BEDIENINGS HANDBOEK DERDE GENERATIE

Transcriptie

1 PROBA INSTALLATIE EN BEDIENINGS HANDBOEK DERDE GENERATIE Handleiding PROBA Nederlands Doc.nr.: 9633 Versie: v3.7 Software: File: PROBA 3e Generatie DO9633.HND Door: Arthur Dijkstra Datum: 4725 VDH Products BV Roden Holland Paraaf: Bladen: 74

2 VDH Products BV Document 9633 versie 3.7 Blad: 2 van 74 Disclaimer Bij de samenstelling van dit document is met de meeste zorg te werk gegaan en de informatie hierin wordt geacht betrouwbaar te zijn. VDH Products aanvaardt echter geen enkele aansprakelijkheid voor eventuele fouten of vergissingen en behoudt zich het recht voor dit document zonder kennisgeving aan te passen of te wijzigen. Copyright Notice Copyright 996 VDH Products BV, Roden, Nederland. Geen enkel deel van dit document mag gereproduceerd worden zonder de voorafgaande schriftelijke goedkeuring daartoe van VDH Products BV. Handelsmerken 'PROBA' is een handelsmerk van VDH Products BV. 'MSDOS' is een handelsmerk van Microsoft Corporation. 'PCDOS' en 'IBM' zijn handelsmerken van International Business Machines Incorporated. 'HP' is een handelsmerk van HewlettPackard Company. Uitgave e uitgave, oktober 996 2e uitgave, februari 25 Het wordt ten zeerste aanbevolen de tekst over de werking van het PROBA Rijpsysteem goed te bestuderen alvorens het systeem te gebruiken.

3 VDH Products BV Document 9633 versie 3.7 Blad: 3 van 74 Inhoudsopgave Inleiding Opbouw van het PROBA rijpsysteem Werking van het PROBA rijpsysteem Methode van temperatuurregeling Temperatuurregeling op basis van producttemperatuur Temperatuurregeling op basis van luchttemperatuur De PROBA Bediening van de PROBA Sleutelschakelaar Uitlezen klok, sensoren en setpoints Programmeren en starten van een rijpprogramma Stoppen van een rijpprogramma Veranderen van het temperatuursetpoint Veranderen van het luchtvochtigheidsetpoint Standby Starten en stoppen begassing Starten en stoppen beluchting Veranderen van de programmaklok Sensoren in/uitschakelen Zone en verwarmingschakelaar Foutmeldingen De Personal Computer Installatie PROBA installatie Montage van de PROBA Opbouw Inbouw Netwerk Instellingen van de PROBA Algemene Instellingen van de PROBA Programma Instellingen van de PROBA Instelling van de regeleigenschappen van de PROBA Instelling van de alarmen van de PROBA Hardware instellingen van de PROBA Netwerk en de PROBA Temperatuurvoelers Voelers voor Producttemperatuur regeling Voelers voor Luchttemperatuur regeling Gasconcentratiesensor Luchtvochtigheidsensor Druksensor Relaisuitgangen Koelen, verwarmen en fans Alarmen Ventilatie, gas, bevochtigen, deur en spare Analoge uitgangen Werking P(I) uitgang Digitale stuuringangen Analoge ingangen Voeding Appendix A (Schematisch overzicht rijpen op producttemperatuur) Appendix B (Schematisch overzicht rijpen op luchttemperatuur)... 4 Appendix C (Standaard rijpprogramma's)... 4 Appendix D (Invullijst installatie) Appendix E (Programma Parameters) Appendix F (Foutmeldingen) Appendix G (Werking Regelingen) Appendix H (Technische gegevens Temperatuurvoelers SM8, SM83 en SM85) Appendix I (Technische gegevens Gasconcentratiesensor PGS5/2) Appendix J (Technische gegevens Vochtsensor RH96 of RH97) Appendix K (Technische gegevens Druksensor PX25) Appendix L (Technische gegevens Netwerk PROBA2)... 68

4 VDH Products BV Document 9633 versie 3.7 Blad: 4 van 74 Appendix M (Technische gegevens PROBA)... 7 Appendix N (Overzicht Software Versies)... 74

5 VDH Products BV Document 9633 versie 3.7 Blad: 5 van 74 Inleiding. Opbouw van het PROBA rijpsysteem Het PROBARijpsysteem is een totaal oplossing voor het geautomatiseerd rijpen van bananen. Het systeem meet en regelt zelfstandig de temperatuur en beschikt optioneel over de mogelijkheid om de luchtvochtigheid en gasconcentratie in de rijpkamer te controleren. De beluchting van de bananen wordt ook door het systeem geregeld. Het systeem is in staat over een periode van een aantal dagen één of meer rijpkamers zodanig te besturen, dat na afloop van die periode de vruchten optimaal gerijpt uit de kamers kunnen worden gehaald. Het PROBARijpsysteem bestaan uit de volgende componenten: * Regelcomputer per rijpkamer (PROBA). * Centrale Computer. * Netwerk en Netwerkinterface (PROBA2). De besturing van de rijpkamer gebeurt volledig door de regelcomputer PROBA. Deze werkt zelfstandig een rijpprogramma af en kan volledig door de gebruiker vanaf het front bediend worden. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om één of meer van deze regelcomputers via een netwerk en netwerkinterface aan een centrale computer te koppelen. Met deze computer kunnen alle procesparameters van de aangesloten regelcomputers worden ingesteld. Zo kunnen tot maximaal 48 rijpkamers op afstand via de computer bediend worden. In principe staat de centrale computer te allen tijde gekoppeld aan het netwerk en de PROBAsoftware te draaien. Als de PC tussendoor voor andere doeleinden wordt gebruikt, gaan er meetgegevens verloren. De rijpprocessen zullen in dat geval gewoon doorgaan, want de regelcomputers zijn in staat deze zelfstandig af te werken, eventueel via de handmatige bediening. Dit laatste is ook de garantie dat als het netwerk of de centrale PC onverhoopt mocht uitvallen, het rijpproces ongehinderd doorgaat. Het is mogelijk om meerdere computers tegelijk aan het netwerk te koppelen. Elke PC heeft zijn eigen PROBA2 netwerkinterface. Ook bestaat de mogelijkheid om andere instrumenten aan het netwerk te koppelen, zoals MC785 thermostaten. Deze instrumenten moeten wel geschikt zijn voor communicatie via het PROBA netwerk..2 Werking van het PROBA rijpsysteem Door middel van rijpprogramma's worden de bananen in de rijpkamer gerijpt. In het PROBA rijpsysteem wordt de duur van deze rijpprogramma's en het temperatuurverloop per dag ingesteld. Er staan de rijper 2 rijpprogramma's per PROBA ter beschikking. Het temperatuurverloop wordt ingesteld door middel van temperatuursetpoints, voor elke dag één. Gedurende de duur van het gekozen rijpprogramma wordt de temperatuur gecontroleerd en geregeld door de PROBA zodat de vruchten overeenkomstig de wensen van de rijper gerijpt worden. Tijdens het rijpproces kan gas in de rijpkamer worden toegevoerd. De tijdsduur van het toevoeren van gas of de gewenste gasconcentratie zijn instelbaar, afhankelijk van de aanwezigheid van de optionele gasconcentratie sensor. Gedurende deze periode zal de PROBA aangeven dat er gas in de rijpkamer aanwezig is en kan de deur van de rijpkamer geblokkeerd worden. Tijdens het rijpproces kunnen de bananen belucht worden. De tijdsduur en intervallen van de beluchting zijn instelbaar. Tijdens begassingsperioden wordt de beluchting geblokkeerd. De PROBA geeft aan wanneer er belucht wordt. Aan het einde van een rijpprogramma schakelt de PROBA over naar de zogenaamde STANDBYmode. De temperatuurregeling gaat onbeperkt verder op het STANDBYtemperatuursetpoint zodat de gerijpte vruchten in de rijpkamer in een gecontroleerde omgeving blijven. Op ieder gewenst moment tijdens het rijpprogramma kunnen de procesparameters, zoals het temperatuursetpoint waar de PROBA op dat moment mee regelt, gewijzigd worden. Tevens kan een rijpprogramma op elk moment naar STANDBY geschakeld of beëindigd worden. Een rijpprogramma kan als volgt schematisch worden weergegeven:

