Introductie artikel 64 Vw

Transcriptie

1 Introductie artikel 64 Vw Ernstige medische problematiek kan reden zijn tot verlening van uitstel van vertrek op grond van artikel 64 Vw. Het uitgangspunt is dat medische problemen zoveel mogelijk in een vroeg stadium worden beoordeeld, in een procedure parallel aan de asielprocedure. Zodoende kan medische problematiek worden meegenomen in de meeromvattende beslissing op de asielaanvraag. Het kan echter voorkomen dat medische problemen pas tijdens of na de beroepsfase in de asielprocedure aan het licht komen, ontstaan of verergeren en mogelijk niet meer kunnen worden meegenomen in de beslissing op de asielaanvraag. De vreemdeling zal dan zelf een verzoek moeten doen tot toepassing van artikel 64 Vw. Er moet namelijk altijd bezien worden of er feiten of omstandigheden zijn waardoor uitzetting onmogelijk is of verblijf in Nederland op medische gronden noodzakelijk. Toepassing van artikel 64 Vw is aan de orde: als het om gezondheidsredenen voor de vreemdeling of één van zijn gezinsleden niet verantwoord is om te reizen; of als bij het stopzetten van de behandeling een medische noodsituatie zal ontstaan èn medische behandeling niet mogelijk is in het land van herkomst of een ander land waar de vreemdeling naar kan vertrekken Bovendien kan artikel 64 Vw worden toegepast in afwachting van definitieve besluitvorming op het artikel 64-verzoek. Wanneer een dossier wordt bezien in het kader van peer review, is het van belang dat de daarbij behorende machtiging waarmee de cliënt toestemming geeft voor inzage van zijn stukken, vooraf is ondertekend door de cliënt/ vreemdeling. Uiteraard blijkt dit ook uit het dossier. 1. REIZEN IS NIET VERANTWOORD Uitstel van vertrek is aan de orde als het vanwege de gezondheidstoestand van de vreemdeling of één van zijn gezinsleden niet verantwoord is om te reizen. In sommige gevallen acht het Bureau Medische Advisering (BMA) reizen alleen verantwoord als aan bepaalde voorwaarden is voldaan, zoals begeleiding tijdens de reis, het tijdens de reis kunnen beschikken over voldoende medicijnen of directe voortzetting van de behandeling na aankomst in het land van herkomst. De IND moet zich ervan vergewissen dat aan de door het BMA gestelde reisvoorwaarden is voldaan. Deze toets moet plaatsvinden op het moment dat wordt beoordeeld of artikel 64 Vw al dan niet van toepassing is en mag dus niet uitgesteld worden tot het moment dat de vreemdeling daadwerkelijk wordt uitgezet. Als wordt vastgesteld dat de vreemdeling vanwege zijn gezondheidstoestand blijvend niet kan reizen dan kan eventueel een vergunning buiten schuld (om medische redenen) aangevraagd worden.

2 Toelichting: Een aanvraag artikel 64 Vw kan om diverse redenen worden ingediend. Allereerst vanwege de ziekte van de cliënt en de daarmee gestelde onmogelijkheid om te kunnen reizen naar het land van herkomst. De vreemdeling moet niet alleen aantonen dat hij ziek is, maar bovendien te ziek om te reizen. Daarnaast moet het niet mogelijk zijn om de aandoening te behandelen in het land van herkomst. De aanvraag voor toepassing van artikel 64 Vw is een tijdrovend traject, waarbij de aanvraag vaak meerdere malen retour wordt gestuurd door de BMA en/of de IND. Het verdient daarom aanbeveling voor de advocaat om goed op te letten of alle documenten correct zijn ingevuld en ondertekend en dat bovendien alle documenten steeds zien op dezelfde behandelaars. Dus: toestemmingsverklaring ondertekenen tbv dokter A, verklaring medische gegevens laten ondertekenen door dokter A. En aanvullend nog de medische brief die moet worden opgesteld door dokter A. In de praktijk blijken cliënten vaak allerlei artsen te vermelden op de toestemmingsverklaring, waarvan voor een of meer genoemde artsen geldt dat zij geen behandelaar (meer) zijn. In principe is het dan niet zinnig om die arts te laten staan op de toestemmingsverklaring, aangezien je dan ook de verklaring medische gegevens moet laten ondertekenen door die arts (die dat meestal niet meer wil doen want de behandeling is al afgerond), laat staan de separate medische brief die dan door die arts nog moet worden opgesteld. Check dus vooraf met je cliënt welke behandeling(en) nog actueel is (zijn), en welke artsen en behandelaars daarbij betrokken zijn. Indien mogelijk, maak aan de hand van de beschikbare informatie een inschatting over de mogelijke kansen van de aanvraag. Bv: bij een Armeense cliënt met gewone psychische klachten: bekend is dat er voldoende psychische en psychiatrische zorg in Armenië beschikbaar is. In de meeste gevallen zal dit dus worden afgewezen, tenzij er wellicht sprake is van een uitzonderlijke situatie. Leg dit, voor zover mogelijk, vast in het dossier. Daarbij is het van belang dat de arts/behandelaar in zijn aanvullende brief, zich ook expliciet uitspreekt over de diagnose en prognose, zowel voor wat betreft de aandoening zelf alsook ten aanzien van de behandeling / medicatie etc. Wanneer de aanvraag (definitief) onvolledig wordt verklaard door de BMA en/of de IND, zal de aanvraag worden afgewezen of buiten behandeling worden gesteld. De vraag is dan wat wijsheid is: bezwaar en vovo indienen, of een nieuwe en nu wél complete aanvraag artikel 64 indienen bij de IND. De meest veilige optie is natuurlijk beide routes te volgen, aangezien de vreemdeling dan de minste kans heeft om eventueel in bewaring te worden gezet. Tegelijkertijd is het meer effectief om, wanneer de advocaat uiteindelijk wel alle stukken compleet heeft, een nieuwe aanvraag in te dienen, in plaats van enkel te blijven hangen in de bezwaarfase (en daarna nog evt beroep) van de eerste aanvraag. De meeste rechters menen dat, hoewel bezwaar een volledige heroverweging behoort te bevatten, deze nieuwe stukken niet alsnog in bezwaar meegenomen kunnen worden om de aanvraag compleet te maken.

