Het werkproces gaat uit van de beleidsregel, zoals deze door het RIEC Oost-Nederland is aangeboden aan de gemeenten.

Transcriptie

1 Gemeente Geldęrmalsen Afd./nr. H ļ 11 NOV 2012 RIEC KOOIH: r ū ū Oost- BIBOB WERKPROCES ADVIESAANVRAAG / Bibob Aanleiding Door n wordt regelmatig het om advies gevraagd in diverse aanvragen om vergunning. Om deze advisering beter te stroomlijnen wordt bijgevoegd werkproces voorgesteld. Het is van belang dat het tijdig betrokken wordt bij eventuele ondersteuning bij het beoordelen van aanvragen. Om een goed beeld te kunnen krijgen van een / aanvrager of de ondernemingen) is het RIEC afhankelijk van andere partijen. Dit betekent dat enige tijd nodig is om een goed te kunnen beoordelen. Hierdoor kunnen (wettelijke) termijnen voor het beslissen op een onder druk komen te staan. Daarnaast is het richting de aanvrager niet klantvriendelijk om na een lange periode nog aanvullende gegevens te vragen. Ook de Wet Dwangsom, die per 1 oktober 2009 van kracht is geworden, noodzaakt n -en daarmee ook het - om vroegtijdig een keuze te maken welke richting gekozen wordt bij een. Tijdige advisering door het is hierbij gewenst. Bijgevoegd werkproces geeft in hoofdlijnen de wisselwerking tussen n en het weer. Uiteraard zijn er altijd uitzonderingen die afwijken van deze werkwijze noodzakelijk maken. Wel wordt voorgesteld in het eigen werkproces voor vergunningverlening voorgestelde werkwijze in te bedden. Dit werkproces beschrijft dus niet de wijze waarop de vergunningverlening binnen de eigen plaatsvindt, maar geeft de gewenste overleg/ contactmomenten tussen de en het weer. Het werkproces gaat uit van de beleidsregel, zoals deze door het is aangeboden aan de n. Algemene randvoorwaarden Bij toepassing van de Wet Bibob en voor het bieden van ondersteuning bij het toepassen van de Wet Bibob wordt aanbevolen een aantal randvoorwaarden verder in te vullen: Aanpassen werkproces met betrekking tot toepassing van de Wet Bibob: Binnen de lijke organisatie zal het toepassen van de Wet Bibob geïmplementeerd moeten worden. Dit kan betekenen dat interne werkprocessen moeten worden aangepast. Ook zullen de formulieren voor vergunning, subsidies of aanbestedingen aangepast moeten worden, zodat het Bibob-vragenformulier ook onderdeel gaat uitmaken van de procedure. Bij vergunningaanvragen in het kader van de Drank- en horecawet, vergunningen ingevolge de lijke verordening, wordt geadviseerd deze Bibob-vragenformulieren direct mee te sturen bij een om vergunning, of deze formulieren integraal op te nemen in de reguliere formulieren.

