Schermopbouw. Het programma is op te delen in twee delen:

Transcriptie

1 Photoshop Elements is het kleinere zusje van PhotoShop. Als amateur-fotograaf, kan je er omzeggens evenveel mee doen maar voor een veel lagere prijs (100 i.p.v ). Het programma is op te delen in twee delen: - Foto s bewerken en verbeteren, deze omgeving wordt de Editor genoemd. - Foto s weergeven en organiseren, deze omgeving wordt de Organizer genoemd. Schermopbouw Wanneer je het programma hebt opgestart kies je voor Foto s bewerken en verbeteren. Nu kom je in de Editor terecht waar je foto s kunt bewerken. Hieronder zie je hoe het scherm onderverdeeld is in verschillende delen. 1 / 25

2 2 / 25

3 de snelmenu s Veel gebruikte handelingen zoals het openen en bewaren en afdrukken van bestanden kun je met één druk op de knop uitvoeren. de werkruimtes Je hebt hier de keuze in de Editorwerkruimte uit Snel repareren en de uitgebreide Staandaardbewerking. de gereedschappen De gereedschappen kun je kiezen door op de icoon van het gewenste gereedschap te klikken. De iconen met een pijltje rechtsonder verbergen een reeks met meerdere gereedschappen. Klik op het zichtbare gereedschap en blijf de muisknop ingedrukt houden. De andere gereedschappen worden zichtbaar. Sleep nu met de cursor naar het gereedschap dat je wilt gebruiken. 3 / 25

4 de optiebalk Veel gereedschappen hebben opties die je kunt zien in de optiebalk bovenaan je scherm. Deze optiebalk verandert wanneer je een ander gereedschap kiest. het palettenvak In het palettenvak zitten de verschillende paletten verborgen die Photoshop Elements rijk is. Het palettenvak kun je helemaal verbergen door op de linkerrand van het vak te klikken. Het palettenvak schuift dan helemaal rechts van het venster af. Alleen de rand van het palettenvak blijft zichtbaar. Klik nogmaals op de rand om het palettenvak weer zichtbaar te maken. het fotovak In het fotovak zie je een miniatuur van alle foto s die geopend zijn in het programma.standaard wordt de 4 / 25

5 werkruimte voor de afbeeldingen verdeeld over de foto s die geopend zijn. Je ziet meerdere vensters naast elkaar. Kies Venster > Afbeeldingen > Modus Maximaliseren zodat de werkruimte volledig wordt ingenomen door één geopend bestand. Door te klikken op een miniatuur in het fotovak wordt het bijbehorende bestand zichtbaar. Het fotovak kun je verbergen door op de bovenrand van het vak te klikken. Voorgrondkleur, achtergrondkleur en kleurkiezer In Photoshop Elements heb je altijd standaard twee kleuren tot je beschikking, de voorgrond- en achtergrondkleur. Standaard is de voorgrondkleur zwart en de achtergrondkleur wit. De tekengereedschappen zoals het penseel en het potlood gebruiken de voorgrondkleur bij het tekenen. De achtergrondkleur wordt gebruikt om te vullen bij gummen en bij het wegslepen of weghalen van een selectie van de eerste (achtergrond)laag. Je kunt de standaard voorgrond- en achtergrondkleur op verschillende manieren 5 / 25

6 veranderen. Kies Venster > Kleurstalen. Het palet Stalen wordt weergegeven. Wanneer je met de cursor in het palet Stalen bent, verandert de cursor in een pipet. Klik op een kleur uit het palet. De voorgrondkleur verandert in de gekozen kleur. Kies 'Venster' en 'Bestandenbrowser' of 'Bestand' en 'Door mappen bladeren' om de bestandenbrowser te openen. Verberg het palettenvak en het fotovak zodat alleen de bestandenbrowser zichtbaar is. Het venster van de bestandenbrowser bestaat uit twee delen: het rechtergedeelte bestaat uit een vlak waar de miniaturen van de bestanden te zien zijn, het linkergedeelte bestaat uit een soort van palettenvak. 6 / 25

7 In het palettenvak zijn drie paletten zichtbaar: Mappen In dit gedeelte kun je de map selecteren waarvan je de inhoud wilt zien. De mappenstuctuur op je computer wordt hier zichtbaar gemaakt. Voorvertoning Hier zie je de afbeelding die je in het 7 / 25

8 rechtergedeelte van de bestandenbrowser hebt geselecteerd vergroot afgebeeld. Metagegevens Extra gegevens die bij het bestand worden opgeslagen worden metagegevens genoemd. Hier wordt onder andere de EXIF-informatie (Exchangeable image format) van een digitale foto zichtbaar gemaakt. Deze informatie bevat onder andere het merk en model camera waarmee de opname is gemaakt, de aanmaakdatum en de belichtingstijd en diafragma gebruikt bij opname. 8 / 25

