Tweede Kamer der Staten-Generaal

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tweede Kamer der Staten-Generaal"

Transcriptie

1 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar Rapport van de Algemene Rekenkamer inzake besluitvorming en uitvoering van het Walrusproject Nr. 5 NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG Ontvangen 15 januari 1986 A1 In maart van vorig jaar hebben ambtenaren van de Algemene Rekenkamer aan een aantal ambtenaren van Defensie, die een rol hebben gespeeld bij de informatieverstrekking aan de Rekenkamer, een concept-rapport voorgelegd. Dit concept is door betrokken ambtenaren op werkniveau met de onderzoekers van de Rekenkamer besproken. A2 en A3 Het tweede concept-rapport dat aanzienlijk afweek van het eerste concept, is, nadat het op 12 augustus 1985 door de president van de Algemene Rekenkamer aan de minister was aangeboden, uitsluitend binnen het ministerie aan de meest betrokkenen, waaronder de Admiraliteitsraad, ter beoordeling voorgelegd. Deze beoordelingen leidden tot de reactie d.d. 11 september 1985 van de minister, welke als bijlage bij dit antwoord is gevoegd. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 5 1

2 MINISTERIE VAN DEFENSIE Aan de President van de Algemene Rekenkamer 's-gravenhage, 11 september 1985 Uw met refertes aangeboden concept rapportage over het Walrusprc ;^ct kan, naar ik meen, worden beschouwd als een goede weergave van de geschiedenis van dit project. Niettemin noopt het rapport mij tot het plaatsen van enkele kanttekeningen, die deels een beleidsmatig karakter dragen en deels feitelijk en van technische aard zijn. Terwille van de overzichtelijkheid zijn laatstgenoemde kanttekeningen in een bijlage bij deze brief opgenomen. Mijn beschouwing van beleidsmatige aard richt ik met name op het hoofdstuk Slotbeschouwingen en Conclusies. Het rapport volgend, kom ik daarbij tot de volgende kanttekeningen. Vroege aanbesteding In de slotbeschouwing wordt opgemerkt, dat de te vroege aanbesteding van dit project in mindere mate een oorzaak voor de kostenoverschrijding is geweest, dan aan het parlement is gesuggereerd. Ik hecht eraan hierbij de kanttekening te plaatsen dat in de informatieverstrekking aan het parlement de uitdrukking van te vroege aanbesteding steeds is gezien en geplaatst tegenover het nog niet in voldoende mate begrensd zijn van het project. Met andere woorden achteraf bezien was op het moment van aanbesteding het project daarvoor nog niet echt rijp. Thresher-ongeval Een tweede kanttekening wordt geplaatst bij de stelling dat het Thresher-ongeval geen prominente rol in de ontwerpwijziging zou hebben gespeeld. Ik wil hierbij aantekenen dat deze stelling slechts stoelt op het feit, dat uit de onderzochte dokumenten niet rechtstreeks naar dit «Thresher»-ongeval wordt verwezen. Dit is zeer wel te verklaren door het feit dat om psychologische en classificatie redenen in de dokumenten niet teveel naar dit ongeval is verwezen. Een aantal wèl op de Thresher betrekking hebbende documenten zijn kennelijk niet onder de aandacht van de Rekenkamer gekomen; althans zij zijn niet opgenomen in het overzicht van refertes bij de rapportage. Interne stukken, waarin aanbevelingen naar aanleiding van het Thresher-ongeval met name zijn gedaan zijn de volgende: a. aantekenblad PLAVOM (E) d.d. 7 maart 1978 met als bijlage rapport «The loss of USS Thresher»; b. nota HWERTUBO aan DMKM nummer WTB 95865/95578 d.d. 16 juni 1978; c. aantekenblad HWERTUBO nummer WTB 95983/95578 d.d. 7 december 1978 (reisverslag overleg met USN over onderzeebootontwerp). Voorts moet worden opgemerkt, dat de aanvullingen op- en verfijningen van het bestek naar aanleiding van het Thresher-ongeval weliswaar belangrijke kostenoverschrijdingen hebben veroorzaakt, maar dat toch naar het parlement toe, niet die prominente rol aan deze reden is gegeven als wel wordt gesuggereerd in de tekst van het rapport. Hierbij is steeds aangegeven, dat er vier belangrijke redenen waren voor kostenoverschrijding, namelijk: «De aangebrachte wijzigingen waren noodzakelijk vanuit operationeel", technisch" of exploitatie oogpunt, of doorgevoerd vanwege veiligheidsaspecten» Zie ook de antwoorden op de vragen 67, 68 en 88 (18600 X nr. 10 d.d. 20 november 1984). Tweede Kamer, vergaderjaar , 19221, nr. 5 2

3 Surseance RSV/RDM De derde kanttekening wordt geplaatst bij de surseance van RSV/RDM. Door de bewindslieden is deze surseance als oorzaak voor de vertraging in de informatieverschaffing aangeduid en niet als oorzaak van de kostenoverschrijding. Te laag niveau Een vierde kanttekening wordt geplaatst bij de stelling dat gesuggereerd zou zijn dat juist de wat lageren in de hiërarchie buiten hun boekje zijn gegaan en dat het directieniveau en de Admirallteitsraad niet over informatie zouden hebben beschikt c.q. niet de belangrijkste beslissingen zouden hebben genomen. Hierbij wil ik aantekenen, dat de bewindslieden in de informatie aan het parlement duidelijk hebben gemaakt, onder meer naar aanleiding van de vragen 1 en 28 (18600 X nr. 10) en de inleiding van de Staatssecretaris bij het daaropvolgende mondeling overleg op 20 november 1984 ( X nr. 13) dat naar onze mening een aantal besluiten en informatie ten onrechte niet aan het niveau van de bewindslieden werd voorgelegd. Het is niet zonder betekenis, dat in de gedachtenwisseling met de Kamer bij herhaling is benadrukt, dat de nauwkeurige beschrijving van de besluitvorming inzake het Walrusproject de politieke verantwoordelijkheid van de achtereenvolgende bewindslieden volstrekt onverlet laat (beantwoording vraag 87 stuk nr. 10; minister De Ruiter in het mondeling overleg van 6 december 1984 en tijdens het Kamerdebat op 20 december 1 984). Hieruit en uit andere mededelingen aan het parlement moge blijken dat de huidige bewindslieden zich niet aan deze suggestie schuldig hebben gemaakt. Ook de Admiraliteitsraad en de directies zelf hebben dit nimmer gesuggereerd. Verstrekken van informatie Ik heb Uw conclusies met betrekking tot het niet verstrekken van informatie door de Admiraliteitsraad aan de politieke leiding besproken met de huidige Admiraliteitsraad. De toonzetting van dat gesprek en de positieve wijze waarop thans wordt gewerkt aan de in het vervolg van deze brief genoemde maatregelen geven mij het volste vertrouwen dat het hier gesignaleerde zich in de toekomst niet meer zal voordoen. Conclusies Met betrekking tot de door de Rekenkamer geformuleerde ontwerpconclusies meen ik het volgende te moeten opmerken. In algemene zin kan ik instemmen met de eerste 3 conclusies, waarbij ik echter wil aantekenen dat door ons tal van maatregelen zijn genomen ter verbetering van de beheersbaarheid van grote materieelprojecten. Ik hecht eraan er op te wijzen, dat ook vóór en los van de recente discussie rond de Walrus de noodzaak werd gevoeld diepgaande wijziging aan te brengen in de marineorganisatie. Deze overweging speelde ook een belangrijke rol bij de beslissingen van eind november 1984 over de personele samenstelling van de Admiraliteitsraad. Meer in het algemeen verwijs ik naar de passage over de evaluatie van taken en procedures in de Defensienota (blz. 132) Met name de volgende maatregelen en activiteiten zijn inmiddels in gang gezet: a. het ingestelde gestructureerde brede beraad, dat driemaal per jaar plaatsvindt tussen bewindslieden, SG, CDS en DG'n met de onderscheidene krijgsmachtdeelraden onder voorzitterschap van de minister; b. invoering van het Defensie Materieelkeuze Proces (DMP) Deze regeling omvat het geheel van activiteiten die betrekking hebben op de Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 5 3

