Zelfcontrole en Passieve Woordenschat

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Zelfcontrole en Passieve Woordenschat"

Transcriptie

1 MASTERTHESE Zelfcontrole en Passieve Woordenschat De invloed van de passieve woordenschat op de behandeluitkomst van de cognitieve gedragsinterventie Zelfcontrole op School. Naam student: Nina Hoex Studentnummer: Datum: augustus 2012 Universiteit van Amsterdam - Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen Afdeling Psychologie - Programmagroep Klinische Ontwikkelingspsychologie Begeleidster: Dr. Juliette M. Liber Tweede beoordelaar: Dr. Patrick J. F. Snellings 1

2 Inhoudsopgave Abstract 3 1. Inleiding 4 2. Methode Proefpersonen Materialen Lijst voor Globale Screening (LGS) Weshler Intelligence Scale for Children IIINL (WISC-IIINL) Peabody Picture Vocabulary Test IIINL (PPVT-NL) Teacher s Report Form (TRF) De Training Zelfcontrole op School Procedure Statistische procedure Beschrijvende statistiek Statistische analyse Resultaten Effectiviteit van de Training Zelfcontrole op School De Behandeluitkomst en de Passieve Woordenschat De behandeluitkomst De passieve woordenschat De passieve woordenschat en de behandeluitkomst Discussie Samenvatting van de Resultaten Wetenschappelijke en Klinische Implicaties Beperkingen en Sterke Kanten van het Onderzoek Conclusies Literatuurlijst 37 2

3 Zelfcontrole en Passieve Woordenschat De invloed van de passieve woordenschat op de behandeluitkomst van de cognitieve gedragsinterventie Zelfcontrole op School. Abstract Externaliserend probleemgedrag op jonge leeftijd kan leiden tot problemen op latere leeftijd, ingrijpen met een geschikte interventie is daarom belangrijk. In deze studie werd de effectiviteit van de training Zelfcontrole op School onderzocht en de voorspellende waarde van de passieve woordenschat voor de mate waarin kinderen profiteren van de training. De training is op basisscholen in risicowijken gegeven aan 173 kinderen met externaliserende gedragsproblemen. De Teacher s Report Form (TRF) is afgenomen bij leraren, de Peabody Picture Vocabulary Test (PPVT) bij de kinderen. De resultaten laten een trend zien die suggereert dat externaliserende gedragsproblemen verminderen door de training. De gedragsverandering is in veel gevallen niet klinisch relevant. Kinderen met een zwakke passieve woordenschat profiteren meer van de training dan kinderen met een sterke passieve woordenschat. De verklarende waarde van de passieve woordenschat is beperkt. De passieve woordenschat kan daarbij niet voorspellen of de gedragsverandering klinisch relevant is. Het niveau van de passieve woordenschat van kinderen vormt geen belemmerende factor voor de effectiviteit van de training Zelfcontrole op School. De training Zelfcontrole op School is een effectieve training voor kinderen, ongeacht het niveau van passieve woordenschat. 3

4 1. Inleiding Externaliserend probleemgedrag op jonge leeftijd Externaliserend probleemgedrag op jonge leeftijd kan een maatschappelijk probleem worden wanneer niet op tijd wordt ingegrepen. Externaliserend probleemgedrag op jonge leeftijd blijkt een voorspeller voor problemen op latere leeftijd, zoals agressief en crimineel gedrag. Zo blijkt uit de longitudinale studie van Huesmann, Eron en Dubow (2002) dat agressief gedrag op achtjarige leeftijd een voorspeller is voor crimineel gedrag op volwassen leeftijd. Opstandig en agressief gedrag dat blijft voortbestaan na het vierde jaar kan ernstige gevolgen hebben op latere leeftijd, zoals arrestaties, antisociaal gedrag, scheiding, depressie en een slechte gezondheid (Loeber, Burke, Lahey, Winters, & Zera, 2000; Broidy et al. 2003; Huesmann, Dubow, & Boxer, 2009). Wanneer het opstandige gedrag echter beperkt blijft tot de jonge kinderjaren wordt de kans op problemen op latere leeftijd niet vergroot (Huesmann et al, 2009). Vroeg ingrijpen bij (potentieel) externalisterend probleemgedrag op jonge leeftijd is dus van belang om persistentie en verergering van het probleemgedrag te voorkomen. Interventies en externaliserend probleemgedrag Meerdere interventies zijn mogelijk om in te grijpen wanneer sprake is van externaliserend probleemgedrag. Uit een review van Nock (2003) blijkt dat oudertraining, gebaseerd op gedragstherapeutische principes, het meest effectief is bij kinderen met externaliserende gedragsproblemen. Ook uit het overzichtsartikel van Burke, Loeber en Birmaher (2002) komt naar voren dat oudertraining een effectieve interventie is voor kinderen met externaliserende gedragsproblemen. Het blijkt echter dat juist ouders van kinderen met externaliserend probleemgedrag een lage therapietrouw hebben en/of niet bereid zijn deel te nemen aan interventies (Kazdin, Holland, & Crowley, 1997). Bovendien lijken een aantal gezinsvariabelen, zoals een lage sociaal economische status (SES) en het behoren tot een minderheidsgroep, zowel de kans op externaliserende gedragsproblemen bij kinderen te vergroten als de kans op drop out tijdens de behandeling te verhogen (Douma, & Dekker, 2007; Kazdin et al. 1997). Dit betekent dat juist in de gezinnen waar externaliserend probleemgedrag bij kinderen veel voorkomt de kans op een effectieve behandeling klein is. Daarom is het van belang dat een behandeling wordt ontwikkeld die ook die kinderen bereikt waarbij de gezinssituatie de kans op een effectieve behandeling in gevaar brengt. Een manier om kinderen met (potentiële) gedragsproblemen, uit gezinnen met een risico op lage therapietrouw of gezinnen die niet in de hulpverlening terecht komen, alsnog te 4

5 bereiken is het toepassen van interventies op school. De school is bovendien een geschikte plek om sociaal gedrag te beïnvloeden, aangezien een groot deel van de sociale ontwikkeling hier plaatsvindt (Cavell, & Hughes 2000). Geleerd gedrag kan direct in een veilige omgeving en in de praktijk geoefend worden, waarbij leraren de kinderen ondersteuning kunnen bieden. Uit meerdere onderzoeken is gebleken dat interventies op scholen effectief zijn in de preventie van het ontstaan van externaliserende gedragsproblemen ofwel het verminderen van externaliserend probleemgedrag (Mytton, DiGuiseppi, Gough, Taylor & Logan, 2002; Vincken, Eijekelenboom, Muris, & Meester, 2004; Wilson & Lipsey, 2007). Interventies op scholen lijken een goed alternatief voor interventies in de geestelijke gezondheidszorg om externaliserend probleemgedrag van kinderen uit risicowijken op jonge leeftijd te voorkomen of verminderen. Het onderzoek van Vincken et al. (2004) is een voorbeeld van een interventie op school, gericht op het voorkomen en het verminderen van externaliserende gedragsproblemen. Vincken et al. (2004) onderzochten de bruikbaarheid van het preventieprogramma Zelfcontrole, bedoeld voor kinderen met (milde) gedragsproblemen in het reguliere onderwijs. Dit preventieprogramma is gebaseerd op het sociaal cognitief interventieprogramma voor kinderen uit een psychiatrische setting met agressief en oppositioneel gedrag van Van Manen. Uit een effectstudie van Van Manen, Prins en Emmelkamp (1999) bleek dat gedragsgestoorde kinderen na afloop van de training minder gedragsproblemen in sociale situaties vertoonden. Vincken et al. (2004) paste het cognitief interventieprogramma aan voor toepassing in het reguliere basisonderwijs. Zo werden de zittingen ingekort tot 60 minuten zodat ze binnen de lesuren vielen, werd de kennismaking achterwege gelaten aangezien kinderen elkaar al kenden en werd een beloningssysteem toegevoegd om de motivatie te verhogen. Het preventieprogramma Zelfcontrole bleek de gedragsproblemen van de kinderen met (milde) gedragsproblemen die deelnamen aan het programma te verminderen (Vincken et al. 2004). Voorzichtigheid bij de interpretatie van de resultaten van het onderzoek van Vincken et al. (2004) is echter geboden gezien de geringe steekproef van 42 kinderen en de ongelijke verdeling over de interventie- en controlegroep, respectievelijk 31 en 11 kinderen. Om bestaande significante verschillen tussen groepen te detecteren is een steekproef van minimaal 26 kinderen per groep nodig (Cohen, 1992). Om de resultaten uit het onderzoek van Vinken et al. (2004) met zekerheid te interpreteren is dus een grotere steekproef gewenst. 5

6 Training Zelfcontrole op School Aanleiding voor het onderzoek naar de effectiviteit van interventies op school voor kinderen met externaliserende gedragsproblemen die niet in de reguliere hulpverlening terecht komen is allereerst het belang van vroeg ingrijpen bij gedragsproblemen in de kindertijd. Ten tweede de beperkende factoren van oudertrainingen bij risicogroepen. En als laatst de positieve resultaten, maar kleine steekproef, van het onderzoek naar het preventieprogramma Zelfcontrole. Daarbij was laatst genoemd preventieprogramma slechts effectief voor kinderen van reguliere basisscholen met (milde) gedragsproblemen. Met het project Zelfcontrole op School (ZoS) wordt onderzoek gedaan naar de effectiviteit van een interventie voor kinderen met externaliserende gedragsproblemen uit risicowijken; de training Zelfcontrole op School (De Boo, Liber, & Prins, 2009). De training wordt op school gegeven en is bedoeld om de zelfcontrole van kinderen te vergroten. De training is geënt op de eerder genoemde sociaal cognitieve gedragsinterventie van Van Manen et al. (1999) en aangepast aan de leefwereld van kinderen uit risicowijken en de schoolsetting waarin de training plaatsvindt. Het taalgebruik sluit aan bij dat van de kinderen en er wordt gebruik gemaakt van aansprekende fictieve voorbeeld figuren. De kennismaking is hier achterwege gelaten aangezien de kinderen elkaar al kennen. De sociaal cognitieve gedragsinterventie van Van Manen et al. (1999 is een effectieve interventie voor jongens tussen de 9 en 13 jaar met agressieve gedragsproblemen (Van Manen, Prins, Emmelkamp, 2004). Deze interventie heeft als theoretische basis het sociaal cognitief verwerkingsmodel zoals beschreven door Crick en Dodge (1994). Uit onderzoek blijkt dat de sociale informatieverwerking van agressieve kinderen afwijkend verloopt waardoor het probleemgedrag ontstaat (Yoon, Hughes, Gaur & Thompson, 1999). Afwijkende sociale informatieverwerking kan voorkomen in alle stappen van de informatieverwerking. Crick en Dodge (1994) beschrijven de volgende zes stappen: (1) Encoderen van sociale signalen, (2) het interpreteren van sociale signalen, (3) mogelijke reacties ophalen uit het lange termijn geheugen, (4) mogelijke reacties evalueren en de optimale reactie kiezen, (5) de reactie uitvoeren, en (6) evalueren van de uitgevoerde reactie. Wanneer sprake is van adequate sociale informatieverwerking wordt bij elke stap competent opgetreden terwijl fouten in deze stappen leiden tot afwijkend sociaal gedrag (Crick en Dodge, 1994). In het overzichtsartikel van Arsenio (2010) wordt gesteld dat kinderen met agressieve gedragingen vooral fouten maken bij het interpreteren van emotioneel geladen gedrag van 6

