Faalkansberekening Nieuwe Waterweg bundel

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Faalkansberekening Nieuwe Waterweg bundel"

Transcriptie

1 Faalkansberekening Nieuwe Waterweg bundel Havenbedrijf Rotterdam N.V. Report No.: GCS , Rev. A Document No.: GCS Date: 22 december 2015

2 Project name: RA Nieuwe Waterweg DNV GL Oil and Gas Report title: Faalkansberekening Nieuwe Waterweg bundel Energieweg AN Groningen In opdracht van: Havenbedrijf Rotterdam N.V. Nederland Tel: Contact person: Dhr. R. van den Berg Date of issue: 22 december 2015 Project No.: Organisation unit: DNV GL Oil and Gas Asset Integrity Management Report No.: GCS , Rev. A Document No.: GCS Task and objective: Prepared by: V. Monsma Verified by: Jan Traas Approved by: M. Gielisse Unrestricted distribution (internal and external) Unrestricted distribution within DNV GL Limited distribution within DNV GL after 3 years No distribution (confidential) Secret Keywords: [Keywords] Reference to part of this report which may lead to misinterpretation is not permissible. Rev. No. Date Reason for Issue Prepared by Verified by Approved by First issue V. Monsma J. Traas B. Kiewiet KEMA Nederland B.V.

3 Inhoudsopgave MANAGEMENT SAMENVATTING INLEIDING LEIDING DATA SCHEEPSVAARTDATA NIEUWE WATERWEG FAALKANSBEREKENING Falen door vallend anker Falen door slepend anker Falen door spudpalen Falen door zinkende schepen Falen door vallende objecten (containers) Falen door strandende en aanvarende schepen Totale faalkans bij de huidige situatie 11 5 CONCLUSIE REFERENTIELIJST BIJLAGE A TOELICHTING FORMULES BIJLAGE B SPUDPALEN INFORMATIE VAN RWS BIJLAGE C SCHEEPSTYPEN DNV GL Report No. GCS , Rev. A Page i

4 MANAGEMENT SAMENVATTING Het Havenbedrijf Rotterdam (HbR) wil de Nieuwe Waterweg verdiepen om toegang voor grotere schepen naar het Botlekgebied mogelijk te maken. Een van de gevolgen van de verdieping is dat de dekking van zinkerbundel afneemt en risico s van schade aan de leidingen door bijvoorbeeld slepende ankers mogelijk toenemen. De huidige dekking van deze bundel is ongeveer 3,3 meter. Indien de Nieuwe Waterweg wordt verdiept, zal de nieuwe dekking 2,5 meter bedragen. Het Havenbedrijf Rotterdam heeft DNV GL opdracht gegeven om in een studie vast te stellen wat de invloed van de verminderde dekking is op het mogelijk falen van de leidingen van zinkerbundel In de studie wil het Havenbedrijf Rotterdam tevens onderzoeken wat een dekking van 2,0 m voor het risico betekent. Aan de hand van de uitkomsten van de DNV GL studie zal het Havenbedrijf Rotterdam de definitieve keuze maken over de minimale dekking van de leidingbundel. Het Havenbedrijf Rotterdam heeft DNV GL gevraagd alle faalmechanismen ten gevolge van scheepvaart in kaart te brengen en de huidige dekking te evalueren, met als doel om vast te stellen of een verminderde dekking voldoende bescherming biedt tegen beschadigingen door externe invloeden. De berekeningen zijn uitgevoerd voor drie situaties: Huidige situatie zonder verdieping (3,3 meter dekking). De situatie tijdens/direct na verdieping (2,5 en 2,0 meter dekking). De situatie 1 jaar na de verdieping (toekomstige situatie 2,5 en 2,0 meter dekking). Uit de in dit rapport weergegeven conservatieve berekeningen volgt dat de totale faalkans van de leiding met de bestaande dekking van 3,3 meter 2, per jaar is. De faalkans wordt veroorzaakt door spudpalen. De kans op falen is 1; als de leiding wordt geraakt, zal de leiding falen. Gasunie hanteert een eis van 10-5 per jaar als minimum. Wanneer het Havenbedrijf Rotterdam de Nieuwe Waterweg gaat verdiepen zal de totale faalkans van de leiding stijgen. De totale faalkans van de leiding bij een dekking van 2,5 meter neemt licht toe ten opzichte van de totale faalkans van de leiding bij de bestaande dekking. De faalkansen voor de huidige en toekomstige situaties zijn respectievelijk 5, en 5, per jaar. De faalkans wordt veroorzaakt door grote slepende zee ankers en spudpalen. De totale faalkans van de leiding bij een dekking van 2,0 meter neemt sterk toe ten opzichte van de totale faalkans van de leiding bij de bestaande dekking. De faalkansen voor de huidige en toekomstige situaties zijn respectievelijk 1, en 1, per jaar. De faalkans wordt veroorzaakt door grote slepende binnenvaart ankers en zee ankers en spudpalen. Conclusies: Bij een dekking van 2,5 meter wordt aan de Gasunie eis van 10-5 per jaar voldaan. Bij een dekking van 2,0 meter wordt niet aan de Gasunie eis van 10-5 per jaar voldaan. DNV GL Report No. GCS , Rev. A Page 2

5 1 INLEIDING Het Havenbedrijf Rotterdam wil de Nieuwe Waterweg verdiepen om toegang voor grotere schepen naar het Botlekgebied mogelijk te maken. Een van de gevolgen van de verdieping is dat de dekking van zinkerbundel afneemt en risico s van schade aan de leidingen door bijvoorbeeld slepende ankers mogelijk toenemen. De huidige dekking van deze bundel is ongeveer 3,3 meter. Het Havenbedrijf Rotterdam heeft DNV GL verzocht een faalkansanalyse uit te voeren voor de twee nieuwe dekkingen: 2,5 en 2,0 meter om te weten wat deze dekkingen voor het risico betekenen. Aan de hand van de uitkomsten van de DNV GL studie zal het Havenbedrijf Rotterdam de definitieve keuze maken wat dekking betreft. In de zinker bundel liggen één DPO-, één NAM- en negen Gasunie leidingen. De DPO, de NAM en zeven Gasunie leidingen zijn buiten dienst. De twee andere Gasunie leidingen zijn nog in bedrijf. Voor een van deze twee leidingen is door DNV GL een faalkansanalyse uitgevoerd om te zien wat de invloed is van de verminderde dekking in relatie tot het mogelijk falen van de Gasunie leidingen. Het Havenbedrijf Rotterdam wil alle faalmechanismen ten gevolge van scheepvaart in kaart gebracht hebben met daarbij een evaluatie van de huidige en toekomstige situatie. Voor deze evaluatie is de volgende aanpak gehanteerd: Bepaling van alle mogelijke faaloorzaken van de leiding. Bepaling van de faalkansen van de leidingen op basis van de bestaande dekking en de relevante scheepvaart statistiek. Bepaling van de faalkansen van de leidingen op basis van een dekking van 2,0 meter en relevante scheepvaart statistiek. Bepaling van de faalkansen van de leidingen op basis van een dekking van 2,5 meter en relevante scheepvaart statistiek. Het toetsen van de uitkomsten van deze faalkansanalyse aan de Gasunie minimum eis van 10-6 per jaar. De faalkansen van de leiding zijn berekend conform een door DNVGL ontwikkelde probabilistische methodiek, die door RWS en Deltares is gecheckt. Voor een verdere toelichting zie bijlage A. DNV GL Report No. GCS , Rev. A Page 3

6 2 LEIDING DATA In onderstaande figuur is de ligging van een van de Gasunie leidingen onder de Nieuwe Waterweg aangegeven; de leiding een dekking van 3,3 meter. GU heeft geen sleufgegevens omdat de zinkers in de jaren 50 zijn aangelegd en de gegevens meer beschikbaar zijn. Volgens Het Havenbedrijf Rotterdam ligt boven de leiding een mix van vooral zand, silt en slibdeeltjes. In deze studie is voor de berekeningen daarom uitgegaan van een zandige silt met een wrijvingshoek van φ=22,5 (gemiddelde tussen zand 30 en veen 15 ), NEN 3650 Tabel B.1. Figuur 1: Profiel leiding in de bundel Nieuwe Waterweg De leidingparameters zijn weergegeven in tabel 1. Alle informatie is afkomstig van Havenbedrijf Rotterdam N.V. Tabel 1: Ontwerp parameters van de leiding, bron Havenbedrijf Rotterdam N.V./Gasunie Parameter Gasunie leiding Diameter 6 inch Ontwerp wanddikte [mm] 7,11 Staalsoort [-] St X52, Re min = 359 MPa Ontwerpdruk [bar] 40 Huidige dekking, 2013 [m] 3,3 Soort huidige dekking Zandige silt Opgemerkt moet worden dat de conditie van de leiding van belang is bij het bepalen van de faalkans ten gevolge van de scheepvaart, omdat bij bijvoorbeeld een verminderde wanddikte of een slechte rondlaskwaliteit een leiding eerder zal bezwijken. DNV GL Report No. GCS , Rev. A Page 4

7 3 SCHEEPSVAARTDATA NIEUWE WATERWEG Voor de faalkans berekening zijn de volgende gegevens nodig: - scheepvaart intensiteit, - vaarwegklasse, - bodemsoort, - leidingparameters, - en minimale breukenergie. De scheepsvaartdata is afkomstig van een studie naar scheepvaartbewegingen in de Nieuwe Waterweg, die door Arcadis voor Havenbedrijf Rotterdam is uitgevoerd [29]. Er zijn drie situaties te onderscheiden: Huidige situatie zonder verdieping Het havenbedrijf voorziet ook zonder verdieping van de Nieuwe Waterweg een autonome overslaggroei. In combinatie met de verwachte nationale en internationale economische groei heeft dit invloed op de intensiteit van zowel de zeevaart als de binnenvaart. Huidige situatie tijdens/na verdieping De situatie waarin de verdieping plaatsvindt met de maximale verwachte groei in de zeeen binnenvaart. Bij verdieping zal als gevolg van de baggerwerkzaamheden ook extra scheepvaartverkeer gegenereerd worden door baggerschepen. Om de impact van dit extra scheepvaartverkeer te kunnen beoordelen is in het rekenmodel dit extra scheepvaartverkeer toegevoegd aan het huidige, reguliere scheepvaartverkeer. Toekomstige situatie tijdens/na verdieping De situatie waarin de verdieping plaatsvindt met de maximale verwachte groei in de zeeen binnenvaart, 1 jaar na voltooiing verdieping. Figuur 2: ligging van een van de Gasunie leidingen in de Nieuwe Waterweg DNV GL Report No. GCS , Rev. A Page 5

8 Onderstaande tabellen tonen de toegepaste verdeling in DWT-klassen, die door Arcadis zijn vastgesteld, zie [29]. Deze DWT-klassen geven het draagvermogen in tonnen weer. Tabel 2: DWT-klassen met bijbehorende tonnage DWT1 DWT2 DWT3 DWT4 DWT5 DWT6 DWT7 < In Tabel 3 en Tabel 4 zijn voor de drie bovengenoemde situaties de verwachte scheepsvaartbewegingen boven de Gasunie leiding weergegeven. Tabel 3: Aantal zeeschepen per DWT per jaar, bron HbR (punt ) DWT1 DWT2 DWT3 DWT4 DWT5 DWT6 DWT7 Situatie < bijbehorende ankermassa, ton Huidige situatie zonder verdieping Huidige situatie tijdens/na verdieping Toekomstige situatie tijdens/na verdieping Tabel 4: Aantal binnenvaartschepen per DWT per jaar, bron HbR (punt ) DWT1 DWT2 DWT3 DWT4 DWT1 overig DWT4 bagger Situatie 0-III III-IVa IV, Va Va 0-III Va Omgerekend naar CEMT-klasse Huidige situatie zonder verdieping Huidige situatie tijdens/na verdieping Toekomstige situatie tijdens/na verdieping Volgens Tabel 2 en Tabel 3 zijn de maximale tonnages van zeeschepen in de Nieuwe Waterweg ton. Bij dergelijke tonnages hoort een ankergewicht van kg, zie Figuur 6. De Nieuwe Waterweg is CEMT klasse VIb. Volgens Tabel 12 bijlage A is de maximale ankermassa, die bij een CEMT VIb klasse hoort is 7182 kg. DNV GL Report No. GCS , Rev. A Page 6

