Voorstel van het college inzake vaststelling bestemmingsplan Strand.

Transcriptie

1 rv 224 Dienst Stedelijke Ontwikkeling DSO/ RIS _ Gemeente Den Haag RIS158612_05-DEC-2008 Strekt ter vervanging Voorstel van het college inzake vaststelling bestemmingsplan Strand. INLEIDING Bij raadsmededeling, d.d. 27 mei 2008 (rm RIS ), heeft het college de raad Ontwerp-bestemmingsplan Strand toegezonden.. - Begrenzing van het nieuwe bestemmingsplan Strand Het plangebied wordt globaal begrensd door de duinvoet en/of de strandmuur aan de oostzijde met uitzondering van de toekomstige duinuitbreiding op het Zuiderstrand en de uitbreiding van de zeewering met plan de Solà-Morales ter hoogte van de Strandweg (Boulevard), de gemeentegrens tussen Den Haag en Westland ten zuidwesten, de begrenzing van de golfbrekers in het water van de Noordzee ten westen en de gemeentegrens tussen Den Haag en Wassenaar in het noordoosten. - Aanleiding bestemmingsplan Op 14 december 2006 heeft de raad de nota "Bestemmingsplannen, in relatie tot het actualiseringprogramma en tot de structuurvisie Den Haag 2020" vastgesteld. Volgens deze nota is het gebied Strand een gebied met prioriteit I. Dat zijn onder meer gebieden waarvoor een gebrekkig juridischplanologisch kader geldt. Het betreft voor het grootste gedeelte een zogenaamde "Witte vlek". Vervolgens heeft de raad op 29 maart 2007 (rb 39 - RIS ) het voorbereidingsbesluit "Witte vlekkengebieden" vastgesteld. In dat voorbereidingsbesluit is opgenomen dat binnen de looptijd van het voorbereidingsbesluit een bestemmingsplan in procedure wordt gebracht voor alle gebieden waarvoor momenteel nog geen bestemmingsplan geldt. Het is van belang dat alle witte vlekken spoedig worden voorzien van een bestemmingsplan, omdat op 1 juli 2008 de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) in werking is getreden. In het kader van de nieuwe wet moet het hele grondgebied van Den Haag worden voorzien van actuele bestemmingsplannen. Omdat het Ontwerp-bestemmingsplan voor de inwerkingtreding van de nieuwe wet ter visie heeft gelegen, moet het plan, op basis van de overgangsregeling van deze wet na vaststelling door de raad ter goedkeuring aan Gedeputeerde Staten worden voorgelegd. - Opzet bestemmingsplan Ten behoeve van de strandpaviljoens, watersportpaviljoens en overige strandbebouwing wordt, ter bevordering van de flexibiliteit een zonering aangebracht. Het aantal, de oppervlakte, breedte en hoogtebepalingen worden wel vastgelegd. Het aantal gebouwen voor maatschappelijke doeleinden (hulpposten) wordt niet gereguleerd. Voor realisatie van de nieuwe zeewering ter hoogte van Scheveningen worden in combinatie met het plan De Solà-Morales globale bestemmingen opgenomen. Ten behoeve van het versterkingsplan voor de Delflandse kust is in anticipatie op het bestemmingsplan een vrijstellingsprocedure op grond van art 19 WRO gevoerd, waarbij de vergunde situatie als zodanig in het bestemmingsplan is overgenomen. Ten behoeve van de surfsporten zijn er twee vrijstellingsbevoegdheden opgenomen voor extra watersportpaviljoens (bij het Beachstadion en in de exploitatievlakken van de strandbebouwing). De bestaande tijdelijke surfscholen kunnen, vanwege de tijdelijkheid op basis van dit bestemmingsplan niet gereguleerd worden. - Beleidsdoelen bestemmingsplan * Het eensluidend reguleren van het gehele Haagse strand (tussen de grenzen met de gemeenten Westland en Wassenaar). Hierdoor wordt één juridische basis over het gebruik en beheer van het strand verschaft waardoor de handhaafbaarheid wordt vergroot. Tevens wordt meer duidelijkheid geschapen over het gemeentelijk beleid ten aanzien van de functie van het strand. Van belang is het gegeven, dat de bebouwing op het strand (o.a. strandpaviljoens en watersportpaviljoens) grotendeels op de zeewering is gelegen. Door een massale bebouwing worden zichtlijnen op zee en strand gehinderd en kan de primaire functie van het strand in gevaar komen. * Het versterkingsplan van de zeewering voor Scheveningen, inclusief verbetering van de ruimtelijke kwaliteit van de boulevard (Plan De Solà-Morales) mogelijk maken. - Afstemming Structuurvisie Den Haag 2020 Het bestemmingsplan ondersteunt de ambitie uit de Structuurvisie Den Haag 2020 om het strand als tweede centrum vier seizoenen aantrekkelijk te laten zijn. Omdat de Keur van het Hoogheemraadschap permanente bebouwing van de zeewering verbiedt, blijft het echter vooralsnog seizoensgebonden. Raadsvoorstellen

2 Een in omvang beperkt beachstadion wordt mogelijk, waarmee het plan bijdraagt aan de ambitie Mekka voor strand- en zeesport. Het huidige Masterplan Scheveningen-kuststrook wordt naar aanleiding van de structuurvisie herzien. Het bestemmingsplan sluit hier naadloos op aan. PROCEDURE - Overleg en inspraak Op 5 november 2007 is het voorontwerp-bestemmingsplan in het kader van het vooroverleg ex artikel 10 van het Besluit op de ruimtelijke ordening opnieuw toegezonden aan de overlegpartners (Rijk, Provincie en andere bij het plangebied betrokken instanties, zoals de wijkverenigingen en strandpaviljoenhouders) en van 8 november tot en met 19 december 2007 heeft het voor inspraak ter inzage gelegen. Op 11 en 13 december zijn informatie-/inspraakavonden gehouden. Het verslag hiervan is opgenomen in (de bijlagen van) het ontwerp-bestemmingsplan. Er is een groot aantal reacties binnengekomen. De provincie heeft opgemerkt dat vanwege de vrijstellingsbevoegdheid om het beachstadion te vergroten, er inzicht in de verkeersafwikkeling moet zijn. De Vrom-inspectie heeft opgemerkt dat de Wet Beheer Rijkswaterstaat van toepassing is voor het hele plangebied. Het Hoogheemraadschap van Delfland heeft opmerkingen over voorschriften en plankaart in verband met de dynamische kustvorming en verwijst naar hun Strandnota. De reacties uit het vooroverleg/inspraak hebben geleid tot aanpassing van het plan. Voor een verantwoording van het gevoerde overleg en de gevolgde inspraakprocedure wordt verwezen naar het hoofdstuk 9 "Overleg en inspraak - tweede termijn" van de Toelichting op het voorontwerp-bestemmingsplan. - Procedure Het ontwerpplan heeft van 17 juni tot en met 28 juli 2008 ter inzage gelegen. Het college biedt de raad hierbij het ontwerp ter vaststelling aan. Het plan bestaat uit de kaarten S 10218, -1, -2, -3, -4 en -5, de voorschriften en gaat vergezeld van een toelichting.