7 leeftijdgenoten (stap 1), het ophalen van reacties uit het lange termijn geheugen (stap 3) en in de uitvoer van de reacties (stap 5). Ook wordt beschreven dat het sociaal informatie verwerkingsmodel van Crick en Dodge succesvol is in het begrijpen van het ontstaan van agressief gedrag en is daarbij bruikbaar voor de ontwikkeling van behandelingen van gedragsproblemen bij kinderen. In de training Zelfcontrole op School komen de zes stappen uit het sociaal informatieverwerkingsmodel aan bod. Door het trainen van probleemoplossingsvaardigheden, communicatieve vaardigheden en woedebeheersingstechnieken wordt getracht zelfcontrole te vergroten, impulsief gedrag te verminderen en de sociaal cognitieve vaardigheden te verbeteren. Het doel is door het bijstellen van de sociaal cognitieve vaardigheden de externaliserende gedragsproblemen te verminderen. Effectief; maar voor wie? Het effect van interventies is altijd variabel per persoon en heeft niet altijd een positieve invloed op de gedragsproblemen van kinderen (Wilson, Lipsey & Derzon, 2003). Om de training Zelfcontrole op School voor zo veel mogelijk kinderen effectief te laten zijn is het van belang te weten welke factoren belemmerend of juist stimulerend kunnen zijn voor het kunnen profiteren van de training. Factoren die mogelijk van belang zijn voor het profiteren van interventies zijn bijvoorbeeld specifieke kenmerken of eigenschappen van de kinderen. Inzicht in welke eigenschappen het effect van de behandeling versterken of verstoren kan zorgen voor een behandeling op maat en daarmee de effectiviteit vergroten (Kazdin, 2007). Zo bleek voor de training Zelfcontrole op School dat het intelligentieniveau van het kind belangrijk is voor de mate waarin kinderen kunnen profiteren van de training (Disselhorst, 2011). De training betreft een cognitieve gedragsinterventie en doet een beroep op het cognitief vermogen van kinderen. Verondersteld wordt dat een intelligentieniveau van 85 of hoger gewenst is voor deelname aan de training. Mogelijk spelen naast IQ meer factoren een rol die zouden kunnen verklaren waarom sommige kinderen meer profiteren van de training dan andere kinderen. Externaliserend probleemgedrag en taalvaardigheid Een factor die een belangrijke rol zou kunnen spelen in het effect van de training op de gedragsproblemen is de taalvaardigheid van de kinderen. Moffit (1993) schrijft probleemgedrag op jonge leeftijd onder andere toe aan het hebben van beperkte verbale 7

8 vermogens. Meerdere studies hebben aangetoond dat kinderen met taalproblemen meer probleemgedrag vertonen, minder sociale vaardigheden bezitten en meer stress ervaren dan kinderen zonder taalproblemen (Brownlie et al., 2004; McCabe, 2005; Stattin & Klackenberg- Larsson, 1993; Qi & Kaiser, 2004). Zo bleek uit het onderzoek van Brownlie et al. (2004) dat jongens die op vijfjarige leeftijd taalproblemen hebben significant meer gedragsproblemen vertonen dan leeftijdsgenoten zonder taalproblemen, dit effect blijft voortbestaan op latere leeftijd. Taalproblemen kunnen op meerdere vlakken van de taalvaardigheid naar voren komen. Zo is taalvaardigheid onder andere onder te verdelen in actieve en passieve woordenschat (Corson, 1983). Het blijkt dat specifiek het niveau van de passieve woordenschat, als onderdeel van taalvaardigheid, samenhangt met gedragsproblemen (Griffith, Rogers-Adkinson, & Cusick, 1997; Botting, & Conti-Ramsden, 2000). Passieve woordenschat bestaat uit die woorden die begrepen worden door de persoon, maar niet perse actief gebruikt worden in het spreken (Corson, 1983). Een verklaring voor de samenhang tussen de passieve woordenschat en de gedragsproblemen zou kunnen zijn dat kinderen met een passieve woordenschat fouten maken in het sociale informatieverwerkingsmodel zoals beschreven door Crick en Dodge (1994). Zo blijkt uit onderzoek van Sams, Collins en Reynold (2006) dat een passieve woordenschat samenhangt met het herkennen van emoties, wat een belangrijke vaardigheid is in de eerste twee stappen van het sociale informatieverwerkingsmodel waar informatie/signalen uit de omgeving herkend en geïnterpreteerd moeten worden. Mogelijk zorgt een beperkte passieve woordenschat ervoor dat eerder fouten gemaakt worden in deze eerste stappen en deze fouten kunnen volgens Crick en Dodge leiden tot gedragsproblemen (1994). Aangezien de training Zelfcontrole op School een cognitieve gedragsinterventie is waarbij taalvaardigheid een belangrijke rol speelt, is het van belang te kijken wat de rol van de taalvaardigheid van het kind is op de effectiviteit van de training. In een eerder onderzoek naar de invloed van taalvaardigheid op de effectiviteit van de training Zelfcontrole op School werd, tegen de verwachting in, geconcludeerd dat kinderen met een zwakke passieve woordenschat meer profiteerden van de training dan kinderen met een sterkere passieve woordenschat (Griffioen, 2009). Verwacht werd dat een zwakke passieve woordenschat, gelijk aan een lage intelligentie, de effectiviteit van de training juist zou belemmeren. Voor de kinderen die deelnemen aan de training zijn deze resultaten positief, aangezien het onderzoek Zelfcontrole op School wordt uitgevoerd op scholen in risicowijken. Gezinnen in risicowijken hebben over het algemeen een lage sociaal economische status (SES), wat de kans op 8

9 problemen in de taalvaardigheid kan vergroten (McLoyd, 1998; Hoff, 2003). Zo spreken moeders uit gezinnen met een lage SES minder met hun kinderen, wat het risico op het ontwikkelen van taalproblemen vergroot. Ook komen ouders van kinderen uit risicowijken vaker uit het buitenland, waardoor zij niet of niet goed Nederlands spreken. Dit kan tot gevolg hebben dat relatief meer kinderen problemen ondervinden op het gebied van taal. Wanneer kinderen met taalproblemen inderdaad meer profiteren van de training vergroot dit het belang van de training op scholen in risicowijken. Huidig onderzoek Gezien het belang van de invloed van de passieve woordenschat op de effectiviteit van de training zal het onderzoek van Griffioen herhaald worden, waarbij een aantal aanpassingen in het onderzoek de zekerheid waarmee de resultaten geïnterpreteerd kunnen worden vergroot. Zo was de steekproef in het onderzoek van Griffioen (2009) klein. Het is van belang te onderzoeken of deze resultaten opnieuw worden gevonden met een degelijke steekproef. Naast dat de samenhang van taalproblemen met een lage SES en gezinnen van niet Nederlandse afkomst de relevantie van de training voor deze kinderen kan vergroten dient bekeken te worden of de voorspellende waarde van taalvaardigheid verklaard kan worden door de SES of etniciteit. Belangrijk is te controleren voor deze kenmerken om te onderzoeken wat het effect van passieve woordenschat op de effectiviteit van de training werkelijk is. Een kindkenmerk dat sterk samenhangt met de passieve woordenschat is de intelligentie (Dunn, Dunn, Whetton, & Burley, 1997). Ook hiervoor zal gecontroleerd worden om de werkelijke voorspellende waarde van de passieve woordenschat op de effectiviteit van de training te onderzoeken. Griffioen (2009) vond dat kinderen met een beperkte passieve woordenschat meer profiteerden van de training. Niet duidelijk werd hoe verklaard kan worden dat deze kinderen meer profiteren. Een verklaring kan zijn dat kinderen met een relatief zwakke passieve woordenschat meer verbetermogelijkheden hebben. Deze kinderen zouden namelijk meer gedragsproblemen vertonen dan kinderen met een sterke passieve woordenschat (Brownlie et al. 2004). Mogelijk hebben kinderen met een beperkte passieve woordenschat voorafgaand aan de training Zelfcontrole op School meer gedragsproblemen dan kinderen met een sterkere passieve woordenschat, waardoor zij in de training meer mogelijkheden hebben om hun gedragsproblemen te verbeteren. 9

10 De grotere effectiviteit van de training voor kinderen met een beperkte woordenschat zou ook verklaard kunnen worden vanuit de verbetermogelijkheden die deze kinderen hebben op het gebied van hun passieve woordenschat. Griffioen (2009) gaf aan dat deze kinderen thuis vaak weinig praten waardoor zij minder taalvaardigheden ontwikkelen die zij wel in de training kunnen ontwikkelen. Mogelijk verbetert de passieve woordenschat van deze kinderen tijdens de training. Zoals eerder genoemd hangt de passieve woordenschat samen met gedragsproblemen (Griffith, et al. 1997; Botting, et al. 2000); een verbetering in de passieve woordenschat zou dan samen kunnen gaan met een verbetering in de gedragsproblemen. Deze verklaringen zullen onderzocht worden. In dit onderzoek wordt allereerst de hypothese dat de training Zelfcontrole op School effectief is in het verminderen van de externaliserende gedragsproblemen van kinderen uit risicowijken getoetst. Verwacht wordt dat de externaliserende gedragsproblemen van de kinderen die de training volgen afnemen in vergelijking met de externaliserende gedragsproblemen van de kinderen die de training niet hebben gevolgd. Vervolgens wordt onderzocht of de passieve woordenschat van de kinderen voorspellend is voor de effectiviteit van de training. De eerder gevonden resultaten uit het onderzoek van Griffioen (2009) zullen opnieuw worden getoetst met een grotere steekproef. Verwacht wordt dat kinderen met een beperktere passieve woordenschat meer profiteren van de training. In navolging op het onderzoek van Griffioen zal gecontroleerd worden voor de invloed van SES, de etniciteit en intelligentie van de kinderen. Vervolgens zal onderzocht worden of de grotere verbetermogelijkheden van kinderen met een beperkte passieve woordenschat een verklaring kan zijn voor het feit dat deze kinderen meer profiteren van de training. Verwacht wordt dat kinderen met een beperkte passieve woordenschat voorafgaand aan de training meer gedragsproblemen vertonen waardoor er meer room for improvement is. Als laatst wordt onderzocht of de passieve woordenschat verbetert tijdens de training en samenhangt met de gedragsverandering na afloop van de training Zelfcontrole op School. 2. Methode 2. 1 Proefpersonen Voor dit onderzoek werden 1937 kinderen uit groep 5 t/m 8 van verschillende basisscholen uit risicowijken in de Randstad gescreend op externaliserende gedragsproblemen middels de Lijst Globale Screening (LGS; van Leeuwen & Bijl, 2003). Op basis van hun score op de LGS, die werd ingevuld door twee onafhankelijke leraren, werden 278 kinderen 10

