Hieronder volgt een korte beschrijving van alle ingekomen klachten.

Transcriptie

1 Hieronder volgt een korte beschrijving van alle ingekomen klachten. Onterechte naheffingsaanslagen (8) (25498) Verzoekster parkeert haar auto op de weg, omdat een hek (bouwwerkzaamheden) de reguliere parkeerplaatsen blokkeren. Cition legt een naheffingsaanslag op. Verzoekster is het daar niet mee eens, onder andere opdat de auto niet op een fiscale parkeerplaats staat en Cition dan niet bevoegd is een naheffingsaanslag uit te schrijven. Daarnaast uit de vrouw een klacht over de contacten met de controleur. Deze klacht wordt eerst door Cition zelf behandeld. Over de vraag waar Cition wel en niet optreedt, stelt de ombudsman onderzoeksvragen. De ombudsman wacht momenteel (17-11) nog op een reactie van Cition. (25545) Verzoeker laadt een gerepareerde fiets van zijn dochter uit zijn auto en zet deze in het fietsenrek. Verder laat hij zijn dochter en zoontje instappen. Terwijl hij dit doet, ziet hij een medewerker van Cition op een scooter staan. Achteraf ontvangt hij een naheffingsaanslag. Hij dient een bezwaar in. Het bezwaar wordt afgewezen omdat de medewerkster heeft aangegeven geen laad- en loshandelingen te hebben gezien. Cition legt uit wanneer er sprake is van parkeren: als een bestuurder het voertuig vrijwillig stopt en het voertuig laat staan. Ook in het geval er iets moet worden weggebracht of opgehaald, moet onmiddellijk parkeerbelasting worden betaald. Ook als de motor nog draait en de alarmlichten aan staan. Deze zaak geeft de ombudsman geen aanleiding om onderzoek te doen of te interveniëren. Wel roept deze zaak meer in het algemeen de vraag op bij de ombudsman, hoe er straks, als er geen opvolgende controleurs meer zijn, gecheckt kan worden of iemand staat te laden en lossen. (25557) Verzoekster legt voor dat zij haar auto even langs de weg stilzet omdat haar dochtertje tijdens de autorit begint over te geven. Verzoekster vervolgt haar route nadat zij haar dochtertje te hulp is gekomen en rijdt door naar haar bestemming, het huis van een tante. Omdat een persoon bij de automaat staat, brengt zij haar dochtertje snel naar boven bij de tante. Zij betaalt op dat moment geen parkeergeld en krijgt zowel tijdens de stop als na aankomst bij haar tante een naheffingsaanslag opgelegd. De controleur laat weten begrip te hebben voor haar situatie, maar niets meer voor verzoekster te kunnen doen. Zij wendt zich tot de ombudsman, die haar adviseert eerst bezwaar te maken. Daarna kan ze zich desgewenst opnieuw tot de ombudsman wenden. (25594) Verzoekster parkeert haar auto op de Da Costakade. Naar de parkeerautomaat lopend beseft ze dat ze zich via belparkeren wil aanmelden. Ze loopt terug richting de auto en zet haar telefoon aan (die staat altijd uit als ze rijdt). Vervolgens loopt ze toch weer een beetje terug naar de paal/automaat voor de aanmeldcode en meldt ze zich aan. Kort daarop ontvangt verzoekster een nha. Ze maakt bezwaar en voert aan dat ze de controleur goed kan omschrijven en dat hij kennelijk niet heeft gezien dat ze zich had aangemeld / haar auto niet genoeg heeft gecontroleerd. Verzoekster dient verder een uitdraai van haar frequente belparkeersessies in. Cition laat weten dat om 9.37 uur een scanauto is langsgereden en dat toen niet was betaald. Om 9.48 stelden controleurs vast dat er geen betalingshandelingen (hadden) plaats(ge)vonden en is de naheffingsaanslag opgelegd. Uit de registratie van Cition blijkt dat om 9.49 uur is betaald. Cition laat weten strikt vast te houden aan het moment van controle om te voorkomen dat mensen zich alsnog aanmelden als de controleur langsrijdt. Gezien het belang dat Cition heeft om calculerend aanmeldgedrag te voorkomen en gezien de tijd tussen het scannen van de auto en het aanmelden, geeft deze zaak de ombudsman geen aanleiding voor het doen van onderzoek.

