HR 23 april 2010: 1 Uitsluitingsclausule naar aanbeveling van het Verbond van Verzekeraars strijd met het kartelverbod van art. 6 Mededingingswet?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "HR 23 april 2010: 1 Uitsluitingsclausule naar aanbeveling van het Verbond van Verzekeraars strijd met het kartelverbod van art. 6 Mededingingswet?"

Transcriptie

1 Mr. S.M.M.C. Vinken * en mr. M.P.M. Hennekens ** UIT DE PRAKTIJK HR 23 april 2010: 1 Uitsluitingsclausule naar aanbeveling van het Verbond van Verzekeraars strijd met het kartelverbod van art. 6 Mededingingswet? 1. INLEIDING In het op 23 april 2010 door de Hoge Raad gewezen arrest gaat het met name om de vraag of Amev een beroep toekomt op de uitsluiting onder 3.2 (Seksuele gedragingen) van haar polisvoorwaarden van de aansprakelijkheidsverzekering van de vroegere echtgenoot van eiseres. De vroegere echtgenoot heeft de op deze verzekering te baseren vordering aan eiseres gecedeerd. Door eiseres is in deze procedure de stelling ingenomen dat de uitsluitingsclausule, net zoals de daaraan ten grondslag liggende aanbeveling van het Verbond van Verzekeraars, nietig is wegens strijd met art. 6 Mw. Daarnaast acht eiseres het beroep op de uitsluitingsclausule door Amev naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar en voert eiseres aan dat het hof de inhoud van de uitsluitingsclausule aan de open norm van art. 6:233 onder a BW had moeten toetsen, zo nodig onder ambtshalve aanvulling van rechtsgronden. 2. FEITEN EN OMSTANDIGHEDEN Eiseres heeft aangifte gedaan van verkrachting door haar toenmalige echtgenoot, met wie zij in een echtscheidingsprocedure was verwikkeld. Hij is daarvoor onherroepelijk veroordeeld tot gevangenisstraf. De toenmalige echtgenoot had destijds een aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren bij Amev Schadeverzekering N.V. ( Amev ). Namens eiseres is de door haar geleden schade als gevolg van dit misdrijf bij Amev gemeld met het verzoek deze schade onder de dekking van de verzekering te doen vallen. In de polisvoorwaarden van deze verzekering is onder 3.2 de volgende uitsluiting opgenomen: van een verzekerde voor schade veroorzaakt door en/of voortvloeiende uit zijn/haar seksuele of seksueel getinte gedragingen van welke aard dan ook; ( ) Amev heeft, met een beroep op genoemde uitsluitingsclausule, aangegeven geen dekking te aanvaarden. De toenmalige echtgenoot heeft een paar jaar later zijn vordering op Amev aan eiseres overgedragen. In heeft het Verbond van Verzekeraars (het Verbond ) per circulaires de volgende uitsluitingsclausule aanbevolen aan haar aangesloten schadeverzekeraars: Niet gedekt is de aansprakelijkheid van een verzekerde voor schade veroorzaakt door en/of voortvloeiende uit: a. seksuele of seksueel getinte gedragingen van welke aard dan ook; b. gedragingen die onder a. vallen, gepleegd in groepsverband, ook in geval niet de verzekerde zelf zodanig heeft gehandeld of nagelaten. Deze uitsluitingsclausule werd in de aanbeveling voorafgegaan door de opmerking: De in dit polismodel opgenomen standaardteksten zijn louter indicatief; in de artikelen 1, 2, 3, 4 worden dekkingsbeperkende bepalingen en/of uitsluitingen gegeven. Elke individuele verzekeraar kan hiervan tekstueel en/of inhoudelijk afwijken. Niet alle aangesloten schadeverzekeraars hebben deze clausule opgenomen. Ten tijde van de door het Verbond gedane aanbevelingen bestond krachtens Verordening 3932/92 2 een groepsvrijstelling voor bepaalde groepen van besluiten in de verze- 3.2 Seksuele gedragingen Niet gedekt is de aansprakelijkheid: * ** Mr. S.M.M.C. Vinken is advocaat Mededingingsrecht bij Banning N.V. te s-hertogenbosch. Mr. M.P.M. Hennekens is medewerker Wetenschappelijk Bureau bij Banning N.V. te s-hertogenbosch. De auteurs danken Vera Mulder voor haar ondersteunende werkzaamheden bij de totstandkoming van dit artikel. HR 23 april 2010, LJN BL6024, RvdW 2010, 561, JIN 2010/410. Verordening (EEG) nr. 3932/92 van de Commissie van 21 december 1992, betreffende de toepassing van artikel 85, lid 3, van het Verdrag op bepaalde groepen van overeenkomsten, besluiten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen in de verzekeringssector, PbEG 1992, L