11 geselecteerd met een hoog risico voor (potentieel) externaliserend probleemgedrag. In gesprekken met de ouders van de geselecteerde kinderen is toestemming gevraagd voor deelname aan het onderzoek, toestemming diende schriftelijk vastgelegd te worden. Vierenvijftig kinderen vielen af doordat er geen toestemming van ouders was. Bij geselecteerde kinderen waarvan de ouders toestemming hadden gegeven voor deelname aan het onderzoek (224) werden vervolgens twee subtesten van de Wechsler Intelligence Scale for Children-IIINL (WISC-IIINL) afgenomen (zie voor een beschrijving van de subtesten paragraaf 2.2.2). Op basis van de behaalde score werd bij een IQ-score van 85 of hoger besloten de kinderen deel te laten nemen aan het onderzoek, bij een lagere score vielen deze kinderen af voor deelname aan het onderzoek. Wanneer op basis van de twee subtesten een IQ score tussen de 75 en 90 werd behaald of de scores op de twee subtesten vijf punten of meer van elkaar verschilde werden aanvullende subtesten afgenomen. Bij 77 kinderen was dit het geval. Bij 65 van hen werden vier aanvullende subtesten afgenomen, bij 12 kinderen werden 8 of meer subtesten afgenomen. De uiteindelijke steekproef bestond uit 173 kinderen, bestaande uit 36 meisjes en 137 jongens, in de leeftijd van 7 jaar en 11 maanden tot 12 jaar en 11 maanden met een gemiddelde leeftijd van 10 jaar en 4 maanden (SD = 1,2). De sociaal economische status (SES) van de gezinnen waar de kinderen uit kwamen was overwegend laag. De SES werd gebaseerd op het hoogst gekwalificeerde beroep van de ouder, volgens de Standaard Beroepenclassificatie ( Standaard Beroepenclassificatie, 2010). Gemiddeld was dit een baan met als kwalificatie lager beroepsniveau. De etniciteit is, in navolging van de indeling volgens het Centraal Bureau van Statistiek ( Allochtonen, z. j. ), onderverdeeld in nietwesterse allochtonen (109 kinderen), westerse allochtonen (zeven kinderen) en autochtonen (57 kinderen). De kinderen werden toegewezen aan de trainingsconditie of de controleconditie. Dit gebeurde op basis van de school en groep waar het kind in zat. Scholen werden random toegewezen aan ofwel de conditie waarin eerst groep 5 en 6 deelnamen aan de training en 7 en 8 op de wachtlijst kwamen te staan, ofwel de conditie waarin groep 7 en 8 startte met de training en kinderen uit groep 5 en 6 op de wachtlijst kwamen te staan. Random toewijzing heeft geleid tot een interventieconditie van 70 kinderen en een wachtlijstconditie van 103 kinderen. 11

12 2.2 Materialen De Lijst voor Globale Screening (LGS, van Leeuwen & Bijl, 2003). De Lijst voor Globale Screening (LGS) werd voor alle kinderen van groep 5 t/m 8 van de geselecteerde scholen ingevuld door twee onafhankelijke leerkrachten. De LGS werd gebruikt om kinderen te selecteren voor deelname aan het onderzoek Zelfcontrole op School. De lijst bestaat uit drie categorieën die gebaseerd zijn op deviante ontwikkelingstrajecten zoals beschreven door Loeber, Farrington en Van Kammen (1998). Deze deviante ontwikkelingstrajecten betreffen: openlijk probleemgedrag, heimelijk probleemgedrag, ongehoorzaam en/of opstandig gedrag. Op zes vragen kon middels een 3-puntsschaal (niet ernstig- minder ernstig - ernstig) worden aangegeven in hoeverre de vragen op het kind van toepassing zijn. Een voorbeeld vraag is: In welke mate is er sprake van ongehoorzaam/opstandig probleemgedrag?. Het invullen van de LGS neemt maximaal 10 minuten in beslag. Op basis van de score op de LGS werden kinderen met (potentiële) externaliserende gedragsproblemen geselecteerd voor deelname aan het onderzoek. Uit onderzoek van Van Leeuwen et al. (2003) blijkt dat de LGS een hoge sensitiviteit heeft. Dit betekent dat kinderen met gedragsproblemen op basis van hun score op de LGS naar voren komen als kinderen met een hoog risico op gedragsproblemen, er zijn weinig vals positieven zijn. Daarnaast bleek dat de LGS een hoge specificiteit heeft. Kinderen die geen problemen hebben worden op basis van hun score op de LGS ook niet geselecteerd, er zijn weinig vals negatieven (Van Leeuwen et al. 2003) Wechsler Intelligence Scale for Children III-NL (WISC-IIINL, Kort et al. 2005) De Wechsler Intelligence Scale for Children III-NL (WISC-IIINL) is een algemene intelligentietest bedoeld om de intelligentie te meten van kinderen van 6 t/m 16 jaar. Op basis van de scores op de 13 subtesten van de WISC-IIINL, gegroepeerd in verbale en performale subtesten, kunnen verschillende intelligentiescores berekend worden. Een totale IQ score, een verbale IQ score en een performale IQ score. De betrouwbaarheid van het totaal IQ is r =0.93, de gecorrigeerde validiteit is goed, r =0.90 (Kort, et al. 2005; Bleichrodt, Resing, Drenth &, Zaal, 1987). Voor dit onderzoek is een verkorte versie van de WISC-IIINL afgenomen, bestaande uit de subtesten Blokpatronen en Woordkennis (V-BD). De combinatie van deze twee subtesten is de meest valide en praktische short form van de WISC-IIINL (Campbell, 1998). De subtest Blokpatronen, waarbij het kind verschillende figuren legt met 6 tot 9 blokjes, meet de visuo-motorische vaardigheden, visuele analyse en synthese en 12

13 patroonwaarneming. Een voorbeeld vraag van Woordkennis is Wat is een baard?, waarmee de actieve woordkennis van een kind gemeten wordt. De split-half betrouwbaarheid van deze verkorte versie is goed, r = De gecorrigeerde validiteit wordt bekeken wanneer de verkorte versie de gehele WISC-IIINL vervangt om het intelligentieniveau te schatten (Kaufmann, Kaufman, Balgopal, & McLean, 1996), de gecorrigeerde validiteit bleek voldoende tot goed, r = 0.82 (Campbell, 1998). Voor deelname aan het onderzoek was minimaal een intelligentiescore van 85 gewenst. Bij twijfel over de IQ-score na afname van de twee subtesten werden, op basis van criteria opgesteld door Graf, Dipert en Hinton (1996), vier extra subtesten afgenomen. Dit gebeurde bij een IQ-score onder de 90 en boven de 75 of bij een verschil van meer den 5 punten tussen de twee subtesten. De vier extra subtesten (Onvolledige tekeningen, Substitutie, Overeenkomsten en Rekenen) vormen samen met Blokpatronen en Woordkennis (V-S-PC- BD-A-Cd) een valide en betrouwbare intelligentietest. De betrouwbaarheid, van de uit zes subtesten bestaande, versie is r =0.95, de gecorrigeerde validiteit is r = 0.91 (Campbell, 1998) Peabody Picture Vocabulary Test III NL (PPVT-III-NL, Schlichting, 2005). De Peabody Picture Vocabulary Test III-NL is een test die de passieve woordenschat, ofwel receptief woordbegrip, van kinderen vanaf 2,3 jaar tot volwassenen van 90 jaar meet. Behaalde scores op de PPVT geven een beeld van het begrip van gesproken woorden en de taalontwikkeling van het kind. De passieve woordenschat heeft betrekking op het begrijpen van woorden, zonder deze actief te gebruiken (Corson, 1983). De test bestaat uit 17 sets van 12 items, waarbij ieder item bestaat uit 4 afbeeldingen. Bij elk item noemt de testleider een woord en moet de proefpersoon aangeven welk van de vier afbeeldingen het woord weergeeft. Zo krijg het kind bijvoorbeeld vier plaatjes te zien: een bedlamp, schemerlamp, kandelaar met kaars en een olielamp. Het kind wordt gevraagd de afbeelding aan te wijzen waarop een kandelaar staat afgebeeld. De score die behaald wordt op de PPVT kan middels een Nederlandse normtabel omgezet worden in een standaardscore, het Woordbegripquotiënt (WBQ), waarbij 100 het gemiddelde is en 15 de standaarddeviatie. Op basis van het WBQ worden de scores ingedeeld in drie categorieën van het Passieve Woordenschat Niveau, zwak (55-84), gemiddeld (85-115) en bovengemiddeld ( ). De begripsvaliditeit van de PPVT is op verschillende manieren onderzocht. Gekeken is naar de samenhang met andere taaltesten, zoals voor volwassenen de samenhang met de 13

14 subtest Woordenlijst uit de GIT2 en voor kinderen met de British Picture Vocabulary Scale (Dunn, et al., 1997). De samenhang bleek matig tot hoog, respectievelijk r = 0.64 en r = 0.59 (Schlichting, 2006; Howlin, & Cross, 1994). De samenhang tussen de score van kinderen op de PPVT en hun opleidingsniveau bleek r = 0.51 (Schlichting, 2005). Het niveau van de passieve woordenschat stijgt met het hoger worden van het type opleiding. Voor de divergente validiteit ten opzichte van de algemene intelligentie bij kinderen zijn voor Nederland nog geen gegevens beschikbaar. Dunn en Dunn (2005) concluderen dat de betrouwbaarheid van de PPVT voldoende is Teacher s Report Form (TRF, Verhulst, van der Ende, Koot, 1997). De Teacher s Report Form (TRF) is een vragenlijst om schools functioneren en gedrags- en emotionele problemen van een kind vast te stellen. De doelgroep van de TRF bestaat uit kinderen tussen de 6 en 18 jaar en wordt ingevuld door de leerkracht van het kind. De vragenlijst bestaat uit 113 vragen over emotionele- en gedragsproblemen van het kind. Middels een 3-puntsschaal kan worden aangegeven in hoeverre de vragen op de kinderen van toepassingen zijn; 0. helemaal niet van toepassing, 1. Een beetje of soms van toepassing, 2. Duidelijk of vaak van toepassing. De vragen kunnen worden onderverdeeld in acht schalen: Teruggetrokken, Lichamelijke klachten, Angstig/depressief, Sociale problemen, Denkproblemen, Aandachtsproblemen, Normoverschrijdend Gedrag en Agressief Gedrag. Deze acht syndroomschalen clusteren rond de twee subschalen Internaliseren en Externaliseren. In dit onderzoek werd gekeken naar de laatst genoemde brede bandschaal: Externaliseren, die weer bestaat uit de smalle bandschalen Normoverschrijdend Gedrag en Agressief Gedrag. Een vraag die het externaliserende gedrag in kaart brengt is bijvoorbeeld: Valt anderen lichamelijk aan. Op basis van de gegeven antwoorden van de leraar kan de brede bandschaal Externaliseren volgens de normen ingedeeld worden in het niet-klinisch, grens klinisch of klinische gebied (Verhulst, et al. 1997). Uit onderzoek van Evers, Van Vliet-Mulder en Groot (2000) kwam naar voren dat de testconstructie, kwaliteit van het testmateriaal, kwaliteit van de handleiding, de normen en de betrouwbaarheid van de totaalscore goed zijn. De begrips- en criteriumvaliditeit werden als voldoende beoordeeld. De interne consistentie voor de schaal Externaliseren, die gebruikt wordt voor dit onderzoek is goed, met een Cronbach s alpha boven 0.90 (Verhulst, et al., 1997). De interne consistentie van de schaal Externaliseren in huidig onderzoek is eveneens goed, met een Cronbach s alpha van boven de 0.90 op de verschillende meetmomenten. 14

