VENW/IVW-2010/10721 DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT, Handelende in overeenstemming met de Minister van Defensie;

Transcriptie

1 1 Onderwerp Beschikking van de Minister van Verkeer en Waterstaat, houdende aanwijzing van 4 bijzondere luchtverkeersgebieden voor het luchtverkeer tijdens Sail 2010 DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT, Handelende in overeenstemming met de Minister van Defensie; Gezien het verzoek d.d. 30 juni 2010 van de Commissaris van de Koningin in de provincie Noord-Holland en mede namens de burgemeesters van de betrokken gemeenten; Gelet op artikel 8 Luchtverkeersreglement; BESLUIT: Artikel 1 1. Op deze beschikking zijn de begripsbepalingen gegeven bij of krachtens het Luchtverkeersreglement van toepassing. 2. Voorts wordt in deze beschikking verstaan onder: - route: de voorgeschreven vliegbaan voor luchtvaartuigen, die zo nauwkeurig mogelijk wordt gevlogen, binnen een bijzonder luchtverkeersgebied; - entry point: het punt waar een bijzonder luchtverkeersgebied wordt binnen gevlogen; - exit point: het punt waar een bijzonder luchtverkeersgebied wordt verlaten. Artikel 2 1. Ter bescherming van het luchtverkeer tijdens de manifestatie Sail 2010, die in periode van 19 tot en met 23 augustus 2010 plaatsvindt, wordt op de in het tweede lid genoemde data, gedurende de daglichtperiode als gepubliceerd in de luchtvaartgids (GEN 2-7-1), aangewezen als bijzonder luchtverkeersgebied: a. Het gebied met een straal van 2,5 zeemijl rondom positie NB en OL (Amsterdam Centrum) vanaf de grond of Pagina 1 van 10

2 het water tot een hoogte van 3000 ft AMSL. Dit gebied wordt aangeduid als SRZ Sail ; b. Het gebied tussen de zuidoever van het Noordzeekanaal, tot een afstand van één zeemijl noord van het Noordzeekanaal, over de hele lengte tussen Amsterdam (vanaf de grens van de SRZ Sail) en de spoorwegtunnel onder het Noordzeekanaal (Zaandam), vanaf de grond of het water tot een hoogte van 1500 ft AMSL. Dit gebied wordt aangeduid als SRZ Noordzeekanaal A ; c. Het gebied tussen de zuidoever van het Noordzeekanaal, tot een afstand van één zeemijl noord van het Noordzeekanaal, tussen de Wijkertunnel en de spoortunnel onder het Noordzeekanaal (Zaandam) vanaf de grond of het water tot een hoogte van 1500 ft AMSL. Dit gebied wordt aangeduid als SRZ Noordzeekanaal B ; d. Het gebied met een straal van 2,5 zeemijl rondom positie NB en OL (Haven IJmuiden) vanaf de grond of het water tot een hoogte van 1500 ft AMSL, aangevuld met het stuk tussen de zuidoever van het Noordzeekanaal, tot een afstand van één zeemijl noord van het Noordzeekanaal, tot aan de Wijkertunnel. Dit gebied wordt aangeduid als SRZ IJmuiden. De gebieden zijn in twee kaarten aangegeven in de bijlage bij deze beschikking. Deze bijlage vormt een onderdeel van deze beschikking. 2. Gebied Data waarop SRZ actief is SRZ Sail (boven Amsterdam) 19 augustus tot en met 23 augustus 2010 SRZ Noordzeekanaal A 19 en 23 augustus 2010 SRZ Noordzeekanaal B 19 en 23 augustus 2010 SRZ IJmuiden 19, 20 en 23 augustus 2010 Artikel 3 1. Het indienen van een vliegplan voor elke vlucht in ieder van de vier SRZ s is verplicht. Het vliegplan moet minimaal twee uur voor de verwachte aankomsttijd (ETA) voor de SRZ, zijn ontvangen bij de betrokken luchtverkeersleidingsdienst. De termijn van twee uur voor het indienen van een vliegplan geldt niet voor luchtvaartuigen die voor calamiteiten worden ingezet door de Politie Dienst Luchtvaart, traumateams, ambulance en zoek- en reddingsdiensten. 2. De in- en uitvliegprocedure voor de helihaven Amsterdam (EHHA) geldt onveranderd via ROTOP. 3. Het uitvoeren van een vlucht in de SRZ Sail, de SRZ Noordzeekanaal A en de SRZ Noordzeekanaal B is verboden, tenzij vóór het binnenvliegen een klaring is verkregen van Schiphol Tower op de frequentie 118,95 MHz. Pagina 2 van 10