2 keringssector. Zo was art. 85 lid 1 EEG-Verdrag 3 buiten toepassing verklaard voor besluiten van ondernemersverenigingen in de verzekeringssector met het doel standaardpolisvoorwaarden voor directe verzekeringen vast te stellen en bekend te maken. 4 Art. 6 lid 1 Verordening 3932/92 stelde voor de vrijstelling als voorwaarde dat bedoelde standaardpolisvoorwaarden: a) worden opgesteld en bekend gemaakt en daarbij uitdrukkelijk wordt aangegeven dat deze louter indicatief zijn, b) uitdrukkelijk vermelden dat andere voorwaarden kunnen worden overeengekomen, en c) voor elke belangstellende toegankelijk zijn en op enkel verzoek beschikbaar worden gesteld. Art. 8 Verordening 3932/92 bepaalde dat de vrijstelling niet van toepassing was op besluiten die ertoe strekken bepaalde soorten dekking te weigeren op grond van specifieke eigenschappen van de verzekeringnemer. Daarnaast kon de Europese Commissie overeenkomstig art. 7 Verordening 1534/91de toepassing van Verordening 3932/92 ongedaan maken indien zij in een bepaald geval zou vaststellen dat een op grond van de Verordening 3932/92 vrijgesteld besluit bepaalde gevolgen had die onverenigbaar waren met de in art. 85 lid 3 EEG-Verdrag bedoelde voorwaarden. De A-G Rank-Berenschot geeft in haar conclusie voor het arrest aan dat uit de gepubliceerde beschikkingen van de Europese Commissie niet is gebleken dat de Europese Commissie van deze mogelijkheid gebruik heeft gemaakt of dat de NMa van de vergelijkbare mogelijkheid om bij beschikking alsnog art. 6 lid 1 Mw op een aanbeveling van toepassing te verklaren (art. 13 lid 2 Mw) gebruik heeft gemaakt HET HOF 6 Het hof gaat eerst in op de vraag of de genoemde aanbeveling van het Verbond in strijd is met art. 6 Mw. Allereerst stelt het hof vast dat de aanbeveling beschouwd dient te worden als een besluit van een ondernemingsvereniging in de zin van art. 6 Mw. De vraag of de aanbeveling mededingingsbeperkend is wordt door het hof niet besproken, omdat het oordeelt dat de aanbeveling valt onder de toentertijd geldende groepsvrijstelling 7 en daarom op grond van art. 13 Mw vrijgesteld is van het kartelverbod. De aanbeveling valt onder de vrijstelling, omdat deze is bekendgemaakt met de mededeling dat deze louter indicatief is. Eiseres heeft, volgens het hof, onvoldoende concrete feiten of omstandigheden aangedragen waaruit zou kunnen worden afgeleid dat het Verbond in weerwil van deze bewoordingen voor ogen heeft gestaan de aanbeveling bindend aan haar leden voor te schrijven. Daarbij speelt een rol dat niet alle leden van het Verbond de aanbeveling hebben overgenomen. In verband met de beoordeling of het beroep van Amev op de uitsluitingsclausule naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar moet worden geacht, stelt het hof voorop dat niet eiseres, maar haar toenmalige echtgenoot de wederpartij van Amev is bij de verzekeringsovereenkomst. De feiten en omstandigheden die een beroep op de derogerende werking van de redelijkheid en billijkheid rechtvaardigen dienen dus betrekking te hebben op de relatie tussen de toenmalige echtgenoot en Amev. 4. DE HOGE RAAD In cassatie staan de volgende vragen centraal: 1) is de uitsluitingsclausule in de verzekeringsovereenkomst, die is gebaseerd op een aanbeveling van het Verbond, nietig wegens strijd met het kartelverbod van art. 6 lid 1 Mw en 2) is het beroep van de verzekeraar op de uitsluitingsclausule naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar jegens een derde het slachtoffer van verkrachting aan wie de verzekerde zijn eventuele vordering op de verzekeraar heeft gecedeerd. Daarnaast heeft eiseres in cassatie gesteld dat het hof de inhoud van de uitsluitingsclausule aan de open norm van art. 6:233 onder a BW had moeten toetsen, zo nodig onder ambtshalve aanvulling van rechtsgronden. Eiseres klaagt in cassatie dat het hof ten onrechte heeft geoordeeld dat de uitsluitingsclausule niet in strijd zou zijn met art. 6 Mw, omdat de daaraan ten grondslag liggende aanbeveling van het Verbond onder de groepsvrijstelling van Verordening 3932/92 zou vallen. Eiseres betoogtdat de aanbeveling van het Verbond een bindend besluit is omdat de betreffende clausule massaal is overgenomen door de verzekeraars, waardoor onderling afgestemde feitelijke gedragingen zijn ontstaan die als gevolg hebben dat de mededinging op de Nederlandse markt wordt beperkt, hetgeen verboden is. Er mag daarom nog steeds volgens eiseres niet worden afgegaan op de door het Verbond gebruikte terminologie in de aanbeveling. Het hof heeft geoordeeld dat dit betoog niet opgaat. De Hoge Raad oordeelt hierover in r.o : Het hof heeft echter zonder blijk te geven van een onjuiste rechtsopvatting kunnen oordelen dat dit betoog niet opgaat. Het hof heeft niet slechts naar de letter van de aan de aanbevolen standaardtekst van het Verbond voorafgaande passage ( ) gekeken, maar heeft ook, mede omdat veel leden van het Verbond de aanbeveling hebben overgenomen, onderzocht of in weerwil van die passage de aanbeveling toch een bindend karakter had. ( ) Het hof heeft bij zijn oordeel dat de aanbeveling tot opneming van een uitsluiting van aansprakelijkheid bij seksuele gedragingen niet bindend aan de leden van het Verbond is voorgeschreven, mogen betrekken dat niet alle verzekeraars de aanbeveling hebben overgenomen Het huidige artikel 101 VwEU, Verdrag van Lissabon, ook wel Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie genoemd. Het VwEU is een gewijzigde versie van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (EG). Art. 1 aanhef en onder b jo. art. 5 lid 1 Verordening 3932/92. A-G Rank-Berenschot sub van haar conclusie voor het arrest. Hof Amsterdam 3 juli 2008, LJN BG3736. Op grond van art. 1 aanhef en onder b jo. art. 5 lid 1 Verordening (EEG) nr. 3932/