6 VDH Products BV Document 9633 versie 3.7 Blad: 6 van 74 Gedurende een aantal dagen (de lengte van het programma, in dit geval 4) wordt op elke dag een temperatuursetpoint ingesteld. De PROBA regelt nu op die dag de temperatuur op de ingestelde waarde. De lengte van een rijpprogramma kan worden gevarieerd tussen en 9 dagen. Na het instellen en starten van een rijpprogramma begint de PROBA op dag. In het voorbeeld is het temperatuursetpoint nu 7,5 C. De PROBA regelt de temperatuur naar 7,5 C. Na elke verstreken dag wordt het temperatuursetpoint van de volgende dag van het rijpprogramma genomen. Na het einde van een rijpprogramma gaat de PROBA naar een zogenaamde STANDBYmode. De temperatuur hiervan wordt ook ingesteld in het rijpprogramma. Deze STANDBYmode blijft actief totdat de rijper het rijpprogramma stopt of een nieuw rijpprogramma start. Tenslotte kan voordat het programma start nog een opwarmfase plaatsvinden. Gemakshalve wordt deze voorlooptijd dag genoemd. De lengte van de voorlooptijd is variabel en temperatuurregeling tijdens de voorlooptijd is mogelijk. Als optie kan op de PROBA ook een gas, vocht, druk en/of CO2 sensor worden aangesloten. Wordt een gas concentratie sensor op de PROBA aangesloten, kan de begassing op basis van gasconcentratie plaatsvinden. Wordt de gewenste concentratie niet binnen de ingestelde tijd bereikt, volgt een alarm. Bij een te hoge gas concentratie kan de beluchting worden ingeschakeld. De vochtsensor meet de relatieve vochtigheid in de rijpkamer. Afhankelijk van het gewenste nivo kan de bevochtiging automatisch worden ingeschakeld. Bij overschrijding van de minimum of maximum grenzen volgt een alarm. Op basis van het drukverschil over de dozen met bananen kunnen ventilatoren aan of uitgeschakeld worden. Ook kan er gealarmeerd worden als het drukverschil te laag wordt. Met de CO2 sensor kan de beluchting worden geactiveerd als het CO2 nivo boven een ingestelde grenswaarde komt..3 Methode van temperatuurregeling Op de PROBA kunnen maximaal negen temperatuursensoren worden aangesloten. De PROBA kan op twee manieren de temperatuur in de rijpkamer regelen. De eerste methode is op basis van de gemiddelde producttemperatuur in de rijpkamer. Bij de tweede methode wordt de luchttemperatuur per zone geregeld..3. Temperatuurregeling op basis van producttemperatuur Deze methode van temperatuurregeling komt in grote lijnen overeen met de manier waarop de voorganger van de PROBA, de BA92, de temperatuur regelt. Er wordt gebruik gemaakt van maximaal negen, maar meestal drie, productvoelers die in de dozen met bananen worden gestoken (producttemperatuur). Het zijn productvoelers van het type SM85 die via krulsnoeren op de aansluitdoosjes worden bevestigd. De temperatuur waarop geregeld wordt is het gemiddelde van de aanwezige en actieve productvoelers. De koeling en verwarming wordt voor de gehele rijpkamer tegelijkertijd in of uitgeschakeld. De productvoelers worden ook gebruikt voor het signaleren van waarschuwingen en alarmen. Als optie kunnen alarmsensoren, type SM8/2m, worden aangesloten worden. Deze sensoren bewaken de minimum en maximum temperatuur van de luchtstroom die uit de verdamper komt. Afhankelijk van de ingestelde grenswaarden wordt bij overschrijding de verdamper (tijdelijk) uitgeschakeld. In Appendix A (zie pag. 39) wordt een schematisch overzicht gegeven van deze methode van temperatuurregelen..3.2 Temperatuurregeling op basis van luchttemperatuur Bij de luchttemperatuurregeling wordt de rijpkamer in maximaal drie zones verdeeld. De luchttemperatuur in elke zone wordt apart geregeld. De koeling en verwarming worden dus per zone aangestuurd. Doorgaans wordt in elke zone één regelsensor geplaatst, die in de luchtstroom wordt geplaatst die uit het product komt (of de verdamper binnengaat). Er wordt gebruik gemaakt van luchtvoelers type SM83 (bij gebruik van meerdere regelsensoren in één zone wordt geregeld op het gemiddelde van de regelsensoren). De regelvoelers worden ook gebruikt voor het signaleren van waarschuwingen en alarmen. Daarnaast zijn er, als optie, per zone extra sensoren beschikbaar voor waarschuwingen en alarmen (temperatuur te hoog en temperatuur te laag). Deze voelers worden in de luchtstroom geplaatst die het product ingaat. In Appendix B (zie pag. 4) wordt een schematisch overzicht gegeven van deze methode.

