Bestuurs(proces)recht

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bestuurs(proces)recht"

Transcriptie

1 Ronald Hendrik van den Hoogen, E-Justice, beginselen van behoorlijke elektronische rechtspraak (diss. Utrecht 2007), Den Haag 2007, isbn , beschikbaar via nl. Han van der Horst, Onze premiers. Hun weg naar de top, Amsterdam Samantha Knights, Freedom of Religion, Minorities, and the Law, Oxford Gar Yein Ng, Quality of Judicial Organisation and Checks and Balances (diss. Utrecht 2007), Antwerpen 2007, ISBN Raad van State, Jaarverslag 2006, Den Haag Caroline Raat, Mensen met Macht, rechtsstatelijkheid als organisatiedeugd voor maatschappelijke organisaties (diss. Tilburg 2007), Den Haag 2007, isbn Mr. K.J. de Graaf WETGEVING Naast enkele amendementen op de vierde tranche van de Awb (Kamerstukken II 2006/07, , nr. 9 en 11) en steun van de Tweede Kamer voor het wetsvoorstel samenhangende besluiten (Kamerstukken II 2006/07, , nr. 5), was zonder twijfel de meest interessante ontwikkeling op wetgevingsgebied dat de twee jaar geleden door beide verantwoordelijke ministers ingestelde studiegroep voor zowel schade(-vergoeding bij onrechtmatige overheidsdaad) als nadeel(-compensatie bij rechtmatige overheidsdaad), een voorontwerp presenteerde (zie Het betreft een voorstel tot wijziging van de Awb voor het verkrijgen van schadevergoeding en nadeelcompensatie. Schadevergoeding en nadeelcompensatie; de probleemanalyse Is er eigenlijk een probleem? Jazeker, al jaren wordt het verkrijgen van schadevergoeding en nadeelcompensatie bij bestuursrechter en/of burgerlijk rechter enerzijds als onduidelijk en anderzijds als verwarrend gekenschetst. Een van de problemen betreft de rechtsmachtverdeling. Hoe zat het daar ook al weer mee? Vier categorieën van schadeoorzaken zijn daarbij van belang. (1) Voor schadeveroorzakende, bij de bestuursrechter appellabele handelingen van een bestuursorgaan kan de gelaedeerde kiezen voor een procedure bij de civiele rechter na de vernietiging van die handeling door de bestuursrechter (zie HR 17 december 1999, NJ 2000, 87) of voor een procedure bij de bestuursrechter hetzij door een verzoek te doen in de zin van artikel 8:73 Awb gedurende de procedure tegen de schadeveroorzakende handeling hetzij door, na de procedure waarin die handeling is vernietigd, bezwaar en beroep in te stellen tegen een bij het bestuursorgaan aangevraagd zelfstandig schadebesluit (zie ABRvS 6 mei 1997, AB 1997, 229 m.nt. Van Buuren). (2) Voor de vergoeding van schade die is veroorzaakt door handelingen waartegen geen beroep op de bestuursrechter openstaat, moet men naar de civiele rechter. (3) Wordt nadeel veroorzaakt door een appellabele handeling of is het besluit om nadeelcompensatie toe te kennen gebaseerd op een beleidsregel of een verordening, dan is de bestuursrechter bij uitsluiting bevoegd over nadeelcompensatie te oordelen. Daarvoor kan in de procedure tegen de appellabele handeling worden aangevoerd dat het besluit onrechtmatig is omdat niet gelijktijdig nadeelcompensatie is aangeboden (de constructie van het zogenaamde onzelfstandig compensatiebesluit). Daarnaast kan een zelfstandig compensatiebesluit worden aangevraagd. De burgerlijke rechter staat buiten spel. (4) Compensatie voor nadeel dat wordt geleden door een niet bij de bestuursrechter appellabele handeling van het bestuur(sorgaan) moet men trachten te verkrijgen bij de burgerlijke rechter, ingekleed als een vordering uit onrechtmatige daad. Gezien deze ingewikkelde rechtsmachtverdeling en de mogelijkheid dat verschillende sporen gelijktijdig, soms zelfs afwisselend kunnen worden gevolgd, is vereenvoudiging gewenst. Ook als het gaat om de materiële normen voor het toekennen van nadeelcompensatie, is de situatie nodeloos ingewikkeld. Weliswaar kent ons rechtsstelsel het beginsel van gelijkheid voor de publieke lasten, dat de grondslag biedt voor het recht op nadeelcompensatie, maar dat beginsel is niet gecodificeerd in de Awb en wordt bij gebrek aan uniforme normen in bijzondere wetten, maar ook in verordeningen en beleidsregels nader uitgewerkt. Op dit punt is uniformering gewenst. Een ander probleem betreft het volgende. Als men de regels met betrekking tot rechtsmachtverdeling confronteert met de praktijk, blijkt dat voor velen alleen maar tot meer verwarring te leiden. Het kan voorkomen dat de schade of het nadeel wordt veroorzaakt door handelingen die tot meer dan één van de hiervoor genoemde categorieën behoren, met als gevolg dat verschillende procedures bij verschillende rechters moeten worden doorlopen wanneer men de schade of het nadeel geheel vergoed wil zien. Dat is onwenselijk. De onhandigheid zit hem blijkens het voorontwerp echter ook in het soort bestuursrechtelijke procedure dat moet worden gevolgd als men schade wegens 5862 KATERN 104