9 4 FAALKANSBEREKENING Om de faalkans ten gevolge van externe factoren van leidingen te kunnen bepalen zijn berekeningen uitgevoerd conform een door DNV GL ontwikkelde, probabilistische methodiek. Voor een nadere toelichting, zie bijlage A. Deze methodiek is gebaseerd op reeds uitgevoerde studies rond de Eemszinker [1], waarbij de vereiste diepteligging een onderwerp van discussie is geweest met de Duitse overheid. Met deze methodiek kan een risico afweging worden gemaakt voor gevallen waar de diepteligging in eerste instantie als ontoereikend is aangemerkt. Bij het kwantificeren van de faalkans is rekening gehouden met de lokale condities zoals vaarwegklasse, scheepvaart intensiteit en bodemsoort, evenals de leidingparameters en de minimale breukenergie. De resultaten in dit rapport zijn te beschouwen als additionele faalkans bovenop de faalkans behorende bij de leidingconditie. Hierbij is verondersteld dat er geen relatie is tussen de bedreigingen vanuit scheepvaart en conditie van de leiding. In onderstaande paragraven worden de volgende primaire faalscenario s nader beschouwd: vallend anker slepend anker spudpalen zinkende objecten (containers) strandende /zinkende schepen 4.1 Falen door vallend anker Een vallend anker, als deze direct bovenop de leiding terecht komt, veroorzaakt bij onvoldoende dekking een impact op de leiding. Bij een voldoende zware impact kan falen van de leiding optreden. De gevolgen voor de leiding zijn sterk afhankelijk van het ankertype en de bestaande dekking. In principe kan elk schip wat de pijpleiding passeert een incident hebben waardoor het anker komt te vallen. Op basis van statistiek is bekend dat de kans op het ongewenst inzetten van ankers per schip per jaar bedraagt (bron RWS [3]). De interactie tussen anker en leiding is in de onderstaande figuur geïllustreerd. Figuur 3: Impact op de leiding bij vallend anker Met behulp van de methodiek is berekend dat de ingraafdiepte van een vallend anker van kg ongeveer 1,5 meter is voor de gegeven dekking met φ=22,5, waterdiepte (10 meter) en valhoogte (8 meter), dit is conservatief. Dat wil zeggen dat de kinetische energie van het vallend DNV GL Report No. GCS , Rev. A Page 7

10 anker volledig wordt geabsorbeerd door de huidige zanddekking. Geconcludeerd kan worden dat de leiding met de huidige en de nieuwe dekkingen voldoende bescherming biedt tegen vallende ankers. 4.2 Falen door slepend anker Slepende ankers kunnen een leiding beschadigen, doordat ze achter de leiding kunnen blijven haken en die vervolgens kapot trekken. De gevolgen voor de leiding zijn sterk afhankelijk van het anker- en scheeptype en de bestaande dekking. De interactie tussen anker en leiding is in onderstaande figuur geïllustreerd. Figuur 4: Impact op de leiding bij slepend anker Van belang bij slepende ankers zijn de penetratiediepte (hoe diep graaft het anker zich in) en de drag distance ofwel de sleep afstand. De penetratiediepte is sterk afhankelijk van bodem- en ankertype. In harde bodem is de penetratiediepte gering (max 1 meter, zie Tabel 14), in slappe bodem kan een anker zich echter tot enkele meters ingraven. Een anker van 7128 kg kan zich tot 1,3-2 meter in zand ingraven, zie bijlage A, Figuur 13 en Figuur 14. De bodem van de Nieuwe Waterweg bestaat uit slib met zand- en kleilagen. Hier is er van uitgegaan dat de leiding in een sleuf van zand is gelegd en de sleuf vervolgens is aangevuld met het materiaal uit de ontgraving. Volgens het Havenbedrijf Rotterdam liggen de leiding in een bed van mix van vooral zand en silt (φ=22,5 ), dat slapper is dan zand (φ=30 ). Om die reden is aangenomen dat zware zee ankers (>7000 kg) de bodem kunnen penetreren en de leiding slepen. Bij een dekking van: 3,3 meter is er geen risico; hier is er van uitgegaan dat het dichten van de sleuf met zand destijds adequaat is uitgevoerd en dat de dekking nog steeds intact is, 2,5 meter zullen alle zee ankers >7000 kg een risico voor de leiding vormen (zeeschepen DWT6+DWT7), 2,0 meter zullen alle ankers 7000 kg een risico voor de leiding vormen (binnenvaart >Va/4+ zeeschepen DWT5/2+DWT6+DWT7). Faalkansbepaling voor slepend anker 1. Huidige situatie zonder verdieping FF sleepanker 3,3 meter geen risico DNV GL Report No. GCS , Rev. A Page 8

11 2. Huidige situatie tijdens/na verdieping FF sleepanker 2,5 meter =, N., 546 5, [per jaar] FF sleepanker 2,0 meter =, N., , [per jaar] 3. Toekomstige situatie tijdens/na verdieping FF sleepanker 2,5 meter =, N., 560 5, [per jaar] FF sleepanker 2,0 meter =, N., , [per jaar] Waarin: L sleepanker = ¼ L sch =50 m N sleepanker aantal schepen, die leidingbreuk kunnen veroorzaken [-] p(a) de kans van verlies van een anker per scheepsbeweging per schip per jaar v sch = vaarschelheid 4 m/s 4.3 Falen door spudpalen Spudpalen worden gebruikt om werkschepen of werkplatformen te stabiliseren op de bodem. Er is een onderscheid te maken in vrije val spudpalen en hydraulische spudpalen. Dit laatste type wordt voornamelijk gebruikt in relatief ondiepe wateren (tot enkele meters waterdiepte). Voor het beoordelen van het risico zijn twee faalscenario s van belang: schade door spudpalen i.v.m. werkzaamheden nabij de pijpleiding (e.g. bagger werkzaamheden, kustwerken); Schade door falende spudpalen tijdens de vaart. Ten aanzien van het eerste faalscenario is het volgende te stellen: in geval van spudpalen zijn aannemers, die werkzaamheden uitvoeren aan de oevers of bodems van de oppervlaktewateren, het grootste risico. In geval van de Nieuwe Waterweg zijn dit gereguleerde werkzaamheden onder het toezicht Rijkswaterstaat waarvoor een vergunning benodigd is. Daarbij zijn leidingen over het algemeen goed aangegeven op waterkaarten en op de oevers wat mede het bewustzijn moet verhogen. Als zodanig lijkt het zeer onwaarschijnlijk dat het 1 e faalscenario relevant kan worden geacht. Om die reden zijn de baggerschepen niet in de berekening genomen. Met betrekking tot het 2 e faalscenario kan het volgende worden gesteld: de kans dat spudpalen tijdens transport door verkeerde handelingen naar beneden vallen is klein: de meeste spudpalen zijn tijdens transport geborgd met een pin en in sommige gevallen worden de palen ook gestreken en op het dek gelegd. Het kan echter gebeuren dat men vergeten is de borging te plaatsen of dat door bijvoorbeeld menselijk handelen de spudinstallatie per ongeluk in werking wordt gezet. Mocht DNV GL Report No. GCS , Rev. A Page 9

12 een spudpaal komen te vallen dan is het aannemelijk dat die zich tot enkele meters in de bodem kan dringen. Omdat dit scenario niet volledig uit te sluiten is zal een conservatieve berekening worden uitgevoerd naar de faalkans. Voor de berekeningen zijn het gemiddelde aantal binnenvaartschepen (vanaf CEMT klasse III) uit Tabel 4 genomen voor alle dekkingen. Conservatief is uitgegaan dat alle schepen spudpalen hebben. De faalkans als gevolg van een vallende spudpaal kan in analogie met een vallend anker worden berekend. Conservatief is uitgegaan dat leiding altijd door een spudpaal wordt geraakt. Op basis van de DNV GL methodiek, wordt hierna de faalkans voor spudpalen berekend. Faalkansbepaling voor spudpalen 1. Huidige situatie zonder verdieping FF spudpaal =,, N,,,., , [per jaar], 2. Huidige situatie tijdens/na verdieping FF spudpaal =,, N,,,., , [per jaar], 3. Toekomstige situatie tijdens/na verdieping FF spudpaal =,, N,,,., , [per jaar], Waarin: p(a) de kans van verlies van een anker per scheepsbeweging per schip per jaar v sch vaarsnelheid schip 1m/s N spud aantal schepen per CEMT-klasse, die leidingbreuk kunnen veroorzaken [-] L spud = D leidingdiameter [m] 4.4 Falen door zinkende schepen Met de huidige zanddekking van >2 meter zal de leiding intact blijven, zie bijlage A pagina Falen door vallende objecten (containers) Zinkende (zee)containers kunnen volgens Richtlijn Ontwerp Kunstwerken van Rijkswaterstaat [3] worden beschouwd als zinkend schip. Met de huidige zanddekking van 2,4 meter zal de leiding intact blijven, zie bijlage A pagina Falen door strandende en aanvarende schepen Het falen door strandende schepen is uitgesloten. De waterdiepte boven een leiding is circa 10 meter. Uit de data blijkt dat de maximale diepgang van een zeeschip, dat door de Nieuwe DNV GL Report No. GCS , Rev. A Page 10

13 Waterweg vaart 4,5 meter is. Geconcludeerd kan worden, dat er geen strandingen op de leidingen kunnen voorkomen. 4.7 Totale faalkans bij de huidige situatie De totale faalkans is in de onderstaande tabel weergegeven: Tabel 5: Totale faalkans GU leiding huidige situatie Huidige situatie 3,3 meter Vallende ankers verwaarloosbaar Slepende ankers verwaarloosbaar Spudpalen 2, Zinkende schepen verwaarloosbaar Vallende containers verwaarloosbaar Totaal 2, Tabel 6: Totale faalkans GU leiding huidige situatie tijdens/na verdieping Huidige met verdieping 2,5 meter 2,0 meter Vallende ankers verwaarloosbaar verwaarloosbaar Slepende ankers 5, , Spudpalen 2, , Zinkende schepen verwaarloosbaar verwaarloosbaar Vallende containers verwaarloosbaar verwaarloosbaar Totaal 5, , Tabel 7: Totale faalkans GU leiding toekomstige situatie tijdens/na verdieping Toekomstige met 2,0 meter verdieping 2,5 meter Vallende ankers verwaarloosbaar verwaarloosbaar Slepende ankers 5, , Spudpalen 2, , Zinkende schepen verwaarloosbaar verwaarloosbaar Vallende containers verwaarloosbaar verwaarloosbaar Totaal 5, , DNV GL Report No. GCS , Rev. A Page 11

14 5 CONCLUSIE Uit de in dit rapport weergegeven conservatieve berekeningen volgt dat de totale faalkans van de leiding met de bestaande dekking van 3,3 meter 2, per jaar is. De faalkans wordt veroorzaakt door spudpalen. De kans op falen is 1; als de leiding wordt geraakt, zal de leiding falen. De eis van 10-5 per jaar wordt als een minimum eis gezien door Gasunie. Wanneer het Havenbedrijf Rotterdam de Nieuwe Waterweg gaat verdiepen zal de totale faalkans van de leiding stijgen. De totale faalkans van de leiding bij een dekking van 2,5 meter neemt licht toe ten opzichte van de totale faalkans van de leiding bij de bestaande dekking. De faalkansen voor de huidige en toekomstige situaties zijn respectievelijk 5, en 5, per jaar. De faalkans wordt veroorzaakt door grote slepende zee ankers en spudpalen. Bij een dekking van 2,5 meter wordt aan de Gasunie eis van 10-5 per jaar voldaan. De totale faalkans van de leiding bij een dekking van 2,0 meter neemt sterk toe ten opzichte van de totale faalkans van de leiding bij de bestande dekking. De faalkansen voor de huidige en toekomstige situaties zijn respectievelijk 1, en 1, per jaar. De faalkans wordt veroorzaakt door grote slepende binnenvaart en zee ankers en spudpalen. Bij een dekking van 2,0 meter wordt niet aan de Gasunie eis van 10-5 per jaar voldaan. DNV GL Report No. GCS , Rev. A Page 12

15 REFERENTIELIJST 1. Risicoanalyse Eemszinker, V. Monsma, J. Spiekhout, DNV, DNV-RF-107, Rijkswaterstaat, Richtlijn Ontwerp Kunstwerken, ROK 1.0, NEN , Richtlijnen Vaarwegen 2011 RVW 2011, Rijkswaterstaat 6. Deltares, Developments in anchor technology and anchor penetration in the seabed. D. Luger SELECTING APPROPRIATE CABLE BURIAL DEPTHS A METHODOLOGY, P G Allan. Presented at IBC Conference on Submarine Communications, The Future of Network Infrastructure, Cannes, November DNV, Risk Assessment of Dropped and Dragged Anchors to Offshore Pipelines, Luiz Fernando Oliveira & Darío Gusovsky, Paris, France 9. Fundamentals of Geotechnical Engineering. Braja M. Das. Brooks/Cole Publishers, Chapter II, pages Rijkwaterstaat, Staat van de scheepvaart en de binnenvaartwegen in Nederland Memo Deltares, Effecten op de morfodynamiek van de rivierbodem (24 oktober 2012, versie concept) 13. Rijkwaterstaat, Achtergronddocument RBM II 14. RIVM, Achtergronden bij de vervanging van zoneringafstanden hoge druk aardgastransportleidingen van de N.V. Nederlandse Gasunie, Rapport / American Petroleum Institute, Design and Analysis of Stationkeeping Systems for Floating Structures. Upstream Segment. Recommended Practice 2SK, third edition, october US Navy Salvor s handbook, Appendix G, Anchoring Systems 17. Rijkwaterstaat, Studie tbv. de drempels in de Zandmaas, Kuik, L.J., Design and construction of stabilization and protection of subsea pipelines and cables up to 1000 m water depths, Proc. 18th Offshore Technology Conference, Houston, May Wierzbicki, T. and Suh, M-S. Denting Analysis of Tubes Under Combined Loading. Report MITSG 86-5, Sea Grant Program, Massachusettes Institute Of technology, (1986). 20. EU-richtlijn 2006/87/EG Bijlage II 21. Witteveen+Bos Raadgevende ingenieurs b.v. Studie naar de invloed van spudpalen op waterbodems BillBoars Engeneering Co. Ltd 23. MARIN, Marine hazard study for the pipeline Rysun-Spijk, Witteveen+Bos Raadgevende ingenieurs b.v. Veiligheidsanalyse Hollandsch Diep, In opdracht van Rijkswaterstaat, Referentienummer RW /zutd/ Zeetech Engering, Pijpleiding veiligheidsbeschouwing IJsselmeer sectie, Ref No. : ER van RWS van maandag 25 maart : Handboek buisleiding in bestemmingsplannen, Ministerie van Infrastructuur en Milieu 28. RWS, Scheepvaartinformatie Hoofdvaarwegen, editie Arcadis. Uitgangspunten scheepvaartbewegingen t.b.v. MER verdieping Nieuwe Waterweg en Botlek, 8 mei 2015 DNV GL Report No. GCS , Rev. A Page 13