7 VDH Products BV Document 9633 versie 3.7 Blad: 7 van 74 2 De PROBA 2. Bediening van de PROBA De regelcomputer PROBA kan volledig via het front worden bediend. Daarnaast bestaat, wanneer de PROBA met een netwerk op een Personal Computer is aangesloten, de mogelijkheid de PROBA te bedienen op deze Personal Computer. In beide gevallen zijn alle procesparameters via de PROBA in te stellen. In situaties waar geen netwerk is aangesloten, opereert de PROBA altijd 'StandAlone', d.w.z. geheel zelfstandig en vindt de bediening uitsluitend via het front plaats. De PROBA heeft een aantal bedienings en uitlezingsorganen: * Sleutelschakelaar * Druktoetsen * Twee 4cijferig displays * LED's * Zoemer De bediening laat zich onderscheiden in: * Uit / aan / instellen toegestaan * Uitlezen sensoren, * Veranderen setpoint(s), * Instellen en starten regeling, * Instellen regeleigenschappen en alarmeringen. Betekenis van de LED's: ALARM VENT MOIST GAS dp COOL (3) HEAT (3) FAN (3) DAY rij SENS rij TEMP/VENT HUM/GAS STANDBY PROG SENS/TIME Licht op als er een fout is opgetreden. Geeft de status van het VENTILATIE relais aan. Geeft de status van het BEVOCHTIGEN relais aan. Geeft de status van het GAS relais aan. Tevens knippert deze LED als er zich gas in de rijpkamer bevindt. Brandt wanneer de waarde van de druksensor in het display wordt weergegeven. Geven de standen van de COOL relais aan. Geven de standen van de HEAT relais aan. Geven de standen van de FAN relais aan. Deze rij licht op naar de lengte van het rijpprogramma. Een van de LED's knippert, ten teken dat het rijpprogramma zover is gevorderd. Deze rij geeft aan welke sensoren actief zijn. Geeft aan of de toets gebruikt kan worden Geeft aan of de toets gebruikt kan worden Licht op als de PROBA in STANDBYmode staat. Licht op als er een rijpprogramma gestart is en er dus rijping van vruchten plaatsvindt. Knippert tijdens het programmeren. Knippert als er een temperatuursensor wordt uitgelezen met de SENStoets of de programmaklok wordt bekeken. In het algemeen geldt dat een knipperende LED een actieve functie vertegenwoordigt.

8 VDH Products BV Document 9633 versie 3.7 Blad: 8 van Sleutelschakelaar De sleutelschakelaar, rechts boven op het front van de PROBA, heeft drie standen: OFF De PROBA is uitgeschakeld. Het display en de LED's zijn gedoofd, er wordt niets geregeld. De PROBA reageert niet op het drukken op de toetsen. ON De PROBA is ingeschakeld. De regeling is actief mits er een rijpprogramma wordt afgewerkt. De gemiddelde temperatuur van de temperatuursensoren waarop geregeld wordt, wordt in het bovenste display getoond, het setpoint in het onderste display. De LED's vertonen de bedrijfstoestand van de PROBA. De waarden van de afzonderlijke sensoren en regelparameters kunnen op het display bekeken worden. PE (Programming Enabled; programmeren toegestaan) De PROBA heeft dezelfde werking als wanneer de sleutel in de ONstand staat. Alleen kan de gebruiker de rijpprogramma's nu programmeren, starten, stoppen of wijzigen. In de normale bedrijfssituatie bevindt de sleutelschakelaar zich in de ONstand en is de sleutel verwijderd. Instellingen en de temperaturen van de verschillende sensoren kunnen worden bekeken, maar het is nu niet mogelijk instellingen (per ongeluk) te veranderen. Er kan geen rijpprogramma gestart of beëindigd worden. Voor het programmeren van de PROBA is het noodzakelijk dat de sleutelschakelaar naar de PEstand wordt gedraaid. Wanneer de rijpkamer buiten gebruik is, kan de PROBA worden uitgeschakeld door de sleutelschakelaar naar de OFFstand te draaien. Gedurende 5 seconde piept de PROBA, voordat de PROBA wordt uitgeschakeld en de displays doven. Dit om te verhinderen dat een rijpprogramma direct wordt afgebroken, als per ongeluk naar OFF wordt geschakeld. Men heeft dan de tijd om weer naar ON of PE te schakelen. Let op: Om te verhinderen dat onbevoegden een instelling kunnen veranderen, is het raadzaam om na het programmeren of wijzigen de sleutelschakelaar naar ON te draaien en de sleutel uit de schakelaar te nemen Uitlezen klok, sensoren en setpoints In de ONstand van de sleutelschakelaar kunnen de programma klok, sensoren en setpoints worden uitgelezen. Druk op de TEMP/VENTtoets. De LED boven de TEMP/VENTtoets knippert ten teken dat deze functie actief is. In het bovenste display verschijnt het temperatuursetpoint van de dag die in het onderste display wordt aangegeven. Door middel van de OMHOOG en OMLAAGtoetsen kunnen de setpoints van de verschillende dagen worden uitgelezen. Na nogmaals op de TEMP/VENTtoets te hebben gedrukt, wordt de gemiddelde waarde weer in het display getoond.

9 VDH Products BV Document 9633 versie 3.7 Blad: 9 van 74 Als er geen temperatuurregeling plaatsvindt, zal het drukken op de TEMP/VENTtoets geen effect hebben. Druk op de HUM/GAStoets. De LED boven de HUM/GAStoets knippert. In het bovenste display verschijnt het actuele RHsetpoint, het onderste display geeft aan dat het RH setpoint wordt uitgelezen. Na nogmaals op de HUM/GAStoets te hebben gedrukt, wordt de gemiddelde waarde weer in het display getoond. Als er geen vochtregeling plaatsvindt, zal het drukken op de HUM/GAStoets geen effect hebben. Druk op de PROGtoets. De LED boven de PROGtoets knippert ten teken dat deze functie actief is. Wanneer er een programma wordt afgewerkt, wordt het programmanummer van dat betreffende programma in het display getoond. Opnieuw op de PROGtoets drukken en de gemiddelde waarde verschijnt weer in het display. De LED boven de PROGtoets dooft. Is er geen programma actief, dan zal het drukken op de PROGtoets geen effect hebben. Druk op de SENS/TIMEtoets. De LED boven de toets knippert ten teken dat deze functie actief is. Een oplichtende LED in de SENS rij geeft aan van welke sensor de waarde in het display wordt weergegeven. Het sensor nummer wordt ook in het onderste display getoond. Door middel van de OMHOOG en OMLAAGtoetsen kunnen de sensoren worden uitgelezen. Alle de aanwezige sensoren worden getoond, dus ook de niet actieve sensoren. Na de temperatuursensoren worden ook de waarde van de eventueel aanwezig gas, vochtigheid, druk of CO2 sensor getoond. Als u de waarden van de sensoren bekeken heeft, kan door op de SENS/TIMEtoets drukken deze functie beëindigd worden. Druk op de ZONE/HEATtoets. De LED boven de toets knippert ten teken dat deze functie actief is. Het bovenste display geeft aan welke zones actief zijn. Druk op de SETtoets en daarna op de TEMP/VENTtoets. De LED boven de toets knippert ten teken dat deze functie actief is. Wordt de rijpkamer belucht, geeft het display de nog resterende beluchtingstijd in minuten aan.