(liggen ter inzage) Ter besparing van de kosten is het plan, de raad bij raadsmededeling d.d. 27 mei 2008 (rm RIS ) reeds toegezonden, niet opnieuw bijgevoegd. INGEKOMEN ZIENSWIJZEN Volgnr. Reg-nr. Naam en adres 01 DSO/ Advies Platform Scheveningen, Scheveningseweg 303, 2584 AA Den Haag 02a Ra 172/2008 Gezamenlijke Scheveningse Bewonersorganisaties, Gentsestraat 22a, 2587 HT Den Haag 02b Verslag mondelinge toelichting ra 172/2008 d.d Ra 157/2008 Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging afd. Den Haag, Ruimzicht 4, 2543 RN Den Haag 04 Ra 189/2008 Algemene Vereniging voor Natuurbescherming voor s-gravenhage e.o., Badhuisstraat 175, 2584 HH Den Haag 05 Ra 196/2008 Kamer van Koophandel Den Haag, Postbus , 2502 LS Den Haag 06 Ra 206/2008 Wijkvereniging Duttendel en Wittebrug, Postbus , 2508 AL Den Haag 07a Ra 169/2008 Vereniging van Strandexploitanten, Postbus , 2508 DJ Den Haag 07b Ra 191/2008 Vereniging van Strandexploitanten (via De Clercq advocaten-notarissenbelastingadviseurs, Postbus , 2301 EB Leiden) 08a JZ/ M. Dijkstal en T. van Angeren, Strandpaviljoen Solbeach, expl.nr. 22 (mondeling) 08b Ra 143/2008 Eigenaren Strandpaviljoen Solbeach, Willem de Zwijgerlaan 127, 2582 EL Den Haag 09 Ra 177/2008 Groenenboom Beheer B.V. en De Waterreus B.V., Postbus , 2508 AA Den Haag 10 Ra 205/2008 Strandpaviljoen SummerTime (expl.nr. 34), p.a. Fokkemast 4, 2586 KP Den Haag 11 Ra 207/2008 Oase Beach Club Scheveningen (expl.nr ), Papewegse Hof 5, 2245 AL Wassenaar 12 Ra 165/2008 Hart Beach Surf Shop, Vissershavenweg 55b, 2583 DL Den Haag 13 Ra 179/2008 Haagse Kust Zeil Vereniging, Jacob Gillesstraat 3, 2582 XW Den Haag 14 Ra 200/2008 M-sports Beach events, Koningin Emmakade 35c, 2518 RK Den Haag 15 Ra 181/2008 Strandweg Vastgoed B.V. (via Vissers advocatuur, Postbus 2090, 5202 CB s-hertogenbosch) 16 Ra 214/2008 De Pier Scheveningen, Postbus , 2508 AC Den Haag 17 JZ/ Mevrouw D.M.C. Schuurmans, Den Burghstraat 27, 2275 TM Voorburg, namens Stichting De Onvoltooide (eigenares Museum Beelden aan Zee) 18 Ra 145/2008 M.A. Aandewiel, Zeekant 22B, 2586 NC Den Haag 19 Ra 151/2008 Y.T. Lucas, Seinpostduin 68, 2586 EC Den Haag 20a JZ/ H.J.A. van Son, Zeekant 11, 2586 NA Den Haag Raadsvoorstellen

3 20b Ra 155/2008 Bewoners Zeekant, Vuurbaakstraat en Vuurtorenweg, p/a H. van Son, Zeekant 11, 2586 NA Den Haag, mede ondertekend door: o De heer / mevrouw M. Kraan, Vuurbaakstraat 6, 2583 XP Den Haag o Familie Boelhouwers, Vuurbaakstraat 16, 2583 XP Den Haag o Mevrouw M. Donnars, Vuurbaakstraat 16, 2583 XP Den Haag o De heer en mevrouw Driesenhaar, Vuurbaakstraat 16, 2583 XP Den Haag o De heer F. Meijer, Vuurbaakstraat 28, 2583 XP Den Haag o Familie S. Pennings, Vuurbaakstraat 40, 2583 XP Den Haag o De heer en mevrouw C. Ansink, Vuurbaakstraat 44, 2583 XP Den Haag o De heer / mevrouw H.W.G. Ansink, Vuurbaakstraat 46, 2583 XP Den Haag o De heer I. Ansink, Vuurbaakstraat 48, 2583 XP Den Haag o Mevrouw Y. van Helvoirt, Vuurbaakstraat 48, 2583 XP Den Haag o De heer / mevrouw W.E. Barnhoorn, Vuurbaakstraat 107, 2583 XN Den Haag o De heer / mevrouw H. Moorman, Vuurbaakstraat 119, 2583 XN Den Haag o De heer / mevrouw P. Scott, Vuurbaakstraat 119, 2583 XN Den Haag o De heer / mevrouw W. Pronk, Vuurbaakstraat 121, 2583 XN Den Haag o Mevrouw R. Janse-Lentze, Vuurbaakstraat 123, 2583 XN Den Haag o Mevrouw M. Pronk, Vuurbaakstraat 125, 2583 XN Den Haag o De heer / mevrouw C. Jorissen, Vuurbaakstraat 127, 2583 XN Den Haag o Mevrouw A. Toet-Kuiper, Vuurbaakstraat 129, 2583 XN Den Haag o De heer / mevrouw M.J. Taal, Vuurbaakstraat 131, 2583 XN Den Haag o De heer / mevrouw M.W. Muller, Vuurbaakstraat 133, 2583 XN Den Haag o Familie van Nieuwenhuizen, Vuurtorenweg 7, 2583 XL Den Haag o Mevrouw A. van Nieuwenhuizen, Vuurtorenweg 7, 2583 XL Den Haag o De heer A. Vervoorn, Vuurtorenweg 8, 2583 XM Den Haag o Mevrouw A. Vervoorn-Westerhof, Vuurtorenweg 8, 2583 XM Den Haag o Mevrouw B. van der Zwan, Vuurtorenweg 12, 2583 XM Den Haag o De heer / mevrouw M. Ros, Vuurtorenweg 17, 2583 XL Den Haag o Mevrouw J. de Lange, Vuurtorenweg 18, 2583 XM Den Haag o De heer / mevrouw L. van Maarseveen, Vuurtorenweg 19, 2583 XL Den Haag o Mevrouw M. Grootveld, Vuurtorenweg 20, 2583 XM Den Haag o De heer / mevrouw A.A.M. Dijkmeijer, Zeekant 6, 2586 NA Den Haag o Bewoner(s)/Gebruiker(s) Zeekant 7, Zeekant 7, 2586 NA Den Haag o De heer / mevrouw B. Hartman, Zeekant 7, 2586 NA Den Haag o De heer / mevrouw A. de Graaf, Zeekant 8, 2586 NA Den Haag o Mevrouw M. Roeleveld-Pronk, Zeekant 10, 2586 NA Den Haag o De heer en mevrouw J. Groen, Zeekant 13b, 2586 NA Den Haag o De heer / mevrouw De Roode, Zeekant 14, 2586 NA Den Haag o De heer / mevrouw S.E. Grieving, Zeekant 14, 2586 NA Den Haag o De heer S. Boorsma, Zeekant 14a, 2586 NA Den Haag o Mevrouw A. Boorsma, Zeekant 14a, 2586 NA Den Haag o Familie Brouwer, Zeekant 14b, 2586 NA Den Haag o De heer / mevrouw T.S.G. de Boer, Zeekant 15, 2586 NA Den Haag o De heer / mevrouw R.M. van der Ham, Zeekant 15, 2586 NA Den Haag o Mevrouw S.C.M. Droog, Zeekant 15a, 2586 NA Den Haag o De heer D. Roos, Zeekant 15a, 2586 NA Den Haag o Mevrouw C. Aasman, Zeekant 15b, 2586 NA Den Haag o De heer / mevrouw H.G. Storm, Zeekant 16, 2586 NA Den Haag o De heer en mevrouw M. Storm, Zeekant 16, 2586 NA Den Haag o De heer / mevrouw O.R. le Grand, Zeekant 16b, 2586 NA Den Haag o Familie Ten Berge, Zeekant 17, 2586 NA Den Haag o Familie A.J.M. ten Berge, Zeekant 17b, 2586 NA Den Haag o Mevrouw Toet, Zeekant 18, 2586 NB Den Haag o De heer / mevrouw J.J. Patje, Zeekant 18a, 2586 NB Den Haag o De heer / mevrouw J. Kuiper, Zeekant 18b, 2586 NB Den Haag o De heer / mevrouw Verkerk, Zeekant 19, 2586 NB Den Haag o Mevrouw E. Hol, Zeekant 19a, 2586 NB Den Haag o De heer / mevrouw D. van der Zwan, Zeekant 19b, 2586 NB Den Haag o De heer / mevrouw A. de Kiewit, Zeekant 19c, 2586 NB Den Haag o De heer / mevrouw C. Turfboer, Zeekant 20, 2586 NB Den Haag o Mevrouw A. van der Harst-Groen, Zeekant 20b, 2586 NB Den Haag o Mevrouw A. Kubbe, Zeekant 20d, 2586 NB Den Haag o Mevrouw J.M. Roos-Nales, Zeekant 20e, 2586 NB Den Haag o De heer / mevrouw W. Groot, Zeekant 21, 2586 NB Den Haag o De heer / mevrouw Van Geel, Zeekant 21a, 2586 NB Den Haag o De heer / mevrouw A. v.d. Plas, Zeekant 21b, 2586 NB Den Haag Raadsvoorstellen

