Nota Inspraak en vooroverleg Bestemmingsplan Landgoed Friezenwijk te Heukelum

Transcriptie

1 Nota Inspraak en vooroverleg Bestemmingsplan Landgoed Friezenwijk te Heukelum

2 Vestiging Oosterhout Beneluxweg SJ Oosterhout T: +31 (0) Vestiging Maastricht Louis Loyensstraat AK Maastricht T: +31 (0) info@croonenburo5.com

3 Nota Inspraak en vooroverleg Bestemmingsplan Landgoed Friezenwijk te Heukelum Gemeente Lingewaal Datum: Juni 2014 Projectgegevens: Projectnummer NIO a Croonen Adviseurs

4 Inhoud 1. Inleiding 1 2. Inspraakreacties 3 3. Reacties Vooroverleg artikel 10 Bro. 22

5 1. Inleiding Aanleiding Deze nota inspraak en vooroverleg geeft de resultaten weer van de voorontwerpprocedure die is gehouden voor het voorontwerpbestemmingsplan landgoed Friezenwijk te Heukelum. Het voorontwerp van het bestemmingsplan heeft met ingang van 20 juni 2013 gedurende een periode van zes weken voor eenieder ter inzage gelegen. Gedurende deze periode is iedereen in de gelegenheid gesteld om zijn of haar reactie kenbaar te maken. Van een en ander is vooraf openbare kennisgeving gedaan in het locale weekblad en op de gemeentelijke website. Gedurende bovengenoemde termijn is van 11 insprekers reacties ontvangen. Opbouw nota inspraak en vooroverleg De beantwoording van de ontvangen inspraakreacties is verwerkt in hoofdstuk 2. De beantwoording van de ontvangen vooroverlegreacties is verwerkt in hoofdstuk 3. De inspraakreacties en vooroverlegreacties zijn in die twee hoofdstukken samengevat. Dit betekent niet dat die onderdelen van de inspraakreactie of overlegreactie, die niet expliciet worden genoemd, niet bij de beoordeling zouden zijn betrokken. De reacties zijn in hun geheel beoordeeld. Per reactie is het resultaat van de beoordeling door de gemeente vermeld. 1

6 2

7 2. Inspraakreacties 1. Dhr P. Houben, Mevr. R. Houben en mevr. R. Van Maaren, Groeneweg 24, 4161 BK Heukelum Schriftelijk ingekomen 1 augustus 2013 onder nummer Z-5290 Samenvatting: a. Aangegeven wordt dat er sprake is van onzorgvuldig en onevenwichtig bestuur. Aangegeven wordt dat er geen harde grenzen aan het nader gebruik van het gebied zijn opgenomen. Dit betreft het extensief recreatief medegebruik, bed&breakfast en kleinschalig kamperen. b. De mogelijkheden voor bed&breakfast en het kleinschalig kamperen verstoort de rust van het gebied. Daarnaast zal hierdoor de weg open zijn voor meer accommodatie, bouw van andere gebouwen, horeca en feesten/trouwerijen, fairs, evenementen etc. c. De dagrecreatie zal leiden tot problemen met parkeren en onveilige verkeerssituaties langs de Groeneweg. d. Aangegeven wordt dat de ontwikkeling van het landgoed een eerste stap is in het ontwikkelen van woningbouw tussen de Achterweg en Dwarsweg. Het oorspronkelijke karakter en de groene en rustige omgeving gaat hiermee volledig verloren. e. Niet ingezien wordt waarom er beplanting moet worden aangelegd op het gebied grenzend aan de Groeneweg. De beplanting is niet transparant en de grauwe abeel pluist. Dit alles mede in relatie met het eigen beleid van de gemeente en de wens tot behoud van openheid van het gebied. f. Het toevoegen van beplanting kan negatieve effecten hebben voor de in het gebied aanwezige kieviten, grutto s, roerdompen en ooievaars. Resultaat beoordeling: a. Het bestemmingsplan is het planologisch-juridisch kader voor deze ontwikkeling. Deze regeling is overgenomen uit het bestemmingsplan buitengebied, waar dit overal mogelijk wordt gemaakt. De teksten die worden aangehaald door de inspreker zijn opgenomen in de toelichting. De toegestane soort activiteiten en omvang van de activiteiten zijn juridisch vastgelegd in de regels en de verbeelding. In het plan wordt op het landgoed extensieve dagrecreatie mogelijk gemaakt. Ten aanzien van de extensieve dagrecreatie is de volgende begripsbepaling opgenomen: die vormen van openluchtrecreatie, waarbij in het algemeen het beleven van rust voorop staat en het aantal recreanten per oppervlakte-eenheid beperkt is, niet zijnde kleinschalige oeverrecreatie. Voorbeelden zijn fietsen en wandelen; Met deze insteek kiest de gemeente dus voor een zeer beperkte toegestane vorm van extensief recreatief medegebruik welke goed gestuurd kan worden. Het opnemen van aantallen recreanten is voor de gemeente bij deze vorm van extensief medegebruik niet aan de orde. Op basis van de reactie van de inspreker is het de gemeente niet duidelijk waarom het toestaan van extensief recreatief medegebruik de omwonenden per definitie zouden schaden. Voor bed&breakfast zijn in artikel 7.1 onder d de rechtstreeks toegestane kaders opgenomen. Deze regeling is overgenomen uit het bestemmingsplan buitengebied, waar dit binnen de bestemming Wonen overal mogelijk wordt gemaakt. Op basis van de reactie van de inspreker is het de gemeente niet duidelijk waarom het toestaan van bed&breakfast met deze omvang (6 slaapplaatsen) de omwonenden per definitie zouden schaden of de rust zou aantasten. Daarnaast zijn in het plan mogelijkheden opgenomen voor verruiming van de activiteiten voor een bedrijf aan huis en bed&breakfast. Voor kleinschalig kamperen is een afwijkingsbevoegdheid opgenomen, waarbij B&W de bevoegdheid heeft om de afwijking weer in te trekken als zij vinden dat daartoe de noodzaak bestaat. Dit kan indien gebruik is gemaakt van de afwijking en dat later bij het feitelijk toepassen daarvan niet wordt voldaan aan de gestelde voorwaarden. Dat is ook een kwestie van handhaving. b. Ten aanzien van het punt van de Bed&Breakfast en Kleinschalig kamperen wordt verwezen naar de beantwoording onder punt a. Het toelaten van meer accommodatie, bouw van andere gebouwen, horeca en feesten/trouwerijen, fairs, evenementen etc. wordt in het bestemmingsplan niet geregeld. c. Wandelaars die per auto komen kunnen, nabij het begin van de oprijlaan aan de Groeneweg, parkeren op het openbare parkeerterrein bij de sportvelden ter plaatse, welk terrein met instemming 3