2 Bij vergunningaanvragen welke digitaal worden ingediend (met name de omgevingsvergunning via de OLO), wordt geadviseerd de Bibob-vragenformulieren zo spoedig mogelijk na binnenkomst van de op te sturen aan de aanvrager (eventueel in combinatie met de beoordeling van de ontvankelijkheid van de voor deze vergunning). Privacy: De zal maatregelen moeten nemen om de privacy en de vertrouwelijkheid van bibobgegevens te waarborgen. Hierbij kan gedacht worden aan een aparte archivering van bibobgegevens, het aanwijzen van ambtenaren die toegang hebben tot deze bibobgegevens, e.d. Veiligheid: Het toepassen van de Wet Bibob brengt met zich mee dat (mogelijk) criminele verbanden en personen eerder inzichtelijk worden en dat er besluiten worden genomen op grond van de Wet Bibob, die negatief kunnen uitpakken voor aanvragers. Het is aan te bevelen om binnen de organisatie afspraken te maken over het voeren van gesprekken met ondernemers (wie gaat dit doen, geschiktheid van een gespreksruimte), het ondertekenen van besluiten en het noemen van de behandelend ambtenaren in correspondentie, e.d. Bibobcoōrdina tor: Het is wenselijk om binnen de organisatie een bibobcoördinator aan te wijzen welke als aanspreekpunt dient zowel binnen de eigen organisatie als naar externe partijen, waaronder het. Interne afstemming Bibobproces: Geadviseerd wordt om binnen de lijke organisatie afspraken te maken over welke afdeling verantwoordelijk is voor het beoordelen van aanvragen in het kader van de Wet Bibob. Dit is met name van belang indien de ervoor kiest de beleidsregel Bibob voor meerdere vergunningen/ branches van toepassing te verklaren en de vergunningentoets over meerdere afdelingen verspreid is. Ook de mandatering bij de keuze om een in te dienen bij het Landelijk Bureau Bibob dient vooraf geregeld te worden. Tot slot is het aan te bevelen afspraken te maken over het betrekken van het bestuur bij keuzen die gemaakt worden in het kader van de Wet Bibob, mede omdat deze keuzen vaak politiek gevoelig kunnen zijn. Opleiding: Voor het toepassen van de Wet Bibob is kennis over deze wet en de wijze waarop deze wet dient te worden toegepast noodzakelijk. Daarnaast is het wenselijk om breed kennis te ontwikkelen over de mogelijkheden en het gebruik van de Wet Bibob, bijvoorbeeld bij de toezichthoudende afdelingen, omdat bij deze afdelingen vaak de eerste signalen kenbaar worden. Het kan ondersteunen bij het voorlichten en opleiden van medewerkers bij het toepassen van de Wet Bibob. 2

3 AANVRAAG OM VERGUNNING proces ) Omschrijving Termijn* Wie Bij de komt een om vergunning binnen. Indien de persoonlijk wordt ingediend, kan direct een eerste toets op volledigheid plaatsvinden. Indien er originele stukken moeten worden overlegd, kunnen deze in deze fase al overlegd worden. De kan er voor kiezen in deze fase met de aanvrager een intakegesprek te hebben, zodat je weet met wie je te maken hebt. Week 0 De ambtenaar die de in ontvangst neemt heeft hier een belangrijke oog- en oorfunctie. Komt de persoon alleen aan de balie, wordt hij vergezeld door een ander persoon, e.d. * de genoemde termijnen zijn de "netto" behandeltermijnen, dus zonder evt. hersteltermijnen, e.d. BEOORDELEN AANVRAAG proces ) Door de vakambtenaar wordt de beoordeeld op volledigheid en juistheid. Zijn alle documenten die bij de horen volledig en juist ingevuld. Binnen 2 weken na Indien bij de politie of Justitie advies ingewonnen moet worden of gegevens moeten worden opgevraagd, wordt binnen 2 weken na binnenkomst van de door de het verzoek om advies uitgezet bij de politie en/of Justitie (bij de lokale contactpersoon van de politie). De politie/ Justitie komt binnen 2 weken met een advies (bij reguliere aanvragen), of stelt binnen 2 weken de in kennis dat meer tijd nodig is, met een eventuele reden hiervoor. 