Dappermarkt: plaatsverdeling en tegengaan verpachting Gemeente Amsterdam Stadsdeel Centrum Stadsdeel Oost/Watergraafsmeer

Transcriptie

1 Rapport Gemeentelijke Ombudsman Dappermarkt: plaatsverdeling en tegengaan verpachting Gemeente Amsterdam Stadsdeel Centrum Stadsdeel Oost/Watergraafsmeer 27 oktober 2008 RA Samenvatting Een marktkoopman staat al tientallen jaren ingeschreven op de sollicitantenlijst voor de Amsterdamse Dappermarkt. Deze lijst werkt volgens het anciënniteitbeginsel. Hoe langer op de lijst, hoe lager het inschrijfnummer. Bij keuze voor een plaats op de markt gaan lage nummers voor hoge nummers. De marktkoopman ziet tot zijn leedwezen dat jonge marktkooplieden, die nog niet zo lang staan ingeschreven, de aantrekkelijke plaatsen van hun ouders overnemen. Ook komt het voor dat zij een erg laag inschrijvingsnummer hebben dat niet in overeenstemming met hun leeftijd kan zijn. Hij denkt dat er met de plaatstoewijzing en de inschrijvingen iets niet klopt. Ook vindt hij dat het stadsdeel Oost/Watergraafsmeer onvoldoende optreedt tegen het verpachten van marktplaatsen. Tijdens een door de ombudsman georganiseerde hoorzitting blijkt dat het overnemen van het inschrijfnummer van ouder door kind gedurende drie maanden in 2001 mogelijk is geweest. Deze lacune in de regelgeving is gerepareerd. Het overnemen van een staanplaats van ouder door kind was en is nog steeds mogelijk. De ombudsman legt het verpachten voor aan het stadsdeel Oost/Watergraafsmeer. Dat verricht onderzoek; het leidt tot de intrekking van één staanplaatsvergunning. Tijdens de hoorzitting blijkt dat er behoefte bestaat aan een handhavinginstrumentarium tegen verpachten. De ombudsman verbindt daarom aan zijn oordeel een aanbeveling om stadsdeelbreed hierover overleg te voeren. Oordeel De onderzochte gedragingen zijn behoorlijk. Aanbeveling De ombudsman beveelt de betrokken stadsdelen aan om overleg te voeren met alle stadsdelen die markten exploiteren, met als thema de handhaving van het verbod tot verpachten van marktplaatsen.

2 Pagina : 2/11 Verzoek Het verzoek tot onderzoek is op 30 januari 2007 schriftelijk ingediend en betreft het stadsdeel Centrum afdeling Marktzaken en het stadsdeel Oost/Watergraafsmeer, sector stadsdeelwerken en milieu. Het gevraagde onderzoek heeft betrekking op: het overschrijven van een sollicitantennummer en een staanplaatsvergunning; het optreden tegen verpachtingen op de Dappermarkt. In de loop van het onderzoek is informatie ingewonnen bij het stadsdeel Oud-Zuid Bevindingen verordening op de straathandel en de gemeentelijke organisatie In deze zaak staat de markt centraal en ten tijde van het schrijven van dit rapport was daarop van toepassing de Verordening op de straathandel Van 1 augustus 2008 af geldt de nieuwe Verordening op de straathandel Alvorens in te gaan op het beklag van verzoeker, ligt het in de rede eerst in grote lijnen weer te geven welke regels in deze zaak van belang zijn en hoe de gemeente het marktwezen heeft georganiseerd. De onderstaande informatie is gebaseerd op de regelgeving en op de informatie die de betrokken stadsdelen tijdens een hoorzitting bij de ombudsman verstrekten. Anciënniteit Om in aanmerking te komen voor een marktplaats kan een marktkoopman zich laten plaatsen op een doorlopend genummerde sollicitantenlijst voor die markt. Deze sollicitantenlijst werkt op grond van het anciënniteitbeginsel. Dat wil zeggen dat naar mate een marktkoopman langer staat ingeschreven, hij hoger op de lijst komt. Hierdoor komt hij eerder in aanmerking voor een (vaste) (aantrekkelijke) plaats dan iemand die lager op de lijst staat. Volgens de nieuwe verordening kan het sollicitantennummer onder voorwaarden éénmaal overgeschreven worden naar de levenspartner. Dan wordt ook de staanplaatsvergunning overgeschreven. Staanplaatsvergunning Een vergunning die recht geeft op een staanplaats op de markt kan onder voorwaarden ook overgeschreven worden op een kind. Het kind behoudt zijn eigen sollicitantennummer. Onder de verordening uit 2000 behield het kind de staanplaats van zijn ouders. Op grond van de nieuwe verordening blijft de vergunning geldig tot de eerste herindeling van de markt. Dan moet het kind een nieuwe vaste plaats kiezen op zijn eigen anciënniteit en direct na de vaste plaatshouders. De nieuwe regeling doet volgens het College van B&W recht aan het anciënniteitbeginsel en bevordert de dynamiek en doorstroming op de markt. Een overschrijving van