3 De advocaat riskeert hiermee dus een procedure van 2 of 3 jaar voor zijn cliënt, zonder enig zicht op zelfs maar een inhoudelijke beoordeling van de aanvraag artikel 64 Vw. Bespreek dit met de cliënt en leg dit vast in het dossier. Wijs de cliënt vooraf op de kosten die zijn gemoeid met een aanvraag artikel 64, dus bijv. de kosten voor het opvragen van medische informatie, griffierecht en eigen bijdrage RvR. Uit het dossier moet blijken dat deze zaken zijn besproken en dat de cliënt begrijpt dat hij zelf voor deze kosten zal moeten opdraaien. Een aanvraag artikel 64 Vw geeft niet altijd recht op (voortgezette) opvang. Bespreek dit met de cliënt en leg dit vast. Sommige vreemdelingen willen enkel een artikel 64 procedure, omdat ze er vanuit gaan dat ze dan recht op opvang hebben/krijgen. Wanneer een cliënt echt heel ziek is, en hij/zij niet in aanmerking komt voor hernieuwde/voortgezette opvang, kan het raadzaam zijn om hem/haar een hasa te laten indienen. Daarnaast wordt in de praktijk ook vaak een aanvraag artikel 64 ingediend wanneer de vreemdeling nog enige tijd schorsende werking nodig heeft om andere redenen. Dat wil zeggen dat de vreemdeling dan niet zo ziek is dat hij niet zou kunnen reizen, maar dat men bijvoorbeeld nog bezig is met het naar Nederland halen van nieuwe bewijsstukken voor een hasa of voor een andere nieuwe aanvraag. Een aanvraag artikel 64 is dan voor de vreemdeling de enige mogelijkheid om tijdelijk nog rechtmatig in Nederland te verblijven, zonder dat er leges verbonden zijn aan een dergelijke aanvraag. In dergelijke gevallen dient uit het dossier te blijken dat aan de cliënt duidelijk is gemaakt dat de aanvraag an sich kansloos is, maar dat deze enkel wordt gedaan met het oog op het overbruggen van enige tijd. Dit te meer nu er voor de vreemdeling wel kosten aan verbonden kunnen zijn (griffierecht, eigen bijdrage etc). De advocaat dient zich van geval tot geval ervan te vergewissen of het indienen van een dergelijke aanvraag voor artikel 64, wel of niet verantwoord is. 2. MEDISCHE NOODSITUATIE EN GEEN BEHANDELING MOGELIJK Uitstel van vertrek is aan de orde als door het BMA is vastgesteld dat bij stopzetting van de behandeling een medische noodsituatie dreigt èn behandeling niet mogelijk is in het land van herkomst of een ander land waar de vreemdeling naartoe kan gaan. Een medische noodsituatie is volgens de IND de situatie waarbij betrokkene lijdt aan een stoornis, waarvan op basis van de huidige medisch-wetenschappelijke inzichten vast staat dat het achterwege blijven van behandeling op korte termijn zal leiden tot overlijden, invaliditeit of een andere vorm van ernstige geestelijke of lichamelijke schade. Onder 'op korte termijn' wordt verstaan binnen een termijn van drie maanden. De IND concludeert volgens het beleid dat de medische behandeling niet in het land van herkomst of een ander land waar de vreemdeling naar kan vertrekken kan plaatsvinden in één van de volgende gevallen:

4 - uit het BMA-advies blijkt dat in het desbetreffende land geen of onvoldoende behandelmogelijkheden aanwezig zijn; - uit het BMA-advies blijkt dat in het desbetreffende land onderbrekingen in de medicijnvoorraden voorkomen, die een maand of langer duren; - het BMA is vanwege de situatie in het land van herkomst niet in staat om te adviseren over de aanwezigheid van behandelmogelijkheden in het land van herkomst; Of uit het BMA-advies blijkt dat: - de vreemdeling een medische behandeling ondergaat; - mantelzorg noodzakelijk is voor het slagen van deze medische behandeling; en sprake is van een medische noodsituatie; en - de vreemdeling toont aan dat in het land van herkomst of bestendig verblijf geen gezins- of familieleden zijn die in staat moeten worden geacht de medisch noodzakelijke mantelzorg te verlenen; en - gezins- of familieleden hier te lande verblijven op grond van artikel 8, onder a tot en met e, dan wel l, Vw of Nederlander zijn, die de medisch noodzakelijke mantelzorg verlenen. De IND verstaat onder mantelzorg de "vanwege de aard van de medische aandoening noodzakelijke verzorging van de vreemdeling door derden". Deze derden hoeven voor het verrichten van mantelzorg niet medisch geschoold te zijn. Professionele (thuis)zorg is geen mantelzorg. De mantelzorg moet een essentieel onderdeel zijn van de medische behandeling. Het is belangrijk om een beroep op ontbreken mantelzorg in het land van herkomst of bestendig verblijf goed te onderbouwen. De IND kent geen betekenis toe aan niet onderbouwde stellingen over het ontbreken van mantelzorg. De IND is ook niet verplicht om onderzoek te doen naar niet of onvoldoende onderbouwde stellingen. Omstandigheden die de feitelijke toegankelijkheid van de medische zorg betreffen, worden door de IND niet betrokken bij de beoordeling (B8/ Vc). Toelichting: Wanneer de conclusie van BMA is dat bij het staken van de huidige behandeling geen medische noodsituatie op korte termijn zal ontstaan, zal geen onderzoek worden gedaan naar de lokale behandelmogelijkheden in het land van herkomst cq het land van verwijdering. Van belang is dan voor de advocaat allereerst om indien mogelijk natuurlijk te proberen aan te tonen dat voor de vreemdeling wel een medische noodsituatie zal ontstaan op korte termijn wanneer de behandeling wordt gestaakt. Daarom moet door de advocaat en/of de cliënt contact gelegd worden met de behandelaar en hem/haar moet om een reactie gevraagd worden op het BMA-advies.

5 Voor BMA heeft het oordeel van een behandelaar geen waarde, omdat deze arts niet objectief zou zijn. Het is immers zijn patiënt, en hij is daarom op voorhand bevooroordeeld. Volgens de KNMG zou de behandelaar ook geen medische verklaringen mogen afleggen over bijv. de te verwachten situatie in het land van herkomst. Veel artsen doen dat toch. BMA legt deze informatie vaak naast zich neer. Uit de jurisprudentie van het Centraal Medisch Tuchtcollege blijkt dat niet zonder meer toegestaan is: wanneer de BMA-arts en de behandelaar van mening verschillen op essentiële punten, dient de BMA-arts hierover contact op te nemen met de behandelaar, teneinde e.e.a. verder te bespreken en (zo mogelijk) af te stemmen. Daarbij moet vervolgens goed gemotiveerd worden dat en waarom de BMA toch voorbij gaat aan de visie van de behandelaar. Voor de advocaat betekent dit: controleer of het standpunt van de behandelaar afwijkt van het oordeel van de BMA arts. Vraag de kopie-brief op die de behandelaar aan BMA heeft gestuurd. Leg ev.t de conclusie van BMA aan de behandelaar voor en vraag om een reactie. Wanneer de standpunten danig verschillen, leg aan BMA en IND voor (hetzij in bezwaar hetzij in een aparte brief) waarom hier niets mee gedaan is. Leg zo mogelijk een inhoudelijke goed onderbouwde reactie van de behandelaar over waaruit blijkt dat het standpunt van BMA onjuist is. Dit geldt ook voor de situatie wanneer BMA concludeert dat wel een noodsituatie zal ontstaan bij het staken van de behandeling, maar wanneer de conclusie vervolgens is dat behandeling beschikbaar is. In dat geval behoort de advocaat ten minste na te gaan of de genoemde ziekenhuizen/ faciliteiten inderdaad bestaan en de benodigde behandeling bieden. Verder bestaat er altijd veel discussie over de situatie waarin de benodigde medicatie niet beschikbaar is, maar wanneer volgens de BMA arts wel volstaan kan worden met eventueel wel aanwezige alternatieve medicatie. De advocaat kan hier niet zo maar mee akkoord gaan. In veel gevallen blijkt dat de keuze in Nederland door de behandelaar voor een bepaald medicament niet toevallig of zo maar tot stand is gekomen. In de meeste gevallen heeft een afweging plaatsgevonden waarom dit middel wel en dat andere middel niet wordt voorgeschreven. Dat kan samenhangen met andere medicatie die de vreemdeling al gebruikt, en waarbij de werking verstoord kan raken bij het toevoegen van andere medicatie. Ook kan in de praktijk al gebleken zijn dat een patiënt een bepaald medicijn niet goed verdraagt of dat dit middel eenvoudigweg niet effectief is. Ook hier geldt dat wanneer de behandelaar een goed onderbouwde reactie hierover indient via de advocaat, de BMA arts naar vaste jurisprudentie van het Centraal Medisch Tuchtcollege hier niet zonder meer aan voorbij mag gaan. Voor de advocaat betekent dit dat hij/zij actief op zoek moet gaan naar een reactie van de behandelaar.