8 van de gemeente daarvoor (mede)gebruikt mag worden. Men zal bij voorkeur de hoofdingang naast het voetbalveld nemen en niet in de berm bij de achteringang gaan parkeren. Mocht het gewenst zijn dan kan bij de achteringang een bordje geplaatst worden waar er geparkeerd kan worden. De gemeente is van mening dat de parkeerterreinen van de sportvelden voldoende van omvang zijn om de recreanten welke per auto naar het landgoed komen op te kunnen vangen. Daarnaast kunnen er (indien noodzakelijk) verkeerstechnische maatregelen worden genomen, zoals het plaatsen van borden om te voorkomen dat er bij de ingang van de wandelpaden van het landgoed geparkeerd wordt. De beperkte omvang van het aantal bezoekers zal niet leiden tot een toename van eventuele onveilige verkeerssituaties en verstoring van de rust, mede gelet op de door de inspreker aangegeven aanwezige recreanten van de voetbalvereniging. Tenslotte is de verwachting dat de meeste wandelaars bewoners van de Groeneweg zullen zijn of, door de geringe afstand tot Heukelum, te voet of met de fiets zullen komen. d. De ontwikkeling van het landgoed Friezenwijk heeft geen relatie met het gemeentelijk woningbouwprogramma en de aanleg van nieuwe woningen in het gebied tussen de Achterweg en Dwarsweg. Het bestemmingsplan maakt geen ontwikkeling van nieuwe woningen in dat gebied mogelijk. Het wel of niet ontwikkelen van dat gebied vormt geen onderdeel van dit bestemmingsplan en is hier dus niet aan de orde. De uitbreidingsplannen van de gemeente zijn weliswaar in zuidwestelijke richting, maar stoppen ruim voor de grenzen van het landgoed. Door de ontwikkeling van bos, natuur en landschapselementen worden de ruimtelijke kwaliteiten en natuurwaarden zodanig verhoogd, zeker als men 10 tot 20 jaar na aanleg kijkt, dat een ontwikkeling van woningbouw juist zeer onwaarschijnlijker wordt. Het 'oorspronkelijke' karakter van Heukelum als groen en rustige omgeving zal door de landgoedontwikkeling juist versterkt worden. e. Het nieuwe landgoed moet voldoen aan de voorwaarden uit de Natuurschoonwet. In verband met de omzomingsvereisten uit de Natuurschoonwet, dienen de percelen omzoomd te worden volgens bepaalde normen (75% of 50% aaneengesloten met beeldbepalende boom). Dit verhoogt ook de landschappelijk en ecologische meerwaarde. De 'historische openheid' van het plangebied is een moeilijk houdbare claim. Het hele plangebied is circa 100 jaar geleden afgeticheld en bestond historisch dan ook uit vruchtbare zavelgrond met landschapselementen. Men spreekt wel van de historische openheid in de komgronden, maar het plangebied is geen historische komgrond. Door de noord/zuid lijnen (bomenrijen) op te kronen is het oost/west zicht nagenoeg onbelemmerd. Als men naar de komgronden rijdt en daar dwars op een weg kijkt met populieren die om de ca 10 m staan, opgekroond hoger dan 5 m, dan versterkt dit eerder het gevoel van openheid en men kijkt er eenvoudig onderdoor. Daarnaast is een deel van het zicht vanaf de Groeneweg en Achterweg door de omzomende beplanting rond het sportveld al ontnomen. Op grond van de Natuurschoonwet dient de onderlinge plantafstand van bomen of knotwilgen in een rij maximaal 8 m te zijn. Deze onderlinge afstand is ruimschoots voldoende om een doorzicht te blijven waarborgen. In verband met de inspraakreactie zal dan ook niet gestreefd worden naar een kleinere onderlinge afstand dan 8 m. De reden voor het planten van Grauwe Abeel is dat deze soort gebiedseigen is. Het is geen keuze ten aanzien van het onderhoud ten opzichte van andere populierensoorten (mocht dit al het geval zijn). Bovendien zal deze keuze de totale aanleg en instandhoudingskosten verwaarloosbaar klein beïnvloeden. Ten aanzien van de pluizen van de Gauwe Abeel kan worden aangegeven dat er populierensoorten zijn die daar minder last van hebben. Echter de overheersende windrichting is zuidwest. De pluizen van deze bomen komen dus niet aan de Groeneweg. Overigens komen er wel veel pluizen aan de Groeneweg van de buitendijks gelegen populierenbossen (aan de westzijde). Daar maakt de inspreker echter geen opmerking over. Mocht er dan al sprake zijn van overlast (wat niet op te maken valt uit de reactie van inspreker), dan zal dit in ieder geval niet door populieren op het nieuwe landgoed vergroot worden. f. Er is al veel opgaand hout in de directe omgeving van het plangebied, zodat eventuele argumenten dat roofvogels in de hoge bomen kunnen verblijven om zo weidevogels te kunnen slaan, naar mening van de gemeente niet steekhoudend zijn. Het is een te klein en geïsoleerd gebied om potentie te hebben als (grootschalig / c.q. belangrijk) weidevogelgebied. Een weidevogelgebied van grote waarde ligt in de komgronden ten zuiden van Gellicum. Overigens lopen daar ook met populieren beplante wegen doorheen. Conclusie: Voorgesteld wordt de inspraakreactie onder a t/m f ongegrond te verklaren. Het bestemmingsplan zal niet worden aangepast. 4