2 (25615) Verzoeker woont in Assen. In juni en augustus wordt een naheffingsaanslag opgelegd voor parkeren in Amsterdam Oost, waar hij niet is geweest. Hij maakt beide keren bezwaar. Verzoeker deelt mee dat de naheffingsaanslagen bedoeld zijn voor een ander kenteken: door het schroefje op de plaat wordt de 5 voor een S aangezien. Beide bezwaarschriften worden gegrond verklaard. De man wil niet opnieuw door de fout getroffen worden en bezwaar moeten maken en wendt zich tot de ombudsman. De ombudsman vraagt wat Cition kan doen om herhaling te voorkomen. Daarop laat Cition weten dat het kenteken van verzoeker is opgenomen op een lijst met aandachtskentekens. Deze lijst wordt dagelijks gematcht met de opgelegde aanslagen, om te controleren of de aanslag terecht is. De ombudsman acht de interventie geslaagd en sluit het dossier. (25667) Verzoeker ontvangt de ene naheffingsaanslag na de andere. Hij neemt contact op met om na te gaan wat er aan de hand is. Het blijkt dat volgens de gegevens van Cition, verzoeker zijn vergunning heeft opgezegd. Verzoeker heeft echter nooit zijn vergunning opgezegd. Wel is hij naar de balie van Cition gegaan om zijn vergunning op een nieuw kenteken over te laten zetten. Er lijkt dus iets te zijn misgegaan. Verzoeker gaat in bezwaar, maar blijft aanmaningen ontvangen. Hij komt daarom eveneens naar het inloopspreekuur van de ombudsman. De ombudsman intervenieert en vraagt Cition de zaak met spoed op te pakken en de invordering van DBGA op te schorten. Cition overlegt inderdaad een opzeggingsformulier van de vergunning van verzoeker met zijn handtekening eronder. De ombudsman maakt duidelijk dat dit nooit de bedoeling van verzoeker is geweest. Cition doet daarop onderzoek. Uit onderzoek blijkt dat de vergunning is stopgezet middels een opzeggingsformulier welke door verzoeker is ingevuld en ondertekend op 23 juli Tevens is gebleken dat op 28 juli 2014, wederom op verzoek van verzoeker, een kentekenwijziging werd doorgevoerd. Alhoewel niet goed te achterhalen is wat er precies over en weer is gezegd en wat de medewerkster is gevraagd, is besloten om in het voordeel van verzoeker te beslissen nu achteraf is gebleken dat verzoeker in die periode inderdaad van voertuig wisselde. Cition herstelt daarop de vergunning en wijst het bezwaar van verzoeker toe. Verzoeker is tevreden en de ombudsman sluit het dossier. (25701) Verzoeker, die zich via een gemachtigde tot de ombudsman wendt, heeft een parkeervergunning die hij vanwege ziekte niet op tijd heeft betaald. Daardoor is de vergunning komen te vervallen. In een redelijk korte periode legt Cition 26 naheffingsaanslagen op. De auto wordt in beslag genomen door de Dienst Belastingen Gemeente Amsterdam. De ombudsman wil weten waarom Cition blijft doorgaan met het opleggen van naheffingsaanslagen en vraagt de dienst hoe het zo heeft kunnen lopen. De ombudsman is nog in afwachting van een reactie van Cition (17-11). (25715) Verzoeker krijgt een naheffingsaanslag voor parkeren in Amsterdam West, terwijl hij op dat moment op zijn werk in Zaandam is. Zijn bezwaarschrift is ongegrond verklaard. Verzoeker volhardt in zijn stelling en vraagt daarom aan Cition om een foto van zijn auto gemaakt door de scanauto. Daarop ontvangt hij van Cition een foto van slechts het kenteken. Hij kan zich hier niet in vinden en wendt zich tot de ombudsman. De ombudsman vraagt Cition onder andere of het mogelijk is om meer te overleggen dan alleen een afdruk van het kenteken, bijvoorbeeld een overzichtsfoto. Cition laat weten dat de scanauto s slechts foto s van het kenteken maken, niet van de gehele auto. Verder geeft de scanauto de GPS-locatie aan van het gescande voertuig. De scanauto stuurt de foto van het kenteken, wanneer er niet betaald 2

3 is, naar de opvolgende controleur (lopend of op een scooter). Deze controleur controleert vervolgens of de scan en het kenteken inderdaad overeenkomen en of er geen sprake is van waarneembare laad- en losactiviteiten of een zichtbare betaalhandeling op straat. Indien dat niet het geval is, wordt er een naheffingsaanslag opgelegd. De ombudsman acht de gegevens die Cition verzamelt; de foto van het kenteken door de scanauto, de GPS aanduiding en de waarneming van de opvolgende controleur tesamen voldoende bewijslast. Een getuigenverklaring van verzoeker is niet afdoende om Cition te vragen de naheffingsaanslag te heroverwegen. De ombudsman sluit het dossier. (25742) Verzoeker krijgt een naheffingsaanslag terwijl hij nog nooit met zijn auto in Amsterdam is geweest. Hij heeft hierover telefonisch contact opgenomen met de gemeente en er is hem gezegd, dat er sprake zou zijn van een scanfout en dat de aanslag zou worden ingetrokken. De