16 BIJLAGE A TOELICHTING FORMULES Faalkansberekening De kansberekeningen zijn gebaseerd op de Richtlijn Ontwerp Kunstwerken, ROK 1.0, 2011, Rijkswaterstaat [3]. Volgens [3] moeten de volgende buitengewone belastingen door scheepverkeer in rekening worden gebracht: Vallende ankers; Slepende ankers; Gezonken schip. Vallende spudpalen moeten worden beschouwd als vallende ankers met het gewicht van de spudpaal. Gezonken (zee)containers moeten worden beschouwd als gezonken schip. Daarnaast kunnen in sommige gevallen strandende schepen ook als mogelijke faaloorzaak voor een leiding worden beschouwd. De kansberekening dient als volgt te worden bepaald: - Bepaal de kans van verlies van een anker door een schip per scheepsbeweging; - Bepaal de kans dat het schip zich op dat moment boven de leiding bevindt, dus de kans dat het vallend anker op de leiding terecht komt; - Bepaal het aantal relevante schepen, dat de leidingbreuk kan veroorzaken, verdeeld naar tonnage-klasse cq. ankermassa; - Bepaal de faalkans van de leiding. Het aantal scheepsbewegingen per tonnage-klasse dient te zijn gebaseerd op actuele gegevens van de vaarwegbeheerder. Voor de kans van verlies van een anker per scheepsbeweging kan uitgegaan worden van p(a)= per schip per jaar. Deze kans dient gelijkmatig over de totale scheepsbeweging per jaar aangenomen te worden. De onderstaande formules in de paragrafen zijn gebaseerd op Richtlijn Ontwerp Kunstwerken, ROK 1.0, 2011, Rijkswaterstaat [3]. Het volgende flow-schema kan worden gebruikt ten behoeve van analyse voor de anker/schipinteractie met de leiding: Is dekking groter dan de penetratiediepte? nee ja Geen risico Kan de leiding worden gehaakt? nee Geen schade door het ja Breuk/beschadiging Schema 1: Methodiek stappen beoordeling risico slepend anker DNV GL Report No. GCS , Rev. A Page 14

17 Bedreigingen Vallende ankers/spudpalen Zinkende schepen Aanvarende schepen Vallende objecten Leiding input Diameter [m] Wanddikte [m] Rekgrens [Pa] Minimale breukenergie E breuk Dekking > Penetratiediepte? nee Impact energie E impact bij bestaande dekking ja Vaarweg input Dekking [m] Bodem NAP [m] Bodem/dekking type CEMT klasse E impact > E breuk? nee Geen risico ja Raakkans RWS input: Kans op ongeval Aantal schepen per CEMT klasse Faalkans Schema 2: Methodiek stappen beoordeling risico vallend anker/spudpaal, zinkende schip, vallend container Ankers De penetratiediepte van een anker is afhankelijk van het type en het gewicht van het anker, de lokale waterdiepte en de bodemgesteldheid (diepe penetratie in zachte bodem en ondiepe penetratie in hardere bodem, etcetera). Figuur 5: Ankertypes DNV GL Report No. GCS , Rev. A Page 15

18 Admiral, Bruce, Byers, Danforth, D'Hone, Hall, Union, U.S. Navy, Spek zijn conventionele ankers. BBI-Delta, Danforth, Delta Triple, Doris Mud, Hook, Moorfast, LWT worden bij offshore operaties gebruikt, [23]. CEMT klassen binnen- of rivierscheepvaart De binnen- of rivierscheepvaart is in Europa opgedeeld in CEMT-klassen om de afmetingen van vaarwegen in West-Europa op elkaar af te stemmen. De onderstaande tabel geeft een voorbeeld van de scheepsafmetingen per CEMT-klasse op een bepaalde locatie. Tabel 8: Scheepsclassificatie CEMTklasse Breedte B, m Lengte L, m Diepgang T, m Laadvermogen t 0 - <30 - <250 I 5, ,8-2, II 6, , , III 8, , , IV 9, , , Va 11, , ,5-2, Vb 11, ,5-4, VIa 22, ,5-4, VIb 22, ,5-4, VIc 22, ,5-4, VII 34, ,5-4, De maximaal te behalen vaarsnelheid van een schip voor de verschillende scheepsklassen is aangegeven in de onderstaande tabel. Tabel 9: Maximale vaarsnelheid per scheepsklasse, [3] klasse I II III IV V VI Duwvaart v [m/sec] 4,1 4,8 5,1 5,3 5,5 5,5 4,5 Vervolgens kan de relatie tussen tonnageklasse en ankermassa worden bepaald. Aan de hand van deze gegevens wordt de maatgevende ankermassa vastgesteld die tot bezwijken van de leiding kan leiden. Ankerparameters voor binnenvaartschepen Voor binnenvaartschepen de ankermassa wordt bepaald conform EU-richtlijn 2006/87/EG Bijlage II, hoofdstuk 10, artikel ankeruitrusting [21]. Schepen die voor het vervoer van goederen zijn bestemd, moeten zijn uitgerust met boegankers, waarvan de totale massa P wordt berekend met behulp van de volgende formule: DNV GL Report No. GCS , Rev. A Page 16

19 Waarin P = [kg] 2 K een coëfficiënt die rekening houdt met de verhouding tussen de lengte L en de breedte B en met het soort vaartuig. De ervaringscoëfficiënt c is weergegeven in de volgende tabel: Voor duwvaart K = c. K= /8 [-] 3 L/B/T lengte/ breedte/ diepgang van vaartuig [m], zie Tabel 8 Tabel 10: Ervaringscoëfficiënt, [21] Laadvermogen Ervaringscoëfficiënt c Laadvermogen Ervaringscoëfficiënt c t/m 400 t 45 > 650 t/m 1000 t 65 > 400 t/m 650 t 55 > 1000 t 70 Ankerparameters voor zeeschepen Er bestaat een relatie tussen de ankermassa en het draagvermogen van een schip [6]. Om de ankermassa van een zeeschip te vinden is het draagvermogen (DWT) van dit schip nodig. Draagvermogen is een maat voor de hoeveel massa dat een schip kan vervoeren. Het is de som van de gewichten van de lading, brandstof, ballastwater, drinkwater en provisie aan boord van het schip, ofwel waterverplaatsing ( ) minus massa van leeg schip. De waterverplaatsing is het gewicht van de door een ondergedompeld lichaam verplaatste vloeistof. De verhouding tussen DWT en waterverplaatsing voor verschillend scheepstype zijn afkomstig uit [31]. Cargo: = 1,4 1,6 DWT Container schepen: =1,4 DWT Bulk carriers: =1,2 1,3 DWT Passagiere schepen: =1,1 DWT Vissers schepen: kleine: = 2,0 2,5 DWT grote: = 1,2 2,0 DWT Waarin displacement van schip [ton] = C b L B T g [t] L/B/T breedte/lengte/diepgang uit Tabel 8 g zwaartekrachtversnelling [m/s 2 ] C b block coëfficiënt, afhankelijk van het type schip De block coëfficiënt kan worden gevonden in de onderstaande tabel. DNV GL Report No. GCS , Rev. A Page 17

20 Tabel 11: Block coëfficiënt, [31] C b Tanker 0,82-0,87 Bulk carrier 0,72-0,84 General cargo 0,55-0,78 Container ship 0,54-0,64 Ro/Ro 0,52-0,66 Barge carrier 0,58 Passenger liner 0,55-0,65 Auto ferry 0,45-0,50 LNG 0,72 Wanneer het type schip onbekend is, is de maximale DWT conservatief te berekenen volgens de onderstaande formule: Waarin: DWT = 0,79 L B T [t] 4 L/B/T breedte/lengte/diepgang uit Tabel 8 De ankermassa voor een gegeven DWT kan worden bepaald met behulp van de onderstaande figuur. Figuur 6: Relatie tussen DWT en anker massa van zeeschip DNV GL Report No. GCS , Rev. A Page 18

21 In de onderstaande tabel zijn de minimale en de maximale ankermassa en de bijbehorende vloeilengte van de ankers weergegeven per CEMT-klasse. De vloeilengtes zijn afkomstig uit [10]. De vloeilengte hangt sterk af van het ankertype. Bijvoorbeeld voor een anker van 1000 kg kan de vloeilengte variëren van 0,8 (Hall anker) tot 1,5 (Flipper Delta anker) meter. Om conservatieve reden zijn de afmetingen van een Flipper Delta anker genomen. Flipper Delta is een Higher Holding Power anker. Dit type anker heeft een extreem grote houdkracht door het grote oppervlakte van de vloeilengte en doordat ze zich diep in de bodem kunnen ingraven. Het Flipper Delta anker wordt veel gebruikt voor offshore platforms. Tabel 12: Maximale anker massa en dimensies per CEMT-klasse CEMTklasse Anker massa, P, kg Vloeilengte, m ,6 I ,2 II 850 1,5 III IV ,5-2 Va ,5-2 Vb VIa VIb VIc ,5-2,5 VII Opgemerkt moet worden dat conform de Rijnvaart regels het ankergewicht voor binnenvaart schepen over 2 ankers verdeeld mag worden. In Tabel 12 zijn de maximale ankermassa en de bijbehorende ankerdimensies aangegeven per CEMT klasse, uitgaande van één anker. Dit is conservatief. Gevaarzone Het ankeren kan gecontroleerd of ongecontroleerd zijn. Gecontroleerd ankeren gebeurt altijd op locaties welke hiervoor speciaal bestemd zijn. Ongecontroleerd ankeren (noodankeren) gebeurt in geval van calamiteiten of menselijke fout. Het is onvoorspelbaar en kan een gevaar opleveren wanneer een leiding geraakt wordt. De raakkans is afhankelijk van de volgende factoren: de kans dat een schip in een noodsituatie komt in de gevarenzone (de zone waarbinnen een anker een gevaar voor de leiding vormt); bestaande dekking; het aantal vaarbewegingen; de snelheid van een schip (verblijfstijd in de gevarenzone); het ankergewicht. DNV GL Report No. GCS , Rev. A Page 19

22 Voor vallende ankers volgt de gevarenzone uit de diameter van de leiding (d) plus de ankerlengte (L a ). Voor spudpalen volgt de gevarenzone uit de leidingdiameter (d). De gevarenzone voor slepende ankers wordt bepaald door de sleeplengte. Figuur 7: Gevaarzones vallend/slepend anker Beschrijving faaloorzaken water kruisingen De te beschouwen faaloorzaken zijn: Vallend anker; Slepend anker; Spudpalen; Zinkende schepen; Zinkende containers. Daarnaast kunnen in sommige gevallen strandende schepen ook als mogelijke faaloorzaak voor een leiding worden beschouwd. Minimale breukenergie van de leiding De minimale bezwijkenergie van de leiding kan worden berekend met behulp van de onderstaande formule. Deze formule is gebaseerd op "Denting Analysis of Tubes Under Combined Loading", Wierzbicki, T. and Suh, M-S. [20]. E breuk = Waarin: d deukdiepte die tot breuk leidt [m], d=0,2 D, [20] D uitwendige leidingdiameter [m] σ y rekgrens [Pa] t wanddikte [m] [J] 1 DNV GL Report No. GCS , Rev. A Page 20

23 Figuur 8: Impact op de leiding Vallend anker Een vallend anker, als deze direct bovenop de leiding terecht komt bij onvoldoende dekking, veroorzaakt een impact op de leiding. Bij een voldoende zware impact kan falen van de leiding optreden. De gevolgen voor de leiding zijn sterk afhankelijk van het anker- en scheepstype en de bestaande dekking. De interactie tussen anker en leiding is in de onderstaande figuur geïllustreerd. Figuur 9: Impact op de leiding bij vallend anker Penetratiediepte vallend anker Volgens onderzoek van Deltares naar vallende of slepende ankers [6] zijn de penetratiedieptes in compact zand relatief klein: bijvoorbeeld de penetratiediepte van een kg Hall anker is 1 tot 2 meter. In zachtere bodems is de penetratiediepte veel meer. Figuur 10: Geometrie van anker DNV GL Report No. GCS , Rev. A Page 21