3 Ten aanzien van haar stelling dat het beroep van Amev op de uitsluitingsclausule naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, stelt eiseres dat het maatschappelijk ongewenst en moreel verwerpelijk is wanneer een slachtoffer van seksueel misbruik buiten haar schuld met de schade blijft zitten. Zij heeft echter nagelaten concrete feiten of omstandigheden te stellen die betrekking hebben op de relatie tussen haar toenmalige echtgenoot en Amev. Hieromtrent oordeelt de Hoge Raad in r.o. 3.6: Het hof heeft kennelijk tot uitgangspunt genomen dat, waar eiseres de aan haar gecedeerde vordering van haar echtgenoot jegens Amev geldend maakt, een eventuele derogerende werking van redelijkheid en billijkheid uitsluitend aan de orde kan komen voorzover (eiseres met verwijzing naar concrete feiten en omstandigheden stelt dat) de echtgenoot zich jegens Amev op het standpunt zou kunnen stellen dat een beroep op art. 3.2 van de polisvoorwaarden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Dat uitgangspunt is juist. Ook haar klacht dat het hof tot toetsing van de inhoud van art. 3.2 van de polisvoorwaarden aan de open norm van art. 6:233 onder a BW had moeten overgaan, kan niet tot cassatie leiden COMMENTAAR Het hier besproken arrest is met name interessant vanwege het mededingingsrechtelijke aspect. We beperken ons daarom hier tot deze kwestie Mededingingsrechtelijke kwestie In de jaren tachtig van de vorige eeuw betoogden verzekeraars dat het kartelverbod voor hen niet of in veel mindere mate zou (moeten) gelden, omdat zij gezien de bijzonderheden van de bedrijfstak met het oog op een verantwoorde bedrijfsvoering wel met elkaar moeten samenwerken. 9 In een poging de sector meer houvast te geven, is in 1992 de eerste Groepsvrijstellingsverordening voor de verzekeringssector tot stand gekomen (Vo. 3932/92). In deze Groepsvrijstellingsverordening wordt een aantal vormen van samenwerking dat onder het kartelverbod valt, onder voorwaarden en collectief vrijgesteld. Bij de toetsing of sprake is van een overtreding van het kartelverbod verdient het aanbeveling in het geval van het bestaan van een Groepsvrijstellingsverordening eerst daaraan te toetsen. Bij de opstelling van de Groepsvrijstellingsverordening is namelijk al gekeken naar de meest gangbare vormen van samenwerking in de verzekeringssector. In de Groepsvrijstellingsverordening worden de volgende gedragingen (onder voorwaarden) vrijgesteld: risicopremies/bepaalde tabellen; standaardpolisvoorwaarden/bepaalde modellen; de gezamenlijke dekking van bepaalde soorten risico s ( pools ); veiligheidsvoorzieningen. In het arrest van de Hoge Raad gaat het om standaardpolisvoorwaarden. De Hoge Raad komt tot de conclusie dat art. 6 Mw niet is geschonden omdat de aanbeveling van het Verbond voldoet aan de voorwaarden van Verordening 3932/92. De toets of mogelijk sprake is van een mededingingsbeperking vond rechtstreeks plaats via de toepasselijke (Europese) Verordening. 10 Dit lijkt ons ook de aangewezen weg. Art. 12 en 13 Mw bepalen dat art. 6 Mw niet geldt voor overeenkomsten waarvoor krachtens een verordening van de Commissie van de Europese Gemeenschappen art. 101 VwEU (voorheen art. 81 EG- Verdrag/art. 85 EEG-Verdrag) buiten toepassing is verklaard. Art. 6 Mw en art. 101 VwEU zijn materieel gelijkluidend, behalve dat in art. 6 Mw beïnvloeding van handel tussen de lidstaten als criterium ontbreekt. Voorgaande betekent dat in de gevallen dat een Groepsvrijstellingsverordening van toepassing is, voor de beantwoording van de vraag of art. 6 Mw geschonden is, eerst getoetst moet worden aan de Groepsvrijstellingsverordening. Het oordeel in dit arrest dat de grondslag van de uitsluitingsclausule de aanbeveling van het Verbond onder de groepsvrijstelling van Verordening 3932/92 valt, heeft bovendien tot gevolg dat een nadere toetsing aan art. 6 Mw niet meer aan de orde is. Ruim tien jaar voor de uitspraak van de HR heeft de Nederlandse Mededingingsautoriteit ( NMa ) in een vergelijkbare kwestie enkele aanbevelingen van het Verbond van Verzekeraars aan de Mw getoetst. 11 Het besluit van de NMa had betrekking op het millenniumbeleid van het Verbond. Het beleid omvatte kort gezegd het advies van het Verbond aan haar leden om in het kader van de millenniumproblematiek bepaalde clausuleteksten in de polissen van verzekeringen te gebruiken met betrekking tot de dekking van millenniumschade. 12 Volgens de klager (BCCI) waren de aanbevelingen van het Verbond te beschouwen als ongeoorloofde mededingingsbeperkingen HR, r.o Zie ook A-G Rank-Berenschot sub : het hof zou door ambtshalve te toetsen aan art. 6:233 onder a BW buiten de rechtsstrijd treden. Bovendien moet art. 3.2 van de polisvoorwaarden gekwalificeerd worden als een niet voor toetsing aan Afdeling BW vatbaar kernbeding in de zin van art. 6:231 onder a BW. Zie ook de toelichting bij de Model-complianceregeling Mededinging van het Verbond van Verzekeraars (getoetst en goedgekeurd door de NMa). In het geval van een Groepsvrijstellingsverordening moet eerst de vraag worden beantwoord of sprake is van een overeenkomst of afspraak die ertoe strekt of tot gevolg heeft dat de mededinging merkbaar wordt beperkt. Indien deze vraag bevestigend wordt beantwoord is in beginsel sprake van een vorm van samenwerking die mogelijk in strijd is met het kartelverbod. Vervolgens moet in de Groepsvrijstellingsverordening gekeken worden of de verboden vorm van samenwerking mogelijk is vrijgesteld. Als dit niet zo is dan kan er vervolgens nog individueel worden getoetst aan de individuele vrijstellingsgronden van art. 101 VwEU. Besluit NMa 10 augustus 1999, zaak 1157 (Millenniumbeleid van het Verbond van Verzekeraars) en zaak 1096 (BCCI vs. Verbond van Verzekeraars). Besluiten van de NMa zijn te vinden via de website van de NMa, < In de begintijd van de automatisering is een keuze gemaakt voor het hanteren van een tweecijferige jaaraanduiding bij de programmatuur van computers en informatiesystemen. Die keuze is destijds onder andere gemaakt vanwege de toen nog beperkte geheugencapaciteit van de programmatuur. Naast computers is er ook een heel groot aantal machines en apparaten waarin chips met tijdsystemen zijn verwerkt. 219

