Nadere regels op de verordening op de zorg voor de jeugd Amsterdam

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Nadere regels op de verordening op de zorg voor de jeugd Amsterdam"

Transcriptie

1 Nadere regels bij de Nadere regels op de verordening op de zorg voor de jeugd Amsterdam Vastgesteld door college van B en W Amsterdam op 15 maart 2016 Conceptversie 3.1 (24 februari 2016) Wijzigingen 2016

2 Inhoud Hoofdstuk 1 Algemeen... 3 Artikel 1.1 Begripsbepalingen... 3 Hoofdstuk 2 Aanbod individuele voorzieningen... 4 Artikel 2.1 Algemeen... 4 Hoofdstuk 3 Toegang: algemeen en procedureel... 5 Artikel 3.1 Geldigheidsduur toekenningsbesluiten... 5 Hoofdstuk 4 Toegang: beoordeling... 6 Paragraaf 1 Het gesprek... 6 Artikel 4.1 Samenhang... 6 Artikel 4.2 Verantwoorde zorg... 6 Artikel 4.3 Multidisciplinair oordeel... 6 Paragraaf 2 Toegangscriteria... 7 Artikel 4.4 Ondersteuning bij het opstellen van een familiegroepsplan... 7 Artikel 4.5 Ambulante jeugdzorg... 7 Artikel 4.6 Dagbehandeling jeugdzorg... 7 Artikel 4.7 Verblijf jeugdzorg... 7 Artikel 4.8 Pleegzorg... 7 Artikel 4.9 Generalistische basis geestelijke gezondheidszorg... 8 Artikel 4.10 Gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg... 8 Artikel 4.11 Begeleiding... 8 Artikel 4.12 Persoonlijke verzorging... 8 Artikel 4.13 Kortdurend verblijf... 9 Artikel 4.14 Behandeling (Licht)verstandelijk beperkten... 9 Artikel 4.15 Verblijf (Licht)verstandelijk beperkten... 9 Artikel 4.16 Vervoer... 9 Hoofdstuk 5 Het persoonsgebonden budget Artikel 5.1 Algemeen...10 Artikel 5.2 Kwaliteitseisen van de met persoonsgebonden budget in te kopen zorg...10 Artikel 5.3 Vaststelling omvang en hoogte persoonsgebonden budget...10 Artikel 5.4 Inzet persoonsgebonden budget buiten Amsterdam Artikel 5.5 Experimenteerruimte Hoofdstuk 6 Slotbepalingen Artikel 6.1 Afwijkingsbevoegdheid

3 Artikel 6.2 Inwerkingtreding...12 Artikel 6.3 Citeertitel...12 Algemene toelichting Artikelsgewijze toelichting

4 Hoofdstuk 1 Algemeen Artikel 1.1 Begripsbepalingen In deze regels wordt verstaan onder: - budgethouder: degene die bevoegd is het persoonsgebonden budget te beheren dat wordt aangewend voor de bekostiging van de individuele voorziening voor de jeugdige of zijn ouders; - crisisregisseur jeugd (L)VB: de functionaris die door de gezamenlijke zorgaanbieders is aangewezen om in geval van crisis een besluit te nemen of en zo ja, waar een jeugdige geplaatst wordt in een verblijfsvoorziening voor een jeugdigen met een (licht) verstandelijke beperking. - DSM: Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (diagnostisch en statistisch handboek voor psychische stoornissen), de versie zoals die door het professionele veld wordt gebruikt; - gebruikelijke zorg: de normale, dagelijkse zorg die partners, ouders, inwonende kinderen of andere huisgenoten geacht worden elkaar te bieden; - gemandateerde zorgprofessional: zorgverlener van het Ouder- en Kindteam of Samen DOEN-team die gemandateerd is om namens het college besluiten te nemen over het toekennen van individuele jeugdhulpvoorzieningen; - lokaal team: een Ouder- en Kindteam, zoals bedoeld in artikel 2.3 van de verordening of Samen DOEN-team zoals bedoeld in artikel 2.4 van de verordening; - protocol dyslexie: protocol Dyslexie diagnostiek en behandeling van het College voor Zorgverzekeringen, de laatst geldende versie; - Sociale verzekeringsbank: Sociale verzekeringsbank, genoemd in artikel 3 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen; - verordening: de Verordening op de Zorg voor de Jeugd Amsterdam; - wet: wet inzake regels over de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor preventie, ondersteuning, hulp en zorg aan jeugdigen en ouders bij opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen (Jeugdwet); - zorg vanuit het sociaal netwerk: informele, niet professionele zorg die wordt ingeschakeld via het netwerk van de jeugdige en zijn ouders. 3

5 Hoofdstuk 2 Aanbod individuele voorzieningen Artikel 2.1 Algemeen 1. De beschikbare individuele voorzieningen worden ingekocht op stedelijk, regionaal of landelijk niveau en ingedeeld in een zorgcategorie. 2. Er zijn twaalf zorgcategorieën: a. ondersteuning bij het opstellen van een familiegroepsplan; b. ambulante jeugdzorg; c. dagbehandeling jeugdzorg d. verblijf jeugdzorg; e. pleegzorg; f. generalistische basis geestelijke gezondheidszorg; g. gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg; h. begeleiding; i. persoonlijke verzorging; j. kortdurend verblijf; k. behandeling (licht)verstandelijk beperkten; l. verblijf (licht)verstandelijk beperkten. 3. Op een website wordt bekend gemaakt welke zorgaanbieders individuele voorzieningen in welke zorgcategorie kunnen uitvoeren. 4

6 Hoofdstuk 3 Toegang: algemeen en procedureel Artikel 3.1 Geldigheidsduur toekenningsbesluiten 1. Een besluit tot toekenning van een individuele voorziening voor een van de zorgcategorieën als bedoeld in artikel 2.1 tweede lid onder a tot en met d, en f en g wordt verstrekt voor de duur als opgenomen in het hulpverleningsplan van de jeugdhulpaanbieder. 2. Een besluit tot toekenning van een individuele voorziening als bedoeld in het eerste lid kan tussentijds worden aangepast op basis van een door de jeugdhulpaanbieder gewijzigd hulpverleningsplan. 3. Een besluit tot toekenning van een individuele voorziening voor een van de zorgcategorieën als bedoeld in artikel 2.1 tweede lid onder e en h tot en met l wordt verstrekt voor de duur van een van de drie navolgende categorieën: Categorie 1: korter dan 1 jaar; Categorie 2: voor de duur van 2 jaar in gevallen die niet onder categorie 1 of 3 vallen; Categorie 3: tot de jeugdige 18 jaar is geworden of enige tijd daarna, in gevallen waarin vaststaat dat de behoefte aan ondersteuning langdurig is en niet te verwachten valt dat de aard van de ondersteuning wijziging behoeft. 4. Een besluit tot toekenning van een individuele voorziening vervalt, indien de jeugdige of zijn ouders zich niet binnen drie maanden hebben gemeld bij een zorgaanbieder. 5. Bij het aflopen van de maximale duur van het besluit wordt opnieuw de zorgbehoefte van de jeugdige bepaald, zo nodig in combinatie met diagnostiek. 5

7 Hoofdstuk 4 Toegang: beoordeling Paragraaf 1 Het gesprek Artikel 4.1 Samenhang 1. Bij de beoordeling of een voorziening nodig is als ook wat de aard van de voorziening moet zijn, wordt betrokken: a. het geheel van problemen en beschermende factoren met betrekking tot de jeugdige; b. de eigen verantwoordelijkheid en de mogelijkheden van de jeugdige en zijn ouders; c. indien meerdere voorzieningen mogelijk zijn wordt de goedkoopst adequate voorziening verstrekt. 2. De zorgtaken van ouders en de te verstrekken voorzieningen worden op elkaar afgestemd. 3. Een reeds verstrekte voorziening kan worden ingetrokken of aangepast als zij niet langer passend is naar inhoud of als voorliggende problemen eerst moeten worden opgelost. Artikel 4.2 Verantwoorde zorg De aard en de omvang van de zorg die wordt verstrekt, wordt mede bepaald door de stand van de wetenschap en praktijk en, bij het ontbreken van een zodanige maatstaf, door wat in het betrokken vakgebied geldt als verantwoorde en adequate zorg en diensten. Artikel 4.3 Multidisciplinair oordeel 1. Het besluit of en welke zorgcategorie wordt toegekend wordt genomen door een gemandateerde zorgprofessional van het lokale team op basis van het gesprek met de jeugdige en/of zijn ouders en overleg met tenminste één andere gemandateerde zorgprofessional. 2. De gemandateerde zorgprofessionals beschikken over de relevante deskundigheid volgens landelijke professionele richtlijnen om de vermoedelijke diagnose te bepalen die criterium is voor de betreffende zorgcategorie, andere vermoedelijke diagnoses uit te sluiten of prioritering van behandeling te kunnen bepalen. 3. Bij meer complexe situaties wordt zo nodig meer gespecialiseerde deskundigheid geconsulteerd buiten het lokale team. 4. Het gesprek en multidisciplinaire overleg, zoals bedoeld in het eerste lid, worden achterwege gelaten bij het besluit tot toekennen van een individuele voorziening op verwijzing van een huisarts, jeugdarts voorzover het geen zorgprofessional van het lokale team betreft of medisch specialist of op basis van het intakegesprek van de aldus betrokken zorgaanbieder. 5. Het gesprek en multidisciplinaire overleg, zoals bedoeld in het eerste lid, worden achterwege gelaten bij het besluit tot toekennen van een individuele voorziening op verwijzing van een gecertificeerde instelling in het kader van gezinsmanagement zonder maatregel en bij advies van Veilig Thuis of de interventieteams genoemd in artikel 2.7 van de verordening. 6. Het gesprek en multidisciplinaire overleg, zoals bedoeld in het eerste lid, worden achterwege gelaten bij het besluit tot toekennen van specialistische GGZ, zijnde diagnostiek of 6

8 behandeling van enkelvoudige ernstige dyslexie, op verwijzing van een school conform het protocol dyslexie. 7. Het gesprek en multidisciplinaire overleg, zoals bedoeld in het eerste lid, worden achterwege gelaten bij het besluit tot toekennen van onderwijszorgarrangementen op verwijzing van een school voor speciaal onderwijs of praktijkonderwijs. Paragraaf 2 Toegangscriteria Artikel 4.4 Ondersteuning bij het opstellen van een familiegroepsplan Een jeugdige en zijn ouders komen in aanmerking voor ondersteuning bij het opstellen van een familiegroepsplan, indien de verwachting is dat zij met deze ondersteuning zelf in staat zijn een hulpverleningsplan of plan van aanpak op te stellen samen met bloedverwanten, aanverwanten of anderen die tot de sociale omgeving van de jeugdige behoren. Artikel 4.5 Ambulante jeugdzorg Een jeugdige en/of zijn ouders komen in aanmerking voor ambulante jeugdzorg, indien a. er sprake is van opvoedingsproblemen en een of meer van de volgende factoren: b. (dreigende) ernstige psychosociale, psychische, psychiatrische of gedragsproblemen van de jeugdige; c. (dreigende) ernstige problemen op meerdere leefgebieden in combinatie met ontwikkelingsproblemen bij de jeugdige. Artikel 4.6 Dagbehandeling jeugdzorg Een jeugdige komt in aanmerking voor dagbehandeling jeugdzorg, indien: a. voldaan is aan de criteria genoemd in artikel 4.5; en b. behandeling of observatie buiten de reguliere thuis- of schoolsituatie op de accommodatie van de zorgaanbieder noodzakelijk is. Artikel 4.7 Verblijf jeugdzorg 1. Een jeugdige komt in aanmerking voor verblijf jeugdzorg indien: a. voldaan is aan de criteria genoemd in artikel 4.5 en; b. jeugdzorg ambulant of in dagbehandeling niet toereikend is; c. pleegzorg niet beschikbaar of geschikt is. 2. In geval van crisisplaatsing is een daartoe strekkend advies van Veilig Thuis noodzakelijk. Artikel 4.8 Pleegzorg 1. Een jeugdige komt in aanmerking voor pleegzorg indien en zolang de jeugdige niet thuis kan wonen of verblijven als gevolg van (dreigende) onveiligheid, opvoedingsonmacht of overbelasting van de ouders. 2. Ingeval van een crisisplaatsing is een daartoe strekkend advies van Veilig Thuis noodzakelijk. 7