9 2. Dhr C. Huigen en mevr. M.A. Huijgen-Visser Visser, Groeneweg 26a, 4161 BK Heukelum Schriftelijk ingekomen 1 augustus 2013 onder nummer Z-5288 Samenvatting: a. Aangegeven wordt dat er sprake is van onzorgvuldig en onevenwichtig bestuur. Aangegeven wordt dat er geen harde grenzen aan het nader gebruik van het gebied zijn opgenomen. Dit betreft het extensief recreatief medegebruik, bed&breakfast en kleinschalig kamperen. b. De mogelijkheden voor bed&breakfast en het kleinschalig kamperen verstoort de rust van het gebied. Daarnaast zal hierdoor de weg open zijn voor meer accommodatie, bouw van andere gebouwen, horeca en feesten/trouwerijen, fairs, evenementen etc. c. De dagrecreatie zal leiden tot problemen met parkeren en onveilige verkeerssituaties langs de Groeneweg. d. Aangegeven wordt dat de ontwikkeling van het landgoed een eerste stap is in het ontwikkelen van woningbouw tussen de Achterweg en Dwarsweg. Het oorspronkelijke karakter en de groene en rustige omgeving gaat hiermee volledig verloren. e. Niet ingezien wordt waarom er beplanting moet worden aangelegd op het gebied grenzend aan de Groeneweg. De beplanting is niet transparant en de grauwe abeel pluist. Dit alles mede in relatie met het eigen beleid van de gemeente en de wens tot behoud van openheid van het gebied. f. Het toevoegen van beplanting kan negatieve effecten hebben voor de in het gebied aanwezige kieviten, grutto s, roerdompen en ooievaars. Resultaat beoordeling: a. Het bestemmingsplan is het planologisch-juridisch kader voor deze ontwikkeling. Deze regeling is overgenomen uit het bestemmingsplan buitengebied, waar dit overal mogelijk wordt gemaakt. De teksten die worden aangehaald door de inspreker zijn opgenomen in de toelichting. De toegestane soort activiteiten en omvang van de activiteiten zijn juridisch vastgelegd in de regels en de verbeelding. In het plan wordt op het landgoed extensieve dagrecreatie mogelijk gemaakt. Ten aanzien van de extensieve dagrecreatie is de volgende begripsbepaling opgenomen: die vormen van openluchtrecreatie, waarbij in het algemeen het beleven van rust voorop staat en het aantal recreanten per oppervlakte-eenheid beperkt is, niet zijnde kleinschalige oeverrecreatie. Voorbeelden zijn fietsen en wandelen; Met deze insteek kiest de gemeente dus voor een zeer beperkte toegestane vorm van extensief recreatief medegebruik welke goed gestuurd kan worden. Het opnemen van aantallen recreanten is voor de gemeente bij deze vorm van extensief medegebruik niet aan de orde. Op basis van de reactie van de inspreker is het de gemeente niet duidelijk waarom het toestaan van extensief recreatief medegebruik de omwonenden per definitie zouden schaden. Voor bed&breakfast zijn in artikel 7.1 onder d de rechtstreeks toegestane kaders opgenomen. Deze regeling is overgenomen uit het bestemmingsplan buitengebied, waar dit binnen de bestemming Wonen overal mogelijk wordt gemaakt. Op basis van de reactie van de inspreker is het de gemeente niet duidelijk waarom het toestaan van bed&breakfast met deze omvang (6 slaapplaatsen) de omwonenden per definitie zouden schaden of de rust zou aantasten. Daarnaast zijn in het plan mogelijkheden opgenomen voor verruiming van de activiteiten voor een bedrijf aan huis en bed&breakfast. Voor kleinschalig kamperen is een afwijkingsbevoegdheid opgenomen, waarbij B&W de bevoegdheid heeft om de afwijking weer in te trekken als zij vinden dat daartoe de noodzaak bestaat. Dit kan indien gebruik is gemaakt van de afwijking en dat later bij het feitelijk toepassen daarvan niet wordt voldaan aan de gestelde voorwaarden. Dat is ook een kwestie van handhaving. b. Ten aanzien van het punt van de Bed&Breakfast en Kleinschalig kamperen wordt verwezen naar de beantwoording onder punt a. Het toelaten van meer accommodatie, bouw van andere gebouwen, horeca en feesten/trouwerijen, fairs, evenementen etc. wordt in het bestemmingsplan niet geregeld. c. Wandelaars die per auto komen kunnen, nabij het begin van de oprijlaan aan de Groeneweg, parkeren op het openbare parkeerterrein bij de sportvelden ter plaatse, welk terrein met instemming van de gemeente daarvoor (mede)gebruikt mag worden. Men zal bij voorkeur de hoofdingang naast het voetbalveld nemen en niet in de berm bij de achteringang gaan parkeren. Mocht het gewenst zijn dan kan bij de achteringang een bordje geplaatst worden waar er geparkeerd kan worden. De gemeente is van mening dat de parkeerterreinen van de sportvelden voldoende van om- 5

10 vang zijn om de recreanten welke per auto naar het landgoed komen op te kunnen vangen. Daarnaast kunnen er (indien noodzakelijk) verkeerstechnische maatregelen worden genomen, zoals het plaatsen van borden om te voorkomen dat er bij de ingang van de wandelpaden van het landgoed geparkeerd wordt. De beperkte omvang van het aantal bezoekers zal niet leiden tot een toename van eventuele onveilige verkeerssituaties en verstoring van de rust, mede gelet op de door de inspreker aangegeven aanwezige recreanten van de voetbalvereniging. Tenslotte is de verwachting dat de meeste wandelaars bewoners van de Groeneweg zullen zijn of, door de geringe afstand tot Heukelum, te voet of met de fiets zullen komen. d. De ontwikkeling van het landgoed Friezenwijk heeft geen relatie met het gemeentelijk woningbouwprogramma en de aanleg van nieuwe woningen in het gebied tussen de Achterweg en Dwarsweg. Het bestemmingsplan maakt geen ontwikkeling van nieuwe woningen in dat gebied mogelijk. Het wel of niet ontwikkelen van dat gebied vormt geen onderdeel van dit bestemmingsplan en is hier dus niet aan de orde. De uitbreidingsplannen van de gemeente zijn weliswaar in zuidwestelijke richting, maar stoppen ruim voor de grenzen van het landgoed. Door de ontwikkeling van bos, natuur en landschapselementen worden de ruimtelijke kwaliteiten en natuurwaarden zodanig verhoogd, zeker als men 10 tot 20 jaar na aanleg kijkt, dat een ontwikkeling van woningbouw juist zeer onwaarschijnlijker wordt. Het 'oorspronkelijke' karakter van Heukelum als groen en rustige omgeving zal door de landgoedontwikkeling juist versterkt worden. e. Het nieuwe landgoed moet voldoen aan de voorwaarden uit de Natuurschoonwet. In verband met de omzomingsvereisten uit de Natuurschoonwet, dienen de percelen omzoomd te worden volgens bepaalde normen (75% of 50% aaneengesloten met beeldbepalende boom). Dit verhoogt ook de landschappelijk en ecologische meerwaarde. De 'historische openheid' van het plangebied is een moeilijk houdbare claim. Het hele plangebied is circa 100 jaar geleden afgeticheld en bestond historisch dan ook uit vruchtbare zavelgrond met landschapselementen. Men spreekt wel van de historische openheid in de komgronden, maar het plangebied is geen historische komgrond. Door de noord/zuid lijnen (bomenrijen) op te kronen is het oost/west zicht nagenoeg onbelemmerd. Als men naar de komgronden rijdt en daar dwars op een weg kijkt met populieren die om de ca 10 m staan, opgekroond hoger dan 5 m, dan versterkt dit eerder het gevoel van openheid en men kijkt er eenvoudig onderdoor. Daarnaast is een deel van het zicht vanaf de Groeneweg en Achterweg door de omzomende beplanting rond het sportveld al ontnomen. Op grond van de Natuurschoonwet dient de onderlinge plantafstand van bomen of knotwilgen in een rij maximaal 8 m te zijn. Deze onderlinge afstand is ruimschoots voldoende om een doorzicht te blijven waarborgen. In verband met de inspraakreactie zal dan ook niet gestreefd worden naar een kleinere onderlinge afstand dan 8 m. De reden voor het planten van Grauwe Abeel is dat deze soort gebiedseigen is. Het is geen keuze ten aanzien van het onderhoud ten opzichte van andere populierensoorten (mocht dit al het geval zijn). Bovendien zal deze keuze de totale aanleg en instandhoudingskosten verwaarloosbaar klein beïnvloeden. Ten aanzien van de pluizen van de Gauwe Abeel kan worden aangegeven dat er populierensoorten zijn die daar minder last van hebben. Echter de overheersende windrichting is zuidwest. De pluizen van deze bomen komen dus niet aan de Groeneweg. Overigens komen er wel veel pluizen aan de Groeneweg van de buitendijks gelegen populierenbossen (aan de westzijde). Daar maakt de inspreker echter geen opmerking over. Mocht er dan al sprake zijn van overlast (wat niet op te maken valt uit de reactie van inspreker), dan zal dit in ieder geval niet door populieren op het nieuwe landgoed vergroot worden. f. Er is al veel opgaand hout in de directe omgeving van het plangebied, zodat eventuele argumenten dat roofvogels in de hoge bomen kunnen verblijven om zo weidevogels te kunnen slaan, naar mening van de gemeente niet steekhoudend zijn. Het is een te klein en geïsoleerd gebied om potentie te hebben als (grootschalig / c.q. belangrijk) weidevogelgebied. Een weidevogelgebied van grote waarde ligt in de komgronden ten zuiden van Gellicum. Overigens lopen daar ook met populieren beplante wegen doorheen. Conclusie: Voorgesteld wordt de inspraakreactie onder a t/m f ongegrond te verklaren. Het bestemmingsplan zal niet worden aangepast. 6