15 2.2.5 De training Zelfcontrole op School (de Boo & Liber, 2008). De training die de kinderen krijgen met als doel de gedragsproblemen te verminderen is de training Zelfcontrole op School. De training Zelfcontrole op School is een sociaal cognitief gedragstherapeutische interventie, speciaal bedoeld voor kinderen met externaliserende gedragsproblemen (De Boo et al. 2009) en gebaseerd op de training Zelfcontrole van Van Manen (2001). Twee theoretische modellen vormen de grondslag van de training; het sociaal informatieverwerkingsmodel van Crick en Dodge (1994) en het probleemoplossingmodel (Spivack, Platt & Shure, 1976). Het sociaal informatieverwerkingsmodel van Crick en Dodge (1994) bestaat uit de zes stappen die men doorloopt bij het verwerken van sociale informatie. Spivack, Platt en Shure (1976) beschreven de vaardigheid om problemen op te lossen, waarbij geleerd wordt vooruit te plannen en een doel te bereiken. Interpersoonlijke doelen zijn hierbij van belang, zoals het maken van vrienden. De sociale leertheorie van Bandura (1977) vormt de basis om het gewenste gedrag van kinderen te bekrachtigen in de training. De training Zelfcontrole op School wordt gegeven door een professionele trainer en een co-trainer. Een observator beoordeelt of de trainer en co-trainer de vooraf opgestelde trainingsonderdelen voldoende aan bod laten komen. De trainingsgroepen bestaan uit drie tot acht kinderen. De kinderen worden ingedeeld op basis van hun ontwikkelingsniveau: kinderen uit groep 5 en 6 bij elkaar en kinderen uit groep 7 en 8 bij elkaar. De training start met een individueel doelgesprek, waarbij kind, leraar en trainer aanwezig zijn. Dit gesprek is bedoeld om de specifieke doelen van het kind te bespreken, vast te stellen en daarbij zowel het kind als de leraar te motiveren. In negen groepszittingen van 1.5 uur wordt hierna aan de doelen van het kind gewerkt. In de training wordt gebruik gemaakt van fictieve voorbeeldmodellen (Hot Harry, Hot Hester, Cool Kevin en Cool Kim) die aansluiten bij de leefwereld van de kinderen en de ervaringen van de kinderen zelf. Verschillende technieken worden ingezet om het gedrag te verbeteren en de doelen van de kinderen te bereiken, zoals psycho-educatie, demonstraties, exposure in rollenspelen, modeling, cognitieve herstructurering, ontspanningsoefeningen en bekrachtiging. De eerste zitting is bedoeld om kennis te maken met de trainers, de kinderen te motiveren om aan zelfcontrole te gaan werken, een vertrouwensband op te bouwen, doelen te bespreken en inzicht te verkrijgen in het gedrag van anderen en de oorzaken en gevolgen van dit gedrag. In zitting twee wordt aandacht besteed aan de educatie op het gebied van emoties; 15

16 het interpreteren en inschatten van emoties van jezelf en de ander en het verplaatsen in een ander. Met behulp van een gevoelsthermometer wordt getracht inzicht in de eigen emoties te krijgen. In zitting drie wordt geleerd dat bij bepaalde emoties ook bepaalde gedachten horen. In zitting vier wordt vervolgens gewerkt aan het inzetten van coole gedachten en ontspanningsoefeningen om zelfcontrole te vergroten. In zitting vijf wordt aandacht besteed aan interpretatieverschillen tussen mensen in probleemsituaties en kinderen gaan oefenen om meerdere oplossingen te bedenken in probleemsituaties en de beste te kiezen. Zitting zes staat in het teken van doelen stellen, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen korte en lange termijn doelen. In zitting zeven wordt aandacht besteed aan het sociale doel: aardig zijn en wat dit kan opleveren op de lange termijn. In zitting acht wordt gewerkt aan het leren omgaan met pesten en uitdagen, kinderen leren hier op een goede manier mee om te gaan. In de negende, en laatste zitting, wordt aandacht besteed aan opkomen voor jezelf. Daarnaast vindt in deze zitting een afsluiting plaats, met terugblik op wat de kinderen in de training hebben geleerd en een diploma uitreiking. 2.3 Procedure Dit onderzoek is onderdeel van het project Zelfcontrole op School, dat in september 2008 van start is gegaan. De gegevens zijn verzameld op 17 basisscholen uit risicowijken in de Randstad. Deze basisscholen zijn geworven via het netwerk van de onderzoekers en via mond op mond reclame. Op de scholen, die na een uitgebreide voorlichting besloten deel te nemen aan het programma, zijn alle kinderen van groep 5 t/m 8 gescreend door middel van de Lijst Globale Screening (LGS, Lijst Globale Screening; Van Leeuwen & Bijl, 2003). Deze is ingevuld door twee onafhankelijke leraren. De afname van de screening is meetmoment één (T1). Wanneer beide leerkrachten een verhoogd risico op externaliserend probleemgedrag rapporteerde werd het betreffende kind uitgenodigd voor deelname aan het onderzoek en de training. Meetmoment twee (T2) vond plaats wanneer een kind indicatie verhoogd risico kreeg en ouders schriftelijk toestemming gaven voor deelname aan het onderzoek en hierbij dus ook deelname aan de training. Bij hen is onder andere de verkorte versie van de WISC- IIINL (blokpatronen en woordkennis) en de Peabody Picture Vocabulary Test (PPVT) afgenomen. Daarbij vulde de leraar de Teacher s Report Form (TRF) in over het kind. Wanneer kinderen een IQ score van 85 of hoger hadden namen zij definitief deel aan het project. 16

17 Scholen zijn random toegewezen aan één van twee condities. In de ene conditie startten kinderen uit groep 7 en 8 in de herfst met de training Zelfcontrole op School, kinderen uit groep 5 en 6 kwamen in deze conditie op de wachtlijst en startten in het voorjaar de training. In de andere conditie startten de kinderen uit groep 5 en 6 de training in de herfst en kwamen de kinderen uit groep 7 en 8 op de wachtlijst. Kinderen die in de herfst de training volgden vormen de interventieconditie, kinderen die in het voorjaar de training volgden vormen de wachtlijstconditie. Na afloop van de training in de herfst vond meetmoment drie (T3) plaats, bij alle kinderen die deelnamen aan het onderzoek is opnieuw de PPVT afgenomen en werd door de leraren de TRF ingevuld. Voor de kinderen uit de interventieconditie was T3 de nameting, voor de kinderen die uit de wachtlijstconditie was T3 de tweede voormeting. De kinderen die op de wachtlijst stonden kregen nu de training. Na afloop van deze training vond opnieuw een meetmoment plaats (T4), waarbij de PPVT is afgenomen en de TRF ingevuld. Voor de kinderen uit de interventieconditie was dit de follow-up meting, voor de kinderen uit de wachtlijstconditie gold dit als nameting. Bij de kinderen uit de wachtlijstconditie is na ongeveer vier maanden ook een follow-up meting uitgevoerd, T5. Voor een schematisch overzicht van de procedure zie Figuur 1. 17

18 N = 1937 T1:. Screening: LGS (N = 278) Week Toetstemming ouders (N = 224) Voormeting: WISC III NL, TRF en PPVT (N = 173) T2:. Week Training Gesprekken leraar (4) en ouderavond Wachtlijst Nameting: TRF en PPVT + nagesprekken T3: Week 4-6. Week 4-6 Voormeting: TRF en PPVT Gesprekken leraar (4) en ouderavond Training Follow-up: TRF en PPVT T4:. Week Nameting: TRF en PPVT + nagesprekken Week Follow-up: TRF en PPVT T5:. Week Figuur 1. Schematische weergave van de procedure. Noot. LGS (De Lijst voor Globale Screening), WISC-IIINL (Wechsler Intelligence Scale for Children III-NL), PPVT-IIINL (Peabody Picture Vocabulary Test III NL), TRF (Teacher s Report Form). 18

19 2.4 Statistische Procedure beschrijvende statistiek In navolging van het onderzoek van Griffioen (2009) zullen twee maten berekend worden om de passieve woordenschat van kinderen weer te geven. De continue maat, het Woordbegripquotiënt (WBQ) en een ordinale maat, het Passieve Woordenschat Niveau (PWN). Uit de resultaten van het onderzoek van Griffioen (2009) kwam naar voren dat de continue maat geen voorspellende waarde had voor de behandeluitkomst, de ordinale maat was echter wel voorspellend voor de behandeluitkomst. Wanneer het behoren tot een groep opnieuw van invloed is op de behandeluitkomst kan dit implicaties hebben voor de inclusiecriteria van de training. Eveneens zullen twee maten berekend worden voor de gedragsverandering van kinderen na afloop van de training. Allereerst zal de therapeutische verandering, zoals beschreven door Kazdin en Wassell (2000) bekeken worden. Deze wordt berekend door de ruwe score op de schaal Externaliseren van de Teacher s s Report Form na afloop van de training af te trekken van de ruwe score op dezelfde vragenlijst voorafgaand aan de training. Deze score kan gestandaardiseerd worden door de verschilscore te delen door de standaarddeviatie op de voormeting, hierdoor ontstaat een z-score die aangeeft hoeveel standaarddeviaties de nameting van de voormeting afligt. Vervolgens zal gekeken worden of de verandering in het externaliserende probleemgedrag klinisch relevant is. De klinische status wordt bekeken middels de methode van Jacobson en Truax (1991), waarbij kinderen op basis van hun score op de voor- en nameting, de standaard deviatie op de voormeting en de betrouwbaarheid van de metingen worden ingedeeld in vier categorieën: 1. Verslechterd, 2. Onveranderd, 3. Verbeterd, 4. Hersteld. Eén en twee worden in dit onderzoek beschouwd als geen-succes, drie en vier als succes. Beide uitkomstmaten zullen gebruikt worden wanneer wordt gekeken wat de invloed van de passieve woordenschat, Woordbegripquotiënt (continue) en Passieve Woordenschat Niveau (ordinaal), op de behandeluitkomst van de training is. De sociaal economische status (SES) van de kinderen werd bepaald op basis van het beroep van de ouders. Aan de hand van het beroep van de ouders werd met de Standaard Beroepenclassificatie 2010 ( Standaard Beroepenclassificatie, 2010) de SES van het kind berekend. De sociaal economische status van het kind kan oplopen van 1 t/m 8. De etniciteit van het kind werd bepaald op basis van het uitgevraagde geboorteland van het kind en de ouders. De intelligentie scores worden berekend aan de hand van de antwoorden van de 19