9 Artikel 4.9 Generalistische basis geestelijke gezondheidszorg Een jeugdige komt in aanmerking voor generalistische basis geestelijke gezondheidszorg, indien er sprake is van a. (een vermoeden van) een DSM benoemde stoornis b. en matige of (hoog) ernstige psychische klachten waarbij sprake is van een matige complexiteit van de klachten, een beperkt risico en het beloop van de klachten beantwoordt aan de criteria van de DSM. Artikel 4.10 Gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg 1. Een jeugdige komt in aanmerking voor gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg indien er sprake is van: a. (een vermoeden van) een DSM benoemde stoornis; b. en een hoge complexiteit van de klachten of een hoog risico. 2. Een jeugdige komt in aanmerking voor diagnostiek of behandeling van enkelvoudige ernstige dyslexie, indien: a. de jeugdige zeven jaar of ouder is, maar de leeftijd van 13 jaar nog niet heeft bereikt; b. er voldaan is aan de afspraken opgenomen in het protocol dyslexie. Artikel 4.11 Begeleiding 1. Een jeugdige en/of zijn ouders komen in aanmerking voor begeleiding, indien: a. er bij de jeugdige sprake is van een somatische of (vermoeden van) psychiatrische aandoening of beperking of een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap en; b. er bij de jeugdige sprake is van matige of zware beperkingen op het terrein van o de sociale redzaamheid of o het bewegen en verplaatsen of o het psychisch functioneren of o het geheugen en de oriëntatie of; c. er bij de jeugdige sprake is van (ernstige) gedragsproblematiek; d. en de ouders de noodzakelijke begeleiding niet kunnen bieden of deze meer is dan redelijkerwijze van de ouders verwacht mag worden. 2. De begeleiding is gericht op bevordering, behoud of compensatie van de zelfredzaamheid en kan zich (in tijdelijke vorm) ook richten op de mantelzorger in de directe omgeving van de jeugdige, als dit ten goede komt aan een jeugdige. Artikel 4.12 Persoonlijke verzorging 1. Een jeugdige en zijn ouders komen in aanmerking voor ondersteuning bij de persoonlijke verzorging van de jeugdige, indien: a. er bij de jeugdige sprake is van een somatische of (vermoeden van) psychiatrische aandoening of beperking, of een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap en; b. de jeugdige de vaardigheden of kennis mist om de persoonlijke zorg zelfstandig uit te voeren en deze ook niet kan aanleren; c. en de ouders de noodzakelijke persoonlijke verzorging niet kunnen bieden of deze meer is dan redelijkerwijze van de ouders verwacht mag worden. 8

10 Artikel 4.13 Kortdurend verblijf 1. Een jeugdige komt in aanmerking voor kortdurend verblijf indien: a. de jeugdige een somatische, of psychiatrische aandoening of beperking dan wel een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap heeft én; b. de jeugdige, is aangewezen op zorg gepaard gaand met permanent toezicht én; c. ontlasting van de persoon die de gebruikelijke zorg of mantelzorg aan de jeugdige levert noodzakelijk is. 2. Kortdurend verblijf omvat logeren gedurende maximaal drie etmalen per week, gepaard gaande met daarbij noodzakelijke persoonlijke verzorging en begeleiding. Artikel 4.14 Behandeling (Licht)verstandelijk beperkten 1. Een jeugdige komt in aanmerking voor behandeling (licht)verstandelijk beperkten (LVB) indien: a. er sprake is van een (licht)verstandelijke beperking van de jeugdige en; b. er een noodzaak is voor continue, systematische, langdurige en multidisciplinaire zorg of; c. behandeling gericht op herstel en/of het aanleren van vaardigheden noodzakelijk is, het gedrag een specifieke aanpak vraagt of; d. aanvullende functionele diagnostiek nodig is. Artikel 4.15 Verblijf (Licht)verstandelijk beperkten 1. Een jeugdige komt in aanmerking voor verblijf (licht)verstandelijk beperkten (LVB), indien: a. voldaan is aan de criteria genoemd in artikel 4.14 eerste lid onder a en; b. gezien de aard van de beperking of stoornis de jeugdige is aangewezen op een beschermende woonomgeving en ouders dit niet kunnen bieden of; c. de jeugdige is aangewezen op een therapeutisch leefklimaat. 2. In geval van crisisplaatsing is een daartoe strekkend advies van de crisisregisseur jeugd (L)VB noodzakelijk. Artikel 4.16 Vervoer 1. Een jeugdige komt in aanmerking voor een vervoersvoorziening naar een locatie waar jeugdhulp wordt geboden als: a. de jeugdige niet op eigen gelegenheid naar de locatie kan reizen en b. er sprake is van beperkingen in de zelfredzaamheid van de ouders en c. er geen sprake is van mogelijkheden in de sociale omgeving van de jeugdige om het vervoer te kunnen verzorgen. 2. De noodzaak voor vervoersvoorziening wordt vastgesteld door de zorgaanbieder of het college, indien het gaat om een voorziening in het kader van een persoonsgebonden budget. 3. De vervoersvoorziening kan bestaan uit: a. vervoer door derden in opdracht van de zorgaanbieder of het college, b. een vergoeding voor een openbare vervoersvoorziening, c. een kilometervergoeding van 0,19 per kilometer. 9

11 Hoofdstuk 5 Het persoonsgebonden budget Artikel 5.1 Algemeen 1. Een persoonsgebonden budget kan worden verstrekt ten behoeve van een voorziening als bedoeld in artikel 3.1 tweede lid onderdeel a tot en met e en 3.2 tweede lid onderdeel a en c van de verordening. 2. Het college stelt standaardformulieren vast voor de aanvraag van een persoonsgebonden budget, als bedoeld in artikel 3.5 van de verordening. 3. De motivatie en bekwaamheid van de aanvrager van een persoonsgebonden budget en de doelmatigheid van het zorginhoudelijke voorstel wordt getoetst aan de hand van de aanvraag, als bedoeld in artikel 3.5 van de verordening en het gesprek, als bedoeld in artikel 3.9 van de verordening. 4. De budgethouder of gemachtigde budgethouder mag niet tevens de zorgverlener van de jeugdige zijn, tenzij het om de ouder of verzorger van de jeugdige gaat. Artikel 5.2 Kwaliteitseisen van de met persoonsgebonden budget in te kopen zorg 1. De zorg die de budgethouder inkoopt, is kwalitatief verantwoord en voldoet tenminste aan de volgende eisen: a. de zorg, in te kopen bij een jeugdhulpaanbieder voldoet aan de wettelijke eisen; b. verleners van informele zorg die geen jeugdhulpaanbieder zijn, met uitzondering van de ouders van de jeugdige, beschikken over een verklaring omtrent het gedrag als bedoeld in artikel van de wet en verlenen veilige, doeltreffende, doelmatige en cliëntgerichte zorg. Artikel 5.3 Vaststelling omvang en hoogte persoonsgebonden budget 1. De maximale omvang van het persoonsgebonden budget wordt bepaald met inachtneming van de omvang van de zorg zoals vastgesteld in het pgb-plan dan wel het hulpverleningsplan. 2. De maximale hoogte van het persoonsgebonden budget ten behoeve van de inkoop van diensten bij een jeugdhulpaanbieder wordt berekend op basis van de omvang van de te leveren zorg vermenigvuldigd met de volgende tarieven: a. voor begeleiding individueel geldt een uurtarief van 35,84; b. voor begeleiding groep geldt een dagdeeltarief van 44,30; c. voor begeleiding groep met vervoer geldt een dagdeeltarief van 49,63; d. voor persoonlijke verzorging geldt een uurtarief van 27,02; e. voor kortdurend verblijf geldt een tarief van 101,-- per etmaal; f. voor de overige vormen van zorg geldt het laagste tarief waarvoor de betreffende zorg door de gemeente is ingekocht. 3. Voor een persoonsgebonden budget ten behoeve van de inkoop van diensten bij verleners van zorg die geen jeugdhulpaanbieder zijn geldt een uurtarief van maximaal 20, Voor inzet van niet professionele hulp voor begeleiding groep zonder vervoer geldt een dagdeeltarief van 25,70 en voor begeleiding groep met vervoer geldt een dagdeeltarief 28, Voor inzet van niet professionele hulp voor kortdurend verblijf geldt een tarief van 58,85 per etmaal. 10

12 Artikel 5.4 Inzet persoonsgebonden budget buiten Amsterdam 1. De budgethouder kan het persoonsgebonden budget voor ten hoogste dertien weken per kalenderjaar inzetten voor betaling van zorg te verlenen tijdens verblijf buiten Amsterdam. 2. De budgethouder kan het persoonsgebonden budget voor ten hoogste zes weken per kalenderjaar inzetten voor betaling van zorg te verlenen tijdens verblijf buiten Nederland. 3. Het college kan op aanvraag de in het eerste en tweede lid bedoelde termijn verlengen. Artikel 5.5 Experimenteerruimte 1. Het college kan in het kader van onderzoek naar nieuwe zorgvormen voorzieningen toekennen via een persoonsgebonden budget die bij wijze van experiment afwijken van deze nadere regels. 2. De afwijkingsbevoegdheid kan omvatten dat de voorziening voor een afwijkende periode wordt toegekend, dat de zorg in inhoud en/of vorm afwijkt, dat een monitoring- en evaluatieprocedure wordt bepaald of dat een voorziening tussentijds wordt gewijzigd. 11

13 Hoofdstuk 6 Slotbepalingen Artikel 6.1 Afwijkingsbevoegdheid Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de jeugdige of zijn ouders afwijken van deze nadere regels indien toepassing van deze regels gevolgen zou hebben die onevenredig zijn in verhouding tot de met de nadere regels te dienen doelen. Bij bijzondere omstandigheden gaat het om omstandigheden die niet al in de nadere regels zijn verdisconteerd en waarin de strikte navolging van de nadere regel zou leiden tot een niet beoogde uitkomst Artikel 6.2 Inwerkingtreding Deze nadere regels treden in werking op 1 mei Artikel 6.3 Citeertitel Deze nadere regels worden aangehaald als: Nadere regels op de verordening op de zorg voor de jeugd Amsterdam. 12