3 Door de betrokken luchtverkeersleidingsdienst kan een andere frequentie worden opgedragen. 4. Het uitvoeren van een vlucht in de SRZ IJmuiden is verboden, tenzij a. er een klaring is afgeven voor het binnenvliegen van reclamesleepvluchten bij Schiphol Toren-West op frequentie MHz of b. voor het overige luchtverkeer voor het binnenvliegen op 1100 ft AMSL toestemming is verkregen van Amsterdam Information op de frequentie 124,300 MHz. Door de betrokken dienst kan een andere frequentie worden opgedragen. 5. Voor het uitvoeren van een reclamesleepvlucht binnen de SRZ Sail en IJmuiden dient vooraf toestemming te zijn verkregen bij de operationele helpdesk: Gezagvoerders van luchtschepen moeten voor vertrek telefonisch contact opnemen met de Tower Supervisor. Wanneer de verwachte hoeveelheid luchtverkeer dusdanig is, dat veiligheidshalve een vlucht met een luchtschip niet geaccommodeerd kan worden tussen het andere gemotoriseerd luchtverkeer, zal de vlucht met het luchtschip geweigerd worden door de betrokken luchtverkeersleidingsdienst. 7. De toestemming voor het uitvoeren van een vlucht in de SRZ s kan te allen tijde door de betrokken luchtverkeersleidingsdienst worden geweigerd zonder opgaaf van redenen. Artikel 4 1. De voorgeschreven route in de vier SRZ s luidt als volgt: Gebied SRZ Sail SRZ Noordzeekanaal A SRZ Noordzeekanaal B Voorgeschreven route Als aangegeven in de bijlage bij deze beschikking, van entry naar exit point. Voor de reclamesleepvliegtuigen geldt een apart circuit en een apart entry en exit point als aangegeven in de bijlage. De sleepvliegtuigen klimmen of dalen 2NM Noord van VOR/DME PAM vóór entry of na exit van de SRZ, het overige luchtverkeer ter hoogte van NDB WP vóór entry van de SRZ. Noord van het Noordzeekanaal wordt in westelijke richting gevlogen. Het entry en exit point liggen altijd aan de noordzijde van het Noordzeekanaal. Buiten de SRZ kan in oostelijke richting worden teruggevlogen. In verband met het geplande baangebruik zal deze SRZ in principe niet beschikbaar zijn voor bezoekend luchtverkeer, dat Schiphol niet als bestemmings- of vertrekpunt heeft. Alleen luchtverkeer dat voor specifieke doeleinden in dit gebied moet zijn (b.v. luchtvaartpolitie, traumahelikopter), kan na toestemming vooraf en na een klaring het gebied in. De route is gelijk aan die in SRZ Noordzeekanaal A: Pagina 3 van 10