dag voordat hij naar het buitenland op vakantie vertrekt ontvangt hij echter een dwangbevel. Hij belt opnieuw en krijgt dan te horen, dat hij schriftelijk bezwaar moet maken. Tijdens zijn vakantie ontvangt hij bericht van thuis, dat er inmiddels een brief is waarin gedreigd wordt met beslaglegging. De man wendt zich tot de ombudsman. De ombudsman vraagt DBGA de invordering even aan te houden en neemt contact op met Cition. Hierop trekt Cition de naheffingsaanslag (en alle invordering) in. De ombudsman sluit het dossier na een geslaagde interventie. Behandeling bezwaarschrift (7) (25433) Verzoeker krijgt een naheffingsaanslag opgelegd, terwijl hij tegelijkertijd aan de overkant van de weg een parkeerkaartje had gekocht. Verzoeker maakt bezwaar, maar dat wordt ongegrond verklaard. Verzoeker is van mening dat de motivering van Cition op het bezwaarschrift inhoudelijk tekort schiet en onzorgvuldig is. Uiteindelijk heeft Cition, toen de zaak in beroep aan de rechtbank werd voorgedragen, de naheffingsaanslag alsnog ingetrokken. Omdat Cition inmiddels een vertraging heeft ingebouwd tussen scannen van het kenteken en opleggen van een naheffingsaanslag om problemen als deze te voorkomen, ziet de ombudsman geen aanleiding voor nader onderzoek. Ten aanzien van de behandeling van het bezwaarschrift is duidelijk dat Cition steken heeft laten vallen. Deze zaak onderstreept het belang van een goede inhoudelijke bezwaarbehandeling. (25447) Verzoeker parkeert in Amsterdam maar kan wegens een storing van de automaat niet betalen. Hij belt met de storingslijn en probeert het bij een andere automaat. Ook daar lukt het niet om te betalen. Verzoeker geeft het op en Cition legt een naheffingsaanslag op. De man maakt bezwaar, maar ontvangt geen reactie. Daarom wendt hij zich tot de ombudsman. De ombudsman vraagt Cition om nog eens naar de zaak te kijken. Daarop laat Cition weten dat er inderdaad twee mislukte betaalpogingen zijn terug te vinden bij de eerste automaat; waarschijnlijk vanwege een storing. Bij de andere automaten in de buurt zijn geen betaalpogingen op (de laatste cijfers van) verzoekers kenteken terug te vinden. Cition ziet geen aanleiding de naheffingsaanslag in te trekken. In zijn algemeenheid deelt Cition mee hoe dergelijke zaken, waarin door een storing niet bij een bepaalde automaat kan worden betaald, worden gewogen: de omstandigheden van het individuele geval zijn met name van belang. Ten aanzien van het bezwaarschrift is gebleken dat de beslissing wel is genomen, maar niet direct was verstuurd omdat Cition geen adresgegevens van de man had. Inhoudelijk was de beoordeling van de zaak aan de maat. (25460) Verzoeker komt een dagje naar Amsterdam voor de Albert Cuypmarkt en parkeert zijn auto in de van Woustraat. Hij loopt naar de dichtstbijzijnde automaat en constateert dat er een 3

4 maximale parkeerduur van 1 uur is. Dat is voor verzoeker te kort en daarom besluit hij elders te parkeren. In de tussentijd rijdt een scanauto van Cition langs en ontvangt hij een naheffingsaanslag. Verzoeker dient een bezwaarschrift in. Verzoeker doet in het bezwaarschrift zijn verhaal en toont aan dat hij ongeveer 12 minuten na het scannen van de auto in een zijstraat in de omgeving heeft geparkeerd (en parkeerbelasting heeft betaald) voor de duur van twee uur. Het bezwaarschrift wordt ongegrond verklaard met als argument dat de parkeerbelasting een objectieve belasting is en er geen rekening wordt gehouden met persoonlijke omstandigheden van belastingplichtigen en dat er strikt vastgehouden wordt aan het moment van controle op aangemelde parkeerrechten om te voorkomen dat parkeerders zich alsnog snel aanmelden bij hun belprovider. De ombudsman verzoekt Cition om de beslissing op het bezwaarschrift te heroverwegen omdat onvoldoende op de specifieke zaak is ingegaan. Daarop besluit Cition ambtshalve het bezwaar alsnog gegrond te verklaren en de naheffingsaanslag in te trekken. Het reeds betaalde bedrag wordt gerestitueerd. (25470) Verzoeker bezoekt zijn vader in Zuid. Zijn vader heeft een bewonersparkeervergunning die geldig is voor het (deel)parkeergebied Zuid 3. Met een parkeervergunning als deze kan volgens de website van Cition ook geparkeerd worden in Zuid 4 (en andersom). Omdat zijn vader 65+ is komt hij tevens in aanmerking voor een kraskaartvergunning voor bezoekers. Verzoeker maakt gebruik van zo n kraskaart en parkeert zijn voertuig in Zuid 4 (in de veronderstelling dat voorwaarden aan de bewonersvergunning exact hetzelfde zijn als de kraskaartvergunning) en is vervolgens samen met zijn vader een hapje gaan eten. Enkele dagen later valt er een naheffingsaanslag parkeerbelasting op de deurmat. Verzoeker (in de