10 VDH Products BV Document 9633 versie 3.7 Blad: van 74 Als de rijpkamer op dit moment niet belucht wordt, geeft het bovenste display de tijd in uren aan tot de volgende beluchting. Wordt er niet meer belucht, dan geeft het onderste display vier liggende streepjes aan. Druk op de SETtoets en daarna op de HUM/GAStoets. De LED boven de toets knippert ten teken dat deze functie actief is. Wordt de rijpkamer begast en is er een gas sensor aanwezig, dan geeft het bovenste display de resterende tijd van de begassingsperiode aan. Deze tijd wordt in minuten weergegeven. Is er geen gas sensor aanwezig en wordt de rijpkamer op tijd begast, dan geeft het bovenste display de resterende gastoevoertijd in minuten aan als het gas de kamer instroomt. Is de gastoevoertijd afgelopen, geeft het bovenste display de resterende tijd van de begassingsperiode in minuten aan. Als de rijpkamer op dit moment niet begast wordt, maar er nog wel een begassing plaats moet vinden, geeft het display de tijd tot de volgende begassing aan. Deze tijd wordt in uren weergegeven. Wordt er niet meer begast, geeft het onderste display vier liggende streepjes aan. Druk op de SETtoets en daarna op de SENS/TIMEtoets. De LED boven de toets knippert ten teken dat deze functie actief is. In het bovenste display verschijnt de programma klok welke aangeeft hoelang het programma in de huidige dag loopt. In dit voorbeeld dus 5 uur en 24 minuten. Het onderste display geeft het dagnummer van de huidige dag aan. Druk op de SETtoets en daarna op de ZONE/HEATtoets. De LED boven de toets knippert ten teken dat deze functie actief is. Het bovenste display geeft aan of de verwarming tijdens het rijpprogramma ingeschakeld mag worden als de temperatuur beneden het setpoint komt. Let op: De PROBA schakelt nadat er ca. 3 sec. geen toets is aangeraakt weer over op het vertonen van de gemiddelde waarde in het display.

11 VDH Products BV Document 9633 versie 3.7 Blad: van Programmeren en starten van een rijpprogramma Afhankelijk van de interne instellingen van de PROBA, kunnen bepaalde programma stappen worden overgeslagen. Hiermee wordt voorkomen de vaste standaard instellingen telkens moeten worden geprogrammeerd en het programmeren onnodig lang maken. In deze paragraaf wordt de meest uitgebreide mogelijkheid besproken. Zorg ervoor dat de sleutelschakelaar in de PEstand staat. Druk op de PROGtoets. De LED boven deze toets gaat knipperen, ten teken dat het instellen van een programma actief is. In het onderste display geeft altijd de programma instelling, het bovenste display geeft de waarde van deze instelling aan. De eerste instelling is het programma nummer. In het onderste display verschijnt de tekst 'p nr'. Het bovenste display geeft het huidige programma nummer aan, in dit geval programma nummer 3. Er zijn totaal 2 rijpprogramma's beschikbaar. Deze waarde kan door middel van de OMHOOG en OMLAAGtoetsen veranderd worden. Door op de SETtoets te drukken wordt het gekozen programma instelling geaccepteerd en wordt automatisch naar de volgende instelling gegaan. Het aantal dagen dat het gekozen rijpprogramma moet gaan duren, wordt vervolgens ingesteld. De lengte kan variëren van t/m 9 dagen. In de DAYrij wordt door een oplichtende rij LED's ook de lengte van het programma aangegeven. Met de OMHOOG en OMLAAGtoetsen kan de lengte van het rijpprogramma veranderd worden. Met de SETtoets wordt het aantal dagen dat is ingesteld geaccepteerd. Nadat het programma nummer en de lengte van het programma zijn ingesteld, kan de begassing worden geprogrammeerd. Gedurende het programmeren van de begassing zal de GASLED knipperen. Per rijpprogramma kunnen twee begassingen worden geprogrammeerd. Wordt een gasconcentratie sensor gebruikt, dan kan de gewenste gasconcentratie in ppm (parts per million) voor de eerste begassing worden ingesteld. Wordt geen gasconcentratie sensor gebruikt, dan kan de gastoevoertijd voor de eerste begassing ingesteld worden. Deze tijd wordt in uren en minuten aangegeven. Wil men de eerste begassing overslaan, dan wordt zolang op de OMLAAGtoets gedrukt totdat 'OFF' in het display verschijnt. De duur van de eerste begassingsperiode wordt ingesteld. In het display verschijnt deze tijd in uren. Gedurende deze tijd geeft de PROBA aan dat er begast wordt en kan de deur eventueel vergrendeld worden.

12 VDH Products BV Document 9633 versie 3.7 Blad: 2 van 74 Wil men de eerste begassing niet direct bij de aanvang van dag laten starten, kan een vertragingstijd (delay time) ingesteld worden. In het display verschijnt deze tijd in uren. Hiermee kan de begassing een aantal uren worden uitgesteld. Wanneer men de eerste begassingsperiode niet wil uitstellen wordt uur ingevuld. Een tweede begassing kan nu worden geprogrammeerd. Als er een gasconcentratie sensor gebruikt wordt, kan vervolgens de gasconcentratie voor de tweede begassing ingesteld worden. Wordt geen gasconcentratie sensor gebruikt, dan wordt de gastoevoertijd voor de tweede begassing ingesteld worden. Deze tijd wordt in uren en minuten aangegeven. Wil men de tweede begassing overslaan, dan wordt zolang op de OMLAAGtoets gedrukt totdat 'OFF' in het display verschijnt. De duur van de tweede begassingsperiode wordt ingesteld. In het display verschijnt deze tijd in uren. Gedurende deze tijd geeft de PROBA aan dat er begast wordt en kan de deur eventueel vergrendeld worden. Vervolgens wordt de vertraging van de 2e begassing ingesteld. In het display verschijnt deze tijd in uren. Deze tijd is de vertragingstijd gerekend vanaf het einde van de eerste begassing. De vertragingstijd kan met de OMHOOG en OMLAAGtoetsen veranderd worden en via de SETtoets bevestigd. Nadat het programmeren van de begassing, wordt het beluchten ingesteld. Per rijpprogramma kunnen twee verschillende beluchtingscycli worden geprogrammeerd. Tijdens begassingsperioden wordt de beluchting geblokkeerd. Nadat de begassingsperiode is afgelopen, wordt direct met beluchten gestart. Gedurende het programmeren van de beluchting zal de VENTLED branden. Als eerste wordt de duur van de beluchting ingesteld. Dit is de tijd dat er 'verse' lucht in de rijpkamer stroomt. De beluchtingsduur wordt in uren en minuten weergegeven. Wil men continu beluchten, dan wordt de beluchtingsduur zo groot mogelijk gemaakt. In het display verschijnt de tekst 'CONT'. Wil men niet beluchten, dan wordt de beluchtingsduur zo klein mogelijk gemaakt. In het display verschijnt de tekst 'OFF'. Vervolgens wordt de beluchtingsinterval van de eerste cyclus ingesteld. Deze interval bepaalt om de hoeveel uur er een beluchting plaatsvindt. De intervaltijd wordt in uren weergegeven. Tijdens het rijpprogramma kan worden overgeschakeld op een ander beluchtingsritme. Deze tweede beluchtingscyclus wordt als volgt geprogrammeerd: Er wordt een vertragingstijd ingesteld, gerekend vanaf het begin van het rijpprogramma (dag, uur.), waarna op het tweede beluchtingsritme wordt overgeschakeld. Deze vertragingstijd wordt in uren weergegeven. Wil men het tweede beluchtingsritme niet gebruiken, wordt de vertragingstijd minimaal gemaakt. In het display verschijnt de tekst 'OFF'.