4 in de zin van art. 6 Mw. Volgens klager zouden de verzekeraars ten aanzien van het millenniumrisico dezelfde voorwaarden hanteren. Op deze manier zou de concurrentie tussen hen op dit punt uitgeschakeld worden. Volgens klager was de vrijstelling van Verordening 3932/92 13 niet van toepassing. De NMa komt tot de conclusie dat art. 6 Mw niet geschonden werd. De NMa overweegt daarbij allereerst dat art. 5 lid 1 van de groepsvrijstelling bepaalt dat de vrijstelling van (toenmalig) art. 81 lid 1 EG van toepassing is op overeenkomsten, besluiten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen die tot doel hebben standaardpolisvoorwaarden voor directe verzekeringen vast te stellen en bekend te maken. Art. 6 lid 1 van de groepsvrijstelling bepaalt dat deze standaardpolisvoorwaarden alleen voor vrijstelling in aanmerking komen wanneer onder andere uitdrukkelijk wordt aangegeven dat deze louter indicatief zijn en uitdrukkelijk vermelden dat ook andere voorwaarden kunnen worden overeengekomen. De NMa kwam tot de conclusie dat art. 6 Mw niet geschonden was omdat het Verbond aannemelijk heeft kunnen maken dat het gaat om vrijblijvende adviezen waarvan de leden desgewenst kunnen afwijken. Daarmee was voldaan aan het vereiste van art. 6 Verordening 3932/92. Als niet voldaan zou zijn aan de vrijstelling van de Verordening 3932/92 betekent dat niet dat de aanbeveling meteen verboden is. In dat geval moet individueel worden getoetst aan art. 6 Mw. Het is in de kwestie die speelt in het hier besproken arrest naar onze mening onwaarschijnlijk dat de aanbevolen uitsluitingsclausules in de polisvoorwaarden mededingingsbeperkend en daarmee in strijd met art. 6 Mw zouden zijn. De eerste vraag die in dat verband moet worden beantwoord is of sprake is van een overeenkomst in de zin van art. 6 Mw. Het hof heeft overwogen dat de aanbeveling van het Verbond is te beschouwen als een besluit van een ondernemersvereniging (r.o ). Vaststaat dat het Verbond daadwerkelijk een ondernemersvereniging is. Het Verbond is een vereniging naar Nederlands recht en heeft als statutair doel de algemene en specifieke belangen van het verzekeringsbedrijf in Nederland en van de leden te behartigen en om de goede naam van het verzekeringsbedrijf in Nederland in stand te houden en te bevorderen. Europese Commissie respectievelijk het Hof van Justitie of Gerecht van Eerste Aanleg. Ten aanzien van het begrip besluit van een ondernemersvereniging hanteert het Hof van Justitie een functionele benadering. Het is dus niet van doorslaggevend belang hoe men een bepaalde afspraak juridisch gezien karakteriseert. Volgens vaste rechtspraak valt onder het begrip besluit van een ondernemersvereniging ook een niet-bindende beslissing die de getrouwe uitdrukking vormt van de wil van de vereniging om het gedrag van haar/hun leden op de betrokken markt te coordineren. 14 Ook wanneer het besluit van de ondernemersvereniging wordt gepresenteerd als een vrijblijvende aanbeveling. 15 Om onder het begrip besluit van een ondernemersvereniging te vallen is een formeel besluit niet noodzakelijk. Het gaat er slechts om of bepaalde entiteiten, de ondernemersverenigingen of de aangesloten ondernemingen, handelingen verrichten die ertoe strekken om de in art. 6 Mw bedoelde gevolgen teweeg te brengen. 16 Behoudens tegenbewijs wordt in de praktijk derhalve snel aangenomen dat een communicatieve uiting van een ondernemersvereniging een besluit van een ondernemersvereniging kan zijn in de zin van de Mw. Of in onderhavige casus aan dit vereiste is voldaan zou naar onze mening niet te snel aangenomen moeten worden. Het Verbond heeft bij de aanbeveling immers uitdrukkelijk aangegeven dat deze louter indicatief zijn en dat ervan mag worden afgeweken. Belangrijker is nog dat verschillende verzekeraars hier ook daadwerkelijk van zijn afgeweken en eigen (afwijkende) voorwaarden hebben gehanteerd. Nu de aanbevelingen niet een op een zijn overgenomen door de leden is het nog maar de vraag of de aanbeveling van het Verbond de getrouwe uitdrukking vormt van de wil van de vereniging om het gedrag van haar/hun leden op de betrokken markt te coördineren. 17 De tweede vraag die beantwoord moet worden is of de aanbeveling voor de uitsluitingsclausule voor aansprakelijkheidsverzekeringen ook mededingingsbeperkend is. Dit is naar onze mening niet zonder meer het geval. Zoals Voor de uitleg van bepaalde begrippen in de Mw wordt veelal aangesloten bij de besluiten en rechtspraak van de De verwachting was dat als men deze tweecijferige jaaraanduiding niet zou aanpassen, er bij de overgang naar 1 januari 2000 op grote schaal een disfunctioneren zou ontstaan van hard- en software en alle machines en apparaten waar dergelijke informatiesystemen in verwerkt zijn. Aangezien een zeer groot aantal aspecten in onze moderne samenleving functioneert door middel van geautomatiseerde onderdelen, zouden de gevolgen van het disfunctioneren desastreus kunnen zijn. Dit bleek achteraf niet het geval te zijn maar deze problematiek werd destijds wel aangeduid als het millenniumprobleem. Verordening 3932/92 is ook in het hier besproken arrest van toepassing. Zie o.a. het arrest Hof van Justitie 27 januari 1987, zaak 45/85, Jur. 1987, p. 405, r.o. 32 (Verband der Sachversicherer) en de beschikking van de Europese Commissie van 5 juni 1996, FENEX, PbEG 1996, L 181/28, ov In Verband der Sachversicherer, reeds aangehaald, bevestigde het Hof dat een aanbeveling, zelfs ondanks de aanduiding van vrijblijvend, het karakter van een besluit van een ondernemersvereniging kan hebben (r.o ). Zie het arrest Hof van Justitie 15 mei 1975, Jur. 1975, p. 563 (Frubo), het arrest Hof van Justitie 29 oktober 1980, zaak 209/78, Jur. 1980, p. 3125, r.o. 88 (Van Landewijck) en het arrest Hof van Justitie 8 november 1983, zaak 96/82, Jur. 1983, p. 3369, r.o. 20 (Navewa). De NMa is in de praktijk evenwel snel geneigd om aan te nemen dat aan het besluitbegrip is voldaan, ook al gaat het om een vrijblijvende mededeling. Zie bijvoorbeeld NMa, zaak 2973 (Bovag/NCBRM), < Het leveren van tegenbewijs is echter altijd mogelijk. Gevallen waarin wel sprake is van een besluit van een ondernemersvereniging maar waar tevens blijkt dat verschillende leden het advies niet hebben overgenomen en uitdrukkelijk een eigen koers hebben gevaren bieden in ieder geval ruimte voor discussie voor de vraag of er sprake is van een besluit dat de getrouwe uitdrukking vormt van de wil van de vereniging om het gedrag van de leden te coördineren. 220

5 aangegeven is het hof aan deze vraag voorbijgegaan, 18 omdat het hof van oordeel is dat de aanbeveling onder de relevante groepsvrijstelling valt en op die grond niet in strijd is met de Mw. Nu de Hoge Raad het hof daarin volgt, komt ook de Hoge Raad niet aan deze vraag toe. Uit de jurisprudentie en de beschikkingspraktijk van de Europese Commissie kan worden afgeleid dat adviezen en aanbevelingen van ondernemersverenigingen die betrekking hebben op (onderdelen van) prijzen en tarieven naar hun aard mededingingsbeperkend zijn en daardoor onder het kartelverbod vallen. 19 De NMa volgt deze lijn in haar beschikkingspraktijk. Vrijwel al deze uitspraken hebben betrekking op aanbevelingen op (onderdelen van) prijzen en tarieven. In het geval van een adviestarief kunnen de leden van een ondernemersvereniging met een redelijke mate van zekerheid voorzien welk prijsbeleid hun concurrenten zullen volgen en hun marktgedrag daarop afstemmen. Dit vermindert de prijsconcurrentie. 20 Prijzen en tarieven zijn voor de hand liggende concurrentieparameters. 21 Voor uitsluitingsclausules in aansprakelijkheidsverzekeringen is dit niet zonder meer het geval. Voor de vraag of sprake is van een mededingingsbeperking zal aangetoond moeten worden dat verzekerden in hun afweging een aansprakelijkheidsverzekering af te sluiten de uitsluiting van aansprakelijkheid voor seksuele gedragingen daarbij (mede) als relevante concurrentieparameter meenemen. Dat lijkt ons niet het geval. Bovendien is het niet ongebruikelijk dat in sommige branches clausules die zien op de beperking van de aansprakelijkheid uniform zijn. Dat wordt door de NMa ook geaccepteerd. Deze uniforme beperking van de aansprakelijkheid heeft dan een achterliggende reden die een (mogelijke) beperking op de mededinging (of redelijkheid van de voorwaarde) rechtvaardigt. 22 Zo worden in de consumentenvoorwaarden in de energiesector bepaalde uniforme aansprakelijkheidsbeperkende clausules 23 gehanteerd. Dit wordt niet onredelijk geacht door de NMa. Indien een ruimere aansprakelijkheid zou worden aanvaard heeft dat hogere energieprijzen tot gevolg. Uniforme uitsluitingsclausules in aansprakelijkheidsverzekeringen ten aanzien van gedragingen van de verzekerde zou eenzelfde rechtvaardiging kunnen voorstaan, namelijk de vermoedelijke stijging van verzekeringspremies. 18. Hof Amsterdam 3 juli 2008, LJN BG3736, r.o Zie onder andere het arrest Hof van Justitie 17 oktober 1972, zaak 8/72, Jur. 1972, p. 977, r.o (Vereniging van Cementhandelaren), reeds aangehaald Verband der Sachversicherer, Rb. Rotterdam 23 oktober 2001, MEDED 00/910-SIMO (Centrale Organisatie voor de Vleesgroothandel vs. d-g NMa). 20. Zie ook de Richtsnoeren Samenwerking Ondernemingen van de NMa op dit punt, april 2008, gepubliceerd op de website van de NMa. Met behulp van deze richtsnoeren kunnen ondernemingen nagaan in hoeverre zij met concurrenten mogen samenwerken. De oude versie van de Richtsnoeren Samenwerking Bedrijven is geactualiseerd omdat het mededingingsrecht zich verder ontwikkeld heeft sinds de publicatie daarvan in juni De Mededingingswet kent, in lijn met nieuwe Europese regels, niet langer meer een ontheffingensysteem voor concurrentiebeperkende afspraken. In het nieuwe systeem beoordelen ondernemingen zelf in hoeverre hun gedragingen in overeenstemming zijn met de wet. 21. Zie met betrekking tot de vraag wanneer sprake is van een relevante concurrentieparameter, ook College van Beroep voor het bedrijfsleven 6 oktober 2008, LJN BF8820, r.o Een reden kan zijn om de betaalbaarheid van premies of kosten voor de consument beheersbaar te houden. 23. Zo is er een uniform vastgesteld plafond aan de te betalen schadevergoeding in geval van schade veroorzaakt door de energieleverancier. 221