4 voorbereiding en besluitvorming ten aanzien van planning, ontwikkeling, productie en aankoop van defensiematerieel; c. instelling van de Centrale Contracten Commissie (CCC). Deze commissie adviseert de bewindslieden over contracten voor grote materieelprojecten. In deze commissie participeren de Directoraten-Generaal Materieel en Economie en Financiën en de Directies Juridische Zaken en Accountantsdienst; d. uitvoeren van risico-analyses voor grote opdrachten. Daarbij wordt ondermeer gekeken naar liquiditeit, solvabiliteit, continuïteitsperspectief en kwaliteit van hoofd- en onderaannemers; e. uitgifte van een aanwijzing met betrekking tot de kostenbeheersing van materieelprojecten. Deze aanwijzing geeft een raamwerk van relevante factoren en maatregelen en geeft nadere instructie over wat tot projectkosten moet worden gerekend; f. verbetering van de interne rapportage over grote materieelprojecten. Deze rapportages vinden voortaan expliciet plaats bij de opstelling van plannen en begrotingen. Daarnaast vindt driemaandelijks, mede ten behoeve van de rapportage aan MinFin/IRF, een rapportage plaats met geactualiseerde ramingen van projectkosten van grote materieelprojecten. Daarnaast is vooralle KM scheepsbouwprojecten ook nog een afzonderlijke tweemaandelijkse rapportage aan de politieke leiding ingesteld; g. verbeterde en uitgebreide driemaandelijkse rapportage aan MinFin/ IRF; h. jaarlijkse rapportage over grote materieelprojekten aan de Tweede Kamer; i. verbetering van de projectenadministraties bij de krijgsmachtdelen. Een daartoe ingestelde Werkgroep Projectenadministratie heeft hiervoor richtlijnen en randvoorwaarden verstrekt; j. doorlichting van de organisatie van de Koninklijke marine door een extern adviesbureau gericht op de verbetering van de beheersing van materieelprojecten; k. versterking van de positie van het financieel economisch functiegebied bij de Koninklijke marine; I. in toenemende mate werken met taakstellende (d.w.z. niet te overschrijden) budgetten en vaste prijs-contracten; m. ingestelde periodieke besprekingen tussen de directieteams van het Directoraat-Generaal Materieel en de respectieve materieeldirecties voor de krijgsmachtdelen; n. versterking van de persoonlijke staf en de instrumentatie van de Secretaris-Generaal ten behoeve van zijn algemene coördinerende taak. Ten aanzien van ontwerpconclusie 4 (herzien) m.b.t. de «boeggolf» merk ik op dat ik - gelet op het terzake gestelde in de bijlage - van mening ben, dat daarin zeker tot uitdrukking dient te komen dat de «gestuurde boeggolf» een tijdelijk verschijnsel is geweest. Bovendien ben ik op grond van de in de bijlage onder punt 6 neergelegde argumentatie van oordeel, dat niet is gehandeld in strijd met de comptabiliteitswet 1976 of het budgetrecht van de Staten-Generaal. Ook in dit opzicht dient naar mijn mening concept conclusie 4 te worden aangepast. Met betrekking tot het openbaar maken van deze rapportage meen ik te moeten opmerken, dat het rapport op een aantal plaatsen commercieel gevoelige informatie bevat, die wij in onze rapportage zorgvuldig hebben gemeden openbaar te maken. Voorts bevat de rapportage meningen van Defensie ambtenaren bevat met betrekking tot kwaliteit van (functionarissen van) betrokken Nederlandse bedrijven, die niet als officiële meningen van het Ministerie van Defensie kunnen worden gekenschetst en ten aanzien waarvan de desbetreffende bedrijven ook geen gelegenheid hebben gekregen tot enig weerwoord. Met betrekking tot deze laatste opmerking moge ik U dan ook adviseren zorgvuldig te bezien welke informatie U wel of niet in de openbaarheid meent te moeten brengen. Ik Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 5 4

5 attendeer in dit verband ook op de gespecificeerde informatieverschaffing over enkele met name genoemde Defensiebedrijven. Zonder de bevindingen van de Rekenkamer en de waarde van het rapport geweld aan te doen verzoek ik U de tekst van paragraaf 12.6 aan te willen passen conform de in bijlage punt 11 gevoegde tekst. De Minister van Defensie, J. de Ruiter Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 5 5

6 B1 Niet alleen het gesprek van de bewindslieden met de Admiraliteitsraad maar ook de uitvoering van alle maatregelen, genoemd in de brief van 11 september aan de Algemene Rekenkamer bieden die garantie (zie bijlage bij het antwoord op de vragen A2 en A3). B2, B3 en B6 In 1984 heeft de regering bij meerdere gelegenheden haar concrete oordeel gegeven over de gang van zaken rond het Walrusproject. Zo is bij de beantwoording van kamervragen op 20 november 1984 (18600 X 10) ook ingegaan op de door de Rekenkamer gesignaleerde problemen zoals met name verwoord in de eerste drie conclusies. Kortheidshalve verwijzen wij naar het gestelde in de toen gegeven antwoorden. Voor de verbetering van de communicatie (conclusie 1) heeft de regering reeds in 1984 de volgende maatregelen genomen: - het gestructureerde beraad dat driemaal per jaar plaatsvindt tussen bewindspersonen, SG en CDS en directeuren-generaal met de voltallige admiraliteitsraad; - de invoering van het Defensie Materieelkeuzeproces (DMP) dat onder meer de besluitvorming inzake grote materieelprojecten met de daarbij behorende informatiestromen regelt; - de verbetering van de interne rapportages over de voortgang van grote materieelprojecten, die voor marineprojecten ook nog een 2-maandelijkse rapportage aan de staatssecretaris belast met materieelzaken omvat; - verbetering van de projectenadministratie. Voor de verbetering van het projectbeheer (conclusie 2) zijn ook reeds vele maatregelen getroffen. Hiertoe behoren onder meer: - de instelling van de centrale contracten commissie die reeds heeft geleid tot goede contracten voor wat betreft de Walrusklasse onderzeeboten en de M"fregatten. - het uitgeven van een aanwijzing kostenbeheersing van materieelprojecten; - de eerder genoemde verbetering van de projectadministratie; - het inschakelen van een extern adviesbureau dat de interne organisatie van de Koninklijke marine doorlicht, waarbij de voor het beheersen van grote projecten noodzakelijke maatregelen prioriteit hebben; - het werken met taakstellende budgetten en vaste prijs-contracten. De derde conclusie betreft de betrouwbaarheid van de ramingen van de Walrus. De nu aan de Kamer gepresenteerde cijferopstellingen niet alleen voor de Walrus maar voor alle grote materieelprojecten, zijn gebaseerd op actuele ramingen, voortvloeiend uit de op een vaste prijs afgesloten contracten en taakstellende budgetten. In deze cijfers zijn, voor zover aangegeven, ook de zogenaamde complementaire projecten opgenomen zoals die volgens de in het DMP gehanteerde definitie tot een project behoren (zie noot). Wat de vierde conclusie, de boeggolf, betreft wordt het nadere onderzoek van de Rekenkamer afgewacht. De regering blijft van mening dat, hoewel is gebleken dat de Koninklijke marine over meer informatie beschikte dan is verstrekt aan de bewindspersonen, er geen sprake is geweest van de in de vraagstelling aangeduide opzet Noot: Definitie project «Het geheel van (multifunctionele) activiteiten verband houdend met het voorzien in een operationele behoefte aan een materieel middel Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 5 6

7 ((wapen)systeem), inclusief de sub-systemen, de benodigde initiële reservedelen, gereedschappen, initiële opleidingen, onderwijs- en leermiddelen, meet- en testapparatuur, documentatie, munitie en infrastructuur». B4 Als bijlage bij dit antwoord is gevoegd de in 1976 uitgegeven instructie voor het opstellen van investeringsmodellen. Inmiddels wordt geen gebruik meer gemaakt van investeringsmodellen. Daarvoor in de plaats is het Defensie Materieelkeuzeproces gekomen (kamerstuk nr. 78). Tweede Kamer, vergaderjaar , 19221, nr. 5 7

8 MINISTERIE VAN DEFENSIE Nota voor: Voorzitter Materieelraad Vlagofficier Materieel Kwartiermeester- Generaal Directeur Materieel luchtmacht l.a.a.: Secretaris-Generaal Voorzitter Comité Verenigde Chefs van Staven Hoofd van de Hoofdafdeling Comptabiliteit Chef Marinestaf Chef Generale Staf Chef luchtmachtstaf 's-gravenhage, 26 mei Met ingang van 1 juni 1976 zullen de voorstellen tot verwerving cq. aanbesteding van investeringsprojecten met een geldwaarde hoger dan f 1 miljoen, alsmede de voorstellen tot ontwikkeling (ongeacht het bedrag) van die zaken die zouden kunnen leiden tot investeringsprojecten met een geldwaarde hoger dan f 1 miljoen, volgens een investeringsmodel aan mij ter goedkeuring worden voorgelegd door tussenkomst van de Voorzitter Materieelraad en in afschrift aan het Hoofd van de Hoofdafdeling Comptabiliteit. 2. De Voorzitter Materieelraad zal aan de hand van het door geadresseerden in te dienen materieelaanschaffingsprogramma cq. bouwprogramma aangeven van welke projecten een uitgebreid investeringsmodel (zie bijlage) dan wel een meer summier investeringsmodel moet worden ingediend. 3. Met betrekking tot die projecten waarvoor een uitgebreid investeringsmodel moet worden ingediend, zal dit plaatsvinden zowel vóórdat wordt overgegaan tot de fase waarin de ontwikkeling van een prototype óf de verwerving van (een) beproevingsmodel(len) plaatsvindt, als vóórdat wordt overgegaan tot contractsluiting voor de serie. Tussentijds zal regelmatig over de voortgang worden gerapporteerd. 4. Tussentijdse rapportages vinden plaats bij elke belangrijke afwijking van de planning, zoals aangegeven in het investeringsmodel. 5. H-HAC wordt verzocht zijn commentaar op de hem in afschrift aangeboden investeringsmodellen eveneens door tussenkomst van VMR bij mij in te dienen. De Staatssecretaris van Defensie, (materieel) A. Stemerdink Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 5 8