4 o De heer G. Montney, Zeekant 21c, 2586 NB Den Haag o Mevrouw G. Montney-Roeleveld, Zeekant 21c, 2586 NB Den Haag o De heer / mevrouw Nutbey, Zeekant 21d, 2586 NB Den Haag o De heer L. Nutbey, Zeekant 21e, 2586 NB Den Haag, 2586 NB Den Haag o De heer / mevrouw A. Turfboer, Zeekant 22, 2586 NC Den Haag o De heer / mevrouw J. Blom, Zeekant 22a, 2586 NC Den Haag o Familie Aandewiel, Zeekant 22b, 2586 NC Den Haag o Mevouw Plooij-van Beele, Zeekant 22c, 2586 NC Den Haag o De heer / mevrouw A. Kuiper, Zeekant 22e, 2586 NC Den Haag o Mevrouw M. Plugge, Zeekant 22e, 2586 NC Den Haag o De heer / mevrouw K. Toet, Zeekant 23a, 2586 NC Den Haag o De heer / mevrouw A. Keus, Zeekant 23b, 2586 NC Den Haag o De heer / mevrouw A. Pronk, Zeekant 23c, 2586 NC Den Haag o De heer / mevrouw A. Scholten, Zeekant 23e, 2586 NC Den Haag o Mevrouw Toet, Zeekant 24a, 2586 NC Den Haag o Mevrouw T. Kuiper-Turfboer, Zeekant 24b, 2586 NC Den Haag o De heer / mevrouw F. Rodrigues, Zeekant 24c, 2586 NC Den Haag o De heer / mevrouw J.M. Rolfs, Zeekant 24d, 2586 NC Den Haag o De heer / mevrouw J.J. Toet, Zeekant 24e, 2586 NC Den Haag o De heer / mevrouw Zoutenbier, Zeekant 25, 2586 ND Den Haag o Mevrouw R. de Graaf, Zeekant 25b, 2586 ND Den Haag o De heer / mevrouw L. Blok, Zeekant 25c, 2586 ND Den Haag o Bewoner(s)/Gebruiker(s) Zeekant 26, Zeekant 26, 2586 ND Den Haag o De heer K. Turfboer, Zeekant 26a, 2586 ND Den Haag o De heer / mevrouw C. Blok, Zeekant 26b, 2586 ND Den Haag o Bewoner(s)/Gebruiker(s) Zeekant 26c, Zeekant 26c, 2586 ND Den Haag o Bewoner(s)/Gebruiker(s) Zeekant 26e, Zeekant 26e, 2586 ND Den Haag o De heer / mevrouw Van Nispen, Zeekant 27a, 2586 ND Den Haag o De heer / mevrouw C. Vink, Zeekant 27b, 2586 ND Den Haag o De heer / mevrouw C. Rog, Zeekant 27c, 2586 ND Den Haag o De heer / mevrouw Nutbey, Zeekant 27d, 2586 ND Den Haag o De heer / mevrouw A. Pronk, Zeekant 27e, 2586 ND Den Haag o De heer / mevrouw M. van der Zwan, Zeekant 29b, 2586 AA Den Haag 21 Ra 161/2008 VVE Bella Mare, Zeeruststraat 50/146 - Zeekant 30/34 (via VVE Beheer, Postbus 1192, 2280 CD Rijswijk) 22 Ra 176/2008 J.E. Mulder, Zeekant 54, 2586 AC Den Haag, namens eigenaars en bewoners panden Zeeweg 2/hoek Zeekant Ra 186/2008 Familie Moutney, Zeekant 21c, 2586 NB Den Haag 24 Ra 201/2008 Mw. L.C.A. van Gemst-Maas, Seinpostduin 178, 2586 EC Den Haag 25 Ra 137/2008 H.W.G. Ansink, Vuurbaakstraat 46, 2583 XP Den Haag 26 Ra 147/2008 Bewonerskommissie Zeerust Scheveningen, Kompasstraat 47c, 2583 XW Den Haag 27 Ra 203/2008 De heer L.B. van Gemst, Seinpostduin 178, 2586 EC Den Haag, namens de voorzitters van de VvE s Bella Mare, Zeerust i.o., Zeekant 37, Bord de la mer 1, Bord de la mer 2, Residence Savoy, Residentie Seinpost, Mesdagduyn en Zuid Boulevard 28 Ra 208/2008 VvE s Bord de la Mer I en II en Zeekant 37 (per mail via F. Sekuur,r.sekuur1@kpnplanet.nl) 29 JZ/ Mw. L. Jalink, Spotvogellaan 71, 2566 PE Den Haag Ontvankelijkheid zienswijzen De zienswijzen onder nummer 06, 11 en 28 zijn niet tijdig ingekomen en derhalve niet ontvankelijk. Zienswijze 17 is niet ondertekend en niet gemotiveerd en daarom niet ontvankelijk. De overige zienswijzen zijn tijdig ingekomen en voldoen aan de wettelijke vereisten. In het hierna volgende wordt onderwerpsgewijs ingegaan op de in de zienswijzen naar voren gebrachte aspecten. Hierbij wordt de nummering aangehouden van de zienswijzen waarin het betreffende aspect naar voren is gebracht. Behandeling zienswijzen 1. Zienswijzen over de procedure (reclamanten 1, 7B en 9): A. De ingediende zienswijzen naar aanleiding van de inspraak op het Voorontwerp Bestemmingsplan zijn niet integraal overgenomen, te summier beantwoord en er is geen oordeel over gegeven. B. De publicatie van het bestemmingsplan mag niet in de zomerperiode plaatsvinden. Raadsvoorstellen

5 Ad A. In hoofdstukken 8 en 9 van de toelichting op het ontwerp-bestemmingsplan is aangegeven hoe de inspraak op de voorontwerpen van de 1 ste en de 2 de termijn is behandeld. Het gaat daarbij niet om zienswijzen. In het onderhavige raadsvoorstel zijn de zienswijzen op het ontwerp-bestemmingsplan in overeenstemming met de Wet ruimtelijke ordening (WRO) en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) samengevat weergegeven. In het raadsvoorstel tot vaststelling van het bestemmingsplan, wordt ook een oordeel gegeven over de ingediende zienswijzen op het Ontwerp. Het is ondoenlijk om alle reacties integraal op te nemen. Reacties die niet gericht zijn op ruimtelijke ordeningsaspecten zijn hoe belangrijk ook voor de inspreker - niet van belang voor het bestemmingsplan maar zullen zoveel mogelijk worden behandeld. Ad B. Bij de publicatie van het ontwerp is recht gedaan aan motie 8.2 van de Raad, gedateerd 8 juni 2004, waarbij in overeenstemming met de afdoening van de motie is gehandeld. De terinzagelegging was van 17 juni tot en met 28 juli De zomervakantie voor het basisonderwijs was in de Haagse regio van 21 juli tot en met 29 augustus Er kunnen dwingende redenen zijn om de terinzagelegging van plannen met een zware juridische status in de zomerperiode plaats te laten vinden. Vanwege gemaakte afspraken met Rijk, Provincie en het Hoogheemraadschap van Delfland over een spoedige versterking van de zeewering was terinzage legging van het onderhavige bestemmingsplan tijdens acht dagen in de vakantieperiode onvermijdelijk. Op grond van het bovenstaande acht het college de zienswijzen ongegrond. 2. Zienswijzen over de Nota Strandbeleid (reclamanten 1, 4, 7B, 10 en 12). A. Vanwege de samenhang met de Nota strandbeleid dient deze eerder, gelijktijdig of later dan het bestemmingsplan te worden vastgesteld. B. De toelichting dient te worden aangepast op de brief van wethouder Baldewsingh over de intrekking van heruitgifte van strandexploitaties. Een zoneringvisie zoals aangekondigd in de Strandnota van Delfland zou integraal moeten worden overgenomen in de Nota strandbeleid en in het onderhavige bestemmingsplan. C. Verzocht wordt een surfcoördinator in te stellen en de betonnen stelconplaten bij de strandopgangen te vervangen voor trappen. De hoogte van huurtarieven wordt ter discussie gesteld. Ad A. In de ontwerp Nota Strandbeleid dat er inzage heeft gelegen van15 mei 2008 tot 12 juni 2008 is het beleid voor het hele Haagse strand opgenomen. In het onderhavige bestemmingsplan zijn bebouwingsregels van stedenbouwkundige aard opgenomen, op basis waarvan bouwvergunningen verleend kunnen worden. Bij een bestemmingsplan zijn de plankaart en de voorschriften juridisch bindend. In het onderhavige bestemmingsplan worden in de voorschriften en plankaart de ruimtelijk relevante ordeningsaspecten uit de ontwerp Nota Strandbeleid overgenomen. De toelichting is er als achtergrond, ter verduidelijking. Ad B. De beoogde heruitgifte van strandexploitaties, zoals opgenomen in het ontwerp Nota Strandbeleid is niet meer aan de orde en de toelichting wordt daarop aangepast. De zoneringvisie zoals aangekondigd in de Strandnota van het Hoogheemraadschap van Delfland is niet uitgewerkt, derhalve niet opgenomen in de Nota Strandbeleid van de gemeente en opgenomen in het bestemmingsplan. Ad C. Eventuele benoeming van een surfcoördinator is een onderwerp voor eerder genoemde Nota, het bestemmingsplan gaat hier niet over. Ook niet over de hoogte van de huurtarieven voor strandexploitaties en openingtijden van politieposten. Het al dan niet plaatsen van een permanente omroepinstallatie is op basis van het bestemmingsplan mogelijk zijn geen onderwerpen waar het bestemmingsplan op toeziet. Op grond van het bovenstaande acht het college de zienswijze onder Ad B, ten aanzien van heruitgifte van strandexploitaties in de toelichting, gegrond en de overige zienswijzen ongegrond. 