24 De bodem (of dekking) boven de leiding heeft een bepaalde draagkracht. De draagkracht is de maximale belasting die deze bodem veilig kan dragen zonder te vervormen of in te storten. De penetratiediepte van de bodem kan worden gezien als een functie van de draagkracht. Tijdens de penetratie van het anker in de bodem zal alle of een deel van de kinetische energie het anker verloren gaan. Deze energie kan worden beschreven in termen van de energie die door de grond geabsorbeerd wordt. Een en ander in een vergelijking uitgedrukt geeft: E p = [J] 5 Waarin: x penetratiediepte [m] F(x) draagkracht van de grond [N] De draagkracht (F) kan worden uitgedrukt volgens de onderstaande formule [9]: 1 2 γ γ [N] 6 Waarin: 1 2 tan , Ba anker breedte [m] La anker lengte [m] Aa anker oppervlak [m 2 ] φ wrijvingshoek [ ] x penetratiediepte [m] γ onderwater gewicht van de grond [N/m3] Afhankelijk van het bodem/dekking type en anker gewicht kan, met behulp van de bovenstaande formules, uiteindelijk de penetratiediepte worden berekend. Impact energie vallend anker De eerste stap is om te bepalen of het gegeven anker in staat is om de dekking/bodem te penetreren en de leiding te bereiken. Daarvoor dient de impact energie van een vallend anker berekend te worden. De impact energie wordt bepaald door de kinetische energie van een vallend DNV GL Report No. GCS , Rev. A Page 22

25 anker, de waterdiepte en het dekking/bodem type. De kinetische energie van het vallende anker kan worden uitgedrukt met deze formule: Waarin: E kin = ½ m a (V a,t )² [J] 7 m a ankermassa [kg] V a,t ankersnelheid in water [m/s], zie bijlage A De impact energie op de leiding is een verschil tussen de kinetische energie van het anker en de energie die door de grond wordt geabsorbeerd: E imp = E kin E p [J] 8 De leiding zal falen indien de impact energie groter is dan de minimale breukenergie van de leiding: E imp E breuk [J] 9 Om te kunnen beoordelen welke ankers wel en welke niet tot het falen van de geanalyseerde leiding zullen leiden, dient de impactenergie van alle ankers te worden berekend en vervolgens met de bezwijkenergie van de leiding te worden vergeleken. Daarvoor is de informatie over de scheepstypen met bijbehorende ankermassa die de betreffende leiding passeren, het bodemtype en de waterdiepte noodzakelijk. Faalkans vallend anker De kans per schip dat deze zich binnen de gevaarzone bevindt (uitgaande van een vaartijd van 75% van het jaar, [3]) is gelijk aan: K valanker = L valanker / (0, v sch ) [-] 10 Waarin: L valanker gevaarzone vallend anker, L valanker = D+La, zie Figuur 7 D leidingdiameter [m] La ankerlengte [m], La=2 vloeilengte [m] v sch vaarsnelheid schip [m/s] De raakfrequentie kan uitgedrukt worden met behulp van de volgende formule: R valanker = p(a) K valanker [per jaar] 11 Waarin: K valanker de kans dat het schip zich binnen de gevaarzone voor vallend anker bevindt [-] DNV GL Report No. GCS , Rev. A Page 23

26 p(a) de kans van verlies van een anker per scheepsbeweging [per jaar] Wanneer alle bovengenoemde factoren bekend zijn, kunnen de faalkanss voor vallende en slepende ankers worden bepaald. Nadat is geanalyseerd welke ankers het falen van de leiding kunnen veroorzaken, kan de raakkans naar de faalkans worden vertaald. Niet alle ankers binnen een bepaalde tonnageklasse zullen tot leidingbreuk leiden. Dit is afhankelijk van het ankertype en de ankerdimensies. De ankerverdeling is meestal niet bekend binnen de tonnageklasse, om die reden wordt geadviseerd met het zwaarste anker uit elke klasse te gaan rekenen. De resulterende faalkanss zijn zowel voor lek als voor breuk. Hier is (conservatief) van uitgegaan dat de kans op falen 1 is; als de leiding wordt geraakt, zal de leiding falen. De faalkans van de leiding door een vallend anker kan worden uitgedrukt met behulp van de volgende formule: FF valanker = p(a) L valanker /( 0, v sch ) [ per jaar] 12 Waarin: L valanker gevaarzone vallend anker, zie figuur 11, L valanker = D+La R valanker raakfrequentie vallend anker [per jaar] N valanker aantal schepen per CEMT-klassen, die leidingbreuk kunnen veroorzaken [-] p(a) de kans van verlies van een anker per scheepsbeweging [per jaar] Slepend anker Slepende ankers kunnen een leiding beschadigen, doordat ze achter de leiding kunnen blijven haken en die vervolgens kapot trekken. De gevolgen voor de leiding zijn sterk afhankelijk van het anker- en scheeptype en de bestaande dekking. De interactie tussen anker en leiding is in onderstaande figuur geïllustreerd. Figuur 11: Impact op de leiding bij slepend anker Leiding haken door slepend anker De eerste stap is om te bepalen of het gegeven anker in staat is om de dekking/bodem te penetreren en de leiding te bereiken. De tweede stap is om te bepalen of het mogelijk is dat anker achter de leiding haakt. Dit wordt gedaan door het berekenen van de maximale mogelijke leiding diameter die door het anker gehaakt kan worden en door deze waarde te vergelijken met de diameter van de geanalyseerde leiding. DNV GL Report No. GCS , Rev. A Page 24

27 Figuur 12: Geometrie van slepend anker In "Risk Assessment of Dropped and Dragged Anchors to Offshore Pipelines" [8] wordt daarvoor de volgende formule gegeven: Waarin: vloei lengte [m] D max = 2 [m] 13 θ vloeihoek, 40 is gemiddelde waarde volgens [8] Indien de diameter van de geanalyseerde leiding groter is dan de maximale diameter Dmax is het niet mogelijk dat het gegeven anker achter de leiding blijft haken. Met behulp van de bovenstaande informatie kan worden geanalyseerd welke ankers het falen van de leiding kunnen veroorzaken. In de onderstaande tabel is de maximale leiding diameter (Dmax) die door het anker kan worden gehaakt per CEMT-klasse weergegeven. Tabel 13: D max per CEMT-klasse CEMTklasse RWS/CB S-klasse Anker massa P, kg Vloeilengt e, m D max m ,6 0,2 I ,2 0,4 II ,5 0,6 3 III ,6 IV ,5-2 0,8 Va ,5-2 0,8 Vb ,8-1,1 VIa VIb VIc ,5-2,5 1-1,2 VII DNV GL Report No. GCS , Rev. A Page 25

28 Penetratiediepte slepend anker Er zijn drie belangrijke ankertypes: ankers die over de bodem worden gesleept (het stocked type), ankers die half worden begraven (het stockless type) en ankers die volledig worden begraven (deep penetration ankers). De tweede en derde typen zijn van belang in verband met schade aan leidingen. Volgens Deltares is de penetratie van een slepend anker in harde bodems als klei, compact zand en korrelachtige materialen relatief klein [6]. In zachte bodems (zachte klei, fijn zand, silt) kunnen penetratiedieptes tot 4 a 5 meter oplopen. Een maximale penetratiediepte in dergelijke bodem kan worden geschat op 2 x de grootste dimensie van het anker, bijvoorbeeld een vloeilengte, [23]. Er bestaat een relatie tussen de scheeptonnage, het anker gewicht, het bodemtype en de ingraaf diepte. Deze relatie is gepresenteerd in de onderstaande figuur [19]: Figuur 13: Penetratiediepte van slepende ankers (Kuik, 1986) Een typische penetratiediepte en de sleeplengte van 2000 en 5000 kg ankers in de zachte bodem is in de onderstaande figuur weergegeven. DNV GL Report No. GCS , Rev. A Page 26

29 Figuur 14: Typische anker penetratie curve in zeer zachte klei, [7] API RP 2SK [16] geeft ankerpenetratie dieptes voor verschillende ankertypes in zachte en harde bodem. De ankerpenetratie in harde bodems (compact zand, harde klei) is niet groot, zie tabel 2. De penetratiedieptes in zachte bodem gelden voor schuifsterktes1 van de grond die tussen 1,5 en 2,1 knm2/m ligt. Afwijking hiervan kan de penetratiediepte beïnvloeden. Tabel 14: Anker penetratiediepte (API RP 2SK) Anker type Gemiddelde penetratiediepte, m Compact zand/harde Zacht klei, silt klei Stockless met gefixeerd vloei 1 3 Moorfast, Offdril II 1 4 Boss, Danforth, Flipper Delta, GS (type 2), LWT, Stato, Stevfix 1 4,5 Stevpris MK III, Bruce FFTS MK III, Bruce TS, Hook, Stevmud 1 5 Ankerpenetratie wordt beperkt door de aanwezigheid van grove materialen (grind, steen) en de cohesie van de grond waar de bodem uit is opgebouwd. De volgende figuren illustreren de kans van ankerpenetratie als functies van ankergewicht en bodemtype [17]. De linker figuur is voor de bodem types van zand/zachte klei (cohesie 0) tot harde klei. De rechter figuur is voor steenbestortings met diameter van 0 tot en met 8 inch. Figuur 15: Kans op ankerpenetratie als functies van ankergewicht en bodemtype 1 De schuifsterkte van een materiaal is de interne weerstand die een materiaal heeft tegen plastische deformatie door schuifbelasting. DNV GL Report No. GCS , Rev. A Page 27

30 Om te kunnen beoordelen welke ankers wel en welke niet tot het falen van de geanalyseerde leiding zullen leiden dienen de volgende stappen te worden gedaan: Bepaal de CEMT klasse van de waterweg; Bepaal de ankerdimensies, zie Tabel 12; Selecteer alle ankers die de geanalyseerde leiding kunnen haken, zie Tabel 13; Bepaal de huidige dekking en de bodem/dekkingparameters; Maak een inschatting over de penetratiediepte voor alle ankers met behulp van de Figuur 13, Figuur 15 en informatie uit Tabel 14; (afgelezen op gemiddelde) Selecteer alle relevante ankers voor de berekening. Faalkans slepend anker De raakkans slepend anker kan in analogie met de raakkans vallend anker wordt bepaald: K sleepanker = L sleepanker /( 0, v sch ) [-] 14 Waarin: L sleepanker gevaarzone slepend anker L sleepanker = S L, zie Figuur 7 D leidingdiameter [m] S L = ¼ L sch, sleeplengte [m], [24] L sch scheepslengte [m] v sch vaarsnelheid schip [m/s] De raakfrequentie kan uitgedrukt worden met behulp van de volgende formules: Waarin: R sleepanker = p(a) K sleepanker [per jaar] 15 K sleepanker de kans dat het schip zich binnen de gevaarzone voor slepen anker bevindt, [-] p(a) de kans van verlies van een anker per scheepsbeweging [per jaar] Hier is (conservatief) van uitgegaan dat de kans op falen 1 is; als de leiding wordt gehakt, zal de leiding falen. Met het falen wordt hier bedoeld zowel lek als breuk. De faalkans van de leiding door een slepend anker kan worden uitgedrukt met behulp van de volgende formule: FF sleepanker = p(a) L sleepanker /( 0, v sch ) N [per jaar] 16 Waarin: L sleepanker gevaarzone slepend anker, zie figuur 11, L sleepanker = D + S L R sleepanker raakkans slepend anker [per jaar] N sleepanker aantal schepen per CEMT-klassen, die leidingbreuk kunnen veroorzaken [-] p(a) de kans van verlies van een anker per scheepsbeweging [per jaar] S L = ¼ L sch, sleeplengte [m], [24] Daarvoor is de informatie over scheepstypen met bijbehorende ankermassa die leidingen passeren, het bodemtype en de waterdiepte noodzakelijk. DNV GL Report No. GCS , Rev. A Page 28