9 DOEL VAN HET INVESTERINGSMODEL Het doel van het investeringsmodel is het verstrekken van een aantal relevante gegevens betreffende een projekt van meer dan f 1 miljoen, op basis waarvan een gefundeerde beslissing kan worden genomen over het al dan niet uitvoeren van het onderhavige projekt. Wanneer een deel van de verplichtingen al in een vroeg stadium moeten worden aangegaan, bij voorbeeld in verband met ontwikkeling en research, dient eveneens een, dan eventueel nog niet volledig, investeringsmodel ter goedkeuring te worden voorgelegd. Om het geheel overzichtelijk te houden dient men de hierna volgende modelindeling in hoofdstukken aan te houden en daarin de genoemde punten te behandelen. Deze punten zijn uitgebreid en gedetailleerd, daar het geheel betrekking moet kunnen hebben op uiteenlopende projekten. Het zal duidelijk zijn, dat niet alle punten voor elk projekt in gelijke mate besproken behoeven te worden. CONCEPT INVESTERINGSMODEL I. Het probleem 1. Geef de noodzaak van het projekt aan, operationeel gezien, al dan niet in vergelijking met de huidige situatie. 2. Is het projekt geheel of gedeeltelijk op andere gronden nodig en geef deze aan. II. Initiatiefnemer van het projekt 1. Vermeld de initiatiefnemer van het onderhavige projekt. 2. Geef aan welke dienst(en) het projekt verder uitgewerkt hebben. 3. Heeft in het verleden een soortgelijke bestelling plaatsgevonden, zo ja, wanneer. III. Het projekt 1. Beschrijf kort de inhoud van het projekt. 2. Omschrijf de funktie van het projekt. 3. Geef aan of het een vervanging van bestaand materieel betreft of een uitbreiding c.q. technische verbetering. 4. Vermeld of het projekt voor komt in de huidige nationale plannen of nodig is uit hoofde van bepaalde internationale afspraken. 5. Vat zonder kommentaar de aanbevelingen ten aanzien van het projekt samen. IV. Alternatieven 1. Geef eventuele alternatieve mogelijkheden om aan de onder I. vermelde problemen tegemoet te komen. 2. Wat zijn de konsekwenties bij uitstel van de investeringsbeslissing. 3. Geef aan welke producenten c.q. systemen in aanmerking komen bij keuze van het onder III beschreven projekt. V. Vergelijking van de alternatieven Geef schematisch een overzicht van de karakteristieken van het onder III. genoemde projekt en de onder IV besproken alternatieven, op technisch, operationeel en financieel ekonomisch gebied. Zie hiervoor de schema's in de bijlage. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 5 9

10 VI. Overige faktoren, die van invloed zijn op de keuze 1. Geef aan wat er met betrekking tot het projekt is gedaan op het vlak van de internationale samenwerking en/of de interservice aktiviteiten. 2. Vermeld de samenwerkingmogelijkheden voor de toekomst, zowel voor het gehele als voor een deel van het projekt. 3. Geef aan in hoeverre met de realisatie van dit projekt wordt bijgedragen aan de standaardisatie/normalisatie binnen de krijgsmachtdelen en de NAVO. 4. Geef aan in hoeverre het nieuwe materieel aansluit op het bestaande materieel bij de andere krijgsmachtdelen en binnen de NAVO. 5. Geef aan of meet- en testapparatuur ten behoeve van gebruik, onderhoud en reparatie noodzakelijk is. Kan hiervoor gebruik worden gemaakt van bij één der krijgsmachtdelen aanwezige apparatuur; zo niet, is met standaardisatie/normalisatie rekening gehouden. 6. Is technisch gezien produktie, geheel of gedeeltelijk, in Nederland mogelijk. 7. Geef in geval van produktie buiten Nederland aan in hoeverre er kompensatie-mogelijkheden zijn. 8. Als kosten de bottle-neck vormen voor produktie in Nederland, zijn er dan andere financieringsbronnen beschikbaar buiten Defensie, (te denken valt aan werkgelegenheidsprojekten). 9. Is de NATO codificatieclausule in het kontrakt/opdracht opgenomen. Zo neen, waarom niet? 10. Overige faktoren, die van invloed zijn. VII. Keuze projekt en producent(en) Licht deze keuze kort toe aan de hand van bovenstaande resultaten. VIM. Projekt- en financiële planning 1. Geef een tijdsfasering van de deelelementen van het projekt, inklusief mogelijke knelpunten; vermeld wanneer tot aanschaf, levering en betaling kan worden overgegaan. 2. Wat is de flexibiliteit in bovenstaande tijdsfasering en de daaraan verbonden kostenverschillen. 3. Overige mogelijke invloeden hierop vermelden. 4. Geef schematisch een financieringsplan voor de investeringen. IX. Samenvatting 1. Welk projekt betreft het en voor welk systeem c.q. producent wordt gekozen? 2. Voldoet het projekt aan de nationaal en internationaal gestelde minimale operationele, technische en veiligheidseisen en -normen? 3. Zijn er voldoende waarboren geschapen om het projekt voor de geplande periode optimaal in gebruik te houden (zoals infrastruktrurele voorzieningen, bestellingen die het gevolg zijn van dit projekt, personeelszaken, etc.)? 4. Is het projekt opgenomen in de Defensie planning of zijn er bepaalde internationale afspraken in het geding? 5. Wijken de benodige financieringsmiddelen af van de oorspronkelijk geraamde bedragen (bij voorbeeld op basis van de Defensienota) en wat is hiervan de reden? 6. Vermeld welke beslissingen er eventueel nog nodig zijn. 7. Slotopmerkingen. Tweede Kamer, vergaderjaar , 19221, nr. 5 10

11 BIJLAGE t.b.v. punt V Schema A. Vergelijking van de kosten en baten Lasten-of batensoort Project Alternatieven Inves torinysk os ten: uitrustingsstukken reservedelen ontwikkelingskosten documentatie hausse-baisse effect overige investeringskosten infra-structurele voorzieningen stelposten' invoerrechten b.t.w. Totale investeringskosten Overige gerelateerde investeringskosten Exploitatiekosten op jaarbasis:! materiaalverbruik personeelskosten overige complementaire kosten afschrijvingen Totale jaarlijkse exploitatiekosten Overige gerelateerde jaarlijkse exploitatiekosten Baten of effectiviteit:' operationele eisen technische karakteristieken geschatte technische levensduur geschatte operationele levensduur 1 Wanneer deze qua kostensoorten erg ' De baten van de alternatieven ofwel uiteenlopen dan een onderverdeling. de effectiviteit in b.v. gevechtswaarde : Hiermee wordt bedoeld de exploitatie- zullen in principe alleen vergelijkenderkosten, die per jaar gemiddeld nodig wijs aangegeven kunnen worden, zijn, waarbij de geplande looptijd dus wat hier dan ook de bedoeling is. in aanmerking genomen. Schema B. Vergelijking van de totaal benodigde financieringsmiddelen, per jaar, voor de verschillende alternatieven Alternatieven Benodigde financieringsmiddelen verdeeld over de jaren Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 5 11