2 een onrechtmatige overheidsdaad vergoed wil zien. Altijd moet eerst het schadeveroorzakende handelen vernietigd worden, omdat anders dat handelen formele rechtskracht krijgt, waardoor het wordt geacht rechtmatig te zijn. De procedure op grond van artikel 8:73 Awb komt daarnaast voor veel claims te vroeg. Op het moment dat het schadeveroorzakende besluit door de bestuursrechter wordt vernietigd ( beroep gegrond ), is het schadebedrag vaak nog onvoldoende uitgekristalliseerd en is ook het causale verband tussen het onrechtmatige besluit en de schade doorgaans nog onduidelijk. Ook aan de procedure tegen een zelfstandig schadebesluit kleven volgens de studiegroep bezwaren. Die houden onder meer verband met de vraag of zelfstandige schadebesluiten voldoende herkenbaar zijn ten opzichte van de reactie op een civielrechtelijke aansprakelijkstellingen, maar ook met de korte beroepstermijn van zes weken en vooral met de ongeschiktheid van het besluitenprocesrecht van de Awb voor het beoordelen van schadeclaims van burgers. In het bestuursprocesrecht bestaat immers het risico dat de burger, anders dan bij de civiele rechter, bij de uitspraak nog niet weet of hij recht heeft op schadevergoeding en, zo ja, op hoeveel. Dit laatste geldt volgens de studiegroep overigens slechts de schadevergoeding wegens onrechtmatige daad. Oplossingsrichting van het voorontwerp Het probleem van de ingewikkelde rechtsmachtverdeling wordt onder andere getackeld door de bevoegdheid van de bestuursrechter om te oordelen over geschillen over nadeelcompensatie en schadevergoeding uit te breiden. Of het er minder ingewikkeld van zal worden, is zeer de vraag. Uitgangspunt van het voorontwerp is, althans volgens de begeleidende memorie van toelichting, dat een rechter bij uitsluiting van de andere rechter bevoegd zou moeten zijn. Dat uitgangspunt geldt in sterke mate voor de vraag welke rechter zou moeten oordelen over claims om nadeelcompensatie. Het voorstel geeft een uniforme materiële norm voor nadeelcompensatie (égalité des individus devant les charges publiques). Dat lijkt mij winst, hoewel het lot (en het bestaansrecht) van de bestaande wettelijke regelingen (zoals art. 49 WRO) nog in grote mate onduidelijk is. De exclusieve bevoegdheid van de bestuursrechter om te oordelen over zelfstandige compensatiebesluiten wordt uitgebreid. Indien een bestuursorgaan nadeel veroorzaakt in de rechtmatige uitoefening van een publiekrechtelijke bevoegdheid of taak (met uitzondering van formele wetgeving en strafvorderlijk optreden), is de bestuursrechter bevoegd om kennis te nemen van het geschil over het besluit (zie art Voorontwerp) waarin het bestuursorgaan reageert op de nadeelcompensatieclaim. Ten aanzien van de schadevergoeding voor onrechtmatige (overheidsdaad) geldt ook het zo-even genoemde uitgangspunt van exclusiviteit, maar op dat punt is het de studiegroep niet gelukt om daaraan vast te houden. Het voorstel is om de rechtsmacht van de bestuursrechter uit te breiden door te bepalen dat hij ook kan oordelen over schade als gevolg van een onrechtmatige handeling ter voorbereiding van een onrechtmatig besluit of het niet tijdig beslissen. Dat lijkt winst, maar die uitbreiding lost niet alle problemen op. Zo is het nog altijd mogelijk dat sprake is van een zodanig samenspel van schadeoorzaken dat verschillende rechters moeten worden benaderd. De studiegroep lijkt dit probleem (zie HR 2 februari 1990, NJ 1993, 635 m.nt. MS; vgl. HR 9 september 2005, AB 2006, 286 m.nt. Van Ommeren) ook te erkennen. Bovendien wordt begrijpelijkerwijze niet getornd aan het uitgangspunt dat sprake moet zijn van een onrechtmatig besluit (waaronder ook moet worden geschaard de erkenning van de onrechtmatigheid door het bestuursorgaan). Het gepretendeerde uitgangspunt van de exclusieve rechtsmachttoedeling blijkt voor de onrechtmatige overheidsdaad bovendien een wassen neus, althans ten dele. Weliswaar geldt voor de schadevergoeding voor (onrechtmatige) besluiten ter zake waarvan de CRvB of de HR in belastingzaken de hoogste rechter is, exclusieve bevoegdheid van de bestuursrechter, maar voor besluiten ter zake waarvan de ABRvS of het CBb de hoogste rechter is, geldt dat voor schadeclaims tot 5000,- (nog altijd) gekozen mag worden tussen bestuursrechter en burgerlijke rechter en voor schadeclaims daarboven dat de burgerlijke rechter exclusief bevoegd is. Niet echt eenvoudig en maar gedeeltelijk exclusief. Ten aanzien van het verkrijgen van nadeelcompensatie geldt dat veel is opgelost door de uitbreiding van de bevoegdheid van de bestuursrechter en zijn (praktisch) exclusieve rechtsmacht. Eveneens wordt voor het verkrijgen van nadeelcompensatie gesteld dat het zelfstandig-compensatiebesluit-model goed functioneert. Dat het bestuursorgaan eerst zelf een oordeel moet geven over de aansprakelijkheid, wordt vooral als voordeel gezien op het moment dat door een samenspel van rechtmatige handelingen veel burgers een recht op nadeelcompensatie hebben. Het bestuur kan de claims dan in onderlinge samenhang bezien. Opgemerkt wordt ook dat bestuursrechters in de procedure tegen het zelfstandig compensatiebesluit gebruik kunnen maken van de bevoegdheid om zelf in de zaak te voorzien en zodoende het compensatiebedrag definitief kunnen vaststellen. Daartoe bestaat echter geen verplichting. Ten aanzien van de schadevergoeding gaat de studiegroep veel rigoureuzer te werk. Niet alleen wordt S TA AT S - E N B E S T U U R S R E C H T KATERN

3 het onmogelijk om beroep in te stellen tegen een zelfstandig schadebesluit, maar ook artikel 8:73 Awb wordt geschrapt. In plaats daarvan wordt, zonder overtuigende inhoudelijke onderbouwing, geconcludeerd dat er een breed gedeelde behoefte blijkt te bestaan aan een schadeverzoekschriftprocedure in het bestuurs(proces)recht. Anders dan bij de rechtmatige daad, wenst de studiegroep voor de onrechtmatige daad een geheel nieuwe procedure in het leven te roepen, waarbij overigens zoveel mogelijk wordt aangesloten bij het bestaande procesrecht. Wezenlijk verschil met de huidige situatie is dat de burger niet genoodzaakt is om een zelfstandig schadebesluit aan te vragen bij het bestuursorgaan en niet langer eerst in bezwaar hoeft te gaan tegen een dergelijk besluit. Hij kan, vanaf acht weken nadat hij het bestuursorgaan aansprakelijk heeft gesteld, rechtstreeks bij de bestuursrechter een verzoek tot veroordeling van het bestuursorgaan indienen. De bestuursrechter wordt aldus ook verplicht om in zijn uitspraak neer te leggen of de burger recht heeft op schadevergoeding, en zo ja hoeveel. Met andere woorden: definitieve geschilbeslechting voor schadeclaims op grond van onrechtmatige daad. Het verschil met het verkrijgen van nadeelcompensatie, namelijk procederen tegen een besluit bij de bestuursrechter, kan enkel verklaard worden door de wens om het bij veel burgers veroorzaakte nadeel in eerste instantie in onderling verband te laten beoordelen door het bestuursorgaan. Die behoefte bestaat blijkbaar niet bij de schadevergoeding wegens onrechtmatige besluiten. Of dat een voldoende verklaring is voor het grote onderscheid in procedure, waag ik te betwijfelen. In het bovenstaande is het voorontwerp slechts in hoofdlijnen besproken, maar de conclusie daarover is niet onverdeeld positief. Immers, de wezenlijke problemen betreffende de verschillende procedures die (soms) gevolgd moeten worden om schade vergoed te krijgen blijven (gedeeltelijk) bestaan. Die conclusie geldt in mindere mate het verkrijgen van nadeelcompensatie. Ook de problemen die verband houden met de formele rechtskracht van besluiten (die niet wordt aangetast) en het vaststellen van het causale verband tussen onrechtmatig besluit en schade (waarin geen wijziging wordt aangebracht), blijven bestaan. Daarnaast lijkt de voorgestelde rechtsmachtverdeling tussen burgerlijke rechter en bestuursrechter eerder een compromis, waarin alle rechters op een bepaald deel exclusieve rechtsmacht hebben, dan het resultaat van een systematische overdenking. Ten aanzien van het onderscheid in procedure (verzoekschriftprocedure voor onrechtmatige daad en besluitmodel voor rechtmatige daad) kan eveneens kritiek worden geuit. Een verzoekschriftprocedure zonder voorafgaand besluit van het bestuursorgaan is naar mijn mening minder aantrekkelijk dan een procedure waarin de bestuursrechter een besluit over de schadevergoeding beoordeelt en vervolgens wordt verplicht om zelf in de zaak te voorzien. De burger doorloopt dan ten minste nog de informele procedures (van aanvraag en bezwaar) bij het bestuursorgaan en een betrekkelijk grote ingreep in het bestuursprocesrecht kan vermeden worden. Als de behoefte aan een verzoekschriftprocedure zonder voorafgaand besluit van het bestuursorgaan blijkbaar zo breed gedeeld wordt, waarom is dan eigenlijk niet gekozen om de procedure op grond van artikel 8:73 Awb enerzijds los te koppelen (van de procedure tegen het schadeveroorzakende besluit) en uit te breiden (met de mogelijkheid van schadevergoeding wegens onrechtmatige voorbereidingshandelingen voor een onrechtmatig besluit en het niet tijdig beslissen) en anderzijds exclusief te maken? Waarschijnlijk omdat de burgerlijke rechter dan voor een te groot deel buiten spel zou staan en dat dus geen wenselijke optie zou zijn. JURISPRUDENTIE Over de Koningin, het Kabinet van de Koningin en het Koninklijk Huis archief Op 1 november 2006 (AB 2007, 176 m.nt. Peters) en op 6 juni 2007 (LJN: BA6497) deed de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS), van welke Raad de Koningin de voorzitter is, uitspraak in een tweetal zaken die betrekking hadden op het bestuursorgaanbegrip in artikel 1:1 Awb. Eenieder die zich met bestuursrecht(onderwijs) bezig houdt, heeft zich weleens de vraag gesteld of de Koningin een bestuursorgaan is. Zouden burgers simpelweg de post voor een bestuursorgaan aan de Koningin kunnen sturen in de wetenschap dat zij die post, zoals het een goed bestuursorgaan betaamt, doorstuurt naar het juiste, bevoegde bestuursorgaan? In de uitspraak van 6 juni 2007 betrof het een verzoek om openbaarmaking van bestuurlijke documenten op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). De beantwoording van de rechtsvraag in die casus noopte de Afdeling niet alleen om zich uit te spreken over de vraag of het Kabinet van de Koningin (dat de Koningin ondersteunt bij het uitvoeren van haar constitutionele taken), maar ook over de vraag of de Koningin een bestuursorgaan is. Kortom, is de Koningin een bestuursorgaan in de zin van artikel 1:1, eerste lid onder a, Awb omdat zij een orgaan van de Staat der Nederlanden is? De Koningin wordt genoemd in de Grondwet en men zou op grond daarvan kunnen concluderen dat sprake is van 5864 KATERN 104

