegestaan A 0,5 0,5 0,5 0,5 Aansluitkabel voor regelklep Lengte aansluitkabel (bijgeleverd) mm ca. 500 ca. 500 ca. 500 ca. 500 Heetwaterklep (HWV) Klep servogestuurd met elektrische aansluiting Uitvoering stroomloos, gesloten, inschakeltijd 100% Temperatuur middelen, min. C Drukbereik bar Verschildruk bij de regelklep, min. (drukloos voor circulatiesysteem) bar k V- waarde, min. m³/h 6,0 6,0 6,0 6,0 Aansluiting luchtafvoer (AL) Aansluittuit (buitendiameter) mm Max. temperatuur afgevoerde lucht C Drukverlies, max. toegestaan Pa Volumestroom luchtafvoer Max. zonder tegendruk (0 Pa) bij circulatiesysteem m³/h Bij max. toegestane tegendruk bij circulatiesysteem m³/h Max. zonder tegendruk (0 Pa) bij luchtafvoersysteem (alleen bij PT 8xx7) m³/h Bij max. toegestane tegendruk bij luchtafvoersysteem (alleen bij PT 8xx7) m³/h Aansluiting luchttoevoer (ZL) Standaardopstelling luchttoevoer uit ruimte waar apparaat staat opgesteld Alternatieve aansluiting voor directe luchttoevoer naar het apparaat Aansluitmof op het apparaat (binnendiameter) mm Aansluitbuis ter plaatse (buitendiameter) mm = standaard, = optie, + = alleen op aanvraag, - niet beschikbaar / 02 7

8 nl - NL PT 8333 / 8337/ 8403 / 8407 / 8503 / 8507 / 8803 / 8807 Technische gegevens Aarding (PA) PT 8333 / 8337 PT 8403 / 8407 PT 8503 / 8507 PT 8803 / 8807 Boorgat voor schroef (diameter) mm Aansluitmodule (AM) Uitgangscontact - programma-einde Uitgangscontact - externe luchtafvoerklep Uitgangscontact - ventilator in gebruik (alleen bij PT 8xx7) Aansluiting voor muntautomaten (BSK) Aansluiting voor piekbelastings- / energiemanagementsysteem (BSS) Plaatsing - machinevoetjes (F) Aantal machinevoetjes Machinevoet, in hoogte verstelbaar met schroefdraad mm ±10 ±10 ±10 ±10 Diameter machinevoet mm Bevestiging (B) Bevestigingsset (voor 2 machinevoetjes) met spanstrips Houtschroef (DIN 571) mm 6 x 40 6 x 40 6 x 40 6 x 40 Plug (diameter x lengte) mm 10 x x x x 50 Machinegegevens Gewichten en vloerbelasting Transportgewicht (incl. verpakking) kg Machinegewicht (nettogewicht) kg Max. vloerbelasting tijdens gebruik N Transportafmetingen Transportopening, min. (H/B) mm 1420/ / / /1220 Afmetingen apparaat Buitenafmetingen (H/B/D) mm 1400/906/ /906/ /1206/ /1206/1384 Afmetingen behuizing zonder aangebouwde onderdelen (H/B/D) mm 1400/900/ /900/ /1200/ /1200/1279 Afmetingen voor plaatsing Afstand zijkant machine, min. mm Wandafstand machinefront, aanbevolen mm Wandafstand machinedeksel (min. afstand) mm Emissies Geluidsdrukniveau volgens EN ISO 11204, op de werkplek db(a) A-gewogen geluidsvermogenniveau volgens EN ISO 9614, deel 2 db(a) 67,6 72,8 72,2 73,6 Warmte-afgifte aan de plaats van opstelling W Opties / accessoires Communicatiemodule (XKM) PT 8333 / 8337 PT 8403 / 8407 PT 8503 / 8507 PT 8803 / 8807 Schacht voor communicatiemodule Communicatiemodule voor seriële aansluiting (XKM RS232) Onderbouw gesloten (UG) Onderbouw gesloten, H 127 mm (UG 8325) Accessoires Aansluitset heet water (incl. aansluitslangen en regelklep) Geluiddemper DN150 (MSS 01) Chipkaart sleutel Chipkaart opslaan (3 stuks) = standaard, = optie, + = alleen op aanvraag, - niet beschikbaar / 02

9 PT 8333 / 8337/ 8403 / 8407 / 8503 / 8507 / 8803 / 8807 nl - NL Aanwijzingen voor installatie en planning Installatievoorwaarden Aansluiting mag alleen plaatsvinden op een installatie die voldoet aan alle daarvoor geldende voorschriften, verordeningen en richtlijnen. Daarnaast moeten alle relevante veiligheidsvoorschriften in acht worden genomen, alsmede de regels van de techniek. Het apparaat mag alleen door Miele of door geschoold personeel van een geautoriseerde vakhandelaar worden geplaatst en in gebruik genomen. Algemene voorwaarden voor het gebruik