de vergunning naar derden, zoals de verordening uit 2000 kende leidde volgens het College slechts tot schijnconstructies ter omzeiling van het anciënniteitsysteem en is daarom afgeschaft. Herindeling Minimaal eenmaal per drie jaar vindt een herindeling van de markt plaats. Vaste plaatsen die vrijkomen (bijvoorbeeld na het overlijden van een marktkoopman) worden tot aan de herindeling als losse plaats per dag aan iemand met een hoge plaats op de sollicitantenlijst toegewezen. Een stadsdeel heeft de bevoegdheid om vaker de markt opnieuw in te delen. Verpachten Omdat in deze zaak ook de handhaving aan de orde is, is vermeldenswaard dat verpachten verboden is. Onder verpachten wordt in dit verband verstaan het al dan niet door de vergunninghouder tegen betaling 1 In de Bijlage bij dit rapport is een overzicht opgenomen van de vernieuwingen in de Verordening op de straathandel 2008

3 Pagina : 3/11 afstaan of in gebruik geven van zijn marktplaats aan een ander, die hierop voor eigen rekening en risico de ambulante handel uitoefent. Veranderingen in de regelgeving De Verordening op de straathandel 2008 heeft een aantal veranderingen met zich meegebracht. De verordening is tot stand gekomen in nauw overleg met de betrokken stadsdelen. Ook met de vertegenwoordigende organisaties van markt- en straathandelaren is intensief overleg gevoerd. Een overzicht van de wijzigingen is opgenomen in de Bijlage bij dit rapport en ontleend aan de door stadsdeel Centrum, afdeling Marktzaken verstrekte informatie. Gemeentelijke organisatie Sinds 1994 is het marktwezen geen centraalstedelijke taak meer. Dat wil zeggen dat het aan de stadsdelen is om marktzaken uit te voeren. Een gedeelte van het marktwezen is om praktische redenen centraal gebleven. Dit centrale gedeelte bestaat uit de verwerking van inschrijvingen op de sollicitantenlijst en de administratieve controle, evenals het begeleiden van wijzigingen van de Verordening op de straathandel. Het stadsdeel Centrum is uitvoerder van deze centraalstedelijke taak. De handhaving op de markt, zoals het toezicht dat er geen verpachting plaatsvindt, is een aangelegenheid van het stadsdeel waarin de markt gelegen is. Zo heeft het Dagelijks Bestuur van het stadsdeel Oud-Zuid in 2005 het Stappenplan Verpachting vastgesteld. achtergrond van het verzoek Hier volgt het beklag van verzoeker: het overschrijven van een sollicitantennummer en een staanplaatsvergunning; Verzoeker is marktkoopman. Hij staat een paar keer per week op de Dappermarkt in het stadsdeel Oost/Watergraafsmeer en staat al tientallen jaren ingeschreven voor de markt. Ondanks zijn laag sollicitantennummer komt hij maar niet in aanmerking voor de aantrekkelijke plaatsen op de markt. Hij stelt vast dat een aantal kinderen de anciënniteit en de marktplaats van hun ouders heeft overgenomen. Het is opvallend dat de anciënniteit van deze kinderen soms hun leeftijd overstijgt. Dit is in strijd met het anciënniteitsysteem. Die jonge broekies komen in aanmerking voor plaatsen, waar verzoeker alleen maar van kan dromen. Hij denkt dat de gemeente het anciënniteitbeginsel niet juist toepast. Ten tweede constateert verzoeker dat kinderen van oude marktkooplieden de vaste plaats van hun ouders hebben overgenomen. Zij staan nu op de voor de verkoop aantrekkelijke hoekplaatsen. Deze plaatsen blijven buiten een herindeling van de markt wat betekent dat hij daar nooit voor in aanmerking komt. Verzoeker belt hierover met stadsdeel Centrum. Het stadsdeel legt hem uit dat de overschrijving van de anciënniteit van ouder op kind eenmalig en gedurende korte tijd in 2001 mogelijk is geweest. Verzoeker vindt dat er een foefje is uitgehaald waardoor hij is benadeeld. Hij legt dit voor aan de ombudsman. het optreden tegen verpachtingen op de Dappermarkt Daarnaast kan verzoeker zich niet vinden in de wijze waarop het stadsdeel Oost/Watergraafsmeer de vergunningvoorwaarden handhaaft op de markt. Vergunninghouders van plaatsen zijn niet altijd zoals is vereist aanwezig en verzoeker is er daarom van overtuigd dat vele plaatsen verpacht worden. Hij vindt dat het stadsdeel er te weinig aan doet om dit tegen te gaan. De marktmeester controleert de marktpassen niet. Als verzoeker bovendien niet merkt dat een gesprek dat hij daarover voerde met het stadsdeel tot verbetering leidt, legt hij dit ook voor aan de ombudsman. reactie van het stadsdeel Centrum, afdeling Marktzaken het overdragen van het nummer op de sollicitantenlijst aan kinderen (anciënniteit) Het stadsdeel laat weten dat het kan voorkomen dat het inschrijfnummer op de sollicitantenlijst van de ouder op het kind is overgegaan. Dat is het geval geweest bij de aanvragen die op grond van de Verordening op de straathandel 2000 na 1 januari 2001 zijn behandeld. Artikel 2.5 lid 5 van die verordening bood de mogelijkheid dat opvolgers van marktkooplieden het sollicitantennummer overnamen. De aanvragen