4 een bestuursorgaan. Daarnaast wordt dat orgaan niet uitgesloten in artikel 1:1, tweede lid, Awb. Beide punten worden door de Afdeling erkend. Toch komt zij tot een andersluidend oordeel. Een bestuursorgaan in de zin van de Awb kan slechts als zodanig optreden indien daarvoor ook op de in de wet voorziene wijze verantwoording wordt afgelegd, ook in rechte. De Wob heeft expliciet de democratische bestuursvoering tot doel en de wetgever heeft dat begrip in de memorie van antwoord verbonden met het afleggen van politieke verantwoording. De constitutionele onschendbaarheid van de Koningin (art. 42 Gw) staat er aan in de weg dat zij verantwoording aflegt en dat de Koningin wordt aangemerkt als bestuursorgaan. Met betrekking tot het Kabinet van de Koningin is duidelijk, hoewel de rechtbank nog tot een andersluidend oordeel was gekomen, dat geen sprake is van een bestuursorgaan in de zin van artikel 1:1, eerste lid onder a, Awb omdat het niet als orgaan wordt aangeduid en uitsluitend ondersteunde taken verricht. De vervolgvraag houdt in of het Kabinet wellicht is bekleed met enig openbaar gezag in de zin van het eerste lid onder b. Op dat punt overweegt de Afdeling kort dat aan het Kabinet slechts ondersteunende taken zijn toebedeeld en dat die taken niet kunnen worden aangemerkt als openbaar gezag. Koningin noch Kabinet is derhalve op enig moment bestuursorgaan in de zin van artikel 1:1 Awb en artikel 1a Wob. De vraag of het Koninklijk Huis Archief, haar directeur en/of de Stichting Archief van het Huis Oranje-Nassau, bestuursorganen zijn in bovenbedoelde zin, was voorwerp van de uitspraak van 1 november Het betrof een verzoek om openbaarmaking van stukken, bewaard in het Koninklijk Huis Archief, die van belang zijn voor een historisch onderzoek naar de zogenaamde Greet Hofmans-affaire (bv. het rapport van de commissie Beel uit 1956). Ook hier geeft de Afdeling een ontkennend antwoord. De Afdeling constateert dat het Koninklijk Huisarchief noch de Stichting krachtens publiekrecht is ingesteld en dat de directeur daarom (ook) geen bestuursorgaan is in de zin van artikel 1:1, eerste lid onder a, Awb. De Stichting noch haar directeur, als de beheerder van het Koninklijk Huisarchief, kan worden aangemerkt als bestuursorgaan in de zin van artikel 1:1, eerste lid onder b, Awb. Immers, aan geen van beide is een of meer overheidstaken opgedragen of publiekrechtelijke bevoegdheden toegekend. Ergo, er is geen sprake van een bestuursorgaan in de zin van de Awb. In deze casus resteert dan nog een belangrijke vraag op grond van artikel 3 Wob: is er wellicht sprake van een onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan werkzame instelling, dienst of bedrijf? Voor het antwoord op die vraag is van belang dat (enig) bestuurder van de Stichting volgens haar statuten de afstammeling van Hare Majesteit Koningin Wilhelmina, Prinses van Oranje-Nassau is. In het licht van de uitspraak van 6 juni 2007 verbaast het niet dat de laatst gestelde vraag negatief wordt beantwoord. De Koningin is immers geen bestuursorgaan. De Afdeling voegt daar aan toe dat die bestuurder als zodanig geen overheidstaak vervult en als privépersoon optreedt. Besluitbegrip en (bijzonder) onderwijsrecht In het hoger onderwijs worden veel beslissingen genomen. Een instelling kan een student inschrijven, weigeren of uitschrijven. Een ingeschreven student kan slagen of zakken voor een tentamen en al dan niet met succes een scriptie schrijven of voldoen aan een stageverplichting. Tot slot gaat het de student er natuurlijk om dat hij aan alle vereisten voldoet om het getuigschrift te verkrijgen. Aan het hebben van het getuigschrift verbindt de wet gevolgen. In de afgelopen jaren is in de rechtspraak veelvuldig aan de orde geweest hoe deze beslissingen van (organen van) instelling voor hoger onderwijs moeten worden gekwalificeerd. Zijn het besluit van een bestuursorgaan in de zin van artikel 1:3 Awb of niet? Voorafgaande aan beantwoording van deze vraag, is het goed om op te merken dat het onderscheid tussen openbare en bijzondere instellingen voor hoger onderwijs in de jurisprudentie en bij de uitleg van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) van groot belang is. Eerstgenoemde gaan ingevolge artikel 1.1 onder h en j WHW uit van de overheid, waardoor de organen van die instellingen in elk geval bestuursorgaan zijn in de zin van artikel 1:1, eerste lid onder a, Awb. Bijzonder instellingen gaan uit van een privaatrechtelijke rechtspersoon. De relatie tussen de student en een dergelijke instelling wordt primair beheerst door het privaatrecht. Alleen personen of colleges die met enig openbaar gezag zijn bekleed, kunnen bestuursorgaan zijn als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder b, Awb. Zij zijn enkel bestuursorgaan voorzover het de uitoefening van dat gezag betreft. Ten aanzien van de beantwoording van de vraag of er sprake is van het uitoefenen van openbaar gezag indien een (persoon of college van een) bijzondere instelling tentamens (waaronder ook scripties en/of stages vallen) beoordeelt, leek de ABRvS enige tijd ietwat zwalkende (zie 12 januari 2005, AB 2005, 227 m.nt. Peters en 18 mei 2005, AB 2006, 34 m.nt. Vermeulen). De uitspraak van 21 december 2005 (AB 2006, 58 m.nt. Vermeulen) bevestigde echter definitief dat de beoordeling van tentamens door bijzondere instellingen, anders dan bij openbare instellingen, niet wordt beheerst door S TA AT S - E N B E S T U U R S R E C H T KATERN