3. Zienswijze over de positie van bewoners (reclamant 1): De uitgangspunten met betrekking tot het leefbaar houden van de omliggende woonbuurten, zoals voorgeschreven in de Nota uitgangspunten Masterplan Scheveningen-Kust worden niet herkend. Bij verruiming van economische activiteiten, zoals extra bouwoppervlak per exploitatienummer voor strandpaviljoens, heeft een evenwichtige afweging met beheersbare maxima plaatsgevonden. Het aantal bezoekers zal met 2% stijgen. Raadsvoorstellen

6 Dit aantal is niet zo groot dat daardoor het woon en leefklimaat van de bewoners achteruit gaat. Door het autoparkeren meer in garages op te vangen wordt bereikt dat er minder zoekverkeer ontstaat waardoor de druk op het wegennet in de woonstraten in Scheveningen afneemt. Daarnaast worden verkeersbewegingen minder door het instellen van eenrichtingsverkeer op de boulevard. Het uitgangspunt is dat door de upgrading van de boulevard tevens een verbetering van de woonomgeving voor de bewoners ontstaat. Op grond van het bovenstaande acht het college de zienswijzen ongegrond. 4. Zienswijzen gericht op zicht op zee (reclamanten 1, 2, 4 en 9): A. Voor met name de centrale boulevard is zicht op zee, vanwege de bebouwingsmogelijkheden op het strand, niet gegarandeerd. B. De hoogte van het peil moet op basis van NAP. Ad A. Alleen voor het centrale deel van de boulevard (wandelboulevard) zou sprake kunnen zijn van een zichtprobleem. Voor de overige delen van het Haagse strand staan de paviljoens zó verspreid dat er geen probleem is om zicht op zee en strand te hebben en te houden. Om te voorkomen dat de gehele lengte van de boulevard bebouwd raakt, wordt dit aangepast in de voorschriften. Indien het ruimtebeslag van het exploitatienummer breder is dan 7, 5m dient er een strook van minimaal 5m, loodrecht op de zeelijn te zijn waar uitsluitend bebouwing in de vorm van zonneboxen is toegestaan. Daarbij wordt het bebouwingspercentage verhoogd naar 60 %, zie ook onder 5b. Ad B. Het peil blijft gebaseerd op de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld. Aan het begin van het strandseizoen wordt de hoogte van het strand ter hoogte van de boulevard op 4,50 m + NAP gebracht. Het hoogheemraadschap is verantwoordelijk voor de veiligheid van de zeewering en gaat over de hoogte van het strand. Door de zandsuppletie in het kader van het kustversterkingplan wordt het strand tot aan de Pier van het noordelijk havenhoofd breder maar blijft de hoogte bij de boulevard op 4, 50 m + NAP. Voor het overige deel van het strand geldt dat eventuele plaatsing van paviljoens op zandbanketten(terpen) plaats vindt onder verantwoordelijkheid van het Hoogheemraadschap van Delfland, daarbij is gegarandeerd dat de bebouwing niet boven de duinen uit kan steken. De bebouwing op het strand ligt buiten de zeewering en kan daarom niet gevrijwaard kan zijn tegen overstromingen. Op grond van het bovenstaande acht het college de zienswijze onder Ad A, ten aanzien van zicht op zee, wandelboulevard, gegrond en de overige zienswijzen ongegrond. 5. Zienswijzen over de strandbebouwing (reclamanten 4, 5, 7A, 7B, 8, 9 en 10): A. Uit de plankaart blijkt niet op welke locaties de diverse soorten strandbebouwing zijn toegestaan. B. Voor de centrale boulevard moet het bebouwingspercentage verhoogd worden naar 60 %, exclusief zonneboxen en opslagruimte waarbij de hoogte naar minimaal 4,20 m moet. De opslagruimte dient apart benoemd te worden, gevreesd wordt dat de ruimte hiervoor niet gebruikt gaat worden. C. Verzocht wordt het huidige aantal strandpaviljoens positief te bestemmen. D. Ten zuiden van golfbreker 44 staan er 11 standpaviljoens en ten noorden van deze golfbreker staan er 42. Het bestemmingsplan maakt ten zuiden van genoemde golfbreker 12 strandpaviljoens en ten noorden hiervan 37 mogelijk, zodat er 5 strandpaviljoens worden wegbestemd. E. Er is geen ruimte voor flexibele bebouwing. F. Verzocht wordt de maximale bouwhoogte voor het Zuiderstrand te handhaven. G. Strandpaviljoen De Waterreus (exploitatienummer 3A) heeft geen 525m2 bebouwd oppervlakte aan overgangsrecht maar 728m2. Omdat het bestemmingsplan kleinere strandpaviljoens toe staan uit te breiden, is dit op grond van het gelijkheidsbeginsel ook toegestaan voor de grotere strandpaviljoens. H. De nokhoogte dient in overeenstemming met de Bouwverordening te zijn (4,60m). I. De vorm en positionering van de Morales-paviljoens wordt bediscussieerd. J. Er is geen maximum gesteld aan het aantal gebouwen ten behoeve van maatschappelijke doeleinden. Ad A. Het bestemmingsplan is in verband met de natuurlijke dynamische kustvorming, de in ontwikkeling zijnde planvorming van de strandbebouwing van de Solà Morales en de plannen bij Kijkduin flexibel van opzet. Er zijn dus geen vaste locaties voor de verschillende soorten strandbebouwing opgenomen (strandpaviljoen, watersportpaviljoen, maatschappelijke doeleindenvoorziening. Raadsvoorstellen

7 Binnen de, op de plankaart opgenomen exploitatievlakken is deze bebouwing mogelijk waarbij de strandhuur-overeenkomst bepalend is voor de toewijzing. Ad B. Het bebouwingspercentage ter hoogte van de centrale boulevard wordt naar 60 % gebracht met de voorwaarde dat er een strook van minimaal 5m, loodrecht op de zeelijn dient te worden gereserveerd waar uitsluitend bebouwing in de vorm van zonneboxen is toegestaan, zie ook onderwerp 4A. Vanwege de voorwaarde met betrekking tot behoud van zicht op zee en zand vanaf de boulevard, zijn de bebouwingsmogelijkheden beperkter en kan de bebouwingshoogte daar niet verhoogd worden. De opslag van de strandbedden valt buiten de reikwijdte van het bestemmingsplan en wordt geregeld in de nota Strandbeleid Een aparte ruimte benoemen is derhalve niet aan de orde. Ad C. Het huidige aantal strandpaviljoens dat legaal aanwezig is worden per exploitatienummer op de plankaart opgenomen. Ad D. Op het Noorderstrand, ten zuiden van golfbreker nr. 44 zijn inderdaad 11 strandhuurovereenkomsten