Wethouder van Stadsontwikkeling, Volkshuisvesting en Integratie. Onderwerp Richtlijn bestuursrechtelijke dwangmiddelen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Wethouder van Stadsontwikkeling, Volkshuisvesting en Integratie. Onderwerp Richtlijn bestuursrechtelijke dwangmiddelen"

Transcriptie

1 Wethouder van Stadsontwikkeling, Volkshuisvesting en Integratie M. Norder Gemeente Den Haag Retouradres: Postbus , 2500 DJ Den Haag De voorzitter van Commissie Ruimte Uw brief van Uw kenmerk Ons kenmerk DSO/ RIS Doorkiesnummer adres Onderwerp Richtlijn bestuursrechtelijke dwangmiddelen Aantal bijlagen 1 Datum 12 oktober 2010 Geachte voorzitter, De handhaving van bouw- en woonregelgeving binnen de Dienst Stedelijke Ontwikkeling vindt op dit moment plaats op diverse plaatsen binnen de organisatie. Te weten: De Haagse Pandbrigade, Projecten BTD en acht stadsdeelkantoren. Daarnaast is recentelijk wetgeving doorgevoerd op het terrein van handhaving, zoals een bestuurlijke boete op bepaalde overtredingen uit de Huisvestingswet en de 4 e tranche van de Awb. Om te waarborgen dat er op een uniforme wijze gehandhaafd wordt op dezelfde overtredingen, is een richtlijn bestuursrechtelijke dwangmiddelen voor deze organisatie-onderdelen opgesteld. In de bijlage treft u ter kennisname deze richtlijn. Na een jaar wordt deze richtlijn geëvalueerd zodat, indien nodig, de richtlijn aan de hand van praktijkervaring en nieuwe rechtspraak over de 4 e tranche kan worden bijgesteld. Tevens is er in de richtlijn voor gekozen om vaker eerst te starten met een waarschuwingsbrief in het geval van lichte overtredingen, zodat overtredingen zonder de inzet van dwangmiddelen beëindigd kunnen worden. Na één jaar wordt het effect van deze waarschuwingsbrief bekeken. Bijvoorbeeld of een aantal overtreders zonder de inzet van dwangmiddelen bereid is om overtredingen te beëindigen. Met vriendelijke groet, Marnix Norder Wethouder SVI Inlichtingen bij G.P.L. de Bock Postadres: Postbus , 2500 DJ Den Haag Telefoon: Bezoekadres: Spui 70, Den Haag Fax: Internetadres:

2 DSO/ Richtlijn toepassing bestuursrechtelijke (dwang)middelen

3 DSO/ Inleiding 1.1 Waarom een richtlijn? Vele duizenden overtredingen worden jaarlijks geconstateerd door ambtenaren binnen de gemeente Den Haag. De Algemene wet bestuursrecht (vanaf nu: Awb) geeft middelen in handen om met dwang een einde te maken aan deze overtredingen. De wetgever laat het aan het plaatselijke bestuur over om regels te stellen over hoe er met deze middelen wordt omgegaan. Het is namelijk onmogelijk om alle verschillende overtredingen te voorzien en daar een passend kader op te schrijven. Bovendien kunnen er locaal verschillen zijn bij de urgentie van bepaalde problematiek (denk aan de hoge woningnood in Amsterdam), waardoor het toepassen van bijvoorbeeld een hogere dwangsom noodzakelijk is om effect te hebben. Iedere gemeente moet voor zichzelf beslissen wat de best passende actie is. Een landelijk kader is simpelweg niet mogelijk. Voor één gemeente en binnen een afgekaderd rechtsgebied, zoals het werkgebied van de Dienst Stedelijke Ontwikkeling, is het goed mogelijk een richtlijn te schrijven. De problematiek is immers in kaart te brengen en de aard van de overtredingen ook. Deze richtlijn is bedoeld om te komen tot een eenduidige werkwijze binnen DSO/BTD. Een gelijke behandeling van gelijke zaken is belangrijk, in het bijzonder ook bij de toepassing van bestuursrechtelijke dwangmiddelen. Dat neemt overigens niet weg dat in soms gevallen maatwerk nodig zal zijn. De inhoud van deze richtlijn is bindend. Dat houdt in dat in gevallen, waar de richtlijn op ziet, moet worden gehandeld conform de richtlijn. Tegelijkertijd houdt het karakter van richtlijn of richtsnoer in, dat onder bijzondere omstandigheden en in gevallen, waarover de richtlijn geen instructies bevat, maatwerk nodig is. Daarbij is van belang dat in die gevallen zo veel mogelijk wordt aangesloten bij de richtlijn, en dat inzichtelijk wordt gemaakt om welke reden(en) voor een maatwerkoplossing is gekozen. In hoofdstuk 1 en 2 staat algemene informatie over bestuursrechtelijke dwangmiddelen. Hoofdstuk 3 en verder bevat het beleid van DSO/BTD voor de toepassing van deze dwangmiddelen. Als bijlage zijn onder andere tabellen opgenomen met begunstigingstermijnen en dwangsombedragen. 1.2 Welke middelen zijn er? De bestuursorganen van de gemeente zijn gemeenteraad, college van burgemeester en wethouders en de burgemeester. Bij de bestuursrechtelijke handhaving door DSO gaat het in de praktijk vrijwel altijd om de bevoegdheden van het college. Er staan het college een aantal middelen ter beschikking om een einde te maken aan een overtreding of om deze te voorkomen of te bestraffen. Dit zijn: - de informatiebrief - de (preventieve) last onder dwangsom - de (preventieve) last onder bestuursdwang - de last onder bestuursdwang met spoed - de bestuurlijke boete 1.3 De 4 e tranche Awb De Awb wordt in gedeelten ingevoerd. Dit is een jarenlange operatie en er wordt telkens een gedeelte ingevoerd. Zo n gedeeltelijke invoering wordt een tranche genoemd. De 4 e tranche van de Awb trad op 1 juli 2009 in werking. Deze 4e tranche van de Awb ziet op bestuursrechtelijke geldschulden, bestuurlijke handhaving (waaronder de bestuurlijke boete) en attributie. Bij besluiten, die vóór 1 juli 2009 zijn genomen, is de oude wet- en regelgeving van toepassing. Deze aanpassing heeft een aantal belangrijke gevolgen voor de besluitvorming en de werkprocessen. Ook hierom is een richtlijn op dit moment opportuun. De belangrijkste veranderingen ten opzichte van de oude Awb zijn: - Invordering van bestuursrechtelijke geldschulden valt nu onder het bestuursrecht (bezwaar en beroep bij de bestuursrechter in plaats van verzet bij de civiele rechter). De invordering van een dwangsom gaat door middel van een invorderingsbesluit en de invordering van kosten na toepassing van bestuursdwang door middel van een kostenbeschikking. Daarnaast kan wettelijke rente opgeëist worden in een rentebeschikking.

4 DSO/ Aanpassing in terminologie: bestuursdwang heet nu last onder bestuursdwang net als de last onder dwangsom. 2. De toepassing van dwangmiddelen 2.1. De informatiebrief Bij zeer lichte en gemakkelijk te beëindigen overtredingen kan een informatiebrief afdoende zijn. Zo kan een burger uitgenodigd worden voor een gesprek om de overtreding uit te leggen en hoe deze beëindigd kan worden. De informatiebrief is een middel, dat in een beperkt aantal gevallen ingezet kan worden. Slechts een paar overtredingen lenen zich ervoor om eerst alleen een informatiebrief te sturen. Het gaat dan om zeer lichte overtredingen: 1. Waarbij er nog net geen zicht is op legalisering (zie beginselplicht tot handhaving), maar dit eenvoudig door het indienen van een vergunningaanvraag wel bereikt kan worden. Het is vaak efficiënter om een overtreder via een informatiebrief te wijzen op het ontbreken van een vergunning dan direct een aanschrijving te versturen. Bij de informatiebrief kan eventueel ook een aanvraagformulier voor een vergunning worden gevoegd. Vaak is een burger zich niet eens bewust van een overtreding en schrikt van een besluit. Vaak wordt in een dergelijk geval meteen een aanvraag voor een vergunning ingediend. Er ontstaat dan voor het einde van de begunstigingstermijn van het besluit concreet zicht op legalisatie, waardoor er weer termijnen worden opgeschort in afwachting van de daadwerkelijke beslissing op de aanvraag. Dit maakt procedures complex, terwijl een informatiebrief hetzelfde effect had gehad zonder deze toestanden. 2. Soms is een zeer kleine handeling van de eigenaar nodig om een overtreding te beëindigen. Bijvoorbeeld het langs laten komen van een monteur om de CV-ketel na te laten kijken en waarbij metingen van inspecteurs geen CO-uitstoot hebben opgemerkt. Het geven van informatie volstaat dan vaak en is ook het meest proportionele middel. 3. Gevaarlijke situaties worden niet eerst met een informatiebrief gestart. Ook wanneer een verzoek tot handhaving is ingediend (zie verder hoofdstuk 4), wordt geen informatiebrief verstuurd, maar meteen een (concept)besluit. Een besluit kan in de praktijk leiden tot beëindiging van situaties, die in principe met vergunning voortgezet kunnen worden. Een informatiebrief hoeft niet aan de eisen voor een besluit te voldoen en heeft ook geen rechtsgevolg voor de burger. Er mag expliciet gewezen worden op een eventuele vergunningaanvraag. Doet de burger niets naar aanleiding van de informatiebrief dan wordt de woning nog een keer gecontroleerd en wordt alsnog een besluit genomen. Pas dit latere besluit heeft daadwerkelijk rechtsgevolg en pas na dit latere besluit kan een dwangsom verbeuren of bestuursdwang worden toegepast Last onder dwangsom - In welke gevallen een dwangsom? Wanneer er gekozen kan worden voor een last onder dwangsom in plaats van een last onder bestuursdwang, dan wordt een last onder dwangsom opgelegd. Er wordt dus een dwangsombesluit opgelegd, tenzij dit niet mogelijk is. Dit is niet mogelijk, wanneer: 1. Een dwangsom niet het gewenste resultaat zal hebben. Zo kan het bijvoorbeeld bij (brand)gevaar noodzakelijk zijn om binnen een bepaalde termijn of per direct een situatie te beëindigen. Een last onder dwangsom garandeert niet dat de illegale situatie tijdig wordt beëindigd; een last onder bestuursdwang en de daadwerkelijke toepassing ervan wel; 2. Er geen overtreder (artikel 5:1 Awb) bekend is. Een last onder dwangsom kan alleen wanneer er een overtreder bekend is, in plaats van een last onder bestuursdwang worden opgelegd. Of iemand als overtreder kan worden aangemerkt is afhankelijk van het volgende: is iemand verantwoordelijk of kan iemand verantwoordelijk gehouden worden voor een overtreding en heeft iemand het in zijn of haar macht de overtreding te beëindigen. In de bouw- en woningregelgeving is het de laatste jaren steeds makkelijker geworden iemand aan te merken als overtreder. De eigenaar en exploitant hebben een wettelijke zorgplicht en kunnen ieder eerder verantwoordelijk worden gehouden, indien er overtredingen worden vastgesteld. Een voorbeeld hiervan is artikel 1a Woningwet; 3. Een last onder bestuursdwang het beste middel is. Wanneer op voorhand duidelijk is dat iemand bijvoorbeeld het geld niet heeft om onderhoud aan de woning te plegen, dan wordt er direct gekozen voor een last onder bestuursdwang. Een last onder dwangsom heeft in dit geval geen ander resultaat dan dat de burger èn een dwangsom moet betalen èn later de kosten van de bestuursdwang.