11 3. Dhr F.B. Looijen en mevr. A.I.J. Looijen Van Leerdam, Groeneweg 26, 4161 BK Heukelum Schriftelijk ingekomen 1 augustus 2013 onder nummer Z-5289 Samenvatting: a. Aangegeven wordt dat er sprake is van onzorgvuldig en onevenwichtig bestuur. Aangegeven wordt dat er geen harde grenzen aan het nader gebruik van het gebied zijn opgenomen. Dit betreft het extensief recreatief medegebruik, bed&breakfast en kleinschalig kamperen. b. De mogelijkheden voor bed&breakfast en het kleinschalig kamperen verstoort de rust van het gebied. Daarnaast zal hierdoor de weg open zijn voor meer accommodatie, bouw van andere gebouwen, horeca en feesten/trouwerijen, fairs, evenementen etc. c. De dagrecreatie zal leiden tot problemen met parkeren en onveilige verkeerssituaties langs de Groeneweg. d. Aangegeven wordt dat de ontwikkeling van het landgoed een eerste stap is in het ontwikkelen van woningbouw tussen de Achterweg en Dwarsweg. Het oorspronkelijke karakter en de groene en rustige omgeving gaat hiermee volledig verloren. e. Niet ingezien wordt waarom er beplanting moet worden aangelegd op het gebied grenzend aan de Groeneweg. De beplanting is niet transparant en de grauwe abeel pluist. Dit alles mede in relatie met het eigen beleid van de gemeente en de wens tot behoud van openheid van het gebied. f. Het toevoegen van beplanting kan negatieve effecten hebben voor de in het gebied aanwezige kieviten, grutto s, roerdompen en ooievaars. Resultaat beoordeling: a. Het bestemmingsplan is het planologisch-juridisch kader voor deze ontwikkeling. Deze regeling is overgenomen uit het bestemmingsplan buitengebied, waar dit overal mogelijk wordt gemaakt. De teksten die worden aangehaald door de inspreker zijn opgenomen in de toelichting. De toegestane soort activiteiten en omvang van de activiteiten zijn juridisch vastgelegd in de regels en de verbeelding. In het plan wordt op het landgoed extensieve dagrecreatie mogelijk gemaakt. Ten aanzien van de extensieve dagrecreatie is de volgende begripsbepaling opgenomen: die vormen van openluchtrecreatie, waarbij in het algemeen het beleven van rust voorop staat en het aantal recreanten per oppervlakte-eenheid beperkt is, niet zijnde kleinschalige oeverrecreatie. Voorbeelden zijn fietsen en wandelen; Met deze insteek kiest de gemeente dus voor een zeer beperkte toegestane vorm van extensief recreatief medegebruik welke goed gestuurd kan worden. Het opnemen van aantallen recreanten is voor de gemeente bij deze vorm van extensief medegebruik niet aan de orde. Op basis van de reactie van de inspreker is het de gemeente niet duidelijk waarom het toestaan van extensief recreatief medegebruik de omwonenden per definitie zouden schaden. Voor bed&breakfast zijn in artikel 7.1 onder d de rechtstreeks toegestane kaders opgenomen. Deze regeling is overgenomen uit het bestemmingsplan buitengebied, waar dit binnen de bestemming Wonen overal mogelijk wordt gemaakt. Op basis van de reactie van de inspreker is het de gemeente niet duidelijk waarom het toestaan van bed&breakfast met deze omvang (6 slaapplaatsen) de omwonenden per definitie zouden schaden of de rust zou aantasten. Daarnaast zijn in het plan mogelijkheden opgenomen voor verruiming van de activiteiten voor een bedrijf aan huis en bed&breakfast. Voor kleinschalig kamperen is een afwijkingsbevoegdheid opgenomen, waarbij B&W de bevoegdheid heeft om de afwijking weer in te trekken als zij vinden dat daartoe de noodzaak bestaat. Dit kan indien gebruik is gemaakt van de afwijking en dat later bij het feitelijk toepassen daarvan niet wordt voldaan aan de gestelde voorwaarden. Dat is ook een kwestie van handhaving. b. Ten aanzien van het punt van de Bed&Breakfast en Kleinschalig kamperen wordt verwezen naar de beantwoording onder punt a. Het toelaten van meer accommodatie, bouw van andere gebouwen, horeca en feesten/trouwerijen, fairs, evenementen etc. wordt in het bestemmingsplan niet geregeld. c. Wandelaars die per auto komen kunnen, nabij het begin van de oprijlaan aan de Groeneweg, parkeren op het openbare parkeerterrein bij de sportvelden ter plaatse, welk terrein met instemming van de gemeente daarvoor (mede)gebruikt mag worden. Men zal bij voorkeur de hoofdingang naast het voetbalveld nemen en niet in de berm bij de achteringang gaan parkeren. Mocht het gewenst zijn dan kan bij de achteringang een bordje geplaatst worden waar er geparkeerd kan worden. De gemeente is van mening dat de parkeerterreinen van de sportvelden voldoende van om- 7