veronderstelling dat hij in zijn recht staat) dient een bezwaarschrift in. Cition verklaart het bezwaarschrift ongegrond: De kraskaartvergunning is alleen geldig in deelparkeergebied Zuid 3 en niet in Zuid 4. Verzoeker kan zich hier niet in vinden en verwijst naar de informatie op de website van Cition. Bovendien beklaagt hij zich over de lange duur van de afhandeling van het bezwaarschrift. Hij wendt zich tot de ombudsman. Die concludeert dat de informatie op de website duidelijk is. De behandelduur van het bezwaarschrift, zeven weken, biedt geeft de ombudsman evenmin aanleiding tot het doen van onderzoek. (25586) Verzoekster klaagt over de duur van de bezwaarbehandeling van Cition: Op 6 augustus 2014 heeft zij nog geen beslissing op haar bezwaar (tegen een naheffingsaanslag) van 18 juni 2014 ontvangen. Dit stoort haar omdat in de ontvangstbevestiging van Cition het volgende staat: De afdeling bezwaar en beroep handelt uw bezwaarschrift binnen zes weken af. Aan deze termijn kunt u ons houden. Als zij vervolgens naar de gemeente belt, krijgt zij te horen dat wegens vakantiedrukte de afhandeling langer op zich kan laten wachten. Kort na dit telefonisch contact ontvangt zij de beslissing op bezwaar, gedateerd 9 augustus Verzoekster is het niet eens met de naheffingsaanslag, omdat voor haar onvoldoende duidelijk was dat zij niet meer gratis kon parkeren in het gebied (omgeving NDSM werf). Weliswaar zag verzoekster in de omgeving van de parkeerlocatie parkeerautomaten verschijnen, maar die staan niet op of nabij de parkeerlocatie. De ombudsman oordeelt dat de informatie over het geldende parkeerregime duidelijk is via de kaart parkeertarieven Amsterdam op cition.nl. Hier staat het gebied NDSM als betaald parkeren tegen een tarief van 1,30 per uur aangegeven. Dit biedt de ombudsman geen aanknopingspunten voor onderzoek. Het signaal over de tekst daar kunt u ons aan houden, zal de ombudsman, samen met andere signalen, afgegeven aan Cition. (25675) Verzoekster betaalt het halfjaarbedrag van haar parkeervergunning. Bij het online bankieren selecteert ze zonder het door te hebben het rekeningnummer van Cition kraskaarten in plaats van het rekeningnummer voor vergunningen. Dat er iets niet klopt, merkt ze wanneer 4

5 ze ineens een naheffingsaanslag ontvangt. Ze betaalt de vergunning opnieuw aan de balie en maakt bezwaar tegen de naheffingsaanslag. Daarin geeft ze aan wanneer ze de vergunning al betaald heeft (met de relevante data). Op deze argumenten gaat Cition in bezwaar niet in: men heeft het alleen over de te late betaling aan de balie. Het bezwaar wordt ongegrond verklaard. Verzoekster wendt zich tot GO, die intervenieert. Hierop maakt Cition de dubbele betaling ongedaan en later neemt Cition tweede uitspraak op bezwaar. De naheffingsaanslag wordt ingetrokken en het bedrag wordt teruggestort. Verzoekster is tevreden en de ombudsman sluit het dossier. Wel valt aan deze zaak op dat Cition al ten tijde van het indienen van het bezwaarschrift over alle relevante informatie beschikte. Het is jammer en onjuist dat het bezwaar aanvankelijk ongegrond is verklaard. Intrekken vergunning (5) (25437) Cition trekt met een beslissing van begin juni verzoeksters bedrijfsparkeervergunning per eind juni in, omdat verzoekster niet meer aan de voorwaarden zou voldoen (later blijkt dat op hetzelfde adres twee marktvergunningen zijn verstrekt, wat in strijd is met het beleid van de gemeente). Verzoekster tekent bezwaar aan en dient een verklaring in waaruit blijkt dat zij dagelijks op de markt staat. Ook wendt ze zich tot de ombudsman. Wanneer de ombudsman telefonisch contact opneemt om de zaak te bespreken, blijkt het acute probleem te zijn opgelost: er is tijdelijk een vergunning op grijs kenteken verstrekt. De ombudsman adviseert verzoekster de afhandeling van het bezwaarschrift af te wachten en sluit het dossier. (25485) Verzoekster heeft naast een inpandige parkeergarage bij haar woning een bedrijfsparkeervergunning bij die woning. Op het uittreksel van de Kamer van Koophandel staan twee adressen van haar bedrijf vermeldt. Ze heeft als officieel adres voor haar bedrijf een ander adres dan haar woonadres gekozen, omdat ze met tbs-ers werkt. Cition trekt de bedrijfsvergunning in bij controle van rechtmatigheid op basis van het feit dat het andere adres van haar bedrijf als eerst op het KvK uittreksel staat. Na telefonisch contact met Cition, waarin de medewerkster van Cition bekend raakt met de inpandige parkeerplek bij verzoeksters woning, trekt Cition de vergunning in. Verzoekster dient in maart 2014 een bezwaarschrift in en bij uitblijven van een reactie stuurt ze een . Als ze daar niets op hoort belt ze met een medewerker van