5 DSO/ Dit terwijl hij of zij al financiële problemen heeft. Een last onder bestuursdwang is in principe ook het beste middel als al eerder een dwangsom is opgelegd en deze eerdere last onder dwangsom niet heeft geleid tot beëindiging van de overtreding. - Soorten dwangsom Bij DSO werken we vooral met de last onder dwangsom met een vast bedrag ineens. De andere soorten dwangsommen zijn vooral bij andere wet- en regelgeving nuttig. Zo kan gedacht worden aan fabrieken, die per jaar of per maand een bepaalde hoeveelheid vervuilend materiaal mogen storten. Dan kan gekozen worden voor een last onder dwangsom per tijdseenheid. Ook bij overtredingen van bouw- en woonregelgeving kan het voorkomen dat een dwangsom per tijdseenheid nodig is. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij overtredingen in verband met strijdig gebruik met een bestemmingsplan. Als gekozen wordt voor een dwangsom per tijdseenheid, moet zorgvuldig worden gekozen op welke momenten wordt gecontroleerd, in verband met bewijs voor het voortduren van de overtreding. Veel overtredingen van wetgeving over bouwen en wonen zijn doorlopende overtredingen (achterstallig onderhoud, kamerverhuur, illegale bouw). Doorlopende overtredingen lenen zich niet voor een dwangsom per overtreding. - Twee typen dwangsommen voor overtredingen van bouw- en woonregelgeving in Den Haag. Het vaste bedrag ineens wordt op twee verschillende wijzen vastgesteld: - Bij illegale bouw en woningonderhoud: wordt een grove schatting van de bouwkosten gemaakt. Deze schatting wordt vastgelegd in het dossier. Vervolgens wordt dit gekoppeld aan drie categorieën dwangsommen (licht, middel en zwaar: zie bijlage II). Er is gekozen voor categorieën, omdat dan de dwangsom het gewenste effect heeft èn in verhouding staat met het geschonden belang, zonder dat hier ingewikkelde en nauwkeurige rekenmethoden voor nodig zijn. - Bij overtredingen, waarbij geen sprake is van bouwkosten (bijvoorbeeld illegale kamerverhuur) wordt een vast bedrag gekozen per type overtreding (zie bijlage II). De overtreder krijgt een periode om een (aantal) overtreding(en) te beëindigen. - Bij woningonderhoud en illegale bouw wordt de hele dwangsom verbeurd, wanneer niet aan de hele last is voldaan. Dit bedrag wordt later, zo nodig, gematigd bij de invorderingsbeschikking. Is een groot gedeelte van een woning opgeknapt of zijn bijvoorbeeld drie van de vier illegale bouwsels verwijderd, dan wordt de dwangsom proportioneel ingevorderd. De burger wordt zo spoedig mogelijk geïnformeerd over het voornemen tot matiging. - Als er sprake is van verschillende overtredingen tegelijkertijd, wordt gekeken welke overtredingen uit de last onder dwangsom zijn beëindigd. Enkel de dwangsommen van de niet-beëindigde overtredingen worden verbeurd. Door niet alles in te vorderen bij gedeeltelijke opheffing van overtredingen wordt rekening gehouden met het evenredigheidsbeginsel. Dit is noodzakelijk geworden nu ook de invordering een besluit in de zin van de Awb is geworden.. Voorbeeldcasus: raming en invordering bij woningonderhoud: Een woning heeft diverse onderhoudsgebreken. Het dak (nieuwe teerlaag) moet vervangen worden, er moeten nieuwe kozijnen in en er moet wat schilderwerk worden gedaan. Een grove schatting van de kosten hiervan komt op ,. Er wordt een last onder dwangsom van 5.000, opgelegd. Bij controle na de begunstigingstermijn blijkt, dat alles behalve een gedeelte van het schilderwerk is uitgevoerd. De schatting van de overgebleven kosten is 500,. In het invorderingsbesluit wordt de hoogte van de dwangsom gematigd tot 1000,. Dit is het minimale bedrag dat wordt ingevorderd. Vervolgens wordt een bestuursdwang aangezegd.

6 DSO/ Voorbeeldcasus gedeeltelijke beëindiging van overtredingen illegale kamerverhuur: In een woning van 80 vierkante meter wordt onzelfstandige bewoning door zeven personen aangetroffen. Er is geen omzettingsvergunning en geen melding in het kader van het besluit brandveilig gebruik bouwwerken gemaakt. Verder zijn er geen overtredingen van het besluit brandveilig gebruik bouwwerken geconstateerd. Daarnaast is de woning sterk vervuild (bedorven etenswaren door het hele huis en open vuilniszakken in de woonkamer e.d.). De eigenaar is op de hoogte van de situatie en kan aangemerkt worden als overtreder. Vanwege het ontbreken van direct gevaar wordt gekozen voor een dwangsom. Overtredingen: Artikel 30 Huisvestingswet juncto 45 Huisvestingsverordening (ontbreken omzettingsvergunning): 5000,. Artikel 2.12 Besluit brandveilig gebruik bouwwerken: 5.000,. Artikel Bouwverordening (overbewoning): 2.000,. Artikel Bouwverordening (hygiëne): 2.000,. Er worden diverse dwangsommen opgelegd voor de verschillende overtredingen. Geen bedrag zal worden verbeurd boven de , De eigenaar beëindigt bijna alle overtredingen, maar heeft verzuimd een omzettingsvergunning aan te vragen terwijl er nog steeds drie mensen onzelfstandig wonen. Er wordt zo spoedig mogelijk na het verstrijken van de begunstigingstermijn bij invorderingsbeschikking een bedrag van 5.000, ingevorderd en een last onder bestuursdwang opgelegd. - Verbeuren dwangsom Na een constatering, dat iemand niet heeft voldaan aan de lastgeving dan wordt de dwangsom van rechtswege verbeurd. Dit van rechtswege verbeuren kan echter pas bepaald worden na feitelijke controle van de situatie ter plaatse door toezichthouders. Zo spoedig mogelijk na het verbeuren van de dwangsom wordt een invorderingsbeschikking (5:37 Awb) verzonden aan de overtreder (zie paragraaf 3.1). Tevens wordt er direct na het verbeuren van de dwangsom en controle van de overtreding een bestuursdwangbesluit genomen om de overtreding alsnog te beëindigen. De hoogte van een verbeurde dwangsom kan worden gematigd in het invorderingsbesluit. - Hoogte van de dwangsom De hoogte van een dwangsom moet in redelijke verhouding staan tot enerzijds de zwaarte van het geschonden belang en anderzijds de beoogde werking van de last onder dwangsom. Het bedrag van de dwangsom dient gelet op de zwaarte van het geschonden belang niet te hoog te zijn, en gelet op de beoogde werking van de last onder dwangsom niet te laag te zijn. - Begunstigingstermijn Bij iedere last onder dwangsom wordt de termijn vermeld, waarbinnen de overtreder de last in ieder geval kan uitvoeren zonder dat een dwangsom wordt verbeurd. De wetgever laat het bepalen van de termijn over aan het bestuursorgaan. De termijn sluit aan bij de termijn, dat het reëel is om de niet gewenste situatie op te heffen en moet passen bij de mate waarin de overtreding ingrijpt op het algemeen belang. Daarnaast spelen ook belangen van derden (bijvoorbeeld omwonenden) een rol. Hebben er mensen direct last van een overtreding dan zal de begunstigingstermijn doorgaans korter zijn. In de tabel is een indicatie gegeven voor een standaardbegunstigingstermijn per overtreding. Bij meerdere overtredingen tegelijkertijd geldt de kortste begunstigingstermijn (de zwaarste overtreding) uit de tabel voor het hele besluit. Wanneer een illegale situatie al lang bestaat en eventueel zelfs ook al bekend stond bij de gemeente dan betekent dit niet dat afgezien moet worden van handhaving. Het ligt dan wel in de rede om voor een lange begunstigingstermijn te kiezen. Door de gemeente is namelijk niet bepaald haast gemaakt met de beëindiging van de overtreding en dan kan er niet in één keer spoed met de beëindiging van de overtreding worden gemaakt. Een rechter kan echter aan een tè lange termijn weer de conclusie verbinden dat de wil tot handhaven ontbreekt. In dit soort gevallen dient de begunstigingstermijn weloverwogen te worden

7 DSO/ vastgesteld en deze afweging wordt ook opgenomen in het besluit. Daarnaast moet in het besluit worden uitgelegd, waarom het vertrouwensbeginsel niet van toepassing is. Een overtreder, die vraagt om een langere termijn en die goede redenen aangeeft waarom de gestelde begunstigingstermijn niet voldoende is, kan in principe verlenging van de begunstigingstermijn krijgen. Het doel van de last onder dwangsom is beëindiging van de overtreding. Voorbeelden hiervan zijn: - Er is vervangende woonruimte voor de bewoners van een illegaal kamerverhuurbedrijf geregeld, maar deze vervangende woonruimte is pas een korte tijd na de begunstigingstermijn beschikbaar. - Of de tijdsplanning van een aannemer overschrijdt de termijn van de last onder dwangsom om onderhoud te plegen, maar de overtreder kan al wel een getekende opdrachtbevestiging overleggen. - Er is een groot gedeelte van overtredingen beëindigd, maar voor één of twee minder ernstige overtredingen is meer tijd nodig. - Ook het indienen van een kansrijke vergunningaanvraag na aanschrijving kan leiden tot verlenging van de begunstigingstermijn. Er wordt in principe niet meer dan één keer verlenging van de begunstigingstermijn gegeven. Verlenging van de begunstigingstermijn kan alleen gegeven worden voor het einde van de oorspronkelijke begunstigingstermijn. Een tweede (of zelfs meer) verlenging kan onder uitzonderlijke omstandigheden met toestemming van de stadsdeelmanager of het afdelingshoofd. Deze toestemming wordt vastgelegd in het dossier. Een verlenging van een begunstigingstermijn is een nieuw besluit. Het telkens verlengen van een begunstigingstermijn ondermijnt op de lange duur de effectiviteit van het dwangmiddel en heeft ongewenste precedentwerking. Daarom moet hier terughoudend gebruik van gemaakt worden. Er wordt in geen geval verlenging van de begunstigingstermijn gegeven bij direct (levens)gevaar of indien sprake is van aanzienlijke overlast. In deze gevallen wordt tevens geen last onder dwangsom maar een last onder bestuursdwang opgelegd (zie hiervoor bijlage V) Last onder bestuursdwang Een last onder bestuursdwang wordt in drie gevallen opgelegd. Dit gebeurt wanneer: 1. Een dwangsom niet het gewenste resultaat zal hebben. Zo kan het bij bijvoorbeeld (brand)gevaar of (ernstige) overlast noodzakelijk zijn om binnen een bepaalde termijn of direct een situatie te beëindigen. Een last onder dwangsom garandeert niet dat de overtreding (snel) wordt gestopt; een last onder bestuursdwang daarentegen wel. 2. Er geen overtreder (artikel 5:1 Awb) bekend is. Een last onder dwangsom kan, alleen wanneer er een overtreder bekend is, in plaats van een last onder bestuursdwang worden opgelegd. Of iemand als overtreder kan worden aangemerkt is afhankelijk van het volgende: is iemand verantwoordelijk of kan iemand verantwoordelijk gehouden worden voor een overtreding en heeft iemand het in zijn of haar macht de overtreding te beëindigen. In de bouw- en woningregelgeving is het de laatste jaren steeds makkelijker geworden iemand aan te merken als overtreder. De eigenaar en exploitant hebben sinds april 2007 een wettelijke zorgplicht (artikel 1a Woningwet) en kunnen ieder eerder verantwoordelijk worden gehouden, indien er overtredingen worden vastgesteld. 3. Een eerder opgelegde last onder dwangsom niet tot beëindiging van de overtreding heeft geleid. Wanneer de overtreding na afloop van de begunstigingstermijn niet is beëindigd, wordt bestuursdwang in beginsel altijd toegepast. De toepassing van de bestuursdwang brengt kosten met zich mee. De toepassing van bestuursdwang geschiedt op kosten van een eventuele overtreder en leidt tot het ontstaan van een bestuursrechtelijke geldschuld. Om tot invordering over te gaan is een kostenbeschikking noodzakelijk (Zie hierover meer in paragraaf 4.2). - Spoedeisend optreden Soms is het noodzakelijk dat toezichthouders via toepassing van bestuursdwang direct een einde maken aan een (levens)gevaarlijke situatie. Dit komt met name voor bij brandgevaarlijke illegale onzelfstandige bewoning, woningonttrekking (bijvoorbeeld illegale vuurwerkopslag in woning of hennepkwekerij) of onvergunde illegale bouw (met een ondeugdelijke constructie). Bij bijvoorbeeld de aanpak van achterstallig woningonderhoud zal dit zich zelden tot nooit voordoen. Het direct toepassen van bestuursdwang is een ingrijpend middel en wordt uiteraard terughoudend ingezet. Vooral in het geval van bewoonde panden. In sommige gevallen komen direct bewoners van een pand op