12 vang zijn om de recreanten welke per auto naar het landgoed komen op te kunnen vangen. Daarnaast kunnen er (indien noodzakelijk) verkeerstechnische maatregelen worden genomen, zoals het plaatsen van borden om te voorkomen dat er bij de ingang van de wandelpaden van het landgoed geparkeerd wordt. De beperkte omvang van het aantal bezoekers zal niet leiden tot een toename van eventuele onveilige verkeerssituaties en verstoring van de rust, mede gelet op de door de inspreker aangegeven aanwezige recreanten van de voetbalvereniging. Tenslotte is de verwachting dat de meeste wandelaars bewoners van de Groeneweg zullen zijn of, door de geringe afstand tot Heukelum, te voet of met de fiets zullen komen. d. De ontwikkeling van het landgoed Friezenwijk heeft geen relatie met het gemeentelijk woningbouwprogramma en de aanleg van nieuwe woningen in het gebied tussen de Achterweg en Dwarsweg. Het bestemmingsplan maakt geen ontwikkeling van nieuwe woningen in dat gebied mogelijk. Het wel of niet ontwikkelen van dat gebied vormt geen onderdeel van dit bestemmingsplan en is hier dus niet aan de orde. De uitbreidingsplannen van de gemeente zijn weliswaar in zuidwestelijke richting, maar stoppen ruim voor de grenzen van het landgoed. Door de ontwikkeling van bos, natuur en landschapselementen worden de ruimtelijke kwaliteiten en natuurwaarden zodanig verhoogd, zeker als men 10 tot 20 jaar na aanleg kijkt, dat een ontwikkeling van woningbouw juist zeer onwaarschijnlijker wordt. Het 'oorspronkelijke' karakter van Heukelum als groen en rustige omgeving zal door de landgoedontwikkeling juist versterkt worden. e. Het nieuwe landgoed moet voldoen aan de voorwaarden uit de Natuurschoonwet. In verband met de omzomingsvereisten uit de Natuurschoonwet, dienen de percelen omzoomd te worden volgens bepaalde normen (75% of 50% aaneengesloten met beeldbepalende boom). Dit verhoogt ook de landschappelijk en ecologische meerwaarde. De 'historische openheid' van het plangebied is een moeilijk houdbare claim. Het hele plangebied is circa 100 jaar geleden afgeticheld en bestond historisch dan ook uit vruchtbare zavelgrond met landschapselementen. Men spreekt wel van de historische openheid in de komgronden, maar het plangebied is geen historische komgrond. Door de noord/zuid lijnen (bomenrijen) op te kronen is het oost/west zicht nagenoeg onbelemmerd. Als men naar de komgronden rijdt en daar dwars op een weg kijkt met populieren die om de ca 10 m staan, opgekroond hoger dan 5 m, dan versterkt dit eerder het gevoel van openheid en men kijkt er eenvoudig onderdoor. Daarnaast is een deel van het zicht vanaf de Groeneweg en Achterweg door de omzomende beplanting rond het sportveld al ontnomen. Op grond van de Natuurschoonwet dient de onderlinge plantafstand van bomen of knotwilgen in een rij maximaal 8 m te zijn. Deze onderlinge afstand is ruimschoots voldoende om een doorzicht te blijven waarborgen. In verband met de inspraakreactie zal dan ook niet gestreefd worden naar een kleinere onderlinge afstand dan 8 m. De reden voor het planten van Grauwe Abeel is dat deze soort gebiedseigen is. Het is geen keuze ten aanzien van het onderhoud ten opzichte van andere populierensoorten (mocht dit al het geval zijn). Bovendien zal deze keuze de totale aanleg en instandhoudingskosten verwaarloosbaar klein beïnvloeden. Ten aanzien van de pluizen van de Gauwe Abeel kan worden aangegeven dat er populierensoorten zijn die daar minder last van hebben. Echter de overheersende windrichting is zuidwest. De pluizen van deze bomen komen dus niet aan de Groeneweg. Overigens komen er wel veel pluizen aan de Groeneweg van de buitendijks gelegen populierenbossen (aan de westzijde). Daar maakt de inspreker echter geen opmerking over. Mocht er dan al sprake zijn van overlast (wat niet op te maken valt uit de reactie van inspreker), dan zal dit in ieder geval niet door populieren op het nieuwe landgoed vergroot worden. f. Er is al veel opgaand hout in de directe omgeving van het plangebied, zodat eventuele argumenten dat roofvogels in de hoge bomen kunnen verblijven om zo weidevogels te kunnen slaan, naar mening van de gemeente niet steekhoudend zijn. Het is een te klein en geïsoleerd gebied om potentie te hebben als (grootschalig / c.q. belangrijk) weidevogelgebied. Een weidevogelgebied van grote waarde ligt in de komgronden ten zuiden van Gellicum. Overigens lopen daar ook met populieren beplante wegen doorheen. Conclusie: Voorgesteld wordt de inspraakreactie onder a t/m f ongegrond te verklaren. Het bestemmingsplan zal niet worden aangepast. 8

13 4. Dhr K. Van der Burg en mevr. G. De Keizer, Groeneweg 28, 4161 BK Heukelum Schriftelijk ingekomen 1 augustus 2013 onder nummer Z-5291 Samenvatting: a. Aangegeven wordt dat er sprake is van onzorgvuldig en onevenwichtig bestuur. Aangegeven wordt dat er geen harde grenzen aan het nader gebruik van het gebied zijn opgenomen. Dit betreft het extensief recreatief medegebruik, bed&breakfast en kleinschalig kamperen. b. De mogelijkheden voor bed&breakfast en het kleinschalig kamperen verstoort de rust van het gebied. Daarnaast zal hierdoor de weg open zijn voor meer accommodatie, bouw van andere gebouwen, horeca en feesten/trouwerijen, fairs, evenementen etc. c. De dagrecreatie zal leiden tot problemen met parkeren en onveilige verkeerssituaties langs de Groeneweg. d. Aangegeven wordt dat de ontwikkeling van het landgoed een eerste stap is in het ontwikkelen van woningbouw tussen de Achterweg en Dwarsweg. Het oorspronkelijke karakter en de groene en rustige omgeving gaat hiermee volledig verloren. e. Niet ingezien wordt waarom er beplanting moet worden aangelegd op het gebied grenzend aan de Groeneweg. De beplanting is niet transparant en de grauwe abeel pluist. Dit alles mede in relatie met het eigen beleid van de gemeente en de wens tot behoud van openheid van het gebied. f. Het toevoegen van beplanting kan negatieve effecten hebben voor de in het gebied aanwezige kieviten, grutto s, roerdompen en ooievaars. Resultaat beoordeling: a. Het bestemmingsplan is het planologisch-juridisch kader voor deze ontwikkeling. Deze regeling is overgenomen uit het bestemmingsplan buitengebied, waar dit overal mogelijk wordt gemaakt. De teksten die worden aangehaald door de inspreker zijn opgenomen in de toelichting. De toegestane soort activiteiten en omvang van de activiteiten zijn juridisch vastgelegd in de regels en de verbeelding. In het plan wordt op het landgoed extensieve dagrecreatie mogelijk gemaakt. Ten aanzien van de extensieve dagrecreatie is de volgende begripsbepaling opgenomen: die vormen van openluchtrecreatie, waarbij in het algemeen het beleven van rust voorop staat en het aantal recreanten per oppervlakte-eenheid beperkt is, niet zijnde kleinschalige oeverrecreatie. Voorbeelden zijn fietsen en wandelen; Met deze insteek kiest de gemeente dus voor een zeer beperkte toegestane vorm van extensief recreatief medegebruik welke goed gestuurd kan worden. Het opnemen van aantallen recreanten is voor de gemeente bij deze vorm van extensief medegebruik niet aan de orde. Op basis van de reactie van de inspreker is het de gemeente niet duidelijk waarom het toestaan van extensief recreatief medegebruik de omwonenden per definitie zouden schaden. Voor bed&breakfast zijn in artikel 7.1 onder d de rechtstreeks toegestane kaders opgenomen. Deze regeling is overgenomen uit het bestemmingsplan buitengebied, waar dit binnen de bestemming Wonen overal mogelijk wordt gemaakt. Op basis van de reactie van de inspreker is het de gemeente niet duidelijk waarom het toestaan van bed&breakfast met deze omvang (6 slaapplaatsen) de omwonenden per definitie zouden schaden of de rust zou aantasten. Daarnaast zijn in het plan mogelijkheden opgenomen voor verruiming van de activiteiten voor een bedrijf aan huis en bed&breakfast. Voor kleinschalig kamperen is een afwijkingsbevoegdheid opgenomen, waarbij B&W de bevoegdheid heeft om de afwijking weer in te trekken als zij vinden dat daartoe de noodzaak bestaat. Dit kan indien gebruik is gemaakt van de afwijking en dat later bij het feitelijk toepassen daarvan niet wordt voldaan aan de gestelde voorwaarden. Dat is ook een kwestie van handhaving. b. Ten aanzien van het punt van de Bed&Breakfast en Kleinschalig kamperen wordt verwezen naar de beantwoording onder punt a. Het toelaten van meer accommodatie, bouw van andere gebouwen, horeca en feesten/trouwerijen, fairs, evenementen etc. wordt in het bestemmingsplan niet geregeld. c. Wandelaars die per auto komen kunnen, nabij het begin van de oprijlaan aan de Groeneweg, parkeren op het openbare parkeerterrein bij de sportvelden ter plaatse, welk terrein met instemming van de gemeente daarvoor (mede)gebruikt mag worden. Men zal bij voorkeur de hoofdingang naast het voetbalveld nemen en niet in de berm bij de achteringang gaan parkeren. Mocht het gewenst zijn dan kan bij de achteringang een bordje geplaatst worden waar er geparkeerd kan worden. De gemeente is van mening dat de parkeerterreinen van de sportvelden voldoende van om- 9