voor horeca-exploitatie en geen 12. Ten noorden van golfbreker 44 staan er 38. Met onderverhuur van strandpaviljoens houdt het bestemmingsplan geen rekening. Per exploitatienummer zijn meerdere gebouwen toegestaan. Ter vermijding van misverstanden worden de voorschriften hier op bijgesteld. Ad E. Indien er de wens is bebouwing meerdere keren per strand seizoen op te richten (flexibele bebouwing), is dit in het kader van een evenement, waarvoor een evenementenvergunning nodig is, toegestaan. Ad F. Betreffende bouwhoogte op het Zuiderstrand blijft gehandhaafd. Ad G. De bouwvergunning gaat uit van een oppervlakte van 525m². De oppervlakte voor strandpaviljoens geldt in de basis voor ieder paviljoen. Wel worden de strandpaviljoens die afwijken van de standaardmaatvoering via een maatbestemming middels de voorschriften positief bestemd. Ad H. Niet de bouwverordening maar het Bouwbesluit is van toepassing voor de maximaal toegestane hoogte. In het Bouwbesluit wordt uitsluitend één minimale hoogte van de binnenruimte genoemd van 2,40m. Ad I. De vorm van de bebouwing valt niet onder de competentie van het bestemmingsplan. Daarvoor is de strandhuurovereenkomst het uitgangspunt. Ad J. In verband met de veiligheid van recreanten kan, bij gebleken behoefte, het aantal uitgebreid worden. Op grond van het bovenstaande acht het college de zienswijze onder Ad B, ten aanzien van vergroting van het bebouwingspercentage naar 60%, Ad D ten aanzien van het aantal strandpaviljoens en verduidelijking van bebouwingseisen per exploitatienummer en Ad G voor het opnemen van een maatbestemming voor van de standaard afwijkende strandpaviljoens gegrond en de overige zienswijzen ongegrond. 6. Zienswijzen over jaarrondexploitatie (reclamanten 1, 2, 4, 16 en 19): Er dient een duidelijk standpunt te worden ingenomen met betrekking tot de wenselijkheid van jaarrondexploitatie. De gemeente lijkt dit toe te staan middels pilots. Ter hoogte van beschermde natuurgebieden is het ongewenst. Vanuit oogpunt van goede ruimtelijke ordening ligt de verantwoording voor de zeewering ook bij de gemeente en moet jaarrondexploitatie worden uitgesloten. Het bestemmingsplan maakt niet meer of minder mogelijk dan de thans vigerende plannen. Op basis van de regels van de Keur en de hierop gebaseerde Strandnota van het Hoogheemraadschap van Delfland, is jaarrondexploitatie uitgesloten. Dat slechts seizoensgebonden exploitatie mogelijk is, is ook op basis van de strandhuurovereenkomst. Het al dan niet jaarrond aanwezig zijn van strandbebouwing is relevant met betrekking tot mogelijke beschadiging van de zeewering in het stormseizoen. Het Hoogheemraadschap van Delfland is hiervoor verantwoordelijk. Het gemeentebestuur heeft bij diverse gelegenheden uitgesproken de mogelijkheden voor jaarrondexploitatie in Den Haag te willen onderzoeken. In verband daarmee is een werkgroep ingesteld onder leiding van de provincie Zuid-Holland bestaande uit vertegenwoordigers van gemeente, hoogheemraadschap en Rijkswaterstaat. Bij dit onderzoek zullen de mogelijke effecten daarvan op de omliggende beschermde natuurgebieden tevens in beschouwing worden genomen Op grond van het bovenstaande acht het college de zienswijzen ongegrond. Raadsvoorstellen

8 7. Zienswijzen over het Beachstadion (reclamanten 1, 2, 4, 8, 10 en 18): A. Er moet duidelijkheid zijn over de soorten activiteiten die in het beachstadion zijn toegestaan. De bezoekers van het beachstadion leveren de horeca en detailhandel geen extra inkomsten op. Wat zijn kleinschalige culturele evenementen? B. Wat is de reden om de tijdlimitering van 3 weken voor uitbreiding van het stadion te laten vervallen? C. Het stadion kent een potentiële bezoekerscapaciteit van bezoekers per jaar dat te massaal is. D. Er gaat teveel aandacht uit naar het beachstadion en sportevenementen. Het beachstadion is te groot. Het betreffende deel van het strand waar het beachstadion gepland is, moet stil blijven. E. Betwijfeld wordt of het beachstadion 120 verkeersbewegingen per jaar kent. Daarbij veroorzaakt het stadionverkeer lastig te verwerken piekbelastingen. Bezoekers van het beachstadion en sportevenementen nemen wel parkeerplaatsen in beslag. F. Indien het Hoogheemraadschap jaarrondexploitatie toestaat, wordt dan het beachstadion ook permanent? G. Er zou één horecanummer over zijn. Wordt dit gebruikt voor het Beachstadion? Ad A. De beoordeling en invulling van te houden evenementen gebeurt niet op basis van het bestemmingsplan, maar bij de beoordeling op een evenementenvergunning, op grond van de APV. Op basis van de Strandnota kunnen in het beachstadion naast sportevenementen ook andersoortige kleinschalige evenementen plaatsvinden die passen bij de uitstraling van het beachstadion en niet alleen cultureel van aard zijn. Deze worden beoordeeld op promotionele en culturele waarde voor de stad. Conform de Evenementenvisie Rv 205 (2004; zbs.denhaag.nl/internet/ris ) zijn kleinschalige evenementen, evenementen met in totaal minder dan bezoekers. Ad B. Tijdelijke bebouwing in het kader van een evenement wordt niet gereguleerd op basis van het bestemmingsplan. Daarom is dit uit het voorontwerp verwijderd. Ad C. Een bezoekersaantal van per jaar van het beachstadion per jaar is niet aan de orde. De vrijstellingsbevoegdheid voor uitbreiding wordt uit de voorschiften verwijderd en ook de toelichting wordt aangepast op dit gegeven. Ad D. Zoals in de Structuurvisie genoemd, is het beachstadion een belangrijke voorziening. Volgens de Structuurvisie maakt de locatie waar het beachstadion gepland staat, onderdeel uit van de internationale kustzone waar de ambitie wereldstad aan zee van toepassing is. Er is geen sprake van een stiltegebied. Ad E. Zie onder 7 Ad C. Op basis van de opgenomen voorschriften met betrekking tot de capaciteit van het beachstadion (4200 m²) en uitgaande van de geplande programmering voor de komende jaren wordt een bezoekersaantal van geprognosticeerd. Voor alle te houden evenementen is daarbij het uitgangspunt dat 60 % van de bezoekers met de auto komt met een gemiddelde autobezetting is van 2,5.persoon per auto. Hieruit komt het gemiddelde aantal autoritten per etmaal op basis van het evenementenseizoen op 762. Het gemiddelde aantal autoritten per etmaal op jaarbasis komt daardoor op 107. Ten opzichte van de totale verkeersafwikkeling zijn dit geen grote aantallen. De evenementen zijn echter vaak op dagen dat ook de overige bezoekersstromen zeer groot zijn. Het (on)gemak van hoe automobilisten kunnen parkeren bepaalt de verkeersafwikkeling, nog niet zo zeer het aantal automobilisten. Ad F. Vanwege de regels van Delfland en de strandhuurovereenkomst is permanente exploitatie van de strandbebouwing, ook voor het beachstadion niet mogelijk. Zie ook onder onderwerp 6. In het geval dit in de toekomst mogelijk zou worden, zal worden bezien of het bestemmingsplan hierop dient te worden herzien. Ad G. Nee, het beachstadion is niet gepland op een exploitatienummer ten behoeve van horeca. Op grond van het bovenstaande acht het college de zienswijze onder Ad A ten aanzien van de te houden evenementen en Ad C ten aanzien van maximum aantal bezoekers beachstadion, gegrond en de overige zienswijzen ongegrond. 8. Zienswijzen over watersportpaviljoens en surfscholen (reclamanten 4, 7A, 12, 13 en 14): A. Wat is de reden van een vrijstellingsbevoegdheid voor een extra watersportpaviljoen? Plaatsing van een golfsurfschool tussen golfbreker 42 en 44 is niet wenselijk. Raadsvoorstellen