13 VDH Products BV Document 9633 versie 3.7 Blad: 3 van 74 Vervolgens wordt de duur van de beluchting ingesteld. De beluchtingsduur wordt in uren en minuten weergegeven. Wil men continu beluchten, dan wordt de beluchtingsduur zo groot mogelijk gemaakt. In het display verschijnt de tekst 'CONT'. Wil men niet beluchten, dan wordt de beluchtingsduur zo klein mogelijk gemaakt. In het display verschijnt de tekst 'OFF'. Ten slotte wordt de beluchtingsinterval van de tweede cyclus ingesteld. Deze interval bepaalt om de hoeveel uur er een beluchting plaatsvindt. De intervaltijd wordt in uren weergegeven. Nu volgt het instellen van het temperatuurverloop van het rijpprogramma. Voor iedere dag afzonderlijk kan een temperatuur gekozen worden. Het onderste display en een oplichtende LED in de DAYrij geeft aan welke dag wordt ingesteld, terwijl het bovenste display de gewenste temperatuur (setpoint) laat zien. Met de OMHOOG en OMLAAGtoetsen kan het setpoint gewijzigd worden. Door op de SETtoets te drukken wordt het nieuwe setpoint geaccepteerd en verschijnt het setpoint voor de volgende dag. Herhaal dit voor alle dagen van het rijpprogramma. De STANDBYtemperatuur (setpoint na afloop van het rijpprogramma) wordt ingesteld als de STANDBYLED brandt en het onderste display STB aangeeft. Het veranderen en bevestigen gaat op dezelfde manier als het instellen van de andere setpoints. Als er een vochtsensor aanwezig is, kan het setpoint voor de vochtigheid worden ingesteld. De HUMLED knippert. In het bovenste display verschijnt de ingestelde waarde. Het RHsetpoint kan via de OMHOOG, OMLAAG en SETtoets veranderd worden. Daarna kan er een vertragingstijd worden ingesteld voordat het rijpprogramma aanvangt. Deze periode wordt dag genoemd. Daarom licht de LED van dag in de DAYrij op. De dag tijd wordt in uren weergegeven. Bij een vertragingstijd tijd groter dan uur kan men de temperatuurregeling voor dag aan ('ON') of uit ('OFF') schakelen via de OMHOOG en OM LAAG toetsen en bevestigen door middel van de SETtoets. Indien voor temperatuurregeling is gekozen ('ON'), kan het temperatuursetpoint, net als bij de andere instellingen, via de OMHOOG en OMLAAG toetsen worden aangepast. Alle instellingen zijn nu gedaan. Als laatste zal het programma om een startbevestiging vragen. Deze bevestiging wordt door het drukken op de SETtoets gedaan. Nadat voor de laatste maal op de SETtoets is gedrukt, zal het rijpprogramma starten. De PROGLED gaat branden ten teken dat het rijpprogramma bezig is en dat er daadwerkelijk vruchten gerijpt worden. Om te verhinderen dat onbevoegden een instelling kunnen veranderen, is het raadzaam de sleutelschakelaar naar ON te draaien en de sleutel uit te nemen. Let op: Gedurende dag zal de PROBA, mits ingesteld, gaan ventileren en de temperatuur regelen. Nadat de vertragingstijd is afgelopen of het gewenste setpoint is bereikt, stapt het rijpprogramma naar dag en werkt het rijpprogramma verder af. De programmaklok telt gedurende dag de vertragingstijd af tot. uur.

14 VDH Products BV Document 9633 versie 3.7 Blad: 4 van 74 Het programma stapt naar dag en de klok begint vanaf. uur te tellen. Tijdens het programmeren zal de PROBA de ingestelde waarden die het programma de laatste keer had als uitgangspunt voor het programmeren aangeven. Wijzigt men een rijpprogramma tijdens het programmeren of gedurende het rijpproces, dan worden deze de volgende keer dat het programma opgeroepen wordt, als uitgangspunt voor het programmeren gebruikt. De mogelijkheid bestaat om via de interne instellingen standaard programma's te programmeren die vervolgens als uitgangspunt voor het programmeren dienen. Men kan deze instellingen wijzigen, maar bij het opnieuw oproepen verschijnen weer de standaard programma's. Als voor bepaalde programma parameters altijd dezelfde waarden worden ingevoerd, kan deze automatisch worden overgeslagen. Dit om het programmeren niet onnodig lang te maken. Via de interne parameters kan dit worden gerealiseerd. Wordt tijdens het programmeren op de PROGtoets gedrukt, dan wordt de programmering afgebroken. Eventuele wijzigingen worden niet uitgevoerd. Als tijdens het programmeren gedurende 3 seconden geen toets wordt ingedrukt, wordt het programmeren verlaten. Eventuele wijzigingen worden niet uitgevoerd. Tenslotte worden in onderstaande tabel alle programmaparameters met hun instelbereik en stapgrootte vermeld. Parameter Omschrijving Min. Max. Stap P nr programma nummer 2 d nr lengte van programma 9 G c gasconcentratie begassing ppm 25 ppm 5 ppm G t begassingstijd begassing min 25 min min G P begassingsduur begassing uur 99 uur uur G d vertraging start begassing uur 99 uur uur G c2 gasconcentratie begassing 2 ppm 25 ppm 5 ppm G t2 begassingstijd begassing 2 min 25 min min G P2 begassingsduur begassing 2 uur 99 uur uur G d2 vertraging start begassing 2 uur 99 uur uur A t duur ventilatie min 24 min min A P interval ventilatie uur 99 uur uur A d2 vertraging ventilatie 2 uur 24 uur uur A t2 duur ventilatie 2 min 24 min min A P2 interval ventilatie 2 uur 99 uur uur d temperatuursetpoint dag. C +4. C. C d 2 temperatuursetpoint dag 2. C +4. C. C d 3 temperatuursetpoint dag 3. C +4. C. C d 4 temperatuursetpoint dag 4. C +4. C. C d 5 temperatuursetpoint dag 5. C +4. C. C d 6 temperatuursetpoint dag 6. C +4. C. C d 7 temperatuursetpoint dag 7. C +4. C. C d 8 temperatuursetpoint dag 8. C +4. C. C d 9 temperatuursetpoint dag 9. C +4. C. C Stb temperatuursetpoint standby. C +4. C. C rh setpoint relatieve vochtigheid % % % d t vertragingstijd dag uur 99 uur uur do A temperatuurregeling dag off on d temperatuursetpoint dag. C +4. C. C Strt startbevestiging rijpprogramma

15 VDH Products BV Document 9633 versie 3.7 Blad: 5 van Stoppen van een rijpprogramma Zorg ervoor dat de sleutelschakelaar in de PEstand staat. Bij een lopend rijpprogramma geeft een knipperende LED in de DAYrij aan op welke dag het rijpprogramma staat te regelen. De LED boven de PROGtoets brandt. Druk op de PROGtoets. In het bovenste display wordt het huidige programma nummer weergegeven. In het onderste display knippert de tekst 'OFF". Druk op de SETtoets. De regeling wordt gestopt, de rijpkamer wordt niet meer geregeld. Een andere mogelijkheid is om vanuit een lopend rijpprogramma naar de STANDBYmode te stappen. Druk vanuit een lopend programma op de STANDBYtoets. In het bovenste display wordt het huidige programma nummer weergegeven. Het onderste display knippert de tekst 'Stb'. Druk op de SETtoets. Het programma wordt nu gedwongen naar de STANDBYmode te gaan. De STANDBYLED boven deze toets gaat branden. Nu regelt het rijpprogramma gedurende onbepaalde tijd verder op het ingestelde STANDBYtemperatuursetpoint. De beluchtingstijden worden wel in acht genomen, voorzover dit in het rijpprogramma geprogrammeerd is. De PROGLED zal niet meer oplichten. Door nogmaals op de STANDBYtoets te drukken kan de STANDBYmode verlaten worden. In het bovenste display staat de tekst 'Stb'. In het onderste display knippert de 'Off'. Druk nu op de SETtoets en de STANDBYmode wordt uitgeschakeld. De temperatuurregeling stopt, de rijpkamer wordt niet meer geregeld. Tevens zal de STANDBYLED niet meer oplichten.