Cition die ze eerder had gesproken, die de vergunning weer geactiveerd heeft. Haar bezwaarschrift heeft ze toen ingetrokken. Echter in juli 2014 ontvangt verzoekster weer een brief met dezelfde aankondiging van intrekking. Het lijkt een herhaling van zetten te worden en ze wendt zich tot de ombudsman. Cition heeft ondertussen haar bezwaarschrift uit maart 2014 ook als bezwaarschrift tegen het tweede intrekkingsbesluit in behandeling heeft genomen. Haar bezwaarschrift wordt uiteindelijk in november 2014 afgewezen. Verzoekster beraadt zich nu over een weg naar de rechter of naar de ombudsman. (25491) Verzoeker raakt na 9 jaar een parkeervergunning te hebben gehad zijn parkeervergunning kwijt, omdat hij vier maanden te laat was met betalen. Hij heeft echter aanmaningen van Cition niet ontvangen, omdat hij verhuist is en Cition deze naar het oude adres heeft gestuurd. De ombudsman vraagt verzoeker om meer informatie aangaande zijn klacht. Van verzoeker wordt echter niets meer vernomen. Na meerdere herinneringen, sluit de ombudsman daarom uiteindelijk het dossier. (25670) Verzoeker woont sinds juli 2013 in een nieuwbouw huurhuis (sociale huurwoning) in Westerpark te Amsterdam. Onder dit gebouw is een openbare parkeergarage gebouwd 5

6 waar je voor 175,- per maand een plek kan huren. Verzoeker ontvangt in augustus een brief dat zijn parkeervergunning voor op straat wordt ingetrokken omdat hij de mogelijkheid heeft om te parkeren bij zijn woning. Verzoeker kan de parkeerplaats in de garage echter niet betalen. Hij betaalt voor zijn vergunning 160,- per halfjaar. Hij is zzp-er en heeft zijn auto nodig. Hij vraagt de ombudsman wat hij kan doen. De ombudsman laat verzoeker weten dat het inderdaad gemeentelijk beleid is om inpandig parkeren te stimuleren. Als die mogelijkheid bestaat, bestaat er geen recht meer op een vergunning op straat. De ombudsman wijst verzoeker er formeel op dat hij nog in bezwaar kan gaan tegen de intrekking van zijn vergunning. Wanneer dat wordt afgewezen kan verzoeker in beroep gaan bij de rechter of de afwijzing voorleggen aan de ombudsman. De ombudsman zal dan met name de procedurele aspecten van de behandeling van het bezwaar bekijken, nu hij niet bevoegd is te oordelen over het inhoudelijke beleid. (25848) Verzoekster wendt zich tot de balie van Cition voor het ophalen van een parkeervergunning. Aldaar krijgt zij te horen dat zij de parkeervergunning niet meekrijgt, omdat zij niet meer staat ingeschreven op het opgegeven adres in Amsterdam. Verzoekster legt uit dat zij haar woning tijdelijk in bewaring heeft gegeven, maar dat zij nog steeds de formele huurder is. Zij dient een bezwaarschrift in bij Cition. Omdat zij hierop geen reactie verneemt, belt zij nogmaals met Cition. Het bezwaar is niet ontvangen. Zij dient nogmaals haar bezwaar in. Naar aanleiding hiervan neemt Cition telefonisch contact op. Uitgelegd wordt nogaamls dat haar adresinschrijving de reden is dat de vergunning niet afgegeven wordt en zij nu onderaan de wachtlijst komt. Zij kan zich hier niet in vinden en wendt zich tot de ombudsman. Omdat de behandeling van haar bezwaarschrift nog loopt, deel;t de ombudsman mee dat zij deze eerst af moet wachten. Verzoekster stuurt de ombudsman nog wel een brief van Cition, waarin staat dat het bezwaar te laat is ingediend. Cition verzoekt verzoekster de reden daarvoor toe te lichten. Verzoekster belt de ombudsman en laat weten dat ze contact hierover op gaat nemen met Cition en de ombudsman op de hogte zal stellen. Van verzoekster nadien tot nu toe niets meer gehoord. Aanvraag vergunning (3) (25479) Verzoekster, 82 jaar, heeft in april per post een aanvraagformulier opgestuurd voor een bezoekersvergunning. Omdat een reactie uitblijft, gaat ze in juni langs bij de servicebalie. Dan wordt een nieuwe aanvraag ingediend, die met spoed zal worden behandeld. Meer dan drie weken later heeft de vrouw nog niets gehoord en neemt ze telefonisch contact op. Er wordt toegezegd dat de vrouw wordt teruggebeld, maar dat gebeurt niet. Dan wendt de vrouw zich tot de ombudsman. Kort daarop neemt Cition alsnog contact op met de vrouw: alles is geregeld en verzoekster krijgt mondeling uitleg over hoe de vergunning gebruikt kan worden. Verzoekster vraagt ook om schriftelijke uitleg, maar dat is niet mogelijk. De ombudsman stuurt verzoeksters klacht door naar Cition en vult de klacht aan met de recente weigering haar schriftelijk te informeren over het gebruik van de bezoekersvergunning. Naar aanleiding van de klacht stuurt Cition een toekenningsbrief en een handleiding. In een telefoongesprek heeft verzoekster meegedeeld tevreden te zijn. De ombudsman sluit het dossier. (25585) Een vrouw van 87 heeft voor een maand een vriend uit Canada te gast. Hij is 88 jaar en gehandicapt. De man huurt voor die maand een auto. Hij heeft de nodige papieren van de gemeente Toronto om als gehandicapte te kunnen parkeren, inclusief een gehandicaptenvignet. Aangezien het betaald parkeren, zelfs met kraskaartvergunning van verzoekster, een enorme financiële belasting is, heeft ze telefonisch bij de gemeente geïnformeerd naar de mogelijkheid voor haar gast om een digitale parkeervergunning voor 6