6 Het kan in voorkomende gevallen raadzaam zijn om de BMA te vragen een extern deskundige te raadplegen, bijv. een medisch specialist die meer inzicht en kunde heeft in de materie. In de meeste gevallen is BMA daartoe niet bereid: ze zijn zelf namelijk expert. In dit verband is ook nog van belang de vraag naar de vertrouwensartsen die wel benoemd worden in de BMA rapportages, maar van wie geen enkele gegeven zichtbaar is. Niemand weet of deze vertrouwensartsen werkelijk bestaan. BMA stelt dat deze artsen worden geworven via Buitenlandse Zaken, en dat dit dus allemaal betrouwbaar is. Hierop is verder door niemand enige controle. Wat deze arts beweert over mogelijke beschikbare behandeling bijvoorbeeld over de aanwezigheid van een ander medisch specialisme is niet toetsbaar. De advocaat behoort altijd te vragen naar de achtergrond van de niet nader geïdentificeerde door de BMA ingezette vertrouwensartsen. Wat is hun competentie? Wat is hun belang in dit geheel om mee te werken met de Nederlandse overheid? Etc. Ditzelfde geldt voor de beschikbaarheid van medicatie. Laat evt. de cliënt bellen of controleren of de genoemde medicatie beschikbaar is in het betreffende land of in het betreffende ziekenhuis. Van de advocaat mag verder verwacht worden dat hij in dit verband melding maakt van de relevante jurisprudentie, zowel uit het vreemdelingenrecht alsook van de Regionale Medische Tuchtcolleges en het Centraal Medisch Tuchtcollege. Ook de berichten en rapportages over dit onderwerp van de Nationale Ombudsman kunnen hierin een belangrijke rol spelen. 3. BEOORDELING MEDISCHE PROBLEMATIEK PARALLEL AAN DE ASIELPROCEDURE Uitgangspunt is dat medische problemen zoveel mogelijk in een vroeg stadium worden beoordeeld, in een procedure parallel aan de asielprocedure. Medische problematiek kan op die manier zoveel mogelijk worden meegenomen in de meeromvattende beslissing op de asielaanvraag [A3/7.3 Vc en C1/2]. Alle vreemdelingen die een eerste asielverzoek in Nederland indienen, krijgen een rust- en voorbereidingstermijn (RVT) voordat ze daadwerkelijk de Algemene Asielprocedure instromen. Er wordt hen op dat moment gevraagd mee te werken aan een medisch onderzoek. Meewerken aan dit medisch onderzoek is niet verplicht; dat niet is meegewerkt aan het tot stand komen van een medisch advies in de parallelle procedure kan niet in het nadeel van de vreemdeling werken. Zou de uitslag van dit medisch onderzoek daartoe aanleiding geven, dan kunnen medische aspecten in een procedure parallel aan de asielprocedure worden beoordeeld. Ook medische omstandigheden die later tijdens de asielprocedure aan de orde komen kunnen, mits onderbouwd, in een parallelle procedure worden beoordeeld. De vreemdeling moet in beide gevallen een toestemmingsverklaring en bij voorkeur een kopie van een geldig paspoort overleggen.

7 Als het voor de vreemdeling niet mogelijk is een geldig paspoort te overleggen, dan moet hij op een andere manier voldoende inzicht verschaffen in zijn identiteit en nationaliteit [A3/7.3 Vc]. Als medische problematiek in de beroepsfase ontstaat of dan pas wordt gemeld, dan wordt bezien of dit in het kader van de ex-nunc toetsing mee kan worden genomen in de rechterlijke beslissing [verruimde ex-nunc toetsing op grond van art. 83 Vw]. Na afronding van de beroepsprocedure valt beoordeling van medische omstandigheden buiten de reikwijdte van de parallelle procedure. Toelichting: In de praktijk wordt weinig gebruik gemaakt van de parallelle procedure (PP). Dit met name omdat men in de AA procedure meestal nog niet beschikt over de relevante medische informatie van behandelaars. Asielzoekers verblijven voorafgaand en tijdens de AA in de POL, van waaruit niet of nauwelijks medische behandeltrajecten worden opgestart. Dit uiteraard, tenzij er sprake is van een spoedeisende situatie. In geval van spoedeisende problematiek is het van belang dat de advocaat zich ook wendt tot de behandelaars/huisarts / GCA in het AZC waarheen de vreemdeling wordt uitgeplaatst. Dit niet alleen zodat ook bij deze arts zo snel mogelijk relevante medische documentatie kan worden opgevraagd, maar ook omdat in de praktijk de overdracht tussen de artsen van de Proces Opvang Locatie (POL) en een AZC nogal eens gebrekkig verloopt en de asielzoeker tussen wal en het schip valt. Wanneer de arts in het Medisch Advies (thans FMMU, voorheen Medi first) de vreemdeling expliciet doorverwijst naar een medisch specialist, en de vreemdeling vervolgens ook beschikt over een afspraak bij die specialist, is dit reden voor VA zending (afhandeling van de aanvraag in de Verlengde Asielprocedure. De advocaat dient in dat geval zo spoedig mogelijk een toestemmingsverklaring in te laten vullen en over te leggen aan de IND. 3.1 Beoordeling van medische aspecten in de algemene asielprocedure Als de asielaanvraag in de algemene asielprocedure wordt afgewezen, dan wordt in de meeromvattende beschikking tevens beoordeeld of de medische omstandigheden aanleiding geven tot toepassing van artikel 64 Vw. Als de IND het asielverzoek wil afwijzen en het BMA-advies is nog niet gereed, dan kan er al wel op het asielverzoek worden beslist. Hetzelfde geldt als het BMA-onderzoek in het kader van artikel 64 Vw nog zal worden opgestart. In afwachting van het BMA-advies wordt aan de asielzoeker en zijn gezinsleden voor een periode van maximaal drie maanden uitstel van vertrek verleend op grond van artikel 64 Vw. Er is derhalve sprake van rechtmatig verblijf op grond van art. 8, aanhef en onder j Vw, ongeacht de beroepsmogelijkheid tegen het besluit tot afwijzing van het asielverzoek [Als uit het BMA-onderzoek blijkt dat geen sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 64 Vw dan zijn de rechtsgevolgen zoals beschreven in A3/7.3.1 Vc van toepassing]. Dit rechtmatig verblijf kan met maximaal drie maanden worden verlengd en vervalt van rechtswege zodra op de aanvraag is beslist. Ingeval van afwijzing van het verzoek geldt vervolgens een vertrektermijn van vier weken [A3/7.3.1 Vc].

