zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

Transcriptie

1 vonnis RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: / KG ZA Vonnis in kort geding van in de zaak van de rechtspersoon naar vreemd recht, DEDON GmbH, gevestigd te Lüneburg, Duitsland, eiseres, procureur mr. N.H.M. ten Bokum, advocaat mr. N.A.D. Noessen te Eindhoven, tegen 1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, SUPRENTO B.V., gevestigd te Bergen op Zoom, gedaagde, vertegenwoordigd door A.J. Schoute (bestuurder), 2. MARC DE SCHIFFART h.o.d.n. HANDELSONDERNEMING MARISCH, wonende te Soest, gedaagde, procureur mr. A.H. Vermeulen, advocaat mr. H. Maatjes te Amsterdam, 3. ALBERT JAN SCHOUTE h.o.d.n. FDH WEBSERVICES, wonende te Bergen op Zoom, gedaagde, verschenen in persoon. Partijen zullen hierna Dedon, Suprento, De Schiffart en Schoute genoemd worden. 1. De procedure 1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit: - de dagvaarding met 14 producties; - de conclusie van antwoord zijdens De Schiffart met 21 producties; - de mondelinge behandeling en de ter gelegenheid daarvan overgelegde produkties; - de pleitnota van Dedon; - de pleitnota van De Schiffart.

2 Ten slotte is vonnis bepaald. 2. De feiten 2.1. Dedon drijft een internationaal opererende onderneming op het gebied van het ontwerpen, produceren en vermarkten van exclusieve meubels voor in en buiten het huis. De meubels worden gemaakt van waterdichte kunststofvezels Dedon heeft verschillende meubellijnen in haar collectie, waaronder de Lounge. De Lounge meubellijn bestaat uit een aantal losse meubelstukken die aan elkaar geplaatst kunnen worden, zodat verschillende opstellingen gevormd kunnen worden. Tot deze lijn behoren onder andere een hoekmeubel, een tussenmeubel en een vierkante tafel. Dedon heeft deze meubelstukken op 13 november 2003 als Gemeenschapsmodel geregistreerd. De publicatie van de registratie heeft op 18 mei 2004 plaatsgevonden. De genoemde meubelstukken zijn geregistreerd onder de nummers , en De bij deze registraties behorende foto's zien er als volgt uit. 1 Nr Nr Nr Tot de Lounge collectie behoort tevens een fauteuil, welke niet als Gemeenschapsmodel is geregistreerd en er als volgt uitziet. 1 Op de in dit vonnis opgenomen afbeeldingen is niet (goed) zichtbaar dat de modellen zijn vervaardigd van gevlochten materiaal. Op de overgelegde modelregistraties is dit vlechtwerk beter zichtbaar.

3 Een andere meubellijn van Dedon betreft de Daydream collectie. Met behulp van de onderdelen uit de Daydream collectie kan een bed met overkapping worden samengesteld door op de vier hoeken van het meubel palen te plaatsen, waarover een doek als overkapping kan worden gedrapeerd. Op 13 november 2003 heeft Dedon de diverse uitvoeringsvormen van dit meubel onder het nummer als Gemeenschapsmerk geregistreerd. Publicatie van de registratie heeft op 18 mei 2004 plaatsgevonden. Drie van de bij deze registratie behorende afbeeldingen zien er als volgt uit De Schiffart en Schoute hebben begin 2007 besloten om tuinsets bij de in China gevestigde firma Brighthome te bestellen en deze via Marisch B.V. (waarvan De Schiffart directeur aandeelhouder was) te importeren. Schoute heeft via zijn eenmanszaak FDH Webservices vervolgens (in opdracht van Marisch B.V., maar op eigen naam) de domeinnaam lekkerdezomerin.nl geregistreerd. De website is verhuurd aan Marisch B.V., die de site verder heeft onderhouden. Al na enkele weken hebben De Schiffart en Schoute hun samenwerking beëindigd. Schoute heeft vervolgens de aandelen in de vennootschap Marisch B.V. van De Schiffart overgenomen en de naam van Marisch B.V. gewijzigd in Suprento B.V Op een door Dedon overgelegde uitdraai van de website staat onder andere de tekst "Lekker de Zomer in.nl, onderdeel van Marisch B.V te Soest". Onderaan de site wordt vermeld dat Lekker de Zomer in.nl is geregistreerd bij de Kamer van Koophandel (KvK) te Utrecht onder nummer Het telefoonnummer is blijkens deze webpagina Partijen hebben van dezelfde webpagina tevens een uitdraai overgelegd van meer recente datum (van 28 april 2008). Daarop zijn al de hiervoor genoemde gegevens terug te vinden, met als enige verschil dat Lekker de Zomer in.nl wordt genoemd als onderdeel van Sunseats B.V Onder het op de site genoemde KvK-nummer staat Suprento B.V. (en dus niet Sunseats B.V.) geregistreerd. Het adres van Suprento B.V.