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit. I. Het verloop van de procedure

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit. I. Het verloop van de procedure Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 2260-108 Betreft zaak: Vereniging Vrije Vogel vs. KLM Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op het bezwaar van Vereniging

Nadere informatie

2. Bij besluit van de d-g NMa van 5 september 2001 (hierna: het bestreden besluit) is de klacht afgewezen.

2. Bij besluit van de d-g NMa van 5 september 2001 (hierna: het bestreden besluit) is de klacht afgewezen. BESLUIT Nummer 2600/ 41 Betreft zaak: Ralet vs CZ en VGZ Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot ongegrondverklaring van het bezwaar gericht tegen zijn besluit van

Nadere informatie

I n z a k e: T e g e n:

I n z a k e: T e g e n: HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Datum : 1 juni 2018 Zaaknr. : 18/01151 VERWEERSCHRIFT MET VOORWAARDELIJK INCIDENTEEL CASSATIEBEROEP I n z a k e: 1 Stichting SDB Gevestigd te Stichtse Vecht 2 Stichting Euribar

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit. Nummer 6486/62 Betreft zaak: Easyjet v. N.V. Luchthaven Schiphol 1. Inleiding 1. Op

Nadere informatie

Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) De opzetclausule in aansprakelijkheidsverzekeringen

Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) De opzetclausule in aansprakelijkheidsverzekeringen Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) De opzetclausule in aansprakelijkheidsverzekeringen Prof. dr. M.L. Hendrikse Inleiding: de aard van de aansprakelijkheidsverzekering (1) Art. 7:952 BW (eigen

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve12000040 201102012/1/V2. Datum uitspraak: 13 december 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 102 d.d. 2 november 2009 (mr. R.J. Verschoof, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en drs. A.I.M. Kool) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken.

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken. RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2005.0156 (004.05) ingediend door: hierna te noemen 'klager', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen

Nadere informatie

3. Middelharnis heeft op 5 november 2004 aangegeven gebruik te willen maken van de versnelde procedure in de GWW-sector. 2

3. Middelharnis heeft op 5 november 2004 aangegeven gebruik te willen maken van de versnelde procedure in de GWW-sector. 2 Advies in zaak 4363, Dijkers Middelharnis B.V. Subcommissie van de Adviescommissie bezwaarschriften Mededingingswet bestaande uit: prof. mr J.H. Jans (voorzitter), mr drs. R.C. van Houten, prof. dr J.A.H.

Nadere informatie

BESLUIT. 2. Bij besluit van 5 februari 2002 is de klacht afgewezen. De essentie van dit besluit wordt hierna onder III weergegeven.

BESLUIT. 2. Bij besluit van 5 februari 2002 is de klacht afgewezen. De essentie van dit besluit wordt hierna onder III weergegeven. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 2849-15 Betreft zaak: Allibre/Gemeente Breda Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot ongegrondverklaring van het

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. C.A. Koopman, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. C.A. Koopman, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-299 (voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. C.A. Koopman, secretaris) Klacht ontvangen op : 5 februari 2015 Ingesteld door : Consument

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 41 d.d. 22 februari 2011 (mr. B.F. Keulen, voorzitter, mw. mr. E.M. Dil-Stork en prof. mr. M.L. Hendrikse) Samenvatting Natura-uitvaartverzekering.

Nadere informatie

Rb. 's-gravenhage 6 juli 2012, LJN BX2021, JA 2012/183. Trefwoorden: Sommenverzekering, Voordeelstoerekening, Eigen schuld

Rb. 's-gravenhage 6 juli 2012, LJN BX2021, JA 2012/183. Trefwoorden: Sommenverzekering, Voordeelstoerekening, Eigen schuld Rb. 's-gravenhage 6 juli 2012, LJN BX2021, JA 2012/183 Trefwoorden: Sommenverzekering, Voordeelstoerekening, Eigen schuld Auteurs: mr. M. Verheijden en mr. L. Stevens Samenvatting In maart 2009 vindt een

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-257 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. D.G. Rosenquist, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-257 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. D.G. Rosenquist, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-257 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. D.G. Rosenquist, secretaris) Klacht ontvangen op: 21 april 2015 Ingesteld door: Consument

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-82 d.d. 13 maart 2012 (mr. R.J. Verschoof, voorzitter, prof. mr. M.M. Mendel en mr. A.W.H. Vink, leden, en mr. drs. D.J. Olthoff, secretaris)

Nadere informatie

BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. Zaak A 98/2 Campina Melkunie / Benelux-Merkenbureau

BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. Zaak A 98/2 Campina Melkunie / Benelux-Merkenbureau COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF Zaak A 98/2 Campina Melkunie / Benelux-Merkenbureau Nadere conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda (stuk A 98/2/17) GRIFFIE REGENTSCHAPSSTRAAT 39 1000 BRUSSEL

Nadere informatie

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit OPENBAAR. 1 Verloop van de procedure

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit OPENBAAR. 1 Verloop van de procedure OPENBAAR Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3309 / 347 Betreft zaak: NIP, LVE, NVVP Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot gegrondverklaring van de

Nadere informatie

: London General Insurance Cy. Ltd, gevestigd te Amsterdam, verder te noemen Verzekeraar

: London General Insurance Cy. Ltd, gevestigd te Amsterdam, verder te noemen Verzekeraar Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-719 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. B.F. Keulen, mr. J.S.W. Holtrop, leden en mr. A. Westerveld, secretaris) Klacht ontvangen

Nadere informatie

Delta Lloyd Schadeverzekering N.V, gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: Aangeslotene.