8 Als de IND bij meeromvattende beslissing zowel het asielverzoek als het verzoek tot toepassing van artikel 64 Vw afwijst, dan staat beroep open, mits de asielzoeker zijn zienswijze heeft kunnen geven op het voornemen tot afwijzing. De rechtbank zal de afwegingen over afwijzing van het verzoek tot toepassing van artikel 64 Vw mede beoordelen. Als de IND het asielverzoek afwijst, maar het BMA positief adviseert ten aanzien van toepassing van artikel 64 Vw, blijft uitzetting achterwege. De IND laat de asielzoeker schriftelijk weten wat de duur van de opschorting van het vertrek is. De asielzoeker en zijn gezinsleden krijgen rechtmatig verblijf op grond van art. 8, aanhef en onder j, Vw en komen in aanmerking voor opvang. De IND informeert het COA omtrent opvang. Voor opvolgende aanvragen die in de algemene asielprocedure worden afgewezen geldt de parallelle procedure niet. De vreemdeling zal zelf een schriftelijk verzoek moeten doen tot toepassing van artikel 64 Vw [A3/7.1.2 Vc en ABRvS, 23 november 2011, nr /1/V4]. Toelichting: Wanneer het vanwege de tijd niet lukt om in de 8-daagse AA procedure alle benodigde en relevante medische stukken aan de IND over te leggen, dient dit alsnog te gebeuren tijdens de beroep/vovo procedure. Dan kan de rechter deze informatie in ieder geval betrekken in de besluitvorming, al dan niet op grond van artikel 83 Vw. De advocaat dient dus alle relevante stukken zo spoedig mogelijk te verzamelen en over te leggen. In veel gevallen zal de rechtbank ofwel de vovo toewijzen teneinde de IND tijd te geven alsnog onderzoek te doen naar de medische materie, ofwel de IND in de gelegenheid stellen om met toepassing van de bestuurlijke lus alsnog met een standpunt te komen (bijv. wel of niet inschakelen BMA). De advocaat verzoekt in dat kader expliciet aan de rechtbank om toewijzing van de vovo (dus met of zonder lus voor het beroep) aangezien anders voor de vreemdeling een probleem met de opvang zal ontstaan (zonder toegewezen beroep of vovo vervalt het recht op opvang voor de vreemdeling na 28 dagen na het uitbrengen van de negatieve beschikking). 3.2 Beoordeling van medische aspecten in de verlengde asielprocedure Wil de IND het asielverzoek afwijzen, dan wordt daarmee gewacht totdat het BMA-advies gereed is. In de verlengde procedure zal in beginsel geen toepassing aan artikel 64 Vw worden gegeven zolang de vreemdeling in afwachting is van definitieve besluitvorming op zijn asielverzoek. De beslistermijn kan met maximaal zes maanden worden verlengd [Art. 42 Vw]. Als het BMA negatief adviseert ten aanzien van toepassing van artikel 64 Vw dan wordt dit meegenomen in de meeromvattende beschikking op het asielverzoek. Als de vreemdeling zijn zienswijze heeft kunnen geven op het voornemen om geen toepassing te geven aan artikel 64 Vw, dan staat tegen de beschikking beroep open. Adviseert het BMA positief ten