9 B. Bezwaar tegen tijdelijke surfscholen in containers en het daar toestaan om alcoholische dranken te schenken. C. De Haagse Kustzeil vereniging HKZV heeft ontheffing om het watersportpaviljoen via het Westduinpark te bereiken. D. Surfschool Hartbeach verzoekt om detailhandel gerelateerde surfsportartikelen. E. Toestaan voor HKZV van twee laagse bebouwing F. Verzocht botenparking op de plankaart op te nemen. Ad A. De Structuurvisie geeft voor het betreffende strandgebied van Scheveningen de ambitie van Mekka voor strand- en zeesporten. In het bestemmingsplan zijn op basis hiervan vrijstellingsmogelijkheden voor watersportpaviljoens opgenomen. Hierdoor zijn onder andere surfscholen mogelijk. Het is ruimtelijk niet relevant een nader onderscheid te maken tussen verschillende soorten surfscholen. De basis hiervoor wordt gelegd in de Nota Strandbeleid. Ad B. Onder de werking van het bestemmingsplan zal een dergelijke exploitatie van surfscholen niet meer mogelijk zijn. Ad C. Omdat het Zuiderstrand momenteel te smal is voor de bevoorrading van de strandpaviljoens, vindt deze plaats via het Westduinpark. Vergunningverlening hiervoor valt buiten de competentie van het bestemmingsplan. Zodra de kustversterking plaats heeft gevonden en het strand breed genoeg is, is het streven de bevoorrading via het strand te laten plaatsvinden. Dit is niet in strijd met wat er in het bestemmingsplan is opgenomen over het gebruik van het strand. Ad D. Artikel 2.35 van de voorschriften zodanig aangepast dat verkoop van surfsportgerelateerde detailhandel bij surfscholen is toegestaan. Ad E. Omdat niet alleen het kustzeilverenigingsgebouw van HKZV maar ook die van de Kust Zeil Vereniging Scheveningen (KZVS) uit twee bouwlagen bestaat, dit een gangbare vorm is en er geen redenen zijn deze situatie te beëindigen, wordt de plankaart en art van de voorschriften hierop aangepast. Ad F. Omdat zogenaamde botenparkings niet bouwvergunningsplichtig zijn, worden deze niet op de plankaart aangeduid. De strandhuurovereenkomst biedt hiervoor voldoende waarborgen. Op grond van het bovenstaande acht het college de zienswijze onder Ad D, ten aanzien van toestaan surfsportgerelateerde detailhandel en Ad E ten aanzien van bestaande tweelaagse bebouwing voor kustzeilverenigingen, gegrond en de overige zienswijzen ongegrond. 9. Zienswijzen over verkeer en parkeren (reclamanten 2, 3, 4, 7A, 7B, 8, 9, 12 en 24): A. Het bestemmingsplan kan pas worden vastgesteld wanneer er een deugdelijk integraal verkeersplan is, waarbij rekening is gehouden met normen voor luchtkwaliteit en geluid. B. De compensatie van parkeerplaatsen dient definitief in het plan te worden opgenomen. Deze parkeerplaatsen worden onevenredig verdeeld. Ook de parkeerplaatsen van het Zwarte Pad dienen daarbij betrokken te worden. C. Door onttrekking van de 575 parkeerplaatsen worden paviljoenhouders economisch benadeeld. D. Afgevraagd wordt hoe de paviljoens bevoorraad worden. In de voorschriften dient een verbod te worden opgenomen zodat bevoorrading niet via de duinen plaats kan vinden. De regels over bereikbaarheid, laden/lossen en invalidenparkeerplaatsen moeten in voorschriften worden opgenomen. E. De Strandweg is een hoofdontsluitingsweg. F. Regels over bereikbaarheid, verkeer en parkeren moeten in voorschriften worden opgenomen. Ad A. Alle relevante verkeersaspecten zijn bij de vaststelling van dit plan goed afgewogen. Voor het onderhavige plan is geen integraal verkeersplan noodzakelijk. De verkeersaspecten uit het onderhavige bestemmingsplan zullen deel uit gaan maken van een integraal verkeersplan op basis van het masterplan Scheveningen Kuststrook. In verband met de reconstructie van de Strandweg (boulevard) is er zowel luchtonderzoek als akoestisch onderzoek verricht. In het luchtonderzoek zijn, buiten het fijnstof, de luchtverontreinigingscomponenten bezo(a)pyreen, benzeen, zwaveldioxide en koolmonoxide meegenomen in de berekeningen. De conclusie is dat de luchtkwaliteit geen belemmering vormt voor de ruimtelijke besluitvorming omtrent de reconstructie van de Strandweg. Uit het akoestisch onderzoek blijkt dat de rijweg kan worden verplaatst, indien wordt voldaan aan extra voorwaarden. Deze betreffen de materialisatie van de rijweg en het in gebruik nemen van de rijweg als 30 km/u gebied. Daarnaast wordt zwaar verkeer zo veel mogelijk geweerd en wordt de voorgenomen ligging bij de gedenknaald zeewaarts verschoven Raadsvoorstellen

10 Ad B. De Boulevard wordt op basis van de Structuurvisie en het Masterplan Scheveningen heringericht (Zeekant / de Solà-Morales) waarbij de aanwezige parkeerplaatsen verplaatst worden naar parkeergarages. Het is essentieel dat de parkeerplaatsen die in het plangebied van de boulevard gelegen zijn en worden opgeheven als gevolg van de herinrichting, gecompenseerd worden. Deze compensatie vindt plaats in de vorm van te bouwen parkeergarages onder het Circusplein en Badhuiskade/Havenkade. Hierdoor zal er geen sprake meer zijn van onevenredigheid. De parkeerplaatsen op het Zwarte Pad en de keerlus bij het Zwarte Pad zijn buiten het plangebied gelegen en daarom voor het onderhavige bestemmingsplan niet relevant. Ad C. De parkeerplaatsen worden zoveel mogelijk in de directe omgeving van de boulevard gecompenseerd. Daarnaast levert de planvorming van de nieuwe boulevard ook economisch voordeel op. Ad D. Bevoorrading voor alle, bij de nieuwe boulevard gesitueerde paviljoens blijft mogelijk via de boulevard waarbij hetzelfde regime van venstertijden geldt als bij bevoorrading via de wandelpromenade. Op basis van het bestemmingplan kunnen geen verkeersverboden ingesteld worden. Voor bevoorrading via de