20 kinderen op de subtesten van de WISC-IIINL, deze worden middels de Nederlandse normtabellen van de WISC-IIINL omgezet in een IQ-score met een gemiddelde van 100 en een standaarddeviatie van statistische analyses Allereerst worden, middels een repeated measures ANOVA, de scores op de Externaliserende schaal van de Teacher s s Report Form (TRF) op meetmoment T2 en T3 vergeleken tussen de interventie- en de wachtlijstconditie. Scores op Externaliserende schaal van de TRF worden meegenomen als within variabele, de conditie wordt meegenomen als between variabele. Gezien de ongelijke verdeling van sekse wordt hiervoor gecontroleerd door de variabele sekse toe te voegen als covariaat. Een Pearson s correlatie wordt uitgevoerd om te bekijken of de scores op de schaal Externaliseren van de TRF voorafgaand aan de training samen hangen met het WBQ voorafgaand aan de training. Om te onderzoeken of de passieve woordenschat voorspellend is voor de behandeluitkomst na afloop van de training zullen twee lineaire regressie analyses worden uitgevoerd. Gekeken zal worden wat de voorspellende waarde van zowel de Woordbegripquotiënt als het Passieve Woordenschat Niveau is op de therapeutische verandering. Om te zien wat de voorspellende waarde van beide variabelen (WBQ en PWN) is op de klinische status van de kinderen na afloop van de training zal een logistische regressie analyse worden uitgevoerd. WBQ en PWN worden onafhankelijk als predictoren toegevoegd. Hoewel er sprake is van één predictor per regressie analyse en een correlatie zou volstaan, is met oog op de vervolg analyses gekozen regressie analyses uit te voeren. Een lineaire regressie analyse wordt opnieuw uitgevoerd waarbij, op basis van de theoretische achtergrond, gecontroleerd wordt voor intelligentie, de SES en de etniciteit. Deze variabelen zullen aan het model worden toegevoegd om te zien of zij de voorspellende waarde van de passieve woordenschat op de therapeutische verandering beïnvloeden. Wanneer blijkt dat de passieve woordenschat een voorspellende waarde heeft voor de behandeluitkomst, wordt bekeken of dit te maken heeft met de verbeterruimte die deze kinderen hebben voorafgaand aan de training. Kinderen worden op basis van hun PWN voorafgaand aan de training ingedeeld in twee groepen; 1. beperkte passieve woordenschat en 2. gemiddelde en sterke passieve woordenschat. Middels een t-test wordt gekeken of de kinderen met een beperkte passieve woordenschat significant meer gedragsproblemen hebben dan kinderen met een gemiddelde of sterke passieve woordenschat. Vervolgens wordt 20

21 bekeken of de passieve woordenschat is verbeterd na afloop van de training ten opzichte met voor de training. Wanneer een verbetering in de passieve woordenschat wordt gevonden zal bekeken worden of deze samenhangt met de vermindering in gedragsproblemen. Dit zal onderzocht worden middels een Pearson correlatie, waarbij gekeken wordt of de therapeutische verandering correleert met de verschilscore (nameting voormeting) op de WBQ. Om verschillende redenen, zoals verlate toestemming voor deelname aan het project Zelfcontrole op School en onvolledigheid of onduidelijkheid van de leerkracht bij het invullen van de vragenlijsten, missen een aantal gegevens op de Teacher s s Report Form (TRF) en Peabody Picture Vocabulary Test (PPVT). Om alsnog een compleet beeld te krijgen van de effectiviteit van de training voor de gehele groep, intent to treat, is gekozen de missende waardes te imputeren middels multiple imputation (m = 5). Multiple imputation wordt aangeraden om resultaten zo veel mogelijk overeen te laten komen met de werkelijkheid (Mazumdar, Liu, Houck, & Reynolds, 1999). In veel gevallen is 3-5 keer imputeren voldoende om goede resultaten te krijgen (Rubin, 1987). Gezien het aantal missende waarden in de dataset in geen geval meer dan 5% is, is gekozen voor multiple imputation (m=5), de efficiëntie van de toetsingsgrootheden gebaseerd op de geïmputeerde dataset zijn hiermee minimaal 98%. Verdubbelen van het aantal imputaties zal slechts tot een geringe toename in efficiëntie leiden (Schafer & Olsen, 1998). 3. Resultaten Random toewijzing heeft geleid tot een interventieconditie van 70 kinderen en een wachtlijstconditie van 103 kinderen. De gegevens van één kind uit de interventieconditie zijn niet meegenomen in de data-analyse aangezien deze voor de tweede meting (T2) is afgevallen. De gegevens van 69 kinderen in de interventieconditie zijn meegenomen in de analyse. De condities zijn groot genoeg om mogelijk bestaande significante verschillen tussen de groepen te detecteren (Cohen, 1992). Uit een poweranalyse blijkt dan ook dat de power 0.94 is bij een medium effect. Middels Multipele Imputation (m = 5) zijn overige missende waarden in de dataset vijf maal geïmputeerd. Dit heeft geleid tot zes maal de dataset, een originele en vijf datasets waarin de missende gegevens zijn geïmputeerd. Alle analyses zijn uitgevoerd over de gehele dataset waarin de missende gegevens zijn geïmputeerd, waarbij de gemiddelde toetsingsgrootheden van de vijf analyses worden weergegeven met hun standaardafwijking. 21

22 3.1 Effectiviteit van de Training Zelfcontrole op School Kinderen uit de interventieconditie scoorden gemiddeld (SD =.00) met een standaardafwijking van 12.0 (SD =.00) op de schaal Externaliseren van de Teacher s Report Form (TRF) voorafgaand aan de training (T2). Kinderen uit de wachtlijstconditie scoorden gemiddeld (SD =.12) met een standaardafwijking van (SD =.07) bij T2. Kinderen uit de interventie- en wachtlijstconditie bleken voorafgaand aan de training niet significant van elkaar te verschillen, t(170) = 0.21 (SD =.07), p >.05. De gemiddelde scores op de TRF schaal Externaliseren voorafgaand aan de training (T2) en na afloop van de training (T3) zijn vervolgens berekend voor de gehele groep, en uitgesplitst voor de trainingsconditie en wachtlijstconditie. Daarbij is de verschilscore, de scores van T3 - T2, berekend, zie Tabel 1. Tabel 1 Gemiddelde Scores op de Teacher s Report Form, Schaal Externaliseren met Standaarddeviaties (tussen haakjes) en de Verschilscore. Totaal SE Trainingsconditie SE Wachtlijstconditie SE (N = 172) (N = 69) (N = 103) T (.07) 11.6 (.00) (.00) 12.0 (.00) (.12) 11.5 (.07) T (.04) 11.2 (.01) (.08) 10.5 (.07) (.07) 11.4 (.02) Verschil 3.12 (.04) 9.5 (.00) 4.62 (.07) 10.4 (.00) 1.93 (.01) 8.7 (.00) Noot. Verschil = T2 T3. Uit Tabel 1 valt af te lezen dat de externaliserende gedragsproblemen zowel afnemen bij de kinderen die de training volgden als bij de kinderen die in de wachtlijstconditie zaten. De kinderen die tussen T2 en T3 echter de training volgden vertonen meer vooruitgang (M = 4.60 SD = 10.40), wat betreft hun gedragsproblemen dan de kinderen uit de wachtlijstconditie (M = 1.93 SD = 8.66). Dit duidt, in lijn met de verwachtingen, op een grotere verbetering van de externaliserende gedragsproblemen voor de kinderen die de training volgden. Met een repeated measures ANOVA is gekeken of de gedragsproblemen van kinderen significant verbeteren door de training. Het blijkt dat de score op de TRF schaal Externaliseren significant afneemt tussen T2 en meetmoment T3, F(1, 170) = 21.9 (SD =.59), p <.001 (SD =.00). Daarnaast is een trend zichtbaar wat betreft afname in gedragsproblemen voor de conditie, F(1, 170) = 3.1 (SD =.44), p =.08 (SD =.02). De trend geeft aan dat na afloop van de training Zelfcontrole op School externaliserende gedragsproblemen van kinderen zijn verminderd in vergelijking met kinderen die geen training kregen, zie Figuur 2. 22

23 De afname van het externaliserende probleemgedrag is onafhankelijk van de sekse van de kinderen. De effectsize voor repeated measures analyses, η²g, is berekend op basis van de F- ratios, deze is 0.14, een medium effect (Bakerman, 2005). Figuur 2. Score op de Teacher s Report Form (TRF), Schaal Externaliseren op meetmoment T2 en T3 voor de Trainingsconditie en Wachtlijstconditie. De voorwaarde voor het uitvoeren van een repeated measures ANOVA zijn bekeken, het blijkt dat de trainingsgroep voorafgaand aan de training niet normaal verdeeld is D(69) = 0.12 (SD =.00), p =.02 (SD =.00). Aangezien de ANOVA redelijk robuust is tegen afwijkingen op het gebied van normaliteit (Field, 2005) en andere voorwaarden niet geschonden bleken is gekozen de resultaten van de uitgevoerde analyse te interpreteren. 3.2 De Behandeluitkomst en de Passieve Woordenschat behandeluitkomst. De Therapeutische Verandering (TV) is berekend door de score op de Teacher s Report Form (TRF) Schaal Externaliseren voorafgaand aan de training af te trekken van de scores op dezelfde schaal na afloop van de training. Deze score is gedeeld door de standaarddeviatie voorafgaand aan de training. Dit resulteert in een standaardscore die aangeeft hoeveel standaard deviaties de score na afloop van de training afligt van de score voorafgaand aan de training. De gemiddelde Therapeutische Verandering na afloop van de training was 0.31 (SD = 0.83), wat aangeeft dat de externaliserende gedragsproblemen zijn verminderd na afloop van de training. 23

Externaliserend. school

Externaliserend. school Externaliserend probleemgedrag behandelen op school Gerly de Boo & Juliëtte Liber Universiteit van Amsterdam ZonMw: Jeugd Vroegtijdige signalering & interventies evidence based interventies externaliserend

Nadere informatie

Implementatie van een effectief CGt programma voor gedragsproblemen op school Spelen leerkrachten een rol?