12 B5 Het rapport van het bureau McKinsey & Co over het nu voltooide deel van het onderzoek is vrijwel gereed. Met de uitwerking van de aanbevelingen uit het voltooide deel van het onderzoek zal nog enkele maanden zijn gemoeid. Daarna zal worden beslist over de wijze waarop het onderzoek zal worden afgerond. Daarover zal de Kamer nader worden ingelicht. B6 Zie het antwoord op B2. B7 Van politiek belang is het moment van besluitvorming over een materieelproject door bewindspersonen. In de periode daarvoor zijn de activiteiten binnen een krijgsmachtdeelstaf, voor zover die een relatie hebben met dat materieelproject, in het algemeen gericht op de bestudering en uitwerking van mogelijke varianten op het gebied van behoeftestelling, ontwerp en dergelijke. Die activiteiten leiden echter niet tot verplichtingen die op politieke besluitvorming over een specifiek project vooruitlopen. In de periode zijn dan ook geen verplichtingen aangegaa.i die betrekking hadden op de feitelijke aanschaf van nieuwe onderzeeboten. Activiteiten die in deze periode wel tot verplichtingen leidden hadden betrekking op onderzoek en ontwikkelingsopdrachten in breder verband. Een voorbeeld hiervan is het Codema-proeftankproject. B8en C12 In de genoemde periode bestonden geen procedure-regelingen voor een regelmatige rapportage over de uitvoering van grote materieelprojecten. Bij de meeste omvangrijke materieelprojecten werd, alvorens te beslissen, intensief vooroverleg gepleegd binnen het ministerie en via interdepartementale projectgroepen. Na goedkeuring van het project werd de uitvoering ervan, in overeenstemming met de beleidsafspraken in het verband van de reorganisatie topstructuur, gedelegeerd aan de directeur materieel van het betrokken krijgsmachtdeel. Voor een aantal nog te nemen deelbeslissingen was de regeling investeringsmodellen van toepassing. Rapportages over de voortgang werden geregeld in overeenstemming met de geldende regeling volgens het Nederlandse Defensie Planning Proces (NDPP), hetgeen inhield dat hierover werd geoordeeld vanuit de optiek «management by exception». Dit betekent dat ingegrepen moet worden indien zich belangrijke afwijkingen voordoen. Hoewel niet specifiek daarop gericht gaf de verstrekte informatie voor het opstellen van de jaarlijkse begroting en het uitvoeren van planningsexercities enig inzicht in de voortgang van projecten. In de genoemde periode zijn geen verschillen te onderkennen, anders dan dat op het laatst meer gebruik is gemaakt van de genoemde management by exception in de vorm van ad hoc rapportages gericht op het verstrekken van informatie aan het parlement. Inmiddels zijn - ook ter aanvulling en verbetering van bovenbeschreven procedures - tal van maatregelen en activiteiten in gang gezet. (Zie het antwoord op vraag C11 en de bijlage bij het antwoord op de vragen A2 en A3). B9 Binnen de matrix-structuur bestaan geen formele rechtstreekse relaties tussen krijgsmachtdeelraden en functionele comités. Beide zijn te beschouwen als onderraden van het departementaal beraad. De krijgsmachtdeelraad is het managementteam van een produktgerichte organisatie; het functionele comité is voornamelijk een orgaan voor beleidsconsultatie, uitwisseling, overdracht en voor beleidscoördinatie. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 5 12

13 De functionele comités materieel en economie en financiën hebben dan ook geen formele taak in het gedelegeerde uitvoerende beleid. Dit geldt ook voor de voorzitters van deze comités. Het voorzitterschap van deze comités wijkt dan ook qua taak en verantwoordelijkheid in essentie af van die van de directeuren-generaal, ofschoon door dezelfde functionarissen uitgevoerd. De CDS en directeuren-generaal hebben, als hoofden van de respectieve functiegebieden èn als lid van het topmanagement-team van het ministerie uiteraard wél een medeverantwoordelijkheid voor financiële rapportages en voortgangsrapportages inzake materieelprojecten. Van de vergaderingen van krijgsmachtdeelraden en van functionele comités worden notulen en besluitenlijsten gemaakt. (In kamerstuk X nr. 11 bijlage A werd nader ingegaan op de organisatie-structuur van het ministerie). B10 De directeur-generaal Economie en Financiën is er verantwoordelijk voor dat op centraal niveau inzicht bestaat in de financiële stand van zaken van grote materieelprojecten. Het feitelijk bijhouden daarvan is gedelegeerd aan de deelbudgethouders. B11 De investeringsmodellen zijn altijd aan de directeur-generaal Economie en Financiën ter goedkeuring voorgelegd voordat deze aan de staatssecretaris Materieel werden aangeboden. C1 Ja. C2 De richtlijn is in genoemde periode naar behoren toegepast in die zin dat waar nodig tijdig investeringsmodellen zijn ingediend. Gebleken is echter dat deze richtlijn op zich onvoldoende mogelijkheden bood om op het niveau van de centrale organisatie en de bewindspersonen controle en overzicht over het gehele project te krijgen. Daarom zijn sinds 1984 het Defensie Materieelkeuzeproces en de periodieke voortgangsrapportages ingesteld. Ook is begonnen met een verbetering van de projectenadministraties. C3 Zoals al medegedeeld in het antwoord op vraag C2, is gebleken dat deze richtlijn op zich onvoldoende mogelijkheden bood om een volledig inzicht te hebben in de totale omvang en de voortgang van het project. C4 Achteraf moet worden aangenomen dat werd bedoeld dat de voorbereidingen naar de toenmalige inzichten zodanig waren afgerond dat nadere besluitvorming mogelijk was. C5 t/m C7 Uit de bij het ministerie bekende stukken valt niet af te leiden dat de toenmalige staatssecretaris van Defensie zijn toestemming aan het Codema project «proeftank» heeft gegeven dan wel onthouden. Uit het verslag van het gesprek van de Vaste Commissies voor de Rijksuitgaven en Defensie met de Algemene Rekenkamer (kamerstuk nr. 4) is af te leiden dat er wel toestemming voor dit project zou zijn gegeven. Er is geen reden te twijfelen aan de bestaande intensieve relatie tussen de politieke leiding en de Centrale Organisatie. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 5 13

14 C8 Achteraf kan worden gesteld dat de Tweede Kamer niet volledig werd ingelicht en daardoor een onjuiste voorstelling van zaken kreeg.' C9 en E8 In algemene zin heeft de zogenaamde «boeggolf» betrekking op het (ervarings)feit dat jaarlijks, vooral bij grote materieelprojecten, technische en administratieve vertragingen optreden waarbij de betreffende (deel)budgethouder zich in een soort overmachtsituatie bevindt. Aangezien binnen een kasstelsel in de begroting moet worden opgenomen wat naar verwachting in de kassfeer tot verwezenlijking zal komen, dient bij dergelijke ramingen met deze effecten rekening te worden gehouden. De minister heeft op 11 september 1985 al in een reactie laten blijken dat er volgens hem geen sprake is geweest van handelen in strijd met letter of geest van de betreffende (wettelijke) voorschriften en het budgetrecht van de Staten-Generaal. De regering geeft er de voorkeur aan de resultaten van het afzonderlijke hierover door de Rekenkamer ingestelde onderzoek af te wachten voordat een nader oordeel wordt uitgesproken. 2 C10 Het in eerste instantie op stafniveau binnen de directie materieel KM opgestelde concept-antwoord betreffende de kosten van Research & Development, bevatte dusdanige commercieel gevoelige informatie dat werd besloten op deze vraag geen gedetailleerd antwoord te geven. C11 Om tijdig over informatie over de uitvoering van grote materieelprojecten te kunnen beschikken zijn de volgende maatregelen getroffen. - Gelijktijdig met de indiening van de jaarlijkse begroting wordt aan de Kamer gerapporteerd over de voortgang van omvangrijke materieelprojecten. - De projectenadministraties bij de krijgsmachtdelen zullen verder worden verbeterd. - De procedures met betrekking tot de indiening van interne rapportages over grote materieelprojecten zijn verbeterd. Naast rapportages in het verband van plannen en begrotingen en die ten behoeve van een interne driemaandelijkse voortgangsrapportage worden over de omvangrijke marine-projecten afzonderlijk tweemaandelijkse voortgangsrapportages aan de staatssecretaris Materieel aangeboden. - De driemaandelijkse rapportage aan de Inspectie Rijksfinanciën van het ministerie van Financiën is verbeterd en uitgebreid. - De in 1984 ingestelde Centrale Contracten Commissie toetst de contracten niet betrekking tot grote materieelprojecten op onder meer de juiste en volledige vastlegging van alle rechten en verplichtingen van beide partijen. - Met de invoering van het Defensie Materieelkeuzeproces is de informatie ten behoeve van de besluitvorming over grote projecten verbeterd. C12 Zie het antwoord op B8. ' De in de vraag bedoelde blz is genummerd 71 in het gedrukte stuk. <~i-3 1 De in de vraag bedoelde blz is genummerd De Rekenkamer heeft van alle door haar van belang geachte stukken 89 in het gedrukte stuk. kennis kunnen nemen. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 5 14