8 DSO/ straat te staan. De toezichthouders houden ter plaatse rekening met alle omstandigheden van het geval. En passen de directe bestuursdwang met zo min mogelijk schade en kosten toe, zoals redelijkerwijs van hen te verwachten is. Een aantal omstandigheden, waar in ieder geval rekening mee gehouden wordt: 1. Rechtvaardigt het gevaar direct ingrijpen (bijvoorbeeld instortingsgevaar van een gevel)? 2. Het belang, dat gediend wordt, rechtvaardigt de gemaakte schade (forceren deuren e.d.). 3. Kan er met gedeeltelijke directe handhaving een einde gemaakt worden aan het gevaar? Denk hierbij aan gedeeltelijke ontruiming van een pand in plaats van het sluiten van het hele pand of met noodingrepen het instortingsgevaar verhelpen en overige punten later aanpakken. 4. Zijn er bewoners betrokken bij het ingrijpen en bevinden zich er onder de bewoners ouderen, kinderen of sociaal kwetsbare personen? 5. Kunnen deze bewoners ergens anders heen voor opvang en zo nee, wat zijn de weersomstandigheden? - Kosten verbonden aan toepassing bestuursdwang Er wordt in principe altijd bestuursdwang toegepast (ten uitvoerlegging) als een begunstigingstermijn is verlopen en de overtreding nog niet is beëindigd. Aan de toepassing van bestuursdwang zijn kosten verbonden. Het volstaat om hier te vermelden, dat in het besluit van de last onder bestuursdwang het voornemen tot kostenverhaal moet worden vermeld. In het besluit moet staan dat de kosten geheel, gedeeltelijk of in het geheel niet aan de overtreder in rekening worden gebracht. Dit hoeft in de last onder bestuursdwang niet nader gespecificeerd te worden. In deze richtlijn wordt ervoor gekozen om in de last onder bestuursdwang te vermelden, dat de kosten geheel in rekening worden gebracht bij de overtreder. Tevens wordt al expliciet in de last onder bestuursdwang aangegeven of de gemeente geadresseerde aanmerkt als overtreder. Het achterwege laten van deze vermelding leidt ertoe, dat kosten niet in rekening kunnen worden gebracht. Uiteindelijk is kostenverhaal geen verplichting na toepassing van bestuursdwang (meer informatie over de kostenbeschikking en wanneer deze wordt aangezegd in paragraaf 3.3) 3. Invorderings- en kostenbeschikking Nadat een dwangsom verbeurd is, dan wel een vordering is ontstaan op grond van toepassing van bestuursdwang, gaat een nieuwe fase in de besluitvorming in. In de invorderingsfase is er een aantal verschillen tussen de invordering van dwangsombedragen (door invorderingsbeschikking) en de invordering van kosten bestuursdwang (door kostenbeschikking). 3.1 De invorderingsbeschikking Een overtreder heeft een betalingsverplichting vanaf het moment, dat de dwangsom is verbeurd. Artikel 5:33 Awb bepaalt immers, dat een verbeurde dwangsom betaald wordt binnen zes weken nadat zij van rechtswege verbeurd is. Een overtreder kan vrijwillig de dwangsom betalen. Overtreders zullen vrijwel nooit vrijwillig betalen. Dwangsommen worden zo spoedig mogelijk, nadat deze verbeurd zijn, ingevorderd met een invorderingsbeschikking. Punt van aandacht daarbij is, dat de betalingstermijn in de invorderingsbeschikking niet mag eindigen voordat de zes weken van artikel 5:33 Awb verstreken zijn. De wettelijke betalingstermijn kan immers niet worden bekort. Er is voor gekozen om niet met conceptinvorderingsbeschikkingen te werken. Er wordt direct een definitief invorderingsbesluit opgesteld. In principe wordt geen mededeling gestuurd, dat de dwangsom is verbeurd. Als in bijzondere gevallen (bij voorbeeld bij een verhuurder op afstand) zo n mededeling toch wenselijk is, kan daar toch voor worden gekozen. Het is dan wel van belang dat de mededeling zeer summier en algemeen is gesteld, en voorzien is van een clausule dat geen sprake is van een besluit en dat dus ook geen bezwaar en beroep mogelijk is. Dit alles om te voorkomen dat er een besluitkarakter aan wordt toegekend in bezwaar of beroep. Een invorderingsbeschikking (5:37 Awb) is noodzakelijk om uiteindelijk betaling af te dwingen: Pas na een invorderingsbeschikking kan worden aangemaand en pas na aanmaning kan bij dwangbevel worden ingevorderd. In de invorderingsbeschikking wordt opgenomen: de beslissing om over te gaan tot invordering van een bepaald bedrag, niet hoger dan het oorspronkelijke dwangsombedrag;

9 DSO/ de motivering, waarin wordt aangegeven op welke gronden de gemeente van oordeel is dat de dwangsom is verbeurd en tot welk bedrag de dwangsom is verbeurd. Bij vaststelling van dit bedrag wordt een volledige belangenafweging gemaakt. 3.2 Verbeuring en matiging Wanneer een dwangsom van rechtswege wordt verbeurd, dan wordt in principe het hele bedrag ingevorderd. Als een overtreder niets doet, wordt ook niet gematigd. Nu de invordering zelf een besluit is geworden, heeft het evenredigheidsbeginsel (proportionaliteit) ook een matigende werking op de hoogte van de ingevorderde dwangsom in de invorderingsbeschikking. De overtreder wordt onevenredig benadeeld als het gehele bedrag onder matigende omstandigheden wordt ingevorderd. Het is dus van belang dat rekening wordt gehouden met nieuwe informatie, als die beschikbaar is. Als bijvoorbeeld vast staat dat een gedeelte van de last (correct) is uitgevoerd, zal moeten worden beoordeeld of dat tot matiging kan of moet leiden. Matiging vindt altijd plaats in de invorderingsbeschikking. Redenen om te matigen in de invorderingsbeschikking kunnen zijn: 1. Gedeeltelijke opheffing van een overtreding, waarbij het dwangsombedrag gebaseerd is op een raming; 2. Financiële situatie van de overtreder; 3. Proceshouding van de overtreder. Een eenmaal verbeurde dwangsom wordt in de invorderingsbeschikking nooit tot minder dan 1000,- gematigd, met een opslag voor de kosten van DSO à 500,-. Uiteindelijk heeft een overtreder de overtreding niet op tijd beëindigd en zich niet gehouden aan het besluit. Een matiging lager dan 1000,- kan uitholling van de effectiviteit van de last onder dwangsom met zich meebrengen. Matiging speelt vooral een rol bij illegale bouw en woningonderhoud, waarbij gedeeltelijke beëindiging een reden is om te matigen Door het koppelen van vaste bedragen aan bepaalde overtredingen is al een evenredigheidsmechanisme ingebouwd in de oorspronkelijke last onder dwangsom (bij brandveiligheid, onvergunde kamerbewoning overbewoning e.d.). Als in de last een aantal overtredingen is opgenomen, leidt het beëindigen van een of meer van deze overtredingen tot een lagere van rechtswege verbeurde dwangsom (meervoudige last). Matiging van dit (lagere) verbeurde bedrag is mogelijk op grond van overige omstandigheden (de proceshouding en de financiële situatie van de overtreder). Bij woningonderhoud en illegale bouw is de dwangsom gebaseerd op een raming van de herstelkosten. De hoogte van de dwangsom wordt in het invorderingsbesluit dan ook gematigd aan de hand van het uitgevoerde onderhoud of het verwijderen van de illegale bouw. Bij gedeeltelijke beëindiging van overtredingen vallen er immers geen overtredingen weg uit het lijstje in de last. De vraag kan dan aan de orde komen of matiging op zijn plaats is. Voorbeeldcasus: matiging bij woningonderhoud Een woning heeft diverse onderhoudsgebreken. Het dak moet vervangen worden, er moeten nieuwe kozijnen in en de gehele gevel moet gerestaureerd worden. Een grove schatting van de kosten hiervan komt op ,. Er wordt een last onder dwangsom van 7.500, opgelegd. Bij controle na de begunstigingstermijn blijkt, dat maar een gedeelte van het onderhoud is uitgevoerd. De schatting van de overgebleven herstel kosten bedraagt ,. De hele dwangsom verbeurd van rechtswege. In het invorderingsbesluit wordt de hoogte van de verbeurde dwangsom gematigd van naar 5.000,. De hoogte van het nog uit te voeren onderhoud is in de volgende categorie komen te vallen. Vervolgens wordt een last onder bestuursdwang aangezegd om het Overige omstandigheden (zoals de financiële positie en een meewerkende proceshouding van een overtreder) kunnen alleen in uitzonderlijke gevallen reden zijn om dwangsommen verder te matigen.

10 DSO/ Het matigen van dwangsommen en afzien van invordering naar aanleiding van de overige omstandigheden kan alleen met toestemming van het desbetreffende afdelingshoofd of de stadsdeelmanager. Bij grotere bedragen aan kwijtschelding is vaak toestemming van en ondertekening door een hogere functionaris nodig. De regels hieromtrent zijn opgenomen in het ondermandaatbesluit. De meest recente versie daarvan is te vinden op het RIS, dat is gecombineerd met de catalogus van de dienstenbibliotheek. 3.3 De kostenbeschikking In beginsel volgt na het toepassen van een last onder bestuursdwang een kostenbeschikking. Er kunnen enkel kosten in rekening worden gebracht, die gemaakt zijn na het verstrijken van de begunstigingstermijn. Voorts kunnen alleen kosten in rekening worden gebracht bij de overtreder, als die in de oorspronkelijke last onder bestuursdwang als overtreder is aangemerkt (meer over het begrip overtreder: bijlage V). Tot slot dient in de last onder bestuursdwang het volgende te zijn vermeld: de kosten van de toepassing van bestuursdwang worden geheel in rekening gebracht bij de overtreder. Evenals bij de invorderingsbeschikking wordt geen concept-kostenbeschikking verzonden. Er wordt direct een definitieve kostenbeschikking verzonden.. Er wordt in deze richtlijn gekozen altijd de kosten van bestuursdwang in rekening te brengen. Deze kosten bestaan uit: - een vast bedrag voor voorbereidingskosten van de bestuursdwang en inzet van personeel bij de uitvoering van de bestuursdwang à 500,- en - eventuele rekeningen van derden, met een opslagpercentage op deze rekeningen van 13%. Bij de invordering van de kosten van bestuursdwang wordt in principe niet gematigd. Er worden namelijk alleen maar reëel gemaakte kosten in rekening gebracht. Afzien van het nemen van de kostenbeschikking in afwijking van deze richtlijn is mogelijk, maar kan uitsluitend gedaan worden door hiertoe gemandateerde personen. Hiervoor moet de mandaatregeling worden geraadpleegd (zie RIS of catalogus dienstenbibliotheek). De beslissing om af te zien van het nemen van een kostenbeschikking en de motivering daarvoor worden opgenomen in het dossier. Dit is enkel in zeer uitzonderlijke gevallen mogelijk. Denk aan een overlijden van een eigenaar. De kosten kunnen aan een rechtopvolger in rekening worden gebracht, maar deze is niet altijd even kapitaalkrachtig als de vorige eigenaar. De combinatie van persoonlijk leed en financiële problemen kan bijvoorbeeld een reden zijn om af te zien van het nemen van de kostenbeschikking. 4. Overige besluiten 4.1 Verzoeken tot handhaving en uitvoering van besluiten Met de invoering van de 4 e tranche Awb en meer recent de Wet dwangsom bij niet-tijdig beslissen is een bepaalde categorie besluiten groter en belangrijker geworden. Het gaat om verzoeken tot: - Handhaving (artikel 1:3 Awb) - Toepassing van bestuursdwang (artikel 5:31a Awb) - Invordering van dwangsommen (artikel 5:37 lid 2 Awb). Een melding bij het Meld- en Steunpunt Woonoverlast is in beginsel geen verzoek om handhaving. De meldingen wijzen de gemeente op een situatie die onderzocht moet worden en er wordt daarmee nog niet om handhaving verzocht. De meldingen van mogelijke onrechtmatige bewoning worden tevens anoniem gemaakt, waardoor het onmogelijk is de melder te informeren over eventuele latere besluitvorming. Bij woonoverlast wordt wel een naam van de melder opgegeven. De oplossing van woonoverlast is echter niet een verzoek tot handhaving, maar eerder een vraag aan de gemeente te helpen een probleem op te lossen. Er wordt ook nooit direct een besluit genomen, maar eerst wordt onderzocht of er andere middelen zijn zoals de inzet van Bureau Mediation. Het is logisch dat een belanghebbende verzoekt om een handhavingsbesluit of toepassing van bestuursdwang. Als betrokkenen last ondervinden van een overtreding willen ze dat daaraan een einde komt. Tenzij sprake is van een zeer gering belang en zeer geringe hinder, weegt het belang van de verzoeker om handhaving zwaar in de belangenafweging. Mate van overlast en belang zijn veelal goed te beoordelen.