duinen, zie ook onderdeel 8 onder c. Ook de bereikbaarheid voor invaliden is voldoende gewaarborgd. Ad E. Op basis van de Nota verkeerspan 2001 verkeersbeleid tot 2010 is de strandweg geen hoofdontsluitingsweg. Daarbij komt dat de herinrichting voorziet in het instellen van een 30 km/uurregiem wat onverenigbaar is met de functie van hoofdontsluiting. Ad F. De voorschriften en de plankaart van een bestemmingsplan dienen te voldoen aan de vereisten van de Wet ruimtelijke ordening en het Besluit ruimtelijke ordening. Het bestemmingsplan strekt er met name toe om op basis van ruimtelijk relevante overwegingen bestemmingen met daarbij behorende bebouwingsregels mogelijk te maken. De keuze van bestemmingen leiden tot een plan dat voldoet aan de eisen die aan een goede ruimtelijke ordening gesteld kunnen worden. Het past niet om in de voorschriften wetten en verordeningen te herhalen. De in de toelichting opgenomen wetgeving en beleid zijn wel van invloed op de keuze van de bestemmingen en voorschriften. Bij de bouwvergunningprocedure wordt het bouwplan op overige wetgeving en verordeningen getoetst. Op grond van het bovenstaande acht het college de zienswijzen ongegrond. 10. Zienswijzen over reconstructie boulevard, autorijbaan (reclamanten 1, 2, 3, 18, 19, 20A, 20B, 21, 22, 23, 24, 25, 26 en 27): A. De rijbaan komt pal langs bestaande woningen te liggen, waarmee de leefbaarheid, het milieu, woongenot en verlies van uitzicht van bewoners in het geding is. Het plan veroorzaakt extra verkeersdruk.de openbare verlichting wordt 15 meter hoog, wat tot overlast voor bewoners in appartementen leidt. B. Doordat de rijbaan met parkeerplaatsen dichterbij de woningen komt, komt ook overlast van jeugd die de parkeerplaatsen als verzamelplaats gebruikt, dichterbij. C. De geplande motorparkeerplaatsen voor de woningen levert overlast op. D. De mogelijkheid van een tweede rijstrook blijft bestaan, wat ten koste gaat van het langzaam verkeer. Kan de boulevard niet in het geheel autovrij gemaakt worden of anders voor een groter deel en met een geluidsscherm? Kan de brug ter hoogte van Seinpostduin ook niet over de autorijbaan? Ad A. Het uitgangspunt voor de herinrichting van de boulevard is een hoogwaardige verbinding tussen Bad, Dorp en Haven. Voor het deel van de Boulevard tussen Scheveningseslag en het dorp is ervoor gekozen om de weg met parkeren verhoogd op de dijkhelling aan te leggen, onder andere ter hoogte van de huidige Zeekant, waardoor een flink deel van de boulevard vrijgemaakt wordt voor langzaam verkeer en recreëren. Relevante verkeersaspecten en de belangen van de bewoners zijn bij de vaststelling van onderhavig plan goed afgewogen, zie ook onderdeel 9, a. Op de Boulevard wordt minder verkeer verwacht: het wordt éénrichtingsverkeer, er mag niet harder gereden worden dan 30 km/u en zwaar verkeer wordt zo veel mogelijk geweerd. In de nieuwe situatie is er geen ventweg meer tussen Schuitenweg en Keizerstraat, bereikbaarheid blijft mogelijk en is uitgangspunt. Omdat men niet meer via de Vuurbaakstraat de Boulevard op kan, zal het verkeer naar verwachting nabij de Zeekant- Vuurtorenstraat afnemen. Om visuele hinder zoveel mogelijk te beperken wordt de rijbaan, ten opzichte van het Voorlopig Ontwerp, meer zeewaarts en verlaagd aangelegd. Tevens wordt er een muur bij de Zeekant aangelegd. Positionering van lichtmasten is zodanig dat geen overlast voor bewoners ontstaat. Raadsvoorstellen

11 Ad B. Overlast is geen ruimtelijk relevant onderwerp. In de Algemene Politie Verordening (APV) is voor de kuststrook een specifieke regeling opgenomen om overlast tegen te gaan. Onder andere is vastgelegd dat opgetreden kan worden tegen geluidsoverlast uit auto s. Naast repressief en handhavend optreden door de politie wordt ook ingezet op de aanwezigheid van het Stedelijke Mobiele Jongeren Team (SMJT) langs de kuststrook. De aanpak om op deze wijze door jongerenteams hangjongeren te beperken is succesvol gebleken. Ad C. De voorgenomen locatie van de motorenparkeerplaats is in het ontwerp van de boulevard verplaatst naar de tramkeerlus, tussen rijbaan en fietspad. Ad D In het kader van het Masterplan Scheveningen wordt nu een totaalverkeersplan gemaakt. In alle scenario s is voor de boulevard uitgegaan van éénrichtingsautoverkeer. Het geheel autovrij maken van de Boulevard zou onder andere inhouden dat er 1000 parkeerplaatsen elders gerealiseerd moeten worden, wat mede vanwege de beperkte bebouwingsmogelijkheden op de zeewering niet reëel is. Op basis van de te treffen milieumaatregelen is geen geluidsscherm nodig. Vanwege vermindering van visuele hinder, zal er een muur bij de Zeekant worden aangelegd, wat naar verwachting ook vermindering van geluidsoverdracht zal bewerkstelligen. De brug komt niet bij de Keizerstraat maar bij Seinpostduin. Ruimtelijk gezien is het niet inpasbaar om de brug over de rijbaan te situeren. Op grond van het bovenstaande acht het college de zienswijze onder Ad C ten aanzien van de verplaatsing van de motorenparkeerplaats gegrond en de overige zienswijzen ongegrond. 11. Zienswijzen over de Solà-Morales wandelboulevard (reclamanten 2, 3, 4, 9, 19, 24 en 27): A. De lage boulevard werkt verrommeling bij paviljoens in de hand. Er vindt toenemend overlast plaats van paviljoens in verband met geluid. Verzocht wordt om een fietspad in beide richtingen. B. Er is te weinig groen, er zijn meer toiletvoorzieningen nodig, de kiosken moeten op de plankaart. Verzoek om ondergrondse vuilcontainers. C. De voorgestelde open gevels aan de oostzijdepaviljoens bieden geen meerwaarde voor de bedrijfsvoering. Wat is het thema van de paviljoens? Ad A. Door een nauwgezette situering van de paviljoens en de vertaling hiervan in de strandhuurovereenkomsten, wordt vermeden dat er verrommeling plaatsvindt. Daarnaast worden eisen gesteld aan het uiterlijk van de nieuw te bouwen paviljoens. Voor overlast in verband met geluid is de APV van toepassing, zie ook onderwerp 10B. het geplande fietspad op de boulevard is voor twee richtingen. Ad B. Het ontwerp van de Boulevard kent veel hoogteverschillen. Op veel plaatsen worden deze hoogteverschillen overbrugd met taluds waarop duingrasbegroeiing wordt aangebracht. Bij te steile hellingen is dat niet mogelijk en gebeurt dat met verharding. Het planten van bomen is vanwege klimatologische omstandigheden (wind en zout) niet mogelijk. Wel zullen de mogelijkheden voor tijdelijk groen in bakken worden onderzocht. Het bestemmingsplan maakt openbare toiletvoorzieningen, (ondergrondse) huisvuilcontainers en kiosken op de boulevard mogelijk (art 7, Verkeersdoeleinden-straat). De exacte locatie van de kiosken en toiletvoorzieningen staan (nog) niet vast zodat deze niet op de plankaart staan opgenomen. Ad C. De vorm, indeling en het thema van de strandpaviljoens is geen onderwerp waar het bestemmingsplan op toeziet. In overleg met de paviljoenhouders wordt dit bepaald. Op grond van het bovenstaande acht het college de zienswijzen ongegrond. 