15 CU Uit de stukken valt niet na te gaan of de voorzitter van de taakgroep Stemerdink beschikte over de financiële gegevens welke vermeld zijn in het rapport «De Walrus nader beschouwd». C15 Staatssecretaris Stemerdink heeft op 27 januari 1982 in gezelschap van de DMKM een bezoek gebracht aan de bouwplaats van de Walrus. Van dit bezoek is geen verslag gemaakt. D1 Het ongeval van de Thresher heeft een aantal ontwerpfouten en tekortkomingen in de constructie van genoemde onderzeeboot aan het licht gebracht. Het in verschenen Amerikaanse document «Hearings... etc», geeft daarover ongeclassificeerde informatie. Dit ongeval heeft de Amerikaanse marine in de daaropvolgende jaren doen besluiten tot wijzigingen in de algemene ontwerpfilosofie van diepduikende onderzeeboten. De Koninklijke marine heeft daarop ingespeeld door die wijzigingen in grote lijnen te verwerken in de ontwerp-filosofie voor KM-onderzeeboten. Na een aantal, in 1978 begonnen, besprekingen tussen vertegenwoordigers van de Koninklijke marine (materie-deskundigen) en de Amerikaanse marine is de aangepaste ontwerpfilosofie getoetst aan de uitkomsten van deze besprekingen. Dat had een verdere definiëring van het onderzeebootontwerp tot gevolg, vooral wat de veiligheidsaspecten betreft. Een en ander werd geconcretiseerd in het Walrusontwerp. Bij de verdere uitwerking van het onderzeebootontwerp door de Koninklijke marine in de daaropvolgende periode, tot omstreeks 1982, werden onder meer inrichting en constructie van de Walrus-klasse onderzeeboten aangepast. D2 en D3 De regering is van mening, zoals aangegeven in het antwoord op vraag 2 (kamerstuk X,nr. 10) dat de kern van de kostenverhoging van de Walrus-onderzeeboten ligt in de onderschatting van de technische gevolgen van de operationele behoeftestelling, zodat het concept van gelijktijdig bouwen en ontwikkelen tot een zeer moeilijk te beheersen proces werd. E1 t/m E3 Een stafdoelstelling omvat de in grote lijnen beschreven operationele eisen en een aantal algemene gegevens met betrekking tot een kwalitatief en kwantitatief gespecificeerde operationele behoefte en geeft geen materieel gerichte specificaties. Daarom kan een stafdoelstelling niet als referentie dienen voor een prijsgericht accountantsonderzoek. Vertaald in termen van het Defensie Materieelkeuzeproces (DMP) wordt de stafdoelstelling in de analysefase van een project geformuleerd. Van de aan de verwezenlijking van de operationele behoefte verbonden kosten kan in die fase nog slechts een globale aanwijzing worden gegeven. Naarmate het proces via de voorstudie- en studiefase vordert, ontstaat een steeds betrouwbaarder beeld van de projectkosten. Bij de afsluiting van de verwervingsfase kan aan de hand van dan ingewonnen offertes van betrokken industrieën een nauwkeurige kostenberekening worden gemaakt. Indien in de loop van het DMP de ontwikkeling van het kostenbeeld daartoe aanleiding geeft, kan het project worden bijgestuurd bij voorbeeld door naar alternatieve mogelijkheden om te zien. In het uiterste geval zou de analysefase opnieuw als uitgangspunt kunnen worden gekozen. Wanneer het project eenmaal in uitvoering is genomen, ligt het herhalen van de analysefase niet meer voor de hand. Wel kan in de Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 5 15

16 evaluatiefase het verloop van het project, van analysefase tot en met de eerste ervaringen met in dienst genomen eenheden, op alle aspecten met inbegrip van de kosten worden geëvalueerd. Wat betreft de Walrus-klasse onderzeeboten is steeds vastgehouden aan de met betrekking tot deze onderzeeboten geformuleerde stafdoelstelling. E4 Tijdstip en vorm van het per groot materieelproject opnemen van een afzonderlijk artikel op de begroting, zullen in overleg met het ministerie van Financiën worden bepaald, naar aanleiding van het rapport «Controle Grote Projecten» en het hierover geformuleerde Regeringsstandpunt. Uitgangspunt is dat sub-projecten, die een directe relatie met een bepaald materieelproject hebben, onderdeel van de kosten van dat materieelproject zullen uitmaken. De verbeterde projectenadministraties, die uiterlijk 1 januari 1987 operationeel zullen zijn, zullen het mogelijk maken de complementaire investeringen, die niet exclusief voor één bepaald wapensysteem worden gedaan en derhalve niet tot een individueel nieuwbouwproject worden gerekend, aan de betreffende projecten toe te rekenen. Hierdoor zullen nieuwbouwprojecten in samanhang met de complementaire voorzieningen kunnen worden beoordeeld. E5 Bij de raming van projectkosten en de financiering van het project wordt de totale duur van het project en daarmee de totale financiële omvang van het project in beschouwing genomen. In 1977 werd in de matrix voor de eerste serie onderzeeboten een bedrag van f 290 miljoen (prijspeil 1977) opgenomen en voor de tweede serie een bedrag van f287 miljoen (prijspeil 1977). In de herziene matrix van maart 1978 waren deze bedragen bijgesteld tot f460 miljoen (prijspeil 1978) voor de eerste serie en f460 miljoen (prijspeil 1978) voor de tweede serie. Van deze f460 miljoen voor de tweede serie viel f40 miljoen buiten de planperiode E6 Bij iedere transactie is sprake van financieringskosten. De fabrikant zal, alvorens met de feitelijke uitvoering te beginnen, zeker bij grote en unieke projecten, investeringen moeten doen en zogenoemde long lead items moeten bestellen. Ook tijdens de uitvoering van het project kunnen zich dit soort situaties voordoen. Deze activiteiten kunnen op een aantal manieren worden gefinancierd. Zo kan de leverancier het nodige geld lenen en de daarover te betalen rente doorberekenen aan de klant. Een andere methode is dat de klant, tegen de nodige zekerheden, voorfinanciert waardoor de leverancier geen rentekosten heeft en in sommige gevallen zelfs enige rentewinst kan maken. Deze eventuele rentewinst wordt dan weer in aanmerking genomen bij de prijsvorming. Bij het te sluiten contract wordt over het algemeen, afhankelijk van de omstandigheden, gekozen voor één bepaalde systematiek, of voor een mengvorm. Van belang daarbij is vooral de beschikbaarheid van liquide middelen van de opdrachtgever en de financiële positie van het bedrijf. Er is hier sprake van een optimaliseringsproces. Na het afsluiten van het contract kunnen eveneens wijzigingen van de overeengekomen leveringsvoorwaarden optreden. Zeker bij langlopende opdrachten kunnen zich veel situaties voordoen die tot noodzakelijke tussentijdse aanpassingen van het contract leiden en die consequenties kunnen hebben voor de prijs. Dit geldt bijvoorbeeld voor noodzakelijk tijdens de bouw uit te voeren wijzigingen en ook kunnen overmachtsituaties optreden of problemen ontstaan door faillissement of surséance van betaling. Tweede Kamer, vergaderjaar , 19221, nr. 5 16

17 E7 De nauwkeurige omvang van de boeggolf kon niet eerder dan eind december 1985/begin januari 1986 worden bepaald. E8 Zie het antwoord op C9. E9 Voor een eventuele reactie is het thans nog te vroeg; daarvoor wordt het onderzoek van de Algemene Rekenkamer afgewacht. De Minister van Defensie, J. de Ruiter De Staatssecretaris van Defensie, J. van Houwelingen Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 5 17

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1987-1988 Rijksbegroting voor het jaar 1988 20 200 Hoofdstuk X Ministerie van Defensie Nr. 34 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1979-1980 15 637 Casinospelen Nr. 2 Het vroegere stuk is gedrukt in de zitting 1978-1979 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de heer Voorzitter

Nadere informatie

Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Financiën ;

Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Financiën ; Besluit van houdende wijziging van het Aanwijzingsbesluit rechtspersonen met een beperkte kasbeheerfunctie, het Besluit beheer politie, het Besluit financieel beheer politie en het Besluit verdeling sterkte

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 763 Toekomst van de krijgsmacht Nr. 27 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag,

Nadere informatie

het project "Informatie- en communicatietechnologie (ICT) in het onderwijs" in 2002

het project Informatie- en communicatietechnologie (ICT) in het onderwijs in 2002 Accountantsdienst OCenW Servicegroep Cultuur en Apparaatskosten Bredewater 8 Postadres Postbus 25000 2700 LZ Zoetermeer Telefoon (079) 323 31 55 Telefax (079) 323 39 20 Rapport over het project "Informatie-

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1986-1987 Herziening van het stelsel van sociale zekerheid BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

De Defensieonderdeel Medezeggenschapscommissie DMO (hierna: de DMC)

De Defensieonderdeel Medezeggenschapscommissie DMO (hierna: de DMC) ADVIES Advies van het College voor geschillen medezeggenschap defensie aan de Secretaris-generaal naar aanleiding van een verzoek om advies inzake een tussen: Directeur Defensie Materieel Organisatie (DMO)

Nadere informatie

Onderwerp ontwerp-selectielijst archiefbescheiden beleidsterrein "Invoerrechten en accijnzen" over de periode

Onderwerp ontwerp-selectielijst archiefbescheiden beleidsterrein Invoerrechten en accijnzen over de periode Raad voor Cultuur Aan de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen p/a de algemene rijksarchivaris Postbus 90520 2509 LM 's-gravenhage Onderwerp ontwerp-selectielijst archiefbescheiden beleidsterrein

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1984-1985 Rijksbegroting voor het jaar 1985 18600 Hoofdstuk X Ministerie van Defensie Nr. 56 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE Aan de Voorzitter

Nadere informatie

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, Handelend in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad;

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, Handelend in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad; Regeling van de Minister voor Wonen en Rijksdienst van 2015, nr. , tot instelling van het tijdelijk Bureau ICT-toetsing (Instellingsbesluit tijdelijk Bureau ICT-toetsing) Handelend

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 710 I Jaarverslag en slotwet van de Koning 2010 Nr. 2 RAPPORT BIJ HET JAARVERSLAG 2010 VAN DE KONING (I) Aan de voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 27 859 Modernisering Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens (GBA) Nr. 117 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 14 november

Nadere informatie

PROTOCOL VAN AFSPRAKEN OVER ONDERZOEKEN TWEEDE KAMER...