4 SRZ IJmuiden Noord van het Noordzeekanaal wordt in westelijke richting gevlogen. Het entry en exit point liggen altijd aan de noordzijde van het Noordzeekanaal. Buiten de SRZ kan in oostelijke richting worden teruggevlogen. Entry aan de noordzijde van de SRZ IJmuiden via de kust in zuidelijke richting tot aan het havenhoofd. Vlieg hier in oostelijke richting via het Noordzeekanaal tot aan de Wijkertunnel en verlaat de SRZ in noordelijke richting. 2. Op de route wordt geen (gedeelte van een) cirkelbeweging uitgevoerd, tenzij dit gebeurt als een noodzakelijke uitwijkmanoeuvre. 3. Luchtvaartuigen die de SRZ s willen binnenvliegen moeten zijn uitgerust met een werkende mode S transponder, met als code Specifiek voor de SRZ Sail geldt, dat wanneer de klaring, bedoeld in artikel 3, derde lid, is verkregen, zowel bij het passeren van het entry point als van het exit point (zie de bijlage bij deze beschikking), daarvan melding wordt gemaakt op de frequentie, genoemd in artikel 3, derde lid. Artikel 5 De zichtvliegvoorschriften binnen de vier SRZ s luiden als volgt: vliegzicht ten minste 5 km, bij een minimale horizontale afstand tot de bewolking van 1500 m en een minimale verticale afstand tot de bewolking van 300 m. Artikel 6 1. De vlieghoogte binnen de SRZ s Sail en IJmuiden bedraagt voor - reclamesleepvliegtuigen: 1500 ft AMSL; - overige vluchten: 1100 ft AMSL. In de SRZ Noordzeekanaal A en SRZ Noordzeekanaal B wordt geen vlieghoogte voorgeschreven en gelden de standaard minimum VFR-vlieghoogtes, genoemd in artikel 45, eerste lid van het Luchtverkeersreglement en in artikel 7 van de Regeling reclamesleepvliegen. 2. Van een in het eerste lid vastgestelde hoogte wordt niet afgeweken, tenzij toestemming daartoe is verleend door de plaatselijke luchtverkeersleidingsdienst, rekening houdend met de geldende regelgeving. Artikel 7 De plaatselijke luchtverkeersleidingsdienst geeft geen klaringen voor het binnenvliegen van (een gedeelte van) een SRZ, indien hiertoe een operationele Pagina 4 van 10

5 noodzaak bestaat of openbare orde en veiligheid in het geding is. Operationele noodzaak volgt bijvoorbeeld uit het baangebruik van Schiphol, de aard of hoeveelheid luchtverkeer binnen de SRZ of de uitvoering van een luchtvaartvertoning binnen één van de SRZ s en staat ter beoordeling van de plaatselijke luchtverkeersleidingsdienst. Bij calamiteiten of problemen in het kader van openbare orde en veiligheid kan dit aan de luchtverkeersleidingsdienst kenbaar zijn gemaakt door de Dienst Luchtvaartpolitie. Artikel 8 1. Vluchten met luchtvaartuigen uitgevoerd door de Dienst Luchtvaartpolitie, alsmede vluchten voor het vervoer van traumateams of voor SAR-operaties zijn vrijgesteld van het gestelde in de artikelen 4, 5 en Het uitvoeren van een luchtvaartvertoning waar de regels van de Regeling luchtvaartvertoningen op van toepassing zijn, is binnen de SRZ Sail uitsluitend toegestaan indien vooraf afspraken zijn gemaakt over de vluchtuitvoering met en toestemming is verkregen van de betrokken luchtverkeersleidingsdienst. 3. Bedrijven die voor aerial work, anders dan reclamesleepvliegen, vluchten willen uitvoeren op een lagere hoogte dan de voorgeschreven hoogte in artikel 6 eerste lid, van deze beschikking, moeten in het bezit zijn van het eventueel daarvoor benodigde besluit op basis van artikel 45, eerste lid, van het Luchtverkeersreglement en komen alleen in aanmerking voor een klaring wanneer de vlucht tevoren is gecoördineerd met de LNVL OPS helpdesk en een voorlopige toestemming daartoe is verkregen van de betrokken luchtverkeersleidingsdienst. 4. Het uitvoeren van valschermsprongen binnen een SRZ is uitsluitend toegestaan als vooraf telefonisch een voorlopige toestemming is verkregen van de betrokken luchtverkeersdienst en de parachutisten op het moment van de gewenste afsprong veiligheidshalve in een SRZ geaccommodeerd kunnen worden, zo niet zal het afspringen alsnog worden geweigerd. De Regeling valschermspringen is onverminderd van kracht. 5. Het is verboden een SRZ binnen te vliegen met een hete luchtballon. Artikel 9 1. Het handelen in strijd met het gestelde in de artikelen 3, 4, 5, 6 en 8 van deze beschikking, is een strafbaar feit. 2. De in het eerste lid van dit artikel strafbaar gestelde feiten zijn overtredingen. Artikel 10 Deze beschikking treedt in werking met ingang van 19 augustus 2010 en vervalt op 2 Pagina 5 van 10