Delta Lloyd Schadeverzekering N.V, gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-122 d.d. 23 april 2013 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en mr. B.F. Keulen, leden en mr. E.E. Ribbers, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 37 d.d. 17 februari 2011 (mr. P.A. Offers, voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. A.W. H. Vink) Samenvatting Consument claimt tweemaal

Nadere informatie

de naamloze vennootschap Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V., gevestigd te Den Haag, hierna te noemen Aangeslotene.

de naamloze vennootschap Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V., gevestigd te Den Haag, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-278 d.d. 18 juli 2014 (mr. C.E. du Perron, voorzitter en mr. M.M.C. Oyen, secretaris) Samenvatting Volgens de Commissie is het gedrag van

Nadere informatie

2. Onderhandelen met behulp van een zorgmakelaar in de praktijk

2. Onderhandelen met behulp van een zorgmakelaar in de praktijk Wijziging van paragraaf 3.4.2. van de Richtsnoeren voor de zorgsector met betrekking tot het onderhandelen van de zorgaanbieder met behulp van een zorgmakelaar 1. Considerans 1. In de op 14 oktober 2002

Nadere informatie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE NL NL NL EUROPESE COMMISSIE Brussel, 24.3.2010 COM(2010) 100 definitief MEDEDELING VAN DE COMMISSIE betreffende de toepassing van artikel 101, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese

Nadere informatie

Aegon Schadeverzekering N.V., gevestigd te Den Haag, hierna te noemen Aangeslotene.

Aegon Schadeverzekering N.V., gevestigd te Den Haag, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-382 d.d. 20 oktober 2014 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en drs. L.B. Lauwaars RA, leden en mr. F.E. Uijleman, secretaris)

Nadere informatie

Loyalis Schade N.V., gevestigd te Heerlen, hierna te noemen Aangeslotene.

Loyalis Schade N.V., gevestigd te Heerlen, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-445 d.d. 18 december 2014 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter en mr. F.E. Uijleman, secretaris) Samenvatting Consument ontvangt een arbeidsongeschiktheidsuitkering

Nadere informatie

BESLUIT. 2. Bij brief van 21 oktober 2002 heeft P. Abegg tegen dit besluit bezwaar gemaakt.

BESLUIT. 2. Bij brief van 21 oktober 2002 heeft P. Abegg tegen dit besluit bezwaar gemaakt. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 2960/ 24 Betreft zaak: Abegg - CZ Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot ongegrondverklaring van het tegen zijn

Nadere informatie

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer: 3758-32 Betreft zaak: Tariefstructuur Arbodiensten Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot nietontvankelijkheidsverklaring

Nadere informatie

De brandverzekering en de keuzeclausule: over herbouwwaarde, verkoopwaarde en de beperkende werking van de redelijkheid en de billijkheid

De brandverzekering en de keuzeclausule: over herbouwwaarde, verkoopwaarde en de beperkende werking van de redelijkheid en de billijkheid ACIS symposium 23 november 2012 De brandverzekering en de keuzeclausule: over herbouwwaarde, verkoopwaarde en de beperkende werking van de redelijkheid en de billijkheid mr. M.H. Pluymen HR 9 juni 2006,

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 21 d.d. 2 april 2009 (mr. M.M. Mendel, voorzitter, mr. E.M. Dil - Stork en mr. B. Sluijters) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-683 (mr. B.F. Keulen, voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse, mr. M.C.M. van Dijk, leden en mr. S. Rutten, secretaris) Klacht ontvangen op

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procesverloop. De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

Samenvatting. 1. Procesverloop. De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-548 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. B.F. Keulen, mr. J.S.W. Holtrop, leden en mr. C.J.M. Veltmaat, secretaris) Klacht ontvangen

Nadere informatie

Richtsnoeren Samenwerking Ondernemingen

Richtsnoeren Samenwerking Ondernemingen WOORD VOORAF De Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) handhaaft de Mededingingswet. Een belangrijk onderdeel van deze wet is het verbod op afspraken die de concurrentie tussen ondernemingen beperken,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2009:BH4446

ECLI:NL:RBROT:2009:BH4446 ECLI:NL:RBROT:2009:BH4446 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 04-02-2009 Datum publicatie 03-03-2009 Zaaknummer 265169 / HA ZA 06-1949 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Eerste

Nadere informatie

TUCHTRAAD FINANCIËLE DIENSTVERLENING (ASSURANTIËN) UITSPRAAK in de zaak nr. [nummer] klaagster,

TUCHTRAAD FINANCIËLE DIENSTVERLENING (ASSURANTIËN) UITSPRAAK in de zaak nr. [nummer] klaagster, TUCHTRAAD FINANCIËLE DIENSTVERLENING (ASSURANTIËN) UITSPRAAK 17-022 in de zaak nr. [nummer] inzake de klacht ingediend door: mevrouw mr. [naam 1], hierna te noemen klaagster, met betrekking tot: [naam

Nadere informatie

Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) ACIS 3 november 2017 Normale voorzichtigheid- en opzetclausule Prof. mr. drs. M.L.

Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) ACIS 3 november 2017 Normale voorzichtigheid- en opzetclausule Prof. mr. drs. M.L. Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) ACIS 3 november 2017 Normale voorzichtigheid- en opzetclausule Prof. mr. drs. M.L. Hendrikse Eigen Schuld (1) Art. 7:952 BW bepaalt voor de schadeverzekering

Nadere informatie

Hof van Justitie zaait verwarring in expedia over merkbaarheidsvereiste bij doelbeperkingen

Hof van Justitie zaait verwarring in expedia over merkbaarheidsvereiste bij doelbeperkingen Hof van Justitie zaait verwarring in Expedia over merkbaarheidsvereiste bij doelbeperkingen Mr. B.J.H. BraEkEn En Mr. S. TuinEnga Het Hof van Justitie heeft naar aanleiding van een prejudiciële vraag van

Nadere informatie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE EUROPESE COMMISSIE Brussel, XXX [ ](2013) XXX draft MEDEDELING VAN DE COMMISSIE EUROPESE COMMISSIE Ontwerpmededeling van de Commissie inzake overeenkomsten van geringe betekenis die de mededinging niet

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. D.G. Rosenquist, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. D.G. Rosenquist, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-140 (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. D.G. Rosenquist, secretaris) Klacht ontvangen op : 14 september 2015 Ingesteld door : Consument

Nadere informatie

6. Bij brief van 22 oktober 2001 heeft Vebega de gronden van haar bezwaarschrift op het punt van de ontvankelijkheid aangevuld.

6. Bij brief van 22 oktober 2001 heeft Vebega de gronden van haar bezwaarschrift op het punt van de ontvankelijkheid aangevuld. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit op het bezwaar gericht tegen de beslissing van 4 september 2001, kenmerk 2269-95.F.049. Zaaknummer 2705-19/ Vebega I.