4 Pagina : 4/11 stroomden binnen, omdat deze bepaling het mogelijk maakte voor mensen met een lage plek op de sollicitantenlijst om mee te dingen naar de aantrekkelijke plaatsen. Deze ongewenste uitwerking van die regelgeving heeft de gemeenteraad op 28 maart 2001 doen besluiten de verordening op dit punt te wijzigen. Bij het overschrijven van rechten van ouder op kind, wordt daarom vanaf april 2001 het sollicitantennummer niet meer overgeschreven. Het kind dat de vergunning van de ouder overgeschreven krijgt, behoudt sindsdien de eigen anciënniteit. Het stadsdeel kan wel begrijpen dat verzoeker, die al jaren op de sollicitantenlijst staat en nu is gepasseerd, dit als onrechtvaardig ervaart. Wat precies de reden is geweest om het omstreden artikel in de verordening van 2000 op te nemen is niet te achterhalen. Wel is bekend dat toen ook overleg is gevoerd over de verordening met de Centrale vereniging voor ambulante handel. Mogelijk hebben die gesprekken tot de bewuste bepaling geleid. Het stadsdeel legt uit dat op de markt verschillende belangen zijn. Bij de voorbereiding van de Verordening op de straathandel 2008 is hieraan meer aandacht besteed dan in het verleden. Bij de eerste voorbereidingen hebben de marktbeheerders van elk stadsdeel bij marktkooplieden gepeild welke behoeften er leefden. Ook is er een klankbordgroep gevormd met verschillende belanghebbenden uit onder andere het marktwezen. Deze kon feedback geven op de conceptvoorstellen. De nieuwe verordening is op dit punt gewijzigd (zie Bijlage). het overdragen van vaste marktplaatsen op kinderen Het stadsdeel Centrum laat de ombudsman weten dat onder bepaalde voorwaarden de vergunning voor een vaste marktplaats kan overgaan van ouder op kind. Dat is in overeenstemming met de Verordening op de straathandel. Dit is ook zo afgesproken met de belangrijkste belangenvereniging voor marktkooplieden. reactie van het stadsdeel Oost/Watergraafsmeer overschrijven van het sollicitantennummer en de staanplaatsvergunning Het stadsdeel heeft de indruk dat slechts een handvol marktkooplieden geprofiteerd heeft van de mogelijkheid een sollicitantennummer van hun ouder(s) overgeschreven te krijgen. Het overschrijven van de staanplaatsvergunning is in overeenstemming met de vorige en huidige Verordening op de straathandel. Het is begrijpelijk dat verzoeker dit niet rechtvaardig vindt. Overigens hebben kinderen na herindeling van de markt recht op een plaats en niet langer op de plaats van de ouders. het optreden tegen verpachtingen op de Dappermarkt. Op de Dappermarkt handhaaft het Dappermarkt Beheer Team van het stadsdeel. Voor de kwaliteit van de handhaving verwijst het stadsdeel naar het Centrale Ambulante Handel vakjury rapport over de handhaving op de Dappermarkt. Volgens dit rapport is zowel de handhaving van de markt als de administratie perfect geregeld. Het onderverhuren of verpachten van plaatsen is volgens de verordening ten strengste verboden. Het zou de cultuur van de markt beslist geen goed doen het te gedogen. Soms is het voor de ondernemers moeilijk het verschil waar te nemen tussen een officiële vervanging geregeld in het Beheerreglement Dappermarkt en een verpachting. Gedurende de laatste drie jaar heeft een intensief samenwerkprogramma plaatsgevonden om verpachting tegen te gaan. Zo zijn er gemeenteonderdelen betrokken die bevoegd zijn administratieve gegevens van ondernemers op te vragen en wordt samengewerkt met de Belastingdienst, Dienst Werk en Inkomen en de Vreemdelingenpolitie/Immigratiedienst. Daarnaast wordt samengewerkt met de Belangenvereniging van de Marktondernemers Dappermarkt en de Markt Overleg Commissie. De marktmeesters zijn niet bevoegd om bewijs op te vragen; zij kunnen uitsluitend handhaven op aanwezigheid. Deze controle vindt elke marktdag ten minste drie keer plaats. De marktpas mag de marktmeester wel controleren en dit gebeurt dan ook. Het is echter niet nodig de marktpas zelf herhaaldelijk te controleren als de marktmeester weet wie hij voor zich heeft.