PROTOCOL VAN AFSPRAKEN OVER ONDERZOEKEN TWEEDE KAMER... Inhoudsopgave PROTOCOL VAN AFSPRAKEN OVER ONDERZOEKEN TWEEDE KAMER... 2 A. ALGEMEEN... 3 B. PROCEDURES... 3 C. VERTROUWELIJKE INFORMATIE... 3 D. MONDELINGE INFORMATIE VAN AMBTENAREN... 4 E. SLOTBEPALINGEN...

Nadere informatie

PLAN VAN AANPAK PROJECT VINKENSLAG, versie 4 september 2008

PLAN VAN AANPAK PROJECT VINKENSLAG, versie 4 september 2008 PLAN VAN AANPAK PROJECT VINKENSLAG, versie 4 september 2008 1. Achtergrond en aanleiding De Rekenkamer Maastricht doet onderzoek naar de doeltreffendheid, doelmatigheid en rechtmatigheid van het gevoerde

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 239 Stimulering duurzame energieproductie Nr. 62 BRIEF VAN HET PRESIDIUM Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag,

Nadere informatie

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag Datum Betreft Jaarplanning 2018

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag Datum Betreft Jaarplanning 2018 > Retouradres Postbus 20701 2500 ES Den Haag de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR Den Haag Ministerie van Defensie Plein 4 MPC 58 B Postbus 20701 2500 ES Den Haag www.defensie.nl

Nadere informatie

Regeling budgethouderschap van de gemeente Heusden

Regeling budgethouderschap van de gemeente Heusden Regeling budgethouderschap van de gemeente Heusden Het college van de gemeente Heusden; gelet op artikel 212 van de Gemeentewet, artikel 10, lid 2 van de Financiële Beheers- en Controleregeling en artikel

Nadere informatie

Raad voor Cultuur. Telefax

Raad voor Cultuur. Telefax Aan De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen p/a de algemene rijksarchivaris Postbus 90520 2509 LM 's-gravenhage Ondenverp R.J. Schimmelpennincklaan 3 ontwerp-selectielijst archiefbescheiden

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag > Retouradres Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Directie Constitutionele Zaken en Wetgeving Afdeling Wetgeving Staatsinrichting en Bestuur Turfmarkt

Nadere informatie

Voor een volledig overzicht van de uitspraken van mijn ambtsvoorganger verwijs ik naar bijlage 1.

Voor een volledig overzicht van de uitspraken van mijn ambtsvoorganger verwijs ik naar bijlage 1. a 1 > Retouradres: Postbus 20901, 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 1988-1989 Rijksbegroting voor het jaar 1989 20 800 Hoofdstuk X Ministerie van Defensie Nr. 69 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 750 X Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2014 Nr. 48 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Nadere informatie

Rapport bij de financiële verantwoording 2000 van het Spaarfonds AOW

Rapport bij de financiële verantwoording 2000 van het Spaarfonds AOW Rapport bij de financiële verantwoording 2000 van het 16 mei 2001 Aangeboden door de aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Inhoud Samenvatting 1 1 Inleiding 2 2 Financieel beheer 3

Nadere informatie

Rapport. Datum: 28 juli 2000 Rapportnummer: 2000/252

Rapport. Datum: 28 juli 2000 Rapportnummer: 2000/252 Rapport Datum: 28 juli 2000 Rapportnummer: 2000/252 2 Klacht Op 8 maart 2000 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw M. te Rotterdam, met een klacht over een gedraging van de Belastingdienst/Douane,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 230 Besluit van 18 mei 2009, houdende wijziging van het Besluit afbreking zwangerschap (vaststelling duur zwangerschap) Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

REGELING GROTE PROJECTEN... 2

REGELING GROTE PROJECTEN... 2 Inhoudsopgave REGELING GROTE PROJECTEN... 2 HOOFDSTUK I. BEGRIPSBEPALINGEN... 3 Artikel 1. Begripsbepalingen... 3 HOOFDSTUK II. AANWIJZING GROOT PROJECT... 3 Artikel 2. Voorstel tot aanwijzing groot project...

Nadere informatie

REGELING GROTE PROJECTEN... 2

REGELING GROTE PROJECTEN... 2 Inhoudsopgave REGELING GROTE PROJECTEN... 2 HOOFDSTUK I. BEGRIPSBEPALINGEN... 3 Artikel 1. Begripsbepalingen... 3 HOOFDSTUK II. AANWIJZING GROOT PROJECT... 3 Artikel 2. Voorstel tot aanwijzing groot project...

Nadere informatie

2. Agendapunt: Reactie op verzoek commissie over het rapport van de Commissie van Onderzoek van Defensie naar het mortierongeval in Mali

2. Agendapunt: Reactie op verzoek commissie over het rapport van de Commissie van Onderzoek van Defensie naar het mortierongeval in Mali Den Haag, 10 Voortouwcommissie: Herziene agenda i.v.m. wijziging tijdstip (vanwege plenaire agenda) en toevoeging agendapunt 11 vaste commissie voor Defensie Volgcommissie(s): FIN i.v.m. agendapunt 10

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 32 733 Beleidsbrief Defensie Nr. 130 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 22 mei 2013 De vaste commissie voor Defensie heeft een aantal vragen

Nadere informatie

De belangrijkste uitkomsten van het onderzoek naar de Jaarrekening 2013 zijn:

De belangrijkste uitkomsten van het onderzoek naar de Jaarrekening 2013 zijn: 1 SAMENVATTING Voor u ligt het rapport van bevindingen van de Algemene Rekenkamer Curaçao (de Rekenkamer) bij de Jaarrekening 2013 van Curaçao. In dit rapport presenteert de Rekenkamer de resultaten van

Nadere informatie

Algemeen Dagblad T.a.v. Postbus TC ROTTERDAM

Algemeen Dagblad T.a.v. Postbus TC ROTTERDAM 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Algemeen Dagblad T.a.v. Postbus 8983 3009 TC ROTTERDAM Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj Contactpersoon

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 1988-1989 19 455 Marinebasis Den Helder Nr. 6 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 's-gravenhage,

Nadere informatie

Gepubliceerd in Staatscourant 17 september 2007, nr. 179 / pag. 11

Gepubliceerd in Staatscourant 17 september 2007, nr. 179 / pag. 11 Gepubliceerd in Staatscourant 17 september 2007, nr. 179 / pag. 11 Klachtenregeling IGZ Artikel 1 1 Een ieder heeft het recht om over de wijze waarop de inspectie zich in een bepaalde aangelegenheid jegens

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1988-1989 Rijksbegroting voor het jaar 1989 20 800 Hoofdstuk XI Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Nr. 55 BRIEF VAN DE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 33 763 Toekomst van de krijgsmacht 34 000 X Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2015 Nr. 72

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 725 X Jaarverslag en slotwet Ministerie van Defensie 2016 Nr. 4 MEMORIE VAN TOELICHTING A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Nadere informatie

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Sector Aan de voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2018 No. 35 Tijdelijk landsbesluit, houdende algemene maatregelen, van de 18 e september 2018 tot regeling van de inrichting en de organisatie van het Nationaal

Nadere informatie

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, Handelend in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad;

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, Handelend in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad; Besluit van de Minister voor Wonen en Rijksdienst van 10 juli 2015, nr. 0000373449, tot instelling van het tijdelijk Bureau ICT-toetsing (Instellingsbesluit tijdelijk Bureau ICT-toetsing) De Minister voor

Nadere informatie

Rapport. Datum: 11 april 2000 Rapportnummer: 2000/148

Rapport. Datum: 11 april 2000 Rapportnummer: 2000/148 Rapport Datum: 11 april 2000 Rapportnummer: 2000/148 2 Klacht Op 1 februari 1999 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer Y. te Zwolle, ingediend door de Stichting Rechtsbijstand Asiel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 31 125 Defensie Industrie Strategie Nr. 17 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 31 460 Project SPEER Nr. 36 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 5 november 2013 De vaste commissie voor Defensie heeft een aantal vragen

Nadere informatie

Rapport. Datum: 28 maart 2001 Rapportnummer: 2001/071

Rapport. Datum: 28 maart 2001 Rapportnummer: 2001/071 Rapport Datum: 28 maart 2001 Rapportnummer: 2001/071 2 Klacht Op 18 januari 2000 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer M. te Groningen, met een klacht over een gedraging van regionale

Nadere informatie

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-gravenhage

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-gravenhage > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-gravenhage Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Beoordeling. h2>klacht

Beoordeling. h2>klacht Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt er in vervolg op zijn bij de Nationale ombudsman op 5 februari 2008 ingediende klacht over dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) Rotterdam in het

Nadere informatie

Administrateur. Context. Doel. Rapporteert aan/ontvangt hiërarchische richtlijnen van: Directeur dienst Afdelingshoofd