4 4 is niet het op de site genoemde adres, maar een adres in Bergen op Zoom. Het op de site genoemde telefoonummer is het telefoonnummer van de handelsonderneming van De Schiffart, die zegt hetzelfde nummer voor zowel zijn handelsonderneming als voor zijn B.V. (eerst Marisch B.V. en nu Sunseats B.V.) te gebruiken Op de website werden en worden onder het serienummer BGB-011 meubels verkocht, waaronder een "Enkele Sofa", een "Hoek Sofa", een "Midden Sofa" en een "Koffie Tafel Sofa". In opstelling ziet deze serie er als volgt uit. Tot ongeveer eind januari 2008 werd onder het nummer BGB-N011 tevens het volgende meubelstuk aangeboden Op 12 november 2007 heeft de Duitse advocaat van Dedon Marisch B.V. een brief geschreven, inhoudende dat Marisch B.V. met de BGB-N011 inbreuk maakt op het Gemeenschapsmodel van Dedon op de Daydream en is Marisch B.V. gesommeerd om deze inbreuk te staken. De Schiffart heeft hierop middels een van 20 januari 2008 gereageerd met de mededeling "Wij hebben onze webdesigners gevraagd om deze foto te verwijderen van onze website, dit kan enige dagen in beslag nemen". 3. Het geschil 3.1. Dedon vordert - samengevat - in algemene zin een inbreukverbod op de Gemeenschapsmodellen op de Lounge collectie en de Daydream collectie, alsmede een verbod deze collecties slaafs na te bootsen, een en ander te versterken met dwangsommen, alsmede een kostenveroordeling conform art. 1019h Rv Ter zitting heeft Dedon voor het eerst kenbaar gemaakt op welke modellen uit de Loungecollectie haar vordering precies betrekking heeft. Met betrekking tot de linker en rechter hoekmodule, het tussenmodel en de vierkante tafel, beroept zij zich op haar

5 5 Gemeenschapsmodellen. Met betrekking tot de fauteuil beroept zij zich op het haar toekomend auteursrecht. De voorzieningenrechter gaat ervan uit dat Dedon ten aanzien van al deze modellen voorts nog altijd een beroep op slaafse nabootsing doet Dedon heeft ter zitting te kennen gegeven dat zij de vordering jegens Schoute niet langer handhaaft Suprento en De Schiffart voeren verweer. Het verweer van Suprento komt er op neer dat zij niets met de gestelde inbreukmakende handelingen van doen heeft (gehad). Het verweer van De Schiffart komt er op neer dat hij niet in persoon kan worden aangesproken, nu Marisch B.V. en/of Sunseats B.V. de inbreukmakende handelingen heeft/hebben verricht en De Schiffart hier in privé niets mee van doen heeft (gehad). De Schiffart voert daarnaast inhoudelijk verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover hier van belang, nader ingegaan. 4. De beoordeling Bevoegdheid 4.1. Voor zover de vorderingen van Dedon zijn gebaseerd op haar Gemeenschapsmodellen is de voorzieningenrechter van deze rechtbank bevoegd van die vorderingen kennis te nemen op grond van artikel 81 en 82 lid 1 Gemeenschapsmodellenverordening (hierna: GMoVo) en artikel 3 van de betreffende uitvoeringswet. Voor zover de vorderingen zijn gebaseerd op de Auteurswet, dan wel slaafse nabootsing, zijn zij daaraan verknocht te achten en heeft bovendien te gelden dat de bevoegdheid niet is betwist. Spoedeisendheid 4.2. De spoedeisendheid van de gevorderde voorzieningen vloeit wat de Lounge collectie betreft voort uit de gestelde voortdurende inbreuken op de Gemeenschapsmodelrechten en auteursrechten van Dedon. Met betrekking tot de Daydream collectie is van een voortdurende inbreuk of van dreiging van inbreuk niet gebleken. Dedon stelt dat met de op het internet onder het nummer BGB-N011 aangeboden meubelstuk inbreuk wordt gemaakt op haar Gemeenschapsmodel met het nummer De afbeelding van het onder het nummer BGB-011 aangeboden meubelstuk is eind januari 2008, meteen na de eerste aanschrijving, van de website verwijderd. Gesteld noch gebleken is dat Suprento B.V. en/of De Schiffart nadien inbreukmakende handelingen met betrekking tot de Daydream collectie hebben