14 vang zijn om de recreanten welke per auto naar het landgoed komen op te kunnen vangen. Daarnaast kunnen er (indien noodzakelijk) verkeerstechnische maatregelen worden genomen, zoals het plaatsen van borden om te voorkomen dat er bij de ingang van de wandelpaden van het landgoed geparkeerd wordt. De beperkte omvang van het aantal bezoekers zal niet leiden tot een toename van eventuele onveilige verkeerssituaties en verstoring van de rust, mede gelet op de door de inspreker aangegeven aanwezige recreanten van de voetbalvereniging. Tenslotte is de verwachting dat de meeste wandelaars bewoners van de Groeneweg zullen zijn of, door de geringe afstand tot Heukelum, te voet of met de fiets zullen komen. d. De ontwikkeling van het landgoed Friezenwijk heeft geen relatie met het gemeentelijk woningbouwprogramma en de aanleg van nieuwe woningen in het gebied tussen de Achterweg en Dwarsweg. Het bestemmingsplan maakt geen ontwikkeling van nieuwe woningen in dat gebied mogelijk. Het wel of niet ontwikkelen van dat gebied vormt geen onderdeel van dit bestemmingsplan en is hier dus niet aan de orde. De uitbreidingsplannen van de gemeente zijn weliswaar in zuidwestelijke richting, maar stoppen ruim voor de grenzen van het landgoed. Door de ontwikkeling van bos, natuur en landschapselementen worden de ruimtelijke kwaliteiten en natuurwaarden zodanig verhoogd, zeker als men 10 tot 20 jaar na aanleg kijkt, dat een ontwikkeling van woningbouw juist zeer onwaarschijnlijker wordt. Het 'oorspronkelijke' karakter van Heukelum als groen en rustige omgeving zal door de landgoedontwikkeling juist versterkt worden. e. Het nieuwe landgoed moet voldoen aan de voorwaarden uit de Natuurschoonwet. In verband met de omzomingsvereisten uit de Natuurschoonwet, dienen de percelen omzoomd te worden volgens bepaalde normen (75% of 50% aaneengesloten met beeldbepalende boom). Dit verhoogt ook de landschappelijk en ecologische meerwaarde. De 'historische openheid' van het plangebied is een moeilijk houdbare claim. Het hele plangebied is circa 100 jaar geleden afgeticheld en bestond historisch dan ook uit vruchtbare zavelgrond met landschapselementen. Men spreekt wel van de historische openheid in de komgronden, maar het plangebied is geen historische komgrond. Door de noord/zuid lijnen (bomenrijen) op te kronen is het oost/west zicht nagenoeg onbelemmerd. Als men naar de komgronden rijdt en daar dwars op een weg kijkt met populieren die om de ca 10 m staan, opgekroond hoger dan 5 m, dan versterkt dit eerder het gevoel van openheid en men kijkt er eenvoudig onderdoor. Daarnaast is een deel van het zicht vanaf de Groeneweg en Achterweg door de omzomende beplanting rond het sportveld al ontnomen. Op grond van de Natuurschoonwet dient de onderlinge plantafstand van bomen of knotwilgen in een rij maximaal 8 m te zijn. Deze onderlinge afstand is ruimschoots voldoende om een doorzicht te blijven waarborgen. In verband met de inspraakreactie zal dan ook niet gestreefd worden naar een kleinere onderlinge afstand dan 8 m. De reden voor het planten van Grauwe Abeel is dat deze soort gebiedseigen is. Het is geen keuze ten aanzien van het onderhoud ten opzichte van andere populierensoorten (mocht dit al het geval zijn). Bovendien zal deze keuze de totale aanleg en instandhoudingskosten verwaarloosbaar klein beïnvloeden. Ten aanzien van de pluizen van de Gauwe Abeel kan worden aangegeven dat er populierensoorten zijn die daar minder last van hebben. Echter de overheersende windrichting is zuidwest. De pluizen van deze bomen komen dus niet aan de Groeneweg. Overigens komen er wel veel pluizen aan de Groeneweg van de buitendijks gelegen populierenbossen (aan de westzijde). Daar maakt de inspreker echter geen opmerking over. Mocht er dan al sprake zijn van overlast (wat niet op te maken valt uit de reactie van inspreker), dan zal dit in ieder geval niet door populieren op het nieuwe landgoed vergroot worden. f. Er is al veel opgaand hout in de directe omgeving van het plangebied, zodat eventuele argumenten dat roofvogels in de hoge bomen kunnen verblijven om zo weidevogels te kunnen slaan, naar mening van de gemeente niet steekhoudend zijn. Het is een te klein en geïsoleerd gebied om potentie te hebben als (grootschalig / c.q. belangrijk) weidevogelgebied. Een weidevogelgebied van grote waarde ligt in de komgronden ten zuiden van Gellicum. Overigens lopen daar ook met populieren beplante wegen doorheen. Conclusie: Voorgesteld wordt de inspraakreactie onder a t/m f ongegrond te verklaren. Het bestemmingsplan zal niet worden aangepast. 10