5 de Awb. Daartegen staat dan ook niet (uiteindelijk) beroep open op een bestuursrechter. Er resteerde echter nog één vraag. Kwalificeert het verkrijgen van het getuigschrift, uitgereikt door de examencommissie, dan niet als het uitoefenen van openbaar gezag? Op dat punt is door de Afdeling duidelijkheid verschaft in een uitspraak van 19 juli 2006 (AB 2007, 41 m.nt. Vermeulen), waarin die vraag centraal stond. De Afdeling besliste min of meer tegen de heersende leer in dat het feitelijk uitreiken van het getuigschrift door de examencommissie niet als het uitoefenen van openbaar gezag kan worden aangemerkt. Het uitreiken is immers niets anders dan de feitelijke uitvoering van de goedkeurende verklaring van het instellingsbestuur op grond van artikel 7.58, eerste en derde lid, WHW dat aan alle eisen voor het getuigschrift is voldaan. Die conclusie kan worden bestreden, maar lijkt in elk geval af te wijken van de praktijk. Dat bleek ook in Rb. Amsterdam 12 april 2007 (AB 2007, 203 m.nt. Peters), waarin enerzijds werd beslist dat onder getuigschrift niet alleen het getuigschrift voor het doctoraal examen moet worden verstaan, maar ook het getuigschrift voor het propedeutisch examen, maar anderzijds administratief beroep en beroep werd ingesteld tegen de weigering van de examencommissie het getuigschrift af te geven, hetgeen geen appellabele handeling is maar een een gebonden feitelijke handeling. Het zijn de gevolgen van de uitspraak van 19 juli Beslissingen van bijzondere instellingen over tentamens worden niet beheerst door de Awb; alleen de goedkeurende verklaring van een instellingsbestuur is een besluit van een bestuursorgaan in de zin van artikel 1:3 Awb. Die laatste conclusie geldt evenzeer de openbare instellingen. Tot slot nog aandacht voor de uitspraak van het College van beroep voor het hoger onderwijs van 17 april 2007 (AB 2007, 151 m.nt. Vermeulen). Dat College oordeelde, op grond van artikel 7.66, eerste en vierde lid, WHW, over het uitschrijven van een student orthopedagogiek door een bijzondere instelling voor hoger onderwijs (de Radboud Universiteit) omdat de student zich openlijk had geafficheerd als pedofiel, onder andere in een interview over de oprichting van de Partij voor de Naastenliefde, Vrijheid en Diversiteit, waarvan de student de secretaris is. Op grond van artikel 7.37, zesde lid, WHW kan de inschrijving van een student aan een bijzondere instelling beëindigd worden indien gegronde vrees bestaat dat de betrokkene van die inschrijving misbruik zal maken door in ernstige mate afbreuk te doen aan de eigen in casu katholieke aard van de instelling. De Radboud Universiteit mocht zich naar het terughoudende oordeel van het College op deze bepaling baseren om de inschrijving van de student in te trekken. Van belang is om met annotator Vermeulen op te merken dat die rechtshandeling van de Radboud Universiteit moet worden aangemerkt als privaatrechtelijk. Dat neemt niet weg dat het College van beroep voor het hoger onderwijs daarover op grond van de WHW kan oordelen. LITERATUUR In katernen over het bestuurs(proces)recht mag eigenlijk nooit worden voorbijgegaan aan de jaarlijkse VAR-preadviezen of de vijfjaarlijkse Awb-evaluaties. In de eerste helft van 2007 was voor beide projecten ruimschoots aandacht in de literatuur. In dit katern wordt er mee volstaan op beide projecten te wijzen. Zo zijn de lezenswaardige Awbevaluaties, inclusief het eindrapport van de Commissie Ilsink, niet alleen in boekvorm, maar ook digitaal beschikbaar (zie en hebben de onderzoekers inmiddels op dat eindrapport gereageerd (zie NTB 2007, nr. 5, p. 141 e.v.). De VAR besprak in mei van 2007 de preadviezen die L.J.J. Rogier, M.A.D.W. de Jonge, C.M. Bitter & F.W. Bleichrodt schreven over de Bestuursrechtelijke aanpak van criminaliteit en terrorisme (VAR-geschriften nr. 138), Den Haag: BJu 2007 (waarover ook G.T.J.M. Jurgens in NTB 2007, nr. 4, p. 109 e.v.). Overig literatuur N. Jak & J. Vermont, De Nederlandse rechter en de margin of appreciation, NJCM 2007, nr. 2, 125 e.v. A.M. Klingenberg, Naar een commissariaat voor overheidsinformatie?, NTB 2007, nr. 4, p. 118 e.v. L.M. Koenraad, Communiceren over besluiten, Gst. (7275) 2007, p B.J. Schueler, Een doolhof met vertakkingen. Naar een verbeterde rechtsbescherming tegen schadeveroorzakende besluiten?, O&A 2007, p. 55 e.v. J.C.A. de Poorter & E.M.H. Hirsch Ballin, Enkele beschouwingen over de toekomst van de rechtspleging, met name in het bestuursrecht, in: E.R. Muller & C.P.M. Cleiren, Rechterlijke macht. Studies over rechtspraak en rechtshandhaving in Nederland, Deventer: Kluwer 2007, p. 647 e.v KATERN 104

ECGR/U201300637 Lbr. 13/058

ECGR/U201300637 Lbr. 13/058 Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8393 betreft Schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten uw kenmerk ons kenmerk ECGR/U201300637 Lbr. 13/058 bijlage(n)

Nadere informatie

NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 25 november 2011 HOOFDSTUK 8 BIJZONDERE BEPALINGEN OVER DE WIJZE VAN PROCEDEREN BIJ DE BESTUURSRECHTER

NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 25 november 2011 HOOFDSTUK 8 BIJZONDERE BEPALINGEN OVER DE WIJZE VAN PROCEDEREN BIJ DE BESTUURSRECHTER 32 621 Aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met bepalingen over nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige overheidsdaad (Wet nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige

Nadere informatie

DEEL I DE RECHTSMACHT 1

DEEL I DE RECHTSMACHT 1 VOORWOORD V DEEL I DE RECHTSMACHT 1 1 DE GRONDWET 3 1 Waarborg 3 2 Exclusiviteit 4 3 Doorbreking bij de wet 5 4 Het begrip rechterlijke macht 5 5 Burgerlijke rechten 6 6 Conclusie burgerlijke en bestuursrechtelijke

Nadere informatie

Aansprakelijkheid en schadevergoeding Awb

Aansprakelijkheid en schadevergoeding Awb Aansprakelijkheid en schadevergoeding Awb Contactgroep Algemeen Bestuur Prof. mr. G.A. van der Veen AKD Rotterdam Rijksuniversiteit Groningen 9 april 2014 Inhoud lezing 1. Inleiding: de nieuwe regeling