7 gehandicapte bezoekers te krijgen. Dat zou, ook na intern overleg, niet kunnen, omdat de man niet beschikt over een Europese gehandicaptenparkeerkaart (GPK). De vrouw begrijpt dit niet, nu de man wel kan aantonen dat hij niet ver kan lopen. Daarom belt ze de ombudsman voor raad. De ombudsman vraagt Cition om te kijken of er maatwerk geboden kan worden. Cition verwijst naar het Parkeerregieorgaan (PRO. PRO laat dezelfde dag nog weten dat er mogelijkheden zijn. In de eerste plaats kan het op basis van een EU resolutie waarin gehandicaptenparkeerkaarten van onder meer Canada gelijk worden gesteld aan de Europese GPK. In de tweede plaats is de gedachte achter de regeling dat personen die aantoonbaar slecht ter been zijn gratis mogen parkeren in Amsterdam. PRO regelt het verder met verzoekster en zal bij Cition uitdragen dat de bezoekersparkeervergunning voor gehandicapten verzoekers niet per definitie exclusief voor houders van een Europese GPK is. De ombudsman sluit het dossier na een geslaagde interventie. (25652) Namens zijn moeder van 89 jaar wendt haar zoon zich tot de ombudsman. Moeder heeft een GPK en een GA-vergunning. Die laatste moet verlengd worden. Daarover ontvangt de vrouw op 9 juli bericht. Op dat moment is de GPK nog iets minder dan 3 maanden geldig; terwijl deze minstens 3 maanden geldig moet zijn voor verlenging van de GA-vergunning, zo verneemt hij. Ook zou de vrouw opnieuw gekeurd moeten worden, hoort hij van of Cition. Hierop geeft de ombudsman de zoon achtergrondinformatie waarmee hij contact kan opnemen met het stadsdeel. Herkeuring blijkt niet nodig en de verlenging kan in gang worden gezet. Na deze doorverwijzing sluit de ombudsman het dossier. Behandeling klacht (3) (25532) Verzoeker heeft bezwaren tegen het parkeerbeleid en de uitvoering daarvan door Cition. Dit beleid bepaalt dat de afstand tussen een parkeerplaats en parkeerautomaat nooit groter is dan 150m. Op plaatsen waar geen automaat zichtbaar is, staan verwijsborden. Verzoeker constateert dat de afstand vaak groter is. Hij heeft daarover bij Cition een klacht ingediend. Cition heeft daarop laten weten dat bij het bepalen van de locaties van de parkeerautomaten en het aantal, rekening is gehouden met de (nieuwe) mogelijkheden van belparkeren en het aantal (nog te bouwen) parkeergarages. Verzoeker wendt zich vervolgens tot de ombudsman. Hij wijst op het feit dat de afstand tussen een parkeerplaats en parkeerautomaat in het Amstelkwartier soms 300m is en in de Pijp bij de Van Woustraat is de afstand soms 200m. Op de laatste locatie staat niet altijd een verwijsbord waar dat wel nodig is. Daar komt bij dat er verwarring kan ontstaan over het parkeertarief (10 cent in de van Woustraat, veel hoger tarief in de zijstraten). Verzoeker kan zich tot slot niet vinden in het feit dat hij als gevolg van het beleid van de gemeente om minder parkeerautomaten te plaatsen gedwongen wordt gebruik te maken van belparkeren. De aanbieder van belparkeren brengt voor deze dienst namelijk extra kosten in rekening. De ombudsman legt de zaak voor aan Cition en het Parkeerregieorgaan, dat uitgebreid op de zaak ingaat. Op dit moment (17-11) loopt de zaak nog. (25839) Verzoeker wendt zich tot de ombudsman met klachten over Cition. Ten eerste klaagt hij over het niet terugbetaald krijgen van de betaling van een naheffingsaanslag nadat deze in bezwaar gegrond is verklaard. Ten tweede klaagt hij over het niet ontvangen van een inhoudelijke reactie op een klacht ingediend per op 7 juni jl. Inhoudelijk gaat deze klacht over het volgende. Naar de mening van verzoeker worden bezoekers van een bepaald café bij hem in de straat ontzien bij controles door medewerkers van Cition omdat ze hetzelfde land van herkomst hebben. Ze worden bijvoorbeeld vooraf gewaarschuwd voor een scan auto. Verzoeker zegt bewijzen te hebben van een en ander en heeft verzocht in zijn 7