6 Deze beschikking wordt bekend gemaakt per NOTAM, uit te geven door Luchtverkeersleiding Nederland en de integrale tekst wordt met de bijlagen gepubliceerd op de website Aan LVNL, AOPA-NL en de KNVvL wordt verzocht aandacht te besteden aan de BVG s via hun websites. Afschrift wordt verzonden aan: LVNL, per ops_helpdesk@lvnl.nl MilATCC, per AOCS_Mil_Sup@mindef.nl en ais@mindef.nl MLA, per mla@mindef.nl CLSK, per atc@mindef.nl IVW, per persvoorlichting@ivw.nl Bovaco, per bovaco@hfmbovaco.nl KLPD, per dlvplvt@klpd.politie.nl AOPA-NL, per secretary@aopa.nl KNVvL, per operations@knvvl.nl en fpaymans@knvvl.nl Provincie Noord-Holland, per broekmang@noord-holland.nl DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT, namens deze, LID VAN HET MANAGEMENTTEAM IVW/LUCHTVAART, drs. M. Steenhuisen-Kuipers Pagina 6 van 10

7 Toelichting Artikel 8 van het Luchtverkeersreglement bepaalt dat de Minister van Verkeer en Waterstaat een bijzonder luchtverkeersgebied kan aanwijzen ter bescherming van het luchtverkeer ten opzichte van bepaalde soorten luchtverkeer of van bijzondere luchtverkeersactiviteiten. Aan deze aanwijzing kunnen regels worden verbonden. Van 19 tot en met 23 augustus 2010 vindt Sail 2010 in Amsterdam plaats. Er wordt veel luchtverkeer verwacht en dat verkeer mag onderling geen conflicten opleveren, maar ook niet voor het luchtverkeer van en naar Schiphol. Bovendien moeten beide luchtverkeersstromen efficiënt kunnen worden afgehandeld door LVNL. Daarom zijn vier bijzondere luchtverkeersgebieden aangewezen boven die locaties waar het meeste luchtverkeer wordt verwacht. Bij deze aanwijzing worden de route en vlieghoogte voor diverse soorten luchtverkeer bepaald en de manier waarop gecommuniceerd moet worden met de betrokken luchtverkeersleidingsdienst. Aerial work houdt in een vluchtuitvoering waarbij een luchtvaartuig wordt gebruikt voor speciale diensten zoals landbouw, bouwwerkzaamheden, fotografie, inspectie, observatie en verkenning, zoek en reddingsoperaties, luchtreclame, kunstvluchten en sleepvluchten. Bij het samenstellen van de maatregelen en het daarbij behorende kaartmateriaal voor het luchtverkeer boven Sail 2010 is ook aandacht besteed aan de obstakelsituatie o.a. binnen het gebied BVG IJmuiden. Er staan o.a. diverse hoge schoorstenen waarboven het ook eens bijzonder heet kan zijn. VFR-luchtverkeer moet daar feitelijk op een afstand van minstens 600 m omheen, omdat het luchtruim op 300 meter boven deze obstakels voor hen niet toegankelijk is. Ook zijn voorzieningen getroffen voor het reclamesleepverkeer in naar en uit dit BVG, rekening houdend met hun specifieke minimum vlieghoogte (1500 ft AMSL) en Schiphol CTR 2 ( ft AMSL). Deze tekst is bevat de bewerking conform de wijzigingsbeschikking van 12 augustus 2010 nr Het handelen in strijd met de regels gesteld in deze beschikking is een strafbaar feit. Ingevolge artikel 11.9, tweede lid, van de Wet luchtvaart, gaat het hier om overtredingen. Pagina 7 van 10

8 Bezwaarmogelijkheid Indien u het niet eens bent met deze beslissing kunt u hiertegen, op grond van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht, binnen zes weken na de datum waarop deze beslissing is verzonden schriftelijk bezwaar aantekenen. Het bezwaarschrift moet worden ondertekend en moet ten minste bevatten: - de naam en het adres van de indiener; - de dagtekening; - een omschrijving van de beschikking waartegen het bezwaar is gericht; - de gronden van het bezwaar. Het bezwaarschrift kunt u richten aan: Inspectie Verkeer en Waterstaat Team Juridische Zaken Postbus LR DEN HAAG Pagina 8 van 10

9 Bijlage Pagina 9 van 10

10 Pagina 10 van 10