Administrateur. Context. Doel. Rapporteert aan/ontvangt hiërarchische richtlijnen van: Directeur dienst Afdelingshoofd Administrateur Doel Realiseren van beheersmatige, adviserende en managementondersteunende administratieve werkzaamheden ten behoeve van de instelling, dan wel onderdelen daarvan, binnen vastgestelde procedures

Nadere informatie

Geachte heer Brenninkmeijer, d.d. 6 november 2007 bericht ik u als volgt. Nationale ombudsman rapport Op waarde geschat

Geachte heer Brenninkmeijer, d.d. 6 november 2007 bericht ik u als volgt. Nationale ombudsman rapport Op waarde geschat Directie Bestuurlijke en Juridische Zaken De Nationale ombudsman Postbus 93122 2509 AC 'S-GRAVENHAGE Datum Uw brief (Kenmerk) Ons kenmerk 11 maart 2008 6 november 2007; BJZ 2008 0137 M 2007.06666.014 Onderwerp

Nadere informatie

Rapport. Datum: 4 maart 2004 Rapportnummer: 2004/073

Rapport. Datum: 4 maart 2004 Rapportnummer: 2004/073 Rapport Datum: 4 maart 2004 Rapportnummer: 2004/073 2 Klacht DE ONDERZOCHTE GEDRAGING Het in strijd met het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht niet informeren van betrokkene over de mogelijkheid

Nadere informatie

Onderwijshuisvestingsbeleid gemeente Utrecht. Onderzoeksplan

Onderwijshuisvestingsbeleid gemeente Utrecht. Onderzoeksplan Onderwijshuisvestingsbeleid gemeente Utrecht Onderzoeksplan Rekenkamer Utrecht 16 februari 2009 1 Inleiding Vanuit de raadsfracties van het CDA en de VVD kwam in 2008 de suggestie aan de Rekenkamer om

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1994 1995 23 900 X Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 1995 Nr. 86 BRIEF VAN

Nadere informatie

De notitie verantwoording Wet Werk en Bijstand 2004 geeft hiervoor de kaders weer.

De notitie verantwoording Wet Werk en Bijstand 2004 geeft hiervoor de kaders weer. Voorstel aan de Raad Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 9 juni 2004 / 102/2004 Onderwerp Notitie verantwoording Wet Werk en Bijstand 2004 Programma / Programmanummer Inkomen / 3230 Portefeuillehouder

Nadere informatie

Rapport. Datum: 9 juli 1998 Rapportnummer: 1998/270

Rapport. Datum: 9 juli 1998 Rapportnummer: 1998/270 Rapport Datum: 9 juli 1998 Rapportnummer: 1998/270 2 Klacht Op 4 november 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer B. te Voorburg, met een klacht over een gedraging van het Korps

Nadere informatie

Checklist. Informatievoorziening. Grote Projecten

Checklist. Informatievoorziening. Grote Projecten Checklist Informatievoorziening Grote Projecten Najaar 2010 Rekenkamercommissie Berkelland, Bronckhorst, Lochem, Montferland 1. Inleiding De uitvoering van grote projecten in Nederland heeft nogal eens

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 127 Financiële verantwoordingen over het jaar 1999 Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

..^i-fie EERSTE WAfe < IR. 14 6 7 5 0, TyU ^ 0 9 JUL 2010 DATUM V J U L KOPIE

..^i-fie EERSTE WAfe < IR. 14 6 7 5 0, TyU ^ 0 9 JUL 2010 DATUM V J U L KOPIE Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit > Retouradres Postbus 20401 2500 EK DEN HAAG De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus 20017 2500 EA Den Haag..^i-FIE EERSTE WAfe

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1996 378 Wet van 3 juli 1996, houdende algemene regels over de advisering in zaken van algemeen verbindende voorschriften of te voeren beleid van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1986-1987 17910 De grote-stedenproblematiek Nr. 21 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. CONCEPT Besluit van [datum], nr. [nummer], houdende het opnieuw instellen van de Review Board Aanvalsprogramma Informatievoorziening Politie en daarmee het verlengen van de instellingstermijn Wij Willem-Alexander,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 25 110 Nederlands Voorzitterschap van de Europese Unie van 1 januari tot 1 juli Nr. 7 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPPEN

Nadere informatie

1) NRC Handelsblad, 2 augustus ) Aanhangsel-Handelingen nr. 102, vergaderjaar

1) NRC Handelsblad, 2 augustus ) Aanhangsel-Handelingen nr. 102, vergaderjaar 05067340 Vragen van de leden Irrgang en Kant (beiden SP) aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de minister van Binnenlandse Zaken over het privé-gebruik van een dienstauto. (Ingezonden

Nadere informatie

RaadsbijlageVoorstel inzake de analyse en Plan van Aanpak van de

RaadsbijlageVoorstel inzake de analyse en Plan van Aanpak van de gemeente Eindhoven Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling Raadsbijlage nummer 191 lnboeknummer OOU002531 Beslisdatum 26 september 2000 Dossiernummer 039.202 RaadsbijlageVoorstel inzake de analyse en Plan

Nadere informatie

Rapport. Datum: 23 juni 2004 Rapportnummer: 2004/248

Rapport. Datum: 23 juni 2004 Rapportnummer: 2004/248 Rapport Datum: 23 juni 2004 Rapportnummer: 2004/248 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) in haar brief aan verzoekster van 25 februari 2000 heeft

Nadere informatie

RAPPORT AD/2005/ Inzake de negende voortgangsrapportage Structuur Uitvoering Werk en Inkomen. Auditdienst

RAPPORT AD/2005/ Inzake de negende voortgangsrapportage Structuur Uitvoering Werk en Inkomen. Auditdienst RAPPORT AD/2005/35556 Inzake de negende voortgangsrapportage Structuur Uitvoering Werk en Inkomen AD-rapport bij de negende voortgangsrapportage SUWI Den Haag, 17 mei 2005 Auditdienst van het Ministerie

Nadere informatie

Rapport. Datum: 21 juni 2000 Rapportnummer: 2000/224

Rapport. Datum: 21 juni 2000 Rapportnummer: 2000/224 Rapport Datum: 21 juni 2000 Rapportnummer: 2000/224 2 Klacht Op 12 januari 2000 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer H. te Altforst, met een klacht over een gedraging van de Immigratie-

Nadere informatie

Onderwerp Ontwerp-selectielijst archiefbescheiden zorgdrager minister van BZK, beleidsterrein Nationale Ombudsman over de periode

Onderwerp Ontwerp-selectielijst archiefbescheiden zorgdrager minister van BZK, beleidsterrein Nationale Ombudsman over de periode Aan De Staatssecretaris van Onderwijs, en Wetenschappen P/a de algemene rijksarchivaris Postbus 90520 2509 LM s-gravenhage Onderwerp Ontwerp-selectielijst archiefbescheiden zorgdrager minister van BZK,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 27 830 Materieelprojecten Nr. 281 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 5 april

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 770 Invoering van en aanpassing van wetgeving aan de Vaststellingswet titel 7.10 Burgerlijk Wetboek (arbeidsovereenkomst) (Invoeringswet titel

Nadere informatie

De kaderstellende rol van de raad bij complexe projecten

De kaderstellende rol van de raad bij complexe projecten De kaderstellende rol van de raad bij complexe projecten Basisschool Aan de Bron en sporthal op het voormalige WML-terrein Onderzoeksopzet Rekenkamer Weert 16 december 2007 Inhoudsopgave 1. Achtergrond

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 550 I Vaststelling van de begrotingsstaat van de Koning (I) voor het jaar 2017 Nr. 4 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 34 010 Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet medezeggenschap op scholen en de Wet voortgezet onderwijs

Nadere informatie

Rapport. Datum: 15 april 1999 Rapportnummer: 1999/180

Rapport. Datum: 15 april 1999 Rapportnummer: 1999/180 Rapport Datum: 15 april 1999 Rapportnummer: 1999/180 2 Klacht Op 29 september 1998 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer E. te Nijmegen, met een klacht over een gedraging van het

Nadere informatie

Erven, belasting en rente. Rapport over een klacht over de voorlichting van de Belastingdienst.