5 Pagina : 5/11 nadere reactie verzoeker Verzoeker kan zich niet in de reactie vinden en geeft op verzoek van de ombudsman zes concrete plaatsen aan die volgens hem verpacht worden. De ombudsman verzoekt het stadsdeel Oost/Watergraafsmeer hierop te reageren. nadere reactie stadsdeel Oost/Watergraafsmeer Het stadsdeel laat weten een onderzoek in te stellen, waarbij het stadsdeel de aanwezigheid controleert en waarbij een gesprek plaatsvindt. Een van de marktkooplieden was inmiddels overleden en viel daarmee buiten het onderzoek. - In drie gevallen constateerde het stadsdeel dat de marktkooplieden om uiteenlopende redenen niet te allen tijde aanwezig waren en werden de regels opnieuw besproken. een vergunninghouder was een tijd uitgevallen door ziekte; een vergunninghouder liet zich soms vervangen door een persoon met wie hij samenwerkt. Uitgelegd is dat dat niet zomaar kan, maar dat wel officiële vervanging wegens ziekte kan worden aangevraagd; een vergunninghouder ging geregeld te vroeg weg. De marktkooplieden beloofden waar nodig en mogelijk verbetering en de marktmeester zal de aanwezigheid controleren. - een vergunninghouder bleek perfect aanwezig. - het stadsdeel heeft één vergunninghouder verzocht zijn ziekte door een onafhankelijke arts te laten vaststellen. Uiteindelijk concludeerde het stadsdeel dat de vergunninghouder niet meer in staat zou zijn aanwezig te zijn volgens de regels. De vergunning werd ingetrokken. hoorzitting Naar aanleiding van vorenstaande bevindingen houdt de ombudsman een hoorzitting. Op de hoorzitting is verzoeker aanwezig. Daarnaast zijn aanwezig: de Teammanager van het Dappermarkt Beheer Team van stadsdeel Oost/Watergraafsmeer, de hoofdmarktmeester van de Dappermarkt en een medewerker alsmede een beleidsmedewerker van het stadsdeel Centrum, afdeling Marktzaken. De uitleg van de stadsdelen over de gemeentelijke organisatie en over de taakverdeling, evenals aanvullingen over de toepassing van het anciënniteitbeginsel zijn zoveel mogelijk in de bevindingen verwerkt. Vermeldenswaard zijn de volgende drie punten. het controleren van de identiteit van de marktkooplieden. Verzoeker brengt op de hoorzitting in dat er mensen op de markt staan met een achternaam die niet kloppend is. Singh zou op tientallen marktpassen staan, terwijl dit geen achternaam is. De afdeling marktzaken reageert dat de identiteit van de marktkooplieden voor afgifte van de passen wordt vastgesteld. De marktpas wordt alleen afgegeven als iemand zich met een geldig legitimatiebewijs kan legitimeren en als andere officiële papieren zijn overgelegd. Medewerkers zijn zelfs speciaal getraind om te kunnen vaststellen of de legitimatiebewijzen kloppen. het overdragen van het nummer op de sollicitantenlijst aan kinderen (anciënniteit) Verzoeker vindt het nog steeds oneerlijk dat kinderen in aanmerking zijn gekomen voor het sollicitantennummer van hun ouders en ook de aantrekkelijke plaatsen bezetten. Hij weet van een stuk of vijf personen dat deze van de omstreden bepaling in 2001 hebben geprofiteerd. De stadsdelen geven aan de onvrede van verzoeker te begrijpen. De deur werd op een kier gezet maar is snel weer gesloten. het handhaven van de vergunningvoorwaarden op de (Dapper)markt