Implementatie van een effectief CGt programma voor gedragsproblemen op school Spelen leerkrachten een rol? Implementatie van een effectief CGt programma voor gedragsproblemen op school Spelen leerkrachten een rol? Juliette M.Liber, Gerly M. De Boo & Pier J.M. Prins VGCt 2011, Veldhoven Training is effectief,

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) Parenting Support in Community Settings: Parental needs and effectiveness of the Home-Start program J.J. Asscher Samenvatting (Dutch summary) Ouders spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van kinderen.

Nadere informatie

EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS

EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS Wetenschappelijk onderzoek In dit rapport worden de wetenschappelijke bevindingen beschreven betreffende de effectiviteit van de Geef me de 5 Basiscursus.

Nadere informatie

- 172 - Prevention of cognitive decline

- 172 - Prevention of cognitive decline Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen

Samenvatting (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen 141 Als kinderen psychische problemen ontwikkelen zoals gedragsproblemen

Nadere informatie

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten G.E. Wessels Datum: 16 augustus 2013 In opdracht van: Stichting Informele Zorg Twente 1. Inleiding Het belang van mantelzorg wordt in Nederland

Nadere informatie

samenvatting Opzet van het onderzoek

samenvatting Opzet van het onderzoek 167 Angst en depressie komen vaak voor bij kinderen. Angst en depressie beïnvloeden niet alleen het huidige welbevinden van kinderen, maar kunnen ook een negatieve invloed hebben op hun verdere leven.

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands

Samenvatting Nederlands Samenvatting Nederlands 178 Samenvatting Mis het niet! Incomplete data kan waardevolle informatie bevatten In epidemiologisch onderzoek wordt veel gebruik gemaakt van vragenlijsten om data te verzamelen.

Nadere informatie

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen

Nadere informatie

TRAINING ZELFCONTROLE VOOR KINDEREN OP SCHOOL: DE INVLOED VAN SOCIALE VAARDIGHEDEN VAN KINDEREN EN VERANDERINGSBEREIDHEID VAN LEERKRACHTEN

TRAINING ZELFCONTROLE VOOR KINDEREN OP SCHOOL: DE INVLOED VAN SOCIALE VAARDIGHEDEN VAN KINDEREN EN VERANDERINGSBEREIDHEID VAN LEERKRACHTEN TRAINING ZELFCONTROLE VOOR KINDEREN OP SCHOOL: DE INVLOED VAN SOCIALE VAARDIGHEDEN VAN KINDEREN EN VERANDERINGSBEREIDHEID VAN LEERKRACHTEN AUTEUR: LINDA VAN VLIET COLLEGEKAART: 0512931 SUPERVISOR: JULIETTE

Nadere informatie

Sociaal cognitieve vaardigheden van kinderen die een hoge mate van agressief en externaliserend probleemgedrag vertonen.

Sociaal cognitieve vaardigheden van kinderen die een hoge mate van agressief en externaliserend probleemgedrag vertonen. Sociaal cognitieve vaardigheden van kinderen die een hoge mate van agressief en externaliserend probleemgedrag vertonen. Universiteit Leiden, afdeling Pedagogische Wetenschappen Masterproject Orthopedagogiek

Nadere informatie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Zoals beschreven in hoofdstuk 1, is artrose een chronische ziekte die vaak voorkomt bij ouderen en in het bijzonder

Nadere informatie

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Samenvatting 141 Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Hoofdstuk 1 is de inleiding van dit proefschrift. Internetbehandeling voor depressie en angst is bewezen effectief. Dit opent

Nadere informatie

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals Gedragsproblemen komen veel voor onder kinderen en adolescenten. Als deze problemen ernstig zijn en zich herhaaldelijk voordoen, kunnen ze een negatieve invloed hebben op het dagelijks functioneren van

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) In dit proefschrift worden een aantal psychometrische methoden beschreven waarmee de accuratesse en efficientie van psychodiagnostiek in de klinische praktijk verbeterd kan worden. Psychodiagnostiek wordt

Nadere informatie

6 Psychische problemen

6 Psychische problemen psychische problemen 6 Psychische problemen Gonneke Stevens In onderzoek naar de gezondheid en het welzijn van jongeren is het relevant aandacht te besteden aan psychische problematiek, waarbij vaak een

Nadere informatie

Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7

Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Beelddenken: Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Een samenvatting van het wetenschappelijk onderzoek naar beelddenken Inhoudsopgave Inleiding

Nadere informatie

Samenvatting Resultaten PMA leerlingcoaching SWV VO Gorinchem & SWV-ND. Folkert van Oorschot, Bsc

Samenvatting Resultaten PMA leerlingcoaching SWV VO Gorinchem & SWV-ND. Folkert van Oorschot, Bsc Samenvatting Resultaten PMA leerlingcoaching SWV VO Gorinchem & SWV-ND Folkert van Oorschot, Bsc Datum: 5 september 2018 Introductie Binnen het onderwijs zijn er leerlingen met uiteenlopende problemen

Nadere informatie

10 VeROudeRINg VAN de TeSTNORMeN 10.1 AANWIJzINgeN VOOR een MINdeR STeRk flynn-effect

10 VeROudeRINg VAN de TeSTNORMeN 10.1 AANWIJzINgeN VOOR een MINdeR STeRk flynn-effect 10 VEROUDERING VAN DE TESTNORMEN Een belangrijk, en voor de diagnostiek uitermate lastig probleem, is de veroudering van testnormen. De prestatie op intelligentietests van personen van dezelfde leeftijd

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve

Nadere informatie

Samenvatting. (Dutch Summary)

Samenvatting. (Dutch Summary) (Dutch Summary) In dit proefschrift is de ontwikkeling van gedrags- en emotionele problemen van tweelingen en eenlingen in de leeftijd van 3 tot 12 jaar onderzocht. In hoofdstuk 1 wordt een introductie

Nadere informatie

INhOud Voorwoord Inleiding Vooronderzoek en constructieonderzoek Beschrijving van de SON-R 6-40 Normering van de testscores

INhOud Voorwoord Inleiding Vooronderzoek en constructieonderzoek Beschrijving van de SON-R 6-40 Normering van de testscores Inhoud Voorwoord 9 1 Inleiding 13 1.1 Kenmerken van de SON-R 6-40 13 1.2 Geschiedenis van de SON-tests 14 1.3 Aanleiding voor de revisie van de SON-R 5V-17 17 1.4 De onderzoeksfasen 18 1.5 Indeling van

Nadere informatie

rapporteerden. Er werden geen verschillen gevonden in schoolprestaties, spijbelgedrag en middelengebruik tussen de verschillende groepen.

rapporteerden. Er werden geen verschillen gevonden in schoolprestaties, spijbelgedrag en middelengebruik tussen de verschillende groepen. Samenvatting Samenvatting Depressie en angst zijn de meest voorkomende psychische stoornissen in de adolescentie met een enorme impact op het individu. Veel adolescenten rapporteren depressieve en angst

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse.

1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse. Oefentoets 1 1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse. Conditie = experimenteel Conditie = controle Sekse = Vrouw 23 33 Sekse = Man 20 36 Van

Nadere informatie

MEMANTINE-ADDITIE AAN CLOZAPINE 1. Memantine-additie aan Clozapine bij Therapieresistente Schizofrenie

MEMANTINE-ADDITIE AAN CLOZAPINE 1. Memantine-additie aan Clozapine bij Therapieresistente Schizofrenie MEMANTINE-ADDITIE AAN CLOZAPINE 1 Memantine-additie aan Clozapine bij Therapieresistente Schizofrenie (Memantine Add-On Therapy to Clozapine in Refractory Schizophrenia) David M.H. Buyle David M.H. Buyle

Nadere informatie

A c. Dutch Summary 257

A c. Dutch Summary 257 Samenvatting 256 Samenvatting Dit proefschrift beschrijft de resultaten van twee longitudinale en een cross-sectioneel onderzoek. Het eerste longitudinale onderzoek betrof de ontwikkeling van probleemgedrag

Nadere informatie

Biowalking voor ouderen

Biowalking voor ouderen Biowalking voor ouderen Een pilot onderzoek naar de effecten van en ervaringen met Biowalking voor ouderen Dr. Jolanda Maas Vrije Universiteit Amsterdam, afdeling Klinische Psychologie 1. Inleiding IVN

Nadere informatie

IDS-2. Intelligentie- en ontwikkelingsschalen voor kinderen en jongeren. HTS Report. Jeroen De Vries ID Datum

IDS-2. Intelligentie- en ontwikkelingsschalen voor kinderen en jongeren. HTS Report. Jeroen De Vries ID Datum IDS-2 Intelligentie- en ontwikkelingsschalen voor kinderen en jongeren HTS Report ID 256-867 Datum 27.09.2018 IQ screening Testleider: - INLEIDING IDS-2 - scorehulp 2/5 Inleiding De intelligentie- en ontwikkelingsschalen

Nadere informatie

Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen?

Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen? Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen? Effectiviteitsonderzoek naar lesmateriaal Wijzer in geldzaken voor groep 7 www.wijzeringeldzaken.nl Inleiding:

Nadere informatie

Keeping Youth in Play: the Effects of Sports-Based Interventions in the Prevention of Juvenile Delinquency A. Spruit

Keeping Youth in Play: the Effects of Sports-Based Interventions in the Prevention of Juvenile Delinquency A. Spruit Keeping Youth in Play: the Effects of Sports-Based Interventions in the Prevention of Juvenile Delinquency A. Spruit Dutch summary De financiële en maatschappelijke kosten van jeugdcriminaliteit zijn

Nadere informatie

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening.

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening. amenvatting Elk jaar krijgen in Nederland zo n 45.000 mensen een beroerte, ook wel CVA (Cerebro Vasculair Accident) genoemd. Ongeveer 60% van hen keert na opname in het ziekenhuis of revalidatiecentrum

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

gebaren bij jonge kinderen met TOS

gebaren bij jonge kinderen met TOS Het gebruik van gebaren bij jonge kinderen met TOS Karin Wiefferink, Maaike Diender, Marthe Wijs, Bernadette Vermeij Vaak wordt in interactie met jonge kinderen met TOS de gesproken taal ondersteund met

Nadere informatie

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Hoofd/ hals Overig, ongespecificeerd. Communicatie, Mentale functies

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Hoofd/ hals Overig, ongespecificeerd. Communicatie, Mentale functies Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Nederlandstalige NonSpeech test (NNST) 4 november 2011 Review: M. Jungen Invoer: E. van Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking op

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 207 208 Deel I Het wordt steeds belangrijker gevonden om kinderen een stem te geven. Hierdoor kunnen kinderen beter begrepen worden en kan hun ontwikkeling worden geoptimaliseerd.