15 5. Dhr W. Van Zee en mevr. M.C. Van Zee De Bruijn, Appeldijk 22, 4161 BH Heukelum Schriftelijk ingekomen 1 augustus 2013 onder nummer Z-5292 Samenvatting: a. Aangegeven wordt dat er sprake is van onzorgvuldig en onevenwichtig bestuur. Aangegeven wordt dat er geen harde grenzen aan het nader gebruik van het gebied zijn opgenomen. Dit betreft het extensief recreatief medegebruik, bed&breakfast en kleinschalig kamperen. b. De mogelijkheden voor bed&breakfast en het kleinschalig kamperen verstoort de rust van het gebied. Daarnaast zal hierdoor de weg open zijn voor meer accommodatie, bouw van andere gebouwen, horeca en feesten/trouwerijen, fairs, evenementen etc. c. De dagrecreatie zal leiden tot problemen met parkeren en onveilige verkeerssituaties langs de Groeneweg. d. Aangegeven wordt dat de ontwikkeling van het landgoed een eerste stap is in het ontwikkelen van woningbouw tussen de Achterweg en Dwarsweg. Het oorspronkelijke karakter en de groene en rustige omgeving gaat hiermee volledig verloren. e. Niet ingezien wordt waarom er beplanting moet worden aangelegd op het gebied grenzend aan de Groeneweg. De beplanting is niet transparant en de grauwe abeel pluist. Dit alles mede in relatie met het eigen beleid van de gemeente en de wens tot behoud van openheid van het gebied. f. Het toevoegen van beplanting kan negatieve effecten hebben voor de in het gebied aanwezige kieviten, grutto s, roerdompen en ooievaars. Resultaat beoordeling: a. Het bestemmingsplan is het planologisch-juridisch kader voor deze ontwikkeling. Deze regeling is overgenomen uit het bestemmingsplan buitengebied, waar dit overal mogelijk wordt gemaakt. De teksten die worden aangehaald door de inspreker zijn opgenomen in de toelichting. De toegestane soort activiteiten en omvang van de activiteiten zijn juridisch vastgelegd in de regels en de verbeelding. In het plan wordt op het landgoed extensieve dagrecreatie mogelijk gemaakt. Ten aanzien van de extensieve dagrecreatie is de volgende begripsbepaling opgenomen: die vormen van openluchtrecreatie, waarbij in het algemeen het beleven van rust voorop staat en het aantal recreanten per oppervlakte-eenheid beperkt is, niet zijnde kleinschalige oeverrecreatie. Voorbeelden zijn fietsen en wandelen; Met deze insteek kiest de gemeente dus voor een zeer beperkte toegestane vorm van extensief recreatief medegebruik welke goed gestuurd kan worden. Het opnemen van aantallen recreanten is voor de gemeente bij deze vorm van extensief medegebruik niet aan de orde. Op basis van de reactie van de inspreker is het de gemeente niet duidelijk waarom het toestaan van extensief recreatief medegebruik de omwonenden per definitie zouden schaden. Voor bed&breakfast zijn in artikel 7.1 onder d de rechtstreeks toegestane kaders opgenomen. Deze regeling is overgenomen uit het bestemmingsplan buitengebied, waar dit binnen de bestemming Wonen overal mogelijk wordt gemaakt. Op basis van de reactie van de inspreker is het de gemeente niet duidelijk waarom het toestaan van bed&breakfast met deze omvang (6 slaapplaatsen) de omwonenden per definitie zouden schaden of de rust zou aantasten. Daarnaast zijn in het plan mogelijkheden opgenomen voor verruiming van de activiteiten voor een bedrijf aan huis en bed&breakfast. Voor kleinschalig kamperen is een afwijkingsbevoegdheid opgenomen, waarbij B&W de bevoegdheid heeft om de afwijking weer in te trekken als zij vinden dat daartoe de noodzaak bestaat. Dit kan indien gebruik is gemaakt van de afwijking en dat later bij het feitelijk toepassen daarvan niet wordt voldaan aan de gestelde voorwaarden. Dat is ook een kwestie van handhaving. b. Ten aanzien van het punt van de Bed&Breakfast en Kleinschalig kamperen wordt verwezen naar de beantwoording onder punt a. Het toelaten van meer accommodatie, bouw van andere gebouwen, horeca en feesten/trouwerijen, fairs, evenementen etc. wordt in het bestemmingsplan niet geregeld. c. Wandelaars die per auto komen kunnen, nabij het begin van de oprijlaan aan de Groeneweg, parkeren op het openbare parkeerterrein bij de sportvelden ter plaatse, welk terrein met instemming van de gemeente daarvoor (mede)gebruikt mag worden. Men zal bij voorkeur de hoofdingang naast het voetbalveld nemen en niet in de berm bij de achteringang gaan parkeren. Mocht het gewenst zijn dan kan bij de achteringang een bordje geplaatst worden waar er geparkeerd kan worden. De gemeente is van mening dat de parkeerterreinen van de sportvelden voldoende van om- 11

16 vang zijn om de recreanten welke per auto naar het landgoed komen op te kunnen vangen. Daarnaast kunnen er (indien noodzakelijk) verkeerstechnische maatregelen worden genomen, zoals het plaatsen van borden om te voorkomen dat er bij de ingang van de wandelpaden van het landgoed geparkeerd wordt. De beperkte omvang van het aantal bezoekers zal niet leiden tot een toename van eventuele onveilige verkeerssituaties en verstoring van de rust, mede gelet op de door de inspreker aangegeven aanwezige recreanten van de voetbalvereniging. Tenslotte is de verwachting dat de meeste wandelaars bewoners van de Groeneweg zullen zijn of, door de geringe afstand tot Heukelum, te voet of met de fiets zullen komen. d. De ontwikkeling van het landgoed Friezenwijk heeft geen relatie met het gemeentelijk woningbouwprogramma en de aanleg van nieuwe woningen in het gebied tussen de Achterweg en Dwarsweg. Het bestemmingsplan maakt geen ontwikkeling van nieuwe woningen in dat gebied mogelijk. Het wel of niet ontwikkelen van dat gebied vormt geen onderdeel van dit bestemmingsplan en is hier dus niet aan de orde. De uitbreidingsplannen van de gemeente zijn weliswaar in zuidwestelijke richting, maar stoppen ruim voor de grenzen van het landgoed. Door de ontwikkeling van bos, natuur en landschapselementen worden de ruimtelijke kwaliteiten en natuurwaarden zodanig verhoogd, zeker als men 10 tot 20 jaar na aanleg kijkt, dat een ontwikkeling van woningbouw juist zeer onwaarschijnlijker wordt. Het 'oorspronkelijke' karakter van Heukelum als groen en rustige omgeving zal door de landgoedontwikkeling juist versterkt worden. e. Het nieuwe landgoed moet voldoen aan de voorwaarden uit de Natuurschoonwet. In verband met de omzomingsvereisten uit de Natuurschoonwet, dienen de percelen omzoomd te worden volgens bepaalde normen (75% of 50% aaneengesloten met beeldbepalende boom). Dit verhoogt ook de landschappelijk en ecologische meerwaarde. De 'historische openheid' van het plangebied is een moeilijk houdbare claim. Het hele plangebied is circa 100 jaar geleden afgeticheld en bestond historisch dan ook uit vruchtbare zavelgrond met landschapselementen. Men spreekt wel van de historische openheid in de komgronden, maar het plangebied is geen historische komgrond. Door de noord/zuid lijnen (bomenrijen) op te kronen is het oost/west zicht nagenoeg onbelemmerd. Als men naar de komgronden rijdt en daar dwars op een weg kijkt met populieren die om de ca 10 m staan, opgekroond hoger dan 5 m, dan versterkt dit eerder het gevoel van openheid en men kijkt er eenvoudig onderdoor. Daarnaast is een deel van het zicht vanaf de Groeneweg en Achterweg door de omzomende beplanting rond het sportveld al ontnomen. Op grond van de Natuurschoonwet dient de onderlinge plantafstand van bomen of knotwilgen in een rij maximaal 8 m te zijn. Deze onderlinge afstand is ruimschoots voldoende om een doorzicht te blijven waarborgen. In verband met de inspraakreactie zal dan ook niet gestreefd worden naar een kleinere onderlinge afstand dan 8 m. De reden voor het planten van Grauwe Abeel is dat deze soort gebiedseigen is. Het is geen keuze ten aanzien van het onderhoud ten opzichte van andere populierensoorten (mocht dit al het geval zijn). Bovendien zal deze keuze de totale aanleg en instandhoudingskosten verwaarloosbaar klein beïnvloeden. Ten aanzien van de pluizen van de Gauwe Abeel kan worden aangegeven dat er populierensoorten zijn die daar minder last van hebben. Echter de overheersende windrichting is zuidwest. De pluizen van deze bomen komen dus niet aan de Groeneweg. Overigens komen er wel veel pluizen aan de Groeneweg van de buitendijks gelegen populierenbossen (aan de westzijde). Daar maakt de inspreker echter geen opmerking over. Mocht er dan al sprake zijn van overlast (wat niet op te maken valt uit de reactie van inspreker), dan zal dit in ieder geval niet door populieren op het nieuwe landgoed vergroot worden. f. Er is al veel opgaand hout in de directe omgeving van het plangebied, zodat eventuele argumenten dat roofvogels in de hoge bomen kunnen verblijven om zo weidevogels te kunnen slaan, naar mening van de gemeente niet steekhoudend zijn. Het is een te klein en geïsoleerd gebied om potentie te hebben als (grootschalig / c.q. belangrijk) weidevogelgebied. Een weidevogelgebied van grote waarde ligt in de komgronden ten zuiden van Gellicum. Overigens lopen daar ook met populieren beplante wegen doorheen. Conclusie: Voorgesteld wordt de inspraakreactie onder a t/m f ongegrond te verklaren. Het bestemmingsplan zal niet worden aangepast. 12