6 Pagina : 6/11 Verzoeker en stadsdelen zijn het erover eens dat het verpachten tegengegaan moet worden. Het komt nog steeds voor. Echter de Verordening op de straathandel verbiedt weliswaar expliciet verpachting, maar zegt niets over de instrumenten die marktbeheerders en marktmeesters hebben om het tegen te gaan. Het stadsdeel Oost/Watergraafsmeer laat weten dat handhaving op aanwezigheid maar beperkt zicht geeft op de vraag of wordt verpacht. Immers, iemand kan aanwezig zijn en tegelijk tegen betaling een ander in de kraam toelaten die eigen waar verkoopt. Vervolgens is het voor de marktmeester dan niet eenvoudig bewijsmiddelen te verzamelen om op juridisch houdbare wijze een vergunning in te trekken. Op dit moment ligt de bewijslast geheel bij de vergunningverlener, het stadsdeel, en is er bijvoorbeeld geen systeem van omgekeerde bewijslast, zoals bij aanvragen onder de wet Bevordering Integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur (wet Bibob). verpachtingen in Oud-Zuid De stadsdelen brengen als voorbeeld naar voren dat in het stadsdeel Oud-Zuid in 2005 zes vasteplaatsvergunningen tijdelijk werden ingetrokken. Uiteindelijk hebben deze intrekkingen bij de bezwaarcommissie geen stand gehouden, alhoewel de marktmeesters gedurende twee jaar hadden geconstateerd dat de betrokken marktkooplieden de hen toegekende plaatsen hebben verpacht aan derden. Het stadsdeel erkende dat de constateringen op zichzelf staand geen bewijs van verpachting vormden, maar in onderling verband bezien, kon niet anders geconcludeerd worden dat er sprake was van verpachting. De bezwaarcommissie concludeerde dat er sprake was van punitatieve sanctie en dat deze moet worden aangemerkt als een criminal charge in de zin van artikel 6 EVRM. Daarom zijn de in dat artikel genoemde waarborgen van toepassing. De bewijzen die het stadsdeel zelf naar voren bracht achtte de bezwaarcommissie onvoldoende, met name omdat de constateringen niet in enig rapport of procesverbaal zijn vastgelegd. De constateringen dienen controleerbaar en weerlegbaar te zijn volgens de commissie. Omdat de marktkooplieden een verklaring hebben gegeven voor de constateringen van de marktmeester, ligt het op de weg van het stadsdeel aannemelijk te maken dat er niettemin sprake is van verpachting. Daarin is het stadsdeel naar de mening van de bezwaarcommissie niet geslaagd. Het stadsdeel Oost/Watergraafsmeer doet op dit moment een test door samen te werken met de Belastingdienst om zo verpachten te kunnen bewijzen. Dit gaat op basis van samenwerking; er is geen bijzonder recht tot inzage in gegevens. Desgevraagd laten de stadsdelen weten dat er een overleg is voor marktbeheerders. Stadsdeel Centrum geeft aan dat dit overleg niet zeer frequent plaatsvindt. Stadsdeel Oost/Watergraafsmeer geeft aan dat het overleg wel leidt tot informatie uitwisseling over het handhaven tegen verpachten. Behoorlijkheidsvereisten De ombudsman toetst de gedragingen van gemeentelijke instanties aan behoorlijkheidsvereisten. In dit onderzoek is getoetst aan het vertrouwensbeginsel en aan het vereiste van voortvarendheid. Overwegingen het overschrijven van een sollicitantennummer en een staanplaatsvergunning; Een onderdeel van het rechtszekerheidsvereiste is het vertrouwensbeginsel. Dit houdt in dat het bestuursorgaan gerechtvaardigde verwachtingen van burgers en organisaties jegens die overheid nakomt, tenzij wet- of regelgeving zich daartegen verzetten. Als de verdeling van plaatsen op de markt verloopt op grond van het anciënniteitbeginsel kan de gemeente daarvan niet zomaar afwijken.