1. Indien de volledig is (ontvankelijke ), wordt de procedure vervolgd. Evt. kan een voorlopige toestemming gegeven worden om alvast open te mogen (lokaal beleid). Aan de aanvrager wordt een brief gestuurd dat de ontvankelijk is en verder in behandeling zal worden genomen. Belangrijk is dat in deze fase een goede beoordeling van de aangeleverde stukken plaatsvindt of alle stukken compleet en volledig zijn (dus ook de Bibob-vragenlijst en bijbehorende documenten)! 2. Indien de niet volledig is wordt een brief verzonden aan de aanvrager met de mededeling dat de niet volledig is en niet in behandeling kan worden genomen. In de brief wordt verzocht de compleet te maken. Er wordt een termijn gesteld (2 weken, afhankelijk van de aan te leveren stukken een andere termijn) om de gegevens aan te vullen. In de brief wordt een overzicht van de ontbrekende stukken opgenomen. Belangrijk voor de afhandelings termijn is dat in deze fase de dus niet in behandeling wordt genomen en dat dit wordt medegedeeld aan de aanvrager. NB: bij aanvragen om een omgevingsvergunning worden de aanvragen digitaal ingediend. Binnen het OLO (Omgevingsloket Online) is het niet mogelijk om een Bibobvragenformulier toe te zenden. Indien een het bibobbeleid toepast zal het bibobvragenformulier moeten worden toegezonden aan de aanvrager. Geadviseerd wordt dit formulier op het moment dat een eerste ontvankelijkheidstoets heeft plaatsgevonden, zodat gelijktijdig om aanvullende stukken kan worden gevraagd bij de aanvrager. Het bibobvragenformulier moet ook worden gezien als het (eenmalig) opvragen van aanvullende stukken, om de volledig te maken. Binnen 2 weken na Binnen 2 weken na Binnen 2 weken na

4 KEUZE VERVOLGTRAJECT Door de vakambtenaar wordt de beoordeeld. Ook de gegevens van de politie/ OM worden beoordeeld (indien van toepassing). 1.1 De is ontvankelijk. Ook heeft er een toets plaatsgevonden op de juistheid van de documenten en zijn er geen onduidelijkheden over de aangeleverde stukken. Er zijn GEEN twijfels of andere omstandigheden die vergunningverlening in de weg staan. In deze situatie wordt de procedure tot het verlenen van de vergunning vervolgd. 1.2 De is ontvankelijk en er zijn WEL twijfels/ vragen over de / aanvrager of ondernemingen of de ingeleverde stukken. Twijfels over de of de bij de betrokken personen kunnen onstaan doordat: a) er op basis van de door de (op basis van de beschikbare informatie) ingevulde Indicatorenlijst aanwijzingen zijn dat de beschikking of opdracht mogelijk mede zou kunnen worden gebruikt om uit gepleegde strafbare feiten verkregen of te verkrijgen, op geld waardeerbare voordelen te benutten of strafbare feiten te plegen; b) de op andere wijze bekend is met feiten en omstandigheden die aanleiding geven om te veronderstellen dat de beschikking of opdracht mede zou kunnen worden gebruikt om uit gepleegde strafbare feiten verkregen of te verkrijgen, op geld waardeerbare voordelen te benutten of strafbare feiten te plegen; c) in de gevallen dat het Openbaar Ministerie op basis van artikel 26 van de Wet Bibob wijst op de wenselijkheid om een advies aan te vragen. Indien één van voornoemde situaties aan de orde is wordt geadviseerd de ter beoordeling voor te leggen aan het RIEC ON. Het kan zijn dat in deze fase nog aanvullende gegevens opgevraagd moeten worden bij de aanvrager. NB: In deze fase is de reeds in behandeling genomen, dit betekent dat de behandelingstermijn al is gestart. Deze termijn kan gestuit worden m.b.v. art van de Awb. Omdat de verstrekte gegevens onvoldoende zijn om de te kunnen beoordelen (art. 4.5 lid 1c Awb) of er