8 brief om een gesprek met de heer Weekers. Omdat hij niets hoorde heeft hij zelf contact opgenomen met Cition, maar hij kreeg niet de indruk dat een en ander echt opgepakt zou worden en uiteindelijk heeft hij geen inhoudelijke reactie ontvangen. De ombudsman vraagt aan verzoeker een kopie van de gegrond verklaring van het bezwaar, waarna hij aan Cition vraagt alsnog zorg te dragen voor de terugbetaling. Met betrekking tot de behandeling van zijn klacht van 7 juni 2014 is afgesproken navraag te doen bij Cition en aan te dringen op een inhoudelijke beantwoording van zijn brief. Na ontvangst van de kopie van bezwaarbehandeling blijkt dat Cition verzoeker heeft verzocht om zijn rekeningnummer. De ombudsman vraagt verzoeker deze alsnog kenbaar te maken bij Cition. Uit navraag bij Cition blijkt dat Cition verzoeker heeft gevraagd de klacht nog eens te sturen omdat de van 7 juni niet te traceren is. Verzoeker heeft dit nagelaten, waardoor Cition voor het eerst op 1 oktober jl. door de ombudsman op de hoogte is gesteld van de inhoud van de klacht. De ombudsman laat verzoeker weten dat onder deze omstandigheden Cition eerst de gelegenheid moet krijgen de klacht zelf te behandelen. De ombudsman laat verzoeker weten dat Cition vanaf 1 oktober 6 weken de tijd heeft om de klacht af te handelen en dat verzoeker, indien hij niet tevreden is met de klachtafhandeling, terug kan komen bij de ombudsman. (25777) Verzoeker betaalt tweemaal bij een parkeerautomaat hetzelfde bedrag (ad 8,75), omdat er geen parkeerkaartje wordt geprint. Hij was hierdoor in verwarring. Hij vraagt vervolgens om restitutie bij Cition van het te veel betaalde bedrag en vult daartoe een formulier in op 6 mei Op 1 juli 2014 krijgt hij bericht dat Cition de restitutie in orde gaat maken. Op 12 september 2014 wendt hij zich tot de ombudsman omdat de restitutie nog niet in orde is gemaakt. Het probleem: Cition heeft het geld overgemaakt naar het algemene VISA bankrekening zonder het klantnummer van verzoeker daarbij te vermelden. Volgens de medewerker van Cition moet verzoeker dit zelf oplossen met VISA. Verzoeker kan echter als begunstigde niet een zodanig verzoek indienen bij VISA, dat moet Cition uiteraard doen. De medewerker van Cition weigert echter contact op te nemen met VISA. De ombudsman heeft direct telefonisch contact opgenomen met Cition en gevraagd of de zaak direct vlot te trekken en verzoeker te berichten. De volgende dag is het geregeld. Cition biedt verzoeker excuses aan, maakt de restitutie in orde en heeft de zaak met de betrokken medewerker besproken om een dergelijk incident in de toekomst te voorkomen. Overig (9) (25538) Verzoeker parkeert in een winkelstraat in het Centrum. Hij wil betalen via belparkeren, maar hij ondervindt moeilijkheden bij zijn provider Yellowbrick. Hij mailt vanuit de auto naar Yellowbrick. Intussen wordt zijn auto gescand: om uur en hij ontvangt nadien een naheffingsaanslag. In bezwaar voert verzoeker aan dat hij aan het mailen was vanwege de betaalproblemen met Yellowbrick. Hij voegt een printje van het mailtje toe. Deze is verzonden om uur. Omdat het betalen per telefoon niet lukte, is verzoeker na het verzenden van zijn mail, om uur gaan betalen bij de automaat. Zijn bezwaar wordt afgewezen. De ombudsman heeft in deze zaak geen aanknopingspunten voor het doen van onderzoek en informeert de man in zijn algemeenheid over de werkwijze van Cition rond het scannen, bevragen en opleggen van naheffingsaanslagen. (25576) Cition controleert of vergunninghouders nog steeds voor een vergunning in aanmerking komen. Bij zo n controle ontdekt Cition dat het kentekenbewijs van het voertuig op naam stond van verzoekster de dochter van de vergunninghouder. Cition beëindigt om die reden de vergunning en herstelt deze nadat het kentekenbewijs weer op naam van de vergunninghouder is gezet. Verzoekster vraagt om vergoeding van gemaakte parkeerkosten in de periode tussen intrekking en herstel van de vergunning. Cition honoreert dit verzoek 8

9 niet: de vergunning was terecht ingetrokken. Verzoekster kan zich hier niet in vinden en wendt zich tot de ombudsman. De ombudsman kan het standpunt van Cition volgen en heeft geen aanleiding tot het doen van onderzoek. (25582) Verzoekster legt een dreigende beslaglegging voor aan de ombudsman. Het probleem betreft de inning van 15 naheffingsaanslagen parkeerbelasting over 2010 en 2011 die, zo blijkt nu, zijn opgelegd aan een oud werknemer van verzoekster. Inmiddels is de schuld opgelopen tot zo n 5.000,-. Hiertegen maakt zij bezwaar met als argument dat ze sinds begin 2010 met haar bedrijf is verhuisd en dat ze daarom de aanslagen niet heeft ontvangen. Met de bijkomende kosten is de vrouw het niet eens. Het bezwaar wordt afgewezen. Cition heeft van de Dienst Belastingen Gemeente Amsterdam begrepen dat zij pas in oktober 2011 verhuisd zou zijn en dus de opgelegde parkeerboetes gewoon zou hebben moeten ontvangen. Wanneer er vervolgens over een betalingsregeling maar geen overeenstemming wordt bereikt en met