14 Algemene toelichting Deze nadere regels zijn opgesteld als een nadere uitwerking van de regels zoals vastgelegd in de Verordening op de Zorg voor de jeugd Amsterdam (vastgesteld door de gemeenteraad op 16 december 2015). In de verordening wordt op enkele plaatsen specifiek verwezen naar de mogelijkheid dan wel plicht van het college om nadere regels te stellen: artikel 2.5, vierde lid: het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de inzet en duur van het gezinsmanagement zonder maatregel (nog niet opgenomen in deze nadere regels); artikel 3.3: het college stelt bij nadere regels de beschikbare individuele voorzieningen vast (zie artikel 2.1 van deze nadere regels); artikel 3.4 zesde lid: het college stelt bij nadere regels de zorgcategorieën en de geldigheidsduur van het besluit (zie artikel 2.1 en 3.1 van deze nadere regels); artikel 3.9 vijfde lid: het college kan nadere regels vaststellen met betrekking tot de inhoud van en de wijze waarop het gesprek wordt gevoerd (zie van deze nadere regels); artikel 3.10 tweede lid: het college kan nadere regels vaststellen ter verdere uitwerking van de algemene criteria zoals genoemd in het eerste lid of ter bepaling van specifieke criteria voor bepaalde individuele voorzieningen (zie artikel van deze nadere regels); artikel 3.11 tweede lid: het college kan nadere regels vaststellen met betrekking tot de afwegingsfactoren bij het toekennen van een individuele voorziening (zie artikel 4.1 van deze nadere regels); artikel 3.12 zesde lid; Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de criteria als bedoeld in het eerste tot en met het derde lid [d.w.z. rond toekennen van persoonsgebonden budget (voor niet professionele ondersteuning)] en de wijze van het vaststellen van de hoogte van het budget (zie artikel van deze nadere regels). Uitgangspunt is geweest de regels zo beperkt mogelijk te houden. Hiermee wordt de praktijk een zo groot mogelijke handelingsvrijheid gegeven om in overleg met jeugdigen en ouders die hulp in te kunnen zetten die nodig is. Aan de andere kant willen we willekeur voorkomen. Jeugdige en ouders hebben recht op heldere afwegingskaders, zodat in vergelijkbare gevallen gelijk wordt gehandeld. De nadere regels bieden een dergelijk minimum set aan regels. Deze nadere regels zijn een herziening van de nadere regels zoals vastgesteld in december Belangrijkste verschil is dat in de vorige nadere regels er nog voor gekozen was om de oude Beleidsregels indicatiestelling AWBZ 2014 (en de indicatiewijzer CIZ die daarvan een uitwerking was) te verankeren. Dit is nu losgelaten. Dit betekent dat ook voor de voormalige AWBZ-zorg de professionals meer ruimte krijgen om zelfstandig de afweging te maken welke zorg en in welke omvang nodig is. Afwegingskaders blijven echter gewenst, maar worden niet langer door college opgelegd. De gemeente ziet wel toe of en hoe de lokale teams en de jeugdhulpaanbieders tot afwegingskaders komen en hierover transparant communiceren richting jeugdigen en ouders. 13

15 Artikelsgewijze toelichting Hoofdstuk 1 Algemeen Artikel 1.1 Begripsbepalingen Budgethouder: in de regel is de budgethouder van het persoonsgebonden budget de ouder(s) van de jeugdige die het persoonsgebonden budget hebben aangevraagd. Het is op grond van de wet (artikel tweede lid) mogelijk dat een curator, bewindvoerder, mentor, gemachtigde, gecertificeerde instelling of aanbieder van gesloten jeugdhulp de ouder ondersteunt bij de uitvoering van het persoonsgebonden budget. Crisisregisseur jeugd (L)VB: de door de gemeente Amsterdam gecontracteerde zorgaanbieders voor jeugd (L)VB hebben gezamenlijk een crisisregisseur aangewezen die in geval van een crisis een besluit neemt of en zo ja, waar een jeugdige geplaatst wordt op een crisisbed voor jeugdigen met een (licht) verstandelijke beperking. DSM: de DSM (het diagnostisch en statistisch handboek voor psychische stoornissen) is een handboek van de American Psychiatric Association dat in de praktijk van de geestelijke gezondheidszorg gebruikt wordt als dé standaard bij het classificeren en vaststellen van psychische stoornissen. In mei 2013 is de DSM-5 gepubliceerd. Gebruikelijke zorg: de term gebruikelijk zorg komt voort uit het Besluit zorgaanspraken AWBZ. In de Beleidsregels indicatiestelling AWBZ is het begrip en detail omschreven om duidelijk te maken wat als gebruikelijke zorg van bijvoorbeeld ouders verwacht mag worden als het gaat om het begeleiding en verzorgen van hun kind. In deze nadere regels wordt dit begrip alleen gebruikt in artikel Gemandateerde zorgprofessional: de wettelijke bevoegdheid van het college om een besluit te nemen over de inzet van individuele jeugdhulpvoorzieningen is in Amsterdam gemandateerd naar zorgprofessionals van de lokale teams (Ouder- en Kindteams en Samen DOEN-teams). Het college stelt bepaalde eisen aan de mandatering, zo moet de zorgprofessional geregistreerd staan in het BIG-register of het Kwaliteitsregister Jeugd. Lokaal team: deze overkoepelende term wordt in de nadere regels gebruikt voor de Ouder- en Kindteams en de Samen DOEN-teams in Amsterdam. De meeste Ouder- en Kindteams en Samen DOEN-teams zijn verbonden aan een van de 22 gebieden in de stad. Er zijn echter ook enkele Ouder- en Kindteams die voor meerdere gebieden of zelfs op stedelijk niveau functioneren (respectievelijk de Ouder- en Kindteams voor het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs). Sociale verzekeringsbank: de Sociale verzekeringsbank (SVB) is bij wet de uitvoerder van het trekkingsrecht rond het persoonsgebonden budget. De gemeente stelt het persoonsgebonden budget ter beschikking van de SVB. De budgethouder dient de rekeningen (facturen) naar de SVB sturen, die ze vervolgens controleert en rechtstreeks betaalt aan de zorgverlener. Feitelijk beheert de SVB dus het budget. 14

16 Hoofdstuk 2 Aanbod individuele voorzieningen Artikel 2.1 Algemeen Eerste lid: inkoop individuele jeugdhulpvoorzieningen De individuele jeugdhulpvoorzieningen worden geboden door een groot aantal jeugdhulpaanbieders. Dit kunnen instellingen zijn, maar ook vrijgevestigde hulpverleners (ZZP-ers of groepspraktijken). Het grootste deel van dit aanbod is op (boven)regionaal niveau (Amsterdam-Amstelland, en Zaanstreek-Waterland) ingekocht. Daarnaast heeft Amsterdam met enkele aanbieders ook een lokaal (stedelijk) contract. Tenslotte zijn er door de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) landelijke raamcontracten afgesloten met landelijk opererende, zeer gespecialiseerd, jeugdhulpinstellingen. Ook Amsterdamse jeugdigen (en hun ouders) kunnen gebruik maken van dit landelijke aanbod. Jeugdhulpaanbieders worden door de gemeente Amsterdam gecontracteerd voor het uitvoeren van zorg uit één of meerdere zorgcategorieën. Via de inkoop zorgt de gemeente Amsterdam er voor dat alleen jeugdhulpaanbieders gecontracteerd worden die aan de kwaliteitseisen voldoen die bij betreffende zorgcategorie horen. Het is een jeugdhulpaanbieder daarom ook niet toegestaan andere jeugdhulp aan te bieden dan is afgesproken in de inkoopovereenkomst met de gemeente. Tweede lid: twaalf zorgcategorieën De gemeente Amsterdam onderscheidt bij de individuele jeugdhulpvoorzieningen twaalf zorgcategorieën. De indeling sluit aan bij de oude indeling zoals die gebruikelijk was in de drie zorgdomeinen van vóór de inwerkingtreding van de Jeugdwet op 1 januari 2015: provinciale jeugdzorg, jeugd-ggz en jeugd-awbz. Dit is gedaan voor de herkenbaarheid in het transitiejaar Maar ook voor 2016 wordt hieraan nog vastgehouden. Tweede lid, onderdeel a: familiegroepsplan Het familiegroepsplan is in de Jeugdwet gedefinieerd als hulpverleningsplan of plan van aanpak opgesteld door de ouders, samen met bloedverwanten, aanverwanten of anderen die tot de sociale omgeving van de jeugdige behoren. In de Jeugdwet is vastgelegd dat het gemeentelijke beleid gericht moet zijn op het tot stand brengen en uitvoeren van familiegroepsplannen (artikel 2.1 onderdeel g). Daarnaast is in de Jeugdwet (artikel 4.1.2) vastgelegd dat de jeugdhulpaanbieder of de gecertificeerde instelling als eerste de mogelijkheid biedt om, binnen een redelijke termijn, een familiegroepsplan op te stellen. De gemeente Amsterdam heeft twee organisaties gecontracteerd die jeugdigen en ouders kunnen ondersteunen bij het opstellen van een familiegroepsplan. Deze ondersteuning wordt beschouwd als een individuele voorziening (zie verordening artikel 3.1 tweede lid onderdeel f). Tweede lid, onderdeel b tot en met e: voormalige provinciale jeugdzorg De vier zorgcategorieën genoemd onder b tot en met e beschrijven de provinciale jeugdzorg die tot 1 januari 2015 geboden werd op grond van de Wet op de jeugdzorg. De aanspraak op jeugdzorg ingevolge de Wet op de Jeugdzorg omvatte: jeugdhulp, verblijf en observatiediagnostiek (artikel 2 Uitvoeringsbesluit Wet op de Jeugdzorg). Met deze nadere regels wordt voor een vierdeling gekozen: ambulante jeugdzorg, dagbehandeling jeugdzorg, pleegzorg en verblijf jeugdzorg. De laatste drie zorgcategorieën vielen in de Wet op de jeugdzorg alle drie 15

17 onder het kopje verblijf. Hier is besloten ze van elkaar te onderscheiden, omdat het in hun aard om zeer verschillende voorzieningen gaat. In de inkooppraktijk van de provinciale jeugdzorg werd dit onderscheid overigens al gehanteerd. Van ambulante jeugdzorg in plaats van (ambulante) jeugdhulp wordt gesproken, omdat de term jeugdhulp onder de nieuwe Jeugdwet een veel bredere betekenis heeft gekregen (bijvoorbeeld ook jeugd-ggz). Observatiediagnostiek blijft als activiteit bestaan, maar wordt niet meer als aparte zorgcategorie benoemd. In de meeste gevallen zal observatiediagnostiek uitgevoerd worden in het kader van ingezette hulp. Tweede lid, onderdeel f en g: voormalige jeugd-ggz De twee zorgcategorieën genoemd onder f en g beschrijven de geestelijke gezondheidszorg die tot 1 januari 2015 aan jeugdigen geboden werd op grond van de Zorgverzekeringswet (Zvw). Sinds 1 januari 2014 wordt in de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) een onderscheid gemaakt tussen basiszorg, generalistische basis GGZ en gespecialiseerde GGZ. De basiszorg wordt in het jeugdstelsel in Amsterdam geboden vanuit de algemene voorzieningen (Ouderen Kindteams en Samen DOEN-teams) of vanuit de huisartsenzorg onder verantwoordelijkheid van de zorgverzekeraars en is hier dus niet opgenomen als zorgcategorie binnen de individuele jeugdhulpvoorzieningen. Tweede lid, onderdeel h tot en met l: voormalige AWBZ De vijf zorgcategorieën genoemd onder h tot en met l beschrijven de zorg richting jeugdigen die tot 1 januari 2015 geboden werd op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). De zorgcategorieën vallen hier samen met functies binnen de voormalige AWBZ. Er is een onderscheid tussen de eerste drie zorgcategorieën (= functies) begeleiding, persoonlijke verzorging en kortdurend verblijf die voor alle jeugdigen met een beperking overgegaan zijn naar de gemeente, en de laatste twee zorgcategorieën (= functies) behandeling en verblijf die alleen voor jeugdigen met een (licht)verstandelijke beperking overgegaan zijn naar de gemeente. Een deel van de oude AWBZ-zorg is per 1 januari 2015 opgegaan in de nieuwe Wet langdurige zorg (Wlz). Toegangscriterium voor de Wlz is dat er sprake is van blijvende problematiek die zonder 24 uurstoezicht of -zorg nabij leidt tot ernstig nadeel. Voor jeugdigen is het overigens soms moeilijk vast te stellen of sprake is van blijvende problematiek, en of een kind dus onder de Jeugdwet of de Wlz valt. Intensieve kindzorg (thuis of in een instelling) voor kinderen met ernstige medische problemen en/of beperkingen en extramurale palliatief terminale zorg voor kinderen is onder de Zorgverzekeringwet komen te vallen. Derde lid: website De gemeente Amsterdam draagt er zorg voor dat de gecontracteerde jeugdhulpaanbieders hun aanbod kenbaar maken op een gezamenlijke website. In 2015 ging dit om de website ikzoekjeugdhulp.nl. In 2016 wordt waarschijnlijk een nieuwe website gelanceerd met meer en betere toegankelijke informatie. Artikel 3.1 Geldigheidsduur toekenningsbesluiten In de verordening (artikel 3.4 eerste lid) is opgenomen dat het college een individuele voorziening toekent door middel van een besluit met een bepaalde geldigheidsduur (vergelijk ook 16