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/54439

Nadere informatie

DE GEWONE RECHTER EN DE BESTUURSRECHTSPRAAK. mr. J.A.M. van Angeren. Tweede druk

DE GEWONE RECHTER EN DE BESTUURSRECHTSPRAAK. mr. J.A.M. van Angeren. Tweede druk DE GEWONE RECHTER EN DE BESTUURSRECHTSPRAAK mr. J.A.M. van Angeren Tweede druk Kluwer - Deventer - 2008 DEEL I DE RECHTSMACHT 1 1 De Grondwet 3 1. Waarborg 3 2. Exclusiviteit 4 3. Doorbreking bij de wet

Nadere informatie

Actualiteiten rechtspraak bestuursprocesrecht. 2 september :00 uur - 17:00 uur Online

Actualiteiten rechtspraak bestuursprocesrecht. 2 september :00 uur - 17:00 uur Online Actualiteiten rechtspraak bestuursprocesrecht 2 september 2015 16:00 uur - 17:00 uur Online Wat gaan we doen: rechtspraak over.. 1. De 3 B s (bestuursorgaan-, belanghebbende- en besluitbegrip) 2. Schadevergoeding

Nadere informatie

Overheidsaansprakelijkheid een klein variété van wetgeving en rechtspraak. VMR 20 maart 2014

Overheidsaansprakelijkheid een klein variété van wetgeving en rechtspraak. VMR 20 maart 2014 Overheidsaansprakelijkheid een klein variété van wetgeving en rechtspraak VMR 20 maart 2014 Titel 8.4 Awb Wet nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten (Stb. 2013/50) 2 onderwerpen:

Nadere informatie

De reikwijdte van de bestuursrechtelijke schadeverzoekschriftprocedure

De reikwijdte van de bestuursrechtelijke schadeverzoekschriftprocedure K.J. de Graaf, A.T. Marseille & D. Sietses 1 Weten schap De reikwijdte van de bestuursrechtelijke schadeverzoekschriftprocedure 1. Inleiding Bijna twee jaar geleden werd de Algemene wet bestuursrecht (Awb)

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2006:AV7682

ECLI:NL:RBARN:2006:AV7682 ECLI:NL:RBARN:2006:AV7682 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 09-03-2006 Datum publicatie 30-03-2006 Zaaknummer AWB 05/4258 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Ambtenarenrecht Eerste

Nadere informatie

Staats- en bestuursrecht

Staats- en bestuursrecht F.C.M.A. Michiels (red.) Staats- en bestuursrecht Tekst en materiaal Met bijdragen van Gio ten Berge Leonard Besselink Henk Kummeling Lex Michiels Rob Widdershoven KLUWER J ^ Deventer - 2003 Thema 1 -

Nadere informatie

23 Titel 8.4 Awb: verdwenen, gebleven en nieuwe problemen

23 Titel 8.4 Awb: verdwenen, gebleven en nieuwe problemen 23 Titel 8.4 Awb: verdwenen, gebleven en nieuwe problemen Kars de Graaf, Bert Marseille & Derek Sietses 1 Inleiding Zeven jaar geleden verscheen het Voorontwerp Wet nadeelcompensatie en schadevergoeding

Nadere informatie

van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden

van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden U I T S P R A A K 12-17 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellant tegen de Examencommissie van de opleiding Talen en Culturen van Japan,

Nadere informatie

DEEL III. Het bestuursprocesrecht

DEEL III. Het bestuursprocesrecht DEEL III Het bestuursprocesrecht Inleiding op deel III In het voorgaande deel is het regelsysteem van art. 48 (oud) Rv besproken voor zover dit relevant was voor art. 8:69 lid 2 en 3 Awb. In dit deel

Nadere informatie

Bestuursrecht. Bestuursrecht. Mr. R.L. Vucsan, dr. H.B. Winter. Inleiding

Bestuursrecht. Bestuursrecht. Mr. R.L. Vucsan, dr. H.B. Winter. Inleiding Bestuursrecht Mr. R.L. Vucsan, dr. H.B. Winter Inleiding Deze aflevering van het Katern bestuursrecht is geheel gewijd aan de jurisprudentie van de administratieve rechters met betrekking tot terugvorderingsbeslissingen,

Nadere informatie

3 Onrechtmatige overheidsdaad

3 Onrechtmatige overheidsdaad Monografieen Privaatrecht 3 Onrechtmatige overheidsdaad Rechtsbescherming door de burgerlijke rechter Prof. mr. G.E. van Maanen Prof. mr. R. de Lange Vierde druk Deventer - 2005 Inhoud VERKORT AANGEHAALDE

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALK:2011:BQ1956

ECLI:NL:RBALK:2011:BQ1956 ECLI:NL:RBALK:2011:BQ1956 Instantie Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak 14-04-2011 Datum publicatie 20-04-2011 Zaaknummer 10/719 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Magna Charta Newsroom

Magna Charta Newsroom Magna Charta Newsroom Conclusie van 23 juni 2014 van Staatsraad Advocaat-Generaal Mr. R.J.G.M. Widdershoven over het begrip bestuursorgaan Mr. W.J. Bosma Advocaat-Partner Van der Feltz Advocaten Aanleiding

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 7-3 3 9 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het bestuur van de Faculteit der Wiskunde

Nadere informatie

De Minister van Justitie Schedeldoekshaven EX DEN HAAG. Mijnheer de Minister,

De Minister van Justitie Schedeldoekshaven EX DEN HAAG. Mijnheer de Minister, Directie Bestuurszaken Bemidenhoutseweg 60 Postbus 90405 2509 LK Den Haag Tel.: 070 3 499 499 Fax: 070 3 832 535 Internet: www.ser.nl De Minister van Justitie Schedeldoekshaven 100 25 1 1 EX DEN HAAG Den

Nadere informatie

Leidraad voor het nakijken van de toets BESTUURSPROCESRECHT 19 juni 2009

Leidraad voor het nakijken van de toets BESTUURSPROCESRECHT 19 juni 2009 Leidraad voor het nakijken van de toets BESTUURSPROCESRECHT 19 juni 2009 OPGAVE 1 (34 punten) Vraag 1.1 (5 punten) Er staan geen bestuursrechtelijke rechtsmiddelen open. Het voorbereidingsbesluit van artikel

Nadere informatie

VNG Juridische 2-daagse

VNG Juridische 2-daagse VNG Juridische 2-daagse Deelsessies: 1 en 31 Nadeel compenseren of schade vergoeden? Mr. C.N.J. (Tijn) Kortmann Het wilde woud Brief van de Koning (32 621 nr. 1) Wetsvoorstel nadeelcompensatie en schadevergoeding

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 621 Aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met bepalingen over nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige overheidsdaad (Wet

Nadere informatie

AB 2015/165: Wns van toepassing op verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding redelijke termijn; overgangsrecht. Analoge toepassing Wns.