31 Spudpalen Een spudpaal is een verticale buizenconstructie, waarmee schepen zichzelf kunnen vastleggen. De meeste spudpalen (circa 80%) worden (zie bijlage D) middels hydrauliek of lier langzaam naar de bodem gebracht. Gangbare lengtes van spudpalen lopen uiteen van 7 m tot maximaal 24 m. Spudpalen kunnen bestaan uit een punt aan de onderzijde (zie figuur 5), maar er zijn ook spudpalen met een vlakke plaat aan de onderzijde. Figuur 16: Impact op de leiding bij vallende spudpaal De laatste kunnen zich minder diep in de bodem ingraven. Op dit moment is er nog veel onduidelijk over de inwerking op de bodem, maar relevant is de mate van indringing. Deze hangt af van het type spudpaal (open of gesloten onderzijde) en het bodemsoort. Er zijn geen normen voor de mate van indringing. Het afmeren op spudpalen is reglementair gelijk te stellen aan ankeren. Daar waar een ankerverbod geldt, bijvoorbeeld in havens en op veel hoofdvaarwegen, mogen dus ook spudpalen niet gebruikt worden. Spudpalen worden enkel bij het afmeren toegepast; ze zijn niet geschikt om te gebruiken in de vaargeul bij manoeuvres of als het schip nog vaart heeft, aangezien dat kan leiden tot schade aan de spudpaalinstallatie of de scheepsconstructie, zie bijlage D. Verder is het systeem geheel controleerbaar en visueel te volgen middels een controlesysteem in het stuurhuis. Veel aannemers, die werkzaamheden uitvoeren aan de oevers of bodems van de oppervlaktewateren, gebruiken spudpalen. Als die werkzaamheden bij kabels of leidingen worden uitgevoerd, kan het, bij onvoldoende bodemdekking, gevolgen hebben voor de onderliggende leidingen / kabels. In principe zijn dat gereguleerde werkzaamheden onder het toezicht van bijvoorbeeld een leidingeigenaar of RWS. De faalkans kan in analogie met een vallend anker worden berekend. In de onderstaande tabel zijn een aantal voorbeelden van spudpalen ter illustratie aangegeven. Bijvoorbeeld een vrije val spudpaal van 2000 kg gaat dwars door 2 meter zanddekking heen en veroorzaakt een beschadiging van de 20 leiding. Tabel 15: Spudpalen voorbeeld berekeningen Dekking: density wet: 20 kn/m3, angle of internal friction: 32 Spudpaal 1: m=2000kg Dekking: 2 m Spudpaal 2: m=3000kg Dekking: 2 m Spudpaal 3: m=3000kg Dekking: 3 m Beschadiging van 20 leiding Breuk 20 en 28 leiding Beschadiging 20 en 28 leiding DNV GL Report No. GCS , Rev. A Page 29

32 Conservatief is uitgegaan dat dergelijke spudpalen zijn denkbaar bij de CEMT klassen vanaf III. De meeste spudpalen (circa 80%) worden middels hydrauliek of lier langzaam naar de bodem gebracht [22]. Indien deze informatie zal worden gebruikt, kan de faalkans spudpalen met een factor 0,2 worden gecorrigeerd (20% ouderwetse vrij val spudpalen). Een schatting dat 1 op 100 het schip zijn spudpaal op de leiding laat vallen, leidt tot een correctiefactor 0,01. De faalkans van de leiding door spudpalen kan, in analogie met vallende ankers, worden uitgedrukt met behulp van de volgende formule: FF spudpaal = 0,01 0,2 p(a) L spudpaal /( 0, v sch ) 100 N [per jaar] 17 Waarin: p(a) de kans van verlies van een anker per scheepsbeweging [per schip per jaar] v sch vaarsnelheid schip [m/s] N spudpaal aantal schepen per CEMT-klasse, die leidingbreuk kunnen veroorzaken [-] L spudpaal = leidingdiameter, D [m] Hier is (conservatief) van uitgegaan dat de kans op falen 1 is; als de leiding wordt geraakt, zal de leiding falen. Met het falen wordt hier bedoeld zowel lek als breuk. Zinkende schepen en containers Voor een gezonken schip moet de maximale belasting op de leiding voor alle CEMT klassen en de positie van de belasting moet worden bepaald. Zinkende (zee)containers kunnen volgens Richtlijn Ontwerp Kunstwerken van Rijkswaterstaat [3] worden beschouwd als zinkend schip. De suggestie om de belastingen ten gevolge van een zinkend schip op de leiding te behandelen als bij een tunnel, als beschreven in de ROK, is niet juist. De situatie tussen een tunnel en een leiding is namelijk verschillend, te weten, afmetingen, vorm en materiaal. Bij een (afgezonken) tunnel is veelal sprake van een vlak betonnen dak. Daar kan men zich voorstellen dat een schip of container op het tunneldak komt en daar wordt gesteund en ook bij scherpe stukken de belasting wordt gespreid door het tunneldak. Bij een leiding zullen uitstekende stukken en scherpe aan het schip de leiding lokaal kunnen indrukken (indeuken). De leiding is rond en relatief dunwandig. Alleen in geval van stranding en een vlakke bodem zou men naar de benadering als bij een tunnel kunnen kijken. De belasting als voor de tunnel in de ROK genoemd kunnen dan echter te hoog zijn omdat veelal dan de leiding in de bodem wordt gedrukt en de maximale belasting op de leiding hoogstens gelijk kan zijn aan het bezwijkdraagvermogen van de bodem (belastinghoek nul graden aan de top van de buis). In geval van een container moet rekening worden gehouden dat de container met een scherpe hoek of kant op de leiding terecht komt. Zinkende objecten (containers) en zinkende schepen worden ook als mogelijke faaloorzaak voor een leiding beschouwd in geval van blootliggende leiding in combinatie met lokale overbelasting. Andere situatie is wanneer het schip met een scherpe punt als eerste de leiding raakt, kan er sprake zijn van een lokale belasting. Dat kan gebeuren wanneer een schip met de achtersteven naar beneden hellend zinkt of wanneer een schip 180 graden omgedraaid en dan zinkt. Dit scenario is niet te verwachten voor het binnenwater zoals kanalen en rivieren. In alle andere gevallen kan de kans op beschadigingen van de leiding ten gevolge van zinken van schepen kan verwaarloos worden. Bijvoorbeeld een scheep van ton, 200 meter lang en 20 meter breed geeft een uniforme druk op de leiding van 25 kn/m 2. Bij dergelijk belastingniveau zal de leiding geen schade ondervinden van het boven op de leiding gezonken schip. DNV GL Report No. GCS , Rev. A Page 30

RAAMCONTRACT GU PROJECTS QRA Amersfoort W-500-01, W-500-05 en W-500-22. N.V. Nederlandse Gasunie

RAAMCONTRACT GU PROJECTS QRA Amersfoort W-500-01, W-500-05 en W-500-22. N.V. Nederlandse Gasunie RAAMCONTRACT GU PROJECTS QRA Amersfoort W-500-01, W-500-05 en W-500-22 N.V. Nederlandse Gasunie Report No.: 74105429.041, Rev. 0 Document No.: GCS 14.R.54341 Date: 09-07-2014 Project name: Raamcontract

Nadere informatie

Kwantitatieve risicoanalyse gastransportleidingen N-558-36 en N-558-40 te Bathmen. N.V. Nederlandse Gasunie

Kwantitatieve risicoanalyse gastransportleidingen N-558-36 en N-558-40 te Bathmen. N.V. Nederlandse Gasunie Kwantitatieve risicoanalyse gastransportleidingen N-558-36 en N-558-40 te Bathmen N.V. Nederlandse Gasunie Report No.: 74105429, Rev. 0 Document No.: GCS 14.R.54520 Date: 03-11-2014 Report title: Kwantitatieve

Nadere informatie

Kwantitatieve risicoanalyse gastransportleiding Z-500-01 te Maastricht. N.V. Nederlandse Gasunie

Kwantitatieve risicoanalyse gastransportleiding Z-500-01 te Maastricht. N.V. Nederlandse Gasunie Kwantitatieve risicoanalyse gastransportleiding Z-500-01 te Maastricht N.V. Nederlandse Gasunie Report No.: 74106856.067, Rev. 0 Date: 29-06-2015 Report title: Kwantitatieve risicoanalyse gastransportleiding

Nadere informatie

DNV KEMA Energy & Sustainability. Rapport. Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding N-568-10

DNV KEMA Energy & Sustainability. Rapport. Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding N-568-10 DNV KEMA Energy & Sustainability Rapport Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding N-568-10 Groningen, 14 september 2012 74101761-GCS 12.R.53074 Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding N-568-10

Nadere informatie

Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding W-521-18

Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding W-521-18 Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding W-521-18 Groningen, 16 augustus 2012 74101761-GCS 12.R.53034 Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding W-521-18 Groningen, 14 augustus Auteur M.H.

Nadere informatie

DNV KEMA Energy & Sustainability. Rapport. Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding W-520-01. i.v.m. verlegging van de leiding

DNV KEMA Energy & Sustainability. Rapport. Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding W-520-01. i.v.m. verlegging van de leiding Rapport Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding W-520-01 i.v.m. verlegging van de leiding Groningen, 22 november 2013 74102436 - GCS 13.R.54017 Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding W-520-01

Nadere informatie

Kwantitatieve risicoanalyse gastransportleiding W-534-03 te Zwanenburg. N.V. Nederlandse Gasunie

Kwantitatieve risicoanalyse gastransportleiding W-534-03 te Zwanenburg. N.V. Nederlandse Gasunie Kwantitatieve risicoanalyse gastransportleiding W-534-03 te Zwanenburg N.V. Nederlandse Gasunie Report No.: 74106856.120, Rev. 0 Date: 27-10-2015 Report title: Kwantitatieve risicoanalyse gastransportleiding

Nadere informatie

DNV KEMA Energy & Sustainability. Rapport. Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding W-533-19 Kromslootpark te Almere

DNV KEMA Energy & Sustainability. Rapport. Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding W-533-19 Kromslootpark te Almere DNV KEMA Energy & Sustainability Rapport Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding W-533-19 Kromslootpark te Almere Groningen, 12 december 2012 74101463-GCS 12.R.53340 Kwantitatieve Risicoanalyse

Nadere informatie

Gevoeligheidsanalyse hotel NH Schiphol Airport nabij gastransportleidingen A-803, A-553 en A-554 gemeente Haarlemmermeer

Gevoeligheidsanalyse hotel NH Schiphol Airport nabij gastransportleidingen A-803, A-553 en A-554 gemeente Haarlemmermeer Gevoeligheidsanalyse hotel NH Schiphol Airport nabij gastransportleidingen A-803, A-553 en A-554 gemeente Haarlemmermeer Groningen, 2 augustus 2011 74100564-GCS 11-R.52204 Gevoeligheidsanalyse Hotel NH

Nadere informatie

DNV KEMA Energy & Sustainability. Rapport. Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding W i.v.m. plaatsing nieuwe afsluiter locatie

DNV KEMA Energy & Sustainability. Rapport. Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding W i.v.m. plaatsing nieuwe afsluiter locatie DNV KEMA Energy & Sustainability Rapport Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding W-521-01 i.v.m. plaatsing nieuwe afsluiter locatie Groningen, 16 oktober 2013 74102436- GCS 13.R.53962 Kwantitatieve

Nadere informatie

DNV KEMA Energy & Sustainability. Rapport. Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding W i.v.m. verlenging van de leiding

DNV KEMA Energy & Sustainability. Rapport. Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding W i.v.m. verlenging van de leiding DNV KEMA Energy & Sustainability Rapport Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding W-520-05 i.v.m. verlenging van de leiding Groningen, 27 november 2013 74102436 - GCS 13.R.53994 Kwantitatieve Risicoanalyse

Nadere informatie

Landelijk gebied Grootstukkerweg, gasleiding

Landelijk gebied Grootstukkerweg, gasleiding Landelijk gebied Grootstukkerweg, gasleiding NL.IMRO.0037.OV1312-vs01 28 april 2014 Tekeningen en risocoanalyse 1 Tekening N-523-50-KR-031-A13 2 Tekening N-523-50-KR-031-B13 3 Tekening N-523-52-KR-001-A13

Nadere informatie

DNV KEMA Energy & Sustainability. Rapport. Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding Z-517-17

DNV KEMA Energy & Sustainability. Rapport. Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding Z-517-17 DNV KEMA Energy & Sustainability Rapport Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding Z-517-17 Groningen, 12 april 2013 74102436- GCS 13.R.53691 Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding Z-517-17

Nadere informatie

Kwantitatieve risicoanalyse gastransportleidingen W , W en W te Nieuw-Vennep. N.V. Nederlandse Gasunie

Kwantitatieve risicoanalyse gastransportleidingen W , W en W te Nieuw-Vennep. N.V. Nederlandse Gasunie Kwantitatieve risicoanalyse gastransportleidingen W-532-09, W-532-11 en W-532-17 te Nieuw-Vennep N.V. Nederlandse Gasunie Report No.: 10014588.008, Rev. 0 Date: 27 januari 2016 Report title: Kwantitatieve

Nadere informatie

Rapport. Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding W-501-01. i.v.m. aanpassing afsluiterschema W-501-01-KR-054 / W-501-01-KR-055 Waddinxveen

Rapport. Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding W-501-01. i.v.m. aanpassing afsluiterschema W-501-01-KR-054 / W-501-01-KR-055 Waddinxveen Rapport Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding W-501-01 i.v.m. aanpassing afsluiterschema W-501-01-KR-054 / W-501-01-KR-055 Waddinxveen Groningen, 5 juli 2013 74102436- GCS 13.R.53792 Kwantitatieve

Nadere informatie

GEM project memo Onderwerp: Aanvulling MER Gemini Actualisatie scheepvaartintensiteit