11 DSO/ Een verzoek tot invordering van een dwangsom heeft een ander karakter. Een belanghebbende kan verzoeken tot invordering van dwangsommen. Het is echter maar de vraag of een derdebelanghebbende ooit echt belang heeft bij invordering van een dwangsom. Het belang is namelijk beëindiging van de illegale situatie, waar hij of zij last van heeft. Dit wordt niet bereikt met een invordering van een dwangsom, maar wel door na het verstrijken van de begunstigingstermijn van een last onder dwangsom een last onder bestuursdwang aan te zeggen. Dit is ook standaardprocedure in deze richtlijn. Volgens de regels van de Awb zal een verzoeker al tamelijk snel als belanghebbende moeten worden erkend. Echter zoals hierboven uiteengezet, het werkelijke belang van deze belanghebbenden bij de invordering is vaak gering. In de belangenafweging voor het nemen van een invorderingsbeschikking legt een dergelijk belang daarom niet veel gewicht in de schaal. Alleen een belanghebbende kan verzoeken om handhaving, toepassing van bestuursdwang of een invorderingsbeschikking. De belanghebbende krijgt een afschrift van het besluit. Een verzoek door een niet-belanghebbende is niet ontvankelijk. Dit wordt schriftelijk meegedeeld aan de niet-belanghebbende. Iemand is altijd belanghebbende als deze eerder de verzoeker tot handhaving was tenzij geen of onvoldoende belang bestond bij het verzoek om handhaving.(bijvoorbeeld omdat betrokkene op grote afstand woont of gevestigd is). Bij verzoeken tot het nemen van een besluit moet rekening gehouden worden met de Wet dwangsom bij niet tijdig beslissen (artikel 4:17 Awb e.v.). 4.2 De bestuurlijke boete Een bestuurlijke boete is een boete die door een bestuursorgaan, zonder tussenkomst van een rechter, kan worden opgelegd aan een overtreder. Deze overtreding moet bij wet zijn bepaald. De aard van de bestuurlijke boete is wezenlijk anders dan die van de last onder dwangsom of bestuursdwang. De bestuurlijke boete heeft een punitief karakter. De bestuurlijke boete is een middel om overtredingen te voorkomen en te bestraffen, maar een overtreding wordt er niet mee gerepareerd. De bestuurlijke boete vult de bestaande bestuursrechtelijke dwangmiddelen aan. Er wordt een boete (bestraffing) opgelegd èn een last onder dwangsom of bestuursdwang (beëindiging). De afschrikkende werking is één van de belangrijkste redenen voor een bestuurlijke boete. Op 25 november 2009 is de Huisvestingsverordening (artikel 58a Huisvestingsverordening) zo aangepast, dat een bestuurlijke boete (artikel 85a Huisvestingswet en artikel 5:40 Awb een verder) kan worden opgelegd voor bepaalde overtredingen uit de Huisvestingswet. Het gaat om de volgende overtredingen: - Artikel 7 Huisvestingswet: Het in gebruik nemen of geven van een woning uit de sociale woningvoorraad zonder huisvestingsvergunning - Artikel 30 Huisvestingswet: Het onttrekken, samenvoegen of omzetten van een zelfstandige woonruimte zonder onttrekkingsvergunning. De hoogte van de bestuurlijke boete wordt vastgesteld aan de hand van bijlage III van de richtlijn (dit is tevens bijlage V uit de Huisvestingsverordening). De boetes mogen niet te hoog zijn (niet proportioneel) of te laag zijn (geen preventieve werking). De nuancering wordt gemaakt aan de hand van de ernst van overtreding. De ernst wordt aan de hand van twee indicaties bepaald: - Recidive: als een overtreder voor de tweede keer dezelfde overtreding begaat, was de boete de eerste keer niet hoog genoeg om een afschrikkende werking te hebben. Bovendien is het zeker dat de overtreder de regels kende of behoorde te kennen, vanwege de eerdere boete. - Vanuit een bedrijfsmatig aspect: als een overtreder vanuit bedrijf of beroep de Huisvestingswet moet kennen, dan kan een overtreding zwaarder aangerekend worden. Ook derden, die met professionele bedrijven zaken doen, moeten erop kunnen vertrouwen dat ze dit volgens de regels doen. Door gebruik te maken van hogere en lagere boetes aan de hand van de ernst van de overtreding worden geen te zware boetes of te lichte boetes opgelegd. In de 4 e tranche van de Algemene wet bestuursrecht wordt bovendien een artikel opgenomen, dat onder bijzondere omstandigheden afgezien kan worden van het opleggen van een boete of dat deze lager kan worden vastgesteld.

12 DSO/ Het doel van illegaal gebruik van een woning is bijna altijd winstbejag. Het is dan ook op dit punt waar de overtreder geraakt moet worden. Geldboetes zijn hier een effectief middel voor. Enkel reparerende bestuurlijke dwangmiddelen hebben in het verleden aangetoond onvoldoende effect te sorteren. Ongelukken en excessen zijn ongetwijfeld voorkomen of beëindigd, maar de bron van de overtredingen kon niet eerder aangepakt worden. Nu overtreden geld kost, wordt dit wellicht een andere zaak. Eerder heeft samenwerking met de Belastingdienst en/ of de Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid aangetoond ook veel effect te hebben: het trof de exploitanten of gebruikers van illegale woonsituaties namelijk ook in de portemonnee. Inkomsten voor de gemeente Den Haag zijn uitdrukkelijk geen doel van de bestuurlijke boete. Een bestuurlijke boete kan alleen worden opgelegd, wanneer de rapportage is opgemaakt door een Buitengewoon Opsporingsambtenaar (BOA). Dit volgt uit artikel 154 c Gemeentewet. Wanneer een bestuurlijke rapportage is opgesteld door een BOA voor één van bovenstaande overtredingen, dan wordt een bestuurlijke boete opgelegd. In eerste instantie wordt van de volgende gevallen een bestuurlijke rapportage opgemaakt. 1. Het overtrederschap van degene, die overtreding heeft begaan, is loepzuiver vast te stellen. Bijvoorbeeld omdat er huurcontracten op naam van de overtreder zijn. Bij twijfel aan het overtrederschap wordt dus niet beboet, en; 2. Het gaat om zwaardere overtredingen. Woningonttrekking door een hennepkwekerij of onzelfstandige bewoning door meer dan vier personen, of; 3. De overtreder heeft een aantoonbaar verleden op het gebied van soortgelijke overtredingen. De BOA s hebben een bepaalde vrijheid om naar eigen inzicht van overtredingen rapportage op te maken. Dit betekent niet, dat er bij de overige overtredingen helemaal niets met de bestuurlijke boete gedaan wordt. Er zal een informatiebrief verzonden worden, waarin wordt meegedeeld dat de overtreding beboet kan worden met een bepaald bedrag. Tevens wordt meegedeeld, dat in de toekomst een dergelijke overtreding ook daadwerkelijk beboet zal worden. De informatiebrief wordt hiermee onderdeel van het communicatietraject richting de burger, dat heel specifiek gericht is op de doelgroep (overtreders). Dit communicatietraject blijft lopen totdat er voldoende ervaring is opgedaan met het opleggen van bestuurlijke boetes. Daarna worden alle overtredingen beboet. Een aparte boete-afdeling, die niet onder dezelfde directe aansturing als de BOA valt, stelt de boetebeschikking op en verzendt deze. Het toekomstige bureau ondersteuning bouw- en woningzaken zal deze taak op zich nemen. Er wordt als het ware een Openbaar Ministerie gecreëerd, dat de rapportages toetst op haalbaarheid en kwaliteit. Bovendien wordt voorkomen, dat een overtreder een bestuurlijke boete opgelegd krijgt vanwege tunnelvisie bij een bepaalde handhavingsafdeling. Doordat het opleggen van bestuurlijke boetes langs meerdere personen en afdelingen loopt wordt ook een (schijn van) belangenverstrengeling voorkomen. Een aparte boete-afdeling zorgt voor een eenduidige lijn en gelijke behandeling van gelijke gevallen. Bij een boete van 340,- kan worden afgezien van een zienswijze. Bij hogere boetes moet gelegenheid zijn gegeven voor een zienswijze (dus eerst wordt een voornemen van een besluit verstuurd). 5. Scheiding tussen de toepassing van bestuursrechtelijke middelen en financiële afwikkeling De invordering van dwangsommen, kosten verbonden aan de toepassing van bestuurdwang en een boetebeschikking zijn nieuwe typen besluiten na invoering van de 4 e Awb tranche. De afhandeling van deze besluiten moet niet alleen intern helder zijn, maar moet bovendien voor burgers begrijpelijk zijn. Dit is onder meer van belang bij de vraag welke afdeling of functionarissen ze kunnen benaderen met vragen. De nieuwe producten invorderingsbeschikking, kostenbeschikking en boetebeschikking bestaan uit twee delen: een besluitgedeelte en een puur financieel gedeelte (de factuur). De werkzaamheden aan en de verantwoordelijkheid voor deze deelproducten liggen bij verschillende afdelingen, en zelfs directies in dit geval (BTD en FSC). Daarbij zijn de vakafdelingen en stadsdelen (BTD) verantwoordelijk voor de inhoud en motivering (het besluitgedeelte dus) en FSC voor het financiële gedeelte. Nog meer dan nu zullen deze besluiten als co-product tot stand moeten komen.

13 DSO/ Een tijdsverschil tussen het genomen besluit en het verzenden van de factuur is ongewenst. Aangezien het ondermandaat voor dit soort besluiten berust bij de vakafdelingen en de stadsdelen, gaat de constructie er nu als volgt uitzien: 1) De vakafdeling stelt de tekst van het besluit op; 2) De vakafdeling ondertekent het besluit en stuurt dit ongedateerd door naar het bedrijfsbureau (met vermelding in de voortgang); 3) Het bedrijfsbureau voert de gegevens van de invordering in (voor monitoring) en stuurt de brief door naar het FSC; 4) Het FSC voorziet de brief van een acceptgiro en dagstempel; de procedure wordt in EOS geregistreerd per de verzenddatum; 5) Op deze verzenddatum verstuurt FSC de beschikking + acceptgiro. Een kopie van de gedagtekende brief wordt opgestuurd naar de vakafdeling; 6) De vakafdeling registreert in de voortgang en in BWT per wanneer de brief is verstuurd; de bezwaartermijn loopt vanaf die datum. De vakafdeling registreert in een aparte BWT-module het EOSfactuurnummer; 7) Het FSC int het geld en meldt aan de vakafdeling en het bedrijfsbureau dat het EOSfactuurnummerdossier klaar is. De vakafdeling kan de aparte BWT-module sluiten en eventueel ook het hele BWT-dossier sluiten. De reactie op verzoeken om kwijtschelding (matiging) wordt opgesteld door de vakafdeling en verzonden na akkoord van en verwerking en bewerking door FSC. FSC zorgt dat het besluit tot kwijtschelding getekend wordt door degene met het juiste financiële mandaat. Deze verzoeken komen overigens neer op het nemen dan wel weigeren van een nieuw invorderingsbesluit. In de invorderings- of kostenbeschikking wordt de volgende alinea opgenomen om duidelijkheid voor de burger te verschaffen: Voor vragen over de inhoud van deze beschikking kunt u zich wenden tot (opsteller beschikking + telefoonnummer). Heeft u vragen over de betaling van het geldbedrag, dan kunt u zich wenden tot de afdeling debiteuren van FSC, telefoonnummer In deze werkwijze zit een bepaalde overlap. Dat is echter logisch vanwege het gemengde karakter van de besluiten. De samenwerking en scheiding tussen de taken van FSC en DSO worden in een apart document nader uitgewerkt. Een aanzienlijk aantal echte financiële of invorderingshandelingen ligt uitsluitend bij FSC/debiteuren.