aanvullende vragen nodig zijn (uitgebreide vragenlijst) wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld om de aan te vullen. In de brief wordt gemeld dat de behandeltermijn gedurende de termijn wordt opgeschort. Ook is het aan te bevelen in deze fase al te melden dat de buiten behandeling kan worden gelaten, indien de gevraagde gegevens binnen de gestelde termijn niet worden overlegd. Tussen 2 en 4 weken na Tussen 2 en 4 weken na i.o.m RIEC Oost- 1.3 Zelfstandige weigeringsgronden. Indien uit gegevens van de politie/ Justitie blijkt dat er zelfstandige weigeringsgronden zijn, wordt de vergunning zelfstandig geweigerd. Eventueel kan het RIEC ON betrokken worden om hierover te adviseren. Tussen 4 en 6 weken na 4

5 2.1 De was niet volledig en na de gestelde termijn (2 weken) om de gegevens aan te vullen zijn nog steeds niet alle gegevens ingeleverd en is de nog steeds niet ontvankelijk. In dit geval wordt een laatste termijn gesteld van 2 weken om de compleet te maken. In de brief wordt reeds een vooraankondiging gegeven dat indien de binnen de gestelde termijn niet compleet is, de conform art. 4.5 Awb buiten behandeling wordt gesteld. In deze fase ligt er dus nog steeds geen ontvankelijke en is de dus nog niet in behandeling genomen. 2.2 De was niet volledig en na de gestelde termijn (2 weken) om de gegevens aan te vullen zijn de gegevens nu wel volledig en is de ontvankelijk. In deze situatie wordt de procedure tot vergunningverlening vervolgd {dit kan zowel betekenen dat de vergunning wordt verleend (zie 1.1), als dat er twijfels zijn over de /onderneming (zie 1.2) of alsnog zelfstandige weigering plaatsvindt (zie 1.3) Tussen 2 en 4 weken na Tussen 2 en 4 weken na PRINCIPE-BESLISSING Indien er geen twijfels zijn over de / aanvrager/ onderneming(en), er geen zelfstandige weigeringsgronden zijn, wordt de procedure voor het verlenen van de vergunning vervolgd. Tussen 6 en 8 weken na Indien er twijfels bestaan over de is aan te bevelen om met de aanvrager een gesprek te hebben, waarin een toelichting gegeven kan worden op de ingevulde vragenlijst. In deze fase is het aan te bevelen om dit gesprek i.s.m. het RIEC voor te bereiden. Het RIEC heeft in deze fase al de beschikking over alle stukken die bij de horen en heeft al onderzoek gedaan naar de aanvrager en zijn omgeving. Omdat dit gesprek belangrijk kan zijn voor de vervolgprocedure zal van dit gesprek een gespreksverslag moeten worden gemaakt, waarmee de toelichting wordt vastgelegd (bv herkomst geld, andere betrokkenen), en eventuele vervolgafspraken. Dit gesprekverslag wordt toegezonden aan de aanvrager en aan het. Naar aanleiding van de ingevulde vragenlijst en het gevoerde gesprek met de aanvrager kunnen de volgende stappen genomen worden: A. Indien na het beoordelen van de en de ingevulde Bibobvragenlijst en het gevoerde gesprek er verder geen twijfels meer over de / aanvrager of onderneming(en) zijn, wordt de vergunning verleend. Het Bibob-traject is hierbij afgesloten. Het kan zijn dat er nog wel twijfels zijn over de, maar dat er onvoldoende feiten of omstandigheden zijn om een om advies in te dienen bij het Landelijk Bureau Bibob. Het kan hierbij een rol spelen om met haar partners de te beoordelen. Indien de kans 'nihil' is dat een advies ook leidt tot een "ernstig gevaar" kan besloten worden geen in te dienen bij het Landelijk Bureau Bibob, maar bijvoorbeeld verscherpt toezicht toe te passen bij de ondernemer. Tussen 4 en 6 weken na Tussen 4 en 6 weken na 5