16 VDH Products BV Document 9633 versie 3.7 Blad: 6 van 74 Draai de sleutelschakelaar naar ON. Neem de sleutel mee om onbevoegd gebruik te verhinderen Veranderen van het temperatuursetpoint Om de rijper de gelegenheid te geven tijdens het rijpen het programma aan te passen, is het mogelijk het setpoint van de verschillende dagen te veranderen. Dit kan alleen als de PROGLED of de STANDBYLED brandt ten teken dat de PROBA regelt. Zorg ervoor dat de sleutelschakelaar in de PEstand staat. Druk op de TEMP/VENTtoets. In het onderste display verschijnt in welke dag het setpoint wordt aangegeven. In het bovenste display staat het temperatuursetpoint behorende bij die dag. Met de OMHOOG en OMLAAGtoetsen kan de gewenste dag worden geselecteerd. Door de SETtoets tezamen met de OMHOOG of de OMLAAGtoets in te drukken, kan het setpoint veranderd worden. Nadat het setpoint is veranderd, kan op de TEMP/VENTtoets worden gedrukt om naar de normale bedrijfstoestand terug te keren. Draai de sleutelschakelaar naar ON. Neem de sleutel mee om onbevoegd gebruik te verhinderen. Let op: Afhankelijk van de interne programmering van de PROBA kan een temperatuurwijzing op drie verschillende wijzen worden doorgevoerd:. Het nieuwe setpoint geldt alleen voor de huidige dag. 2. Het nieuwe setpoint blijft gelden tot een volgende temperatuurwijziging in het programma. De verandering kan dus meerdere dagen actief blijven. 3. Alle geprogrammeerde temperaturen worden met dezelfde waarde veranderd als het huidige setpoint. De temperatuurgrafiek wordt als het ware omhoog of omlaag geschoven. Als de PROBA in STANDBY staat, wordt onmiddellijk verder geregeld op het nieuwe setpoint tot de PROBA wordt uitgeschakeld of een nieuw setpoint wordt ingesteld.

17 VDH Products BV Document 9633 versie 3.7 Blad: 7 van Veranderen van het luchtvochtigheidsetpoint Als op de PROBA een sensor voor de relatieve luchtvochtigheid is aangesloten, kan de rijper het setpoint van de bevochtigingsregeling veranderen. Zorg ervoor dat de sleutelschakelaar in de PEstand staat. Druk op de HUM/GAStoets. In het onderste display verschijnt knipperend de tekst 'RH', ten teken dat het RHsetpoint veranderd kan worden. In het bovenste display verschijnt het huidige RH setpoint. Door op de OMHOOG of OMLAAGtoets te drukken kan het ingestelde RHsetpoint veranderd worden. Nadat het setpoint is veranderd, kan op de HUM/GAStoets worden gedrukt om naar de normale bedrijfstoestand terug te keren. Zet de sleutelschakelaar naar ON. Verwijder de sleutel om ongeoorloofd gebruik te voorkomen. Let op: Wanneer de PROBA bezig is met de uitvoering van een rijpprogramma of in STANDBY staat, wordt onmiddellijk verder geregeld op het nieuwe setpoint tot de PROBA wordt uitgeschakeld of een nieuw setpoint wordt ingesteld.

18 VDH Products BV Document 9633 versie 3.7 Blad: 8 van Standby In de STANDBYmode kan de PROBA gedurende onbepaalde tijd op een vast setpoint de temperatuur in de rijpkamer regelen. Deze STANDBYmode kan bijvoorbeeld gebruikt worden als er andere producten dan bananen in de rijpcel opgeslagen worden. Zorg ervoor dat de sleutelschakelaar in de PEstand staat. Druk op de STANDBYtoets om naar de STANDBYmode te gaan. De STANDBYLED boven deze toets gaat knipperen. Als eerste wordt de duur van de beluchting ingesteld. De beluchtingsduur wordt in minuten weergegeven. Met de OMHOOG en de OMLAAGtoetsen kan de duur van de beluchting ingesteld worden. Druk op de SETtoets om de juiste instelling te bevestigen. Wil men continu beluchten, dan wordt de beluchtingsduur zo groot mogelijk gemaakt. In het display verschijnt de tekst 'CONT'. Wil men niet beluchten, dan wordt de beluchtingsduur zo klein mogelijk gemaakt. In het display verschijnt de tekst 'OFF'. Vervolgens wordt de beluchtingsinterval ingesteld. Deze interval bepaalt om de hoeveel uur er een beluchting plaatsvindt. De intervaltijd wordt in uren weergegeven. De STANDBYtemperatuur wordt nu ingesteld. In het bovenste display verschijnt de ingestelde waarde. Deze kan met de OMHOOG, OMLAAG en SETtoets veranderd worden. Als er een vochtsensor aanwezig is, wordt ook het setpoint voor de vochtigheid worden ingesteld. De HUMLED knippert. In het bovenste display verschijnt de ingestelde waarde. Alle instellingen zijn nu gedaan. Nadat voor de laatste maal op de SETtoets is gedrukt, zal het de PROBA in de STANDBYmode gaan werken. Door nogmaals op de STANDBYtoets te drukken kan de STANDBYmode verlaten worden. In het bovenste display staat de tekst 'Stb'. In het onderste display knippert de 'Off'.