GEM project memo Onderwerp: Aanvulling MER Gemini Actualisatie scheepvaartintensiteit GEM project memo Onderwerp: Aanvulling MER Gemini Actualisatie scheepvaartintensiteit 2 For issue 20130530 Mbr CMo PBo 1 For issue 20130528 Mbr CMo PBo Rev. Doc Status Date Sections Prepared by Checked

Nadere informatie

DNV KEMA Energy & Sustainability. Rapport. Kwantitatieve Risicoanalyse Pannenkoekenhuis Veenendaal i.v.m. Gastransportleiding W

DNV KEMA Energy & Sustainability. Rapport. Kwantitatieve Risicoanalyse Pannenkoekenhuis Veenendaal i.v.m. Gastransportleiding W Rapport Kwantitatieve Risicoanalyse Pannenkoekenhuis Veenendaal i.v.m. Gastransportleiding W-523-03 Groningen, 3 mei 2013 74102493 GCS 13.R.53726 Kwantitatieve Riscioanalyse Pannenkoekenhuis Veenendaal

Nadere informatie

Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleidingen Z-529-25 en Z-529-26

Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleidingen Z-529-25 en Z-529-26 Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleidingen Z-529-25 en Z-529-26 Groningen, 19 maart 2012 KEMA Nederland B.V., Arnhem, Nederland. Alle rechten voorbehouden. Het is verboden om dit document op enige

Nadere informatie

Rapport. Kwantitatieve risicotoetsing van aardgastransportleiding W GCS 13.R i.v.m. verlegging nabij de A15/N3 -

Rapport. Kwantitatieve risicotoetsing van aardgastransportleiding W GCS 13.R i.v.m. verlegging nabij de A15/N3 - Rapport 74102436 GCS 13.R.53877 Kwantitatieve risicotoetsing van aardgastransportleiding W-530-01 - i.v.m. verlegging nabij de A15/N3 - Groningen, 02 augustus 2013 DNV KEMA Energy & Sustainability 74102436

Nadere informatie

BIJLAGE 7 RISICOANALYSE EXTERNE VEILIGHEID KEMA

BIJLAGE 7 RISICOANALYSE EXTERNE VEILIGHEID KEMA BIJLAGE 7 RISICOANALYSE EXTERNE VEILIGHEID KEMA 24 april 2012 Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding Z-520-38 Groningen, 24 april 2012 74101109-GCS 12.R.52846 Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding

Nadere informatie

Ankergewichten duwbakken en duwboten.

Ankergewichten duwbakken en duwboten. Ankergewichten duwbakken en duwboten. ROSR 1976 Art 7.01; Ankergerei 1. Schepen die voor het vervoer van goederen zijn bestemd, met uitzondering van zeeschipbakken, moeten zijn uitgerust met één of twee

Nadere informatie

Notitie aan : G.G. Kavelaars Gasunie. van : T.T. Sanberg KEMA. kopie : Registratuur KEMA. P.C.A. Kassenberg

Notitie aan : G.G. Kavelaars Gasunie. van : T.T. Sanberg KEMA. kopie : Registratuur KEMA. P.C.A. Kassenberg 66912927-GCS 1-567 12-2-21 TTS Notitie aan : G.G. Kavelaars Gasunie van : T.T. Sanberg KEMA kopie : Registratuur KEMA Registratuur Gasunie P.C.A. Kassenberg Gasunie Betreft : Risicoberekening gastransportleidingen

Nadere informatie

Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding 403190 & 403200

Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding 403190 & 403200 Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding 403190 & 403200 Groningen, 17 juli 2012 KEMA Nederland B.V., Arnhem, Nederland. Alle rechten voorbehouden. Het is verboden om dit document op enige manier

Nadere informatie

Inleiding Het Windpark Tata Steel beoogt 2 tot 8 nieuwe turbines te plaatsen op het terrein van Tata Steel in IJmuiden.

Inleiding Het Windpark Tata Steel beoogt 2 tot 8 nieuwe turbines te plaatsen op het terrein van Tata Steel in IJmuiden. Notitie / Memo Aan: Suzan Tack, Erik Zigterman Van: Peter Winkelman Datum: 24 juni 2016 Kopie: Ons kenmerk: I&BBE3280N003D02 Classificatie: Projectgerelateerd HaskoningDHV Nederland B.V. Industry & Buildings

Nadere informatie

Kwantitatieve risicoanalyse gastransportleidingen N , N , N en N te Paterswolde. N.V. Nederlandse Gasunie

Kwantitatieve risicoanalyse gastransportleidingen N , N , N en N te Paterswolde. N.V. Nederlandse Gasunie Kwantitatieve risicoanalyse gastransportleidingen N-507-30, N-507-33, N-507-36 en N- 507-43 te Paterswolde N.V. Nederlandse Gasunie Report No.: 74106856.059, Rev. 1 Date: 16-09-2015 Report title: Kwantitatieve

Nadere informatie

Inleiding Het Windpark Tata Steel beoogt 2 tot 8 nieuwe turbines te plaatsen op het terrein van Tata Steel in IJmuiden.

Inleiding Het Windpark Tata Steel beoogt 2 tot 8 nieuwe turbines te plaatsen op het terrein van Tata Steel in IJmuiden. Notitie / Memo Aan: Suzan Tack Van: Peter Winkelman Datum: 9 mei 2016 Kopie: Ons kenmerk: I&BBE3280N003F02 Classificatie: Projectgerelateerd HaskoningDHV Nederland B.V. Industry & Buildings Onderwerp:

Nadere informatie

KLIMAATONDERZOEK MER BOTLEK

KLIMAATONDERZOEK MER BOTLEK KLIMAATONDERZOEK MER BOTLEK HAVENBEDRIJF ROTTERDAM N.V. 22 december 2015 078471976:C - Vrijgegeven C03051.000094.0100 Inhoud 1 Inleiding... 4 1.1 Aanleiding... 4 1.2 De voorgenomen activiteit... 4 1.3

Nadere informatie

QRA Gastransportleiding Verlegging W RLR KP5 Valkenburg Duyfrak Gasunie Transport Services B.V.

QRA Gastransportleiding Verlegging W RLR KP5 Valkenburg Duyfrak Gasunie Transport Services B.V. Opdrachtgever: Project: QRA Gastransportleidingen Gasunie Projectnummer: I.013262.01 Gasunie Projectnaam: Verl. W-535-01 RLR KP5 Valkenburg Duyfrak QRA Gastransportleiding Verlegging W-535-01 RLR KP5 Valkenburg

Nadere informatie

KWANTITATIEVE RISICOANALYSE. GASTRANSPORTLEIDING N TE TONDEN, GEMEENTE BRUMMEN I De Hoven N Rondweg N-345

KWANTITATIEVE RISICOANALYSE. GASTRANSPORTLEIDING N TE TONDEN, GEMEENTE BRUMMEN I De Hoven N Rondweg N-345 KWANTITATIEVE RISICOANALYSE GASTRANSPORTLEIDING N-559-20 TE TONDEN, GEMEENTE I.012547.01 De Hoven N-559-20 Rondweg N-345 I.012547.01 De Hoven N-559-20 Rondweg N-345 N.V. Nederlandse Gasunie N.V. Nederlandse

Nadere informatie

Uitgangspunten onderzoek luchtkwaliteit

Uitgangspunten onderzoek luchtkwaliteit Verruiming Vaarweg Eemshaven-Noordzee Milieueffectrapport 9 december 2013 Bijlage F Uitgangspunten onderzoek luchtkwaliteit Inleiding In deze bijlage worden de methodiek en uitgangspunten beschreven zoals

Nadere informatie

Notitie aan : P.G. Meijers Gasunie. van : R.P. Coster KEMA. kopie : Registratuur KEMA. P.C.A. Kassenberg

Notitie aan : P.G. Meijers Gasunie. van : R.P. Coster KEMA. kopie : Registratuur KEMA. P.C.A. Kassenberg 66912927-GCS 10-51061 28 juni 2010 RPC Notitie aan : P.G. Meijers Gasunie van : R.P. Coster KEMA kopie : Registratuur KEMA Registratuur Gasunie P.C.A. Kassenberg Gasunie Betreft : Risicoberekening gastransportleidingen

Nadere informatie

Proefvaren en punt 15 van het certificaat. Artikel 5.04 Belading tijdens de proefvaart

Proefvaren en punt 15 van het certificaat. Artikel 5.04 Belading tijdens de proefvaart Proefvaren en punt 15 van het certificaat Artikel 5.04 Belading tijdens de proefvaart Beladingstoestand van schepen en samenstellen tijdens de proefvaart Schepen en samenstellen die bestemd zijn voor het

Nadere informatie

KWANTITATIEVE RISICOANALYSE GASTRANSPORTLEIDING. OLST-WIJHE I CDM16 Olst N Bruinweg N.V. Nederlandse Gasunie

KWANTITATIEVE RISICOANALYSE GASTRANSPORTLEIDING. OLST-WIJHE I CDM16 Olst N Bruinweg N.V. Nederlandse Gasunie KWANTITATIEVE RISICOANALYSE GASTRANSPORTLEIDING GASTRANSPORTLEIDING N-556-60 N-556-60 EN EN N-557-30 N-557-30 TE TE OLST, OLST, GEMEENTE GEMEENTE OLST-WIJHE OLST-WIJHE I.012535.01 - CDM16 Olst N-566-60

Nadere informatie

DNV KEMA Energy & Sustainability. Rapport. Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding W (rev. 1)

DNV KEMA Energy & Sustainability. Rapport. Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding W (rev. 1) DNV KEMA Energy & Sustainability Rapport Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding W-533-01 (rev. 1) Groningen, 26 maart 2013 74102436-GCS 13.R.53631 Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding

Nadere informatie

QRA Gastransportleiding Heerhugowaard W N.V. Nederlandse Gasunie

QRA Gastransportleiding Heerhugowaard W N.V. Nederlandse Gasunie Opdrachtgever: Project: QRA Gastransportleiding W-574-02 Gasunie Projectnummer: I.012153.01 Gasunie Projectnaam: GNIPA-1620 Aartswoud-Heerhugowaard Behoort bij besluit van Burgemeester en wethouders van

Nadere informatie

SCHEEPSKARAKTERISTIEKEN VAN NIEUWE GROTE SCHEPEN

SCHEEPSKARAKTERISTIEKEN VAN NIEUWE GROTE SCHEPEN SCHEEPSKARAKTERISTIEKEN VAN NIEUWE GROTE SCHEPEN Rapport Rapport Nr. : 2432.6/2 Datum : 1 februari 21 Paraaf Management : M A R I N P.O. Box 28 67 AA Wageningen The Netherlands T +31 317 47 99 11 F +31

Nadere informatie

Uitgangspunten depositieberekeningen

Uitgangspunten depositieberekeningen Passende Beoordeling Verruiming Vaarweg Eemshaven Noordzee 3 december 2013 Bijlage E. Uitgangspunten depositieberekeningen 177 van 181 Passende Beoordeling Verruiming Vaarweg Eemshaven Noordzee 3 december

Nadere informatie

Notitie aan : P.G. Meijers Gasunie. van : R.P. Coster KEMA. kopie : Registratuur KEMA. P.C.A. Kassenberg

Notitie aan : P.G. Meijers Gasunie. van : R.P. Coster KEMA. kopie : Registratuur KEMA. P.C.A. Kassenberg 66912927-GCS 1-5117 15 juni 21 RPC Notitie aan : P.G. Meijers Gasunie van : R.P. Coster KEMA kopie : Registratuur KEMA Registratuur Gasunie P.C.A. Kassenberg Gasunie Betreft : Risicoberekening gastransportleidingen

Nadere informatie

Notitie aan : P.G. Meijers Gasunie. van : R.P. Coster KEMA. kopie : Registratuur KEMA. P.C.A. Kassenberg

Notitie aan : P.G. Meijers Gasunie. van : R.P. Coster KEMA. kopie : Registratuur KEMA. P.C.A. Kassenberg 66912927-GCS 10-51251 24 augustus 2010 RPC Notitie aan : P.G. Meijers Gasunie van : R.P. Coster KEMA kopie : Registratuur KEMA Registratuur Gasunie P.C.A. Kassenberg Gasunie Betreft : Risicoberekening

Nadere informatie

Addendum. memonummer datum 17 februari Christian van den Hoven Eneco

Addendum. memonummer datum 17 februari Christian van den Hoven Eneco Addendum memonummer 20150217 400568 datum 17 februari 2015 aan Joost de Gooier Nuon Christian van den Hoven Eneco van Tom van der Linde Antea Group Jeroen Eskens Rudi van Rooij kopie project Externe veiligheid

Nadere informatie

MTP : week 3

MTP : week 3 MTP101 2011-2012: week 3 Robert Hekkenberg 3-12-2011 Delft University of Technology Challenge the future N.a.v. de weekrapportages MT04 MT07 wel geprobeerd, niet gelukt Cb, deplacement & lightweight 2

Nadere informatie

In voorliggende notitie wordt ingegaan op het aspect groepsrisico vanwege de K1-vloeistofleiding van de DPO (Defensie Pijpleidingen Organisatie).