14 DSO/ BIJLAGE I: Vuistregels* 1. Blijf zelf nadenken. Een richtlijn is maar een richtlijn. Als er rare resultaten uit de toepassing vloeien dan is het een plicht om dit nader te bekijken. 2. Afwijking van de richtlijn kan alleen met toestemming van de afdelingsmanager of stadsdeelmanager. Bovendien wordt deze toestemming vastgelegd in het dossier. 3. Bij lichte overtredingen is een informatiebrief vaak voldoende om een overtreding te beëindigen. 4. Tegen alle overtredingen wordt in beginsel handhavend opgetreden, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn dit niet te doen. 5. Wanneer een overtreding met een last dwangsom beëindigd kàn worden, dan wordt eerst een last onder dwangsom opgelegd. 6. Een dwangsom wordt conform bijlage II opgelegd. 7. Een last onder bestuursdwang moet worden opgelegd, als er geen overtreder bekend is of als er sprake is van een gevaarlijke situatie. 8. Bij bezwaar wordt aan geadresseerde meegedeeld, dat gewacht wordt met de toepassing van bestuursdwang of het aanzeggen van een invorderingsbeschikking tot na beslissing op bezwaar. 9. Er wordt na het verstrijken van de begunstigingstermijn van een last onder dwangsom zo spoedig mogelijk een invorderingsbeschikking verstuurd. 10. Na het verstrijken van de begunstigingstermijn en als de overtreding niet is beëindigd wordt in beginsel altijd een invorderingsbesluit genomen of bestuursdwang toegepast. 11. In principe kan er één keer uitstel van de begunstigingstermijn worden gegeven op verzoek van een overtreder, als deze met goede redenen is omkleed. 12. Bij toepassing van bestuursdwang worden altijd kosten in rekening gebracht bij de overtreder (let wel op: juist bij bestuursdwang is vaak geen overtreder bekend). 13. Overleg met FSC als er besluitvorming plaatsvindt, nadat de verantwoordelijkheid voor de afhandeling van de invordering van geldschulden is overgegaan naar FSC *Vuistregels zijn regels die doorgaans voldoende zijn, maar niet altijd. Raadpleeg bij twijfel altijd de richtlijn zelf.

15 DSO/ BIJLAGE II: Tabel hoogte dwangsom en begunstigingstermijn Overtreding Hoogte dwangsom Begunstigingstermijn* (Woning)onderhoud Illegale bouw (bouwen zonder vergunning, in afwijking van vergunning) Hoofdstuk 7 Bouwverordening (overlast, hygiëne, overbewoning) Besluit brandveillig gebruik bouwwerken Artikel 2.12 (melding) Besluit brandveilig gebruik bouwwerken (overig) Hoofdstuk 2 Huisvestingverordening (Huisvestingsvergunning, melding leegstand) Hoofdstuk 5 Huisvestingsverordening 500,- (geschatte herstelkosten < 1.000,-) 2.500,- (geschatte herstelkosten > 1.000,- < 5.000,-) 5.000,- (geschatte herstelkosten > 5.000,- < ,-) 7.500,- (geschatte herstelkosten > ,-) - Bij recidive kunnen deze bedragen verdubbeld worden.** 500,- (geschatte herstelkosten < 1000,-) 2.500,- (geschatte herstelkosten > 1.000,- < 5.000,-) 5000,- (geschatte herstelkosten > 5.000,- < ,-) 7.500,- (geschatte herstel kosten > ,-) - Bij recidive kunnen deze bedragen verdubbeld worden.** 2000,- per overtreding (artikelnummer/ -lid) 5000,- - Bij recidive kan dit bedrag verdubbeld worden.** 1000,- per overtreding (artikelnummer/ -lid) 1000,- per overtreding (artikelnummer/ -lid) 5000,- per overtreding (artikelnummer/ -lid)*** - Bij recidive kan dit bedrag verdubbeld worden.** Minimaal 3 maanden Maximaal 1 jaar Minimaal 6 weken Maximaal 12 weken Minimaal 2 weken Maximaal 4 weken Minimaal 2 weken Maximaal 4 weken Minimaal 2 weken Maximaal 12 weken Minimaal 6 weken Maximaal 12 weken Minimaal 4 weken Maximaal 6 maanden**** Minimaal 5.00,- Minimaal 6 weken Strijdig gebruik met het bestemmingsplan Maximaal ,- ***** Maximaal 12 weken * Een korte begunstigingstermijn dan twee weken is bij een dwangsom niet gewenst. Als er zoveel spoed is, wordt er een bestuursdwang opgelegd. ** Een overtreder, die al eerder een (zelfde) overtreding heeft begaan, is op de hoogte van de regels en overtreedt deze bewust. Ook gaat het in deze gevallen vaak om eigenaren met veel onroerend goed. Dit type eigenaar behoort op de hoogte te zijn van de regels en daarom zijn overtredingen

16 DSO/ zwaarder aan te rekenen. Van recidive is sprake wanneer een zelfde eigenaar of verhuurder binnen vijf jaar opnieuw dezelfde overtreding begaat. Het kan gaan om het zelfde perceel, pand of complex, maar ook om een ander. *** De dwangsom wordt in vergelijking met de afgelopen jaren aanmerkelijk lager gesteld. Met de invoering van de bestuurlijke boete wordt al een bestuurlijke boete opgelegd bij overtreding. De overtreder wordt ook al bestraft voor het geschonden belang en daarom wordt de dwangsom lager ingezet. **** Bij lichte overtredingen (huisvesting van bijvoorbeeld 2 of 3 studenten) zonder andere overtredingen kan er een heel lange termijn worden gegeven. ***** Overtredingen van het bestemmingsplan en de hoogte van daaraan gekoppelde dwangsommen kunnen zeer variëren van geval tot geval (een schutting van 5 centimeter te hoog of een illegale sexinrichting). De handhavingsbesluiten worden op een centraal punt getekend ( sectormanager stadsdelen) om een rechtgelijke behandeling te borgen.

Bijlage 6 - Beleidslijn Dwangsom en invordering

Bijlage 6 - Beleidslijn Dwangsom en invordering Bijlage 6 - Beleidslijn Dwangsom en invordering 1. Algemeen Een bestuursorgaan komt bij het bepalen van de hoogte van de dwangsom en het maximum van het te verbeuren bedrag een ruime mate van beleidsvrijheid

Nadere informatie

Documentnummer : 473 : Brief naar aanleiding controle verlopen instandhoudingstermijn: hersteld

Documentnummer : 473 : Brief naar aanleiding controle verlopen instandhoudingstermijn: hersteld Documentnummer : 473 : Brief naar aanleiding controle verlopen instandhoudingstermijn: hersteld : Vergunninghouder Versie : 1.2 Grondslag : Artikel 2.23 en 2.24 Wabo, artikel 5.16 t/m 5.19 Bor Opmerkingen

Nadere informatie

Samenwerkingsconvenant Gemeente Den Haag Staedion Vestia Haag Wonen Arcade. Bestrijding onrechtmatig gebruik van corporatiewoningen

Samenwerkingsconvenant Gemeente Den Haag Staedion Vestia Haag Wonen Arcade. Bestrijding onrechtmatig gebruik van corporatiewoningen Samenwerkingsconvenant Gemeente Den Haag Staedion Vestia Haag Wonen Arcade Bestrijding onrechtmatig gebruik van corporatiewoningen - Woningstichting Haag Wonen - Staedion - Stichting Vestia Groep - Stichting

Nadere informatie

BESTEMD VOOR WKPB REGISTER I

BESTEMD VOOR WKPB REGISTER I BESTEMD VOOR WKPB REGISTER I Gemeente Den Haag Retouradres: Postbus 12655, 2500 DP Den Haag AANTEKENEN De heer A.F. Muller 2571 BP Den Haag Onderwerp Last onder dwangsom: Uw brief van Ons kenmerk 201217664/5286109

Nadere informatie

Toezicht & Handhaving in de Gemeente Meerssen

Toezicht & Handhaving in de Gemeente Meerssen Toezicht & Handhaving in de Gemeente Meerssen INLEIDING De meeste mensen willen graag wonen in een gemeente die veilig is en er netjes en verzorgd uitziet. Maar we willen ook wel eens iets aan de omgeving

Nadere informatie

Omdat tijdens de controle overtredingen zijn geconstateerd hebben wij het voornemen u een last onder bestuursdwang op te leggen.

Omdat tijdens de controle overtredingen zijn geconstateerd hebben wij het voornemen u een last onder bestuursdwang op te leggen. Omgevingsdienst NZKG Retouradres: Postbus 209, 1500 EE ZAANDAM Bezoekadres: Ebbenhout 31 1507 EA Zaandam Leidseplein Beheer B.V. t.a.v. de heer M. J. C. de Vries Nieuwe Hemweg 5 E 1013 BG Amsterdam Postbus

Nadere informatie

Beleidsnotitie Bestuurlijke boete Huisvestingswet Rotterdam 2013. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

Beleidsnotitie Bestuurlijke boete Huisvestingswet Rotterdam 2013. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam, Beleidsnotitie Bestuurlijke boete Huisvestingswet Rotterdam 2013 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam, Gelezen het voorstel van de wethouder Wonen, Ruimtelijke Ordening,

Nadere informatie

Integraal Handhavingsbeleidsplan De Ronde Venen, 26 september 2012. Bijlage VI Toelichting op de bestuursrechtelijke sanctiemiddelen

Integraal Handhavingsbeleidsplan De Ronde Venen, 26 september 2012. Bijlage VI Toelichting op de bestuursrechtelijke sanctiemiddelen Bijlage VI Toelichting op de bestuursrechtelijke sanctiemiddelen 76 Bestuursrechtelijke sanctiemiddelen De gemeente De Ronde Venen kan tegen overtreders met meerdere verschillende sanctiemiddelen, al dan

Nadere informatie

LEIDRAAD BIJ DE LANDELIJKE HANDHAVINGSSTRATEGIE

LEIDRAAD BIJ DE LANDELIJKE HANDHAVINGSSTRATEGIE LEIDRAAD BIJ DE LANDELIJKE HANDHAVINGSSTRATEGIE foto provincie Utrecht Versie: maart 2015 Inhoud Inleiding... 3 Gebruik van de Leidraad... 3 Bestuursrecht... 3 Naamgeving... 3 Stappen... 4 Last onder dwangsom

Nadere informatie

Handhaving. Gijs de Bock Bureau Ondersteuning BWZ Dienst stedelijke Ontwikkeling. Den Haag, 9 juni 2011

Handhaving. Gijs de Bock Bureau Ondersteuning BWZ Dienst stedelijke Ontwikkeling. Den Haag, 9 juni 2011 Handhaving Gijs de Bock Bureau Ondersteuning BWZ Dienst stedelijke Ontwikkeling Den Haag, 9 juni 2011 Type overtredingen Er zijn een aantal typen overtredingen, die in Den haag voorkomen bij de huisvesting

Nadere informatie

Beleidsregels Bestuurlijke boete Huisvestingswet Rotterdam Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

Beleidsregels Bestuurlijke boete Huisvestingswet Rotterdam Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam, GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Rotterdam Nr. 67592 30 maart 2018 Beleidsregels Bestuurlijke boete Huisvestingswet Rotterdam 2018 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente

Nadere informatie

Handhavingskader na Wmo-toezicht

Handhavingskader na Wmo-toezicht Handhavingskader na Wmo-toezicht richtlijn voor transparante en eenduidige handhaving Inleiding Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het toezicht op en de naleving van de Wet maatschappelijke ondersteuning

Nadere informatie

Toelichting bij de Sanctiematrix Drank- en Horecawet en verwante artikelen uit de Algemene plaatselijke verordening gemeente Leidschendam-Voorburg

Toelichting bij de Sanctiematrix Drank- en Horecawet en verwante artikelen uit de Algemene plaatselijke verordening gemeente Leidschendam-Voorburg Bijlage 8.6 Toelichting bij de Sanctiematrix Drank- en Horecawet en verwante artikelen uit de Algemene plaatselijke verordening gemeente Leidschendam-Voorburg De in de sanctiematrix Drank- en Horecawet

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2015:1791

ECLI:NL:RVS:2015:1791 ECLI:NL:RVS:2015:1791 Instantie Raad van State Datum uitspraak 10-06-2015 Datum publicatie 10-06-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201408896/1/A1 Eerste

Nadere informatie

BARW/U Lbr. 09/83

BARW/U Lbr. 09/83 Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8020 uw kenmerk bijlage(n) betreft Invoering bestuurlijke boete in de Huisvestingswet ons kenmerk BARW/U200901265 Lbr.

Nadere informatie

Beleidsregels en mandaten Huisvestingsverordening 2015

Beleidsregels en mandaten Huisvestingsverordening 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Tilburg. Nr. 49027 4 juni 2015 Beleidsregels en mandaten Huisvestingsverordening 2015 Collegebesluit 150519-08 Aanleiding Op 1 juni 2015 stellen wij de raad

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 12893 19 augustus 2010 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 11 augustus 2010, nr. AV/AR/2010/13478,

Nadere informatie

Bij het beoordelen van een overtreding en het bepalen van het juiste sanctiemiddel wordt rekening gehouden met:

Bij het beoordelen van een overtreding en het bepalen van het juiste sanctiemiddel wordt rekening gehouden met: 1. Middelen In Nederland bestaat de algemene beginselplicht tot handhaving. Gelet op het algemeen belang dat gediend is met handhaving, zal in geval van overtreding van een wettelijk voorschrift het bestuursorgaan

Nadere informatie

BIJLAGE 2. Handhaving volgens de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

BIJLAGE 2. Handhaving volgens de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen BIJLAGE 2. Handhaving volgens de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Handhaving volgens de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Beleid dwangsomhoogte Wabo

Beleid dwangsomhoogte Wabo Beleid dwangsomhoogte Wabo 1. Inleiding Een handhavingsprocedure begint wanneer de gemeente een overtreding van de ruimtelijke en/of bouwregelgeving constateert. De constatering kan ambtshalve worden gedaan

Nadere informatie

Ons kenmerk [VERTROUWELIJK] Contactpersoon [VERTROUWELIJK]

Ons kenmerk [VERTROUWELIJK] Contactpersoon [VERTROUWELIJK] Autoriteit Persoonsgegevens AANGETEKEND Datum Contactpersoon Onderwerp Besluit tot invordering en voornemen tot publicatie Geachte, Bij besluit van 11 mei 2017 met kenmerk heeft de Autoriteit Persoonsgegevens

Nadere informatie

B&W Vergadering. B&W Vergadering 29 november Voorgesteld besluit Het college heeft besloten:

B&W Vergadering. B&W Vergadering 29 november Voorgesteld besluit Het college heeft besloten: 2.2.5 Handhaving Villa de Lux en Begijnhofstraat 28 1 Dossier 1075 voorblad.pdf B&W Vergadering Dossiernummer 1075 Vertrouwelijk Nee Vergaderdatum 29 november 2016 Agendapunt 2.2.5 Omschrijving Handhaving

Nadere informatie

DATUM 17 juli 2014 ONDERWERP Mogelijkheid indienen zienswijze over voornemen opleggen last onder bestuursdwang ONSNUMIVIER 14.

DATUM 17 juli 2014 ONDERWERP Mogelijkheid indienen zienswijze over voornemen opleggen last onder bestuursdwang ONSNUMIVIER 14. Gemeente Hoogeveen AANTEKENEN Hotel Hoogeveen Beheer B.V./Hotel-Restaurant Hoogeveen Mathijsenstraat 1 7909 AP HOOGEVEEN DATUM 17 juli 2014 ONDERWERP Mogelijkheid indienen zienswijze over voornemen opleggen

Nadere informatie

1. Uitwerking bij artikel 2, eerste lid onder a Aanwijzing vergunningplichtige woonruimte

1. Uitwerking bij artikel 2, eerste lid onder a Aanwijzing vergunningplichtige woonruimte 1. Uitwerking bij artikel 2, eerste lid onder a Aanwijzing vergunningplichtige woonruimte 1.1. Een omzettingsvergunning als bedoeld in artikel 21 van de Huisvestingswet is nodig indien een woonruimte van

Nadere informatie

Waarom is niet gekozen voor bestuursdwang in de vorm van uitvoering van gemeentewege?

Waarom is niet gekozen voor bestuursdwang in de vorm van uitvoering van gemeentewege? Gemeente Retouradres Postbus 511, 2003PB Raadsfractie VVD t.a.v. mevrouw mr. H.A. van der Smagt Datum 25 november 2014 Ons kenmerk Contactpersoon mevr. mr. E.A.W. Knaape Doorkiesnummer 023-511 3703 E-mail

Nadere informatie

BIJLAGE 2. Handhaving volgens de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

BIJLAGE 2. Handhaving volgens de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen BIJLAGE 2. Handhaving volgens de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen 202 Handhaving volgens de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Gelet op de artikelen 1.61 lid 1, 1.65 lid 1, 1.66 en 1.72 lid 1 Wet kinderopvang; Het Toezicht - en handhavingsbeleid kinderopvang vast te stellen.

Gelet op de artikelen 1.61 lid 1, 1.65 lid 1, 1.66 en 1.72 lid 1 Wet kinderopvang; Het Toezicht - en handhavingsbeleid kinderopvang vast te stellen. GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Zaanstad Nr. 9555 16 januari 2019 Toezicht- en handhavingsbeleid kinderopvang Burgemeester en wethouders van Gemeente Zaanstad Gelet op artikel 4:81 Algemene

Nadere informatie

gelet op artikel 24, zesde lid, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme;

gelet op artikel 24, zesde lid, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme; Besluit van de deken in het arrondissement Zeeland-West-Brabant van 12 april 2017 tot vaststelling van de beleidsregel handhaving Wwft 2017 in het arrondissement Zeeland-West- Brabant De deken van de orde

Nadere informatie

VERZONDEN - 1 SEP 2015

VERZONDEN - 1 SEP 2015 .Gemeente lemen Ons kenmerk Uw kenmerk Uw aanvraag Bijlagen Beh.ambtenaar Telefoonnummer Emailadres mr. D. Walraven 020-3144793 d.walraven@diemen.nl Aan Advocatenkantoor Kerpestein T.a.v. de heer G.M.

Nadere informatie

PREVENTIEVE DWANGSOM BIJ OVERLASTGEVEND GEDRAG

PREVENTIEVE DWANGSOM BIJ OVERLASTGEVEND GEDRAG PREVENTIEVE DWANGSOM BIJ OVERLASTGEVEND GEDRAG Doel van de beleidsregel preventieve dwangsom bij overlastgevend gedrag. Met deze preventieve dwangsom wordt getracht het gedrag van overlastgevende personen

Nadere informatie

ALGEMENE WET BESTUURSRECHT

ALGEMENE WET BESTUURSRECHT ALGEMENE WET BESTUURSRECHT Besluitvorming Toezicht Sancties Rechtsgebied bestuursrecht oktober 2011 Rechtsgebied bestuursrecht Verhoudingen tussen bestuursorgaan/belanghebbende - stelt het bestuur is staat

Nadere informatie

Strikt vertrouwelijk Statutaire naam t.a.v. de directie Correspondentieadres / Postbus Correspondetie postcode / Plaats.

Strikt vertrouwelijk Statutaire naam t.a.v. de directie Correspondentieadres / Postbus Correspondetie postcode / Plaats. Strikt vertrouwelijk Statutaire naam t.a.v. de directie Correspondentieadres / Postbus Correspondetie postcode / Plaats Datum 28 maart 2008 Ons kenmerk TT1A-YKe-08021449 Pagina 1 van 4 Betreft Last onder

Nadere informatie

Geen duidelijkheid over handhavingsverzoek Gemeente Amsterdam Stadsdeel Centrum

Geen duidelijkheid over handhavingsverzoek Gemeente Amsterdam Stadsdeel Centrum Rapport Gemeentelijke Ombudsman Geen duidelijkheid over handhavingsverzoek Gemeente Amsterdam Stadsdeel Centrum 4 maart 2010 RA1048585 Samenvatting Een bewoner van een appartement dient in augustus 2008

Nadere informatie

De loop van de procedure Op 1 juni 2007 hebben IGZ en CBP een bezoek gebracht aan het OZG Lucas in het kader van het hiervoor genoemde onderzoek.

De loop van de procedure Op 1 juni 2007 hebben IGZ en CBP een bezoek gebracht aan het OZG Lucas in het kader van het hiervoor genoemde onderzoek. POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10= TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN AANGETEKEND Ommelander Ziekenhuis

Nadere informatie

:04 Ledenbrief: BARW/U Invoering bestuurlijke boete in de huisvestingswet Ledenbrief_BARW-U pdf

:04 Ledenbrief: BARW/U Invoering bestuurlijke boete in de huisvestingswet Ledenbrief_BARW-U pdf (25-6-2009) Info Info - Ledenbrief: BARW/U200901265 Invoering bestuurlijke boete in de huisvestingswet Page 1 Van: Aan: Datum Onderwerp: Bijlagen: "VNG LEDEN" 5S.0002861 25-6-2009 9:04

Nadere informatie

Beleidsnota: Verwijdering van inboedels bij (huis)uitzettingen

Beleidsnota: Verwijdering van inboedels bij (huis)uitzettingen Beleidsnota: Verwijdering van inboedels bij (huis)uitzettingen Gemeente Waalre Afdeling Publiekszaken Team handhaving 2009 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3. 2. Situatie zonder beleid 4. 3. Beleid 5. 3.1 Uitspraak

Nadere informatie

Overwegingen: een beleidsregel bij handhaven van artikel 13b Opiumwet bij een woning of een al dan niet voor publiek toegankelijk lokaal is wenselijk;

Overwegingen: een beleidsregel bij handhaven van artikel 13b Opiumwet bij een woning of een al dan niet voor publiek toegankelijk lokaal is wenselijk; Beleidsregels artikel 13b Opiumwet De burgemeester van De Ronde Venen; Gelezen het advies van; Gelet op de artikelen 13b Opiumwet, 4:81 Algemene wet bestuursrecht; Overwegingen: een beleidsregel bij handhaven

Nadere informatie

Bijlage: Procesbeschrijving en stroomschema's

Bijlage: Procesbeschrijving en stroomschema's Bijlage: Procesbeschrijving en stroomschema's Handhavingsinstrumenten: - Gedogen - Last onder dwangsom - Bestuursdwang Procesbeschrijving gedogen 1. De (dreigende) overtreding wordt geconstateerd. Er wordt

Nadere informatie

Handhavingsinstrumenten

Handhavingsinstrumenten Bijlage 2 Handhavingsinstrumenten Privaatrechtelijk De gemeente is naast een bestuursorganisatie ook rechtspersoon. Als rechtspersoon heeft de gemeente privaatrechtelijke mogelijkheden om te handhaven.

Nadere informatie

LJN: BV6353,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 12/285 en 12/502

LJN: BV6353,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 12/285 en 12/502 LJN: BV6353,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 12/285 en 12/502 Datum uitspraak: 21-02-2012 Datum publicatie: 21-02-2012 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Voorlopige

Nadere informatie

30 november 2004 Procedureoverzicht Boeteoplegging

30 november 2004 Procedureoverzicht Boeteoplegging Openbaar Staatscourant Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer OPTA/JUZ/2004/204163 Datum Onderwerp Bijlage(n) 30 november 2004 Procedureoverzicht Boeteoplegging Inleiding Het college van

Nadere informatie

Vast te stellen de beleidsregel bestuurlijke handhaving van artikel 13b Opiumwet (Damoclesbeleid)

Vast te stellen de beleidsregel bestuurlijke handhaving van artikel 13b Opiumwet (Damoclesbeleid) De burgemeester van de Gemeente Valkenswaard; Gelet op artikel 13b Opiumwet en artikel 2 Politiewet; BESLUIT: Vast te stellen de beleidsregel bestuurlijke handhaving van artikel 13b Opiumwet (Damoclesbeleid)

Nadere informatie

STAPPENPLAN BEHORENDE BIJ DE BELEIDSREGEL BEHOUD EIGENDOMSRECHT EN AANPAK VAN GEBRUIK GEMEENTEGROND ZONDER TOESTEMMING

STAPPENPLAN BEHORENDE BIJ DE BELEIDSREGEL BEHOUD EIGENDOMSRECHT EN AANPAK VAN GEBRUIK GEMEENTEGROND ZONDER TOESTEMMING STAPPENPLAN BEHORENDE BIJ DE BELEIDSREGEL BEHOUD EIGENDOMSRECHT EN AANPAK VAN GEBRUIK GEMEENTEGROND ZONDER TOESTEMMING Situatie waarbij in rood de erfgrens is aangegeven. 1. Inleiding Dit stappenplan maakt

Nadere informatie

Bijlage 3. Toelichting en procedures sanctiemiddelen

Bijlage 3. Toelichting en procedures sanctiemiddelen Bijlage 3 Toelichting en procedures sanctiemiddelen 1. Aanwijzing Grond : het niet voldoen aan de voorschriften van hoofdstuk 3, paragrafen 2 en 3 van de Wet Kinderopvang. Wettelijke basis : artikel 65,

Nadere informatie

STAPPENPLAN BEHORENDE BIJ DE BELEIDSREGEL BEHOUD EIGENDOMSRECHT EN AANPAK VAN ONRECHTMATIG GEBRUIK GEMEENTEGROND

STAPPENPLAN BEHORENDE BIJ DE BELEIDSREGEL BEHOUD EIGENDOMSRECHT EN AANPAK VAN ONRECHTMATIG GEBRUIK GEMEENTEGROND STAPPENPLAN BEHORENDE BIJ DE BELEIDSREGEL BEHOUD EIGENDOMSRECHT EN AANPAK VAN ONRECHTMATIG GEBRUIK GEMEENTEGROND Situatie waarbij in rood de erfgrens is aangegeven. 1. Inleiding Dit stappenplan maakt onderdeel

Nadere informatie

gelet op artikel 24, zesde lid, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme;

gelet op artikel 24, zesde lid, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme; Besluit van de deken in het arrondissement Oost-Brabant van 11 mei 2016 tot vaststelling van de beleidsregel handhaving Wwft 2016 in het arrondissement Oost- Brabant De deken van de orde in het arrondissement

Nadere informatie

Per koerier / per aangetekende post / per mail De heer en mevrouw s Gravenweg SC ROTTERDAM

Per koerier / per aangetekende post / per mail De heer en mevrouw s Gravenweg SC ROTTERDAM > Retouradres Postbus 2518 6401 DA Heerlen Per koerier / per aangetekende post / per mail De heer en mevrouw s Gravenweg 637-639 3065 SC ROTTERDAM Stadsplateau 1 3521 AZ Utrecht Postbus 2518 6401 DA Heerlen

Nadere informatie

OPLEGGEN BESTUURLIJKE BOETE DHW

OPLEGGEN BESTUURLIJKE BOETE DHW OPLEGGEN BESTUURLIJKE BOETE DHW 1 ONDERWERP In deze notitie wordt kort het proces rond het opleggen van de bestuurlijke boete op basis van de Drank- en Horecawet beschreven, zoals toegepast door de Nederlandse

Nadere informatie

BELANGENAFWEGING EN MOTIVERING

BELANGENAFWEGING EN MOTIVERING BESTEMD Vi;:; WKPB REGISTER 0.6 ^2 Gemeente Den Haag Retouradres: Postbus 12655, 2500 DP Den Haag AANTEKENEN De heer D. van Riet Leimuiderdijk 500 2156 MZ Weteringbrug Onderwerp Definitieve last onder

Nadere informatie

Juridische Zaken en Handhaving

Juridische Zaken en Handhaving Postbus 1 3430 AA Bezoekadres Stadsplein 1 3431 LZ www.nieuwegein.nl Bank Nederlandse Gemeenten 28 50 04 387 Juridische Zaken en Kenmerk NG7600 Onderwerp Uitnodiging gesprek i.v.m. controle inschrijving

Nadere informatie

Tussenrapportage. Stand van zaken handhaving onrechtmatige permanente bewoning recreatieverblijven. Gemeente Koggenland

Tussenrapportage. Stand van zaken handhaving onrechtmatige permanente bewoning recreatieverblijven. Gemeente Koggenland Tussenrapportage Stand van zaken handhaving onrechtmatige permanente bewoning recreatieverblijven Gemeente Koggenland 8 januari 04 MB-ALL B.V. Postbus 48 3600 BC MAARSSEN Tel. (0346) 583070 januari 04

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Houten

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Houten Beleidsregels artikel 13b Opiumwet De burgemeester van Houten; gelet op de artikel 13b Opiumwet en artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht; overwegende: dat artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet de

Nadere informatie

iihiniiiiniiii Archiefexemplaar VERZONDEN 2 5 FEB 2015 AANGETEKEND en PER GEWONE POST

iihiniiiiniiii Archiefexemplaar VERZONDEN 2 5 FEB 2015 AANGETEKEND en PER GEWONE POST Gemeente lemen Archiefexemplaar iihiniiiiniiii Ons kenmerk : Uw kenmerk Uw brief van Bijlagen : geen Beh.ambtenaar : P. J. van den Hurk Telefoonnummer : 020 3144782 E-mailadres : p.vandenhurk@diemen.nl

Nadere informatie

Gemeente Den Haag. De voorzitter van Commissie Ruimte

Gemeente Den Haag. De voorzitter van Commissie Ruimte Wethouder van Stadsontwikkeling, Volkshuisvesting en Integratie M. Norder Gemeente Den Haag Retouradres: Postbus 12600, 2500 DJ Den Haag De voorzitter van Commissie Ruimte Uw brief van Uw kenmerk Ons kenmerk

Nadere informatie

Bevoegdheid burgemeester/college

Bevoegdheid burgemeester/college Vergunning / ontheffing Artikel 1:4, tweede lid, van de Apv - Voorschriften De aan de vergunning/ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen worden niet nagekomen. Exploitatie openbare inrichtingen

Nadere informatie

Tussenrapportage Stand van zaken handhaving onrechtmatige permanente bewoning recreatieverblijven. Gemeente Koggenland

Tussenrapportage Stand van zaken handhaving onrechtmatige permanente bewoning recreatieverblijven. Gemeente Koggenland Tussenrapportage 04 Stand van zaken handhaving onrechtmatige permanente bewoning recreatieverblijven Gemeente Koggenland 3 januari 05 MB-ALL B.V. Postbus 48 3600 BC MAARSSEN Tel. (0346) 583070 Januari

Nadere informatie

Besluiten: Behoudens advies van de commissie 1. Het Ontwerp-watersanctiebesluit 2015 voor de inspraak vast te stellen.

Besluiten: Behoudens advies van de commissie 1. Het Ontwerp-watersanctiebesluit 2015 voor de inspraak vast te stellen. B en W-nummer 15.0036; besluit d.d. 20-1-2015 Onderwerp Inspraak Watersanctiebesluit 2015 Besluiten: Behoudens advies van de commissie 1. Het Ontwerp-watersanctiebesluit 2015 voor de inspraak vast te stellen.

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR412641_1. Beleid bijtincidenten honden H1. Juridisch kader. 31 juli Officiële uitgave van Deurne.

CVDR. Nr. CVDR412641_1. Beleid bijtincidenten honden H1. Juridisch kader. 31 juli Officiële uitgave van Deurne. CVDR Officiële uitgave van Deurne. Nr. CVDR412641_1 31 juli 2018 Beleid bijtincidenten honden 2016 H1. Juridisch kader - Gemeentewet (Gw), artikel 125 - Gemeentewet (Gw), artikel 172 - Algemene Plaatselijke

Nadere informatie

Gemeenteblad nr. 299, 28 april 2016 BIJTINCIDENTEN HONDEN

Gemeenteblad nr. 299, 28 april 2016 BIJTINCIDENTEN HONDEN Gemeenteblad nr. 299, 28 april 2016 BIJTINCIDENTEN HONDEN 2016 2016 1 INHOUD H1. JURIDISCH KADER... 3 1.1 OVERIGE RELEVANTE REGELGEVING... 3 1.2 KORTE SAMENVATTING VAN WERKAFSPRAKEN EN PROCEDURES... 3

Nadere informatie

D xxxx. (Gelieve bij correspondentie dit nummer te vermelden) Behandeld door

D xxxx. (Gelieve bij correspondentie dit nummer te vermelden) Behandeld door A A N T E K E N E N Ambi Pack B.V. t.a.v. xxxx Het Tasveld 6 3342 GT HENDRIK-IDO-AMBACHT Uw brief van Verzenddatum 8 mei 2018 Uw kenmerk Reactie op Zaaknummer Last onder dwangsom Onderwerp Ons kenmerk

Nadere informatie

Bijlage 1. Stappenschema met toelichting: geen vergunning groot evenement SCHEMA:

Bijlage 1. Stappenschema met toelichting: geen vergunning groot evenement SCHEMA: Bijlage 1. Stappenschema met toelichting: geen vergunning groot evenement SCHEMA: 1 TOELICHTING: De gemeentelijk toezichthouder of de gemeentelijke opsporingsambtenaar constateert, veelal naar aanleiding

Nadere informatie

Daklift: Wel of geen vergunning? Gemeente Amsterdam Stadsdeel West

Daklift: Wel of geen vergunning? Gemeente Amsterdam Stadsdeel West Rapport Gemeentelijke Ombudsman Daklift: Wel of geen vergunning? Gemeente Amsterdam Stadsdeel West 2 mei 2012 RA120655 Samenvatting Een daklift staat al tijden bij een vrouw op straat voor de deur weg

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2016:2348

ECLI:NL:RVS:2016:2348 ECLI:NL:RVS:2016:2348 Instantie Raad van State Datum uitspraak 31-08-2016 Datum publicatie 31-08-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201506454/1/A3 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

Artikel 13b Opiumwet (de wet Damocles) is het juridische instrument om bestuurlijk op te treden tegen illegale verkooppunten van verdovende middelen.

Artikel 13b Opiumwet (de wet Damocles) is het juridische instrument om bestuurlijk op te treden tegen illegale verkooppunten van verdovende middelen. STAPPENPLAN 13b OPIUMWET Artikel 13b Opiumwet (de wet Damocles) is het juridische instrument om bestuurlijk op te treden tegen illegale verkooppunten van verdovende middelen. Artikel 13b is toepasbaar

Nadere informatie

Langdurige onzekerheid over handhaving door onenigheid afdelingen Gemeente Amsterdam Stadsdeel Zuid

Langdurige onzekerheid over handhaving door onenigheid afdelingen Gemeente Amsterdam Stadsdeel Zuid Rapport Gemeentelijke Ombudsman Langdurige onzekerheid over handhaving door onenigheid afdelingen Gemeente Amsterdam Stadsdeel Zuid Samenvatting 28 oktober 2011 RA111412 Een inwoner van stadsdeel Zuid

Nadere informatie

AANGETEKEND Rijnland Ziekenhuis 070-8888500. last onder dwangsom. Geachte A,

AANGETEKEND Rijnland Ziekenhuis 070-8888500. last onder dwangsom. Geachte A, POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN AANGETEKEND Rijnland Ziekenhuis

Nadere informatie

huisvestingsverordening kamerbewoning Lith Dienst/afdeling SLWE

huisvestingsverordening kamerbewoning Lith Dienst/afdeling SLWE meenteraad Gemeenteraad Onderwerp: Volgnummer huisvestingsverordening kamerbewoning Lith Dienst/afdeling SLWE De raad van de gemeente Lith; overwegende dat het noodzakelijk is om met het oog op het behoud

Nadere informatie

RUD UTRECHT. MANDAATLIJST Gemeente Nieuwegein RUIM MANDAAT Bijlage bij mandaatbesluit RUD Utrecht gemeente Nieuwegein

RUD UTRECHT. MANDAATLIJST Gemeente Nieuwegein RUIM MANDAAT Bijlage bij mandaatbesluit RUD Utrecht gemeente Nieuwegein Mandaten voor combi Basis- en Plustaken Mandaten voor Basistaken Mandaten voor Plustaken MANDAATLIJST Gemeente Nieuwegein RUIM MANDAAT Bijlage bij mandaatbesluit RUD Utrecht gemeente Nieuwegein Algemeen

Nadere informatie

Uitspraak /1/A3

Uitspraak /1/A3 Uitspraak 201707842/1/A3 Datum van uitspraak: woensdag 22 augustus 2018 Tegen: het college van burgemeester en wethouders van Den Haag Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Boete ECLI: ECLI:NL:RVS:2018:2782

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BY5138

ECLI:NL:RVS:2012:BY5138 ECLI:NL:RVS:2012:BY5138 Instantie Raad van State Datum uitspraak 05-12-2012 Datum publicatie 05-12-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201110184/1/A3 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

Veel gestelde vragen Project recreatieterreinen

Veel gestelde vragen Project recreatieterreinen Veel gestelde vragen Project recreatieterreinen Vragen over brandveiligheid 1. Waarom wil de gemeente op dit moment maatregelen nemen ter verbetering van de brandveiligheid? Net als in een gewone woonwijk

Nadere informatie

BEVOEGDHEDEN/BESLUITEN VOORWAARDEN EN REIKWIJDTE (INSTRUCTIES) OPMERKING

BEVOEGDHEDEN/BESLUITEN VOORWAARDEN EN REIKWIJDTE (INSTRUCTIES) OPMERKING MANDAATLIJST Provincie Zeeland voor DCMR Milieudienst Rijnmond 2014 Algemeen BEVOEGDHEDEN/BESLUITEN VOORWAARDEN EN REIKWIJDTE (INSTRUCTIES) OPMERKING A01 Besluiten inzake bestuursrechtelijke procedures.

Nadere informatie

Notitie Handhaving hinderlijk overhangend groen gemeente Voorschoten

Notitie Handhaving hinderlijk overhangend groen gemeente Voorschoten Notitie Handhaving hinderlijk overhangend groen gemeente Voorschoten Gemeente Voorschoten Auteur(s): Patrick Spiegeler en Ralph Pitlo Notitie: Handhaving hinderlijk overhangend groen gemeente Voorschoten

Nadere informatie

mr. P.C. Cup mr.ing. C.R. van den Berg Kamer D0353 Directoraat-Generaal Milieu Interne postcode 880 Directie Strategie en Bestuur

mr. P.C. Cup mr.ing. C.R. van den Berg Kamer D0353 Directoraat-Generaal Milieu Interne postcode 880 Directie Strategie en Bestuur Gemeenschappelijke Dienst Directie Juridische Zaken AJBZ mr. P.C. Cup mr.ing. C.R. van den Berg Kamer D0353 Directoraat-Generaal Milieu Interne postcode 880 Directie Strategie en Bestuur Telefoon 070 339

Nadere informatie

- 1 - De Nederlandsche Bank NV (DNB) legt een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 1:80 en 1:81 van de Wft, op aan:

- 1 - De Nederlandsche Bank NV (DNB) legt een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 1:80 en 1:81 van de Wft, op aan: - 1 - Beschikking tot het opleggen van een bestuurlijke boete aan Matrix Asset Management B.V. als bedoeld in artikel 1:80 van de Wet op het financieel toezicht Gelet op artikel 1:80, 1:81, 1:98 en 3:72,

Nadere informatie

STAPPENPLAN 13b OPIUMWET

STAPPENPLAN 13b OPIUMWET December 2018 STAPPENPLAN 13b OPIUMWET De Opiumwet geeft de burgemeester een bevoegdheid om een last onder bestuursdwang op te leggen bij een overtreding van die wet. Dit stappenplan beschrijft te nemen

Nadere informatie

Presentatie RBO Aanpak woonoverlast/inzet Wet Woonoverlast

Presentatie RBO Aanpak woonoverlast/inzet Wet Woonoverlast Presentatie RBO 12-10-2017 Aanpak woonoverlast/inzet Wet Woonoverlast Een succesvolle aanpak van woonoverlast: 1. kenmerkt zich door een integrale aanpak, waarbij naast gemeente ook politie, corporaties

Nadere informatie

D (Gelieve bij correspondentie dit nummer te vermelden) Behandeld door

D (Gelieve bij correspondentie dit nummer te vermelden) Behandeld door A A N T E K E N E N Hoefnagel en Zoon B.V. Veerweg 10 2957 CP NIEUW-LEKKERLAND Uw brief van Verzenddatum 19 oktober 2017 Uw kenmerk Reactie op Zaaknummer Last onder dwangsom Onderwerp Ons kenmerk (Gelieve

Nadere informatie

Ons kenmerk Uw kenmerk Aantal bijlagen Datum _ februari 2018

Ons kenmerk Uw kenmerk Aantal bijlagen Datum _ februari 2018 Beschikking AANTEKENEN Tank Services Pernis B.V. T.a.v. de directie Propaanweg 27 3196 KH VONDELINGENPLAAT RT Parallelweg 1 Postbus 843 3100 AV Schiedam T 010-246 80 00 F 010-246 82 83 E info@dcmr.nl W

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 52 2 januari 2017 Beleidsregel van de Nationale en Internationale Wegvervoer Organisatie (NIWO) inzake toepassing van

Nadere informatie

Toezicht en handhaving

Toezicht en handhaving Toezicht en handhaving Praktijkdag VMR 2015 Jaap IJdema cjijdema@avdw.nl Modaliteit dwangsom Artikel 5:32b lid 1 Awb: Het bestuursorgaan stelt de dwangsom vast hetzij op een bedrag ineens, hetzij op een

Nadere informatie

Bestuurlijke Boete. 2 Bestuurlijke boete Bestuurlijke boete 3

Bestuurlijke Boete. 2 Bestuurlijke boete Bestuurlijke boete 3 Bestuurlijke Boete Bestuurlijke Boete De bewaakt en bevordert een veilig en duurzaam gebruik van weg, water, lucht en rail door burgers en ondernemers. Dat wordt bijvoorbeeld gedaan door controles langs

Nadere informatie

Verzenddatum : - 1 JUNI 2015 Bijlage : Ons kenmerk : 674559 : Laan van Alverna, last onder dwangsom in verband met afsluiten spoorwegovergang

Verzenddatum : - 1 JUNI 2015 Bijlage : Ons kenmerk : 674559 : Laan van Alverna, last onder dwangsom in verband met afsluiten spoorwegovergang w I* Jl y. y Ji. Heemstede ProRail B.V. t.a.v. de heer C. de Vries Postbus 2038 3500 GA Utrecht AANTEKENEN EN PER GEWONE POST Verzenddatum : - 1 JUNI 2015 Bijlage : Ons kenmerk : 674559 Betreft : Laan

Nadere informatie

Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar

Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar Openbaar Onderwerp Overgangsregeling handhaving illegale kamerverhuurpanden nota Beleidsregels onttrekking, omzetting en samenvoeging 2011 Programma / Programmanummer Ruimte & Cultuurhistorie / 1031 BW-nummer

Nadere informatie

Toelichting op de Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Heemstede 2014

Toelichting op de Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Heemstede 2014 Toelichting op de Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Heemstede 2014 Algemene toelichting Hoofdstuk 2 Herstellend traject In een herstellend traject zijn verschillende

Nadere informatie

Besluit tot openbaarmaking

Besluit tot openbaarmaking Besluit als bedoeld in artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur Zaak: OB/001 Kenmerk: 00.061.063 Openbaarmaking onder kenmerk: Besluit tot openbaarmaking Besluit tot openbaarmaking van de besluiten

Nadere informatie

Informatieavond Woonoverlast. Sector Ruimtelijke Expertise 23 april 2015

Informatieavond Woonoverlast. Sector Ruimtelijke Expertise 23 april 2015 Informatieavond Woonoverlast Sector Ruimtelijke Expertise 23 april 2015 Agenda Inleiding Ruimtelijk/wettelijk wat is de situatie in Irisbuurt en Rochusbuurt en wat kan de bewoner, Hans Wensing Sociaal/woonoverlast,

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BX4621

ECLI:NL:RVS:2012:BX4621 ECLI:NL:RVS:2012:BX4621 Instantie Raad van State Datum uitspraak 08-08-2012 Datum publicatie 15-08-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201205237/1/A4 en 201205237/2/A4

Nadere informatie

Pagina 1/7. Besluit «Openbare versie» 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure

Pagina 1/7. Besluit «Openbare versie» 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure Ons ACM/DTVP/2014/200507_OV kenmerk: Zaaknummer: 14.0136.20 Datum: 31 januari 2014 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt op grond van artikel 15.2, tweede lid, van de Telecommunicatiewet in samenhang

Nadere informatie

VMR Actualiteitendag Handhaving - beginselplicht 19 maart 2015

VMR Actualiteitendag Handhaving - beginselplicht 19 maart 2015 VMR Actualiteitendag Handhaving - beginselplicht 19 maart 2015 mr. T.E.P.A. Lam advocaat Hekkelman Advocaten senior docent/onderzoeker Radboud Universiteit Nijmegen Thema s Handhavingsbeleid Concreet zicht

Nadere informatie

Voorbeeld handhavingsarrangement voor seksinrichtingen en escortbedrijven (gemeente Den Haag)

Voorbeeld handhavingsarrangement voor seksinrichtingen en escortbedrijven (gemeente Den Haag) RIS117862e_05- JUL-2004 Bijlage 5 Voorbeeld handhavingsarrangement voor seksinrichtingen en escortbedrijven (gemeente Den Haag) 1. Seksinrichtingen a. Exploitatie van een seksinrichting zonder de daarvoor

Nadere informatie

Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RVS:2010:BO9151. Uitspraak. Permanente link: Datum uitspraak Datum publicatie

Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RVS:2010:BO9151. Uitspraak. Permanente link: Datum uitspraak Datum publicatie Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RVS:2010:BO9151 Permanente link: http://deeplink.rechtspraa Instantie Raad van State Datum uitspraak 29-12-2010 Datum publicatie 29-12-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden

Nadere informatie

Bijlage 2: Werkprocessen. Toezicht Verzoek om Handhaving Handhaven Bouwstop Klachten en meldingen Legalisatieonderzoek

Bijlage 2: Werkprocessen. Toezicht Verzoek om Handhaving Handhaven Bouwstop Klachten en meldingen Legalisatieonderzoek Bijlage 2: Werkprocessen Toezicht Verzoek om Handhaving Handhaven Bouwstop Klachten en meldingen Legalisatieonderzoek Aanpassingen in de dynamische werkprocessen De werkprocessen maken een onderdeel uit

Nadere informatie

~.-- -~====~l~~~~ --==1. ~e{oigr -t:;-lslyo 4 dl e::tr&cfiov« er, VI ~ ). I Ft. wow ~ SCALE 1 : 1.000. maandag 24 januari 2005 09:04

~.-- -~====~l~~~~ --==1. ~e{oigr -t:;-lslyo 4 dl e::tr&cfiov« er, VI ~ ). I Ft. wow ~ SCALE 1 : 1.000. maandag 24 januari 2005 09:04 _. 2 / ff/t {'~eir.lt::e Ni r e f,,~almelo ~r ~e{oigr -t:;-lslyo 4 dl e::tr&cfiov«er, VI ~ ). I Ft. Gt'me-,,,nte Almelo Team G.eo-Inform,:ltie en B>e!

Nadere informatie

Algemene toelichting. Hoofdstuk 2 Herstellend traject

Algemene toelichting. Hoofdstuk 2 Herstellend traject Algemene toelichting Hoofdstuk 2 Herstellend traject In een herstellend traject zijn verschillende stappen te onderscheiden. Indien de aard van de overtreding hiertoe aanleiding geeft, kan het college

Nadere informatie

Traplift zonder vergunning Gemeente Amsterdam Dienst Zorg en Samenleven

Traplift zonder vergunning Gemeente Amsterdam Dienst Zorg en Samenleven Rapport Gemeentelijke Ombudsman Traplift zonder vergunning Gemeente Amsterdam Dienst Zorg en Samenleven 10 november 2009 RA0944475 Samenvatting Een huiseigenaar beklaagt zich over het feit dat de Dienst

Nadere informatie

B en W-nummer ; besluit d.d Onderwerp Watersanctiebesluit Besluiten:

B en W-nummer ; besluit d.d Onderwerp Watersanctiebesluit Besluiten: B en W-nummer 15.0460; besluit d.d. 19-5-2015 Onderwerp Watersanctiebesluit 2015 Besluiten: 1. Het Watersanctiebesluit 2015 vast te stellen. Perssamenvatting: Het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Handhaven voor inspecteurs

Handhaven voor inspecteurs Handhaven voor inspecteurs Sabine van den Hoek VNG Eveline Roijakkers/Mandy van Ommeren GG&GD Utrecht Wencke Thijssen gemeente Gouda 1 oktober 2013 Welkom en inleiding Wat gaan we bespreken? Wat is handhaven?

Nadere informatie

dat door toepassing van artikel 174a Gemeentewet herhaling van overlast vanuit en rond woningen en lokalen kan worden voorkomen;

dat door toepassing van artikel 174a Gemeentewet herhaling van overlast vanuit en rond woningen en lokalen kan worden voorkomen; Victoriabeleid Alkmaar De burgemeester van Alkmaar Overwegende: dat overlast vanuit en rond woningen en lokalen een zeer ernstige inbreuk vormt op de leefbaarheid van een wijk en op de veiligheidsgevoelens

Nadere informatie