17 6. Dhr.. en mevr. Visser, Groeneweg 28b 2 8b,, 4161 BK Heukelum Schriftelijk ingekomen 1 augustus 2013 onder nummer Z-5293 Samenvatting: a. Aangegeven wordt dat er sprake is van onzorgvuldig en onevenwichtig bestuur. Aangegeven wordt dat er geen harde grenzen aan het nader gebruik van het gebied zijn opgenomen. Dit betreft het extensief recreatief medegebruik, bed&breakfast en kleinschalig kamperen. b. De mogelijkheden voor bed&breakfast en het kleinschalig kamperen verstoort de rust van het gebied. Daarnaast zal hierdoor de weg open zijn voor meer accommodatie, bouw van andere gebouwen, horeca en feesten/trouwerijen, fairs, evenementen etc. c. De dagrecreatie zal leiden tot problemen met parkeren en onveilige verkeerssituaties langs de Groeneweg. d. Aangegeven wordt dat de ontwikkeling van het landgoed een eerste stap is in het ontwikkelen van woningbouw tussen de Achterweg en Dwarsweg. Het oorspronkelijke karakter en de groene en rustige omgeving gaat hiermee volledig verloren. e. Niet ingezien wordt waarom er beplanting moet worden aangelegd op het gebied grenzend aan de Groeneweg. De beplanting is niet transparant en de grauwe abeel pluist. Dit alles mede in relatie met het eigen beleid van de gemeente en de wens tot behoud van openheid van het gebied. f. Het toevoegen van beplanting kan negatieve effecten hebben voor de in het gebied aanwezige kieviten, grutto s, roerdompen en ooievaars. Resultaat beoordeling: a. Het bestemmingsplan is het planologisch-juridisch kader voor deze ontwikkeling. Deze regeling is overgenomen uit het bestemmingsplan buitengebied, waar dit overal mogelijk wordt gemaakt. De teksten die worden aangehaald door de inspreker zijn opgenomen in de toelichting. De toegestane soort activiteiten en omvang van de activiteiten zijn juridisch vastgelegd in de regels en de verbeelding. In het plan wordt op het landgoed extensieve dagrecreatie mogelijk gemaakt. Ten aanzien van de extensieve dagrecreatie is de volgende begripsbepaling opgenomen: die vormen van openluchtrecreatie, waarbij in het algemeen het beleven van rust voorop staat en het aantal recreanten per oppervlakte-eenheid beperkt is, niet zijnde kleinschalige oeverrecreatie. Voorbeelden zijn fietsen en wandelen; Met deze insteek kiest de gemeente dus voor een zeer beperkte toegestane vorm van extensief recreatief medegebruik welke goed gestuurd kan worden. Het opnemen van aantallen recreanten is voor de gemeente bij deze vorm van extensief medegebruik niet aan de orde. Op basis van de reactie van de inspreker is het de gemeente niet duidelijk waarom het toestaan van extensief recreatief medegebruik de omwonenden per definitie zouden schaden. Voor bed&breakfast zijn in artikel 7.1 onder d de rechtstreeks toegestane kaders opgenomen. Deze regeling is overgenomen uit het bestemmingsplan buitengebied, waar dit binnen de bestemming Wonen overal mogelijk wordt gemaakt. Op basis van de reactie van de inspreker is het de gemeente niet duidelijk waarom het toestaan van bed&breakfast met deze omvang (6 slaapplaatsen) de omwonenden per definitie zouden schaden of de rust zou aantasten. Daarnaast zijn in het plan mogelijkheden opgenomen voor verruiming van de activiteiten voor een bedrijf aan huis en bed&breakfast. Voor kleinschalig kamperen is een afwijkingsbevoegdheid opgenomen, waarbij B&W de bevoegdheid heeft om de afwijking weer in te trekken als zij vinden dat daartoe de noodzaak bestaat. Dit kan indien gebruik is gemaakt van de afwijking en dat later bij het feitelijk toepassen daarvan niet wordt voldaan aan de gestelde voorwaarden. Dat is ook een kwestie van handhaving. b. Ten aanzien van het punt van de Bed&Breakfast en Kleinschalig kamperen wordt verwezen naar de beantwoording onder punt a. Het toelaten van meer accommodatie, bouw van andere gebouwen, horeca en feesten/trouwerijen, fairs, evenementen etc. wordt in het bestemmingsplan niet geregeld. c. Wandelaars die per auto komen kunnen, nabij het begin van de oprijlaan aan de Groeneweg, parkeren op het openbare parkeerterrein bij de sportvelden ter plaatse, welk terrein met instemming van de gemeente daarvoor (mede)gebruikt mag worden. Men zal bij voorkeur de hoofdingang naast het voetbalveld nemen en niet in de berm bij de achteringang gaan parkeren. Mocht het gewenst zijn dan kan bij de achteringang een bordje geplaatst worden waar er geparkeerd kan worden. De gemeente is van mening dat de parkeerterreinen van de sportvelden voldoende van om- 13