9 aanzien van toepassing van artikel 64 Vw dan wordt voor een periode van maximaal zes maanden uitstel van vertrek verleend. Ook bij opvolgende aanvragen in de verlengde procedure kan een parallelle procedure worden gevoerd, mits medische documenten zijn overgelegd. 4. BEROEP OP ARTIKEL 64 Vw NA AFRONDING VAN DE ASIELPROCEDURE Een beroep op art. 64 Vw wordt opgestart door het insturen van het Kennisgevingsformulier (KF) met de naam: Kennisgeving aanvraag uitstel van vertrek op grond van artikel 64 Vw (7053). Dit formulier is te vinden op de site van de IND onder: particulier/ overige redenen/ formulieren en brochures. Let op: De vreemdeling moet zelf zijn relevante medische gegevens opvragen bij de behandelaar en meesturen met het kennisgevingsformulier(zie ook de toelichting en bijlagen bij het formulier). Dit is vastgelegd in A3/7 Vc en vergelijkbaar met de vroegere Spekmanroute. Het gaat om de volgende stukken:een ingevulde en ondertekende toestemmingsverklaring, niet ouder dan zes maanden, met vermelding van behandelaar(s) bij wie de vreemdeling momenteel onder behandeling staat;een gedagtekend en ondertekend schriftelijk bewijs van de medische behandelaar(s), niet ouder dan zes weken op het moment waarop het bewijs overgelegd wordt, waaruit blijkt: - de naam, het adres en het registratienummer van het register van Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg of het Nederlands Instituut van Psychologen van de behandelaar(s); - welke medische klachten de vreemdeling heeft, waarvoor hij door de behandelaar(s) wordt behandeld; - de datum van de start van de behandeling en als dit bekend is de verwachte einddatum van de behandeling. - relevante medische gegevens, dat wil zeggen meer gedetailleerde informatie over: - de actuele klachten en diagnose die de behandelaar heeft geconstateerd; - de medische voorgeschiedenis; - de aard van de ingezette of in te zetten behandeling; - de voorgeschreven medicatie (indien van toepassing); - het beloop van de behandeling en de te verwachten duur ervan. - een kopie van een geldig document voor grensoverschrijding en/of identiteitsdocument of andere bewijsmiddelen waarmee de vreemdeling inzicht in zijn identiteit en nationaliteit geeft. Belangrijk bij het overleggen van de bewijsmiddelen is dat de relevante medische gegevens (zie boven) aan alle volgende voorwaarden voldoen: 1. afkomstig zijn van de behandelaar(s) van de vreemdeling; 2. een antwoord bevatten op alle vragen die het Bureau Medische Advisering (BMA) heeft gesteld in haar brief aan de behandelaar(s). Deze brief maakt onderdeel uit van de bijlage toelichting en bewijsmiddelen medische omstandigheden ;

10 3. geen antwoorden bevatten op andere vragen dan die gesteld door het BMA. Als de vreemdeling niet beschikt over een geldig document voor grensoverschrijding beschouwt de IND de volgende documenten als een bewijsmiddel van identiteit en nationaliteit: - een schriftelijke verklaring van de autoriteiten van het land waarvan de vreemdeling onderdaan is, waarin de autoriteiten van dat land motiveren waarom de vreemdeling niet in het bezit wordt gesteld van een geldig document voor grensoverschrijding; en - aanvullende gegevens en bewijsmiddelen met betrekking tot zijn identiteit en nationaliteit zoals een identiteitskaart, een geboorteakte of een nationaliteitsverklaring. Start onderzoek door IND na opsturen KF De IND start na ontvangst van de schriftelijke kennisgeving en de verstrekte informatie en bewijsmiddelen de voorbereiding van het onderzoek naar de inwilligbaarheid van de nog in te dienen aanvraag. Als na het insturen van het formulier blijkt dat er nog stukken ontbreken of dat er onduidelijkheden zijn, dan neemt de IND contact op met de vreemdeling of de gemachtigde. De stukken kunnen dan nog aangevuld worden. De IND vraagt de vreemdeling of zijn gemachtigde in ieder geval om aanvullende informatie of bewijsmiddelen als: a. de schriftelijke kennisgeving niet volledig is ingevuld; b. de door de vreemdeling verstrekte informatie niet duidelijk is; c. de relevante medische gegevens of overige bewijsmiddelen niet volledig zijn of in het geheel ontbreken. De IND geeft schriftelijk aan de vreemdeling door welke gegevens ontbreken. De reeds ontvangen medische stukken hoeft de vreemdeling niet opnieuw naar de IND te sturen, tenzij deze ouder zijn geworden dan drie maanden. Als de IND de stukken als compleet beoordeelt, dan beoordeelt BMA vervolgens de relevante medische gegevens. Ongeveer twee weken later wordt de vreemdeling dan dus uitgenodigd bij het IND-loket om de aanvraag in persoon in te dienen. BMA heeft dan advies uitgebracht. Voor de daadwerkelijke aanvraag moet het volgende formulier gebruikt worden: Aanvraag uitstel van vertrek op grond van artikel 64 Vw (7041) Toelichting: Duidelijk moet allereerst zijn wie de aanvraag artikel 64 gaat voorbereiden en indienen: de advocaat of de cliënt zelf (al dan niet met hulp van derden, VVN etc). De werkzaamheden voor een aanvraag artikel 64 Vw worden niet vergoed door de RvR. Dat betekent dat wanneer de vreemdeling toch wil dat de advocaat dit traject voor zijn rekening neemt, er vooraf duidelijkheid moet zijn over wie deze kosten betaalt. In sommige gevallen zal de advocaat zijn cliënt hierin gratis willen bijstaan. Deze afspraken moeten vastgelegd zijn in het dossier.