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 134 Nederlandse samenvatting De inleiding van dit proefschrift beschrijft de noodzaak onderzoek te verrichten naar interpersoonlijk trauma en de gevolgen daarvan bij jongeren in

Nadere informatie

Statistiek in de alfa en gamma studies. Aansluiting wiskunde VWO-WO 16 april 2018

Statistiek in de alfa en gamma studies. Aansluiting wiskunde VWO-WO 16 april 2018 Statistiek in de alfa en gamma studies Aansluiting wiskunde VWO-WO 16 april 2018 Wie ben ik? Marieke Westeneng Docent bij afdeling Methoden en Statistiek Faculteit Sociale Wetenschappen Universiteit Utrecht

Nadere informatie

Child Care Quality in The Netherlands: From Quality Assessment to Intervention K.O.W. Helmerhorst

Child Care Quality in The Netherlands: From Quality Assessment to Intervention K.O.W. Helmerhorst Child Care Quality in The Netherlands: From Quality Assessment to Intervention K.O.W. Helmerhorst Samenvatting en Conclusies Samenvatting van het onderzoeksproject De studies die in dit proefschrift worden

Nadere informatie

MASTER ORTHOPEDAGOGIEK SCRIPTIE

MASTER ORTHOPEDAGOGIEK SCRIPTIE FACULTEIT DER MAATSCHAPPIJ- EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN Graduate School of Childhood Development and Education MASTER ORTHOPEDAGOGIEK SCRIPTIE 2016-2017 De beïnvloeding van tijdoriëntatie, timemanagement en

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit

Nadere informatie

Genetische invloeden op gedragsproblemen tijdens de kindertijd

Genetische invloeden op gedragsproblemen tijdens de kindertijd Genetische invloeden op gedragsproblemen tijdens de kindertijd Meike Bartels en Thérèse M. Stroet Inleiding Vijf tot vijftien procent van de Nederlandse kinderen in de leeftijd van drie tot twaalf jaar

Nadere informatie

Leef je in! Een sociaal cognitieve vaardigheidstraining voor jongeren met een licht verstandelijke beperking en gedragsproblemen

Leef je in! Een sociaal cognitieve vaardigheidstraining voor jongeren met een licht verstandelijke beperking en gedragsproblemen Leef je in! Een sociaal cognitieve vaardigheidstraining voor jongeren met een licht verstandelijke beperking en gedragsproblemen Judith Arendsen, junior onderzoeker Research & Development Programma Ontwikkeling

Nadere informatie

Psychosocial Problems in Cancer Genetic Counseling: Detecting and Facilitating Communication W. Eijzenga

Psychosocial Problems in Cancer Genetic Counseling: Detecting and Facilitating Communication W. Eijzenga Psychosocial Problems in Cancer Genetic Counseling: Detecting and Facilitating Communication W. Eijzenga Nederlandse samenvatting INLEIDING Mensen met een mogelijk verhoogde kans op kanker kunnen zich

Nadere informatie

behandeling volgens de KNGF-richtlijn bij mensen met artrose aan de heup en/of knie.

behandeling volgens de KNGF-richtlijn bij mensen met artrose aan de heup en/of knie. Samenvatting De primaire doelstelling van het onderzoek was het onderzoeken van de lange termijn effectiviteit van oefentherapie en de rol die therapietrouw hierbij speelt bij patiënten met artrose aan

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/28630 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Haan, Anna Marte de Title: Ethnic minority youth in youth mental health care :

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) * 132 Baby s die te vroeg geboren worden (bij een zwangerschapsduur korter dan 37 weken) hebben een verhoogd risico op zowel ernstige ontwikkelingproblemen (zoals mentale

Nadere informatie

ZELFCONTROLE OMSCHRIJVING VAN DE DOELGROEP ZELFCONTROLE. JONGENS en MEISJES. REACTIEF en PROACTIEF

ZELFCONTROLE OMSCHRIJVING VAN DE DOELGROEP ZELFCONTROLE. JONGENS en MEISJES. REACTIEF en PROACTIEF ZELFCONTROLE Een sociaal cognitief interventieprogramma voor kinderen met agressief en oppositioneel gedrag Teun van Manen, De Heel Zaans Medisch Centrum SOCIAAL COGNITIEF INTERVENTIE PROGRAMMA blijkt

Nadere informatie

Eindrapportage Project preventie schooluitval leerlingen bij SWV Gorinchem & SWV-ND. Folkert van Oorschot, Bsc

Eindrapportage Project preventie schooluitval leerlingen bij SWV Gorinchem & SWV-ND. Folkert van Oorschot, Bsc Eindrapportage Project preventie schooluitval leerlingen bij SWV Gorinchem & SWV-ND Folkert van Oorschot, Bsc Datum: 5 September 2018 Introductie Binnen het onderwijs zijn er leerlingen met uiteenlopende

Nadere informatie

Fort van de Democratie

Fort van de Democratie Fort van de Democratie Stichting Vredeseducatie / peace education projects Het Fort van de Democratie WERKT! Samenvatting van een onderzoek door de Universiteit van Amsterdam naar de effecten van de interactieve

Nadere informatie

Een voorbeeld van een schoolprogramma gericht op preventie van overgewicht in Nederland: het DOiT programma

Een voorbeeld van een schoolprogramma gericht op preventie van overgewicht in Nederland: het DOiT programma 7 Samenvatting 8 Dit proefschrift beschrijft de voorbereiding op de landelijke implementatie van het Dutch Obesity Intervention in Teenagers (DOiT) programma. Daarnaast wordt de evaluatie beschreven die

Nadere informatie

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting Inleiding Depressie en angst zijn veel voorkomende psychische stoornissen. Het ontstaan van deze stoornissen is gerelateerd aan een breed scala van risicofactoren, zoals genetische kwetsbaarheid, neurofysiologisch

Nadere informatie

TSCYC Ouderversie. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. Jeroen de Groot. ID 256-18 Datum 24.12.2014. Informant:

TSCYC Ouderversie. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. Jeroen de Groot. ID 256-18 Datum 24.12.2014. Informant: TSCYC Ouderversie Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen ID 256-18 Datum 24.12.2014 Informant: Mieke de Groot-Aerts moeder TSCYC Inleiding 2 / 10 INLEIDING De TSCYC is een vragenlijst die

Nadere informatie

Cover Page. Author: Netten, Anouk Title: The link between hearing loss, language, and social functioning in childhood Issue Date:

Cover Page. Author: Netten, Anouk Title: The link between hearing loss, language, and social functioning in childhood Issue Date: Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/47848 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Netten, Anouk Title: The link between hearing loss, language, and social functioning

Nadere informatie

Samenvatting Samenvatting

Samenvatting Samenvatting Samenvatting Samenvatting Binnen het domein van hart- en vaatziekten is een bypassoperatie de meest uitgevoerde chirurgische ingreep. Omdat bij een hartoperatie het borstbeen wordt doorgesneden en er meestal

Nadere informatie

218 SAMENVATTING De prevalentie van overgewicht en obesitas bij kinderen is de laatste jaren sterk toegenomen. In Nederland hebben 12.8% van de jongen

218 SAMENVATTING De prevalentie van overgewicht en obesitas bij kinderen is de laatste jaren sterk toegenomen. In Nederland hebben 12.8% van de jongen Samenvatting 217 218 SAMENVATTING De prevalentie van overgewicht en obesitas bij kinderen is de laatste jaren sterk toegenomen. In Nederland hebben 12.8% van de jongens en 14.8% van de meisjes overgewicht,

Nadere informatie

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen SAMENVATTING Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen klinische populaties, waaronder ook de Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD). Ook al wordt

Nadere informatie

Samenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie

Samenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie Overgewicht is een snel groeiend wereldwijd probleem en is geassocieerd

Nadere informatie

Screening en behandeling van psychische problemen via internet. Viola Spek Universiteit van Tilburg

Screening en behandeling van psychische problemen via internet. Viola Spek Universiteit van Tilburg Screening en behandeling van psychische problemen via internet Viola Spek Universiteit van Tilburg Screening en behandeling van psychische problemen via internet Online screening Online behandeling - Effectiviteit

Nadere informatie

samenvatting 127 Samenvatting

samenvatting 127 Samenvatting 127 Samenvatting 128 129 De ziekte van Bechterew, in het Latijn: Spondylitis Ankylopoëtica (SA), is een chronische, inflammatoire reumatische aandoening die zich vooral manifesteert in de onderrug en wervelkolom.

Nadere informatie

Kindermishandeling: Prevalentie. Psychopathologie

Kindermishandeling: Prevalentie. Psychopathologie Wereldwijd komt een schrikbarend aantal kinderen in aanraking met kindermishandeling, in de vorm van lichamelijke mishandeling of seksueel misbruik, verwaarlozing, of gebrek aan toezicht. Soms zijn kinderen

Nadere informatie

IDS-2. Intelligentie- en ontwikkelingsschalen voor kinderen en jongeren. HTS Report. Jeroen De Vries ID Datum

IDS-2. Intelligentie- en ontwikkelingsschalen voor kinderen en jongeren. HTS Report. Jeroen De Vries ID Datum IDS-2 Intelligentie- en ontwikkelingsschalen voor kinderen en jongeren HTS Report ID 255-858 Datum 19.10.2018 Intelligentie Testleider: Piet van der Jagt INLEIDING IDS-2 - scorehulp 2/7 Inleiding De intelligentie-

Nadere informatie

Kennis en rolopvatting van professionals gedurende Alcohol mij n zorg?!