6 B. Indien er na het beoordelen van de en de ingevulde Bibob-vragenlijst en het gevoerde gesprek er nog steeds twijfels bestaan over de / aanvrager of de onderneming(en) wordt bepaald of er voldoende aanleiding is een advies te vragen aan het Landelijk Bureau Bibob. Indien dit het geval is wordt de procedure om een in te dienen bij het Landelijk Bureau Bibob vervolgd. C. Het kan zijn dat er informatie bekend is bij externe partners die niet vrijgegeven mogen worden ("zachte informatie", lopende onderzoeken, e.d.). Gegevensverstrekking binnen de wettelijke kaders is in dit geval niet mogelijk. In overleg met externe partners kan de Officier van Justitie gevraagd worden of er informatie bekend is die aanleiding kan zijn een advies aan te vragen bij het Landelijk Bureau Bibob. Het RIEC stemt een dergelijke tip procesmatig af met betrokken partners. Tussen 4 en 6 weken na Tussen 4 en 6 weken na De Officier verstrekt hierbij geen informatie aan de of het RIEC, maar beoordeeld of de informatie die er ligt voldoende aanleiding geeft om een advies aan te vragen bij het Landelijk Bureau Bibob en of de gegevens ook vrijgegeven mogen worden aan het Landelijk Bureau Bibob Indien er zelfstandige weigeringsgronden zijn om de vergunning te weigeren (op grond van de DHW of de lokale verordening), wordt de vergunning geweigerd Indien de nadat de aanvrager in de gelegenheid is gesteld om de compleet te maken, na de tweede termijn nog steeds niet ontvankelijk is, wordt de buiten behandeling gelaten met gebruikmaking van art. 4.5 Awb Indien de na de gestelde termijn voor het compleet maken van de, alsnog compleet is, wordt de procedure vervolgd (zie onderdeel "keuze vervolgtraject"). Tussen 6 en 8 weken na Tussen 6 en 8 weken na BESLISSING A.1 Indien er naar aanleiding van de Bibob-toets geen Binnen 6 aanleiding is om een advies in te dienen bij het Landelijk weken na Bureau Bibob wordt de vergunning verleend. Indien er wel twijfels blijven bestaan, maar deze twijfels zijn onvoldoende voor een naar het Landelijk Bureau Bibob kan in een begeleidende brief bij de vergunning wel een verscherpt toezicht aangekondigd worden. Binnen B.2 Indien de keuze wordt gemaakt om een om weken na advies in te dienen bij het Landelijk Bureau Bibob wordt het RIEC Oostverzoekformulier ingevuld (zie de website van het Landelijk Bureau Bibob: Voor een snelle doorloop van de procedure is het van belang dat de zo compleet mogelijk is. 6

7 Aan de aanvrager wordt een notificatiebrief gestuurd met de mededeling dat een om advies wordt ingediend met de mededeling dat de termijn voor het afhandelen van de hiermee wordt opgeschort {minimaal 4 weken). Ook is het aan te bevelen in de brief te vermelden dat de aanvrager ook de kan intrekken, in dat laatste geval stopt de Bibob-procedure C.2 Indien er door de Officier van Justitie een tip is gegeven, Binnen 6 wordt deze tip eveneens meegezonden naar het Landelijk Bureau weken na Bibob. BESLISSING N.A.V. ADVIES LANDELIJK BUREAU BIBOB Het Landelijk Bureau Bibob geeft uiterlijk binnen 8 weken na het indienen van het verzoek haar advies. In verband met de termijnen (zeker in relatie tot de Wet dwangsom), is het van belang om de termijn van het Landelijk Bureau Bibob goed te bewaken. Binnen 2 weken na binnenkomen advies LBB Het advies van het Landelijk Bureau Bibob kan bestaan uit 3 soorten adviezen. Opgemerkt wordt dat het een advies blijft. De blijft zelf verantwoordelijk hoe met het advies wordt omgegaan. Het Landelijk Bureau Bibob geeft op 2 gronden een advies: De A-grond (benutten gelden uit criminele activiteiten uit het verleden); De B-grond (de vergunning wordt gebruikt voor criminele activiteiten). Daarnaast kan het Landelijk Bureau nog advies geven over eventuele strafbare feiten die zijn begaan om de vergunning te verkrijgen (bv. valsheid in geschriften), of het weigeren informatie te verstrekken. Op deze gronden geeft het Landelijk Bureau Bibob een advies. Dit