Omgevingstemperatuur op de plaats van opstelling: 5 C - 40 C Relatieve luchtvochtigheid: 10 % - 85 % Plaats het apparaat niet in één ruimte met reinigingsautomaten waarin oplosmiddelen worden gebruikt die PER of CFK's bevatten. Vrijkomende dampen kunnen door vonken in de motor in zoutzuur worden omgezet, waardoor aanzienlijke schade kan ontstaan. Elektrische aansluiting De aansluiting mag alleen door een vakman worden uitgevoerd. Let op het bijgeleverde schakelschema en de installatiehandleiding. Een flexibele aansluitleiding wordt niet bijgeleverd en moet ter plaatse aanwezig zijn. De bij de technische gegevens vermelde draaddoorsnede heeft alleen betrekking op de benodigde aansluitkabel. Voor de andere leidingen verwijzen wij naar de geldende nationale voorschriften. Het apparaat kan met een vaste aansluiting of met een stekkersysteem volgens IEC worden aangesloten. De contactdoos of de schakelaar voor het loskoppelen van de netspanning moet ook na de plaatsing van het apparaat toegankelijk zijn. Wij adviseren u het apparaat via een geschikte stekkerverbinding aan te sluiten, zodat een elektrische veiligheidstest (bijvoorbeeld bij reparatie of onderhoud) eenvoudig kan worden uitgevoerd. Let bij de elektrische aansluiting van het apparaat op de fasenvolgorde en op de draairichting van de motoren. Aansluiting op heet water Om de droogautomaat met heet water te kunnen gebruiken, moet ter plaatse een circulatiesysteem met voor- en terugloop beschikbaar zijn. Het apparaat mag alleen met geschikt verwarmingswater worden gebruikt (in Duitsland volgens VDI 2035), om voldoende corrosiebescherming te kunnen waarborgen. Om een toereikende warmtevoorziening te waarborgen, worden een gedetailleerde leidingberekening en een hydraulische regeling van de complete installatie aanbevolen. Dit geldt met name bij aansluiting van meerdere apparaten op een gezamenlijk verwarmingscircuit. Voor een toereikende heetwatervoorziening moet het verwarmingscircuit ter plaatse over een externe circulatiepomp beschikken. De gebruikte verwarmingspomp moet passen bij de technische specificaties van de droogautomaat en de specificaties van het leidingnet. Voor het aansluiten van de heetwatervoorziening worden flexibele, druk- en temperatuurbestendige slangverbindingen aanbevolen. Om een toereikende doorstroming in het hele verwarmingscircuit te kunnen waarborgen, mag de vrije binnendiameter van de aansluitslangen niet kleiner zijn dan 18 mm. Anders kan dit gevolgen hebben voor de duur van het droogproces. Voor de regeling van de heetwatertoevoer moet een geschikte regelklep in de voorloop worden geplaatst. De aansturing van deze klep gebeurt rechtstreeks via de besturing van de droogautomaat. De regelklep moet vlakbij de machineaansluiting worden geplaatst. Voor de correcte aansluiting van de droogautomaat is een aansluitset (optie) voor heet water beschikbaar (artikel-nr D). Op het aansluitpunt wordt de plaatsing van afsluitkranen in de vooren terugloop aanbevolen. Afhankelijk van de capaciteitseisen die aan het systeem worden gesteld, moet ter plaatse een extra ontluchting op het aansluitpunt worden aangebracht. Aansluiting luchtafvoer De vochtig-warme lucht moet via een zo kort mogelijke weg naar buiten of in een hiervoor geschikt ontluchtingssysteem worden geleid. De af te voeren vochtige lucht kan op de buiswanden condenseren. Plaats de buizen daarom met verval richting afvoeropening. Bij oplopende buizen dient op het laagste punt een condensafvoer te worden geïnstalleerd. Het condenswater moet via een lekbak of via een geschikt vloerputje worden afgevoerd. Er mag geen condenswater naar de apparaten terugstromen! Luchtafvoer via een buitenmuur is mogelijk. Er mogen hierdoor echter geen gevaarlijke situaties ontstaan. Voorkom overlast voor anderen. Het buitenpandige uiteinde van de buis kunt u bijvoorbeeld door een deflector of een bocht omlaag (90 ) tegen weersinvloeden beschermen. De diameter van de afvoerleiding mag niet worden verkleind dan wel door ingebouwde onderdelen worden verminderd. Zeven en jaloezieën mogen niet in de afvoerleiding ingebouwd worden. Door luchtophoping in de leiding kunnen de prestaties van de apparaten verminderen. Ook de veiligheidsuitschakeling kan worden geactiveerd. Als het toegestane drukverlies in het luchtafvoersysteem wordt overschreden, kan de correcte werking van het apparaat niet worden gewaarborgd. Als meerdere apparaten op een verzamelleiding aangesloten worden, moet de diameter dienovereenkomstig vergroot worden. Ook dan moet elk apparaat van een terugstroombeveiliging (terugslagklep) worden voorzien, om te voorkomen dat de apparaten elkaar via de luchtafvoer beïnvloeden. De benodigde onderdelen dienen ter plaatse aanwezig te zijn. Als de lucht van meerdere apparaten via één verzamelleiding wordt afgevoerd, moet voor ieder apparaat afzonderlijk een terugstroombeveiliging worden geïnstalleerd. Bij complexe leidingen met veel bochten, extra ingebouwde onderdelen of bij aansluiting van meerdere verschillende apparaten op een verzamelleiding is een gedetailleerde berekening van de leidingen door een installateur of planner aan te bevelen. Luchttoevoer De luchttoevoer vindt plaats vanuit het vertrek waar het apparaat staat opgesteld. Tijdens het gebruik van de automaat moet voor voldoende ventilatie worden gezorgd. Afhankelijk van de machine-uitvoering moet de afgevoerde hoeveelheid lucht weer worden toegevoerd, zodat geen onderdruk kan optreden. De ventilatieopeningen mogen niet afsluitbaar zijn, tenzij op andere wijze gewaarborgd is dat bij gebruik van de automaat voldoende lucht wordt toegevoerd. Alternatief kan het apparaat voor de luchttoevoer ook worden aangesloten op een buissysteem (ter plaatse) / 02 9

10 nl - NL PT 8333 / 8337/ 8403 / 8407 / 8503 / 8507 / 8803 / 8807 De betreffende opening voor de luchttoevoer is af fabriek met een deksel afgesloten. Dit deksel moet voor directe luchttoevoer worden verwijderd. Met behulp van de machinevoetjes moet het apparaat in lengte- en breedterichting waterpas worden gezet. Het verdient aanbeveling het apparaat vast te zetten. Als het deksel wordt verwijderd, worden onderdelen toegankelijk die onder spanning staan. Om veiligheidsredenen moet op het centrale luchtaanzuigpunt van de droogautomaat (over een minimale lengte van 900 mm) een buis worden geïnstalleerd die met twee schroeven moet worden beveiligd. Aarding De automaat moet volgens de daarvoor geldende voorschriften worden geaard! Het aansluitmateriaal voor de aarding dient ter plaatse aanwezig te zijn. Plaatsing en bevestiging Het apparaat moet op een volkomen vlakke, vaste ondergrond worden geplaatst die waterpas is en bestand is tegen de vermelde belastingen. Met de bijgeleverde spanstrips kan het apparaat met de machinevoetjes aan de vloer worden bevestigd. Het bevestigingsmateriaal met pluggen is bedoeld voor een betonnen vloer. Bij andere vloerconstructies dient het bevestigingsmateriaal ter plaatse beschikbaar te worden gesteld. Plaatsing op een sokkel Het apparaat kan op een onderbouw (alleen bij PT 8337) worden geplaatst (bij te bestellen Miele-accessoire) of op een betonnen sokkel. De betonkwaliteit en de stevigheid ervan moeten passen bij de belasting die de automaat uitoefent. De aanwezige betonnen sokkel moet goed aan de ondergrond hechten! Als u de automaat op een aanwezige sokkel plaatst (een betonnen of gemetselde sokkel) moet het apparaat met spanstrips worden vastgezet / 02