11 4.1 Indienen aanvraag en ééndagstoets Op de dag van de aanvraag beoordeelt de IND de aanvraag in de zogeheten ééndagtoets. De IND wijst de aanvraag in ieder geval af als de vreemdeling, nadat de IND hem daartoe in de gelegenheid heeft gesteld, de incomplete of ontbrekende bewijsmiddelen niet heeft aangevuld. Als de aanvraag niet in de ééndagstoets kan worden afgedaan, mag de beslistermijn op de aanvraag worden verlengd met (maximaal) dertien weken. De verlenging van de beslistermijn is in ieder geval redelijk als BMA onderzoek moet doen naar de medische problematiek van de vreemdeling. De IND maakt aan de vreemdeling schriftelijk bekend binnen welke termijn een besluit op de aanvraag op grond van artikel 64 Vw kan worden verwacht. Het indienen van de aanvraag op grond van artikel 64 Vw schort de vertrekplicht niet op. In afwachting van het besluit op de aanvraag, heeft de vreemdeling geen rechtmatig verblijf ex artikel 8 Vw. In beginsel maakt de DT&V geen gebruik van de bevoegdheid tot uitzetting van de vreemdeling, zolang op de aanvraag op grond van artikel 64 Vw niet is beslist. Het indienen van de aanvraag op grond van artikel 64 Vw schort de door het COA te volgen procedures tot beëindiging van verstrekkingen ingevolge de Rva niet op. De IND past art. 64 Vw toe in afwachting van de beslissing op de aanvraag, als de IND op de datum van de afspraak aan het IND-loket vaststelt dat: a. de vreemdeling een aanvraag om uitstel van vertrek op grond van artikel 64 Vw heeft ingediend; en b. de vreemdeling voorafgaand aan de aanvraag bij de schriftelijke kennisgeving alle relevante bewijsmiddelen heeft overgelegd; en c. het advies van het BMA nog niet gereed is. De IND verleent artikel 64 Vw in dit geval voor maximaal drie maanden vanaf de datum van de beschikking waarbij artikel 64 Vw wordt toegepast, of zoveel korter totdat de IND een besluit op de aanvraag om uitstel van vertrek op grond van artikel 64 Vw heeft genomen. Artikel 64 Vw vervalt nadat de drie maanden zijn verstreken of na het besluit op de aanvraag om uitstel van vertrek op grond van artikel 64 Vw. Als de IND na drie maanden nog geen besluit heeft genomen, past de IND ambtshalve opnieuw artikel 64 Vw ambtshalve toe voor maximaal drie maanden. Toelichting: Voor dit traject gelden dezelfde zaken als bij de eerdere onderdelen: uit het dossier moet blijken wie de aanvraag voorbereidt en indient, wie alle medische documenten opvraagt, etc. Verder gelden voor de advocaat dezelfde regels als hierboven benoemd voor wat betreft de conclusies van BMA naar aanleiding van een dergelijke aanvraag, ten aanzien van bijv.: wel of niet ontstaan van medische noodsituatie, wel of niet beschikbaarheid van medicatie en behandeling, wel of niet bekend zijn van genoemde vertrouwensartsen, wel of niet correcte verwijzing naar de inzet van eventuele alternatieve medicatie in geval van ontbreken van de huidige medicatie.

12 4.2 Opvang in afwachting van een besluit op verzoek artikel 64 Vw De vreemdeling heeft recht op opvang in afwachting van een definitief besluit op een aanvraag art. 64 Vw als hij aan alle volgende voorwaarden voldoet: - de IND verleent artikel 64 Vw, in afwachting van de beslissing op de aanvraag; en - de vreemdeling is een uitgeprocedeerde asielzoeker of een asielzoeker is die zich in de hoger beroepsfase van de asielprocedure bevindt; en - de vreemdeling heeft op de schriftelijke kennisgeving aangegeven dat hij, in afwachting van de beslissing op de aanvraag, in aanmerking wil komen voor opvang. 4.2 A Inwilliging verzoek art. 64 Vw Als het verzoek wordt ingewilligd, wordt uitstel van vertrek verleend voor de verwachte duur van de medische behandeling of voor een periode van maximaal één jaar. Na afloop van deze periode ontstaat van rechtswege (wederom) de rechtsplicht om Nederland binnen vier weken te verlaten alsmede de bevoegdheid tot uitzetting. Er is dus geen nieuw besluit nodig. Dit is anders indien de uitzetting achterwege blijft zonder dat daarbij een eindtermijn is gesteld, in die situatie is wel een besluit nodig. De vreemdeling en zijn gezinsleden hebben rechtmatig verblijf op grond van artikel 8, aanhef en onder j, Vw. Als de vreemdeling (en zijn gezinsleden) aanspraak wil(len) maken op Rvaverstrekkingen dan informeert de IND het COA hierover B Afwijzing verzoek art. 64 Vw De vreemdeling wordt schriftelijk op de hoogte gebracht van de afwijzing van zijn verzoek om uitstel van vertrek. Tegen de afwijzing kan bezwaar gemaakt worden. Dit bezwaar heeft geen schorsende werking en er zal dan ook binnen 24 uur een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening (vovo) moeten worden ingediend om uitzetting te voorkomen. Hoewel ook het indienen van een verzoek tot het treffen van een vovo mogelijke uitzetting uit Nederland niet opschort, mag de behandeling van een eerste tijdig ingediend verzoek in beginsel in Nederland worden afgewacht. Het indienen van het verzoek om een vovo levert geen rechtmatig verblijf op grond van artikel 8 Vw op en betekent evenmin dat de vreemdeling aanspraak maakt op de verstrekkingen ingevolge de Rva. 5. ARTIKEL 64 Vw EN INREISVERBOD Als aan de vreemdeling een inreisverbod is opgelegd, kan hij toch rechtmatig verblijf krijgen op grond van art. 64 Vw [art. 66a lid 6 Vw]. Een verzoek om art. 64 Vw toe te passen wordt echter afgewezen als het inreisverbod is gegeven op grond van gevaar voor openbare orde [art. 66a lid 7 Vw]. In dat geval kan de gezondheidstoestand van de vreemdeling echter wel aanleiding zijn om tijdelijk geen gevolg te geven aan de bevoegdheid om de vreemdeling uit te zetten. De uitzetting blijft dan achterwege, zonder dat sprake is van rechtmatig verblijf en zonder dat het inreisverbod wordt opgeheven. In dit geval gebeurt dit naar de ratio van (en niet ingevolge) artikel 64 Vw. Het stellen van een aantekening in het paspoort blijft in deze gevallen achterwege.