AB 2015/165: Wns van toepassing op verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding redelijke termijn; overgangsrecht. Analoge toepassing Wns. Page 1 of 6 AB 2015/165: Wns van toepassing op verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding redelijke termijn; overgangsrecht. Analoge toepassing Wns. Instantie: Afdeling bestuursrechtspraak van de

Nadere informatie

U I T S P R A A K 1 1-0 6 9

U I T S P R A A K 1 1-0 6 9 U I T S P R A A K 1 1-0 6 9 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen de Masterexamencommissie Criminologie, verweerder en van de

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 467 Oprichting van het College voor de rechten van de mens (Wet College voor de rechten van de mens) Nr. 9 AMENDEMENT VAN HET LID HEIJNEN Ontvangen

Nadere informatie

Actualiteiten bestuurs(proces)recht

Actualiteiten bestuurs(proces)recht 1 Actualiteiten bestuurs(proces)recht VMR Actualiteitendag 2017 Prof. mr. K.J. (Kars) de Graaf 2 Onderwerpen Organisatie hoogste bestuursrechtspraak Einde ne bis in idem-rechtspraak (art. 4:6 Awb) Inherente

Nadere informatie

de Rechtspraak Rechtbank Breda Hierbij zend ik u een kopie van de uitspraak waarbij op het beroep is beslist.

de Rechtspraak Rechtbank Breda Hierbij zend ik u een kopie van de uitspraak waarbij op het beroep is beslist. Niet op barcode schrijven!! Gemeente Bergen op Zoom de Rechtspraak Rechtbank Breda 106-027138 Reg. Datum: 19/10/2006 Eenheid: BJZ 4.06 datum doorkiesnummer ons kenmerk uw kenmerk bijlage(n) onderwerp AANTEKENEN

Nadere informatie

M.G.O. de Lange. 1 C.L.G.F.H. Albers, De Gemeentestem, Het wetsvoorstel aanpassing bestuursprocesrecht, 2011/50.

M.G.O. de Lange. 1 C.L.G.F.H. Albers, De Gemeentestem, Het wetsvoorstel aanpassing bestuursprocesrecht, 2011/50. M.G.O. de Lange Wet aanpassing bestuursprocesrecht In deze korte bijdrage een bespreking van de Wet aanpassing bestuursprocesrecht (hierna: Wab). Beoogd is een contourschets, waarin een aantal highlights

Nadere informatie

Werken met de Wet nadeelcompensatie. Wat, wie en hoe

Werken met de Wet nadeelcompensatie. Wat, wie en hoe Werken met de Wet nadeelcompensatie Wat, wie en hoe Uw inleider Mr. Olaf Schuwer Woonplaats: Zwolle Gewerkt bij: 4 gemeenten Werkzaam als: opleider/adviseur Awb en Gemeenterecht, tevens publicist Te behandelen

Nadere informatie

Schade en de bestuursrechter

Schade en de bestuursrechter Schade en de bestuursrechter Kars de Graaf & Bert Marseille 1 Inleiding De afgelopen drie jaren hebben wij Leo Damen met stijgende bewondering gadegeslagen. Ondanks zijn werkzaamheden als decaan van de

Nadere informatie

Uitspraak. Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel:

Uitspraak. Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel: Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel: R.T. Wiegerink Belastingblad (BB), maart, Nr. 6, BB 2019/112 16 januari 2019 Gerechtshof Den Haag Belanghebbende heeft onderzoek ter zitting van de rechtbank

Nadere informatie

VNG Juridische 2-daagse. Actualiteiten Awb Liesbeth Berkouwer 11 oktober 2011

VNG Juridische 2-daagse. Actualiteiten Awb Liesbeth Berkouwer 11 oktober 2011 VNG Juridische 2-daagse Actualiteiten Awb Liesbeth Berkouwer Liesbeth.berkouwer@kvdl.nl 11 oktober 2011 Programma Finale geschilbeslechting - toepassing 8:72 - bestuurlijke lus - zaaksdifferentiatie Wetsvoorstel

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2015:3233

ECLI:NL:RVS:2015:3233 ECLI:NL:RVS:2015:3233 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-10-2015 Datum publicatie 21-10-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201500429/1/A2 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2017:1691

ECLI:NL:RVS:2017:1691 ECLI:NL:RVS:2017:1691 Instantie Raad van State Datum uitspraak 28-06-2017 Datum publicatie 28-06-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201603121/1/A3 Eerste

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4-2 2 3 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, verweerder 1. Ontstaan en loop van het geding

Nadere informatie

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1 De Minister van Justitie Dr. E.M.H. Hirsch Ballin Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 11 januari 2008 contactpersoon mw. mr. R.M. Driessen doorkiesnummer 070-361 9852 faxnummer 070-361 9746 e-mail r.driessen@rechtspraak.nl

Nadere informatie

Bestuurs(proces)recht II- B Samenvatting van de stof - Bestuursrecht in het Awb- tijdperk, T. Barkhuysen e.a., Kluwer 2014.

Bestuurs(proces)recht II- B Samenvatting van de stof - Bestuursrecht in het Awb- tijdperk, T. Barkhuysen e.a., Kluwer 2014. AthenaSummary Universiteit van Amsterdam Faculteit der Rechtsgeleerdheid Bachelorjaar 2 Bestuurs(proces)recht II- B Samenvatting van de stof - Bestuursrecht in het Awb- tijdperk, T. Barkhuysen e.a., Kluwer

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 32 621 Aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met bepalingen over nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige overheidsdaad (Wet

Nadere informatie

Leidraad voor het nakijken van de toets

Leidraad voor het nakijken van de toets Leidraad voor het nakijken van de toets BESTUURSPROCESRECHT 17 JUNI 2011 (Uit het antwoord moet blijken dat de cursist de stof heeft begrepen en juist heeft toegepast; een enkel ja of nee is niet voldoende)

Nadere informatie

Onrechtmatige overheidsdaad

Onrechtmatige overheidsdaad s tu diepock et s p r i v a a t r e c h t 28 Onrechtmatige overheidsdaad Rechtsbescherming door de burgerlijke rechter derde druk Prof. mr. G.E. van Maanen Prof. mr. R. de Lange 2000 W.E.J. Tjeenk Willink

Nadere informatie

Tien jaar jurisprudentie schadevergoeding in het bestuursrecht

Tien jaar jurisprudentie schadevergoeding in het bestuursrecht Tien jaar jurisprudentie schadevergoeding in het bestuursrecht 2e druk Mr. B.J. van Ettekoven, Mr. R.C.S. Bakker & Mr. R. P Hoogenboom KLUWER Deventer - 2004 Inhoudsopgave Voorwoord, inleiding, gebruiksaanwijzing

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4 2 0 3 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Sociale Wetenschappen,

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 7-3 6 0 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen [naam], verweerder 1. Ontstaan en loop

Nadere informatie

»Samenvatting. Wetsbepaling(en): AWB artikel 3:15, AWB artikel 6:13 Ook gepubliceerd in: ECLI:NL:RVS:2016:99, JIN 2016/116, JOM 2016/505

»Samenvatting. Wetsbepaling(en): AWB artikel 3:15, AWB artikel 6:13 Ook gepubliceerd in: ECLI:NL:RVS:2016:99, JIN 2016/116, JOM 2016/505 JB2016/45 RvS, 20-01-2016, nr. 201504247/1/A4, ECLI:NL:RVS:2016:99 Plaatsingsplan van ondergrondse restafvalcontainers, Zienswijze, indienen, Zienswijze, indienen via website, Bewijs indiening, Bewijslast

Nadere informatie

Actualiteiten bestuurs(proces)recht

Actualiteiten bestuurs(proces)recht Datum 20-03-2013 1 Actualiteiten bestuurs(proces)recht VMR Actualiteitendag 2013 Kars de Graaf E: k.j.de.graaf@rug.nl T: 050 363 5787 Datum 20-03-2013 2 Aangenomen wetgeving Wet nadeelcompensatie en schadevergoeding

Nadere informatie

BEGELEIDINGSPLAN VOOR DE CURSUS INLEIDING

BEGELEIDINGSPLAN VOOR DE CURSUS INLEIDING BEGELEIDINGSPLAN VOOR DE CURSUS INLEIDING BESTUURSRECHT (R08181) (onderdeel traject Propedeuse Rechten) studiecentrum: Zwolle tijdvak: november 2010 t/m januari 2011 begeleider: mr drs G.E.P. ter Horst