In voorliggende notitie wordt ingegaan op het aspect groepsrisico vanwege de K1-vloeistofleiding van de DPO (Defensie Pijpleidingen Organisatie). Notitie Referentienummer Datum Kenmerk GM-04 2 november 31 Betreft DPO buisleiding - DELA 1 Inleiding Dela heeft Grontmij opdracht verleend voor het voorbereiden van een bestemmingplan voor een uitvaartfaciliteit

Nadere informatie

DNV KEMA Energy & Sustainability. Rapport. Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding W-521-06. knooppunt Kethelplein Schiedam

DNV KEMA Energy & Sustainability. Rapport. Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding W-521-06. knooppunt Kethelplein Schiedam DNV KEMA Energy & Sustainability Rapport Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding W-521-06 knooppunt Kethelplein Schiedam Groningen, 21 december 2012 74101463-GCS 12.R.53415 Kwantitatieve Risicoanalyse

Nadere informatie

Projectteam Overnachtingshaven Lobith. Uitgangspuntennotitie effectstudies MIRT 3 Overnachtingshaven Lobith. stikstofdepositie

Projectteam Overnachtingshaven Lobith. Uitgangspuntennotitie effectstudies MIRT 3 Overnachtingshaven Lobith. stikstofdepositie Projectteam Overnachtingshaven Lobith Uitgangspuntennotitie effectstudies MIRT 3 Overnachtingshaven Lobith stikstofdepositie INHOUDSOPGAVE blz. 1. KADERS 1 1.1. Wettelijk kader 1 1.2. Beleidskader 1

Nadere informatie

Zoetermeer. Innovatiefabriek. Kwantitatieve risicoanalyse. 090301.1778700 14-05-2013 concept. ir. R.A. Sips. ing. J. Lauf

Zoetermeer. Innovatiefabriek. Kwantitatieve risicoanalyse. 090301.1778700 14-05-2013 concept. ir. R.A. Sips. ing. J. Lauf Zoetermeer Innovatiefabriek Kwantitatieve risicoanalyse identificatie status projectnummer: datum: status: 090301.1778700 14-05-2013 concept opdrachtleider: ir. R.A. Sips auteur: ing. J. Lauf Adviesbureau

Nadere informatie

Parameter Dimensie Waarde

Parameter Dimensie Waarde memo postbus 233 7400 AE Deventer telefoon 0570 69 79 11 telefax 0570 69 73 44 onderwerp projectcode referentie - steenbestortingen vaargeul Drontermeer ZL384-71 opgemaakt door ir. M.L. Aalberts datum

Nadere informatie

Workshop schematiseringsfactor. Casus. Werner Halter. Lelystad, 29 april 2009. www.fugro.com

Workshop schematiseringsfactor. Casus. Werner Halter. Lelystad, 29 april 2009. www.fugro.com Workshop schematiseringsfactor Casus Werner Halter Lelystad, 29 april 2009 Workshop schematiseringsfactor Inhoud 1. Quiz 2. Behandeling casus 3. Conclusies en discussie Workshop schematiseringsfactor Inhoud

Nadere informatie

Tentamen Verbrandingstechnologie d.d. 9 maart 2009

Tentamen Verbrandingstechnologie d.d. 9 maart 2009 Tentamen Verbrandingstechnologie d.d. 9 maart 2009 Maak elke opgave op een afzonderlijk vel papier Diktaat mag gebruikt worden, aantekeningen niet Succes! Opgave 1: Diversen (a) Geef de algemene reactie

Nadere informatie

Brandweeradvies externe veiligheid inzakebestemmingsplan Emmendennen, Emmen Gemeente Emmen

Brandweeradvies externe veiligheid inzakebestemmingsplan Emmendennen, Emmen Gemeente Emmen Brandweeradvies externe veiligheid inzakebestemmingsplan Emmendennen, Emmen Gemeente Emmen Auteur: J.M Timmerman Datum: 13 oktober 2011 Versie: 1.0 Inhoudsopgave 1. Aanleiding...3 2. Doelstelling...3 3.

Nadere informatie

3 december december oktober November 2009

3 december december oktober November 2009 BIJLAGE : Rapporten en studies nautische visie op veilige afstanden Geaccepteerde rapporten Naam studie Instituut Rapportnu mmer IN BEHEER BIJ RIJKSWATERSTAAT ZD Datum Nr. Status Digitaal beschikbaar Op

Nadere informatie

Een haalbaarheidsstudie naar het aanleggen van een afleidingskanaal

Een haalbaarheidsstudie naar het aanleggen van een afleidingskanaal z Een haalbaarheidsstudie naar het aanleggen van een afleidingskanaal Onderzoeken of een afleidingskanaal tussen de Mekong Rivier en de Golf van Thailand geschikt is als maatregel om overstromingsrisico

Nadere informatie

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte Besluitnummer: 015 / RHN / 2016 Besluit tot het aanwijzen van een operationele ruimte en de daar voor geldende beperkingen en voorschriften voor de ligplaatsen van

Nadere informatie

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE Imandra: :D

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE Imandra: :D ONDERWERP Gemaal Korftlaan - advies wel of niet verbreden watergang aanvoertracé DATUM 7-7-2016, PROJECTNUMMER C03071.000121.0100 ONZE REFERENTIE Imandra: 078915484:D VAN Arjon Buijert - Arcadis AAN J.

Nadere informatie

1. Inleiding. 2. Situatiebeschrijving

1. Inleiding. 2. Situatiebeschrijving MEMO Onderwerp: Aanvullend luchtonderzoek KBC Electrabel Maasvlakte ARCADIS Ruimte & Milieu BV Beaulieustraat 22 Postbus 264 6800 AG Arnhem Tel 026 3778 911 Fax 026 4457 549 www.arcadis.nl Arnhem, 1 juni

Nadere informatie

Speerpunten handhaving in de tankvaart & Convenanten. Frans Plu & Eric van Hees 6 september 2012

Speerpunten handhaving in de tankvaart & Convenanten. Frans Plu & Eric van Hees 6 september 2012 Speerpunten handhaving in de tankvaart & Convenanten Frans Plu & Eric van Hees 6 september 2012 Inhoud Introductie Kaders Risico analyse Risico s tankvaart convenanten Organisatie ILT Introductie - Organisatie

Nadere informatie

Hydrologische berekeningen EVZ Ter Wisch

Hydrologische berekeningen EVZ Ter Wisch Hydrologische berekeningen EVZ Ter Wisch Inleiding In deze notitie worden verscheidene scenario s berekend en toegelicht ter ondersteuning van de bepaling van inrichtingsmaatregelen voor de EVZ Ter Wisch.

Nadere informatie

Bijlage 1 bij de Verordening Haven- en Kadegelden Tarieventabel Zeehavengeld 2015, als bedoeld in artikel 1.6, eerste lid

Bijlage 1 bij de Verordening Haven- en Kadegelden Tarieventabel Zeehavengeld 2015, als bedoeld in artikel 1.6, eerste lid Bijlage 1 bij de Verordening Haven- en Kadegelden 2014 Tarieventabel Zeehavengeld 2015, als bedoeld in artikel 1.6, eerste lid a. Lijndienst Van een Lijndienst is sprake als aan alle volgende voorwaarden

Nadere informatie

Externe veiligheid waterstofleiding gemeente Zwijndrecht

Externe veiligheid waterstofleiding gemeente Zwijndrecht Externe veiligheid waterstofleiding gemeente Zwijndrecht Project : 111935 Datum : 27 april 2011 Auteur : ir. G.A.M. Golbach ing. A.M. op den Dries Opdrachtgever: Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid Postbus

Nadere informatie

Padbreedte van schepen in bochten

Padbreedte van schepen in bochten Padbreedte van schepen in bochten Bepalen bochtentoeslag voor het dimensioneren van vaarwegen Datum 13 januari 2012 Status Rapport Colofon Uitgegeven door Dienst Verkeer en Scheepvaart Informatie ir. J.W.

Nadere informatie

EQUIPMENT SHEET JAN VAN GENT WATER INJECTIE VAARTUIG. 2 x Scania DS - 14-297 kw/st. 2x Ksb, 2500 m3 /uur. Ja, pds 2000-Aquarius LRK-GPS.

EQUIPMENT SHEET JAN VAN GENT WATER INJECTIE VAARTUIG. 2 x Scania DS - 14-297 kw/st. 2x Ksb, 2500 m3 /uur. Ja, pds 2000-Aquarius LRK-GPS. EQUIPMENT SHEET JAN VAN GENT WATER INJECTIE VAARTUIG TECHNISCHE SPECIFICATIES ALGEMEEN Equipment nummer 10445 Generatoren 2 stuks, 1 x 50 kva, 1 x 40 kva Bouwjaar 1984 Voortstuwing 2 x Scania DS - 14-297

Nadere informatie

Notitie. : L. van Hengstum Kopie aan : M. Said Datum : 31 juli 2012 Betreft. : Belasting door aanvaring Projectcode : HT1694

Notitie. : L. van Hengstum Kopie aan : M. Said Datum : 31 juli 2012 Betreft. : Belasting door aanvaring Projectcode : HT1694 Notitie Ingenieursbureau Bezoekadres : Galvanistraat 15 Postadres : Postbus 6633 3002 AP Rotterdam Website : www.rotterdam.nl Aan : L. van Hengstum Kopie aan : M. Said Datum : 31 juli 2012 Betreft : Belasting

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B1 havo 2005-I

Eindexamen wiskunde B1 havo 2005-I Modderstroom Er zijn vulkanen die geen lava uitspuwen, maar een constante stroom modder geven. De koude modder stroomt als een rivier langzaam de helling af (zie foto 1). Aan de rand van deze stroom droogt

Nadere informatie

Onderwerp: Aanvullende uitleg invloed MS Botlek op de Hartelkering

Onderwerp: Aanvullende uitleg invloed MS Botlek op de Hartelkering N.V. Nederlandse Gasunie t.a.v. F.J. Delhez Postbus 19 9700 MA Groningen Uw ref. Onze ref. 66913005-GCS 09-50508 MTM Tel. 050 700 9782 E-mail martijn.middel@kema.com Groningen, 21 december 2009 Onderwerp:

Nadere informatie

BEPERKTE VERANTWOORDING gasleidingen, GOS en transport gevaarlijke stoffen.

BEPERKTE VERANTWOORDING gasleidingen, GOS en transport gevaarlijke stoffen. BEPERKTE VERANTWOORDING gasleidingen, GOS en transport gevaarlijke stoffen. Gasleidingen (W-500-01 en W-500-23) De beperkte verantwoording voor beide gasleidingen (W-500-01 en W-500-23) betreft de volgende

Nadere informatie

RSG DE BORGEN. Anders varen. Informatie voor de leerlingen. Inhoud. 1 De opdracht 2 Uitwerking opdracht 3 Het beroep 4 Organisatie 5 Beoordeling

RSG DE BORGEN. Anders varen. Informatie voor de leerlingen. Inhoud. 1 De opdracht 2 Uitwerking opdracht 3 Het beroep 4 Organisatie 5 Beoordeling RSG DE BORGEN Anders varen Informatie voor de leerlingen Inhoud 1 De opdracht 2 Uitwerking opdracht 3 Het beroep 4 Organisatie 5 Beoordeling [1] RSG de BORGEN Anders varen [Technasium] mei 2017 1 DE OPDRACHT

Nadere informatie

BIJLAGE 14 RISICO'S VOOR SCHEEPVAART DOOR FALEN VAN WINDTURBINES

BIJLAGE 14 RISICO'S VOOR SCHEEPVAART DOOR FALEN VAN WINDTURBINES BIJLAGE 14 RISICO'S VOOR SCHEEPVAART DOOR FALEN VAN WINDTURBINES 1 RISICO'S VOOR SCHEEPVAART DOOR FALEN VAN WINDTURBINES Inleiding Om de risico s voor scheepvaart in windturbineparken (recreatievaart

Nadere informatie

Aandachtspunten aanvraag ontgronding. In deze bijlage worden de aanvullende aandachtspunten besproken.