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. W.H.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. W.H. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-472 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. W.H. Luk, secretaris) Klacht ontvangen op : 26 oktober 2015 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

Ambtshalve toetsing van een beding in polisvoorwaarden

Ambtshalve toetsing van een beding in polisvoorwaarden JURISPRUDENTIE Ambtshalve toetsing van een beding in polisvoorwaarden Kritische kanttekeningen bij HR 23 april 2010 (LJN BL 6024) in het licht van Europese jurisprudentie Inleiding Getuige het rapport

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter en mr. M. Veldhuis, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter en mr. M. Veldhuis, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-239 (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter en mr. M. Veldhuis, secretaris) Klacht ontvangen op : 22 februari 2017 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt:

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt: Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6494_1/309; 6836_1/220 Betreft zaak: Limburgse bouwzaken 1 en 2 / de heer [A] Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 04/03/2013

Datum van inontvangstneming : 04/03/2013 Datum van inontvangstneming : 04/03/2013 Vertaling C-49/13 1 Zaak C-49/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 29 januari 2013 Verwijzende instantie: Úřad průmyslového vlastnictví

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00636/06

ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00636/06 ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 06-03-2007 Datum publicatie 06-03-2007 Zaaknummer 00636/06 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. F.M.M.L. Fleskens, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. F.M.M.L. Fleskens, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-028 (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. F.M.M.L. Fleskens, secretaris) Klacht ontvangen op : 12 februari 2018 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT. Nummer 2853-28 Betreft zaak: DGT B.V. vs Relan Arbo B.V. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot ongegrondverklaring

Nadere informatie

Datum 8 juni 2011 Onderwerp De op het goed werkgeverschap gebaseerde verzekeringsplicht

Datum 8 juni 2011 Onderwerp De op het goed werkgeverschap gebaseerde verzekeringsplicht 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG sector privaatrecht Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 070.00 ingediend door: hierna te noemen klager`, tegen: hierna te noemen 'verzekeraar. De Raad van Toezicht Verzekeringen heeft

Nadere informatie

Prof. mr. drs. M.L. Hendrikse

Prof. mr. drs. M.L. Hendrikse Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) De Brandverzekering en Risicoverzwaring: over primaire dekkingsbepalingen, risicoverzwaringsmededelingsclausules en preventieve garantieclausules Prof. mr.

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-247 (prof.mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. J.S.W. Holtrop, mr. B.F. Keulen, leden en mr. I.M.L. Venker, secretaris) Klacht ontvangen

Nadere informatie

Delta Lloyd Levensverzekering N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

Delta Lloyd Levensverzekering N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene. Niet-bindende Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-408 d.d. 12 november 2014 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter en mr. I.M.L. Venker, secretaris) Samenvatting Lijfrenteverzekering.

Nadere informatie

De Commissie stelt vast dat het niet nodig is de zaak mondeling te behandelen. De zaak kan daarom op grond van de stukken worden beslist

De Commissie stelt vast dat het niet nodig is de zaak mondeling te behandelen. De zaak kan daarom op grond van de stukken worden beslist Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-574 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, en mr. B.F. Keulen en mr. S.O.H. Bakkerus, leden en mw. mr. D.W.Y. Sie, secretaris) Klacht ontvangen

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 54 d.d. 29 maart 2010 (mr. drs. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. B.F. Keulen, en dr. B.C. de Vries) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-262 d.d. 17 september 2012 (prof. mr. M.M. Mendel, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en mr. A.W.H. Vink, leden, en mr. drs. D.J. Olthoff,

Nadere informatie

3. Tegen het besluit werd op 10 oktober 2006 een bezwaarschrift ingediend. 2

3. Tegen het besluit werd op 10 oktober 2006 een bezwaarschrift ingediend. 2 Advies in de zaak 4802, Cegelec B.V. Prismanummer: Subcommissie van de Adviescommissie bezwaarschriften Mededingingswet bestaande uit: prof. mr J.H. Jans (voorzitter), dr J.F. Appeldoorn (secretaris) en

Nadere informatie

De Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor bindend advies.

De Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor bindend advies. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-567 (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter en mr. S. Rutten, secretaris) Klacht ontvangen op : 15 januari 2018 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer: 2061 Betreft zaak: Nederlandse Associatie voor Psychotherapie (NAP) Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op het

Nadere informatie

DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V, gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: Aangeslotene.

DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V, gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-372 d.d. 9 oktober 2014 (mr. P.A. Offers, prof. mr. E.H. Hondius en drs. W. Dullemond, leden en mr. E.E. Ribbers, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie

ECLI:NL:RBBRE:2011:5319

ECLI:NL:RBBRE:2011:5319 ECLI:NL:RBBRE:2011:5319 Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak 06-12-2011 Datum publicatie 22-05-2017 Zaaknummer AWB- 11_1954 Formele relaties Hoger beroep: ECLI:NL:CRVB:2013:BZ2178, Bekrachtiging/bevestiging

Nadere informatie

Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM

Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM Mr. Z. Kasim 1 HR 13 juli 2007, nr. C05/331, LJN BA231 Verplichte deelneming pensioenfonds, criteria arbeidsovereenkomst BW artikel 7: 610, artikel

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 107 d.d. 7 juni 2010 (mr. P.A. Offers, voorzitter, mr. E.M. Dil Stork en mr. B.F.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 107 d.d. 7 juni 2010 (mr. P.A. Offers, voorzitter, mr. E.M. Dil Stork en mr. B.F. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 107 d.d. 7 juni 2010 (mr. P.A. Offers, voorzitter, mr. E.M. Dil Stork en mr. B.F. Keulen) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2003.1733 (052.03) ingediend door: hierna te noemen 'klager', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen

Nadere informatie

BESLUIT. 6. Op 14 oktober 2004 heeft ten kantore van de NMa een hoorzitting plaatsgevonden. Hierop hebben Move en Stemra zich laten vertegenwoordigen.

BESLUIT. 6. Op 14 oktober 2004 heeft ten kantore van de NMa een hoorzitting plaatsgevonden. Hierop hebben Move en Stemra zich laten vertegenwoordigen. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3720-31 Betreft zaak: Mosselman-Stemra Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op het bezwaar gericht tegen zijn besluit

Nadere informatie

DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-287 d.d. 28 juli 2014 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, drs. W. Dullemond en mr. B.F. Keulen, leden en mr. I.M.L. Venker, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 028.00 ingediend door: hierna te noemen 'klager', tegen: hierna te noemen verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen

Nadere informatie

Zaak T-228/97. Irish Sugar plc tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

Zaak T-228/97. Irish Sugar plc tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Zaak T-228/97 Irish Sugar plc tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Artikel 86 EG-Verdrag (thans artikel 82 EG) Machtspositie en collectieve machtspositie Misbruik Geldboete" Arrest van het Gerecht

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. S.N. Dupain, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. S.N. Dupain, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-166 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. S.N. Dupain, secretaris) Klacht ontvangen op : 10 juli 2017 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

ABN AMRO Bank N.V, gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: Aangeslotene.

ABN AMRO Bank N.V, gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-21 d.d. 22 januari 2013 (mr. B.F. Keulen, voorzitter, prof. mr. E.H. Hondius en mr. R.J. Verschoof, leden en mr. E.E. Ribbers, secretaris)

Nadere informatie

De vaststellingsovereenkomst. Prof. mr dr Edwin van Wechem

De vaststellingsovereenkomst. Prof. mr dr Edwin van Wechem De vaststellingsovereenkomst Prof. mr dr Edwin van Wechem Wat is een vaststellingsovereenkomst? Artikel 7:900 BW Bij een vaststellingsovereenkomst binden partijen, ter beëindiging of ter voorkoming van

Nadere informatie

RICHTSNOEREN AANWIJZING AANMERKELIJKE MACHT OP DE MARKT

RICHTSNOEREN AANWIJZING AANMERKELIJKE MACHT OP DE MARKT RICHTSNOEREN AANWIJZING AANMERKELIJKE MACHT OP DE MARKT I Inleiding 1. Het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) publiceert hierbij richtsnoeren die aangeven

Nadere informatie

Achmea Schadeverzekeringen N.V., gevestigd te Apeldoorn, hierna te noemen Aangeslotene.