beslaglegging wordt gedreigd wendt verzoekster zich tot de ombudsman. Uit een ook al eerder aan Cition overlegd uittreksel van de KvK blijkt dat verzoekster in ieder geval al eind december 2010 was verhuisd. Wanneer de ombudsman dit aan de Dienst Belastingen voorlegt, besluit de dienst alsnog alle bijkomende kosten over 10 naheffingsaanslagen te laten vervallen. Verzoekster is daarmee tevreden. Na deze interventie sluit de ombudsman het dossier, omdat het te lang geleden is om precies te achterhalen wat er is gebeurd. (25723) Verzoekster kan zich niet vinden in de werkwijze rond het telefonisch activeren van de kraskaartvergunning en dient daarover een klacht in bij Cition. Een kopie daarvan stuurt ze enkele weken later naar de ombudsman. Die laat haar weten dat het eerst aan Cition is om op de klacht te reageren. (25748) Verzoeker dient een korte klacht in bij de ombudsman over het niet ontvangen van een factuur, waarschijnlijk voor de nieuwe vergunningsperiode. De ombudsman adviseert de man om zijn klacht, met iets meer informatie onderbouwd, bij Cition in te dienen. (25750) Verzoeker wendt zich tot de ombudsman omdat hij zich niet goed behandeld voelt door Cition en door Dienst Stadstoezicht. Wat precies zijn ervaring is met Cition, blijkt niet uit zijn bericht. In ieder geval is de man (ook) door Stadstoezicht bekeurd voor het parkeren op een gehandicaptenparkeerplaats. De ombudsman adviseert de man om in verzet te gaan. Zijn klacht over Cition is onvoldoende onderbouwd om te kunnen behandelen. (25751) Verzoeker ontvangt een aanmaning parkeerbelasting van de Dienst Belastingen Gemeente Amsterdam, terwijl hij nooit een naheffingsaanslag van Cition heeft ontvangen. Hij stelt dat de toevoeging bij het bij Cition bekende adres niet klopt. Hij zou van DBGA hebben vernomen dat hij dit zelf recht moet zetten. Verzoeker is het hier niet mee eens. Hij woont al sinds april 2005 op hetzelfde adres en ontvangt ieder jaar talloze brieven van de gemeente Amsterdam. Hij vindt dat de gemeente dit zelf uit moet zoeken. Hij tekent bezwaar aan tegen de verhoging van de naheffingsaanslag en verzoekt om de originele naheffingsaanslag alsnog te mogen ontvangen met een excuus. De ombudsman verzoekt verzoeker de beslissing op bezwaar af te wachten. (25809) Verzoeker heeft al sinds 1999 een parkeervergunning voor op straat bij zijn huidige adres. Hij wil verhuizen naar een nieuwbouwproject een blok verderop. Dit betreft echter een 9

10 ander vergunningengebied. Hij heeft van Cition vernomen dat hij daarom zijn vergunning in zal moeten leveren. Bij dit nieuwbouwproject zijn bovendien garageplaatsen gebouwd en het vergunningenplafond voor op straat is op 0 gesteld. Alle garageplaatsen zijn echter al verkocht en voor op straat kan hij dus geen vergunning krijgen. Wel bestaat er volgens een verzoeker naast het nieuwbouwproject een parkeergarage met 120 plaatsen, waarin buurtbewoners hun auto mogen parkeren. Verzoeker vraagt nu of hij, gezien de omstandigheden (lange vergunningsduur, geen beschikbare garageplaats en vergunningenplafond op 0), ook in deze buurtbewonersgarage zou mogen parkeren of dat hij van Cition zijn oude vergunning zou mogen behouden. In dat laatste geval is het voor verzoeker namelijk geen enkel probleem om een blokje verder te lopen naar zijn auto. Verzoeker moet binnen enkele dagen beslissen of hij de woning wil kopen en vraagt de ombudsman om een spoedbehandeling. De ombudsman deelt verzoeker mee hij klaagt over algemeen beleid, maar dat de ombudsman gezien de tijdsdruk de vraag neer zal leggen bij het stadsdeel. Nog voordat het stadsdeel reageert, laat verzoeker weten dat zijn parkeerprobleem is opgelost: hij heeft toch een garageplaats kunnen kopen. Het stadsdeel heeft later nog laten weten geen uitzondering te kunnen maken. Dit zou niet fair zijn tegenover de bewoners die wel een garageplaats hebben gekocht. De buurtbewonersgarage is voorts gebouwd ter compensatie van de vergunningplaatsen die van het maaiveld zijn verdwenen. (25834) Verzoekster begrijpt niet dat als zij een klacht indient bij de gemeente Amsterdam met betrekking tot de dienstverlening van Cition, dat deze klacht niet bij de ombudsman terecht komt. Zij vraagt de ombudsman om opheldering. De ombudsman beantwoord haar vraag door te wijzen op artikel 9.20 Algemene Wet Bestuursrecht: Alvorens het verzoek aan een ombudsman te doen, dient de verzoeker over de gedraging een klacht in bij het betrokken bestuursorgaan, tenzij dit redelijkerwijs niet van hem kan worden gevergd. Cition is een bestuursorgaan omdat dit bedrijf het gemeentelijk parkeerbeleid uitvoert. Verzoekster is meegedeeld dat Cition 6 weken de tijd heeft om op de klacht te reageren. 10