Erven, belasting en rente. Rapport over een klacht over de voorlichting van de Belastingdienst. Erven, belasting en rente Rapport over een klacht over de voorlichting van de Belastingdienst. Oordeel De Nationale ombudsman vindt de klacht over de Belastingdienst gegrond. Datum: 19 maart 2015 Rapportnummer:

Nadere informatie

Algemene Voorwaarden het Perspectief, financieel & strategisch management

Algemene Voorwaarden het Perspectief, financieel & strategisch management Algemene Voorwaarden het Perspectief, financieel & strategisch management Artikel 1 Definities 1. In deze algemene voorwaarden worden de hiernavolgende termen in de navolgende betekenis gebruikt, tenzij

Nadere informatie

Rapport. Datum: 27 augustus 1998 Rapportnummer: 1998/353

Rapport. Datum: 27 augustus 1998 Rapportnummer: 1998/353 Rapport Datum: 27 augustus 1998 Rapportnummer: 1998/353 2 Klacht Op 1 mei 1998 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw S. te Zutphen, met een klacht over een gedraging van de Belastingdienst/Ondernemingen

Nadere informatie

gelet op artikel 14, sub c, van de Financiële verordening gemeente Waalwijk

gelet op artikel 14, sub c, van de Financiële verordening gemeente Waalwijk Het College van Waalwijk; gelet op artikel 14, sub c, van de Financiële verordening gemeente Waalwijk besluit in te trekken: Regeling budgethouders gemeente Waalwijk 2012 vast te stellen de: Regeling budgethouders

Nadere informatie

Gemeente Hellendoorn. Aan de raad

Gemeente Hellendoorn. Aan de raad Punt (2 : Aanbevelingen onderzoek Rekenkamer West Twente: Onroerende zaken Gemeente Hellendoorn Aan de raad Samenvatting: De Rekenkamer West Twente heeft onderzoek gedaan naar het beleid over - en het

Nadere informatie

Algemene Voorwaarden Adviesbureau KAP b.v. - Afdeling Advies

Algemene Voorwaarden Adviesbureau KAP b.v. - Afdeling Advies Algemene Voorwaarden Adviesbureau KAP b.v. - Afdeling Advies 1 Algemeen 1.1 Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op alle aanbiedingen en overeenkomsten van Adviesbureau KAP b.v. - Afdeling Advies,

Nadere informatie

Deelplan IC Treasury 2014. Gemeente Lingewaard

Deelplan IC Treasury 2014. Gemeente Lingewaard Deelplan IC Treasury 2014 Gemeente Lingewaard 1 Inhoudsopgave 1. Aanleiding 3 2. Structureel / incidenteel 3 3. Opdrachtgever 3 4. Opdrachtnemer 3 5. Relevante wet- en regelgeving 3 6. Rapportage 4 7.

Nadere informatie

Olde Bijvank Advies Organisatieontwikkeling & Managementcontrol. Datum: dd-mm-jj

Olde Bijvank Advies Organisatieontwikkeling & Managementcontrol. Datum: dd-mm-jj BUSINESS CASE: Versie Naam opdrachtgever Naam opsteller Datum: dd-mm-jj Voor akkoord: Datum: LET OP: De bedragen in deze business case zijn schattingen op grond van de nu beschikbare kennis en feiten.

Nadere informatie

Rapport. Datum: 10 oktober 2006 Rapportnummer: 2006/347

Rapport. Datum: 10 oktober 2006 Rapportnummer: 2006/347 Rapport Datum: 10 oktober 2006 Rapportnummer: 2006/347 2 Klacht Verzoekster klaagt over de wijze waarop notaris X te Q bij gelegenheid van de afwikkeling van haar echtscheiding heeft gehandeld met een

Nadere informatie

Verordening rekenkamer Giessenlanden 2017

Verordening rekenkamer Giessenlanden 2017 Verordening rekenkamer Giessenlanden 2017 Artikel 1. Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. college: college van burgemeester en wethouders; b. commissie: commissie voor de rekenkamer

Nadere informatie

Weigerachtige behandeling Wob-verzoek Gemeente Weesp

Weigerachtige behandeling Wob-verzoek Gemeente Weesp Rapport Gemeentelijke Ombudsman Weigerachtige behandeling Wob-verzoek Gemeente Weesp 20 september 2012 RA121649 Samenvatting Een vrouw vraagt de gemeente Weesp op 2 november 2011 om een afschrift van stukken

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 061 Wijziging van enkele wetten in verband met de reorganisatie van de inspectiefunctie binnen het Ministerie van Verkeer en Waterstaat Nr.

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag De Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT

STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT De Regeringen van de hierna genoemde landen: De Bondsrepubliek Duitsland, Oostenrijk, België, Denemarken, Spanje, Finland, Frankrijk,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 000 VIII Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (VIII) voor

Nadere informatie

Artikel 1. Definities

Artikel 1. Definities Verordening 212 Het algemeen bestuur van de ISD Bollenstreek besluit, gelet op artikel 212 van de Gemeentewet, vast te stellen: Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor

Nadere informatie

Onderwerp Ontwerp-selectielijst archiefbescheiden beleidsterrein Waarborgen van platina, gouden en zilveren voorwerpen over de periode

Onderwerp Ontwerp-selectielijst archiefbescheiden beleidsterrein Waarborgen van platina, gouden en zilveren voorwerpen over de periode Aan De Staatssecretaris van Onderwijs, en Wetenschappen P/a de algemene rijksarchivaris Postbus 90520 2509 LM s-gravenhage Onderwerp Ontwerp-selectielijst archiefbescheiden beleidsterrein Waarborgen van

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Sociale Verzekeringen Nr. SV/F&W/05/89716 s -Gravenhage, 11 november 2005 Nader rapport inzake het voorstel van wet tot wijziging van de Werkloosheidswet

Nadere informatie

Algemene voorwaarden FranklinCovey (F&U Nederland B.V.) bij de uitvoering van opdrachten op maat

Algemene voorwaarden FranklinCovey (F&U Nederland B.V.) bij de uitvoering van opdrachten op maat Algemene voorwaarden FranklinCovey (F&U Nederland B.V.) bij de uitvoering van opdrachten op maat Artikel 1: Toepasselijkheid 1.1 Deze Algemene Voorwaarden zijn van toepassing op alle aanbiedingen en overeenkomsten

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 000 X Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2019 Nr. 68 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS

Nadere informatie

Overschrijdingen grenswaarden geluid Schiphol Gebruiksjaar 2007

Overschrijdingen grenswaarden geluid Schiphol Gebruiksjaar 2007 Datum Overschrijdingen grenswaarden geluid Schiphol Gebruiksjaar 2007 2 van 11 1. Probleemstelling Ingevolge artikel 8.22 van de Wet luchtvaart schrijft de Inspecteur-Generaal Verkeer en Waterstaat (hierna:

Nadere informatie

Regeling Grote Projecten Provincie Limburg 2018

Regeling Grote Projecten Provincie Limburg 2018 Regeling Grote Projecten Provincie Limburg 2018 Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: a. Statencommissie: een commissie als bedoeld in de artikelen

Nadere informatie

Verordening 217 Concept aangeboden aan de Provinciale Staten

Verordening 217 Concept aangeboden aan de Provinciale Staten Verordening 217 Concept aangeboden aan de Provinciale Staten Controleverordening Randstedelijke Rekenkamer De Randstedelijke Rekenkamer besluit: overwegende dat: op grond van de wet van 2 juli 2003, Stb.

Nadere informatie

Rapport. Datum: 23 maart 1999 Rapportnummer: 1999/117

Rapport. Datum: 23 maart 1999 Rapportnummer: 1999/117 Rapport Datum: 23 maart 1999 Rapportnummer: 1999/117 2 Klacht Op 30 december 1998 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van S. BV te Amsterdam, met een klacht over een gedraging van de Belastingdienst/Ondernemingen

Nadere informatie

BESLUIT. 1. Op 23 september 1998 heeft I.T. Holland een klacht ingediend tegen Microsoft B.V. (hierna: Microsoft).

BESLUIT. 1. Op 23 september 1998 heeft I.T. Holland een klacht ingediend tegen Microsoft B.V. (hierna: Microsoft). BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit op het bezwaar gericht tegen de beslissing van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit d.d. 19

Nadere informatie

Onderwerp: Algemeen Bestuur. Beëindiging project Nieuwbouw gecombineerde hoogwaterloods Tradeport Noord te Venlo. Voorstel

Onderwerp: Algemeen Bestuur. Beëindiging project Nieuwbouw gecombineerde hoogwaterloods Tradeport Noord te Venlo. Voorstel Onderwerp: Algemeen Bestuur Beëindiging project Nieuwbouw gecombineerde hoogwaterloods Tradeport Noord te Venlo. Datum: 16 januari 2008 Vergaderingnummer: 1 Agendapunt: 4 Voorstel 1. Instemmen met beëindiging

Nadere informatie

Evaluatie en verbetering kwaliteitsysteem

Evaluatie en verbetering kwaliteitsysteem Evaluatie en verbetering kwaliteitsysteem Versie : 00-00-00 Vervangt versie : 00-00-00 Geldig m.i.v. : Opsteller : ------------------- Pag. 1 van 5 Goedkeuringen : Datum: Paraaf: teamleider OK/CSA : DSMH

Nadere informatie

vrom030224 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 11 april 2003

vrom030224 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 11 april 2003 vrom030224 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 11 april 2003 Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de vragen d.d. 12 maart jl. gesteld door de commissie voor Volkshuisvesting,

Nadere informatie

De Rekenkamer is verder nagegaan of de verantwoording van de verschuldigde vergoeding over 2011, 2012 en 2013 volledig is.

De Rekenkamer is verder nagegaan of de verantwoording van de verschuldigde vergoeding over 2011, 2012 en 2013 volledig is. 1 Managementsamenvatting De managementsamenvatting is geschreven in het Nederlands en het Papiamentu. De Rekenkamer wil hiermee bereiken dat meer mensen kennis kunnen nemen van de inhoud van het rapport.

Nadere informatie