7 Pagina : 7/11 Vast staat dat het overdragen van het nummer op de sollicitantenlijst korte tijd mogelijk is geweest volgens de Verordening op de straathandel De gemeenteraad heeft binnen enkele maanden besloten dat deze afwijking niet gewenst was en heeft kort daarop de omstreden bepaling geschrapt uit de toenmalige verordening. De aanvragen die in de tussentijd werden ingediend zijn in overeenstemming geweest met de op dat moment geldende verordening. Daarom heeft een aantal kinderen van marktkooplieden kunnen profiteren van de omstreden bepaling. Hoewel begrijpelijk is dat verzoeker zich in zijn rechtvaardigheidsgevoel voelt aangetast, heeft de gemeente op dit punt behoorlijk gehandeld. Ook verzoekers beklag dat de gemeente aantrekkelijke vaste plaatsen weggeeft aan kinderen van marktkooplieden, kan niet leiden tot een negatief oordeel. Ook hier geldt dat de regelgeving toestaat dat een kind van een marktkoopman diens staanplaatsvergunning mag overnemen. Overigens kan worden opgemerkt dat bij de totstandkoming van de nieuwe verordening van 2008 terecht meer aandacht besteed is aan de vraag welke belangen er op de markt leven. De uitkomst lijkt nu evenwichtiger. het optreden tegen verpachtingen op de Dappermarkt. Het vereiste van voortvarendheid houdt in dat een bestuursorgaan slagvaardig en met voldoende snelheid optreedt. Dat betekent dat als er na signalen over verpachting en/of het niet handelen conform de vereisten van de vergunning onderzoek verricht behoort te worden en dat als nodig gehandhaafd behoort te worden. Vast staat dat verzoeker aanvankelijk het beeld had dat zijn signalen aan dovemansoren gericht waren, maar het stadsdeel heeft na aandringen van de ombudsman alsnog in enige concrete zaken onderzoek gedaan. Van de zes onderzochte situaties bleek dat slechts één marktkoopman aan de aanwezigheidsverplichting voldeed. Het stadsdeel heeft de overige marktkooplieden waar nodig herinnerd aan de regels en één vergunning ingetrokken. De ombudsman is van oordeel dat het stadsdeel op deze wijze, alsnog, voldoende heeft gereageerd. tot slot overweegt de ombudsman het volgende Tijdens de hoorzitting bleek dat gemeentebreed de wens bestaat verpachting van staanplaatsen tegen te gaan en daartegen op te treden. Het is onwenselijk voor vele marktkooplieden dat enkele op die manier de regels doorkruisen. Het handhaven van de orde op de markt is daarom van groot belang. Het is de vraag of het instrumentarium op dit moment voldoende is. De stadsdelen signaleren problemen op het gebied van de bewijslast, maar trekken onvoldoende samen op in het zoeken naar mogelijkheden om de handhaving van het verbod tot verpachten effectief aan te pakken. Daarom verbindt de ombudsman aan zijn oordeel de aanbeveling aan de betrokken stadsdelen de handhaving op dit punt centraal te stellen. Oordeel De onderzochte gedragingen zijn behoorlijk. Aanbeveling De ombudsman beveelt de betrokken stadsdelen aan om overleg te voeren met alle stadsdelen die markten exploiteren, met als thema de handhaving van het verbod tot verpachten van marktplaatsen.

8 Pagina : 8/11 Bijlage Overzicht van vernieuwingen in de Verordening op de straathandel 2008 Algemeen Inschrijfvoorwaarden Ambulante handelaren zijn wettelijk verplicht om ingeschreven te staan bij - het Handelsregister, - het Centraal Registratiekantoor, - de Belastingdienst. Deze eisen blijven van kracht maar zijn niet langer als gemeentelijke voorwaarden opgenomen. Overschrijving rechten op de levenspartner Overschrijving van het sollicitantennummer naar de levenspartner kan éénmaal bij: - overlijden, - blijvende arbeidsongeschiktheid, - het bereiken van de 58 jarige leeftijd. Dit was bij 65 jaar, - echtscheiding. Bij overschrijving wordt ook de vergunning overgeschreven. Overschrijving vergunning op het kind De vergunning kan op dezelfde gronden, met uitzondering van echtscheiding, ook op een kind worden overgeschreven. In dat geval wordt het sollicitantennummer niet overgeschreven. Het kind moet wel: - meerderjarig zijn, - minimaal drie jaar in het marktbedrijf van de ouder hebben gewerkt, (dat was 5 jaar), - in die periode mede-eigenaar zijn geweest of op de loonlijst hebben gestaan, - zelf ingeschreven staan op de sollicitantenlijst.(dat was 5 jaar) Na overschrijving blijft de vergunning geldig tot de eerste herindeling van de markt. Dan moet een nieuwe vaste plaats worden gekozen na de andere vaste plaatshouders. Een uitzondering wordt gemaakt voor de marktplaats met een direct achterliggende winkel als dat een economische eenheid vormt. In dat geval kan het kind van de plaats gebruik blijven maken, zolang die situatie duurt. Als die situatie wijzigt moet bij de eerstvolgende herindeling alsnog een nieuwe vaste plaats worden gekozen. Overschrijving vergunning op anderen Overschrijving van de vergunning is alleen nog mogelijk op de levenspartner of het kind. Anderen komen niet meer in aanmerking. Handhaving Bij overtreding van de verordening wordt door de gemeente opgetreden. Dit gebeurt bestuursrechtelijk. Ook kan ook door Politie en Justitie worden opgetreden. Dit is dan strafrechtelijk. In ernstige gevallen kan met onmiddellijke ingang tot 7 dagen de toegang tot de markt worden ontzegd. In die periode wordt dan een passende maatregel aan de overtreder kenbaar gemaakt. Nadere regels en beleid artikel 6.1 De stadsdelen kunnen nadere regels en beleid vast te stellen zodat er naast de algemene bepalingen in de verordening ook maatwerk per stadsdeel en per markt kan worden geleverd.