verricht. Gesteld noch gebleken is dat en waarom te vrezen is dat dit alsnog zal gebeuren. De voorzieningenrechter wijst er bovendien op dat De Schiffart een onthoudingsverklaring heeft ondertekend, welke weliswaar niet afzonderlijk aan Dedon is toegezonden, maar zich wel bij de stukken bevindt. Gelet op het voorgaande is de voorzieningenrechter van oordeel dat een spoedeisend belang bij de gevorderde voorziening ontbreekt voor zover dit de Daydream collectie betreft. De vorderingen worden gelet op het voorgaande afgewezen voor zover dit Gemeenschapsmodel (de Daydream collectie) betreft. Lounge collectie 4.3. De Schiffart betwist dat de Lounge Gemeenschapsmodellen nieuw zijn. Hij heeft dit onderbouwd met producties, waarop afbeeldingen zijn te zien van meubelstukken die volgens hem passen in de heersende lounge mode c.q. lounge stijl. Volgens De Schiffart zijn

6 6 er vele partijen die dergelijke lounge meubelen aanbieden. Het ligt daarom voor de hand dat de betreffende Gemeenschapsmodellen in een procedure bij het OHIM nietig zullen worden verklaard, omdat de modellen op de datum van het depot niet als nieuw kunnen worden aangemerkt. De Schiffart wijst er bovendien op dat de betreffende meubelstukken van Dedon ruim twee jaar voor het modeldepot zijn vervaardigd en aan het publiek ter beschikking zijn gesteld en ook om die reden niet nieuw zijn Hetgeen De Schiffart stelt in verband met de nieuwheid van de Gemeenschapsmodellen kan hem niet baten. De voorzieningenrechter dient ingevolge art. 85 lid 1 GMoVo uit te gaan van de geldigheid van de Gemeenschapsmodellen, tenzij dit door de gedaagde bij een reconventionele vordering tot nietigverklaring wordt bestreden. Deze bepaling ziet allereerst op de bodemprocedure en kan in deze procedure, die gericht is op het treffen van voorlopige en beschermende maatregelen, niet onverkort worden toegepast omdat een reconventionele vordering tot nietigverklaring in deze procedure niet mogelijk is. Niettemin is het vermoeden van geldigheid ook in deze procedure tot uitgangspunt te nemen De Schiffart en Suprento kunnen ook los van enige procedure in Nederland bij het in de GMoVo bedoelde Bureau een vordering tot nietigverklaring instellen. Zolang dat niet is gebeurd - hetgeen gesteld noch gebleken is - brengt het vermoeden van geldigheid mee dat in deze procedure moet worden uitgegaan van de geldigheid van de Gemeenschapsmodellen Ten overvloede overweegt de voorzieningenrechter dat - zelfs indien op de uitkomst van een nietigheidsprocedure zou worden geanticipeerd - vooralsnog niet kan worden aangenomen dat de Gemeenschapsmodellen niet nieuw zijn. De door De Schiffart overgelegde uitdraai van een van 13 juli 2001 toont personeel op de fabriek van Dedon op de Fillippijnen en is gericht aan drie medewerkers van Dedon in Duitsland. De voorzieningenrechter kan hieruit niet afleiden dat het in de getoonde model (alleen de hoekmodule wordt getoond) aan het publiek beschikbaar is gesteld. Ook de door De Schiffart overgelegde producties bieden geen enkel aanknopingspunt voor de conclusie dat de modellen van Dedon niet nieuw zijn. Het betreft modellen die thans op de markt zijn, zonder dat er enige aanwijzing is dat die modellen ook op het moment van het depot van de Gemeenschapsmodellen van Dedon reeds voor het publiek beschikbaar waren. Ook in zoverre moet er voorshands van worden uitgegaan dat de modellen nieuw zijn en een eigen karakter hebben De volgende vraag die de voorzieningenrechter gelet op het voorgaande dient te beantwoorden, is de vraag of de onder 2.7 bedoelde Sofa's inbreuk op de Gemeenschapsmodellen van Dedon maken. Het gaat er daarbij om of de betreffende modellen een andere algemene indruk wekken dan die van Dedon. Bij de beoordeling van de draagwijdte van de bescherming wordt ingevolge art. 10 lid 2 GMoVo rekening gehouden met de mate van vrijheid van de ontwerper bij de ontwikkeling van het model. De Schiffart heeft niet gesteld dat de mate van vrijheid van de ontwerper van de in geding zijnde Gemeenschapsmodellen beperkt was. Bij de bepaling van de beschermingsomvang is tevens van belang vast te stellen in hoeverre een model een eigen karakter heeft, dus in hoeverre de algemene indruk die het model bij de geïnformeerde gebruiker wekt verschilt van de algemene indruk van modellen die reeds eerder voor het publiek ter beschikking zijn gesteld. De Schiffart heeft geen echter inzicht gegeven in het van belang zijnde omveld ten