Achmea Schadeverzekeringen N.V., gevestigd te Apeldoorn, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-102 d.d. 26 maart 2015 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. S. Riemens en drs. W. Dullemond, leden en mr. M. van Pelt, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-294 (mr. B.F. Keulen, voorzitter, mr. S. Riemens en mr. drs. S.F. Van Merwijk, leden en mr. M. van Pelt, secretaris) Klacht ontvangen op

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 89 d.d. 11 april 2011 (mr B.F. Keulen, voorzitter, prof.mr M.M. Mendel en prof.mr C.E. du Perron, leden, mr S.N.W. Karreman, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter en mr. F.M.M.L. Fleskens, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter en mr. F.M.M.L. Fleskens, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-608 (mr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter en mr. F.M.M.L. Fleskens, secretaris) Klacht ontvangen op : 31 december 2015 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Wehkamp Finance B.V., gevestigd te Zwolle, hierna te noemen Aangeslotene.

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Wehkamp Finance B.V., gevestigd te Zwolle, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-62 d.d. 27 februari 2013 (prof.mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. W.H.G.A. Filott mpf, mr. J.Th. de Wit, leden en mevrouw mr. M. Nijland,

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad van State 201200615/1/V4. Datum uitspraak: 13 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMID:2010:BP5101

ECLI:NL:RBMID:2010:BP5101 ECLI:NL:RBMID:2010:BP5101 Instantie Rechtbank Middelburg Datum uitspraak 21-04-2010 Datum publicatie 18-02-2011 Zaaknummer 63270 / HA ZA 08-286 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Opinie inzake HvJ EG 21 februari 2008, zaak C-412/04 (Commissie-Italië)

Opinie inzake HvJ EG 21 februari 2008, zaak C-412/04 (Commissie-Italië) Opinie inzake HvJ EG 21 februari 2008, zaak C-412/04 (Commissie-Italië) De artikelen 43 EG en 49 EG leggen overigens geen algemene verplichting tot gelijke behandeling op, maar een verbod van discriminatie

Nadere informatie

Prof. mr. drs. M.L. Hendrikse

Prof. mr. drs. M.L. Hendrikse Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) De levensverzekeringsovereenkomst: een vreemde eend in de bijt van verzekeringsovereenkomsten Prof. mr. drs. M.L. Hendrikse Algemene opmerkingen (1) De wetgever

Nadere informatie

Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-221 d.d. 2 juni 2014 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter en mevrouw mr. F.E. Uijleman, secretaris) Samenvatting Inboedelverzekering. Tijdens de

Nadere informatie

De Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor bindend advies.

De Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor bindend advies. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-082 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. J.S.W. Holtrop en mr. S.W.A. Kelterman, leden en mr. M.J. Vlasveld, secretaris). Klacht

Nadere informatie

Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-113 d.d. 15 april 2013 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en mr. B.F. Keulen, leden en mevrouw mr. F.E. Uijleman, secretaris)

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. I.M.L. Venker, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. I.M.L. Venker, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-256 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. I.M.L. Venker, secretaris) Klacht ontvangen op : 1 december 2016 Ingediend door : de heer

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer: 3938_777/7 Betreft zaak: B&U Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) als bedoeld in artikel 62 van

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. C.A. Koopman, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. C.A. Koopman, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-374 (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. C.A. Koopman, secretaris) Klacht ontvangen op : 4 januari 2016 Ingesteld door : Consument Tegen

Nadere informatie

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 2247 / 44 Betreft zaak: Griffioen/ De Boer Unigro Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot ongegrondverklaring van

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 20-06-2008 Datum publicatie 20-06-2008 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie C07/041HR

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. T. Boerman, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. T. Boerman, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-760 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. T. Boerman, secretaris) Klacht ontvangen op : 8 maart 2017 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 140 d.d. 30 mei 2011 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en mr. A.W.H. Vink, leden, en mr. F.E. Uijleman, secretaris)

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. M.J. Vlasveld, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. M.J. Vlasveld, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-547 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. M.J. Vlasveld, secretaris) Klacht ontvangen op : 11 juni 2018 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. C.J.M. Veltmaat, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. C.J.M. Veltmaat, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-353 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. C.J.M. Veltmaat, secretaris) Klacht ontvangen op : 19 oktober 2018 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

BESLUIT. Zaaknummer 1157/ Millenniumbeleid van het Verbond van Verzekeraars. Zaaknummer 1096/ BCCI vs. Verbond van Verzekeraars

BESLUIT. Zaaknummer 1157/ Millenniumbeleid van het Verbond van Verzekeraars. Zaaknummer 1096/ BCCI vs. Verbond van Verzekeraars BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot afwijzing van een aanvraag om ontheffing als bedoeld in artikel 17 van de Mededingingswet, omdat het verbod van artikel

Nadere informatie

: Arts & Advies, gevestigd te Eemnes, verder te noemen Adviseur Datum uitspraak : 14 december 2017

: Arts & Advies, gevestigd te Eemnes, verder te noemen Adviseur Datum uitspraak : 14 december 2017 Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-850 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. B.F. Keulen en mw. mr. A.M.T. Wigger, leden en mw. mr. P. van Haastrecht-van Kuilenburg, secretaris)

Nadere informatie

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag RAPPORT Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag Een onderzoek naar een afwijzing van het Openbaar Ministerie in Den Haag om kosten na vrijspraak te vergoeden. Oordeel Op basis van het onderzoek

Nadere informatie

: Achmea Schadeverzekeringen N.V., gevestigd te Apeldoorn, verder te noemen Verzekeraar

: Achmea Schadeverzekeringen N.V., gevestigd te Apeldoorn, verder te noemen Verzekeraar Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr. 2017-573 (mr. B.F. Keulen, voorzitter. mr. A.M.T. Wigger en mr. dr. S.O.H. Bakkerus, leden en mr. A. Westerveld, secretaris) Klacht ontvangen

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 25/08/2014

Datum van inontvangstneming : 25/08/2014 Datum van inontvangstneming : 25/08/2014 Vertaling C-359/14 1 Datum van indiening: 23 juli 2014 Verwijzende rechter: Zaak C-359/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Vilniaus miesto apylinkės teismas

Nadere informatie

Bekijk hier de uitspraak van de Commissie van Beroep GCHB 2010-401

Bekijk hier de uitspraak van de Commissie van Beroep GCHB 2010-401 Bekijk hier de uitspraak van de Commissie van Beroep GCHB 2010-401 Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 89 d.d. 3 mei 2010 (mr. drs. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. B.F. Keulen

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. D.B. Holthinrichs, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. D.B. Holthinrichs, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-375 (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. D.B. Holthinrichs, secretaris) Klacht ontvangen op : 10 oktober 2016 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B (Nestlé/Mars)

Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B (Nestlé/Mars) De art. 6:193a e.v. BW, art. 6:194 BW en art. 6:194a BW Paul Geerts, Rijksuniversiteit Groningen Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B9 9243 (Nestlé/Mars) 1. In Vzr. Rb. Amsterdam 25 november

Nadere informatie