9 Pagina : 9/11 Overgangsbepaling Er is geen overgangsperiode vastgesteld. Dat betekent dat de bepalingen van de nieuwe verordening ingaan op 1 augustus Op aanvragen en bezwaarschriften waarop per 1 augustus 2008 nog niet is beslist, wordt dat besluit genomen met toepassing van de nieuwe verordening. Verder blijven de nu geldige vergunningen, inschrijfrechten etc. met ingang van de nieuwe verordening gewoon geldig. Markten Markten waarop kan worden ingeschreven Voor de markten mag gelijktijdig op zes (6) sollicitantenlijsten worden ingeschreven. Dit waren er drie. Bovendien mag op één seizoenmarkt extra worden ingeschreven. Maximum aantal vaste plaatsen. Het maximum aantal markten waarop vaste plaatsen kunnen worden verkregen is: - één dagmarkt en - drie weekmarkten. (dit was max. twee weekmarkten) Er mag niet gelijktijdig een marktplaats op verschillende markten worden ingenomen. Deelnameverplichting voor sollicitanten. Een sollicitantennummer moet ook daadwerkelijk worden gebruikt. Daarom is een minimale deelname aan de markt vereist van vier (4) keer per jaar. In de praktijk kan dat betekenen dat er niet altijd een marktplaats beschikbaar is. In de enkele gevallen dat een markt een heel jaar geen ruimte heeft om een gegadigde vier keer per jaar een plaats te bieden, kan daar uit worden afgeleid dat de markt op dat moment zo vol is, dat er geen ruimte is voor nieuwe sollicitanten. Zo worden ook (te) lange wachtlijsten voorkomen. Doorhaling inschrijving op de sollicitantenlijst Een sollicitantennummer wordt nu ook doorgehaald: - wanneer een sollicitant niet voldoet om minimaal 4x per jaar een plaats in te nemen, - wanneer een ingeschrevene zich als standwerker laat registreren. De bevoegdheid om het sollicitantennummer door te halen ligt nu ook bij het stadsdeel. Als het stadsdeel een vergunning intrekt wordt dan gelijk het sollicitantennummer doorgehaald. Seizoensregeling Voorheen ook wel feestdagenregeling. Bij de toewijzing en vergroting van marktplaatsen hebben sollicitanten voorrang als die voldoen aan de bepalingen van de seizoensregeling. - Op vrijdag en zaterdag wanneer in dezelfde kalenderweek al een marktplaats op die markt is ingenomen. - In de tijdvakken april tot en met juni en het tijdvak december wanneer in minimaal zes van de acht weken die aan deze tijdvakken voorafgaan, een marktplaats op die markt is ingenomen. Vergroten van marktplaats art Het vergroten van plaatsen gaat voor de toewijzing aan lotelingen of sollicitanten die niet voldoen aan de seizoensregeling. Een marktplaats wordt niet eerder vergroot naar een meervoudige plaats dan nadat alle gegadigden voor een tweevoudige plaats in aanmerking zijn gekomen. Plaatsbezettingsfrequentie

10 Pagina : 10/11 Het aantal keren dat een vaste plaats moet worden ingenomen blijft minimaal: - weekmarkten 10 keer per 13 weken - dagmarkten 3 keer per week Het stadsdeel kan per markt bepalen deze frequentie te verminderen. Persoonlijke aanwezigheid De vergunninghouder moet altijd persoonlijk op de marktplaats aanwezig zijn. Dat hoeft niet als de marktmeester verlof geeft om even afwezig te zijn. Dit verlof kan ook doorlopend zijn, bijvoorbeeld om gewoon naar het toilet te gaan. Het verlof kan worden ingetrokken als daar aanleiding toe bestaat. Afgelasten van de markt Bij zeer slecht weer of andere bijzondere omstandigheden kan de markt geheel of gedeeltelijk worden afgelast. Plaatstoewijzing of schuifverbod. Voor het goed functioneren van de markt kan een vergunninghouder worden verboden om: - op de eigen marktplaats te blijven staan of - een andere marktplaats in te nemen. Venten op de markten Venten op de markten blijft verboden. Dit verbod geldt niet voor de verkoop van eet- en drinkwaren aan op de markt werkzame personen. Periodiek herindeling Minimaal