18 artikel 3.6 eerste lid met betrekking tot de inhoud van het besluit). Artikel 3.1 van de nadere regels geeft een nadere uitwerking van deze geldigheidsduur. Eerste en tweede lid: duur beschikking = duur in hulpverleningsplan Wanneer het gaat om een besluit dat toegang geeft tot de zorgcategorieën ondersteuning bij het opstellen van en een familiegroepsplan, ambulante jeugdzorg, dagbehandeling jeugdzorg, verblijf jeugdzorg, generalistische basis GGZ of gespecialiseerde GGZ, komt de geldigheidsduur van de beschikking overeen met de duur van de jeugdhulp zoals opgenomen hulpverleningsplan. Een jeugdhulpaanbieder is op grond van de Jeugdwet verplicht om binnen zes weken een hulpverleningsplan op te stellen. Dit betekent dat voor deze zorgcategorieën de geldigheidsduur van het besluit niet opgenomen is in de beschikkingsbrief richting de jeugdige of de ouders. De beschikking wordt immers afgegeven voordat het hulpverleningsplan is opgesteld. Deze bepaling is opgenomen in de nadere regels om de jeugdhulpverlener maximaal de ruimte geven om de hulp net zolang in te zetten als nodig is. Het is aan de jeugdhulpaanbieder om in overleg met de jeugdige en de ouders aan te geven wanneer de zorg afgesloten is. Op dat moment zal de beschikking afgesloten worden in de gemeentelijke beschikkingenadministratie. Nb bij de zorgcategorie ondersteunen bij het opstellen van een familiegroepsplan gaat het natuurlijk niet om jeugdhulp en wordt er daarom ook geen hulpverleningsplan gemaakt voorafgaande aan de ondersteuning. Toch is deze zorgcategorie in dit artikel van de nadere regels gelijk geschakeld aan de andere genoemde zorgcategorieën, omdat ook in dit geval de ondersteuner in overleg met jeugdige en ouders moet kunnen bepalen hoe lang de ondersteuning moet duren. Het tweede lid bepaalt dat een jeugdhulpaanbieder het recht heeft om de duur van het hulpverleningstraject zoals opgenomen in het hulpverleningsplan tussentijds bij te stellen. Dit is belangrijk omdat ook voor de hulpverlener lang niet altijd van tevoren in kan schatten hoe lang de zorg nodig is. Derde lid: duur beschikking = bepaalde periode Wanneer het gaat om een besluit dat toegang geeft tot de zorgcategorieën pleegzorg, begeleiding, persoonlijke verzorging, kortdurend verblijf, behandeling (L)VB of verblijf (L)VB is bepaald dat de beschikking één of twee jaar of tot (enige tijd nadat) de jeugdige 18 is geworden geldig is. In tegenstelling tot de zorgcategorieën genoemd in het eerste lid wordt in deze gevallen dus wel een concrete einddatum in de beschikkingsbrief opgenomen. Na verloop van deze periode kan wel besloten worden om een nieuwe beschikking met een bepaalde geldigheidsduur af te geven. De gedachte is dat deze zorgcategorieën in de regel verleend worden in kader van blijvende beperkingen van het kind. Er is dus geen sprake van een behandeling met een bepaalde duur die door de behandelaar het beste vastgesteld kan worden. Tegelijk is het wel goed om de situatie periodiek opnieuw te beoordelen. Naar verwachting zal In de meeste gevallen voor een geldigheidsduur van één jaar gekozen worden. In sommige gevallen mag echter verwacht worden dat de situatie van kind en gezin 17

19 niet binnen één jaar zodanig zal veranderen dat een nieuwe beoordeling gewenst is. In die gevallen wordt een besluit genomen met een geldigheidsduur van twee jaar. Als derde optie is het mogelijk om een besluit te nemen met de geldigheidsduur tot de jeugdige achttien wordt. Op grond van de Jeugdwet eindigt jeugdhulp in de regel met de achttiende verjaardag van de jeugdige. Voor een geldigheidsduur tot de achttiende verjaardag zal bijvoorbeeld gekozen worden als het om de zorgcategorie pleegzorg gaat en het duidelijk is dat opgroeien bij de biologische ouders niet meer mogelijk is. Ook wanneer dagbesteding (zorgcategorie begeleiding of behandeling LVB) ingezet wordt ter vervanging van de leerplicht kan het in sommige gevallen zinvol zijn om voor een geldigheidsduur tot de 18 e verjaardag te kiezen. De bepaling of enige tijd daarna is opgenomen, omdat juist bij pleegzorg het soms wenselijk is de ondersteuning nog enige tijd door te laten lopen na het achttiende verjaardag van de jeugdige. Zo wordt vaak gekozen om de pleegzorg te laten lopen tot het moment dat het pleegkind recht heeft op studiefinanciering. Dat recht gaat in op de eerste dag van het kwartaal, volgend op het kwartaal waarin het pleegkind achttien jaar is geworden. In dergelijke situaties is het gewenst de beschikking voor pleegzorg te laten lopen tot en met de laatste dag van het kwartaal waarin het pleegkind 18 jaar is geworden. Dit is overeenkomstig het recht van ouders op kinderbijslag. Vierde lid: drie maanden termijn Deze bepaling is opgenomen omdat wanneer er een te lange periode zit tussen het besluit en de aanmelding bij de jeugdhulpaanbieder, de situatie van jeugdige en het gezin zodanig veranderd kan zijn, dat het besluit niet meer adequaat is. Het gaat hierbij om een periode van drie maanden van het moment dat de jeugdige en zijn ouders het besluit ontvangen hebben tot het moment dat zij zich aanmelden bij de jeugdhulpaanbieder. Hoofdstuk 4 Toegang: beoordeling Paragraaf 1 Het gesprek In artikel 3.9 van de verordening wordt de inhoud van het gesprek dat tussen de jeugdige, zijn ouders en de gemandateerde zorgprofessional gevoerd wordt en dat in veel gevallen de basis vormt van het besluit tot toekennen van een individuele jeugdhulpvoorziening, beschreven. Dit gesprek hoeft niet op één moment plaats te vinden. Het kan gaan om een serie van gesprekken waarbij tussen de afspraken in overleg en consultatie met derden kan plaatsvinden. In deze paragraaf van de nadere regels wordt ingegaan op het multidisciplinaire karakter van het oordeel om zorg toe te kennen (of te weigeren). Artikel 4.2 Verantwoorde zorg In dit artikel wordt bepaald dat bij het bepalen van de aard en de omvang van de zorg de professionele norm binnen de zorg leidend is. De criteria zoals opgenomen in de nadere regels mogen nooit het professionele oordeel en het bieden van verantwoorde zorg in de weg staan. 18

20 Wat verantwoorde zorg is, is in algemene termen vastgelegd in de Jeugdwet, artikel eerste lid: de jeugdhulpaanbieder en de gecertificeerde instelling verlenen verantwoorde hulp, waaronder wordt verstaan hulp van goed niveau, die in ieder geval veilig, doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht wordt verleend en die is afgestemd op de reële behoefte van de jeugdige of ouder en verder uitgewerkt in daarop volgende artikelen van de Jeugdwet en het kwaliteitskader Jeugd. Artikel 4.3 Multidisciplinair oordeel Eerste lid: het multidisciplinair oordeel binnen de lokale teams De gemandateerde zorgprofessional neemt een besluit tot toekennen van een individuele voorziening op basis van het gesprek dat deze voert met de jeugdige en zijn ouders. Dit is geregeld in de verordening zelf (artikel 3.4 tweede lid). Hier in de nadere regels is geregeld dat de gemandateerde zorgprofessional een besluit tot toekennen van een individuele voorziening slechts neemt na overleg met een collega, die ook een gemandateerde zorgprofessional is. Het gaat hierbij om een multidisciplinair overleg d.w.z. met een andere gemandateerde zorgprofessional uit een andere discipline, denk aan een ouder- en kindadviseur die een jeugdarts of jeugdpsycholoog betrekt. Dit multidisciplinair overleg vindt in de regel plaats in bijzijn van de ouder. Op deze manier is een extra kwaliteitswaarborg ingebouwd in het beoordelingsproces. Het geeft daarmee ook extra rechtszekerheid aan de jeugdige en zijn ouders. Zij zijn niet afhankelijk van het oordeel van één zorgprofessional. Tweede lid: deskundigheid zorgprofessionals lokale teams In dit tweede lid is bepaald dat de gemandateerde zorgprofessional moet beschikken over de relevante deskundigheid. Zo zal een besluit tot het toekennen van GGZ in de regel alleen genomen worden door een jeugdpsycholoog of jeugdarts. Precieze uitwerking is aan de lokale teams. Vergelijk ook wat in artikel 4.2 van de nadere regels gesteld wordt over de professionaliteit bij het bepalen van de aard en omvang van de zorg. Overigens zal de gemandateerde zorgprofessional van het lokale team alleen op hoofdlijnen (niveau zorgcategorie) bepalen welke zorg nodig is. Alleen in het kader van een aanvraag voor een persoonsgebonden budget wordt ook het hulpverleningsplan van de aanbieder (globaal) getoetst. Derde lid: deskundigheid buiten lokale teams In sommige gevallen zal het om te bepalen welke individuele jeugdhulpvoorziening ingezet moet worden nodig zijn om expertise buiten het Ouder- en Kindteam of Samen DOEN-team te betrekken, bijvoorbeeld om de precieze aard van de beperkingen van de jeugdige vast te stellen (denk aan een IQ-bepaling of het vaststellen van een psychische stoornis). Voor dergelijke onderzoek kan overigens ook een beschikking nodig zijn (omdat het om individuele jeugdhulpvoorzieningen gaat). Vierde lid: (huis)arts verwijzing Op grond van de Jeugdwet (artikel 2.6 eerste lid 1 onder g) hebben de huisarts, jeugdarts en medisch specialist een zelfstandige bevoegdheid om toegang te verlenen tot individuele jeugdhulpvoorzieningen. In de verordening (artikel 3.4 derde lid onder a) is opgenomen dat in 19

21 die gevallen het college het gesprek met de jeugdige en zijn ouders achterwege kan laten, en dus op basis van de verwijzing van de arts een besluit neemt. Met dit vierde lid van artikel 4.3 van de nadere regels wordt duidelijk gemaakt dat bij een verwijzing van de huisarts en de medisch specialist de verplichting van een multidisciplinair oordeel door het lokale team vervalt. In deze gevallen geeft het college (in casu een gemandateerde professional van de backoffice Jeugd) een beschikkingsbrief af op aanwijzing van de jeugdhulpaanbieder waar de jeugdige en/of ouder terecht is gekomen op verwijzing van de huisarts of medisch specialist. Dezelfde route geldt voor jeugdartsen, behalve wanneer zij werkzaam zijn in een Ouder- en Kindteam. Als lid van een Ouder- en Kindteam worden zij geacht zich aan dezelfde regels voor multidisciplinair overleg bij verwijzing naar specialistische jeugdhulp te houden als hun directe collega s uit andere disciplines. NB jeugdarts is een formele titel, die zich bijvoorbeeld onderscheid van de kinderarts (die onder de medisch specialisten valt). In de Jeugdwet is jeugdarts gedefinieerd als de arts die als jeugdarts KNMG is ingeschreven in het door het College Geneeskundig Specialismen van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij ter bevordering van de Geneeskunst ingestelde profielregister jeugdgezondheidszorg. Veel van de artsen die als consultatiebureauarts of schoolarts deel uit maken van een Ouder- en Kindteam (en in dienst zijn van de GGD Amsterdam) zijn jeugdarts. Hen wordt dus gevraagd niet van hun wettelijke bevoegdheid gebruik te maken om rechtstreeks naar jeugdhulpvoorzieningen te verwijzen, maar altijd eerst het multidisciplinair overleg te voeren. Jeugdartsen die geen deel uit maken van een Ouder- en Kindteam kunnen dat wel blijven doen. Vijfde lid: gecertificeerde instelling, Veilig Thuis, Mobiel Crisisteam Jeugd In de verordening (artikel 3.4 derde lid onder b) is opgenomen dat het college het gesprek met de jeugdige en ouders achterwege kan laten als voldoende duidelijk is welke individuele voorziening aangewezen is op basis van het onderzoek van Veilig Thuis of het Mobiel Crisisteam Jeugd. In die gevallen geeft het college (in casu een gemandateerde professional van de backoffice Jeugd) een beschikkingsbrief af op aanwijzing van Veilig Thuis of Mobiel Crisisteam Jeugd. Een multidisciplinair oordeel van het lokale team blijft dan achterwege. In dit vijfde lid wordt ook de noodzaak tot een multidisciplinair oordeel van het lokale team uitgesloten in het geval een gezinsmanager van een gecertificeerde instelling meent dat een individuele jeugdhulpvoorziening nodig is in het kader van gezinsmanagement zonder maatregel. Gezinsmanagement zonder maatregel is in de verordening benoemd als een algemene voorziening (artikel 2.5). Het gaat om de inzet van een gecertificeerde instellingen zonder dat er sprake is van een kinderbeschermings- of jeugdreclasseringsmaatregel. In die gevallen heeft de gecertificeerde instelling op grond van de Jeugdwet geen zelfstandige bevoegdheid om zelf te besluiten tot de inzet van individuele jeugdhulpvoorzieningen. Het college in casu de gemandateerde zorgprofessional van het lokale team moet in die gevallen dus het besluit nemen. Met dit artikel in de nadere regels is dus geregeld dat hij dit in de regel doet zonder multidisciplinair overleg binnen het lokale team. Het multidisciplinair overleg wordt immers binnen de gecertificeerde instelling zelf gevoerd. De lokale teams participeren ook in de regel in het casusoverleg van de gecertificeerde instelling. 20