7 7 tijde van het depot. De voorzieningenrechter ziet gelet hierop voorshands geen aanleiding de beschermingsomvang beperkt op te vatten. Vierkante tafel 4.8. Volgens De Schiffart is van inbreuk op Gemeenschapsmodel geen sprake omdat de door Marisch B.V. geïmporteerde tafel is gevlochten van een ander materiaal (Rattan) en de afmetingen verschillen. De door Marisch B.V. geïmporteerde tafel zou bovendien (net als het model van Dedon) gebaseerd zijn op de Aziatische stijl en conform een heersende stijl zijn vervaardigd Het door De Schiffart gestelde kan voorshands niet leiden tot de conclusie dat de door Marisch B.V. geïmporteerde tafel een andere algemene indruk wekt. De Schiffart heeft ten onrechte een vergelijking gemaakt met de modellen zoals Dedon die op de markt brengt. De door Marisch B.V. geïmporteerde tafel moet worden vergeleken met het door Dedon geregistreerde Gemeenschapsmodel. Voor deze vergelijking is in dit geval niet van belang dat de tafel van Marisch B.V. van een andere kunststofvezel is vervaardigd. Gesteld noch gebleken is waarom dit van invloed is op de algemene indruk. Ook de afmetingen zijn in het onderhavige geval niet van belang. Op basis van de modelregistratie is niet duidelijk welke afmetingen het Gemeenschapsmodel heeft. Mogelijk dat iets valt te zeggen over de diverse verhoudingen tussen bijvoorbeeld de hoogte en de breedte van de tafel, maar daarover stelt De Schiffart niets. De voorzieningenrechtser is voorshands bovendien van oordeel dat op dit punt geen verschillen zijn waar te nemen tussen de registratie van Dedon en de tafel van Marisch B.V. Gedeponeerd is een lage vierkante tafel betreft, met een strakke belijning en rechte hoeken, gesloten zijkanten tot bijna aan de grond, vlechtwerk en lage poten. De tafel van Marisch B.V. is eveneens vierkant en wordt net als het Gemeenschapsmodel van Dedon gekenmerkt door gesloten zijkanten, strakke lijnen en rechte hoeken, vlechtwerk en lage poten. Van een andere algemene indruk is gelet hierop voorshands geen sprake. Dat Marisch B.V. haar model heeft gebaseerd op een Aziatische of enig andere stijl is, gelet op hetgeen de voorzieningenrechter onder 4.7 heeft overwogen omtrent de beschermingsomvang en gelet op het ontbreken van een andere algemene indruk, niet van belang. Hoekmodule Volgens De Schiffart is ook van inbreuk op Gemeenschapsmodel geen sprake. Hij wijst erop dat de hoekmodule van Dedon een even brede zij- en achterleuning van 30 cm heeft en aan de voorkant één kleine afgeronde poot (8 cm) en aan de achterzijde brede poten van ieder 28 cm. Alle poten vallen bovendien 2 cm terug onder de bank. Bij de hoekmodule van Marisch B.V. zijn de rug- en zijleuning daarentegen ieder 20 cm breed en zijn ook de poten wat smaller (20 cm). Alle poten zijn gelijk en vallen anders dan bij de hoekmodule van Dedon niet terug, maar sluiten aan bij het uiteinde van de module. Bovendien geldt dat het rattan zo gevlochten is dat de module gedraaid kan worden en het vlechtwerk dan nog steeds doorloopt in de rugleuning van de andere modules De voorzieningenrechter stelt vast dat de onder 2.7 getoonde foto het enige vergelijkingsmateriaal is dat door Dedon is overgelegd. Hierop is geen afzonderlijk hoekmodel (en evenmin een afzonderlijk tussenmodel) te ontwaren. Zijdens De Schiffart is echter niet betwist dat de getoonde foto een samenstel van losse componenten betreft. Ook wordt niet betwist dat de op de foto getoonde modellen overeenstemmen met de Gemeenschapsmodellen van Dedon, afgezien van de door De Schiffart genoemde verschillen. Daarvan uitgaande zal de voorzieningenrechter zich op basis van de getoonde

8 8 foto een voorstelling maken van de algemene indruk van de afzonderlijke modellen die op de getoonde foto zichtbaar zouden moeten zijn en beoordelen of die modellen een andere algemene indruk wekken dan de Gemeenschapsmodellen van Dedon. Een aantal van de door De Schiffart genoemde verschillen valt bij vergelijking met het geregistreerde model van Dedon op. Dat de hoekmodule van Marisch B.V. in verhouding tot het zitvlak een smallere rug- en zijleuning kent en de kleine (vierde) poot van Dedon bij de module van Marisch B.V. hetzelfde formaat heeft als de andere drie poten en de poten bij Dedon iets naar binnen verspringen, is in het onderhavige geval (met inachtneming van hetgeen onder 4.7 is overwogen) echter onvoldoende om van een andere algemene indruk te kunnen spreken. Ondanks genoemde verschillen blijft in beide modellen sprake van een hoekmodule, welke wordt gekenmerkt door dezelfde strakke lijnen, tot bijna aan de grond gesloten zijden, vlechtwerk en platte poten. Tussenmodule Hetgeen de voorzieningenrechter hiervoor heeft overwogen in verband met de vierkante tafel en de hoekmodule gaat ook op voor de tussenmodule (Gemeenschapsmodel De enkele omstandigheid dat de rugleuning van de tussenmodule van Marisch B.V. hoger is, de afmetingen verschillen en er sprake is van vier gelijke platten poten die niet naar binnen verspringen, maakt niet dat sprake is van een andere algemene indruk. Er is in beide gevallen sprake van een tussenmodule, welke wordt gekenmerkt door strakke lijnen en rechte hoeken, het ontbreken van armleuningen, een diep zitvlak, bijna tot aan de grond gesloten zijden, platte poten en een vormgeving die wordt beïnvloed door het genoemde bijzondere vlechtwerk. Fauteuil Met betrekking tot de fauteuil heeft Dedon geen Gemeenschapsmodel. Zij beroept zich op het auteursrecht (dan wel op slaafse nabootsing). De voorzieningenrechter merkt allereerst op dat de vordering voor zover die is gebaseerd op de fauteuil eigenlijk zou moeten worden gepasseerd. Uit de dagvaarding blijkt niet dat ook de fauteuil onderwerp van geschil is. Een afbeelding van de fauteuil bevindt zich weliswaar tussen de diverse producties, maar de voorzieningenrechter maakt uit de dagvaarding op dat Dedon aan haar vorderingen enkel die meubelstukken ten grondslag heeft gelegd die tevens als Gemeenschapsmodel zijn geregistreerd. Uit de conclusie van antwoord en de pleitnotitie van De Schiffart valt op te maken dat ook De Schiffart daarvan is uitgegaan. Ter zitting is echter zijdens De Schiffart inhoudelijk gereageerd op de aanvulling/verduidelijking van de dagvaarding en is daartegen - ook desgevraagd - geen bezwaar gemaakt. Ook de op de fauteuil gebaseerde vorderingen zullen daarom worden beoordeeld Anders dan bij de Gemeenschapsmodellen het geval is, is van een vermoeden van geldigheid (een vermoeden dat sprake is van een voortbrengsel met een eigen oorspronkelijk karakter dat het persoonlijk stempel van de maker draagt) geen sprake. 2 Het is gelet hierop Dedon die, omdat De Schiffart gemotiveerd betwist dat de fauteuil een eigen oorspronkelijk karakter heeft, zal moeten bewijzen dat de fauteuil een voortbrengsel is met een eigen, oorspronkelijk karakter dat het persoonlijk stempel van de maker draagt. Gelet op het feit dat eerst ter zitting duidelijk is geworden dat Dedon ook de fauteuil aan haar vordering ten grondslag legt, zal het niet verbazen dat het dossier geen aanknopingspunten biedt om te 2 De Auteurswet kent wel een vermoeden van makerschap, maar dat speelt in deze procedure niet.