19 VDH Products BV Document 9633 versie 3.7 Blad: 9 van 74 Druk nu op de SETtoets en de STANDBYmode wordt uitgeschakeld. De temperatuurregeling stopt, de rijpkamer wordt niet meer geregeld. Tevens zal de STANDBYLED niet meer oplichten. Plaats de sleutelschakelaar in de stand ON en neem de sleutel uit. Dit om ongeoorloofd gebruik te voorkomen Starten en stoppen begassing Het is mogelijk om tijdens een begassingsperiode de begassing te stoppen. Zorg ervoor dat de sleutelschakelaar in de PEstand staat. Druk op de SETtoets en vervolgens op de HUM/GAStoets. In het bovenste display verschijnt de tekst 'GAS'. In het onderste display knippert het woord 'StoP'. Als de begassing toch niet gestopt hoeft te worden, druk dan op de HUM/GAStoets. De gemiddelde temperatuur verschijnt zo weer in het display. Druk op de SETtoets om de begassingsperiode te stoppen. De LED GAS zal doven ten teken dat de begassing beëindigd is. Indien er een beluchting is geprogrammeerd, zal de rijpkamer belucht worden. Zet de sleutelschakelaar naar ON en neem de sleutel uit. Dit om ongeoorloofd gebruik te voorkomen. Let op: Als de begassing gestopt wordt, worden alle geprogrammeerde begassingen gestopt. Stopt men dus de eerste begassing en had men een tweede begassing geprogrammeerd, zal de tweede begassing niet plaatsvinden. Tijdens het rijpprogramma is het mogelijk om (nogmaals) een begassingsperiode in te lassen, mits er op dat moment niet begast wordt of er nog een begassing moet plaatsvinden. Deze zullen dan eerst gestopt moeten worden. Zorg ervoor dat de sleutelschakelaar in de PEstand staat. Druk op de SETtoets en vervolgens op de HUM/GAStoets.

20 VDH Products BV Document 9633 versie 3.7 Blad: 2 van 74 Er kan nu op dezelfde wijze een begassingsperiode worden geprogrammeerd als bij het programmeren van een rijpprogramma. Wordt een gasconcentratie sensor gebruikt, dan kan de gewenste gasconcentratie in ppm (parts per million) worden ingesteld. Wordt geen gasconcentratie sensor gebruikt, dan kan de gastoevoertijd ingesteld worden. Deze tijd wordt in minuten aangegeven. De duur van de begassingsperiode wordt ingesteld. In het display verschijnt deze tijd in uren. Gedurende deze tijd geeft de PROBA aan dat er begast wordt en kan de deur eventueel vergrendeld worden. Nadat op de SETtoets gedrukt is, zal de PROBA starten met de begassingsperiode. Een eventuele beluchting wordt afgebroken. Om ongeoorloofd gebruikt te voorkomen, is het verstandig de sleutelschakelaar naar ON te zetten en de sleutel te verwijderen Starten en stoppen beluchting Het is mogelijk om de beluchting van een rijpkamer te stoppen. Zorg ervoor dat de sleutelschakelaar in de PEstand staat. Druk op de SETtoets en daarna op de TEMP/VENTtoets. In het bovenste display verschijnt de tekst 'VEnt'. In het onderste display knippert de tekst 'StoP'. Wil men de beluchting toch niet stoppen, druk dan opnieuw op de TEMP/VENTtoets. Druk op de SETtoets om de beluchting te stoppen. De VENTLED zal doven ten teken dat de beluchting beëindigd is. Zet de sleutelschakelaar naar ON en neem de sleutel uit.

21 VDH Products BV Document 9633 versie 3.7 Blad: 2 van 74 Let op: Als de beluchting gestopt wordt, wordt de totale beluchting van de rijpkamer gestopt. Er zullen dus geen beluchtingen meer plaats vinden, want zowel de eerste als de tweede cyclus zijn uitgeschakeld. Tijdens het rijpprogramma is het mogelijk om (nogmaals) een beluchtingscyclus te programmeren, mits er op dat moment niet belucht wordt of er nog een beluchting moet plaatsvinden. Deze zullen dan eerst gestopt moeten worden. Zorg ervoor dat de sleutelschakelaar in PEstand staat. Druk op de SETtoets en daarna op de TEMP/VENTtoets. De duur van de beluchting ingesteld. Deze wordt in uren en minuten weergegeven. Met de OMHOOG en de OMLAAGtoetsen kan de duur van de beluchting ingesteld worden. Druk op de SETtoets om de juiste instelling te bevestigen. Wil men continu beluchten, dan wordt de beluchtingsduur zo groot mogelijk gemaakt. In het bovenste display verschijnt de tekst 'CONT'. Wil men niet beluchten, dan wordt de beluchtingsduur zo klein mogelijk gemaakt. In het display verschijnt de tekst 'OFF'. Vervolgens wordt de beluchtingsinterval ingesteld. Deze interval bepaalt om de hoeveel uur er een beluchting plaatsvindt. De intervaltijd wordt in uren weergegeven. Nadat op de SETtoets is gedrukt, zal de nieuw geprogrammeerde beluchtingscyclus starten. De VENTLED gaat aan ten teken dat er belucht wordt. Zet de sleutelschakelaar naar ON en neem de sleutel uit.

22 VDH Products BV Document 9633 versie 3.7 Blad: 22 van Veranderen van de programmaklok Het is mogelijk tijdens een rijpprogramma de programmaklok van de PROBA te veranderen. Hiermee kan de lengte van een programma verkort worden door vooruit te stappen of verlengt worden door achteruit te stappen. Uiteraard moet de sleutelschakelaar in de PEstand staan. De PROGLED brandt om aan te geven dat er een programma bezig is. Druk op de SETtoets en daarna op de SENS/TIMEtoets. De LED boven de toets knippert ten teken dat deze functie actief is. In het bovenste display verschijnt de programma klok welke aangeeft hoelang het programma in de huidige dag loopt. In dit voorbeeld dus 5 uur en 24 minuten. Het onderste display geeft het dagnummer van de huidige dag aan. Met de OMHOOG en OMLAAGtoetsen kan de klok veranderd worden. Druk op de SETtoets om de nieuwe tijd te accepteren. Zet de sleutelschakelaar in de stand ON en neem de sleutel uit de schakelaar. Let op: Het is niet mogelijk om vanuit een programma naar STANDBY te stappen. Dit kan alleen door op de STANDBYtoets te drukken. Het is evenmin mogelijk om vanuit een programma naar Dag te stappen of vanuit dag naar Dag van een programma te stappen. Bij het veranderen van de programma klok kunnen ook begassingen en beluchtingen worden overgeslagen! 2.. Sensoren in/uitschakelen De gebruiker beschikt over de mogelijkheid de aanwezige sensoren in of uit te schakelen. Ingeschakelde sensoren worden gebruikt voor de regeling of alarmen, uitgeschakelde sensoren niet. Dit kan bijvoorbeeld van belang zijn als een voeler tijdelijk niet gebruikt. Ook kan een voeler die niet de juiste waarde aangeeft of een defecte gassensor uitgeschakeld worden. De oplichtende LED's in de SENSrij geven aan welke temperatuursensoren actief zijn. Zorg ervoor dat de sleutelschakelaar in de PEstand staat. Druk op de SENStoets. De LED boven de toets knippert ten teken dat deze functie actief is.