22 Zesde lid: dyslexiezorg In de verordening (artikel 3.4 derde lid onder c) is opgenomen dat het college het gesprek met de jeugdige en ouders achterwege kan laten als voldoende duidelijk is welke individuele voorziening aangewezen is op basis van de verwijzing van de basisschool naar de dyslexiebehandelaar conform het protocol dyslexie. Het gaat daarbij om de diagnose en behandeling van ernstige enkelvoudige dyslexie. In die gevallen geeft het college (in casu een gemandateerde professional van de backoffice Jeugd) een beschikking af op aanwijzing van de gecontracteerde dyslexiebehandelaar. Er vindt dan dus geen multidisciplinair oordeel plaats door de lokale teams. Zevende lid: onderwijszorgarrangementen In de verordening (artikel 3.4 derde lid onder d) is opgenomen dat het college het gesprek met de jeugdige en ouders achterwege kan laten als voldoende duidelijk is welke individuele voorziening aangewezen is op basis van de verwijzing vanuit het multidisciplinair overleg in het speciaal onderwijs en praktijkonderwijs naar onderwijszorgarrangementen. In die gevallen geeft het college (in casu een gemandateerde professional van de backoffice Jeugd) een beschikking af op aanwijzing van de door de school betrokken jeugdhulpaanbieder. Er vindt dan dus geen multidisciplinair oordeel plaats door de lokale teams. Paragraaf 2 De toegangscriteria In deze paragraaf worden de toegangscriteria beschreven van de twaalf zorgcategorieën zoals opgesomd in artikel 2.1. Daarnaast wordt ingegaan op de criteria waaronder jeugdigen in aanmerking komen voor vervoer naar de jeugdhulpvoorziening. Bij het opstellen van deze criteria is aangesloten bij wat anno 2014 aan toegangscriteria gold op grond van de toenmalige wet- en regelgeving van het Rijk. De toegangscriteria voor de zorgcategorieën ambulante jeugdzorg, dagbehandeling jeugdzorg, pleegzorg en verblijf jeugdzorg (die tot 1 januari 2015 vielen onder de Wet op de jeugdzorg) zijn opgesteld met gebruikmaking van de zorgaanspraken uit het Uitvoeringsbesluit op de Wet op de jeugdzorg. De toegangscriteria voor de zorgcategorieën generalistische basis geestelijke gezondheidszorg en gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg (die tot 1 januari 2015 vielen onder de Zorgverzekeringswet) zijn opgesteld met gebruikmaking van het Besluit Zorgverzekering. De toegangscriteria voor de zorgcategorieën begeleiding, persoonlijke verzorging, kortdurend verblijf en behandeling en verblijf (licht)verstandelijk gehandicapten (die tot 1 januari 2015 vielen onder de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten) zijn opgesteld met gebruikmaking van het Besluit zorgaanspraken AWBZ. Artikel 4.4 Ondersteuning bij het opstellen van een familiegroepsplan In de Jeugdwet is familiegroepsplan gedefinieerd als hulpverleningsplan of plan van aanpak opgesteld door de ouders, samen met bloedverwanten, aanverwanten of anderen die tot de sociale omgeving van de jeugdige behoren. Op grond van de Jeugdwet (artikel 2.1 onderdeel 21

23 g) dient het gemeentelijke beleid gericht te zijn op het tot stand brengen en uitvoeren van familiegroepsplannen en het verlenen van hulp op basis van familiegroepsplannen. Ondersteuning bij het opstellen van een familiegroepsplan wordt in Amsterdam geboden door enkele organisaties (niet zijnde jeugdhulpaanbieders) die daarin gespecialiseerd zijn. Zij nemen een onafhankelijke positie in ten opzichte van de lokale teams, gecertificeerde instellingen of jeugdhulpaanbieders. Ondersteuning bij het opstellen van en familiegroepsplan wordt toegekend als de verwachting is dat daarmee de jeugdige en de ouders met hulp van hun sociale omgeving zelf de problemen op kunnen lossen. Overigens kan de inzet van jeugdhulp soms ook onderdeel zijn van het familiegroepsplan. De ouder kan natuurlijk ook zonder ondersteuning zelf een familiegroepsplan opstellen of hierbij ondersteuning krijgen van het Ouder- en Kindteam of Samen DOEN-team. Op grond van de Jeugdwet (artikel 4.1.2) is de jeugdhulpaanbieder verplicht de ouder bij binnenkomst de mogelijkheid te geven een familiegroepsplan op te stellen. Eventuele ondersteuning daarbij zal in de regel dan door de zorgaanbieder zelf georganiseerd worden. Artikel 4.5 Ambulante jeugdzorg Ambulante jeugdzorg richt zich op jeugdigen met ernstige opvoed- en opgroeiproblematiek en hun ouders. Soms (bij jonge kinderen) richt de hulp zich enkel of voornamelijk op de ouders, in de vorm van opvoedondersteuning. De ambulante jeugdzorg kan geboden worden thuis, op school of op de locatie van de jeugdhulpaanbieder. De ambulante jeugdzorg richt zich op het aanleren van vaardigheden bij de jeugdige en/of de opvoeders (ouders, verzorgers, maar eventueel ook andere uit het sociale netwerk en beroepsopvoeders als leerkrachten). De inhoud van dit artikel is een verkorte versie van artikel 3 eerste lid van het Uitvoeringsbesluit Wet op de Jeugdzorg, waarin gesteld werd dat jeugdzorg behandeling of begeleiding omvat van een a. jeugdige, gericht op het oplossen, verminderen of voorkomen van verergering dan wel het omgaan met de gevolgen van zijn psychosociale, psychische of gedragsproblemen; of b. cliënt, niet zijnde een jeugdige, gericht op het verkrijgen van zodanige vaardigheden dat hij aan de onder a bedoelde psychosociale, psychische of gedragsproblemen in het gezin het hoofd kan bieden. Per saldo betekent dit dat de jeugdzorg zich richt op opgroeiproblemen van de jeugdige en/of opvoedproblemen van zijn ouders. In artikel 4.5 van deze nadere regels is het woord ernstig toegevoegd. Dit om de ambulante jeugdzorg te onderscheiden van de opgroei- en opvoedondersteuning die geboden wordt door de Ouder- en Kindteams en Samen DOEN-teams als algemene voorziening. Artikel 3 tweede lid van het Uitvoeringsbesluit Wet op de Jeugdzorg formuleerde ook uitsluitingscriteria. Gesteld werd dat geen aanspraak op jeugdzorg bestaat voor zover: a. de jeugdige of zijn ouders, stiefouder, of anderen die hem als behorende tot hun gezin verzorgen en opvoeden de psychosociale, psychische of gedragsproblemen van die jeugdige het hoofd kunnen bieden, al dan niet met behulp van personen uit hun directe omgeving of met behulp van andere voorzieningen die hulp bieden dan zorgaanbieders of b. de psychosociale, psychische of gedragsproblemen hun oorzaak vinden of mede vinden in een psychiatrische aandoening van een jeugdige die zodanig van aard is dat een psychiatrische aanpak van de problemen noodzakelijk is. Het onderdeel a is niet overgenomen, omdat deze bepaling al in de verordening zelf opgenomen is voor 22

Nadere regels bij de Verordening op de Zorg voor de Jeugd Amsterdam

Nadere regels bij de Verordening op de Zorg voor de Jeugd Amsterdam Nadere regels bij de Verordening op de Zorg voor de Jeugd Amsterdam Definitief concept 19 november 2014 Inhoud Hoofdstuk 1 Algemeen...3 Artikel 1.1 Begripsbepalingen... 3 Hoofdstuk 2 Bekendmaking aanbod

Nadere informatie

Nadere regels op de Zorg voor de jeugd Amsterdam 2018

Nadere regels op de Zorg voor de jeugd Amsterdam 2018 Nadere regels op de Zorg voor de jeugd Amsterdam 2018 Conceptversie d.d. 14 novmeber behorende bij conceptverordening na inspraak Nadere regels op de Zorg voor de jeugd Amsterdam 2018 Pagina 2 van 11 Inhoud

Nadere informatie

Nadere regels bij de verordening Jeugdhulp Edam-Volendam en Zeevang

Nadere regels bij de verordening Jeugdhulp Edam-Volendam en Zeevang Nadere regels bij de verordening Jeugdhulp Edam-Volendam en Zeevang Definitieve versie 21 oktober 2015 Isabelle Teeken Inhoud Hoofdstuk 1 Algemeen... 3 Hoofdstuk 2 Aanbod voorzieningen... 3 Hoofdstuk 3

Nadere informatie

Nadere regels op de Zorg voor de jeugd Amsterdam 2018

Nadere regels op de Zorg voor de jeugd Amsterdam 2018 Nadere regels op de Zorg voor de jeugd Amsterdam 2018 Vastgesteld door college van B&W van Amsterdam op 9 januari 2018 Nadere regels op de Zorg voor de jeugd Amsterdam 2018 Pagina 2 van 12 Inhoud Hoofdstuk

Nadere informatie

Uitvoeringsbesluit Persoonsgebonden Budget (PGB) Jeugdhulp gemeente Zandvoort 2016

Uitvoeringsbesluit Persoonsgebonden Budget (PGB) Jeugdhulp gemeente Zandvoort 2016 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Zandvoort. Nr. 118530 29 augustus 2016 Uitvoeringsbesluit Persoonsgebonden Budget (PGB) Jeugdhulp gemeente Zandvoort 2016 Burgemeester en wethouders van de gemeente

Nadere informatie

Besluit jeugdhulp Gemeente Wierden 2015

Besluit jeugdhulp Gemeente Wierden 2015 Besluit jeugdhulp Gemeente Wierden 2015 HOOFDSTUK 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN... 2 Artikel 1. Begripsbepalingen... 2 HOOFDSTUK 2. VOORZIENINGEN JEUGDHULP... 2 Artikel 2. Algemene voorzieningen... 2 Artikel

Nadere informatie

Burgemeester en wethouders van Amsterdam Brengen ter algemene kennis dat zij in hun vergadering van 9 januari 2018 hebben besloten:

Burgemeester en wethouders van Amsterdam Brengen ter algemene kennis dat zij in hun vergadering van 9 januari 2018 hebben besloten: GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Amsterdam Nr. 74198 16 april 2018 Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent de zorg voor de

Nadere informatie

Toelichtingstabel bij Nadere regels jeugdhulp Purmerend 2015

Toelichtingstabel bij Nadere regels jeugdhulp Purmerend 2015 Toelichtingstabel bij Nadere regels jeugdhulp Purmerend 2015 Voor u ligt de toelichtingstabel bij de nadere regels rondom jeugdhulp in Purmerend. Deze nadere regels hebben betrekking op de Verordening

Nadere informatie

Verordening jeugdhulp Utrecht 2015

Verordening jeugdhulp Utrecht 2015 Verordening jeugdhulp Utrecht 2015 De raad van de gemeente Utrecht; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 16 september 2014, nummer 14.059572; gelet op de artikelen 2.9,

Nadere informatie

Beleidsregels zorg voor jeugd gemeente Waterland Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland,

Beleidsregels zorg voor jeugd gemeente Waterland Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland, GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Waterland. Nr. 106038 12 november 2015 Beleidsregels zorg voor jeugd gemeente Waterland 2015 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland,

Nadere informatie

Nadere regels jeugdhulp Noordwijk 2015

Nadere regels jeugdhulp Noordwijk 2015 Nadere regels jeugdhulp Noordwijk 2015 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Noordwijk; gelet op artikel 14, 4 lid 2, en 21 lid 4 van de Verordening Jeugdhulp Noordwijk 2015; besluit

Nadere informatie

Verordening jeugdhulp

Verordening jeugdhulp Verordening jeugdhulp De raad van de gemeente...; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van... 2014 met nummer...; gelet op de artikelen 2.9, 2.10, 2.12 en 8.1.1, vierde lid,

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Winterswijk van..

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Winterswijk van.. RAADSBESLUIT Onderwerp: Verordening Jeugdhulp Winterswijk De raad van de gemeente Winterswijk; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Winterswijk van.. gelet

Nadere informatie

Onderwerp: Verordening Jeugdhulp gemeente Zederik 2016. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 3 november 2015;

Onderwerp: Verordening Jeugdhulp gemeente Zederik 2016. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 3 november 2015; Onderwerp: Verordening Jeugdhulp gemeente Zederik 2016. Z.7519/RB.76 De Raad der gemeente Zederik; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 3 november 2015; gelet op de artikelen

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 - Begripsomschrijvingen

Hoofdstuk 1 - Begripsomschrijvingen Reg.nr. INTB-18-03551 Het college van burgemeester en wethouders van Oldenzaal; geiet op het bepaalde in artikel 19, tweede lid, van de Verordening uitvoering Jeugdwet gemeente Oldenzaal 2015; besluit:

Nadere informatie

Beleidsregels indicatiestelling AWBZ 2011. Bijlage 7. Behandeling

Beleidsregels indicatiestelling AWBZ 2011. Bijlage 7. Behandeling 2011 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Doelstelling functie 4 2.1 Algemeen 4 2.2 Continue, systematische, langdurige en multidisciplinaire zorg (CSLM) 5 2.3 gericht op herstel en/of het aanleren van vaardigheden

Nadere informatie

RAADSBESLUIT: BESLUIT:

RAADSBESLUIT: BESLUIT: RAADSBESLUIT: De raad van de gemeente Leiden: Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders (raadsvoorstel 14.0091 van 2014), mede gezien het advies van de commissie gelet op de artikelen 2.2, 2.9,

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 april 2016;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 april 2016; VERORDENING JEUGDHULP GEMEENTE BEESEL De raad van de gemeente Beesel, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 april 2016; gelet op de artikelen 2.9, 2.10, 2.12 en 8.1.1

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Nr Gemeente Raalte Besluit Jeugdhulp HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

GEMEENTEBLAD. Nr Gemeente Raalte Besluit Jeugdhulp HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Raalte. Nr. 15624 1 februari 2017 Gemeente Raalte Besluit Jeugdhulp Het college van burgemeester en wethouders Gelet op de artikelen 3.2 tweede lid en 3.5 vijfde

Nadere informatie

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Purmerend;

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Purmerend; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Purmerend Nr. 23948 5 februari 2018 Nadere regels jeugdhulp Purmerend 2018 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Purmerend; gelet op

Nadere informatie

Gemeente Stadskanaal: Nadere regels Jeugdhulp Stadskanaal 2015

Gemeente Stadskanaal: Nadere regels Jeugdhulp Stadskanaal 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Stadskanaal. Nr. 82569 29 december 2014 Gemeente Stadskanaal: Nadere regels Jeugdhulp Stadskanaal 2015 Burgemeenster en wethouders van de gemeente Stadskanaal;

Nadere informatie

Artikel 1 Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen Burgemeester en wethouders van de gemeente Marum; gelet op de Jeugdwet 2015 en de artikelen 4 tot en met 13 van de Verordening Jeugdhulp Gemeente Marum 2015; besluiten vast te stellen de volgende NADERE

Nadere informatie

Verordening. Jeugdhulp

Verordening. Jeugdhulp Verordening Jeugdhulp Gemeente Tiel 2015 Inhoudsopgave Artikel 1. Begripsbepalingen... 3 Artikel 2. Vormen van jeugdhulp... 3 Artikel 3. Toegang jeugdhulp via de huisarts, medisch specialist of jeugdarts...

Nadere informatie

Verordening Jeugdhulp Leerdam

Verordening Jeugdhulp Leerdam Verordening Jeugdhulp Leerdam De raad van de gemeente Leerdam; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 juli 2014 met nummer B&W/14-01297; gelet op de artikelen 2.9, 2.10,

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Nr

GEMEENTEBLAD. Nr GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Bodegraven-Reeuwijk. Nr. 83924 31 december 2014 Regeling PGB jeugdhulp Bodegraven-Reeuwijk 2015 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk;

Nadere informatie

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wijdemeren,

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wijdemeren, Beleidsregels Jeugdhulp gemeente Wijdemeren 2018 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wijdemeren, overwegende dat het wenselijk is beleidsregels vast te stellen voor de uitvoering

Nadere informatie

Beleidsregels indicatiestelling AWBZ 2010. Bijlage 7. Behandeling

Beleidsregels indicatiestelling AWBZ 2010. Bijlage 7. Behandeling 2010 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Doelstelling functie 4 2.1 Algemeen 4 2.2 Aanvullende functionele diagnostiek 5 2.3 Kortdurende behandeling gericht op herstel en/of het aanleren van vaardigheden of

Nadere informatie

Nadere regels Jeugdhulp gemeente Utrecht 2019

Nadere regels Jeugdhulp gemeente Utrecht 2019 Nadere regels Jeugdhulp gemeente Utrecht 2019 Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht; gelet op de artikelen 4, 5 en 6 Verordening Jeugdhulp Utrecht 2019; overwegende dat: het

Nadere informatie

gelet op de artikelen 2.9, 2.10, 2.12 en 8.1.1, vierde lid, van de Jeugdwet;

gelet op de artikelen 2.9, 2.10, 2.12 en 8.1.1, vierde lid, van de Jeugdwet; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Montferland Nr. 179274 16 oktober 2017 Verordening jeugdhulp Montferland 2017 De raad van de gemeente Montferland; gelet op de artikelen 2.9, 2.10, 2.12 en

Nadere informatie

Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie

Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie Rubriek: Maatschappelijke zorg en welzijn Naam regeling: Verordening Jeugdhulp gemeente Zundert 2015 Citeertitel: Verordening Jeugdhulp gemeente Zundert

Nadere informatie

Nadere regels ter uitvoering van de Verordening jeugdhulp Zuid-Holland Zuid gemeente Oud-Beijerland

Nadere regels ter uitvoering van de Verordening jeugdhulp Zuid-Holland Zuid gemeente Oud-Beijerland Nadere regels ter uitvoering van de Verordening jeugdhulp Zuid-Holland Zuid gemeente Oud-Beijerland Inleiding In de Verordening Jeugdhulp Zuid-Holland Zuid staan de verplichtingen van de gemeente als gevolg

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Nr

GEMEENTEBLAD. Nr GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Langedijk. Nr. 81669 30 december 2014 Nadere regels persoonsgebonden budget jeugdhulp gemeente Langedijk 2015 Het college van burgemeester en wethouders van

Nadere informatie

Was/wordt tabel artikelen Verordening jeugdhulp Bloemendaal 2018 (corsa ) Ongewijzigd

Was/wordt tabel artikelen Verordening jeugdhulp Bloemendaal 2018 (corsa ) Ongewijzigd Was/wordt tabel artikelen Verordening jeugdhulp Bloemendaal 2018 (corsa 2018007596) Tekst Verordening jeugdhulp Bloemendaal 2015 Artikel 1 Begripsbepalingen Nieuwe tekst Ongewijzigd In deze verordening

Nadere informatie

Verordening jeugdhulp gemeente Gemert-Bakel. gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 30 september 2014;

Verordening jeugdhulp gemeente Gemert-Bakel. gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 30 september 2014; CVDR Officiële uitgave van Gemert-Bakel. Nr. CVDR363872_1 31 januari 2019 Verordening jeugdhulp gemeente Gemert-Bakel De raad van de gemeente Gemert-Bakel, gezien het voorstel van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

overwegende dat de Jeugdwet voorschrijft dat de gemeenteraad regels dient te stellen

overwegende dat de Jeugdwet voorschrijft dat de gemeenteraad regels dient te stellen Ontwerpbesluit De raad van de gemeente Zoeterwoude, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 2014; (nummer 2014/ ); raadsstuk 2014 - ; gelet op artikel 2.9, 2.12, 8.1.1,

Nadere informatie

Gemeente Nissewaard - Verordening jeugdhulp Nissewaard

Gemeente Nissewaard - Verordening jeugdhulp Nissewaard GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Nissewaard. Nr. 70739 1 juni 2016 Gemeente Nissewaard - Verordening jeugdhulp Nissewaard De raad van de gemeente Nissewaard; gelezen het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Veranderingen in de Jeugdzorg Zeeland: Vraag- en antwoord

Veranderingen in de Jeugdzorg Zeeland: Vraag- en antwoord Veranderingen in de Jeugdzorg Zeeland: Vraag- en antwoord Algemeen Wat verandert er vanaf volgend jaar in de jeugdzorg? Per 1 januari 2015 wordt de gemeente in plaats van het Rijk en de provincie verantwoordelijk

Nadere informatie

Concept Verordening jeugdhulp gemeente Velsen 2015

Concept Verordening jeugdhulp gemeente Velsen 2015 Concept Verordening jeugdhulp gemeente Velsen 2015 De raad van de gemeente Velsen; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 2014 met nummer..; gelet op de artikelen 2.9,

Nadere informatie

Nadere regels bij Jeugdverordening De Ronde Venen 2016

Nadere regels bij Jeugdverordening De Ronde Venen 2016 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente De Ronde Venen. Nr. 173413 9 december 2016 Nadere regels bij Jeugdverordening De Ronde Venen 2016 INLEIDING Op 22 september 2016 heeft de Gemeenteraad de Jeugdverordening

Nadere informatie

Nadere regels Jeugdhulp gemeente Utrecht 2017

Nadere regels Jeugdhulp gemeente Utrecht 2017 Nadere regels Jeugdhulp gemeente Utrecht 2017 Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht; gelet op de artikelen 4, 5 en 6 Verordening Jeugdhulp Utrecht 2017 (verwijzing actualiseren

Nadere informatie

De nadere regels voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Arnhem 2015

De nadere regels voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Arnhem 2015 Blz. 1 HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE ARNHEM gelet op de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Arnhem 2015, b e s l u i t vast te stellen: De nadere

Nadere informatie

Registratie code : 14B *14B.02305* Verordening Wmo & Jeugdhulp Gemeente Veere

Registratie code : 14B *14B.02305* Verordening Wmo & Jeugdhulp Gemeente Veere Registratie code : 14B.02305 *14B.02305* Verordening Wmo & Jeugdhulp Gemeente Veere Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen en algemene bepalingen... 4 Artikel 1 Begripsbepalingen... 4 Artikel 2 Vormen

Nadere informatie

*Z03BC41EF9F* Beleidsregels Jeugdhulp gemeente Weesp 2019

*Z03BC41EF9F* Beleidsregels Jeugdhulp gemeente Weesp 2019 *Z03BC41EF9F* Beleidsregels Jeugdhulp gemeente Weesp 2019 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Weesp, overwegende dat het wenselijk is beleidsregels vast te stellen voor de uitvoering

Nadere informatie

Ontwerpbesluit. De raad van de gemeente Rotterdam,

Ontwerpbesluit. De raad van de gemeente Rotterdam, Ontwerpbesluit De raad van de gemeente Rotterdam, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 2014; (nummer 2014/ ); raadsstuk 2014 - ; gelet op artikel 2.9, 2.12, 8.1.1, vierde

Nadere informatie

De regels zijn gelijk. Toch is iedereen anders. Wlz-toegangscriteria voor cliënten met een psychische stoornis

De regels zijn gelijk. Toch is iedereen anders. Wlz-toegangscriteria voor cliënten met een psychische stoornis De regels zijn gelijk. Toch is iedereen anders. Wlz-toegangscriteria voor cliënten met een psychische stoornis De Wet langdurige zorg (Wlz) wordt ook toegankelijk gemaakt voor cliënten vanaf 18 jaar met

Nadere informatie

Pijnacker-Nootdorp - Verordening jeugdhulp gemeente Pijnacker-Nootdorp 2015

Pijnacker-Nootdorp - Verordening jeugdhulp gemeente Pijnacker-Nootdorp 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Pijnacker-Nootdorp. Nr. 70067 4 december 2014 Pijnacker-Nootdorp - Verordening jeugdhulp gemeente Pijnacker-Nootdorp 2015 De raad van de gemeente Pijnacker-Nootdorp;

Nadere informatie

Vragen en antwoorden over het Persoonsgebonden budget (PGB) jeugdhulp, Inhoudsopgave

Vragen en antwoorden over het Persoonsgebonden budget (PGB) jeugdhulp, Inhoudsopgave Vragen en antwoorden over het Persoonsgebonden budget (PGB) jeugdhulp, Inhoudsopgave 1. Wijzigingen per 1 januari 2015 algemeen 2. Meest gestelde vragen van mensen die vóór 2015 een PGB hadden 3. PGB:

Nadere informatie

Transities in vogelvlucht de hervorming van de langdurige zorg. ZorgImpuls maart 2015 versie gemeente Rotterdam

Transities in vogelvlucht de hervorming van de langdurige zorg. ZorgImpuls maart 2015 versie gemeente Rotterdam Transities in vogelvlucht de hervorming van de langdurige zorg ZorgImpuls maart 2015 versie gemeente Rotterdam Inleiding Vanaf 1 januari 2015 is er veel veranderd in de zorg en ondersteuning. Het Rijk

Nadere informatie

geiet op het bepaalde in artikel18, tweede lid, van de Verordening uitvoering Jeugdwet gemeente Oldenzaal 2019; besluit:

geiet op het bepaalde in artikel18, tweede lid, van de Verordening uitvoering Jeugdwet gemeente Oldenzaal 2019; besluit: Reg.nr. INTB-19-03924 Het college van burgemeester en wethouders van Oldenzaal; geiet op het bepaalde in artikel18, tweede lid, van de Verordening uitvoering Jeugdwet gemeente Oldenzaal 2019; besluit:

Nadere informatie

Gemeente Den Haag FINANCIEEL BESLUIT PGB TARIEVEN JEUGDHULP 2016 HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS,

Gemeente Den Haag FINANCIEEL BESLUIT PGB TARIEVEN JEUGDHULP 2016 HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS, Gemeente Den Haag Ons kenmerk BOW/2015.446 RIS 288635 FINANCIEEL BESLUIT PGB TARIEVEN JEUGDHULP 2016 HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS, overwegende dat: - het college voor jeugdhulp een Persoonsgebonden

Nadere informatie

Nadere regels Jeugdhulp gemeente Utrecht 2018

Nadere regels Jeugdhulp gemeente Utrecht 2018 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Utrecht Nr. 232376 28 december 2017 Nadere regels Jeugdhulp gemeente Utrecht 2018 Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht; gelet

Nadere informatie

Voorstel van het college tot vaststelling van de Verordening tot wijziging van de Verordening Jeugdhulp Den Haag 2015

Voorstel van het college tot vaststelling van de Verordening tot wijziging van de Verordening Jeugdhulp Den Haag 2015 Datum 29 mei 2018 Registratienummer RIS299808 Voorstel van het college tot vaststelling van de Verordening tot wijziging van de Verordening Jeugdhulp Den Haag 2015 Toelichting Als gevolg van een aantal

Nadere informatie

Beleidsregels Zorg voor de Jeugd

Beleidsregels Zorg voor de Jeugd Beleidsregels Zorg voor de Jeugd Hoofdstuk 1 Inleiding Artikel 1. Betekenis beleidsregels In voorliggende beleidsregels staat beschreven hoe het College van B&W van de gemeente Vianen omgaat met haar bevoegdheden

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 oktober 2014;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 oktober 2014; Verordening Jeugdhulp Opsterland 2015 De raad van de gemeente Opsterland, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 oktober 2014; gelet op de artikelen 2.2, 2.9, 2.10,

Nadere informatie

Onderwerp: Inspraakreactie Jeugdplatform Amsterdam op het concept Nadere Regels op de Verordening op de Zorg voor Jeugd in Amsterdam

Onderwerp: Inspraakreactie Jeugdplatform Amsterdam op het concept Nadere Regels op de Verordening op de Zorg voor Jeugd in Amsterdam Gemeente Amsterdam Programmamakers Om Het Kind t.a.v. mevr. P. Helderman Jodenbreestraat 25 1011 NH Amsterdam Datum: 18 november 2014 Onderwerp: Inspraakreactie Jeugdplatform Amsterdam op het concept Nadere

Nadere informatie

iiiiiiiniiiiiiiiiniiiiiiii D 14.007228

iiiiiiiniiiiiiiiiniiiiiiii D 14.007228 COLLEGEBESLUIT iiiiiiiniiiiiiiiiniiiiiiii D 14.007228 Burgemeester en wethouders van de gemeente Koggenland; heeft het voorstel van Welzijn van 16 december 2014 gelezen, en; gelet op de artikelen 4.1.8.

Nadere informatie

Beleidsregels indicatiestelling AWBZ Bijlage 7. Behandeling

Beleidsregels indicatiestelling AWBZ Bijlage 7. Behandeling 2009 Versie 1 januari 2009 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Doelstelling functie 4 2.1 Algemeen 4 2.2 Aanvullende functionele diagnostiek 4 2.3 Kortdurende behandeling gericht op herstel en/of het aanleren

Nadere informatie

gelet op de artikelen 2.9, 2.10, 2.12 lid 2, vierde lid, en 12.4 lid 2 van de Jeugdwet en artikel 149 en 156 van de Gemeentewet;

gelet op de artikelen 2.9, 2.10, 2.12 lid 2, vierde lid, en 12.4 lid 2 van de Jeugdwet en artikel 149 en 156 van de Gemeentewet; Raadsbesluit De raad van de gemeente Heerde; gelezen het voorstel van het college d.d. 30 september 2014; gelet op de artikelen 2.9, 2.10, 2.12 lid 2, 8.1.1 vierde lid, en 12.4 lid 2 van de Jeugdwet en

Nadere informatie

Nadere regels behorende bij de Verordening jeugdhulp gemeente Eemnes 2016

Nadere regels behorende bij de Verordening jeugdhulp gemeente Eemnes 2016 Nadere regels behorende bij de Verordening jeugdhulp gemeente Eemnes 2016 Burgemeester en Wethouders van Eemnes gelet op de artikel 2, derde lid, artikel 4, en artikel 6, derde en vierde lid van de Verordening

Nadere informatie

14 oktober 2014 Z/14/ VB/14/04498

14 oktober 2014 Z/14/ VB/14/04498 Raadsbesluit Onderwerp Vaststellen Verordening jeugdhulp, Stichtse Vecht, Weesp, Wijdemeren 2015 Begrotingswijziging N.v.t. Datum raadsvergadering 28 oktober 2014 Werksessie Registratie nummer 14 oktober

Nadere informatie

UITVOERINGSREGELS. Bij de verordening jeugdhulp SWW. Programma Jeugd SWW. Uitvoeringsregels bij de verordening jeugdhulp SWW. Datum 01 december 2014

UITVOERINGSREGELS. Bij de verordening jeugdhulp SWW. Programma Jeugd SWW. Uitvoeringsregels bij de verordening jeugdhulp SWW. Datum 01 december 2014 UITVOERINGSREGELS Bij de verordening jeugdhulp SWW Programma Jeugd SWW Uitvoeringsregels bij de verordening jeugdhulp SWW Naam M. Brouwer Datum 01 december 2014 Versie V 3.1 1 collegevoorstel Bijlagen

Nadere informatie

Het Persoonsgebonden budget voor kinderen

Het Persoonsgebonden budget voor kinderen Het Persoonsgebonden budget voor kinderen Inhoud Het persoonsgebonden budget 3 Over het Pgb 4 Een Pgb aanvragen 5 Inkopen met een Pgb 9 Overige regels bij een Pgb 11 Aan de inhoud van deze uitgave kunnen

Nadere informatie

Lelystad. Raadsbesluit. /Lj OSó2. gemeenteraad. Nummer: 141033747. De raad van de gemeente Lelystad,

Lelystad. Raadsbesluit. /Lj OSó2. gemeenteraad. Nummer: 141033747. De raad van de gemeente Lelystad, /Lj OSó2 gemeenteraad ff Lelystad Raadsbesluit Nummer: 141033747 De raad van de gemeente Lelystad, op voorstel van het college van de gemeente Lelystad d.d. 19 augustus 2014; gelet op de artikelen 2.9,

Nadere informatie

- andere voorziening: voorziening op het gebied van zorg, onderwijs, maatschappelijke ondersteuning of werk en inkomen, niet vallend onder de wet;

- andere voorziening: voorziening op het gebied van zorg, onderwijs, maatschappelijke ondersteuning of werk en inkomen, niet vallend onder de wet; No. De raad van de gemeente Dronten, Gelezen het voorstel van het college van 26 augustus 2014, No. ; Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, artikel 4.1 van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen

Nadere informatie

VERORDENING JEUGDHULP GEMEENTE HEERENVEEN 2015

VERORDENING JEUGDHULP GEMEENTE HEERENVEEN 2015 VERORDENING JEUGDHULP GEMEENTE HEERENVEEN 2015 Artikel 1. Begripsbepalingen In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: - andere voorziening: voorziening anders dan in

Nadere informatie

Verordening Jeugdhulp 2017 gemeente Utrecht

Verordening Jeugdhulp 2017 gemeente Utrecht Verordening Jeugdhulp 2017 gemeente Utrecht De raad van de gemeente Utrecht; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 november 2016 met kenmerk 16.509092 overwegende dat

Nadere informatie

Toelichting op nadere regels 2018

Toelichting op nadere regels 2018 Toelichting op nadere regels 2018 Artikel 2.1. Toegang tot niet vrij toegankelijke jeugdhulp Het JGT is door het college gemandateerd voor de inzet van niet vrij toegankelijke hulp. Artikel 2.2. Gratis

Nadere informatie

Verordening uitvoering Jeugdwet gemeente Oldenzaal 2015

Verordening uitvoering Jeugdwet gemeente Oldenzaal 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Oldenzaal. Nr. 61483 31 oktober 2014 Verordening uitvoering Jeugdwet gemeente Oldenzaal 2015 Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen 3 Artikel 1. Begripsbepalingen