9 9 kunnen oordelen dat de fauteuil een werk is in de zin van de auteurswet. Zijdens Dedon is aangeboden op dit punt nader bewijs over te leggen, maar omdat de onderhavige procedure niet geschikt is voor nadere bewijsvoering, wordt daar niet aan toegekomen en dient het gevorderde in zoverre te worden afgewezen Het voorgaande geldt ook voor zover Dedon een beroep doet op slaafse nabootsing van de bedoelde fauteuil. Volgens vaste jurisprudentie is nabootsing van een product van een ander slechts dan onrechtmatig indien de nabootsing verwarring sticht en die verwarring vermijdbaar is zonder aan de deugdelijkheid en bruikbaarheid van het product afbreuk te doen. Van verwarringsgevaar kan slechts sprake zijn indien het nagebootste product onderscheidend vermogen heeft, dat wil zeggen dat het nagebootste product zich (aanmerkelijk) van de andere in de handel gebrachte producten moet onderscheiden. Dit is gemotiveerd betwist, terwijl in het dossier geen aanknopingspunten zijn te vinden voor een onderbouwing van het standpunt dat en waarom de fauteuil van Dedon onderscheidend vermogen heeft. Zoals hiervoor is overwogen, is voor nadere bewijsvoering op dit punt geen ruimte in het kader van deze voorzieningenprocedure. De vordering dient daarom ook in zoverre te worden afgewezen. Conclusie Conclusie van het voorgaande is dat de vorderingen moeten worden afgewezen voor zover deze zijn gebaseerd op de fauteuil van Dedon. De voorzieningenrechter is voortshands bovendien van oordeel dat de op de website onder het nummer BGB-011 aangeboden Hoek Sofa, Midden Sofa en Koffie Tafel Sofa inbreuk maken op de onder de nummers , en geregistreerde Gemeenschapsmodellen van Dedon. Wie maken inbreuk? De vraag volgende vraag die de voorzieningenrechter moet beantwoorden is of het feit dat op de genoemde website inbreukmakende meubelstukken werden en worden aangeboden tot toewijzing van enige vordering kan leiden. Zowel zijdens Suprento als zijdens De Schiffart wordt (persoonlijke) betrokkenheid bij inbreukmakend handelen immers ontkent. De voorzieningenrechter overweegt in dat verband als volgt Uit hetgeen onder 2.4 tot en met 2.6 is overwogen valt op te maken dat de wijze waarop een en ander op de website is en wordt weergegeven ertoe heeft geleid dat niet duidelijk is wie wat namens wie doet. Deze onduidelijkheid wordt nog vergroot doordat de vermelde adressen, telefoonnummers en namen voeren naar andere (rechts)personen dan de aangeduide rechtspersoon, dan wel naar rechtspersonen die niet (langer) bestaan. De voorzieningenrechter kan er niet omheen dat de op de site genoemde gegevens in ieder geval ook zijn te herleiden tot De Schiffart en Suprento. De Schiffart heeft bovendien in persoon een onthoudingsverklaring getekend nadat Marisch B.V. was aangesproken op inbreukmakend handelen. Suprento en De Schiffart hebben ter zitting getracht een en ander op te helderen. Dat er op de site onjuistheden staan, heeft volgens betrokkenen te maken met onzorgvuldigheden. Oude gegevens zouden zijn ten onrechte op de site zijn blijven staan. Voorts - althans zo begrijpt de voorzieningenrechter - is het op de site genoemde telefoonnummer weliswaar aangesloten op het huisadres van De Schiffart, maar is dit niet zijn privé-nummer. Het betreffende nummer zou zowel het nummer van zijn handelsonderneming als dat van zijn B.V. zijn. Zijdens Suprento is er voorts op gewezen dat De Schiffart de aandelen in Marisch B.V. heeft overgedragen nadat de B.V. was