23 VDH Products BV Document 9633 versie 3.7 Blad: 23 van 74 Het sensor nummer wordt ook in het onderste display getoond. In de SENSrij knippert de LED van de sensoren. Hetzelfde geldt voor de MOISTLED, GASLED en dpled. Het bovenste display geeft aan of de sensor ingeschakeld ('ON') of uitgeschakeld ('OFF') is. Door middel van de OMHOOG en OMLAAGtoetsen kan de status van de aanwezige sensoren bekeken worden. Door op de SETtoets te drukken kan de toestand van de sensor worden veranderd van 'ON' naar 'OFF' of omgekeerd. Druk op de SENStoets om het in en uitschakelen van de sensoren te verlaten. Zet om ongeoorloofd gebruik te voorkomen de sleutelschakelaar naar ON en neem de sleutel uit Zone en verwarmingschakelaar De PROBA kan maximaal drie zones bedienen. Als een zone niet gebruikt wordt, kan deze worden uitgeschakeld. In een uitgeschakelde zone wordt geen temperatuur geregeld. Zorg ervoor dat de sleutelschakelaar in de PEstand staat. Druk op de ZONE/HEATtoets. De LED boven de toets knippert ten teken dat deze functie actief is. In het onderste display verschijnt de tekst 'zone'. Het bovenste display geeft aan welke zones actief zijn. Door middel van de OMHOOG en OMLAAGtoetsen kan het aantal zones veranderd worden. Druk op de SETtoets om de instelling te accepteren. Zet om ongeoorloofd gebruik te voorkomen de sleutelschakelaar naar ON en neem de sleutel uit.

24 VDH Products BV Document 9633 versie 3.7 Blad: 24 van 74 Let op: Wordt slechts één zone gebruikt, kan deze ZONE/HEATtoets worden gebruikt voor het in en uitschakelen van de fans. Dit in en uitschakelen geschiedt op dezelfde manier als het in en uitschakelen van de zones. De PROBA biedt de mogelijkheid om de verwarming uit te schakelen. Tijdens de temperatuurregeling wordt dan alleen gekoeld. Als de temperatuur lager is dan het setpoint, zal de verwarming niet inschakelen. Zorg ervoor dat de sleutelschakelaar in de PEstand staat. Druk op de SETtoets en vervolgens op de ZONE/HEATtoets. De LED boven de toets knippert ten teken dat deze functie actief is. In het onderste display verschijnt de tekst 'HEAt'. Het bovenste display geeft aan of de verwarming ingeschakeld ('ON') of niet ingeschakeld ('OFF') mag worden. Door middel van de OMHOOG en OMLAAGtoetsen kan de status van de verwarming veranderd worden. Druk op de SETtoets om de instelling te accepteren. Zet om ongeoorloofd gebruik te voorkomen de sleutelschakelaar naar ON en neem de sleutel uit. Let op: Als de verwarming niet ingeschakeld mag worden en er toch verwarming gevraagd wordt, dan gaan de HEAT LED's op het front van de PROBA knipperen, ten teken dat de HEATOFF functie actief is.

25 VDH Products BV Document 9633 versie 3.7 Blad: 25 van Foutmeldingen De PROBA heeft een grote verscheidenheid aan mogelijkheden om storingen te detecteren. Deze worden in een foutcode op het onderste display aangegeven terwijl de ALARMLED brandt, de zoemer zoemt en afhankelijk van het foutniveau het fatale of nietfatale ALARMrelais contact maakt. Door op de RESETALARMtoets te drukken, kan het ALARM relais weer aangetrokken worden en zwijgt de zoemer. De foutcode blijft echter in het display zichtbaar totdat de storing daadwerkelijk is opgelost. De PROBA heeft twee foutniveau's, te weten: * fatale storingen * nietfatale storingen Fatale Storingen zijn te herkennen aan de letter 'E' in het display, gevolgd door een nummer. De betekenis van de nummers is: E E 2 E 3 Alle aanwezige temperatuursensoren zijn defect. De regeling stopt. Er is geen enkele temperatuursensor aanwezig Er is geen enkele producttemperatuursensor aanwezig bij beëindigen dag op producttemperatuur. E 2x Temperatuursensor x is hoger dan het absolute maximum (x is het sensornummer). B.v. 'E 22' betekent dat sensor 2 hoger is dan het absolute maximum. E 3x Temperatuursensor x is lager dan het absolute minimum (x is het sensornummer). B.v. 'E 3' betekent dat sensor lager is dan het absolute minimum. E 4x Temperatuursensor x is hoger dan het absolute maximum 2 (x is het sensornummer). B.v. 'E 42' betekent dat sensor 2 hoger is dan het absolute maximum 2. E 5x Temperatuursensor x is lager dan het absolute minimum 2 (x is het sensornummer). B.v. 'E 5' betekent dat sensor lager is dan het absolute minimum 2. E xx Storing beluchting (E ), airbag (E 2) of deur (E 3) E 2xx Storing koeling (E 2x), verwarming (E 22x) of fan (E 23x) E 4 E 5 Fataal alarm ingang actief Alle instellingen zijn verloren gegaan. Tijdens een Fatale Storing zal het FATAALALARMrelais worden aangetrokken. Afhankelijk van de hardwarematige instelling (zie hoofdstuk ' Hardware instellingen van de PROBA'; pag. 63) zal de PROBA de regeling stoppen of proberen voort te zetten. Bij de volgende Fatale Storingen stopt de regeling te allen tijde: E Alle aanwezige temperatuursensoren zijn defect. E 2 Geen temperatuursensoren aanwezig. E 3 Geen producttemperatuursensoren aanwezig bij einde dag. E 5 Alle instellingen zijn verloren gegaan. Zodra de storingen zijn opgeheven, vervolgt de PROBA haar programma.

26 VDH Products BV Document 9633 versie 3.7 Blad: 26 van 74 Niet Fatale Storingen zijn te herkennen aan de letter 'F' in het display, gevolgd door een nummer. De betekenis van de nummers is: F x F F F 2 F 3 Temperatuursensor x defect. De regeling schakelt over naar de nog goede sensoren. Relatieve luchtvochtigheidsensor defect. Gassensor defect. Druksensor defect. CO2 sensor / Druksensor2 defect. F 2x Temperatuursensor x is hoger dan het relatieve maximum. F 3x Temperatuursensor x is lager dan het relatieve minimum. F 4x Temperatuursensor x is hoger dan het relatieve maximum 2. F 5x Temperatuursensor x is lager dan het relatieve minimum 2. F F 2 F 5 F 5 F 2 F 2 F 25 F 25 F 3 F 4 Maximum gastijd is overschreden bij het begassen op basis van gasconcentratie. Gasfles is leeg. Minimum RH alarm. Maximum RH alarm. Geen communicatie bij gebruik in netwerk Fans zijn > 5 minuten geblokkeerd, terwijl programma loopt. Minimum druk alarm Maximum druk alarm Onderbreking van de voedingsspanning Niet fataal alarm ingang actief Tijdens een Niet Fatale Storing zal het NIETFATAALALARMrelais worden aangetrokken. In Appendix F (Foutmeldingen, zie pag. 58) worden alle voorkomen fataleen nietfatale storingen stuk voor stuk vermeld. Afhankelijk van de hardwarematige instelling (zie hoofdstuk '4.2.5 Hardware instellingen van de PROBA'; pag. 32) zullen de alarmen altijd actief zijn zodra de PROBA aan staat, of alleen tijdens het uitvoeren van programma's of STANDBYregelingen. Tenslotte kan ook worden bepaald of de ALARMrelais door het drukken op de ALARMRESETtoets weer worden aangetrokken of niet. In dat laatste geval zal het ALARM relais pas weer inschakelen als de storing is opgeheven.