12. Zienswijzen over natuur (reclamanten 3, 4, 9, 19, 24, 27 en 29): A. Het nieuwe duingebied dat door de Delflandse kustuitbreiding ontstaat, valt onder de Europese Habitatrichtlijn en dient te worden opgenomen in de bestemmingsplannen voor de duinen en niet in het onderhavige plan. B. Het in artikel 5 (Natuur-duinen) opnemen van behoud en herstel van natuurwaarden houdt in de duinen weer strand kunnen worden. In het nieuwe duingebied passen geen wegen anders dan vluchtwegen. C. In de voorschriften ontbreken randvoorwaarden die in de Voortoets flora en fauna bestemmingsplan Strand, 29 april 2008 staan opgenomen. Het bestemmingsplan maakt Horeca in categorie III en IV mogelijk. Gezien de overlast van evenementen en nachtontheffingen dient dit bij de paviljoens ter hoogte van de Natura-2000 gebieden niet te worden toegestaan. D. Evenementen en nachtontheffingen mogen niet worden toegestaan ter hoogte van de beschermde natuurgebieden. Vergroting van strandexploitaties ter hoogte van natuurgebieden is niet aan te bevelen. De bestaande bouwhoogten van de strandbebouwing voor het Zuiderstrand mag niet veranderen en moet worden vastgelegd in de voorschriften. Raadsvoorstellen

12 E. De toelichting dient te worden aangevuld met de Nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur, Beleidsplan voor het Haagse Groen , Ontwikkelingsvisie Stedelijke Ecologische Verbindingszones en Groenproof. F. De voorschriften moeten worden aangepast op de Nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur, Beleidsplan voor het Haagse Groen , Ontwikkelingsvisie Stedelijke Ecologische Verbindingszones en Groenproof. Er moeten voorschriften worden opgenomen om te voldoen aan het keurmerk Internationale Blauwe Vlag. De voorschriften moeten worden aangevuld om de ambitie uit het gebiedsgericht milieubeleid waar te kunnen maken. Ook moeten voorschriften worden opgenomen uit de randvoorwaarden voor geluid, milieu en luchtkwaliteit. G. Doordat de strandhoofden onder zand verdwijnen, verdwijnt er een uniek rust en foerageergebied. Ad A. Een deel van het bestemmingsplan binnen de bestemming Natuur-Duinen (art 5) is een witte vlek, waarvoor geen bestemmingsplan geldt. Mede in het kader van het eerder genoemde voorbereidingsbesluit Witte vlekken gebieden en de inwerkingtreding op 1 juli 2008 van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening, dient het hele grondgebied van Den Haag zo spoedig mogelijk voorzien te zijn van actuele bestemmingsplannen. Wanneer de bestemmingsplannen van de duinen op termijn geactualiseerd worden, kan overwogen worden de duinbestemming uit het onderhavige bestemmingsplan hieraan toe te voegen. Omdat de duinuitbreiding als gevolg van het kustversterkingsplan voor de Delflandse kust kunstmatig en niet op natuurlijke wijze plaats vindt is, valt de uitbreiding volgens het Ministerie van LNV niet onder de Natura2000 aanwijzing. Overigens is de beschermde werking voor de natuur gebaseerd op de Natuurwetgeving en niet op het bestemmingsplan. Ad B. Behoud en herstel van natuurwaarden heeft betrekking op de bestemming Natuur- Duinen, niet op een eerdere bestemming. Het nieuwe duingebied sluit naadloos aan op het bestaande duingebied waarop dezelfde doeleinden voor wegen van toepassing zijn. Ad C. De conclusies uit het flora en fauna onderzoek zijn overgenomen in de toelichting. Daarbij is echter niet in beschouwing genomen dat de horecacategorie van strandpaviljoens, voor zover deze gelegen zijn in de directe nabijheid van Natura-2000 gebied zijn niet uitgebreid mag worden. Vanwege het bestaande gebruik als horecacategorie 2 op grond van de APV, worden de betreffende paviljoens beperkt tot categorie III dat overeenkomt met deze categorie van de APV. Ad D. Het bestemmingsplan vormt niet het toetsingskader voor evenementenvergunningen en verlening van nachtontheffingen. De APV vormt daarvoor de grondslag. Op basis van het gehouden flora en faunaonderzoek is de invloed van de paviljoens op het natuurgebied onderzocht. Daarbij is geconcludeerd dat binnen de daartoe opgenomen exploitatievlakken, de strandpaviljoens geen natuurschade veroorzaken op het achtergelegen beschermde natuurgebied. Het ruimtebeslag aan strandpaviljoens dient daarbij gelijk te blijven. Zoals thans voorzien, wordt hieraan voldaan. Ad E. In de toelichting wordt aangevuld met de Nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur, beleidsplan voor het Haagse Groen, Ontwikkelingsvisie Stedelijke Ecologische Verbindingszones en Groenproof. Ad F. Het plangebied behoort niet tot de Stedelijke groene hoofdstructuur en maakt geen deel uit van de Stedelijke Ecologische Hoofdstructuur. Vanwege het conserverende karakter en het gegeven dat het bestemmingsplan geen groengebieden en woningen bevat, komt het groenbelang, in verband met Groenproof niet in gevaar. Doordat het duingebied wordt uitgebreid, neemt het Haagse groen 18, 8 ha toe. De vereisten om een Internationale Blauwe Vlag te behalen kunnen niet omgezet worden in ruimtelijke relevante voorschriften die de burgers binden. In artikel 4 Rioolwaterpersleiding is wel een bebouwingsvrije strook opgenomen. Overige regels zoals het verplicht aansluiten van riolering van strandbebouwing zijn niet ruimtelijk relevant en kunnen niet in voorschriften omgezet worden. De ambities voor het Gebiedsgericht milieubeleid en milieubewust bouwen zijn bovenwettelijk. Deze kunnen niet in burgers bindende voorschriften vastgelegd worden. Het bestemmingsplan heeft een conserverend karakter en de voorschriften voldoen aan ruimtelijk relevante beperkende factoren van geluid, luchtkwaliteit en bodem. Over de beperkingen van voorschriften, zie ook onderdeel 9F. Ad G. Het betreft een gevolg vanwege het kustversterkingsplan voor de Delflandse kust. Uit de Natuurtoets ten behoeve van de versterking voor de Delflandse Kust ( /WG-SE ) blijkt dat daardoor de beschermde soorten niet worden aangetast. Op grond van het bovenstaande acht het college de zienswijze onder Ad C ten aanzien van beperking horecacategorie bij natuurgebieden en Ad E ten aanzien van het opnemen van diverse gemeentelijk natuurbeleid, gegrond en de overige zienswijzen ongegrond. Raadsvoorstellen