éénmaal per 36 maanden wordt een herindeling van de markt gehouden. Voorheen werd dit eenmaal per 36 maanden beoordeeld. Inschrijving als standwerker Standwerkers kunnen niet meer op een anciënniteitlijst staan. Bij registratie als standwerker worden inschrijvingen op de sollicitantenlijsten doorgehaald. Bijzondere markten Ballotagecommissie Voor bijzondere markten, bijvoorbeeld een boerenmarkt, kan het stadsdeel een bijzondere marktcommissie instellen. Deze commissie wordt dan belast met de beoordeling van het verkoopproduct en advies over toelating op de markt. Gegadigde kooplieden kunnen zich wel als sollicitant laten plaatsen maar zolang zij nog niet toegelaten zijn oor de ballotagecommissie, is deelname uitgesloten. Bijzondere organisatievorm (kunstmarkten) Voor uitzonderlijke markten als bijvoorbeeld de kunstmarkten in het Centrum, is een andere organisatievorm mogelijk. Hierdoor is het ook mogelijk om experimentele marktvormen te onderzoeken. Jaarmarkten. Jaarmarkten kunnen tot maximaal 4 x per jaar voor een gezamenlijke duur van ten hoogste vier weken worden gehouden. Dit was ten hoogste vier dagen. Staanplaatsen Bijzondere staanplaatsen Naast de bekende lijst-en initiatiefplaatsen kan het stadsdeel nu ook zogenaamde

11 Pagina : 11/11 bijzondere staanplaatsen instellen. Daarvoor stellen zij dan wel nadere regels en beleid vast. In de stadsdelen Centrum en Oud-zuid worden op die manier ocaties bij toerbeurt beschikbaar gesteld aan venters. Gebiedsaanwijzing voor initiatiefplaatsen Stadsdelen kunnen actief (ontwikkelings) gebieden aanwijzen waar het mogelijk is een initiatiefstaanplaats aan te vragen. Als die gebieden niet zijn aangewezen, is het niet mogelijk om daar een initiatiefplaats te krijgen. Plaatsbezettingsverplichting. Het stadsdeel kan de staanplaatshouder verplichten om voor een vastgesteld aantal dagen de staanplaats in te nemen. Vervanging en assistentie Net als op gewone staanplaatsen kan op seizoenstaanplaatsen en bijzondere staanplaatsen vervanging worden toegestaan. Daarbij geldt dat: - de maximale vervangingstermijn naar rato van de vergunningsduur wordt vastgesteld. - bij plaatsvergunningen korter dan 1 maand geen vervanging wegens vakantie wordt verleend. Venten Assistentie Het is venters toegestaan om zich te laten assisteren tijdens het venten. Vervanging tijdens het venten blijft wel verboden. Artikeluitbreiding Er is een verruiming van mogelijke verkoopwaren in het ventbedrijf gekomen. Ventvergunning kan worden verstrekt voor AGF, Bloemen en Planten en (nieuw) gerede eet-en drinkwaren. Onder gerede eet-en drinkwaren vallen alle eet-en drinkwaren bedoeld voor de onmiddellijke menselijke consumptie. Te denken valt aan haring, hotdogs, consumptie-ijs, koffie, enzovoort. Bij de bereiding mag geen gebruik worden gemaakt van open vuur of frituurolie of -vet. De omschrijving gerede eet-en drinkwaren wil zeggen dat een noodzakelijke kleine handeling om het product voor directe consumptie geschikt te maken is toegestaan. Uitgebreide bereidingsbehandelingen zijn niet toegestaan. Ook blijft de wetgeving op het gebied van milieu en voedselveiligheid gewoon van kracht. Zo kan de Keuringsdienst voor Waren gewoon controleren. Ook het maximumaantal van 160 ijsventers in Amsterdam vervalt. Zomer-en Winterroulering Centrum Het rouleringssysteem voor venters in het Centrum blijft van kracht. Zij komen in aanmerking voor een bijzondere staanplaats. Gelet op de artikeluitbreiding voor venters, kunnen ook op deze rouleerplaatsen in principe alle gerede eeten drinkwaren worden aangeboden. Het blijft wel mogelijk dat het stadsdeel per locatie voorwaarde aan het aanbod van artikelen stelt. Braderieën Braderieën zijn niet meer in de verordening opgenomen maar dit is een APV-bepaling geworden met meldingsplicht.