13 6. ARTIKEL 64 Vw EN DUBLINVERORDENING De IND past artikel 64 Vw niet toe als de vreemdeling op grond van de Dublinverordening (EU) nr. 604/2013 wordt overgedragen aan een bij de Verordening aangesloten lidstaat. In dat geval kan de vreemdeling op grond van het interstatelijk vertrouwensbeginsel worden overgedragen aan een andere lidstaat, tenzij de vreemdeling met bewijsmiddelen aannemelijk maakt dat dit uitgangspunt in zijn geval niet opgaat. De vreemdeling dient in dat geval een aanvraag om uitstel van vertrek op grond van artikel 64 Vw schriftelijk in bij de IND zonder schriftelijke kennisgeving. Deze aanvraag moet onderbouwd worden met: - een ingevulde en ondertekende toestemmingsverklaring, niet ouder dan zes maanden met vermelding van de behandelaar(s) bij wie de vreemdeling momenteel onder behandeling staat; en - bewijs omtrent de medische situatie van de vreemdeling; en - medische stukken waaruit blijkt dat de vreemdeling niet in staat is om fysiek overgedragen te worden aan een bij de Verordening (EU) nr. 604/2013 aangesloten lidstaat. Als de vreemdeling geen medische bewijsmiddelen ter onderbouwing van de aanvraag indient en/of een ingevulde toestemmingsverklaring ontbreekt, stelt de IND de vreemdeling in de gelegenheid binnen een redelijke termijn van twee weken de aanvraag aan te vullen en dit verzuim te herstellen. Als de vreemdeling hier niet aan voldoet, wijst de IND de aanvraag af. De termijn van twee weken kan korter zijn als de uitzetting van de vreemdeling eerder is gepland. Bij de beoordeling van een aanvraag om uitstel van vertrek op grond van artikel 64 Vw, waarbij sprake is van een overdracht aan één van de bij de Verordening aangesloten lidstaten, kan de IND het BMA verzoeken om een advies uit te brengen. 7. AANVRAAG VBT-REGULIER MEDISCHE BEHANDELING NA JAAR UITSTEL VAN VERTREK Nadat de vreemdeling een heel jaar aaneengesloten verblijf heeft gehad op grond van artikel 64 Vw kan hij direct aansluitend in aanmerking komen voor een reguliere verblijfsvergunning voor medische behandeling. Deze verblijfsvergunning is tijdelijk van aard en wordt alleen op aanvraag verleend. De aanvraag is tijdig ingediend als deze is ingediend 28 dagen voordat het uitstel van vertrek afloopt tot 28 dagen nadat het uitstel van vertrek is afgelopen. De aanvraagprocedure voor de vergunning medische behandeling wordt opgestart door het insturen van het formulier Kennisgeving aanvraag verblijfsvergunning regulier humanitair tijdelijk medische behandeling (te vinden op de site van de IND onder particulier/overige redenen/formulieren en brochures). Zie voor meer informatie de Introductie Reguliere verblijfsvergunning voor medische behandeling.

14 8. GEZINSLEDEN Als gezinsleden in verband met artikel 64 Vw worden aangemerkt: a. echtgenoten en (geregistreerde) partners en hun minderjarige kinderen of minderjarige kinderen uit een eerste of eerder huwelijk; b. de meerderjarige kinderen die feitelijk tot het gezin behoren en in het land van herkomst al behoorden tot het gezin. Een uitzondering op de definitie van gezinsleden volgt als er sprake is van het achterwege laten van de uitzetting van een minderjarig kind. Als gezinsleden worden dan aangemerkt: - de (stief/pleeg)ouders van het minderjarige kind; - de minderjarige (stief)broers en zussen van het minderjarige kind; - de meerderjarige broers en zussen die feitelijk behoren tot het gezin en in het land van herkomst al behoorden tot het gezin van de (stief/pleeg)ouders. Het is aan de vreemdeling om de familierechtelijke relatie en het feitelijk behoren tot het gezin aan te tonen of aannemelijk te maken dat het ontbreken van deze documenten hem/haar niet is toe te rekenen. Het beleid hiervoor staat in C1/3 Vc. In het kader van deze regeling hoeven officiële bewijsmiddelen waarmee de familierechtelijke relatie wordt aangetoond, niet gelegaliseerd te zijn door de Minister van Buitenlandse Zaken.