Nadere informatie

Een weg uit de doolhof? Het Voorontwerp overheidsaansprakelijkheid gewogen de Graaf, K.J.; Marseille, Bert

Een weg uit de doolhof? Het Voorontwerp overheidsaansprakelijkheid gewogen de Graaf, K.J.; Marseille, Bert University of Groningen Een weg uit de doolhof? Het Voorontwerp overheidsaansprakelijkheid gewogen de Graaf, K.J.; Marseille, Bert Published in: Nederlands Juristenblad IMPORTANT NOTE: You are advised

Nadere informatie

Paul Krugerbrug II 13-12-2013 EN RECENTE JURISPRUDENTIE ABRVS 22 NOVEMBER 1983, AB 1984, 154 (I)

Paul Krugerbrug II 13-12-2013 EN RECENTE JURISPRUDENTIE ABRVS 22 NOVEMBER 1983, AB 1984, 154 (I) PAUL KRUGERBRUG II EN RECENTE JURISPRUDENTIE ANITA NIJBOER 13 DECEMBER 2013 PAUL KRUGERBRUG II, ABRVS 22 NOVEMBER 1983, AB 1984, 154 (I) Korte schets van de situatie - De Minister van Verkeer en Waterstaat

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 355 8 januari 2010 Beleidsregel houdende bepalingen met betrekking tot het aanvragen en behandelen van aanvragen voor

Nadere informatie

Eén uniforme nadeelcompensatieregeling in de Awb?

Eén uniforme nadeelcompensatieregeling in de Awb? Eén uniforme nadeelcompensatieregeling in de Awb? G.M. van den Broek 1. Aanleiding In 1993 kwalificeerde Peter van Buuren het idee van een wettelijke regeling van nadeelcompensatie in de Awb als een aantrekkelijke

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2014:5220

ECLI:NL:RBMNE:2014:5220 ECLI:NL:RBMNE:2014:5220 Instantie Datum uitspraak 23-10-2014 Datum publicatie 28-10-2014 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer AWB - 14 _ 2227 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht

Nadere informatie

Formele rechtskracht en het wetsvoorstel nadeelcompensatie

Formele rechtskracht en het wetsvoorstel nadeelcompensatie Naam: ID-nummer: Jaargroep: Studie: Titel: Begeleider: Totaal aantal woorden Heleen van Griensven I356697 Master Nederlands recht voltijd Formele rechtskracht en het wetsvoorstel nadeelcompensatie Mr.

Nadere informatie

1. Ontstaan en loop van het geding

1. Ontstaan en loop van het geding USZ 2006/71 Rechtbank Haarlem 31 oktober 2005, Awb 05-1703 AKW. ( Mr. Ghrib ) Noot Groothuis Verzending bezwaarschrift, Termijnoverschrijding, E-mail, Ontvankelijkheid [Awb - 2:15 lid1; 6:8; 6:9] wat de

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 7-3 0 0 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Sociale

Nadere informatie

Uitgebreide inhoudsopgave

Uitgebreide inhoudsopgave Uitgebreide inhoudsopgave Woord vooraf 5 Verkorte inhoudsopgave 7 Uitgebreide inhoudsopgave 9 Lijst van afkortingen 17 1 Plaatsbepaling rechtsbescherming 21 1.1 Inleiding 21 1.2 Bestuursrechtelijke geschillen

Nadere informatie

DE GRONDWET - ARTIKEL HANDHAVING BESTAANDE REGELGEVING

DE GRONDWET - ARTIKEL HANDHAVING BESTAANDE REGELGEVING DE GRONDWET - ARTIKEL 140 - HANDHAVING BESTAANDE REGELGEVING Bestaande wetten en andere regelingen en besluiten die in strijd zijn met een verandering in de Grondwet, blijven gehandhaafd, totdat daarvoor

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2009:BK9813

ECLI:NL:RBAMS:2009:BK9813 ECLI:NL:RBAMS:2009:BK9813 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 24-12-2009 Datum publicatie 20-01-2010 Zaaknummer 09/947 WI Rechtsgebieden Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - enkelvoudig

Nadere informatie

Zaaknummer : CBHO 2015/083 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 26 januari 2016 Partijen : appellant en Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden :

Zaaknummer : CBHO 2015/083 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 26 januari 2016 Partijen : appellant en Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : Zaaknummer : CBHO 2015/083 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 26 januari 2016 Partijen : appellant en Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : collegegeld gegrond inschrijven ingetrokken inschrijving

Nadere informatie

Titel 8.4 van de Awb: Een adequate oplossing of een voorzichtige eerste stap?

Titel 8.4 van de Awb: Een adequate oplossing of een voorzichtige eerste stap? Titel 8.4 van de Awb: Een adequate oplossing of een voorzichtige eerste stap? Drs. R. van Berkel 11 april 2017 Titel 8.4 van de Awb: Een adequate oplossing of een voorzichtige eerste stap? Scriptie Master

Nadere informatie

HC 9, , Nadeelcompensatie

HC 9, , Nadeelcompensatie HC 9, 01-10-2018, Nadeelcompensatie Nadeelcompensatie wegens rechtmatige overheidsdaad Een voorbeeld van schade na een rechtmatige overheidsdaad is de schade die winkeliers lijden wanneer een hele straat

Nadere informatie

Toegang tot de rechter: strategisch procederen in het milieurecht

Toegang tot de rechter: strategisch procederen in het milieurecht Toegang tot de rechter: strategisch procederen in het milieurecht De rol van de civiele rechter Prof.mr. E. Bauw Molengraaff Instituut voor Privaatrecht Montaigne Centrum voor Rechtsstaat en Rechtspleging

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 621 Aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met bepalingen over nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige overheidsdaad (Wet

Nadere informatie

3 oktober 2012 heeft plaatsgevonden, leidt niet tot een ander oordeel.

3 oktober 2012 heeft plaatsgevonden, leidt niet tot een ander oordeel. Zaaknummer : 2013/073 Rechter(s) : mrs. Loeb, Troostwijk, Van der Spoel Datum uitspraak : 7 oktober 2013 Partijen : Appellante tegen Rijksuniversiteit Groningen Trefwoorden : Aanmelding, afstudeertijdstip,

Nadere informatie

Belemmeringenwet Privaatrecht De actuele praktijk

Belemmeringenwet Privaatrecht De actuele praktijk Belemmeringenwet Privaatrecht De actuele praktijk mr. drs. A. Divis-Stein (advocaat CD RWS) Seminar VVOR 23 januari 2014 Indeling presentatie Rechtsbescherming, toetsing rechter Wettelijke toetsingscriteria

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSHE:2011:BQ2099

ECLI:NL:RBSHE:2011:BQ2099 ECLI:NL:RBSHE:2011:BQ2099 Instantie Datum uitspraak 19-04-2011 Datum publicatie 21-04-2011 Rechtbank 's-hertogenbosch Zaaknummer AWB 10-1012 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 Instantie Datum uitspraak 05-09-2006 Datum publicatie 06-10-2006 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 05/37675 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

BESLUIT. 2. Bij brief van 31 oktober 2003, kenmerk , is gemotiveerd uiteengezet om welke redenen het dossier in zaak 3257 wordt gesloten.