Kennis en rolopvatting van professionals gedurende Alcohol mij n zorg?! Kennis en rolopvatting van professionals gedurende Alcohol mij n zorg?! Integrale aanpak vroegsignalering alcoholgebruik bij ouderen in de eerstelijn Drs. Myrna Keurhorst Dr. Miranda Laurant Dr. Rob Bovens

Nadere informatie

Peuters met TOS in kaart gebracht

Peuters met TOS in kaart gebracht ARTIKELEN Peuters met TOS in kaart gebracht Kenmerken van 2-5 jarige kinderen die een TOS-behandelgroep bezoeken Maartje Kouwenberg, Bernadette Vermeij, Anne Spliet en Karin Wiefferink In dit artikel wordt

Nadere informatie

DESSA. Vragenlijst over sociaal-emotionele competenties. HTS Report. Otto Peterszoon ID Datum Leerkrachtversie

DESSA. Vragenlijst over sociaal-emotionele competenties. HTS Report. Otto Peterszoon ID Datum Leerkrachtversie DESSA Vragenlijst over sociaal-emotionele competenties HTS Report ID 256-4 Datum 07.10.2014 Leerkrachtversie Informant: Neeltje Smit Leerkracht DESSA Interpretatie 3 / 20 INTERPRETATIE De DESSA biedt informatie

Nadere informatie

Chapter 9. Nederlandse samenvatting (Dutch summary)

Chapter 9. Nederlandse samenvatting (Dutch summary) Chapter 9 Nederlandse samenvatting (Dutch summary) Samenvatting Samenvatting Depressie en angst klachten bij Nederlandse patiënten met een chronische nierziekte Het onderwerp van dit proefschrift is depressieve

Nadere informatie

Bilingualism and Cognition: The Acquisition of Frisian and Dutch Mw. E. Bosma

Bilingualism and Cognition: The Acquisition of Frisian and Dutch Mw. E. Bosma Bilingualism and Cognition: The Acquisition of Frisian and Dutch Mw. E. Bosma Nederlandse samenvatting Tweetaligheid en cognitie: de verwerving van het Fries en het Nederlands Deze dissertatie is het resultaat

Nadere informatie

nederlandse samenvatting Dutch summary

nederlandse samenvatting Dutch summary Dutch summary 211 dutch summary De onderzoeken beschreven in dit proefschrift zijn onderdeel van een grootschalig onderzoek naar individuele verschillen in algemene cognitieve vaardigheden. Algemene cognitieve

Nadere informatie

recidiverende en aanhoudende dwanggedachten (obsessies) die duidelijke angst

recidiverende en aanhoudende dwanggedachten (obsessies) die duidelijke angst Nederlandse samenvatting Patiënten met een obsessieve-compulsieve stoornis (OCS) hebben last van recidiverende en aanhoudende dwanggedachten (obsessies) die duidelijke angst veroorzaken. Om deze angst

Nadere informatie

DESSA. Vragenlijst over sociaal-emotionele competenties. HTS Report. Liesbeth Bakker ID Datum

DESSA. Vragenlijst over sociaal-emotionele competenties. HTS Report. Liesbeth Bakker ID Datum DESSA Vragenlijst over sociaal-emotionele competenties HTS Report ID 5107-7085 Datum 10.11.2017 Leerkrachtversie Informant: Jan Jansen Leerkracht INLEIDING DESSA 2/23 Inleiding De DESSA is een vragenlijst

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 14 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 14 bestaat uit 9.566 leerlingen van het vijfde leerjaar lager onderwijs tot het zevende

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Het is een uitdaging om ouderen te identificeren die baat kunnen hebben bij een interventie gericht op de preventie van beperkingen in het dagelijks leven op het moment dat dergelijke

Nadere informatie

S a m e n v a t t i n g 149. Samenvatting

S a m e n v a t t i n g 149. Samenvatting S a m e n v a t t i n g 149 Samenvatting 150 S a m e n v a t t i n g Dit proefschrift richt zich op de effectiviteit van een gezinsgerichte benadering (het DMOgespreksprotocol, gebruikt binnen het programma

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Interactionistische perspectieven benadrukken dat de persoon en zijn of haar omgeving voortdurend in interactie zijn en samen een systeem vormen. Dit idee van integratie

Nadere informatie

CRE-W. Instrument over creatief denken in organisaties. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum Basisrapport

CRE-W. Instrument over creatief denken in organisaties. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum Basisrapport CRE-W Instrument over creatief denken in organisaties HTS Report ID 5107-7038 Datum 18.07.2017 Basisrapport INLEIDING CRE-W 2/7 Inleiding De CRE-W is een vragenlijst die de mate van creatief denken van

Nadere informatie

IDS-2. Intelligentie- en ontwikkelingsschalen kinderen en jongeren. HTS Report. Jeroen De Vries ID Datum

IDS-2. Intelligentie- en ontwikkelingsschalen kinderen en jongeren. HTS Report. Jeroen De Vries ID Datum IDS-2 Intelligentie- en ontwikkelingsschalen kinderen en jongeren HTS Report ID 256-867 Datum 24.10.2018 Ontwikkelingsfuncties 5- tot 10-jarigen Testleider: - INLEIDING IDS-2 - scorehulp 2/8 Inleiding

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens Resultaten HBSC 14 Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 14 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 14 bestaat uit 9.566 leerlingen van

Nadere informatie

Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology NEDERLANDSE SAMENVATTING

Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology NEDERLANDSE SAMENVATTING Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology EDERLADSE SAMEVATTIG 157 Het komt regelmatig voor dat psychiatrische klachten clusteren in families. Met andere woorden, familieleden

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. (summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting. (summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (summary in Dutch) 149 Samenvatting In dit proefschrift is agressief en regelovertredend gedrag van (pre)adolescenten onderzocht. Vanuit een doelbenadering (Sociale Productie Functie

Nadere informatie

Samenvatting SAMENVATTING

Samenvatting SAMENVATTING SAMENVATTING Introductie Dit proefschrift geeft het theoretische en experimentele werk weer rondom de auditieve en cognitieve mechanismen van het top-down herstel van gedegradeerde spraak. In het dagelijks

Nadere informatie

Aanvulling op. Resultaten STOP4-7 Tabellenboek trainingen

Aanvulling op. Resultaten STOP4-7 Tabellenboek trainingen Aanvulling op Resultaten STOP4-7 Tabellenboek trainingen 2003-2006 Aanvulling op Resultaten STOP4-7 Tabellenboek trainingen 2003-2006 Praktikon maakt deel uit van de Stichting de Waarden te Nijmegen en

Nadere informatie

Effectevaluatie van Discussiëren Kun Je Leren (DKJL)

Effectevaluatie van Discussiëren Kun Je Leren (DKJL) Effectevaluatie van Discussiëren Kun Je Leren (DKJL) 18-04-2018 Dr. Tobias Stark European Research Centre on Migration and Ethnic Relations (ERCOMER) Algemene Sociale Wetenschap Universiteit Utrecht Samenvatting

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/18691 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Jong, Kim de Title: A chance for change : building an outcome monitoring feedback

Nadere informatie

03.03.2010 Conferentie Studiesucces

03.03.2010 Conferentie Studiesucces 03.03.2010 Conferentie Studiesucces Anita de Vries A.devries@noa-vu.nl A.de.vries@psy.vu.nl 1/40 03.03.2010 Conferentie Studiesucces Persoonlijkheid als voorspeller van Studieprestatie & Contraproductief

Nadere informatie

Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht

Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht Dit proefschrift beschrijft onderzoek naar metacognitieve vaardigheden van leerlingen

Nadere informatie

Hoofdstuk 7 Het implementatieproces opnieuw bekeken: statistische exploratie

Hoofdstuk 7 Het implementatieproces opnieuw bekeken: statistische exploratie Het implementatieproces opnieuw bekeken: statistische exploratie 129 Hoofdstuk 7 Het implementatieproces opnieuw bekeken: statistische exploratie Inleiding De centrale vraag van het onderzoek is welke

Nadere informatie

Change Your Mindset! Petra Helmond & Fenneke Verberg Research & Development, Pluryn

Change Your Mindset! Petra Helmond & Fenneke Verberg Research & Development, Pluryn Change Your Mindset! Petra Helmond & Fenneke Verberg Research & Development, Pluryn Doel Change Your Mindset! Korte online interventie om jongeren te leren dat ze de potentie hebben om te veranderen! Theoretische

Nadere informatie

TSCYC. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Ouderversie

TSCYC. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Ouderversie TSCYC Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen HTS Report ID 15890-3156 Datum 18.07.2017 Ouderversie Informant: Jeroen de Vries Vader INLEIDING TSCYC 2/8 Inleiding De TSCYC is een vragenlijst

Nadere informatie

Betrokkenheid en motivatie van cognitief sterke leerlingen: eerste resultaten van de TALENT-studie

Betrokkenheid en motivatie van cognitief sterke leerlingen: eerste resultaten van de TALENT-studie Betrokkenheid en motivatie van cognitief sterke leerlingen: eerste resultaten van de TALENT-studie Jeroen Lavrijsen & Karine Verschueren (KU Leuven) November 2018 Meer informatie over het onderzoeksproject

Nadere informatie

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104 Samenvatting 103 De bipolaire stoornis, ook wel manisch depressieve stoornis genoemd, is gekenmerkt door extreme stemmingswisselingen, waarbij recidiverende episoden van depressie, manie en hypomanie,

Nadere informatie

Factoren die kunnen en willen doorwerken tot 65 beïnvloeden

Factoren die kunnen en willen doorwerken tot 65 beïnvloeden Het verhogen van duurzame inzetbaarheid van de beroepsbevolking is een van de grootste uitdagingen voor de geïndustrialiseerde landen in de komende decennia. Omdat de beroepsbevolking krimpt en vergrijst

Nadere informatie

Informatie over de deelnemers

Informatie over de deelnemers Tot eind mei 2015 hebben in totaal 45558 mensen deelgenomen aan de twee Impliciete Associatie Testen (IATs) op Onderhuids.nl. Een enorm aantal dat nog steeds groeit. Ook via deze weg willen we jullie nogmaals

Nadere informatie

Begaafde jongeren, moeilijke gevallen? Het belang van systematisch onderzoek naar het functioneren van cognitief sterke jongeren

Begaafde jongeren, moeilijke gevallen? Het belang van systematisch onderzoek naar het functioneren van cognitief sterke jongeren Begaafde jongeren, moeilijke gevallen? Het belang van systematisch onderzoek naar het functioneren van cognitief sterke jongeren Dr. Jeroen Lavrijsen & Prof. Karine Verschueren (KU Leuven) Maart 2019 Meer

Nadere informatie

Cooperative learning during math lessons in multi-ethnic elementary schools

Cooperative learning during math lessons in multi-ethnic elementary schools Hoe kan de leerkracht het leerproces van leerlingen tijdens een coöperatief leren (CL) curriculum op multiculturele basisscholen optimaliseren? Moet de leerkracht de leerlingen zoveel mogelijk aansturen

Nadere informatie

De effectiviteit van technologie op verbetering van de leesprestaties: een meta-analyse Samenvatting voor onderwijsgevenden

De effectiviteit van technologie op verbetering van de leesprestaties: een meta-analyse Samenvatting voor onderwijsgevenden De effectiviteit van technologie op verbetering van de leesprestaties: een meta-analyse Samenvatting voor onderwijsgevenden Mei 2011 Nederlandse samenvatting door TIER op 28 juni 2011 Dit overzicht beoordeelt

Nadere informatie

Cognitieve Gedragstherapie en Mindfulness Based Stress Reduction Therapie voor Angst en Depressie klachten bij volwassenen met

Cognitieve Gedragstherapie en Mindfulness Based Stress Reduction Therapie voor Angst en Depressie klachten bij volwassenen met Cognitieve Gedragstherapie en Mindfulness Based Stress Reduction Therapie voor Angst en Depressie klachten bij volwassenen met Autismespectrumstoornissen: ADASS Achtergrond ADASS Veelvuldig voorkomen van

Nadere informatie

Beschrijvende statistieken

Beschrijvende statistieken Elske Salemink (Klinische Psychologie) heeft onderzocht of het lezen van verhaaltjes invloed heeft op angst. Studenten werden at random ingedeeld in twee groepen. De ene groep las positieve verhaaltjes

Nadere informatie