9 Trefwoorden In het palet kun je trefwoorden aan foto s toevoegen zodat je later uit een verzameling foto s snel alle foto s terug kunt vinden die een bepaald trefwoord bevatten. Om een bestand te openen klik je dubbel op een bestand uit het vak met miniaturen of dubbelklik je op de vergrote voorvertoning. Kies nogmaals Venster > Bestandenbrowser om de bestandenbrowser te verbergen. Kies het gereedschap Handje uit het gereedschapspalet door er éénmaal op te klikken. 9 / 25

10 Wanneer je dubbelklikt op het gereedschap Handje zie je de gehele afbeelding zo groot mogelijk in het venster. Foto bekijken Een geopende foto past niet altijd op het scherm. Het kan zijn dat je moet in- of uitzoomen of de foto verschuiven om het goed op het scherm te krijgen. 10 / 25

11 Een handig gereedschap is het verg rootglas. In de optiebalk kun je d.m.v. knoppen kiezen uit drie mogelijke weergaven: - Werkelijke pixels Iedere pixel uit het bestand is zichtbaar. Wanneer je beeldscherm niet voldoende pixels heeft om alles te tonen zie je een deel van de afbeelding. - In venster Geeft hetzelfde inzoompercentage als dubelklikken op het gereedschap Handje. De afbeelding vult het venster en wordt 11 / 25

12 volledig getoond. - Adrukgrootte Het formaat waarop de afbeelding wordt getoond is hetzelfde als de grootte wanneer de afbeelding wordt afgedrukt. Resolutie en grootte aanpassen Als je afbeeldingen uit je camera op je computer 12 / 25

13 geplaatst zijn kun je je foto's in maat gaan aanpassen naar je eigen behoefte. Open een foto die je wilt verkleinen om bijvoorbeeld naar een afdruklabo te sturen. Ga onder Afbeelding naar Afbeeldingsgrootte Het venster Afbeeldingsgrootte wordt geopend en daar kun je de instellingen van de grootte 13 / 25

14 aanpassen, je kan de breedte en hoogte aanpassen en ook de resolutie van de foto. Bedenk dat je voor een afdruk bijna altijd 300 dpi (=300 pixels per inch) nodig hebt. Iets dat je heel goed in de gaten moet houden is het aantal pixels dat je overhoudt na het aanpassen van de afbeeldingsgrootte. Je kan dit bovenaan terugvinden naast Pixelafmetingen. Zolang je geen nieuwe 14 / 25

15 beeldpixels berekent (onderaan uitvinken) verander je niets aan je foto. Vink je deze optie echter aan, 15 / 25

16 moet je goed weten waarmee je bezig bent. Als de afbeeldingsgrootte kleiner wordt, betekent dit dat je pixels (en dus informatie) weggooit. De afbeeldsgrootte groter maken is ook niet altijd een goed gedacht. Dat betekent dat Photoshop er pixels bij moet gaan verzinnen. 16 / 25

17 Uitsnede maken Het standaardgereedschap voor uitsnedes in Photoshop is het Gereedschap Uitsnijden. De theorie is eenvoudig: selecteer een gebied binnen een afbeelding en Photoshop verwijdert alles wat er buiten valt. Het werkt 17 / 25

18 als volgt. Selecteer in het gereedschappenpallet het Gereedschap. In het dialoogvenster naast het symbooltje van het Gereedschap Uitsnijden kun je nu bij 'Verhouding' bepalen of je een vrije of een vaste selectie wilt 18 / 25

19 maken. Selecteer de laatste optie als de afbeelding een vast formaat moet hebben, bijvoorbeeld voor het afdrukken van digitale foto's. In dat geval kun je de verhoudingen zelf opgeven, bijvoorbeeld 9 bij 13 centimeter of 10 bij 15 centimeter. Op deze manier weet je zeker dat de afbeelding wordt afgedrukt zoals je hem op het 19 / 25

20 beeldscherm ziet. Maak nu met de linkermuisknop ingedrukt een selectie rond het gebied van de foto dat je wilt bewaren. Laat vervolgens de muisknop los en bekijk de uitsnede. Niet tevreden? Geen probleem, want je kunt hem nog 20 / 25

21 aanpassen. Klik met de linkermuisknop ingedrukt binnen het selectievak en je kunt hem in zijn geheel verplaatsen. Klik met de muisknop ingedruk op de randen van de selectie en je kunt deze al slepend - vergroten of verkleinen. Klik je op het 21 / 25

22 gebied buiten de vier hoeken van de afbeeldingen dan verschijnt er een gebogen pijltje met twee punten. Hiermee kun je de selectie roteren (handig bij een scheve horizon). Tevreden met het resultaat? Klik op het vinkje of op enter op het toetsenbord en de uitsnede is gemaakt. 22 / 25

23 Kleurzweem corrigeren Je Je verwijdert kleurtinten door Verbeteren > Kleur > 23 / 25

24 Kleurzweem te kiezen. Het pipet wordt automatisch geselecteerd. Klik op een gebied in de afbeelding die grijs, wit of zwart moet worden. Klik op de knop Herstellen en probeer het opnieuw als je niet tevreden bent met het resultaat. Klik op OK als 24 / 25

25 je wel tevreden bent. 25 / 25