BESLUIT. 2. Bij brief van 31 oktober 2003, kenmerk , is gemotiveerd uiteengezet om welke redenen het dossier in zaak 3257 wordt gesloten. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3824-16 Betreft zaak: Zaak 3824 / GfK Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren gericht tegen zijn beslissing

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 7-3 3 7 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het bestuur van de Faculteit der Governance and Global Affairs,

Nadere informatie

Leidraad voor het nakijken van de toets BESTUURSPROCESRECHT

Leidraad voor het nakijken van de toets BESTUURSPROCESRECHT Leidraad voor het nakijken van de toets BESTUURSPROCESRECHT 18 december 2009 (Uit het antwoord moet blijken dat de cursist de stof heeft begrepen en juist heeft toegepast; een enkel ja of nee is niet voldoende)

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 200705297/1. Datum uitspraak: 31 januari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken uslilie Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken Directie Wetgeving Postadres: Postbus 20301,2500 EH Den Haag Aan geadresseerde Bezoekadres

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 3-0 6 3 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam en woonplaats appellant], appellant tegen [naam verweerder], namens verweerder

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550 ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 15-06-2009 Datum publicatie 06-07-2009 Zaaknummer AWB 08/5874 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 7-2 5 6 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen de Toelatingscommissie

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 7-2 8 0 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het bestuur van de Faculteit der Wiskunde

Nadere informatie

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven; Dienst Werk, Zorg en Inkomen (Dienst WZI), te Eindhoven, verweerder.

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven; Dienst Werk, Zorg en Inkomen (Dienst WZI), te Eindhoven, verweerder. LJN: BA9368, Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 06/4958 Datum uitspraak: 12-06-2007 Datum publicatie: 11-07-2007 Rechtsgebied: Bijstandszaken Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig Inhoudsindicatie:

Nadere informatie

U I T S P R A A K en

U I T S P R A A K en U I T S P R A A K 0 8-0 8 0 en 1 0-0 3 4 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Geneeskunde, verweerder

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve12000040 201102012/1/V2. Datum uitspraak: 13 december 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 200607461/1. Datum uitspraak: 11 juli 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: vennootschap onder firma appellante,, gevestigd te tegen de uitspraak in zaak nos.

Nadere informatie

LJN: BO7059, Rechtbank Amsterdam, AWB 09/3604 AOW. Datum uitspraak: Datum publicatie:

LJN: BO7059, Rechtbank Amsterdam, AWB 09/3604 AOW. Datum uitspraak: Datum publicatie: LJN: BO7059, Rechtbank Amsterdam, AWB 09/3604 AOW Datum uitspraak: 23-09-2010 Datum publicatie: 13-12-2010 Rechtsgebied: Sociale zekerheid Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig Inhoudsindicatie:

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/66263 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Sanders, T.N. Title: Invordering door de overheid : de invordering van geldschulden

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4 1 8 8 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, verweerder 1. Ontstaan en loop van het

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4 1 5 8 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Sociale Wetenschappen, verweerder 1. Ontstaan en loop van het

Nadere informatie

O&A 2015/36 ABkort 2015/126 E C L I:N L :RV S:2 015:8 32

O&A 2015/36 ABkort 2015/126 E C L I:N L :RV S:2 015:8 32 Jur ispr udent ie Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State 18 maart 2015, nr. 201405906/1/A2 (mrs. P.B.M.J. van der Beek-Gillessen, F.C.M.A. Michiels en G. Snijders) m.nt. R.D. Boesveld 1 O&A

Nadere informatie

Voorontwerp van de Studiegroep Schadevergoeding bij rechtmatige en onrechtmatige overheidsdaad mei 2007

Voorontwerp van de Studiegroep Schadevergoeding bij rechtmatige en onrechtmatige overheidsdaad mei 2007 VOORONTWERP VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 6-0 8 2 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen [naam], in haar hoedanigheid als examinator

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2014:107

ECLI:NL:RBMNE:2014:107 ECLI:NL:RBMNE:2014:107 Instantie Datum uitspraak 15-01-2014 Datum publicatie 15-01-2014 Zaaknummer UTR 12/4508 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland Bestuursrecht

Nadere informatie

VMR Actualiteitendag 2015

VMR Actualiteitendag 2015 Datum 19-03-2015 1 VMR Actualiteitendag 2015 Actualiteiten bestuurs(proces)recht Prof. mr. K.J. (Kars) de Graaf k.j.de.graaf@rug.nl www.rug.nl/staff/k.j.de.graaf Datum 19-03-2015 2 Inhoud Bestuursorgaan

Nadere informatie

Bevoegdheden territoriale bestuurscommissies

Bevoegdheden territoriale bestuurscommissies Bevoegdheden territoriale bestuurscommissies mr. R.J.M.H. de Greef, mr. dr. S.A.J. Munneke en prof. mr. S.E. Zijlstra Vraagstelling 1. Het wetsvoorstel dat beoogt de deelgemeenten af te schaffen is inmiddels

Nadere informatie

Tegen eerstvermeld besluit heeft appellant bij een beroepschrift, ingekomen bij het College op 19 februari 1996, beroep ingesteld.

Tegen eerstvermeld besluit heeft appellant bij een beroepschrift, ingekomen bij het College op 19 februari 1996, beroep ingesteld. Zaaknummer: 1996/162 Rechter(s): mrs. Loeb, Martens, Olivier Datum uitspraak: 1 juli 1996 Partijen: X tegen het college van bestuur van de Universiteit Utrecht Trefwoorden: Bevoegdheid, inschrijvingsduur,

Nadere informatie

MEMO. mr. ing. L.J. Wildeboer en mr. E.E. Baars. PO-Raad, t.a.v. drs. M.H.M. Huigsloot. Wob - declaraties primair en voortgezet onderwijs

MEMO. mr. ing. L.J. Wildeboer en mr. E.E. Baars. PO-Raad, t.a.v. drs. M.H.M. Huigsloot. Wob - declaraties primair en voortgezet onderwijs MEMO Van Aan mr. ing. L.J. Wildeboer en mr. E.E. Baars PO-Raad, t.a.v. drs. M.H.M. Huigsloot CMS Derks Star Busmann N.V. Newtonlaan 203 NL-3584 BH Utrecht Postbus 85250 NL-3508 AG Utrecht Datum 26 augustus

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus Datum 28 maart 2012

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus Datum 28 maart 2012 > Retouradres Postbus 20001 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Kabinet Minister-President Binnenhof 19 2513 AA Den Haag Postbus 20001

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 0 9 69 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen de Examencommissie Pedagogische Wetenschappen, verweerster 1.

Nadere informatie

het college van bestuur van de Hogeschool van Amsterdam (hierna: de hogeschool), verweerder.

het college van bestuur van de Hogeschool van Amsterdam (hierna: de hogeschool), verweerder. Zaaknummer : 2013/249 Rechter(s) : mrs. Troostwijk, Lubberdink, Borman Datum uitspraak : 9 mei 2014 Partijen : Appellant tegen CvB Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : Bedreigingsgevaar, belangenafweging,

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BV6555

ECLI:NL:RVS:2012:BV6555 ECLI:NL:RVS:2012:BV6555 Instantie Raad van State Datum uitspraak 22-02-2012 Datum publicatie 22-02-2012 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201109131/1/A2 Eerste

Nadere informatie

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, verweerder, gemachtigden: mrs. C.J. Telting en B.A. Veenendaal.

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, verweerder, gemachtigden: mrs. C.J. Telting en B.A. Veenendaal. Uitspraak RECHTBANK AMSTERDAM Sector bestuursrecht zaaknummer: AWB 11/2308 WWB uitspraak van de meervoudige kamer in de zaak tussen [eiseres], wonende te [woonplaats], eiseres, gemachtigde mr. W.G. Fischer,

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstatc 201106725/1/V1. Datum uitspraak: 3 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie