EIM onderdeel van Panteia

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "EIM onderdeel van Panteia"

Transcriptie

1 EIM onderdeel van Panteia Ondernemerschap in het hoger onderwijs Een tussentijdse evaluatie van zes Centres of Entrepreneurship Onderzoek voor Bedrijf & Beleid

2

3 Ondernemerschap in het hoger onderwijs Een tussentijdse evaluatie van zes Centres of Entrepreneurship Petra Gibcus Jan de Kok Maarten Overweel Zoetermeer, augustus 2011

4 Dit onderzoek is gefinancierd door Agentschap NL. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en boeken is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld. Vermenigvuldigen en/of openbaarmaking in welke vorm ook, alsmede opslag in een retrieval system, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van EIM. EIM aanvaardt geen aansprakelijkheid voor drukfouten en/of andere onvolkomenheden. The responsibility for the contents of this report lies with EIM. Quoting numbers or text in papers, essays and books is permitted only when the source is clearly mentioned. No part of this publication may be copied and/or published in any form or by any means, or stored in a retrieval system, without the prior written permission of EIM. EIM does not accept responsibility for printing errors and/or other imperfections.

5 Inhoudsopgave Samenvatting 5 1 Inleiding Aanleiding Doelstelling en onderzoeksvragen Aanpak Leeswijzer 12 2 Beginsituatie en doelen Startsituatie Doelen en ambities Gewenste effecten 15 3 Inhoud en activiteiten Vakken en activiteiten Werkvormen 22 4 Cijfers en organisatie Cijfers De werkwijze Betrokkenheid van docenten Betrokkenheid van het bedrijfsleven Betrokkenheid van het College van Bestuur Kennisdeling 34 5 Realisatie en effecten Projectverloop Effecten Leerervaringen 42 6 Verankering Vakken en activiteiten Positionering Toekomstplannen 49 7 Conclusies 51 Bijlagen I Overzicht Centres of Entrepreneurship 55 II Interviews 57 III Enquête onder studenten 61 IV Telefonische enquête onder stakeholders 65 3

6 4

7 Samenvatting Doelstelling subsidieregeling Ondernemerschap en Onderwijs De regeling Ondernemerschap en Onderwijs (O&O) is in 2007 in het leven geroepen. De doelstelling van de regeling is tweeledig: Meer onderwijsinstellingen integreren ondernemerschap in het onderwijs. Meer leerlingen en studenten laten ondernemend gedrag zien, zijn positief over ondernemerschap en starten binnen vijf jaar een eigen bedrijf. Binnen de O&O-regeling zijn 28 projecten gestart, waarvan negen in het primair onderwijs, acht in het voortgezet onderwijs, vijf in het middelbaar beroepsonderwijs en zes in het hoger onderwijs (Centres of Entrepreneurship). Doelstelling tussentijdse evaluatie In het laatste kwartaal van 2009 heeft EIM een tussentijdse evaluatie van deze projecten uitgevoerd. 1 Sindsdien is er ruim een jaar verstreken. Agentschap NL heeft EIM gevraagd om een nieuwe tussentijdse evaluatie uit te voeren voor de Centres of Entrepreneurship. Deze tussentijdse evaluatie kent drie doelen: 1 Het geven van een nieuwe stand van zaken over de Centres. 2 Het voorhouden van een spiegel aan de Centres. 3 Het formuleren van best practices bij de Centres. Beginsituatie en doelen Binnen de O&O-regeling ontvangen zes Centres of Entrepreneurship subsidie, waarbij in totaal 16 onderwijsinstellingen betrokken zijn. Bij drie Centres of Entrepreneurship is er sprake van een samenwerkingsverband tussen meerdere instellingen. Het betreft Holland Programme on Entrepreneurship (HOPE), Amsterdam Center for Entrepreneurship (ACE) en Gelderland Onderneemt (go!). De drie andere Centres zijn kleiner: het Maastricht Centre for Entrepreneurship (MC4E) en het Centrum voor Ondernemerschap in de Creatieve Industrie (COCI) vertegenwoordigen één onderwijsinstelling. Binnen de Dutch Agro-Food Network of Entrepreneurship (Dafne) trekt de Wageningen Universiteit de kar. De totale projectomvang is 26,5 miljoen euro. Hiervan komt 12 miljoen euro voor rekening van de O&O-regeling. In de doelstellingen van de Centres of Entrepreneurship vinden we veel aandacht terug voor het stimuleren van ondernemerschap. Meestal wordt ook wel gerept over het ontwikkelen van ondernemendheid bij studenten, maar dit is bijna altijd in combinatie met ondernemerschap. COCI vormen hierop een uitzondering. Verder hanteren alle Centres een trechtermodel. Het idee daarachter is dat studenten in een vroege fase van hun studie bewust worden gemaakt van ondernemerschap, waarna een deel daarvan voor het ondernemerschapsonderwijs zal kiezen. Daarna worden vaak nog activiteiten aangeboden om studenten te ondersteunen bij het starten en deels bij het doen groeien van bedrijven. Voor alle Centres geldt dat de doelstellingen zijn vertaald in concrete targets voor wat betreft het ontwikkelen van onderwijs, extracurriculaire activiteiten, te 1 P. Gibcus en J.P.J. de Jong (2010), Tussentijdse evaluatie 28 projecten Ondernemerschap en Onderwijs, in opdracht van SenterNovem, Den Haag. 5

8 bereiken aantal studenten, etc. De grotere Centres willen bijvoorbeeld duizenden studenten bereiken en de kleinere honderden. De geformuleerde targets zijn nog steeds relevant. Soms zijn ze niet meer haalbaar, maar dan blijft het Centre ze wel nastreven. Veel Centres hebben daarbij nieuwe vakken en/of activiteiten ontwikkeld, die niet in het oorspronkelijke projectplan waren opgenomen. Inhoud en activiteiten Bij elkaar genomen ontplooien de Centres of Entrepreneurship ruim 340 vakken en/of activiteiten. Kijkend naar de inhoud van de vakken voor studenten vallen een aantal zaken op. Ten eerste leert een analyse van de diverse vakken dat het accent in het onderwijs ligt op ondernemerschap, meestal geoperationaliseerd als het starten van een bedrijf of het werken als zelfstandige. Ten tweede geldt dat het aangeboden onderwijs zich nog steeds vooral richt op het laatste jaar van de bachelorfase of op de masterfase. De meeste Centres hebben nog steeds moeite om door te dringen tot het verplichte curriculum van opleidingen. Er is hier sprake van een insider-outsiderprobleem: insiders (departementen/vakgroepen die vakken verzorgen, die in het verplichte curriculum zijn opgenomen) hebben een sterk financieel motief om outsiders (departementen/vakgroepen die geen vakken verzorgen) te weren en ze doen dat dan ook. We verwachten daarom dat het ook in de toekomst lastig zal blijven om bewustwording van eerstejaarsstudenten via het verplichte curriculum te organiseren. Op hogescholen is dit probleem overigens minder sterk dan op universiteiten. De bewustwording van studenten gebeurt vaak via extracurriculaire activiteiten (inspirational lectures, congressen, summer schools). Dit is deels noodzakelijk, omdat het nog onvoldoende lukt om eerstejaarsvakken op het gebied van ondernemerschap aan alle studenten te kunnen aanbieden. Verschillende Centres stellen dat klassikale activiteiten niet de beste manier zijn om het bewustzijn en enthousiasme van studenten te stimuleren. Een probleem met deze extracurriculaire activiteiten is echter, dat het lastiger is om ze structureel te verankeren. Er wordt bij de Centres een breed palet aan onderwijsmethoden toegepast. Enerzijds zijn er de traditionele, theoriegedreven vormen van onderwijs (hoorcolleges, theoretische insteek), anderzijds is er ervaringsgericht onderwijs waarbij studenten in groepsverband werken aan businessplannen of zelfs aan de start van een bedrijf. Bij de meeste Centres vinden we in het onderwijs een mix van beide werkvormen. Studenten blijken het aangeboden onderwijs doorgaans meer als ondernemend dan als traditioneel en theoretisch te ervaren. Cijfers en organisatie Ten opzichte van 2009 zijn er meer studenten bereikt met het ondernemerschapsonderwijs. De studenten lijken zich goed bewust van ondernemerschap. Ook heeft het aangeboden onderwijs het beoogde effect: studenten aanzetten tot meer ondernemerschap. 20% van de ondervraagde studenten heeft reeds een eigen bedrijf en nog eens 19% is bezig met het opzetten van een eigen bedrijf. Ondernemende onderwijsvormen hebben meer effect, dat wil zeggen een grote groep studenten die dit type onderwijs heeft gevolgd, is bezig met ondernemerschap. Studenten lijken bovendien het verschil tussen ondernemerschap en ondernemendheid te herkennen. Bij ondernemen denken ze vooral aan alert zijn op kansen en zelf initiatieven nemen. Het hebben van een eigen bedrijf noemen ze veel minder vaak. 6

9 Een project kan alleen maar succes hebben, als het goed wordt gemanaged. De Centres zijn geen uitzondering op deze regel. De kerntaak van de Centres is om het ondernemerschapsonderwijs naar een hoger niveau te tillen. Hiervoor is een strakke regie nodig. Zeker bij Centres waarbij meerdere onderwijsinstellingen betrokken zijn, stuit dit op weerstand vanuit de betrokken onderwijsinstellingen. Bij alle Centres of Entrepreneurship is een harde kern van vijf tot twintig docenten en medewerkers betrokken. Dit zijn vaak de trekkers van nieuwe onderwijsactiviteiten en medewerkers van de staforganisatie die in de meeste gevallen fulltime bij het Centre zijn betrokken. Daarnaast is er een kring van meestal tientallen docenten die een beperkte bijdrage leveren. De Centres hebben, zeker in de beginfase, veel tegenwerking van docenten die niet achter het ondernemerschapsonderwijs staan. Bij alle Centres is het bedrijfsleven op de een of andere manier betrokken. Dit kan zijn door het geven van gastcolleges, coaching, stagebegeleiding, jurylidmaatschappen of extracurriculaire activiteiten (bijvoorbeeld de Entrepreneurship Week of Summer Schools). De Centres hebben geen problemen om voldoende ondernemers te vinden die hun medewerking willen verlenen. Daarnaast zijn de meeste Centres erin geslaagd om een beperkt aantal grote sponsors aan te trekken: bedrijven die voor een bepaalde tijd bereid zijn om het Centre financieel te ondersteunen. De betrokkenheid van de Colleges van Bestuur lijkt sinds de vorige tussentijdse evaluatie niet te zijn veranderd. De Colleges van Bestuur staan nog steeds positief ten opzichte van ondernemerschapsonderwijs. Draagvlak op bestuursniveau is echter geen voldoende voorwaarde voor het doorvoeren van vernieuwingen. Realisatie en effecten De belangrijkste doelstellingen van de Centres of Entrepreneurship lijken te worden gehaald. Als belangrijkste doelstelling geldt hierbij de verankering van het merendeel van de activiteiten en vakken die gedurende het project zijn ontwikkeld en opgestart. Op een lager niveau worden niet alle ambities waargemaakt. Het is doorgaans geen probleem om het afgesproken aantal vakken en minors te ontwikkelen. Universitaire Centres hebben echter nog steeds problemen om deze vakken door voldoende studenten te laten volgen. Verder lukt het niet altijd om vakken en minors open te stellen voor studenten van alle opleidingen binnen een instituut. Soms zijn er juist meer activiteiten uitgevoerd dan gepland. Wat vooral opvalt, is hoe goed de Centres erin slagen om een netwerk op te bouwen en te onderhouden. Het belangrijkste effect van de huidige regeling lijkt te zijn, dat het een forse impuls heeft gegeven aan het ondernemerschapsonderwijs op de deelnemende hogescholen en universiteiten. Het uiteindelijke doel van de O&O-regeling is dat studenten ondernemender worden en vaker een eigen bedrijf beginnen. Het is nu nog niet vast te stellen of dit ook is gebeurd. Hiervoor zouden studenten ook (lange tijd) na hun afstuderen moeten worden gevolgd. Het algemene oordeel van studenten over het ondernemerschapsonderwijs bij de Centres of Entrepreneurship is een 7,4. Hiermee neigen studenten naar een goede beoordeling van het gegeven onderwijs. Studenten zijn het meest te spreken over de kennis en vaardigheden van de docenten en ze zijn het minst positief over de kwaliteit van het lesmateriaal. Traditionele, theoretische vakken krijgen een minder hoge tevredenheidscore dan ondernemende vakken. Studenten erva- 7

10 ren veel effect van het ondernemerschapsonderwijs. Bijna drie op de vier studenten zeggen zich door het onderwijs bewuster te zijn van wat ondernemen is. De O&O-regeling doet wat zij bij studenten beoogt. De verschillen tussen traditioneel en ondernemend onderwijs laten zien dat ondernemend onderwijs de beste effecten geeft. Knelpunten die de Centres of Entrepreneurship ervaren, zijn: Doordringen tot het verplichte curriculum is moeilijk. Specifiek voor universiteiten is er een gebrek aan middelen voor onderzoek. Samenwerking met projectpartners is lastig door institutionele barrières. Niet alle docenten voelen zich betrokken bij het ondernemerschapsonderwijs. Ontwikkelen van ondernemerschapsonderwijs voor primair en secundair onderwijs is een kwestie van lange adem. Verankering Door de subsidie van de O&O-regeling krijgt het onderwijs zeker een zet in de goede richting, waardoor het nieuwe aanbod in elk geval deels zal beklijven. Van volledige verankering is echter geen sprake. Veel nieuwe vakken en activiteiten zijn met behulp van de O&O-regeling aangeboden, maar dit gaat niet altijd van een leien dakje. Zo zijn er bureaucratische problemen bij het afstemmen van activiteiten en vakken tussen faculteiten. De belangrijkste oorzaak voor dit probleem is: om een vak in het verplichte curriculum te kunnen opnemen, moet meestal een ander vak worden geschrapt. Dit betekent niet alleen dat dit andere vak dan niet meer wordt gegeven, maar het heeft ook financiële consequenties voor de afdeling die dit vak verzorgt. Door de problemen bij veel instellingen om ondernemerschapsonderwijs onderdeel te maken van het reguliere curriculum, blijft het draagvlak hiervoor onder de docenten/hoogleraren beperkt. We vermoeden dat ondernemerschapsonderwijs pas verankerd raakt binnen een hogeschool of universiteit, als het door een grote groep docenten en/of hoogleraren wordt gedragen. Zolang dat niet het geval is, zullen de activiteiten en prestaties van een Centre sterk afhankelijk zijn van de aansturing door enkele bevlogen projectleiders. Wel is het zo dat bijna alle Centres op de een of andere manier in de toekomst doorgaan met het ondernemerschapsonderwijs. Conclusies en aandachtspunten voor de toekomst Al met al is de conclusie kort en krachtig: de O&O-regeling in het onderwijs werkt. Bij de betrokken onderwijsinstelling heeft het ondernemerschapsonderwijs een duidelijke impuls gekregen en is hiervoor nu veel meer aandacht dan bij aanvang. De huidige O&O-regeling is bijna afgelopen. Op basis van de opgedane ervaringen zijn er twee belangrijke aandachtspunten voor eventuele toekomstige regelingen: 1 Ken in toekomstige subsidies veel gewicht toe aan blijvende verankering van nieuwe vakken en activiteiten. 2 Stuur niet alleen op ondernemerschap in het hoger onderwijs, maar benadruk vooral ook het belang van het stimuleren van een ondernemende houding bij studenten. 8

11 1 Inleiding 1.1 Aanleiding In 2007 ging de regeling Ondernemerschap en Onderwijs (O&O) van start. De doelstelling van de regeling is tweeledig: 1 Een toenemend aantal onderwijsinstellingen in Nederland heeft ondernemerschap in het onderwijs geïntegreerd in beleid, organisatie en programma. 2 Meer leerlingen en studenten gedragen zich ondernemender, zijn positief over ondernemerschap en starten binnen vijf jaar na afronding van hun opleiding een eigen bedrijf. Binnen de O&O-regeling zijn 28 projecten gestart, waarvan negen in het primair onderwijs, acht in het voortgezet onderwijs, vijf in het middelbaar beroepsonderwijs en zes in het hoger onderwijs (Centres of Entrepreneurship). In het laatste kwartaal van 2009 heeft EIM een tussentijdse evaluatie van deze projecten uitgevoerd. 1 Met betrekking tot de Centres of Entrepreneurship kwam daar onder meer uit naar voren dat het ondernemerschapsonderwijs van de grond komt en ook (deels) zal beklijven. Vraagtekens werden gezet bij de verankering, omdat het in de praktijk moeilijk blijkt voor de hogescholen en universiteiten om door te dringen tot het verplichte curriculum. De resultaten uit de tussentijdse evaluatie zijn teruggekoppeld naar de Centres of Entrepreneurship. Sindsdien is er ruim een jaar verstreken en Agentschap NL heeft EIM gevraagd de nieuwe stand van zaken in kaart te brengen om daarmee inzichtelijk te maken welke veranderingen zich sinds de vorige tussentijdse evaluatie hebben voorgedaan. Hiermee wil Agentschap NL de Centres of Entrepreneurship een spiegel voorhouden. Daar waar nodig kan Agentschap NL met de resultaten van de tweede tussentijdse evaluatie de Centres of Entrepreneurship nog bijsturen, voordat de O&O-regeling voor de Centres of Entrepreneurship eind 2011/begin 2012 wordt beëindigd. 1.2 Doelstelling en onderzoeksvragen Doelstelling De tussentijdse evaluatie van de Centres of Entrepreneurship kent drie doelen: 1. Het geven van een nieuwe stand van zaken over de Centres. 2. Het voorhouden van een spiegel aan de Centres. 3. Het formuleren van best practices bij de Centres. Het eerste doel is het geven van een nieuwe stand van zaken. Door het maken van een vergelijking met de tussentijdse evaluatie uit 2009 is de voortgang van de zes Centres of Entrepreneurship inzichtelijk gemaakt. 1 P. Gibcus en J.P.J. de Jong (2010), Tussentijdse evaluatie 28 projecten Ondernemerschap en Onderwijs, in opdracht van SenterNovem, Den Haag. 9

12 Het tweede doel is om aan alle deelnemende onderwijsinstellingen een spiegel voor te houden. De spiegel heeft tot functie inzichten in de voortgang en leermomenten in beeld te brengen voor de Centres. Maar ook om aanpassingen aan programma s of activiteiten die in de loop van de tijd door de Centres zijn ontwikkeld, zichtbaar en bruikbaar te maken voor anderen. Daarbij is vooral ingezoomd op het verhaal achter de ontwikkelingen. De onderwijsinstellingen kunnen zich daarin herkennen, bepalen waar zij zelf staan en welke vervolgstappen voor hen goed uitvoerbaar zouden kunnen zijn. Het Valorisatieprogramma is per 1 juni 2010 gestart. De subsidie-instrumenten Kennisexploitatie (SKE) en de Centres of Entrepreneurship gaan op in dit nieuwe programma. Het derde doel is om best practices vanuit de Centres of Entrepreneurship inzichtelijk te maken, zodat andere onderwijsinstellingen enthousiast worden voor het Valorisatieprogramma. Onderzoeksvragen Voor een goede vergelijking met de voorgaande tussentijdse evaluatie zijn zo veel mogelijk dezelfde onderzoeksvragen gehanteerd. Destijds waren de onderzoeksvragen opgedeeld in vijf blokken: A. Beginsituatie en doelen; B. Inhoud en activiteiten; C. Organisatie en cijfers; D. Realisatie en effecten; E. Verankering. Blok A is bijna volledig ingekleurd tijdens de voorgaande tussentijdse evaluatie. De andere blokken blijven ook voor deze tussentijdse evaluatie van toepassing. In Tabel 1 zijn de blokken gekoppeld aan de drie doelstellingen. Tabel 1 Onderzoeksvragen Nr. Blok Onderzoeksvraag 1. Nieuwe stand van zaken 1.1 Inhoud en Hoeveel en welke vakken en activiteiten bieden de Centres aan? activiteiten 1.2 Inhoud en Welke werkvormen passen de Centres toe? activiteiten 1.3 Cijfers Hoeveel studenten zijn erbij betrokken? 1.4 Cijfers Hoeveel docenten zijn erbij betrokken? 1.5 Organisatie Wat is de rol van bedrijven? 1.6 Organisatie Wat is de rol van andere partijen? 1.7 Organisatie Wat is de betrokkenheid van het College van Bestuur? 1.8 Effecten Wat zijn de effecten op studenten? 1.9 Effecten Wat zijn de interne effecten? (o.a. op docenten, alumni) 1.10 Effecten Wat zijn de externe effecten? (o.a. op bedrijven) 1.11 Verankering Hoe staat het met de verankering in het curriculum, de visie en/of de strategie? 1.12 Verankering Hoe zijn de verbindingen met andere lesprogramma s? 10

13 2. Voorhouden van een spiegel 2.1 Realisatie Hoe verloopt het project? In hoeverre worden de projectdoelstellingen gehaald? En in hoeverre zijn de doelen bijgesteld? 2.2 Realisatie Wat zijn de leerervaringen? 2.3 Verankering Wat zijn de toekomstplannen? 3. Best practices 3.1 NIEUW Wat zijn bij uitstek ondernemende werkvormen? 3.2 NIEUW Wat kunnen toekomstige Centres hiervan leren? 3.3 Organisatie Hoe verloopt de kennisdeling? 1.3 Aanpak De tussentijdse evaluatie van de zes Centres of Entrepreneurship omvatte de volgende bouwstenen: I. Beknopte deskresearch; II. Interviews; III. Opvragen gegevens bij de Centres; IV. Internetenquête onder studenten; V. Telefonische enquête onder stakeholders; VI. Analyse en rapportage. Met deze bouwstenen is in grote lijnen dezelfde onderzoeksaanpak gehanteerd als bij de voorgaande tussentijdse evaluatie van de Centres. Hierdoor zijn we in staat om zo veel mogelijk een vergelijking te maken met de resultaten uit de voorgaande tussentijdse evaluatie. Iedere bouwsteen lichten we in het onderstaande kort toe. I. Beknopte deskresearch Agentschap NL houdt van ieder project een dossier bij. In dit dossier zitten de projectplannen, de projectanalyse en de tussenrapportages. We hebben de meest recente tussenrapportages gescreend op informatie die kan worden gebruikt bij de beantwoording van de onderzoeksvragen. Alle overige documenten zijn al bestudeerd in de voorgaande tussentijdse evaluatie. Daarnaast hebben we de websites van de Centres of Entrepreneurship gescreend op mogelijke veranderingen die zich sinds 2009 hebben voorgedaan. II. Interviews De projectleiders van de Centres of Entrepreneurship is een interview afgenomen. Ook hebben interviews plaatsgevonden met enkele partnerinstellingen. Afhankelijk van de situatie waren ook andere relevante personen binnen het project tijdens het interview aanwezig. Vooraf heeft Agentschap NL een gestuurd naar de Centres met daarin de aankondiging van de evaluatie. Tijdens de interviews met de projectleiders zijn alle evaluatieblokken aan de orde gekomen. In de interviews werd ditmaal extra aandacht gegeven aan best practices. De gespreksverslagen zijn teruggekoppeld naar de gesprekspartners. Bijlage II geeft een toelichting op de interviews. III. Opvragen gegevens bij de Centres De interviews dienden als opstap naar het opvragen van verdere gegevens over de Centres of Entrepreneurship. Dit betrof gegevens over vakken en activiteiten, adressen van studenten (input voor bouwsteen IV) en adresgegevens van stakeholders (input voor bouwsteen V). 11

14 IV. Internetenquête onder studenten Gezien de omvang van de projecten in het hoger onderwijs, is gewerkt met een internetenquête. Hieraan hebben 605 studenten deelgenomen, een respons van 28%. Uit eerdere ervaringen van EIM blijkt de respons van studenten op een dergelijke enquête doorgaans rond de 10% te liggen. Om de respons te verhogen, zijn onder de studenten drie Ipads verloot. De vragenlijst voor de enquête is gebaseerd op de door EIM ontwikkelde Entrepreneurship Education Monitor om de effecten van ondernemerschapsonderwijs zichtbaar te maken. De volgende dimensies zijn daarin meegenomen: bewustzijn, houding, gepercipieerd vermogen en ondernemend gedrag. Deze vragenlijst is ook gehanteerd bij de vorige tussentijdse evaluatie in Daar waar mogelijk zijn de resultaten gebenchmarkt met de Eenmeting Onderwijs en Ondernemerschap 1, waaraan 749 studenten op hogescholen en universiteiten hun medewerking hebben verleend door een internetenquête in te vullen. Het betreft in de benchmark een aselecte steekproef van studenten. Zij hebben niet per se ondernemerschapsonderwijs gevolgd. V. Telefonische enquête onder stakeholders Om de maatschappelijke effecten van de O&O-projecten in kaart te brengen, is een telefonische enquête onder derden, ook wel stakeholders (docenten en bedrijven), gehouden. Met deze enquête is gemeten in hoeverre de stakeholders een rol spelen bij de uitvoering van het O&O-project en in welke mate zij betrokken zijn. Uiteindelijk hebben 64 stakeholders deelgenomen aan de telefonische enquête. De enquête is afgenomen door Stratus Marktonderzoek, een zusterbedrijf van EIM, gespecialiseerd in dataverzameling. De respons is 75%. Veelal waren de stakeholders al door de projectleiders van de diverse O&O-projecten op de hoogte gesteld van de telefonische enquête. Zie ook bijlage IV. VI. Analyse en rapportage De evaluatie volgde een zogenaamde eclectische aanpak: de onderzoeksvragen kwamen in verschillende bouwstenen aan bod. De conclusies en aanbevelingen in dit rapport zijn derhalve gebaseerd op verschillende bronnen. Alle verzamelde informatie is zo goed mogelijk bestudeerd en verwerkt in het onderhavige rapport. In aanvulling op de voorgaande tussentijdse evaluatie zijn ditmaal ook enkele best practices opgenomen. 1.4 Leeswijzer Hoofdstuk 2 bespreekt in het kort de beginsituatie en de doelen van de Centres. Vervolgens kijkt hoofdstuk 3 naar de inhoud en activiteiten. Hoofdstuk 4 staat stil bij de organisatie en cijfers. Daarna presenteren we in hoofdstuk 5 de realisatie en effecten. Hoofdstuk 6 gaat in op de verankering. Tot slot komen in hoofdstuk 7 de conclusies aan bod. De bijlagen presenteren de achtergrond en methodologie van verschillende onderzoeksstappen. Bijlage I geeft een overzicht van de zes Centres. Bijlage II gaat in op de interviews. Bijlage III bespreekt de internetenquête onder studenten. Bijlage IV zoomt in op de telefonische enquête onder stakeholders. 1 Petra Gibcus, Maarten Overweel, Sita Tan en Michel Winnubst (2010), Onderwijs en Ondernemerschap: Eenmeting 2010, in opdracht van Agentschap NL: Den Haag. 12

15 2 Beginsituatie en doelen 2.1 Startsituatie Zes Centres of Entrepreneurship maken gebruik van de subsidieregeling Ondernemerschap en Onderwijs (O&O). In totaal zijn 16 onderwijsinstellingen betrokken bij deze Centres (Figuur 1). Er zijn drie grote Centres, bestaande uit samenwerkingsverbanden van universiteiten en/of hogescholen, waarbij de betrokken onderwijsinstellingen een substantieel aandeel hebben in de besteding van middelen. De drie andere Centres zijn kleiner; het Maastricht Centre for Entrepreneurship (MC4E) en het Centrum voor Ondernemerschap in de Creatieve Industrie (COCI) vertegenwoordigen één onderwijsinstelling. Binnen de Dutch Agro- Food Network of Entrepreneurship (Dafne) trekt de Wageningen Universiteit de kar. Figuur 1 Centres of Entrepreneurship binnen de O&O-regeling in de periode Centre of Entrepreneurship Onderwijsinstellingen Projectomvang ( ) O&O subsidie ( ) HOPE Holland Programme on Entrepreneurship ACE Amsterdam Center for Entrepreneurship go! Gelderland Onderneemt Dafne Dutch Agro-food Network of Entrepreneurship Erasmus Universiteit Rotterdam TU Delft Universiteit Leiden Universiteit van Amsterdam Vrije Universiteit Hogeschool van Amsterdam Inholland Diemen Hogeschool Arnhem Nijmegen ArtEZ hogeschool voor de kunsten Radboud Universiteit Wageningen UR Hogeschool Van Hall Larenstein HAS Den Bosch CAH Dronten 8,0 mln 3,0 mln 6,0 mln 2,9 mln 5,8 mln 2,9 mln 3,3 mln 1,5 mln MC4E Maastricht Centre for Entrepreneurship Universiteit Maastricht 1,9 mln 0,9 mln COCI Centre for Entrepreneurship in the Creative Industries Hogeschool voor de Kunsten Utrecht 1,5 mln 0,8 mln Bron: EIM, op basis van dossieranalyse en interviews. Voor vrijwel alle betrokken instellingen geldt dat de O&O-regeling er niet voor heeft gezorgd dat ondernemerschap op de kaart is gezet, maar wel dat het onderwijs is versterkt en een duw in de goede richting heeft gekregen. Zie ook de volgende hoofdstukken. 2.2 Doelen en ambities Doelstelling O&O-regeling De doelstelling van de O&O-regeling is tweeledig: 1. Meer onderwijsinstellingen hebben ondernemerschap geïntegreerd. 13

16 2. Meer studenten vertonen ondernemend gedrag, hebben een ondernemende houding en/of starten binnen vijf jaar na afronding van hun studie een bedrijf. In de uitgangspunten van de subsidieregeling worden ondernemerschap en ondernemendheid in één adem genoemd. Het idee achter de O&O-regeling is dat ondernemerschap om meer draait dan alleen het starten van een bedrijf door studenten. Ook ondernemendheid wordt van belang geacht: een ondernemende houding en ondernemend gedrag. Zo n houding en gedrag zijn ook van belang voor medewerkers in grote bedrijven, bij overheden en non-profitorganisaties. Het starten of leiden van een bedrijf is vervolgens een specifieke uiting van ondernemendheid waarvoor aanvullende vaardigheden nodig zijn, zoals het schrijven en verkopen van een businessplan. De O&O-regeling is er derhalve op gericht om studenten meer vermogen bij te brengen om ideeën in daden om te zetten. De insteek van de regeling is breder dan zelfstandig ondernemerschap, er wordt gemikt op het verbeteren van ondernemende houding, gedrag en vermogens van studenten. Doelstellingen Centres of Entrepreneurship In de doelstellingen van de Centres of Entrepreneurship is vooral veel aandacht voor ondernemerschap. Zij stellen zich bijvoorbeeld ten doel om: knelpunten op het gebied van ondernemerschap aan te pakken om de entrepreneurial mindset ( ) te verbeteren, competenties en vaardigheden op het gebied van ondernemerschap te ontwikkelen en kennisvalorisatie ( ) te stimuleren (Dafne) of studenten te laten afstuderen met een ondernemende houding, te prikkelen tot ondernemerschap en studenten die voor zelfstandig ondernemerschap hebben gekozen, te ondersteunen tot 1,5 jaar na hun afstuderen (COCI). In de doelstellingen van de Centres wordt meestal ook wel gerept van het ontwikkelen van de ondernemendheid van studenten, maar bijna altijd in combinatie met zelfstandig ondernemerschap in de vorm van een eigen bedrijf. COCI en go! vormen hierop een uitzondering: tijdens de interviews kwam duidelijk naar voren dat deze Centres het stimuleren van ondernemendheid minstens zo belangrijk vinden als het stimuleren van ondernemerschap. Sterker nog: COCI heeft de doelstellingen bijgesteld en is meer nadruk gaan leggen op ondernemendheid. Centres hanteren trechtermodel voor stimuleren ondernemendheid Verder valt op dat alle Centres een trechtermodel hanteren om bij studenten meer ondernemende competenties te ontwikkelen en hen aan te zetten tot ondernemend gedrag. Het idee achter dit model is dat studenten in een vroege fase van hun studie bewust worden gemaakt van ondernemerschap, waarna een deel van hen voor het ondernemerschapsonderwijs zal kiezen. Daarna worden vaak ook nog activiteiten aangeboden om studenten te ondersteunen bij het starten en deels bij het doen groeien van hun bedrijven. Enkele voorbeelden zijn weergegeven in Figuur 2. De meeste Centres hanteren expliciet een dergelijk trechtermodel als leidraad bij het formuleren van doelstellingen en de uitwerking daarvan in (onderwijs)activiteiten (en als dit niet expliciet gebeurt, dan kan het model impliciet worden herkend). Vroeg in de studie probeert men zo veel mogelijk studenten bewust te maken van ondernemerschap (met doelstellingen onder de noemer 14

17 van bewustwording, inspire, ruiken, etc.). Hier vinden veel extracurriculaire activiteiten plaats zoals lezingen, het verstrekken van voorlichtingsmateriaal, de organisatie van Entrepreneurship Weeks of het aanbieden van verplichte beroepsoriëntaties. Daarna vinden onderwijsactiviteiten plaats, gericht op de ontwikkeling van kennis, competenties en vaardigheden. Dit gebeurt vooral via minors en losse vakken, maar ook via summer schools voor een beperkte groep studenten. Figuur 2 Trechtermodel voor de ontwikkeling van ondernemerschap aantal studenten inspire educate bewustwording leren verdiepen ruiken proeven start starten en groeien doen grow studiefase Bron: EIM, op basis van interviews en dossieranalyse. De volgende fase in de trechter is om studenten met concrete ambities te helpen met het lanceren en uitbouwen van een nieuw bedrijf. Hiervoor worden coaches en broedplaatsen 1 voor studenten beschikbaar gesteld en worden netwerkactiviteiten tussen studenten en (alumni) ondernemers ingezet. Als laatste fase van de trechter bieden de meeste Centres inmiddels ook activiteiten aan gevestigde (alumni) ondernemers aan, om ze te ondersteunen bij hun groeiambities. 2.3 Gewenste effecten Bewustwordingsactiviteiten zijn bij grotere Centres steevast gericht op het bereiken van duizenden studenten, terwijl bij de kleinere Centres dit aantal meestal enkele honderden bedraagt. Voor onderwijsactiviteiten mikken alle Centres op honderden en soms zelfs op meer dan duizend deelnemers over een periode van vier jaar (bijv. CASE, go!). Bij het starten van bedrijven zijn de beoogde aantallen vanzelfsprekend minder hoog, maar bedragen ze nog altijd tientallen studenten. Als we kijken naar de projectplannen van de diverse Centres, dan valt op dat alle Centres uitblinken door doelstellingen die zijn vertaald in concrete targets voor 1 Broedplaatsen moeten niet met incubatoren worden verward. Een incubator of incubatiecentrum is bedoeld voor bedrijven die al gestart zijn, terwijl een broedplaats bedoeld is voor de fase die daaraan voorafgaat. Broedplaatsen kunnen het gat overbruggen tussen studenten en incubatoren. 15

18 het ontwikkelen van onderwijs, extracurriculaire activiteiten, te bereiken aantallen studenten, etc. De doelstellingen zijn specifiek, meetbaar en tijdgebonden en zij ogen in het algemeen realistisch. De geformuleerde targets vormen nog steeds een goede leidraad om de vorderingen en prestaties van de Centres en de betrokken instellingen in kaart te brengen. Uit de interviews is gebleken dat een deel van de targets niet meer haalbaar wordt geacht, maar dat de meeste targets nog steeds worden nagestreefd. De projectplannen zijn met andere woorden op hoofdlijnen nog steeds actueel. De interviews suggereren echter ook, dat deze evaluatie zich niet moet beperken tot de geformuleerde targets uit de projectplannen. Hiermee zouden we veel Centres tekortdoen. De meeste Centres hebben nieuwe activiteiten ontwikkeld en/of vakken opgezet die niet in het oorspronkelijke projectplan waren opgenomen. In verschillende interviews is de werkwijze van de Centres als een ecosysteem omschreven: een dynamisch netwerk van personen en organisaties, waarin sprake is van efficiënte samenwerking en waar regelmatig nieuwe ideeën en initiatieven ontstaan, maar waarin ook bestaande ideeën worden aangepast of geschrapt als dat nodig blijkt. Op de website van het Delft Centre for Entrepreneurship van de TU Delft is het entrepreneurship ecosysteem grafisch weergegeven. Zie ook Figuur 3. Figuur 3 Entrepreneurship Ecosysteem Bron: Delft Centre for Entrepreneurship (DCE). In het resterende deel van deze evaluatie beperken we ons dan ook niet tot activiteiten en targets die in de oorspronkelijke projectplannen zijn opgenomen, maar komen ook de nieuwe activiteiten van de Centres aan bod. 16

19 3 Inhoud en activiteiten 3.1 Vakken en activiteiten Aantal vakken en activiteiten De Centres of Entrepreneurship ontplooien, bij elkaar genomen, meer dan 340 vakken en activiteiten. Ten opzichte van de vorige tussentijdse evaluatie uit 2009 is het aantal vakken en activiteiten flink toegenomen. Destijds werden door de Centres bijna 290 vakken en activiteiten aangeboden. In 2009 kwam ruim 80% van de vakken en activiteiten tot stand met subsidie uit de regeling Ondernemerschap en Onderwijs. Dit aandeel is licht afgenomen naar 75%. Het merendeel van de vakken of activiteiten is nieuw, maar ook het uitbouwen of verbeteren van bestaande vakken komt met regelmaat voor. In Tabel 2 volgt een overzicht op hoofdlijnen. Tabel 2 Vakken en activiteiten van de Centres of Entrepreneurship (feb-maart 2011) HOPE ACE go! Dafne MC4E COCI Begroting projectplan (* mln) 8,0 6,0 5,8 3,3 1,9 1,5 Aantal vakken/activiteiten Naar studiefase: - Bachelor Master Extracurriculair Naar financieringsbron: - Zonder O&O-subsidie Deels met O&O-subsidie Volledig uit O&O-subsidie Naar mate van nieuwheid: - Reeds bestaand vak/activiteit Vak/activiteit uitgebouwd Nieuw vak/activiteit Bron: EIM, op basis van dossieranalyse en interviews. We zien in Tabel 2 dat ACE, Dafne en COCI voornamelijk nieuwe activiteiten ontwikkelen of bestaande activiteiten uitbouwen met de aan hen verstrekte middelen. Bij de andere Centres zijn ook relatief veel bestaande vakken en/of activiteiten onder de vlag van het Centre of Entrepreneurship gebracht. Zij treden dan op als coördinerend orgaan. Ook maakt de tabel duidelijk dat met de O&Omiddelen veel nieuwe initiatieven van de grond zijn gekomen. Tussen onderwijsinstellingen bestaan verschillen in de omvang van de gerealiseerde vakken en activiteiten. Toch lijkt de omvang van de gerealiseerde vakken en activiteiten redelijk in verhouding met de omvang van de verstrekte subsidie. Zo zijn er bij ACE een aantal vakken van 30 ECTS en is er zelfs een van 60 ECTS. 17

20 Ook Dafne kent een aantal vakken van 60 ECTS. Bij MC4E en COCI is 17 het maximum aantal ECTS. In Tabel 3 hebben we de totale studielast, uitgedrukt in aantal ECTS, van het aangeboden onderwijs bij de Centres weergegeven. We benadrukken echter dat de vergelijkbaarheid nog steeds beperkt is en met de beschikbare gegevens niet haalbaar. 1 Tabel 3 Omvang onderwijs Centres of Entrepreneurship (feb-maart 2011) HOPE CASE go! Dafne MC4E COCI Begroting projectplan (* mln) 8,0 6,0 5,8 3,3 1,9 1,5 Aantal ECTS bacheloronderwijs Aantal ECTS masteronderwijs Totaal aantal ECTS Bron: EIM, op basis van dossieranalyse en interviews. De Centres of Entrepreneurship richten zich op verschillende studiefasen. HOPE bestaat uit drie universiteiten en het zwaartepunt van het onderwijs ligt bij de masterfase. Bij MC4E (Universiteit Maastricht) vinden we ook een zwaartepunt van het onderwijs in de masterfase. COCI daarentegen bestaat alleen uit de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht en alle onderwijsinspanningen zijn daar op de bachelor gericht. Ook bij go! en Dafne is er sprake van een relatief groot aandeel bacheloronderwijs. Deze Centres bestaan in meerderheid uit hogescholen. Voor de meeste Centres geldt dat het aantal ECTS in vergelijking met 2009 ongeveer gelijk is gebleven of licht is toegenomen. Alleen bij Dafne zien we een flinke toename. In 2009 waren nog 182 ECTS te verdienen met ondernemerschapsonderwijs. In 2011 is dit opgelopen naar 286. Inhoud van de vakken voor studenten Kijkend naar de inhoud van de vakken voor studenten vallen een aantal zaken op. Ten eerste leert een analyse van de diverse vakken dat het accent in het onderwijs ligt op ondernemerschap, meestal geoperationaliseerd als het starten van een bedrijf of het werken als zelfstandige. We hebben weinig cursussen aangetroffen die waren gericht op ondernemendheid of ondernemend gedrag van studenten en als dat gebeurde, was dit eigenlijk altijd in combinatie met ondernemerschap. COCI is hierop een uitzondering. COCI heeft de afgelopen periode een ommezwaai gemaakt van het stimuleren van ondernemerschap naar ondernemendheid. Steeds meer vakken en activiteiten worden ingericht om ondernemend gedrag bij studenten te bevorderen. Het valt ook op dat de wetenschappelijke disciplines met kennis van ondernemendheid, veelal psychologen en onderwijskundigen, niet aan de Centres zijn verbonden. 1 Er zou bijvoorbeeld gecorrigeerd moeten worden voor het feit dat vakken soms al bestonden, soms alleen maar zijn uitgebouwd en in verschillende mate uit de O&O-regeling gefinancierd kunnen zijn. 18

MKB-index april 2017

MKB-index april 2017 MKB-index april 2017 Zoetermeer, 4 mei 2017 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Universiteit van Amsterdam, INTT

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Universiteit van Amsterdam, INTT Tevredenheidsonderzoek 2011 Dienst inburgeren Universiteit van Amsterdam, INTT Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van Universiteit van Amsterdam, INTT De verantwoordelijkheid voor de inhoud

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Hogeschool Inholland Amsterdam/Diemen

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Hogeschool Inholland Amsterdam/Diemen Tevredenheidsonderzoek 2011 Dienst inburgeren Hogeschool Inholland Amsterdam/Diemen Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van Hogeschool Inholland Amsterdam/Diemen De verantwoordelijkheid voor

Nadere informatie

De stand van Mediation in Nederland

De stand van Mediation in Nederland De stand van Mediation in Nederland drs. R.J.M. Vogels Zoetermeer, 17 november 2011 In opdracht van het Nederlands Mediation Instituut (NMI). De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Stratus.

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv Tevredenheidsonderzoek 2011 Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van Studiecentrum Talen Eindhoven bv De verantwoordelijkheid voor de inhoud

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Accessio Inburgering

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Accessio Inburgering Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 Accessio Inburgering Zoetermeer, woensdag 5 augustus 2015 In opdracht van Accessio Inburgering De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2012. Jobcoach organisatie Trace Daelzicht

Tevredenheidsonderzoek 2012. Jobcoach organisatie Trace Daelzicht Tevredenheidsonderzoek 2012 Jobcoach organisatie Trace Daelzicht Zoetermeer, maandag 4 februari 2013 In opdracht van Jobcoach organisatie Trace Daelzicht De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Fox AOB

Tevredenheidsonderzoek Fox AOB Tevredenheidsonderzoek 2015 Fox AOB Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van Fox AOB De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Gelderland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Gelderland Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Hogeschool van Amsterdam

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Hogeschool van Amsterdam Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Hogeschool van Amsterdam Zoetermeer, woensdag 9 november 2016 In opdracht van Hogeschool van Amsterdam De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek. ROC Drenthe College meetperiode: 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 Definitief rapport

Tevredenheidsonderzoek. ROC Drenthe College meetperiode: 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 Definitief rapport Tevredenheidsonderzoek ROC Drenthe College meetperiode: 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 Definitief rapport In opdracht van ROC Drenthe College Zoetermeer, donderdag 22 maart 2018 De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Zuid-Holland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Zuid-Holland Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Fryslân

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Fryslân Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Zeeland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Zeeland Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Drenthe

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Drenthe Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Noord-Holland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Noord-Holland Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, oktober 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Limburg

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Limburg Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Flevoland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Flevoland Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Heliomare

Tevredenheidsonderzoek Heliomare Tevredenheidsonderzoek Heliomare Naar Werk Meetjaar 2017/2018 Zoetermeer, 4-5-2018 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek De Opstap, Leerwerktraject van De Kapstok

Tevredenheidsonderzoek De Opstap, Leerwerktraject van De Kapstok Tevredenheidsonderzoek 2014-2015 De Opstap, Leerwerktraject van De Kapstok Zoetermeer, maandag 3 augustus 2015 In opdracht van De Opstap, Leerwerktraject van De Kapstok De verantwoordelijkheid voor de

Nadere informatie

BNA Conjunctuurmeting

BNA Conjunctuurmeting BNA Conjunctuurmeting September 2011 Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten Jollemanhof 14 Postbus 19606 1000 GP Amsterdam T 020 555 36 66 F 020 555 36

Nadere informatie

De Watersector Exportindex (WEX)

De Watersector Exportindex (WEX) De Watersector Exportindex (WEX) prognose 2006 drs. P. Gibcus drs. W.H.J. Verhoeven Zoetermeer, februari 2007 Dit onderzoek is gefinancierd door het programma Partners voor Water. De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015. Regionaal Autisme Centrum onderdeel Autismewerk.nl

Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015. Regionaal Autisme Centrum onderdeel Autismewerk.nl Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 Regionaal Autisme Centrum onderdeel Autismewerk.nl Zoetermeer, vrijdag 13 november 2015 In opdracht van Regionaal Autisme Centrum onderdeel Autismewerk.nl De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

De Watersector Exportindex (WEX)

De Watersector Exportindex (WEX) De Watersector Exportindex (WEX) Prognose 2005 drs. P. Gibcus drs. W.H.J. Verhoeven Zoetermeer, februari 2006 Dit onderzoek is gefinancierd door het programma Partners voor Water. De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014 / De Nieuwe Werkgever

Tevredenheidsonderzoek 2014 / De Nieuwe Werkgever Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 De Nieuwe Werkgever Zoetermeer, dinsdag 4 augustus 2015 In opdracht van De Nieuwe Werkgever De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Fontys Hogescholen - Talencentrum

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Fontys Hogescholen - Talencentrum Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 Fontys Hogescholen - Talencentrum Zoetermeer, dinsdag 4 augustus 2015 In opdracht van Fontys Hogescholen - Talencentrum De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek ROC De Leijgraaf

Tevredenheidsonderzoek ROC De Leijgraaf Tevredenheidsonderzoek 2015 ROC De Leijgraaf Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van ROC De Leijgraaf De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Wajong Talenten B.V.

Tevredenheidsonderzoek Wajong Talenten B.V. Tevredenheidsonderzoek 2015 Wajong Talenten B.V. Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van Wajong Talenten B.V. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Heliomare

Tevredenheidsonderzoek Heliomare Tevredenheidsonderzoek Heliomare Werkfit maken Meetjaar 207/208 Zoetermeer, 4-5-208 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren ROC Midden Nederland Participatieopleidingen

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren ROC Midden Nederland Participatieopleidingen Tevredenheidsonderzoek 2010 Dienst inburgeren ROC Midden Nederland Participatieopleidingen Zoetermeer, vrijdag 4 februari 2011 In opdracht van ROC Midden Nederland Participatieopleidingen De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Kunnen MKB-ondernemers de weg nog vinden? Veranderingen in de sociale zekerheid

Kunnen MKB-ondernemers de weg nog vinden? Veranderingen in de sociale zekerheid Kunnen MKB-ondernemers de weg nog vinden? Veranderingen in de sociale zekerheid Peter Brouwer Zoetermeer, april 2003 Dit onderzoek maakt deel uit van het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap, dat

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Jobcoach Company

Tevredenheidsonderzoek Jobcoach Company Tevredenheidsonderzoek 2014 Jobcoach Company Zoetermeer, vrijdag 13 februari 2015 In opdracht van Jobcoach Company De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of

Nadere informatie

Uitgevoerd in opdracht van. Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2013 Provincies

Uitgevoerd in opdracht van. Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2013 Provincies Uitgevoerd in opdracht van Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2013 Provincies Zoetermeer, 17 september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Zoetermeer, 28 februari 2018

Zoetermeer, 28 februari 2018 Cliëntenaudit BWRI Zoetermeer, 28 februari 2018 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Landstede

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Landstede Tevredenheidsonderzoek 2011 Dienst inburgeren Landstede Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van Landstede De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2012 / A&P Partners

Tevredenheidsonderzoek 2012 / A&P Partners Tevredenheidsonderzoek 2012 / 2013 A&P Partners Zoetermeer, zaterdag 3 augustus 2013 In opdracht van A&P Partners De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren ROC Mondriaan

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren ROC Mondriaan Tevredenheidsonderzoek 2010 Dienst inburgeren ROC Mondriaan Zoetermeer, vrijdag 4 februari 2011 In opdracht van ROC Mondriaan De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van

Nadere informatie

Aanscherpingen glijdende schaal. Geschatte resultaten van recente en voorgenomen aanscherpingen. Samenvatting

Aanscherpingen glijdende schaal. Geschatte resultaten van recente en voorgenomen aanscherpingen. Samenvatting Aanscherpingen glijdende schaal Geschatte resultaten van recente en voorgenomen aanscherpingen Samenvatting WODC, Ministerie van Veiligheid en Justitie 2014 Drs. Zosja Berdowski; Ir. Alexandra Vennekens

Nadere informatie

Ergernissen van ondernemers in het MKB Minirapportage

Ergernissen van ondernemers in het MKB Minirapportage Ergernissen van ondernemers in het MKB Minirapportage drs. C.M. Wiggers Zoetermeer, augustus 2003 Nummer: M200304 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM. Het gebruik van cijfers en/of teksten

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015. AM Werk Reïntegratie BV

Tevredenheidsonderzoek 2015. AM Werk Reïntegratie BV Tevredenheidsonderzoek 2015 AM Werk Reïntegratie BV Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van AM Werk Reïntegratie BV De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Nieuwland Opleidingen B.V.

Tevredenheidsonderzoek Nieuwland Opleidingen B.V. Tevredenheidsonderzoek 2015 Nieuwland Opleidingen B.V. Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van Nieuwland Opleidingen B.V. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Twintaal Trainingen

Tevredenheidsonderzoek Twintaal Trainingen Tevredenheidsonderzoek 2015 Twintaal Trainingen Zoetermeer, woensdag 17 februari 2016 In opdracht van Twintaal Trainingen De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek ROC Kop van Noord-Holland bedrijfsopleidingen

Tevredenheidsonderzoek ROC Kop van Noord-Holland bedrijfsopleidingen Tevredenheidsonderzoek 2013 ROC Kop van Noord-Holland bedrijfsopleidingen Zoetermeer, dinsdag 4 februari 2014 In opdracht van ROC Kop van Noord-Holland bedrijfsopleidingen De verantwoordelijkheid voor

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015. Rijn IJssel, Educatie & Integratie

Tevredenheidsonderzoek 2015. Rijn IJssel, Educatie & Integratie Tevredenheidsonderzoek 2015 Rijn IJssel, Educatie & Integratie Zoetermeer, zaterdag 27 februari 2016 In opdracht van Rijn IJssel, Educatie & Integratie De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 ROC A12

Tevredenheidsonderzoek 2015 ROC A12 Tevredenheidsonderzoek 2015 ROC A12 Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van ROC A12 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek ROC Alfa-college, unit Educatie

Tevredenheidsonderzoek ROC Alfa-college, unit Educatie Tevredenheidsonderzoek 2014 ROC Alfa-college, unit Educatie Zoetermeer, vrijdag 13 februari 2015 In opdracht van ROC Alfa-college, unit Educatie De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia.

Nadere informatie

Bouwers en hun gemeente

Bouwers en hun gemeente Bouwers en hun gemeente E e n pe iling in de aanloop naar de Gemeenteraadsverkiezinge n 2014 1 2 Bouwers en hun gemeente E e n pe iling in de aanloop naar de Gemeenteraadsverkiezinge n 2014 drs. Pim van

Nadere informatie

Evaluatie campagne Doe meer met Afval. mening betrokken gemeenten

Evaluatie campagne Doe meer met Afval. mening betrokken gemeenten Evaluatie campagne Doe meer met Afval mening betrokken gemeenten Zoetermeer, 10 maart 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014. STE Languages

Tevredenheidsonderzoek 2014. STE Languages Tevredenheidsonderzoek 2014 STE Languages Zoetermeer, vrijdag 13 februari 2015 In opdracht van STE Languages De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Fontys Hogescholen - Talencentrum

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Fontys Hogescholen - Talencentrum Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Fontys Hogescholen - Talencentrum Zoetermeer, dinsdag 19 juli 2016 In opdracht van Fontys Hogescholen - Talencentrum De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij

Nadere informatie

Cliëntenaudit Bureau ABC

Cliëntenaudit Bureau ABC Cliëntenaudit Bureau ABC 2014 Zoetermeer 17 april 2015 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2010 / Olympia uitzendbureau

Tevredenheidsonderzoek 2010 / Olympia uitzendbureau Tevredenheidsonderzoek 2010 / 2011 Olympia uitzendbureau Zoetermeer, donderdag 4 augustus 2011 In opdracht van Olympia uitzendbureau De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 BABEL

Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 BABEL Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 BABEL Zoetermeer, donderdag 4 augustus 2016 In opdracht van BABEL De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek totaal inburgering bv

Tevredenheidsonderzoek totaal inburgering bv Tevredenheidsonderzoek 2015 totaal inburgering bv Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van totaal inburgering bv De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Friesland College, FC-Extra,School voor Volwasseneneducatie

Tevredenheidsonderzoek Friesland College, FC-Extra,School voor Volwasseneneducatie Tevredenheidsonderzoek 2014 Friesland College, FC-Extra,School voor Volwasseneneducatie Zoetermeer, vrijdag 13 februari 2015 In opdracht van Friesland College, FC-Extra,School voor Volwasseneneducatie

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Stichting VluchtelingenWerk Zuidwest Nederland

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Stichting VluchtelingenWerk Zuidwest Nederland Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 Stichting VluchtelingenWerk Zuidwest Nederland Zoetermeer, donderdag 13 augustus 2015 In opdracht van Stichting VluchtelingenWerk Zuidwest Nederland De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Piblw-Reïntegratie BV.

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Piblw-Reïntegratie BV. Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Piblw-Reïntegratie BV. Zoetermeer, dinsdag 19 juli 2016 In opdracht van Piblw-Reïntegratie BV. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik

Nadere informatie

De oudere starter in Nederland Quick Service

De oudere starter in Nederland Quick Service De oudere starter in Nederland Quick Service Heleen Stigter Zoetermeer, januari 2003 Dit onderzoek maakt deel uit van het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap, dat wordt gefinancierd door het Ministerie

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Pappenheim Re-integratie en Outplacement

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Pappenheim Re-integratie en Outplacement Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Pappenheim Re-integratie en Outplacement Zoetermeer, dinsdag 19 juli 2016 In opdracht van Pappenheim Re-integratie en Outplacement De verantwoordelijkheid voor de inhoud

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Lest Best

Tevredenheidsonderzoek Lest Best Tevredenheidsonderzoek 2014-2015 Lest Best Zoetermeer, maandag 3 augustus 2015 In opdracht van Lest Best De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015. Stap.nu Reïntegratie & Counseling

Tevredenheidsonderzoek 2015. Stap.nu Reïntegratie & Counseling Tevredenheidsonderzoek 2015 Stap.nu Reïntegratie & Counseling Zoetermeer, zaterdag 27 februari 2016 In opdracht van Stap.nu Reïntegratie & Counseling De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia.

Nadere informatie

Kostenontwikkeling binnenvaart 2015 en raming 2016

Kostenontwikkeling binnenvaart 2015 en raming 2016 Kostenontwikkeling binnenvaart 2015 en raming 2016 Uitgave januari 2016 Rapport uitgebracht aan: Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart W. van der Geest C11540/2016/0188 Zoetermeer, 29 januari 2016

Nadere informatie

Cliëntenaudit Stichting SEIN

Cliëntenaudit Stichting SEIN Cliëntenaudit Stichting SEIN Zoetermeer, 17 februari 2017 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen,

Nadere informatie

Van goede naar betere dienstverlening. Tevredenheids- en behoefteonderzoek voor het Vervangingsfonds en Participatiefonds

Van goede naar betere dienstverlening. Tevredenheids- en behoefteonderzoek voor het Vervangingsfonds en Participatiefonds Van goede naar betere dienstverlening Tevredenheids- en behoefteonderzoek voor het Vervangingsfonds en Participatiefonds Inge van den Ende, Mandy Goes en Roxanne de Vreede Zoetermeer, 26 april 2018 De

Nadere informatie

Conjunctuurpeiling BNA Voorjaar 2015

Conjunctuurpeiling BNA Voorjaar 2015 Conjunctuurpeiling BNA Voorjaar René Vogels Zoetermeer, 10 april De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen,

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek. Succes2gether.B.V meetperiode: 1 april 2018 tot en met 31 maart 2019 Definitief rapport

Tevredenheidsonderzoek. Succes2gether.B.V meetperiode: 1 april 2018 tot en met 31 maart 2019 Definitief rapport Tevredenheidsonderzoek Succes2getherBV meetperiode: 1 april 2018 tot en met 31 maart 2019 Definitief rapport In opdracht van Succes2getherBV Zoetermeer, maandag 20 mei 2019 De verantwoordelijkheid voor

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2011. BHP Groep Loopbaanadvisering

Tevredenheidsonderzoek 2011. BHP Groep Loopbaanadvisering Tevredenheidsonderzoek 2011 BHP Groep Loopbaanadvisering Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van BHP Groep Loopbaanadvisering De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia/Stratus.

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Wajong Talenten B.V.

Tevredenheidsonderzoek Wajong Talenten B.V. Tevredenheidsonderzoek 2014 Wajong Talenten B.V. Zoetermeer, zondag 3 mei 2015 In opdracht van Wajong Talenten B.V. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Solvid Ondernemen BV

Tevredenheidsonderzoek Solvid Ondernemen BV Tevredenheidsonderzoek 2014 Solvid Ondernemen BV Zoetermeer, vrijdag 13 februari 2015 In opdracht van Solvid Ondernemen BV De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Innovatie in het MKB in Noord-Nederland

Innovatie in het MKB in Noord-Nederland Innovatie in het MKB in C10978 Petra Gibcus en Yvonne Prince Zoetermeer, 16 juli 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek

Tevredenheidsonderzoek Tevredenheidsonderzoek Voorbereid op de Toekomst (VOT) taal, advies & begeleiding meetperiode: 1 juli 2016 tot en met 30 juni 2017 Definitief rapport In opdracht van Voorbereid op de Toekomst (VOT) taal,

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Replooy re-integratie & coaching vof

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Replooy re-integratie & coaching vof Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Replooy re-integratie & coaching vof Zoetermeer, dinsdag 19 juli 2016 In opdracht van Replooy re-integratie & coaching vof De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2013-2014. Stichting ActiefTalent

Tevredenheidsonderzoek 2013-2014. Stichting ActiefTalent Tevredenheidsonderzoek 2013-2014 Stichting ActiefTalent Zoetermeer, donderdag 21 mei 2015 In opdracht van Stichting ActiefTalent De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Plan B Loopbaanbegeleiding en re-integratie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Plan B Loopbaanbegeleiding en re-integratie Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Plan B Loopbaanbegeleiding en re-integratie Zoetermeer, donderdag 4 augustus 2016 In opdracht van Plan B Loopbaanbegeleiding en re-integratie De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Profunda Loopbaancoaching

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Profunda Loopbaancoaching Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Profunda Loopbaancoaching Zoetermeer, donderdag 4 augustus 2016 In opdracht van Profunda Loopbaancoaching De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. 12 juli 2010 Stand van zaken Onderwijs en Ondernemen.

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. 12 juli 2010 Stand van zaken Onderwijs en Ondernemen. a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Replooy re-integratie & coaching vof

Tevredenheidsonderzoek Replooy re-integratie & coaching vof Tevredenheidsonderzoek 2013-2014 Replooy re-integratie & coaching vof Zoetermeer, zondag 3 augustus 2014 In opdracht van Replooy re-integratie & coaching vof De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek. Re-integratie Zeeland meetperiode: 1 juli 2016 tot en met 30 juni 2017 Definitief rapport

Tevredenheidsonderzoek. Re-integratie Zeeland meetperiode: 1 juli 2016 tot en met 30 juni 2017 Definitief rapport Tevredenheidsonderzoek Re-integratie Zeeland meetperiode: 1 juli 2016 tot en met 30 juni 2017 Definitief rapport In opdracht van Re-integratie Zeeland Zoetermeer, donderdag 3 augustus 2017 De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Bijstand naar Werk

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Bijstand naar Werk Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Bijstand naar Werk Zoetermeer, dinsdag 19 juli 2016 In opdracht van Bijstand naar Werk De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Gezamenlijke ID Stichting (GIDS)

Tevredenheidsonderzoek Gezamenlijke ID Stichting (GIDS) Tevredenheidsonderzoek 2014 Gezamenlijke ID Stichting (GIDS) Zoetermeer, vrijdag 13 februari 2015 In opdracht van Gezamenlijke ID Stichting (GIDS) De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia.

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Voorzet Arbeid B.V.

Tevredenheidsonderzoek Voorzet Arbeid B.V. Tevredenheidsonderzoek 2015 Voorzet Arbeid B.V. Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van Voorzet Arbeid B.V. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Nieuwe Koers BV

Tevredenheidsonderzoek Nieuwe Koers BV Tevredenheidsonderzoek 2014 Nieuwe Koers BV Zoetermeer, vrijdag 13 februari 2015 In opdracht van Nieuwe Koers BV De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / P&M arbeidsreintegratie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / P&M arbeidsreintegratie Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 P&M arbeidsreintegratie Zoetermeer, dinsdag 19 juli 2016 In opdracht van P&M arbeidsreintegratie De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Voorzet Arbeid B.V.

Tevredenheidsonderzoek Voorzet Arbeid B.V. Tevredenheidsonderzoek 2014 Voorzet Arbeid B.V. Zoetermeer, vrijdag 13 februari 2015 In opdracht van Voorzet Arbeid B.V. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek FITh bv

Tevredenheidsonderzoek FITh bv Tevredenheidsonderzoek 2015 FITh bv Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van FITh bv De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting

Nadere informatie

Effecten BTW-verandering op het. gedrag van consumenten in de. Schilders- en stukadoorsbranche. drs. K.L. Bangma drs. D. Snel

Effecten BTW-verandering op het. gedrag van consumenten in de. Schilders- en stukadoorsbranche. drs. K.L. Bangma drs. D. Snel Effecten BTW-verandering op het gedrag van consumenten in de Schilders- en stukadoorsbranche drs. K.L. Bangma drs. D. Snel Zoetermeer, 23 maart 2012 Dit onderzoek is gefinancierd door CNV Vakmensen, FNV

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek BrinQer Verzuim- en Re-integratiemanagement

Tevredenheidsonderzoek BrinQer Verzuim- en Re-integratiemanagement Tevredenheidsonderzoek 2014-2015 BrinQer Verzuim- en Re-integratiemanagement Zoetermeer, maandag 3 augustus 2015 In opdracht van BrinQer Verzuim- en Re-integratiemanagement De verantwoordelijkheid voor

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek. Thatcher & Aalderink meetperiode: 1 juli 2016 tot en met 30 juni 2017 Definitief rapport

Tevredenheidsonderzoek. Thatcher & Aalderink meetperiode: 1 juli 2016 tot en met 30 juni 2017 Definitief rapport Tevredenheidsonderzoek Thatcher & Aalderink meetperiode: 1 juli 2016 tot en met 30 juni 2017 Definitief rapport In opdracht van Thatcher & Aalderink Zoetermeer, donderdag 3 augustus 2017 De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek NCB Projecten BV

Tevredenheidsonderzoek NCB Projecten BV Tevredenheidsonderzoek 2015 NCB Projecten BV Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van NCB Projecten BV De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek. ROC Kop van Noord-Holland bedrijfsopleidingen meetperiode: 1 juli 2017 tot en met 31 augustus 2018 Definitief rapport

Tevredenheidsonderzoek. ROC Kop van Noord-Holland bedrijfsopleidingen meetperiode: 1 juli 2017 tot en met 31 augustus 2018 Definitief rapport Tevredenheidsonderzoek ROC Kop van Noord-Holland bedrijfsopleidingen meetperiode: 1 juli 2017 tot en met 31 augustus 2018 Definitief rapport In opdracht van ROC Kop van Noord-Holland bedrijfsopleidingen

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2013-2014. Coaching en Advisering

Tevredenheidsonderzoek 2013-2014. Coaching en Advisering Tevredenheidsonderzoek 2013-2014 Coaching en Advisering Zoetermeer, zondag 3 augustus 2014 In opdracht van Coaching en Advisering De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014-2015. Staatvandienst B.V.

Tevredenheidsonderzoek 2014-2015. Staatvandienst B.V. Tevredenheidsonderzoek 2014-2015 Staatvandienst B.V. Zoetermeer, donderdag 13 augustus 2015 In opdracht van Staatvandienst B.V. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van

Nadere informatie