10 10 leeggehaald en is de naam nadien gewijzigd in Suprento B.V. Suprento handelt sindsdien volgens Schoute alleen nog maar in kerstpakketten. De Schiffart en Suprento onderbouwen een en ander echter in het geheel niet. De verklaringen kunnen voorts niet overtuigen. Zo stelt Schoute weliswaar dat hij de aandelen in een lege B.V. heeft gekocht en dat die B.V. (Suprento) zich richt op de verkoop van kerstpakketten, maar dit verhoudt zich slecht met het handelsregister. Daaruit blijkt dat Suprento een holdingmaatschappij is Het voorgaande leidt ertoe dat de voorzieningenrechter voldoende aanleiding ziet om de vorderingen met betrekking tot de Gemeenschapsmodellen met de nummers , en als nader in het dictum bepaald jegens zowel De Schiffart als Suprento toe te wijzen. Gelet hierop heeft Dedon (met betrekking tot deze modellen) geen belang meer bij een afzonderlijke beoordeling van de gestelde slaafse nabootsing. Het gevorderde zal in zoverre worden afgewezen. Voor een hoofdelijke veroordeling als gevorderd ziet de voorzieningenrechter geen aanleiding. Kosten Nu Suprento en De Schiffart enerzijds en Dedon anderzijds over en weer in het gelijk zijn gesteld, zal de voorzieningenrechter de kosten van deze partijen compenseren in die zin dat ieder de eigen kosten draagt. De vorderingen jegens Schoute zijn niet langer gehandhaafd, zodat Dedon als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van Schoute dient te worden veroordeeld. De voorzieningenrechter begroot deze op het vast recht, zijnde 254,00. TRIPS De voorzienignenrechter zal tot slot bepalen dat de te treffen voorzieningen zonder rechterlijke tussenkomst hun kracht verliezen, indien Dedon niet binnen een termijn van zes maanden, te rekenen vanaf de dag van deze uitspraak, haar eis in de hoofdzaak heeft ingesteld en voorts De Schiffart en/of Suprento daartoe strekkende verklaring bij de griffie van deze rechtbank heeft ingediend. 5. De beslissing De voorzieningenrechter in de zaak tegen Schoute 1. wijst de vorderingen af; 2. veroordeelt Dedon als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van de procedure aan de zijde van Schoute tot op heden begroot op 254,00; 3. verklaart het vonnis in de zaak tegen Schoute uitvoerbaar bij voorraad voor zover dit de kostenveroordeling betreft; in de zaak tegen De Schiffart en Suprento B.V. 4. beveelt De Schiffart en Suprento B.V. om met onmiddellijke ingang na betekening

11 11 van dit vonnis binnen de lidstaten van de Europese Gemeenschap iedere inbreuk te staken en gestaakt te houden op de Gemeenschapsmodellen met de nummers , en ; 5. bepaalt dat Suprento B.V. respectievelijk De Schiffart aan Dedon een dwangsom verbeurt van 5.000,00, per dag of gedeelte daarvan dat Suprento B.V. respectievelijk De Schiffart geheel of gedeeltelijk niet aan het voorgaande voldoet, alsmede dat deze dwangsom vatbaar zal zijn voor matiging door de rechter, voor zover handhaving daarvan naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn, in aanmerking genomen de mate waarin aan dit vonnis is voldaan, de ernst van de overtreding en de mate van verwijtbaarheid van de overtreding; 6. compenseert de kosten tussen Dedon enerzijds en De Schiffart en Suprento B.V. anderzijds, in die zin dat ieder de eigen kosten draagt; 7. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad; 8. wijst af het meer of anders gevorderde; 9. bepaalt de termijn ex artikel 1019i Rv op zes maanden. Dit vonnis is gewezen door mr. P.W. van Straalen en in het openbaar uitgesproken op.