Nadere informatie

Gemeente Nijkerk Verordening jeugdhulp

Gemeente Nijkerk Verordening jeugdhulp Gemeente Nijkerk Verordening jeugdhulp versie 6-24072014 De raad van de gemeente Nijkerk; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van [9 september 2014]; gelet op de artikelen

Nadere informatie

Verordening jeugdhulp Utrecht 2016

Verordening jeugdhulp Utrecht 2016 Verordening jeugdhulp Utrecht 2016 De raad van de gemeente Utrecht; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12-01-2016 met kenmerk 16.500087. overwegende dat de Jeugdwet

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 september 2014;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 september 2014; Raadsbesluit Onderwerp: VERORDENING JEUGDHULP Montferland De raad van de gemeente Montferland gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 september 2014; gelet op de artikelen

Nadere informatie

Raadsstuk. Onderwerp Vaststellen Verordening Jeugdhulp gemeente Haarlem 2017

Raadsstuk. Onderwerp Vaststellen Verordening Jeugdhulp gemeente Haarlem 2017 Raadsstuk Onderwerp Vaststellen Verordening Jeugdhulp gemeente Haarlem 2017 Nummer 2017/59418 Portefeuillehouder Snoek, M. Programma/beleidsveld 2.1 Maatwerkvoorzieningen Afdeling STZ/JOS Auteur Schraven,

Nadere informatie

Vragen en antwoorden over het Persoonsgebonden budget (PGB) jeugdhulp, Inhoudsopgave

Vragen en antwoorden over het Persoonsgebonden budget (PGB) jeugdhulp, Inhoudsopgave Vragen en antwoorden over het Persoonsgebonden budget (PGB) jeugdhulp, Inhoudsopgave 1. Wijzigingen per 1 januari 2015 Algemeen 2. Meest gestelde vragen van mensen die nu een PGB hebben 3. PGB trekkingsrecht

Nadere informatie

Behoort bij raadsbesluit vanlo-iü'hi nr.glsotc Verordening jeugdhulp Heemstede 2015 D e g r Heemstede

Behoort bij raadsbesluit vanlo-iü'hi nr.glsotc Verordening jeugdhulp Heemstede 2015 D e g r Heemstede Behoort bij raadsbesluit vanlo-iü'hi nr.glsotc Verordening jeugdhulp Heemstede 2015 D e g r Heemstede De raad van de gemeente Heemstede: gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR407765_1. Besluit Jeugdwet gemeente Neerijnen 2015

CVDR. Nr. CVDR407765_1. Besluit Jeugdwet gemeente Neerijnen 2015 CVDR Officiële uitgave van Neerijnen. Nr. CVDR407765_1 8 november 2016 Besluit Jeugdwet gemeente Neerijnen 2015 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Neerijnen; gelet op de Jeugdwet,

Nadere informatie

De transities in vogelvlucht en hoe de toegang tot zorg georganiseerd is. ZorgImpuls maart 2015

De transities in vogelvlucht en hoe de toegang tot zorg georganiseerd is. ZorgImpuls maart 2015 De transities in vogelvlucht en hoe de toegang tot zorg georganiseerd is ZorgImpuls maart 2015 Inleiding Vanaf 1 januari 2015 is er veel veranderd in de zorg en ondersteuning. Het Rijk heeft veel taken

Nadere informatie

WEGWIJZER Zorginzet bij overgang 18 jaar bij verblijf

WEGWIJZER Zorginzet bij overgang 18 jaar bij verblijf Voor jongvolwassenen kan zorg ingezet worden op basis van de Jeugdwet. Tussen hun 18 e en 23 e levensjaar kan zorg geboden worden op basis van Verlengde jeugdhulp, Wet langdurige zorg, Zorgverzekeringswet

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen Nadere regels Verordening jeugdhulp gemeente Schouwen-Duiveland 2015 Burgemeester en Wethouders van Schouwen-Duiveland gelet op de artikelen 2, derde lid, artikel 4, en artikel 7, derde en vierde lid van

Nadere informatie

Nadere regel Wmo 2015 Gemeente Ede. Inhoud Inhoud 1. Hoofdstuk 1 - Inleiding 2. Hoofdstuk 2 - Persoonsgebonden budget (pgb) 2. Artikel 1.

Nadere regel Wmo 2015 Gemeente Ede. Inhoud Inhoud 1. Hoofdstuk 1 - Inleiding 2. Hoofdstuk 2 - Persoonsgebonden budget (pgb) 2. Artikel 1. IS Nadere regel Wmo 2015 Gemeente Ede Inhoud Inhoud 1 Hoofdstuk 1 - Inleiding 2 Hoofdstuk 2 - Persoonsgebonden budget (pgb) 2 Artikel 1. Tarief pgb 2 Artikel 2. Hoogte pgb 2 Hoofdstuk 3 - Eigen bijdrage

Nadere informatie

Jeugdhulp. Via een Persoonsgebonden Budget

Jeugdhulp. Via een Persoonsgebonden Budget Jeugdhulp Via een Persoonsgebonden Budget Inhoudsopgave Wat is jeugdhulp? 3 Aan welke voorwaarden moet worden voldaan? 4 Hoe wordt een PGB vastgesteld? 5 Hoe wordt de hoogte van het PGB bepaald? 8 Wat

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 september 2014;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 september 2014; CVDR Officiële uitgave van Montferland. Nr. CVDR343168_1 17 oktober 2017 Verordening Jeugdhulp Montferland 2015 De raad van de gemeente Montferland gelezen het voorstel van het college van burgemeester

Nadere informatie

UITVOERINGSBESLUIT Persoonsgebonden Budget (PGB) Jeugdhulp gemeente Haarlem 2018

UITVOERINGSBESLUIT Persoonsgebonden Budget (PGB) Jeugdhulp gemeente Haarlem 2018 UITVOERINGSBESLUIT Persoonsgebonden Budget (PGB) Jeugdhulp gemeente Haarlem 2018 Burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem, gelet op de Jeugdwet (artikel 8) en de daarbij behorende Verordening

Nadere informatie

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dronten,

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dronten, Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dronten, gelet op de JEUGDWET; overwegende dat het college bevoegd is beleidsregels vast te stellen met betrekking tot de uitvoering van deze

Nadere informatie

VERORDENING JEUGDHULP GEMEENTE VEGHEL 2015

VERORDENING JEUGDHULP GEMEENTE VEGHEL 2015 VERORDENING JEUGDHULP GEMEENTE VEGHEL 2015 De raad van de gemeente Veghel; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 30 september 2014; gelet op de artikelen 2.9, 2.10, 2.12

Nadere informatie

Beleidsregels en besluit Jeugdhulp 2015. 2 december 2014

Beleidsregels en besluit Jeugdhulp 2015. 2 december 2014 Beleidsregels en besluit Jeugdhulp 2015 2 december 2014 1 Beleidsregels en besluit Jeugdhulp gemeente Borne 2015 het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Borne; gelet op de Verordening

Nadere informatie

Nadere regeling. persoonsgebonden budget

Nadere regeling. persoonsgebonden budget Nadere regeling persoonsgebonden budget citeertitel: nadere regeling persoonsgebonden budget 2015 vastgesteld bij besluit van 17 maart 2015 Beleidsregels persoonsgebonden budget Opdrachtgever: gemeente

Nadere informatie

Overzicht kortdurende zorg met verblijf

Overzicht kortdurende zorg met verblijf Overzicht kortdurende zorg met verblijf 23 december 2014 Hierbij vindt u een overzicht van de verschillende vormen van kortdurende zorg met verblijf. Wij hebben voor u de definities en situaties vóór en

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Nr Nadere regels Jeugdhulp Ouder-Amstel december Officiële uitgave van de gemeente Ouder-Amstel

GEMEENTEBLAD. Nr Nadere regels Jeugdhulp Ouder-Amstel december Officiële uitgave van de gemeente Ouder-Amstel GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Ouder-Amstel Nr. 219226 13 december 2017 Nadere regels Jeugdhulp Ouder-Amstel 2018 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ouder-Amstel;

Nadere informatie

Nadere regel Wmo Gemeente Ede

Nadere regel Wmo Gemeente Ede Nadere regel Wmo Gemeente Ede Inhoud Inhoud 2 Hoofdstuk 1 - Inleiding 3 Hoofdstuk 2 - Persoonsgebonden budget (PGB) 3 Artikel 1. Tarief PGB Artikel 2. Hoogte PGB Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout!

Nadere informatie

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Tiel houdende regels omtrent jeugdhulp Verordening jeugdhulp gemeente Tiel 2018

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Tiel houdende regels omtrent jeugdhulp Verordening jeugdhulp gemeente Tiel 2018 CVDR Officiële uitgave van Tiel. Nr. CVDR489355_1 28 maart 2019 Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Tiel houdende regels omtrent jeugdhulp Verordening jeugdhulp gemeente Tiel 2018 De raad van

Nadere informatie

gelet op artikel 2, artikel 4, artikel 7 en artikel 12 van de Jeugdverordening gemeente IJsselstein 2015;

gelet op artikel 2, artikel 4, artikel 7 en artikel 12 van de Jeugdverordening gemeente IJsselstein 2015; Het college van burgemeester en wethouders van IJsselstein; gelet op artikel 2, artikel 4, artikel 7 en artikel 12 van de Jeugdverordening gemeente IJsselstein 2015; besluit vast te stellen Besluit Jeugd

Nadere informatie

Verordening jeugdhulp Het Hogeland 2019

Verordening jeugdhulp Het Hogeland 2019 Verordening jeugdhulp Het Hogeland 2019 De raad van de gemeente Het Hogeland; gelet op de artikelen 2.9, 2.10, 2.12 en 8.1.1, vierde lid, van de Jeugdwet; overwegende dat de Jeugdwet de verantwoordelijkheid

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Ede (Gelderland)

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Ede (Gelderland) Nadere regel Jeugdhulp 2015 Gemeente Ede Artikel 1. Vormen van voorzieningen 1. Artikel 2 van de Verordening Jeugdhulp gemeente Ede bepaalt welke vormen van algemene voorzieningen en gemeentelijke vangnetvoorzieningen

Nadere informatie

Besluit Jeugdhulp. Utrechtse Heuvelrug Behorende bij de Verordening Jeugdhulp. 17 maart 2015 Afdeling. Maatschappelijke Ontwikkeling Auteur

Besluit Jeugdhulp. Utrechtse Heuvelrug Behorende bij de Verordening Jeugdhulp. 17 maart 2015 Afdeling. Maatschappelijke Ontwikkeling Auteur Kerkplein 2 T (0343) 56 56 00 Postbus 200 F (0343) 41 57 60 3940 AE Doorn E info@heuvelrug.nl Besluit Jeugdhulp Utrechtse Heuvelrug 2015 Behorende bij de Verordening Jeugdhulp Utrechtse Heuvelrug 2015

Nadere informatie

Beleidsregels persoonsgebonden budget in de Wmo 2015 en de Jeugdwet

Beleidsregels persoonsgebonden budget in de Wmo 2015 en de Jeugdwet GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Zaanstad. Nr. 84041 31 december 2014 Beleidsregels persoonsgebonden budget in de Wmo 2015 en de Jeugdwet Deze beleidsregels zijn een uitwerking van de Verordening

Nadere informatie

Prijzen voor te leveren diensten

Prijzen voor te leveren diensten Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2018 Nr. 1000350 Burgemeester en wethouders van de gemeente Oldebroek; gelet op het bepaalde in de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, alsmede

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 september 2014;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 september 2014; DE RAAD VAN DE GEMEENTE HAREN, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 september 2014; gelet op de artikelen 2.9, 2.10, 2.12 en 8.1.1, vierde lid van de Jeugdwet; gezien

Nadere informatie

Financiële regelingen voor personen met PWS

Financiële regelingen voor personen met PWS Financiële regelingen voor personen met PWS Welkom!! Wie zijn wij? Marion van Beek Natacha Lijding Oktober 2016 Filmpje 1. Bij de gemeente: Jeugdwet en Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO 2015) Enkele

Nadere informatie