advies kan zijn: A. Ernstig gevaar: Indien er sprake is van een ernstig gevaar kan de vergunning geweigerd worden. Indien de voornemens is de vergunning te weigeren, wordt aan de aanvrager dit voornemen kenbaar gemaakt. In dit voornemen staat tevens vermeld dat de aanvrager in de gelegenheid wordt gesteld een zienswijze in te dienen (binnen 2 weken). De aanvrager heeft tevens de gelegenheid om het advies van het Binnen 2 Landelijk Bureau Bibob in te zien. Let op: de aanvrager mag dit advies weken na alleen inzien, er mag geen exemplaar van verstrekt worden. Indien binnenkomen derden belanghebbenden het advies is mogen zien, mogen deze advies LBB alleen dat gedeelte van het advies inzien wat op hen betrekking heeft. Voordat de een definitieve beslissing neemt, zal de moeten voldoen aan haar vergewisplicht. Dit betekent dat de onderzoek moet doen of het advies op zorgvuldige wijze tot stand is gekomen (art. 3.9 Awb). Om te voldoen aan de vergewisplicht wordt aanbevolen om aan het Landelijk Bureau Bibob aanvullende vragen te stellen naar aanleiding van het door hen uitgebrachte advies: ļ

8 Richtlijn om te voldoen aan de vergewisplicht: Het bestuursorgaan gaat zelfstandig na of de aangedragen feiten als zodanig voldoende concludent zijn voor het advies. Dit doet het bestuursorgaan door: Voorafgaand aan de ontwerpbeschikking: a) indien de aangedragen feiten bestaan uit vermoedens of zachte informatie {dus bv. CIE informatie of lopende onderzoeken en dus niet bestaan uit gepleegde strafbare feiten), wordt aan het LBB gevraagd of de bij hun beschikbare informatie voldoende is om tot het uitgebrachte advies te komen; b) zelfstandig te onderzoeken of veronderstelde zakelijke samenwerkingsverbanden ook overeenkomen met eigen informatie (bv. vanuit toezicht, belastingdienst, open bronnen). Voordat de definitieve beschikking wordt genomen: a) zienswijze die worden ingediend en die aangedragen feiten uit het Binnen 2 advies in twijfel trekken, of anderziens het advies van het Landelijk weken na Bureau Bibob in twijfel trekken, worden ter beoordeling (of voor binnenkomen nader advies) voorgelegd aan het Bureau. advies LBB - Vragen aan het Landelijk Bureau Bibob of een verzoek om nader advies worden bij voorkeur schriftelijk gedaan; - In de beschikking wordt standaard het onderdeel vergewisplicht opgenomen. In dit onderdeel van de beschikking wordt vermeld op welke wijze hiermee is omgegaan: a) indien het Landelijk Bureau Bibob gevraagd is om een nader advies, wat de uitkomsten hiervan waren; b) hoe is omgegaan met de ingebrachte zienswijze; c) indien het Landelijk Bureau Bibob niet om een nader advies is gevraagd, wordt gemotiveerd waarom het bestuursorgaan dit niet nodig heeft geacht en zelfstandig heeft kunnen vaststellen dat de aangedragen feiten als zodanig concludent zijn voor het advies. Nadat de definitieve beschikking genomen is, wordt de bezwaar- en beroepsprocedure gevolgd proces). Aandachtspunt is dat een externe bezwarencommissie geen inzage heeft in het advies van het Landelijk Bureau Bibob. De Wet Bibob voorziet er wel in dat de rechter (na toestemming, zie 8.29 Awb) kennis neemt van het Bibobadvies. Bij een bezwarenprocedure a) indien er sprake is van lopende strafrechtelijke onderzoeken wordt in het kader van een volledige heroverweging aan het LBB om een actualisatie van het advies gevraagd met betrekking tot het strafrechtelijk onderzoek; b) indien er een geruime tijd verstreken is tussen het primaire besluit en de beslissing op bezwaar, wordt eventueel een nieuw advies aangevraagd bij het LBB. Nader advies Indien om een nader advies wordt gevraagd bij het LBB vindt hierop tevens de vergewisplicht plaats, zoals hiervoor omschreven.

9 Overzicht besluitvorming n.a.v. advies LBB*: Ontvangst Bibob-advies Besluit voorbereiden, aandachtspunt is onderscheid tussen betrokkene en derden Ontwerpbesluit naar betrokkene Mededeling betrokkene advies te willen inzien Ontwerpbesluit mede n.a.v Blbop-advies Brief naar derde(n) dat zij genoemd worden in de motivering van het advies en dat: 1. betreffende deel van het advies kan worden ingezien 2. zienswijze kan worden ingediend Feitelijke inzage advies Feitelijke inzage advies Zienswiize(n) derde(n) Zienswijze betrokkene Beoordeling zienswijzen Besluit Schriftelijke mededeling naar derde(n) dat van zienswijze(n) kennis is genomen (Handboek Bibob, F, Joosten, F. Rovers, G, Urff, Berghauser Pont, 2008) B. Mindere mate van gevaar: in dit geval kan de vergunning niet geweigerd worden. Wel kunnen er extra voorwaarden gesteld worden aan de vergunning (bv. tijdelijkheid of het tussentijds overleggen van financiële gegevens. Indien aan de vergunning voorwaarden worden verbonden, zal de procedure onder A moeten worden gevolgd (zienswijze, vergewisplicht, e.d.) C. Geen gevaar: in dit geval zal de vergunning verleend moeten worden. De reguliere procedure voor het verlenen van de vergunning wordt vervolgd. PROCEDURE RISICOBRANCHES Bij coffeeshops en seksinrichtingen wordt in beginsel altijd het RIEC ON betrokken bij de procedure. Dit omdat deze branches extra gevoelig zijn voor inmenging van criminele activiteiten. 9

10 PROCEDURE N.A.V. EEN TIP VAN DE OFFICIER VAN JUSTITIE Indien er (op eigen initiatief van de officier) een tip wordt gegeven door de Officier van Justitie, en de beslist om met deze tip naar het Landelijk Bureau Bibob te gaan, wordt met het Landelijk Bureau Bibob overlegd welke informatie noodzakelijk is om een om advies in te dienen. In sommige gevallen is er al voldoende informatie bekend bij het Landelijk Bureau Bibob dat alleen de vergunning of de verleende vergunning opgestuurd hoeft te worden. 10

11 Werkproces beoordelen vergunningaanvragen door en het 1 Aanvraag la valiatg: varvolg procadura; - avt vadanan voorlopiga toaatamming. İ 1.1 QEEN twffaai «var / - procadura varvolgan om vargunning ta varianan I.Varg 1.2 WEL twft/aja avar / - Evtľovanag mat RIEC ON 1.3 Zaffatanolga procadura varvolgan om vargunning ta waigaran. vergunni 1. V«rgu Z Aanvraag la NUT valadig: Tarmŕin Italian (2 wakan) aanvulan ontbrakanda gagavana. 2.1 Aanvraag ia WIET voaadlg/ kast: Tarmijn atalan (2 wakan) aanvuftan entbrakanda gagavana mat vooraankondiging buitan bahandating tatan (tafmijn afhandaang la 2 wakan opgaacnort) 1=5 1. Aanvraag It NICT voftadg an krfat: - Buitan bahandaang lat an van da {art. 4.5 Awb) 2. Aanvraag Ia vaflaasg an k**fc «Varvolg procadura; Evt. varianan voorlopiga toaatamming 2.2 Aanvraag la «Mg/ )ute - varvolg procadura; - avt. vwwnw voorlopiga 2. Wal Advtaa eomptaat mafcan (aigan husawark) NoUfteatíabriaf tturan Z. Vttgunrung wajgaran:»*anan riamwtfra «aafrhaiá 1 a» vatattalüüna; aaaìnf {varaawi