Aandachtspunten aanvraag ontgronding. In deze bijlage worden de aanvullende aandachtspunten besproken. Aandachtspunten aanvraag ontgronding In deze bijlage worden de aanvullende aandachtspunten besproken. Inrichtingsplan/omschrijving te realiseren project Een beschrijving van het terrein of het water waarop

Nadere informatie

Tarieventabel Zeehavengeld 2016

Tarieventabel Zeehavengeld 2016 Tarieventabel Zeehavengeld 2016 Definities a) Lijndienst Van een Lijndienst is sprake als aan alle volgende voorwaarden wordt voldaan: 1) Het Zeeschip vaart in overeenstemming met de door de Cliënt aan

Nadere informatie

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte Besluitnummer: 052 / RHN / 2015 Besluit tot het intrekken van het besluit d.d. 15 november 2012 en het opnieuw en gewijzigd aanwijzen van een operationele ruimte

Nadere informatie

Sterkte en stabiliteit Puntconstructies (STKWp)

Sterkte en stabiliteit Puntconstructies (STKWp) Sterkte en stabiliteit Puntconstructies (STKWp) Arnaud Casteleijn RWS-WVL Pilot-cursus Kunstwerken 10 november 2016 Geen Eenvoudige Toets I.v.m. grote diversiteit in soorten, types en dimensies van kunstwerken

Nadere informatie

P.C.A. Kassenberg. Betreft : Risicoberekening gastransportleiding N-523-77-KR-018 t/m 021

P.C.A. Kassenberg. Betreft : Risicoberekening gastransportleiding N-523-77-KR-018 t/m 021 66912927-GCS 09.M.50268 09-10-01 FMB Notitie aan : A.J. Glas Gasunie van : F.M. den Blanken KEMA kopie : Registratuur KEMA Registratuur Gasunie P.C.A. Kassenberg Gasunie Betreft : Risicoberekening gastransportleiding

Nadere informatie

A. van Leeuwenhoeklaan MA Bilthoven. Onderwerp Technische grenzen voor invoergegevens in CAROLA

A. van Leeuwenhoeklaan MA Bilthoven. Onderwerp Technische grenzen voor invoergegevens in CAROLA Postbus 1 3720 BA Bilthoven A. van Leeuwenhoeklaan 9 3721 MA Bilthoven Tel (030) 274 91 11 Fax (030) 274 29 71 info@rivm.nl www.rivm.nl Eigenaren hogedruk aardgastransportleidingen Onderwerp Technische

Nadere informatie

Aantal pagina's 5. Doorkiesnummer +31(0)88335 7160

Aantal pagina's 5. Doorkiesnummer +31(0)88335 7160 Memo Aan Port of Rotterdam, T.a.v. de heer P. Zivojnovic, Postbus 6622, 3002 AP ROTTERDAM Datum Van Johan Valstar, Annemieke Marsman Aantal pagina's 5 Doorkiesnummer +31(0)88335 7160 E-mail johan.valstar

Nadere informatie

KLAPANKERS

KLAPANKERS 2 3 4 5 1. 2. 3. 4. KLAPANKERS 6 7 BEREKENING JLD KLAPANKERS versie: 10-12-2012 Printdatum: 21-12-2016 Conform: NEN 9997-1 (nov. 2011) / NEN-EN 1993-1-1 (jan.06) / CUR 166-6e druk Bijlage: JLD International

Nadere informatie

VELIN Richtlijn nr. 2013/1. Beschermplaten ondergrondse leidingen

VELIN Richtlijn nr. 2013/1. Beschermplaten ondergrondse leidingen VELIN Richtlijn nr. 2013/1 Beschermplaten ondergrondse leidingen INLEIDING In het kader van de sanering van EV knelpunten ten gevolge van de invoering van Bevb is een aantal maatregelen gedefinieerd die

Nadere informatie

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte Besluitnummer: 013 / RHN / 2016 Besluit tot het aanwijzen van een operationele ruimte en de daar voor geldende beperkingen en voorschriften voor de ligplaatsen van

Nadere informatie

15 Kabels en leidingen 15.1 Inleiding

15 Kabels en leidingen 15.1 Inleiding 15 Kabels en leidingen 15.1 Inleiding Kabels en leidingen worden voor een grote verscheidenheid aan toepassingen aangelegd. Denk onder andere aan: elektriciteitskabels, gasleidingen, drinkwaterleidingen,

Nadere informatie

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte Havenbedrijf Amsterdam NV Divisie Havenmeester Postbus 19406 1000 GK Amsterdam Afdeling Beleid Telefoon: 020 523 4600 kies 1 en 6 www.portofamsterdam.nl KvK nr.: NL 57398879 Besluit Aanwijzing Operationele

Nadere informatie

Aan Miriam Roseleur (HHvD), Jeroen Rietdijk (HHvD), Jorrit Bakker (HHvD) Kenmerk GEO Doorkiesnummer +31(0)

Aan Miriam Roseleur (HHvD), Jeroen Rietdijk (HHvD), Jorrit Bakker (HHvD) Kenmerk GEO Doorkiesnummer +31(0) Memo (eindconcept) Aan Miriam Roseleur (HHvD), Jeroen Rietdijk (HHvD), Jorrit Bakker (HHvD) Datum Van Harry Schelfhout Kenmerk 1230974-000-GEO-0001 Doorkiesnummer +31(0)646911153 Aantal pagina's 6 E-mail

Nadere informatie

Funderingen. Willy Naessens 7

Funderingen. Willy Naessens 7 Funderingen Willy Naessens 7 1. Funderingen op staal of volle grond Inleiding Aanzet van funderingen op draagkrachtige grond op geringe diepte. Hier kan men een onderscheid maken tussen prefab funderingen

Nadere informatie

Rapport voor D-Sheet Piling 9.3

Rapport voor D-Sheet Piling 9.3 Rapport voor D-Sheet Piling 9.3 Ontwerp van Damwanden Ontwikkeld door Deltares Bedrijfsnaam: Cor Nab BV Dongle client ID: 01-30150-001 Datm van rapport: 1/26/2015 Tijd van rapport: 6:44:36 AM Datm van

Nadere informatie

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte Besluitnummer: 019/RHN/2016 Besluit tot het aanwijzen van een operationele ruimte en de daar voor geldende beperkingen en voorschriften voor de ligplaatsen van de

Nadere informatie

Kwantitatieve Risicoanalyse gastransportleiding Z nabij Bosschenhoofd

Kwantitatieve Risicoanalyse gastransportleiding Z nabij Bosschenhoofd Kwantitatieve Risicoanalyse gastransportleiding Z-520-36 nabij Bosschenhoofd Groningen, 17 januari 2012 Kwantitatieve Risicoanalyse gastransportleiding Z-520-36 nabij Bosschenhoofd Groningen, 17 januari

Nadere informatie

Projectnummer: D Opgesteld door: J. van Kampen MSc. Ons kenmerk: :A. Kopieën aan:

Projectnummer: D Opgesteld door: J. van Kampen MSc. Ons kenmerk: :A. Kopieën aan: ft ARCADIS Infrastructuur - Water- Milieu - Gebouwen MEMO ARCADIS NEDERLAND BV Piet Mondriaanlaan 26 Postbus 220 3800 AE Amersfoort Tel 033 4771 000 Fax 033 4772 000 www.arcadis.nl Onderwerp: Kwalitatieve

Nadere informatie

Addendum toetstafel Barendrecht: CO2 concentraties kritische locaties; Maximale effectafstand

Addendum toetstafel Barendrecht: CO2 concentraties kritische locaties; Maximale effectafstand Laan van Nieuw Oost-Indië 25 2593 BJ Den Haag Postbus 16029 2500 BA Den Haag Telefoon 070 348 09 11 Fax 070 348 06 45 denhaag@tebodin.nl www.tebodin.com Opdrachtgever: Shell CO2 Storage B.V. Project: CO

Nadere informatie

Projectnummer: B02047.000031.0100. Opgesteld door: dr.ir. B.T. Grasmeijer. Ons kenmerk: 077391437:0.3. Kopieën aan:

Projectnummer: B02047.000031.0100. Opgesteld door: dr.ir. B.T. Grasmeijer. Ons kenmerk: 077391437:0.3. Kopieën aan: MEMO ARCADIS NEDERLAND BV Hanzelaan 286 Postbus 137 8000 AC Zwolle Tel +31 38 7777 700 Fax +31 38 7777 710 www.arcadis.nl Onderwerp: Gevoeligheidsanalyse effecten baggerspecieverspreiding (concept) Zwolle,

Nadere informatie

In de aanvullende informatie op de Ruimtelijke Onderbouwing van 31 oktober 2016 wordt specifiek gekeken naar turbine 3, 4 en 5 uit Tabel 1.

In de aanvullende informatie op de Ruimtelijke Onderbouwing van 31 oktober 2016 wordt specifiek gekeken naar turbine 3, 4 en 5 uit Tabel 1. Notitie / Memo Aan: Suzan Tack, Erik Zigterman Van: Peter Winkelman Datum: 28 oktober 2016 Kopie: Ons kenmerk: I&BBE3280N003D02 Classificatie: Projectgerelateerd HaskoningDHV Nederland B.V. Industry &

Nadere informatie

H4 Lichten, seinen & termen

H4 Lichten, seinen & termen Kielboot 4.4 Verkeerstekens algemeen Net zoals in het verkeer kan je op het water ook verkeerstekens tegen komen. Deze tekens zijn in 4 groepen te verdelen; - Verbodstekens, - Aanbevelingstekens, - Aanwijzingstekens,

Nadere informatie

Vergunningen Ontwerp Botlek Ontgrondingsvergunning

Vergunningen Ontwerp Botlek Ontgrondingsvergunning Ontgrondingsvergunning Havenbedrijf Rotterdam NV 19 februari 2016 Definitief rapport BD8737 HASKONINGDHV NEDERLAND B.V. MARITIME & WATERWAYS George Hintzenweg 85 Postbus 8520 3009 AM Rotterdam +31 10 443

Nadere informatie

dienst weg en water bouwkunde

dienst weg en water bouwkunde Cisx:oMgiS dienst weg en water bouwkunde i \\ 175

Nadere informatie

Quantitatieve risico analyse. Nedmag VE 5/6

Quantitatieve risico analyse. Nedmag VE 5/6 Quantitatieve risico analyse Nedmag VE 5/6 Veendam VDM-05 & VDM-06 Auteurs: Goedgekeurd: Versie: 2.0 Datum: 22-03-2018 1 Referentie documenten 1. Handleiding Risicoberekeningen Bevi versie 3.3, 1 juli

Nadere informatie

Aan Robert Vos;Rijkswaterstaat Water, Verkeer en Leefomgeving. Kenmerk VEB Doorkiesnummer +31(0)

Aan Robert Vos;Rijkswaterstaat Water, Verkeer en Leefomgeving. Kenmerk VEB Doorkiesnummer +31(0) Memo Aan Robert Vos;Rijkswaterstaat Water, Verkeer en Leefomgeving Datum Van Joost den Bieman Kenmerk Doorkiesnummer +31(0)88335 8292 Aantal pagina's 10 E-mail joost.denbieman@deltares.nl Onderwerp OI2014

Nadere informatie

66912927-GCS 09-50377 09-11-20 TTS Notitie aan : J.J.J. Kemper Gasunie van : T.T. Sanberg KEMA kopie : Registratuur KEMA Registratuur Gasunie P.C.A. Kassenberg Gasunie Betreft : Risicoberekening gastransportleiding

Nadere informatie

Hydraulische toetsing Klaas Engelbrechts polder t.b.v. nieuw gemaal.

Hydraulische toetsing Klaas Engelbrechts polder t.b.v. nieuw gemaal. MEMO Aan: Van: Kwaliteitsborging: Onderwerp: Koos van der Zanden (PMB) Jeroen Leyzer (WH) Anne Joepen Datum: 27-11-2014 Status: Adviesnummer WH: Hydraulische toetsing Klaas Engelbrechts polder t.b.v. nieuw

Nadere informatie

Bijlage 2 Resultaat ontwerp wacht- en opstelplaatsen

Bijlage 2 Resultaat ontwerp wacht- en opstelplaatsen Bijlage 2 Resultaat ontwerp wacht- en opstelplaatsen Rapport Vlaams Nederlandse Scheldecommissie Pagina 83 van 88 MEMO Project : [Nieuwe Zeelsluis Terneuzen] Onderwerp : [Damwand wachtplaats westelijke

Nadere informatie

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte Besluitnummer: 011 / RHN / 2015 Besluit tot het intrekken van het besluit d.d. 19/06/2013 en het opnieuw en gewijzigd aanwijzen van een operationele ruimte en de

Nadere informatie

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte Havenbedrijf Amsterdam NV Divisie Havenmeester Postbus 19406 1000 GK Amsterdam Afdeling Beleid Telefoon: 020 523 4600 kies 1 en 6 www.portofamsterdam.nl KvK nr.: NL 57398879 Besluit Aanwijzing Operationele

Nadere informatie

MER Waalrfront Bijlagenrapport 8. Nautische effecten aanpassing Waalhaven

MER Waalrfront Bijlagenrapport 8. Nautische effecten aanpassing Waalhaven MER Waalrfront Bijlagenrapport 8. Gemeente Nijmegen 7 november 2006 Eindrapport 9S3184.A0 Barbarossastraat 35 Postbus 151 6500 AD Nijmegen (024) 328 42 84 Telefoon (024) 360 54 83 Fax info@nijmegen.royalhaskoning.com

Nadere informatie

Ventilatievoorzieningen voor een meterruimte in een woning

Ventilatievoorzieningen voor een meterruimte in een woning Ventilatievoorzieningen voor een meterruimte in een woning Probleem Aan de hand van het Bouwbesluit vaststellen welke eisen er gelden voor de ventilatiecapaciteit die is vereist voor een meterruimte in

Nadere informatie

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte Besluitnummer: 034 / RHN / 2015 Besluit tot het intrekken van het besluit d.d. 30-11-2012 en het opnieuw en gewijzigd aanwijzen van een operationele ruimte en de

Nadere informatie